KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor HelderTexel en Wieringen. Slim tegen slim. No. 2995 Woensdag 30 October 1901. 29ste Jaargang. Bureau Zuidstraat 72. BureauSpoorstraat. Telefoonn®. 59. Abonnement p. 8 maanden binnen de gemeente 50 Ct., m. Zondagsbl. 87 V» Ct- id. franco per post 75 id. f 1.20. id. roor het Buitenland £1.25, id. f2.00. Afzonderlijke nommers 2 Cent. VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder. Bupeauxi Spcoratfaai en Zuidstraat. Adveirtentlön van 1 tot 5 regels25Cent. Elke regel meer5 Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMOHGËJN'tS vóór 10 uur aan de Bureaus: bezorgd zijn. Uit het Buitenland. Gedurig herbaalt zich schier in iederen kring de belangstellende vraag: Zou er nu eindelpk niet eens een eindo komen aan den worstelstrijd in Zuid-Afrika? Steeds luidt op deze vraag het antwoordt, dat, hoezeer al gemeen naar het ophouden van don ramp zaligen oorlog word uitgezien, er nog geen uitzicht bestaat op het herstel van den ge- wenschten vredestoestand. Alle pogingen, om daarnaar te streven, al de plannen, ontworpen om tot die uitkomst te geraken, hebben tot nog toe schipbreuk geleden, en of ook de uitzichten, die in de jongstverloopen dagen geopend werden, tot een gunstig einde kunnen en zullen leiden, valt nog zeer te betwijfelen. De Koning van Engeland, die in Januari j.1. den troon besteeg, zal in het volgend jaar als zoodanig gehuldigd worden. Naar de berichten uit Engeland vermelden, heeft de Koning uitdrukkelijk den wensch geopenbaard, dat er vóór zyne kroning een einde aan den Zuid- Afrikaanschen oorlog zal zijn gekomen. Hjj wil, dat de EDgelsche natie in vreugdevolle ■temming de dagen der feestviering zal door brengen. Een oorlogstoestand, met daarbij 'n den regel voorkomende omstandigheden, past, naar zyne meening, volstrekt niet bjj de aan staande plechtigheid. Maar of het inderdaad mogelyk zal zjjn en overeenkomstig met En geland'* eer(?). om met de Boeren, die zelfstan digheid eischen, vrede te maken, valt wel zeer te betwijfelen, als de oorlog op de tegenwoor dige wpze moet voortduren en de verbittering der Boeren door de onmenscholpke gruwelen der Engelschen stijgt in plaats van vermin dert. Een ander plan tot het beëindigen van den oorlog houdt in, het aandringen bjj het Hof van Arbitrage te 's-Gravenhage om bemiddelend optetreden en Engeland te be wegen tot een vergelijk te komen, overeen komstig de bepalingen, indertijd door de Haagsche Vredesconferentie vastgesteld. Een aantal vertegenwoordigers der verschillende kerkgenootschappen in Nederland's hoofdstad heeft, om dit te bevorderen, zich dezer dagen in dien geest tot de kabinetten der Euro- peesche Staten gericht, doch het is te voorzien, dat ook deze goedgemeende en krachtige po ging wel zonder gevolg zal blyven, omdat, volgens de bepalingen der bedoelde Confereutie in den weusch naar minnelijke schikking, zal daaraan gevolg worden gegeven, door beide partyen moet worden gedeald. Eu het is ge noegzaam bekend, dat Engeland in dit geval van niemand* vriendschappelijke lUiseheDkomst wil weten. Een derde plan is dat der Hollandiche haven- en bootwerkers, die zich door onthouding van den arbeid aan Engelsche vrachtvaartuigen willen beijveren om Enge- land's handel en scheepvaart onmogelijk te maken. Maar tegen dit met heel goode be doelingen geopperd plan zjjn reeds zoovele ernstige bezwaren van de zjjde van praktische mannen ingebracht, dat het te verwachten is, dat ook hieraan wel geen gevolg zal kunnen gegeven worden. Dan blijft alleen over het met de grootste hardnekkigheid voortzetten van den krjjg, zonder uitzicht dat men voor eerst het einde naderby komt. 't Is wel zeer ts betreuren, dat er geen andere weg over blijft! Hoogst waarschijnlijk zijn we nog lang niet aan het einde der gruwelen, waarvan de be richten door de nieuwsbladen dag aan dag te onzer kennisse worden gebracht, en die bedreven worden door de in Zuid-Afrika ver toevende Engelschen op last en aansporing van den onmenschelijken minister van kolo niën, den gehaten Chamberlain. Deze staats man heeft dezer dagen in eene particuliere vergadoring weer eens op zyne gewone wjjze het woord gevoerd voor den huidigen oorlog, en onomwonden verzekerd, dat er, in plaats van verzachting van het leed, nog erger staat te wachten. Hjj reide o. a.: »Wjj zyn nog lang niet ver genoeg gegaan. Strengere maat regelen zullen moeten genomen worden, om de rebellen en de guerilla-benden te bestrij den." Het doodschieten en ophangen van de moedige strijders, het vermoorden van vron- wen en kinderen in de concentratiekampen, het verbranden van de landhoeven en het verwoesten van het land is dus, volgens den minüter, nog niet genoeg. Men vraagt zich af: Welke duivelsche wreedheid weet de beschaafde" Engelsche minister nog meer uit te denken? Opmerkelijk zijn verder nog de volgende door hem gesproken woorden: »Als het oogenblik gekomen zal zijn, dat de oorlog een einde heeft genomen, dan zullen wy voor alles wat wij deden voorbeelden vin den by de volken, die nu onze wreedheid en barbaarschheid veroordeelenen wat wy zul len gedaan hebben, zal nog niet halen by hetgeen zy indertijd hebben uitgericht in Po len, den Kaukasus, Tonkin, Bosnië en in den FranschDuitschen oorlog van 1870". Door deze beschuldigingen kon de „bravo" Chamberlain weieens in oen lastig conflict komen met Rusland, Frankrijk, Oostenrijk en Daitschland. Hetgeen hij zeide, vooral die directe aantijgingen van wreedheid en on- menschelijkheid tegen die mogendheden, 't zou niet onmogelijk zyn, dat daarop lastige antwoorden by hem inkwamen. In de be doelde redevoering word nog door den minister verklaard, dat Engeland werkelijk nooit den oorlog in Zuid-Afrika hoeft gewild en ge zocht. Toen hot in 1899 de regeering van Transvaal tot het uiterste dreef door telkens gewyzigde eischen, en eindelijk door de on zinnige quaestie der opperste souvereiuiteit in de schaal te leggen; toen het zijne leger korpsen ging mobiliseeren en zijne troepen aan de grenzen der Zuid-Afrikaansche Repu bliek samenbracht; toon Chamberlain zelf in de eene redevoering na de andere tot den oorlog aanzette den oorlog, dien hjj later een pluim op zjjn muts noemen zou toon wenschto en zocht Engeland zeker geen strjjd! Het onschuldige Engeland wilde slechts zijno troepenmacht in de Kaapkolonie versterken, en daarna de onderhandelingen hervatten Maar de boozo Boeren zjjn zeiven de schuld van alles? Zij kwamen in October 1899 met hun ultimatum voor den dag, en begonnen de vijandelijkheden. En do voorwaarden, die den Boeren werden aangeboden, waren veel grooter en milder dan ooit aan een over wonnen vijand werden gepresenteerd. Nu die prachtige voorwaarden beslist zjjn geweigerd, moot de oorlog tot het einde worden voort gezet. Deze meening wordt nu geopenbaard door den staatsman, die, na Engeland in dezen onrechtvaardigen oorlog to hebben gewikkeld, twee jaren na het uitbreken daarvan neg maar in 't geheel niet schijnt in te zien, het geen vóór eenige jaren door Duitschlacd's grooten Rijkskanselier werd voorspeld «Zuid- Afrika zal nog eenmaal het graf worden van Engeland's wereldmacht". IIIEUWKTIJDIYGKCI HELDER, 29 October 1901. Najaars-Koemarkt. We berinneren, dat de Najaars-Koemarkt op morgen in de lste Molenstraat alhier zal plaats hebben. De Scherm- en Gymnastiekvereniging „Oefening kweekt Kunst' gaf Zaterdagavond 11. een uitvoering. De vereeniging was ver huisd naar «Casino* en wij gelooven, dat zy van die verhuizing geen berouw zal hebben, want nu kon men een grooter getal belang stellenden een plaats geven en kwamen do gymnastiekoefeningen op het ruime tooneel beter tot haar recht dan in «Tivoli». Onder leiding van den heer J. L. van Loo werden de vrye oefeningen door de adspiran- ten, de stokoefeningec door de voorbereidende klasse en du staafoefeningen door de hoofd- afdeeling correct en netjes uitgevoerd. De werkzaamheden aan de ringen en aan het rek droegen by de adspiranten bljjk van methodisch onderricht, bjj de hoofdafdoeling, dat kracht en vlugheid ontwikkeld werden. De groepen muntten uit door sierlijkheid. Deze oefeningen werden afgewisseld door een 4-tal komische voordrachten en het geheel met een dansje besloton. Het was voor O. k. K. een echte feestavond. Het ontbreekt hier ter plaatse niet aan gelegenheden tot uitspanning. Deze week komen 2 tooneelgezelschappen aan den Helder voorstellingen geven. Woensdag zal de beroemde Duitscbe hoftooneelspeler Emil Richard met zijn gezelschap in Tivoli" ten tooneele voeren >Fritz Reuter". Naar ons uit de dagbladen blijkt moet het stuk buitengewoon goed weergegeven worden en de hoofdpersonen zich in zyn volle kracht doen kennen. Als nastukje wordt het bekende klucht spel van Reuter, Jochem Piisel gegeven Vrijdag a. s. zal het gezelschap van Stoel en Spree" in »Casino" opvoeren >De kinderen van Kapitein Grant". Dit gezelschap, hetwelk zich hier reeds een goeden naam heeft verworven, zal het zeker aan geen belangstelling ontbreken, te meer nu het eeu stuk geeft, dat in Amsterdam zulk een buitengewoon succes geniet. Reeds meer dan 50 achtereenvol gende avonden ia het daar voor stamp volle zalen opgevoerd. Wel een bewijs, dat het zeer in den smaak valt. Bij koninklijk besluit zjjn benoemd tot ridder 4de kl. der Mil. Willemsorde: de luit. ter zee 2de kl. F. H. Staverman eu de matroos 2de kl. A. Bos, beiden van de Kon. Ned. Marine, en zulks ter zake van zich te hebben ouderscheiden bij den tocht met den hekwielstoomer »Sin Hong Bie" op de Boven-Tambesi (Djainbi) 23 Mei 1901. Bij kon. besluit zyn benoemd1. tot ridder 4de kl. van de Mil. Willemsorde: de kapt. van het korps mariniers J. A. Gauw en de officier van gezondheid le kl. der kon. Nederl. marine G. A. J. van der Sande; 2. bepaald dat by afzonderlijke dagorders, zoo in Tndië als in Nederland, eervol zul len worden vermeld: de luit. t. z. 2e kl. A. v. d. Sluisde sedert tot luit. t. z. 2e kl. bevorderde adelborst le kl. F. J. Hou- wert; de kwartierm. H. D. B. Pommerel; de korp.-konst. R. Pestmande matroos le kl. C. Vader; de marinier 2e kl. A. v. d. Watering, en de matroos 3e kl. E J. Hendriks; 3. benoemd tot ridder in de orde van den Nederl. Leeuw; de kapt. t z. J. E. Sickens 4. benoemd tot ridder in de Orde van Oranje-Nassaude luits. t. z 2e kl. T. J. Creygbton en J. A. M. J. Beretta 5. toegekend de eere-medailles in brons, van de orde van Oranje-Nassau aanden kwartiermeester J. W. de Vries; den korp. van het korps mariniers J. Groenewoud, en de matrozen le kl. G. van Dort en W. Laay, en zulks ter zake van zich te hebben onderscheiden bij de expeditie in Samalanga en Pensangan van 29 Jan. tot 22 Februari 1901. Leerplicht. Herhaaldelijk wordt uit verschillende plaatsen des lands de klacht vernomen, dat bij leerplicht-overtredingen hoofden van scholen en onderwijzers als getuigen voor den kantonrechter worden gedagvaard. Ge volg hiervan is, dat vaak aan geheele schoolklassen door afwezigheid van een deel van het personeel vrijaf moet worden ge geven. Hierop wordt gedurig gewezen als op een ernstige grief tegen de leerplicht wet. De schoolopziener in het arrondisse ment Helder heeft er echter iets op ge vonden, om dit ongerief voor het onderwijs zooveel mogelyk te beperken. Alvorens proces-verbaal op te maken tegen de ver zorgers der kinderen wegens overtreding der genoemde wet, zendt de schoolopziener den hoofden der scholen een circulaire, waarin hij hun, in overleg met den amb tenaar van het Openbaar Ministerie by het kantongerecht, omtrent het voorgekomen geval van wetsovertreding eenige vragen stelt, met verzoek, het gezonden formulier, ingevuld en onderteekend, aan zyn adres terug te zenden. »Het Schoolblad", 't welk wekelijks te Groningen wordt uitgegeven, maakt van deze door den Helderschen schoolopziener toegepaste methode loffelijk melding, erkent, dat de noodzakelijkheid voor onderwijzers, om als getuigen wegens leerplicbtovertre- dingen voor het kantongerecht te verschij nen, door die handelwijze vermindert, en acht dezen maatregel ook voor andere arrondissementen wèl aanbevelenswaard. Rijkspostspaarbank. Gedurende de maand Sept. 1901 zijn ingelegd en terugbetaald de navolgende bedragen Inlagenf 3 299 026.78 Terugbetalingen (waar onder f 15.706.65 we gens aankoop van in schrijvingen in een Gr.- boek, obligatiën of cer tificaten van inschrij ving) - 2 670.924.27* Meer ingelegd dan terugbetaald f 628.102.50* Aan het einde der maand Aug. 1901 was ten name van de ver schillende inleggers in geschreven - 89.273.093.66* zoodat het tegoed op uit. Sept. 1901 bedroeg f 89.901.196.17 In den loop der maand zijn 7978 nieuwe spaarbankboekjes afgegeven, 2913 geheel af betaald, zoodat aan het einde der maand nog 878.987 boekjes in omloop waren. Tot ultimo Sept. is voor een bedrag van f 839.421.58 aan inschrijvingen in een Grootboek der Nationale Schuld, obligatiën ten laste van den vStaat of certificaten van inschrijving ten behoeve van 1089 inleggers aangekocht. Visschershaven te IJmuiden. Een zeer belangrijk wetsontwerp is reeds onder het vorig ministerie voorbereid en thans ingediend tot verdere uitbreiding van de visschershaven te IJmuiden. Hoe zeer het verkeer daar toeneemt, blijkt hieruit, dat het aantal schepen er vau 1 Juli 189930 Juni 1900 bedroeg 11.875 met te zamen 942.000 ton en in het volgend jaar 12.735 met 1.233.000 ton. In 4 jaar was de stijging 39 pCt. bij de schepen en 68 pCt. by den inhoud. Reeds is een verlenging der haven in uitvoering, waarvoor f 360.000 is toege staan, maar dit zal binnen een niet lang tijdsverloop geheel onvoldoende zijn. Daarom heeft de vorige minister van waterstaat een ontwerp doen opmaken, volgens welk de bestaande haven nog belangrijk zal worden verlengd en westelijk vau haar allengs nog twee havens worden aangelegd, met de oostelijke kade gericht op het midden van den pantserfortkoepel benoorden het Kanaal. De breedte der havens zal niet minder dan 140 meter bedragen, de diepte overal 6 meter. Elke haven krijgt spoor wegverbinding en er komen tevens terrei nen voor het drogen en tanen der netten. Eerst bestond plan de noodige gronden te onteigenen en daartoe zyn dan ook de plannen ter visie gelegd, om verandering in de perceelen te voorkomen. Het is echter gelukt het grootst gedeelte der benoodigde terreinen, 79 hectaren, aan te koopen van de Maatschappij IJmuiden en wel voor f 105.000, terwijl de schatting der des kundigen f152.000 bedroeg. In de eerste som is f 4000 begrepen voor vergoeding aan de koopers van een perceel en f 1000 aan de Eerste Ned. Electr. Mpij. voor het gemis eener haar toegezegde waterleiding. Wel zullen er nog vele jaren voorbygaan alvorens er voor de visscherij behoefr.e be staat aan de tweede en derde haven, maar er bestaat eene bijzondere reden, om het zoo spoedig mogelyk bezit der geheele oppervlakte wenschelyk te maken. Het uitgebreid materieel voor de diephouding van het Noordzeekanaal (naast elkaar ge legd 6500 vierk. meter beslaande) heelt eeu betere bergplaats noodig dan de tegen woordige, achter de reuitoestellen der groote schutsluis, waar zij hinderlijk zijn voor de schepen en zelf gevaar loopen van schade, waardoor dan het diephouden kan worden belemmerd. Bovendien zal ligplaats noodig zijn voor nieuwe loodsvaartuigen. De noodige ruimte had men eerst benoorden het kanaal bij het fort meenen te vinden, maar het komt nu geschikter voor, de meest westelijk ontworpen visschershaven, welke eerst 't laatst voor de visschery noodig zal zyn, terstond te laten maken en voor bedoelde bergplaats te bestemmen. Daar kan dan wellicht aan particulieren gelegenheid gegeven .worden tot het maken van een sleephelling, een drijvend dok en een scheepswerf, waarvoor aan de bestaande baven verzoekschriften zijn ingekomen, welke wegens gebrek aan ruimte moesten worden afgewezen. De Regeering stelt daarom voor de be grooting van hoofdstuk IX der Sfaatsbe- grooting voor 1902 met f 105.000 te ver- hoogen tot aankoop der terreinen, noodig om aan boven vermelde plannen uitvoering te kunnen geven. Een smalle strook be zuiden het aangekocht terrein, later wellicht uoodig voor wateraanvoer, behoort aan derden en kan later worden aangekocht. Men schrijft ons uit IJmuiden Op den lsten November a.sden dag van IJmuiden's 25 jarig bestaan, herdenkt de heer P. Smit, vletterman a.d. Gou den ploeg alhier, tevens den dag waarop hij zich voor 25 jaren geleden, als inwoner te IJmuiden kwam vestigen. Bovendien zal bet op dien datum 25 jaren geleden zijn, waarop hem de eer ten deel viel, hets.s. >Rembrandt",kapt. Blinkhorst, het eerste s.s. 't welk van het toen juist geopende Noordzeekanaal gebruik maakte, van hier naar Amsterdam op te brengen. De vischafslag le IJmuiden. Men schrijft uit IJmuiden In het Hotel No. 1 alhier kwamen eenige leden saam van het College voor de Zee- vis3cherijen en wel de heerenRahusen, jhr. Rüell, prof. Van der Hoeven, Hoogen- raad, Calkoen, Slis en Dirkzwager. Tal van reeders, vischhandelaren. de di recteuren Bottemanne enz. werden achter eenvolgens door hen gehoordtot in den avond duurde de zitting. Mogen de pogingen van het College be werken, dat het nieuwe Ministerie een pa cificatie alhier wete tot stand te brengen. VisscheriJ-Tentoonstelling. Door de afdeeling Katwijken omstreken van de Vereeniging ter bev. der Ned. Vis schery is besloten in 1902 te Katwijk aan Zee een visscherij-tentoonstelling te houden. Ds Cholera. De berichten over de cholera luiden nog niet gunstiger. De ziekte woedt het hevigst op de drie hoofdplaatsen van Java, doch el ders vraagt zij helaas ook vele slachtoffers. Zoo is zij epidemisch verklaard te Krawang. Te Semaraug komen dagelyks een dertig tal gevallen voor. In die stad zijn gestorven drie Europeanen aan de cholera, twee kin deren en de onderluitenant D. Scholten. Deze overledene was ridder der M. W. O welk eeremetaal hy had verdiend in 1894 by den overval op Lombok. De handel te Semarang ondervindt de ellende van de heerschende ziekte. Aan het havenkanaal, aan den boom als elders zijn haast geen koelies te krijgen voor den afvoer, laden en lossen van goederen enz. De weinigen die er zyn laten zich duur betalen. Het aantal choleragevallen te Soerabay* schommelt om de vijftig per dag. De Boycot veroordeeld door de bootwer kers. In eene vergadering van de bootwerkers- vereenigingen »Neerlands Vlag" de »Rot« terdamsche bootwerkers-vereenigiBg" en d« vereeniging Kardinaal Manning" Zater dagavond gehouden, is ter sprake ge bracht het bekende boycotplan, hetwelk op verschillende reeds bekende gronden werd bestreden. Hoewel de vergadering van oordeel bleef dat de gisteren gehouden bijeenkomst slechts als een eervolle begra fenis van den boycot was te beschouwen, meende zij dat het wenschelyk was ook in het openbaar van haar gevoelen te doen blijken. Na uitvoerige discusie werd de volgende motie aangenomen De buitengewone bestuursvergadering van het Verbond van Rotterdamsche Ver- eenigingen tot behartiging van de belan gen van 't havenbedrijf, gehoord de inlei ding en het daarop gevolgd debat, betuigt opnieuw sympathie voor de Republie ken in Zuid-Afrika en brengt hulde aan den moed en de volharding der Boeren, die de bewondering aller volken ten deel valt, en gaarne worden alle mogelijke of fers gebracht tot steun van dat helden volk >zy betreurt echter de beweging ont staan tot boycot der Engelsche scheep vaart als een plan dat door voor- en te genstanders als geheel onuitvoerbaar wordt beschouwd >zy verwerpt dit plan als geheel ia strijd met de belangen der Boeren en al leen geschikt om der Engelschen regeering middelen aan de hand te doen om met vernieuwde kracht en wreedheid heillooze plannen door te zetten »zij verwerpt dit plan als leidende tot onoverzienbare rampen en teleurstellingen, omdat de poging tot uitvoering reeds den Nederlandschen handel en de groote takken van industrie, zouden te gronde te richten, omdat zulks de oorzaak zoude zyn van on noembars schade van de burgery in het algemeen en de werklieden in het byzon- der, als kunnende niets geven dan honger en ellende en waarmede onze stamverwan ten niet kunnen worden gebaat". Naar »Het Volk" mededeelt, heeft mr. Troelstra een schryven van twee Hol- landsche geestverwanten, in het buitenland woonachtig, ontvangen, waarin zy, ingeval de boycot tegen Engeland doorgaat, tien duizend gulden daarvoor beschikbaarstellen. Nog nooit vertoond. Als een buitengewone toevalligheid meldt men, dat de vier broeders Lnbbers, te Reinerwold waarvan de vierde thans heeft geloot voor de Nationale Militis allen nummer 22 hebben getrokken. Bijgeloof. In een klein plaatsje nabij Grave (Noord brabant) beeft zich bet volgende kenschet sende staaltje van bijgeloof voorgedaan. Een jongeling moest loten, hetgeen bjj de moeder aanleiding gaf tot groote zorg en verdriet. Echter vermande zij zich en liep de gansche buurt rond om een onfeil baar middel te vinden, waardoor haar lieveling vrij zon loten Ten laatste werd te Grave het gezochte gevonden. Zij wist daar een naald machtig te worden, waar mede een doodskleed was genaaid. Fluks het kostbaar kleinood den jongen op de de jas gespeld en zoonlief lootte er tot over de ooren in Toen moeder de treurmare vernam, riep zy uit»Zij hebben mij bedrogen of de vent is niet heelemaal dood geweest FEUILLETON. 19) .Spreekt u de waarheid vroeg hjj ein- deljjk. „Ongetwijfeld. De vrouw is dood en hare nalatenschap is beschikbaar voor den man, die mjj het bewjjs levert dat hjj er recht op heeft.* .En wie zou die man zjjn „Om dat uit te vorschen, ben ik juist naar bier gekomen, mr. Mitchel, want ik dacht zoo bjj me zelf, dat de erfgenaam mjj een aardig sommetje zon uitkeeren, en daarom soek ik dien. Ik dacht, dat ik misschien den echtgenoot van de overledene zou kunnen vinden, die er zeker aanspraak op heeft.' Wsl duivels dacht Mitchel, dat zou een buitonkansjo zjjn. Hjj bleef eenige oogenblik- ken in gedachten verzonken, voor zich heen kjjksn. Hoor eens,' zeide hjj eindeljjk, 'hoeveel verlangt gjj, als ge mjj dat geld bezorgt?' ,Ik kan 't u in 't geheel niet bezorgen, als gjj de man der overledene niet zjjt,' antwoord de Barnes. „Welnu, dat ben ik. Zeide ik het u niet dat ik met haar geleefd heb, totdat ze er van door ging?' «Ja, met haar geleefd, maar was je ook wettig met haar gehuwd „Wel wis en zeker was ik dat 1" „Dan arresteer ik je in naam der wet', riep Barnes plotseling uit, terwjjl hjj opsprongen naar Mitchel toekwam. Mjjn srrosteeron riep de man doodsbleek van schrik uit. «Waarom?* Omdat Rose Mitchel vermoord is en de moordenaar bekend hoeft door u omgekocht te zijn haar te dooden." «Zoo'n vervlookte leugenaar ,Om uwentwille hoop ik, dat hjj gelogen heeft, maar ge zult me toegeven dat ge ver klaard hebt de wettige man van Rose Mitchel te zjjn; daarom arresteer ik je en zal je naar New-York brengen.» Maar hoor me toch aan,„ riep do man uit, die rilde van angst, «daar heb ik me waar achtig in een mooi wespennest gestoken ik ben haar man niet, ik heb u maar wat voorgelogen, ook heet ik niet Mitchel., Dat komt niet uit vriendje, Sefton de detec tive, heeft je mij aangewezen Maar die heeft me jnist omgekocht, om mij tegenover u als Mitchel voor te doen." Barnes glimlachte, toen hjj zag dat zijn list gelukt was. Hij had terstond Sefton verdacht, dat hij hem op een valsch spoor trachtte te brengen en nu kon hjj den valschsn Mitchel aan het praten zien te krijgen, daar hjj den man in zjjne macht had. „Dat zjjn maar uitvluchten, vriendje, maar als je mc alles oprecht bekent, dan zal ik je misschien niet lastig vallen.' „Zeker, u kunt er gerust op zjjn, dat ik alles zal doen om uit dit vervloekte wespen nest te geraken. Weet dan, dat mjjn werke lijke naam Arthur Chambers is en ik vroeger een vermogend man was, maar dat vervloekte drinken heeft me te gronde gericht. Iedereen kan mjjno diensten voor een paar dollars koopen zóó deed Sefton en kwam me ver tellen dat er een detective uit New-York hier was en rondsnuffelde om zekeren Mitchel te vinden. Nu wilde hjj dien Barnes, zoo heet u immers, een poets bakken, en had naar hjj zeide van een heer te New-York de op dracht gekregen, om alles aan te wenden ten einde u hierop te houden en wel zoolang mo gelijk.' Barnes begreep natuurljjk onmiddelljjk, dat die heer te New-York niemand anders dan Mitchel was. ,Ik heb," zoo vervolgde Chambers, «niet veel meer te vertellen. 8 -t'wn huurde mij om voor Mitchel te spelen eu heeft me eene lange historie over die Ro3e Mitchol ingepompt, welke ik u vertellen moet.' «Wolk eene historie?* „Hoor eoos,* hernam Chambers, wiens voor zichtigheid eu doortraptheid, nu hjj zich buiten gevaar achtte, terugkeerden, mot die sprook jes ia u toch niet gediend en u zult wel liever de ware geschiedenis vernemen. «Natuurljjk.' „Ja, ziet u, ik ben roods op jaren en er is weinig to New-Orleans voorgevallen, dat ik me niet zou herinneren als ik er voor be taald word.' „Begrjjp wol, vriendje, dat je nu Diet met Sefton maar met mjj te doen hobt. Je vertelt me eenvoudig wat je weet, en als mjj bljjkt dat hot iets voor me waard is, zal ik je iets geven, maar als je me bedriegt laat ik je in rukken Begrepen Vooruit dan maarDa vrouw, die zooals u zegt vermoord is, leefde hier onder den naam Rose Montalban of la Montalban, zooals ze in de wandeling genoemd werd.» „La Montalban?» herhaalde |Barnes, was ze dan tooneelspeelster «Tooneelspeelster ja maar niet in don schouwburg. Ze hield een speelhol, ingericht als een paleis en menig jeugdige dwaas ver loor daar zjjn l&atsten cont.' «In welk verband staat dat met Mitchel «Zoer precies kan u ik dat niet zeggen. Ik ben er in die dagen dikwjjls geweest en zag er altijd zekeren Mitchel. Opeens echter ver dween hjj en toen hjj weer opdook werd hjj als de echtgenoot van madame Montalban voorgesteld. Er liep destijds een gerucht, dat hjj vroeger mot een ander meisjo getrouwd was, eene jonge crcoolsche, wier naam ik echter nooit vernam.' «Weet ge ook iets omtrent een kiud, een meisje «Ja, er was een klein meisje, kleine Rosy noemde men haar. Sommigen meenden dat 't kind van de kreoolsche was, maar raadamn Montalban beweerde dat het haar eigen kind was.* „Wat is er van Mitchel geworden?' „Omstreeks een jaar nadat madame Mon talban hem als haar man voorgesteld had, verdween hjj op nieuw. Een paar jaar later had er weer een opzienbarend feit plaats bet kind werd ontvoerd. Madame Montalban loofde eene groote som uit roor het terug vinden van het kind, doch zonder gevolg. Drie jaar later begonnen hare zaken slecht te gaan en ze verdween met de noorderzon.' «Zoudt go dien Mitchel herkennen, als hjj voor u stond „Dat kan ik zoo zeker niet zeggen, to meer daar er twee M.tchel's waren, met den naam Loroy er bjj. Ze waren neven. De andere was jonger on een chriatelijk-joogelingsver- eenigingmensch, en dat was mijne soort niet. Ik herinner mij destjjds gehoord te hebben dan hjj op eon jonge creoolsche damo verliefd was. Ik zou u iemand knnnen aanwijzen, die u van alles dienaangaande op de hoogte zou kunnen brengen." «En wie is dat?* „Een bejaard heer, Neuilly genaamd. Ook hem heeft ze destjjds geplukt, daar ze iets van hem wist. Nu ze dood is, zal hjj misschien vertollen wat hjj weet"' «Bezorg me zjjn adres on tracht iets te weten te komen aangaande donjongeron Mit chol. Ik zal je goed betalen, maar laat Sef ton niet merken dat ge niet meer voor hem workt.' „Daar kunt u op rokenen, ik ben uw man. Goedenmorgen." Den volgendon dag bracht Barnes een be zoek bjj don heer Neuilly, die hom zeer be leefd ontving. „Ik bsn hier gekomen, mjjnheer Neuilly, om uwe hulp in het belang der g- rechtigheid te verzoeken,' zeide de detective. n Wees zoo goed en zeg mjj wat u van mij verlangt," antwoordde de hoogbejaarde man. „Ik wenschte inlichting te vragen omtrent een vrouwspersoon, vroeger onder don naam Montalban bekend.' Er vertoonde zich plotseling een zenuw achtige trek op hot gelaat van don ouden heer „Daar kan ik u niets van zeggen," zeide hij op koelen toon en stond op. Barnes was verblnft door dit antwoord, maar zag in, dat hjj snel handelen moest wilde hij iets te weten komen. „Een oogenblik, mjjnheer Neuilly,' riep hjj uit, „u zult zeker niet weigeren mij te helpen, om den moordenaar dier vrouw op te sporen Deze woorden hadden do gewenschte uit werking. Moordenaar Wilt n daarmöe zeggen, dat ze vermoord is vroeg Neuilly weder plaats nemend. „Rose Montalban is eenigo maanden ge leden te New-York vermoord en ik ben haren moordenaar op het spoor. Wilt u me daarbjj behulpzaam zjjn?' „Dat hangt van omstandigheden af, gjj zegt dat het vrouwspersoon dood is on dat maakt mjjne positie in dezen geheel anders. Ik had goedo redenen om niet met u over die dame to spreken, maar nu ze dood is vervallen die.* Wat ik van u wenschte te vernemen, mjjn heer Neuilly, is zeer eenvoudighooft u eon man gekend, Leroy Mitchel genaamd, die do echtgenoot dier vrouw geweest is, naar mon „Ja dien heb ik zeer goed gekendhet was een in de wol geverfde schurk, hoewel hjj de manieren van een fatsoenlijk man had." „Weet u wat er hem geworden is?« «Neen, hjj heelt New-Orleans plotseling verlaten en is nooit teruggekeerd.* Hebt u de kleine Rose Mitchel gekend „Ach, hoe dikwjjls heeft ze op mjjn knie gezeten I Die Mitchel, waar ik u van spreek, was haar vaderhjj heeft een der lieftalligsle meisjes bedrogen die ik ooit gezien heb.* „Heeft u dat meisje gekend? Hoe heetto zjj «Dat is een geheim door mjj te lang bt- waard, om het aan vreemden prjjs te geren.* Ik zal n de zaak mededeelenbedoelde Mitchel is tegenwoordig te New-York en staat op hot punt met eene zeer joDge dame in hot iiuweljjk to treden en bnitendien ge loof ik, dut bjj Rose Montalban of Mitchel heeft om baar voor altjjd het zwjjgen op t* leggen, want zo perste hem geld af. Hjj heeft het ook bjj zich.' Neuilly werd zichtbaar ontroerd en liep zenuwachtig door de kamer op en neer.' «Hier is het portret van de kleine.' her nam Barnes, terwjjl hjj hem de door Lncett* genomen photographie ter hand stelde. «Ja, het gelijkt precies,'z.ide Neuilly zuch tend. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1901 | | pagina 1