KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje Spoorstraat 49. Twaalf pröe IMoeien voor Heider, Texel er WSerirgen Slim tegen slim. verhuisd naar Kanaalweg 16 J. HARJER. Voor één gulden HET PARK fe Enkhuizen ino's te huur L. W. WIECANT, Winteraardappelen No. 2998 Zoterdag 9 November 1901. 28ste Jaargang. Bureau Zuidstraat 72. BureauSpoorstraat. Telefoonn". 59. KALENDER DER WEEK. NOVEMBER, Slachtmaand, 30 dagon. Opkomst der Zon 7 u. 14 m. Onderg. 4 u. 14 m. Zondag 10 Maandag 11 N. Maan. Dinsdag 12 Woensdag 13 Donderdag 14 Vrjjdag 15 Zaterdag 16 lilt het Buitenland. Een bekend spreekwoord, aan den klein handel ontleend, luidt: »Geld is de ziel van de negotie.'In een redevoering, dezer dagen door den minister van Financiën in Engeland gehonden, bleek dit spreekwoord te zyn om gezet in: «Geld is de ziel van den oorlog." Er moet geld zyn, altoos meer geld dus klonk het uit den mond van den minister, die lands geldmiddelen beheert, en dus het best weet hoe de zaken staan. Hy erkende, dat nu reeds do belastingen hooger opgevoerd zijn dan ten tjjde van den zeer kostbaren Krim- oorlog. En het ergste was, hij kon bij deze erkenning geen uitzicht bieden, dat de oorlogs uitgaven en de belastingen weldra zullen ver minderen. Hy sprak zelfs de verwachting uit, dat in de volgende zitting van het Parlement nog weer een voorstel tot verhooging der be lasting zal ter tafel komen. Zulke uitlatingen der regeerings-personen worden zelfs te sterk voor do meest gewone voorstanders van het voortzetten van den oorlog, 't Is waar dit wordt opgemerkt Engeland is een ryk land, 't welk heel wat kan te koste leggen aan zyn roem en aan zijn dwaasheden, doch Engelsche nieuwsbladen beginnen nu toeh te jammeren en te klagen, dat het land onder den financieëlen last gebukt gaat. Hetgeen gedurende de tweede helft der XIXde eeuw door een voorzichtig en zuinig beheer tot af lossing der nationale schuld bespaard werd, wordt thans door den onzaligen Zuid-Afri- kaanschen oorlog opgeteerd, nieuwe leeningen moeten worden aangegaan, invoerrechten moesten op suiker en uitvoerrechten op steen kolen worden gelegd, en dit alles is nog niet genoeg, er moet altoos meer geld zijn, want geld is de ziel ook van den oorlog De re- geeringsgezinde dagbladpers in Engeland be gint al tamelyk heftig te worden, on, met het oog op den ongunstigen toestand, stelt zij den eisch, dat er deugdelijke verantwoording moet worden gedaan van de schatten, die door de bolasting-schuldigen worden bijeengebracht, en dat er moet worden aangetoond, wat er met hl dat geld is gedaan, en welke resultaten er door «yn verkregen. Ja, 't is zelfs al zoover gekomen, dat couranten van de kleur der regeering al toegeven, dat de bolangry'ke ver- hoogiug van belastingen, die te wachten staat in Engeland groote schade zal toebrengen aan handel en nyverheid en dus aan de volkswelvaart. De verzekering, onlangs door minister Chamberlain in een zyner redevoeringen gegeven, dat do oorlog, die thans door En geland in Zuid-Afrika wordt gevoerd, een stryd is, die zich door het betoonen van goedheid en odolmoedigheid van de zyde der Engelsche officieren en soldaten kenmerkt die verzekering, waarover men in 't buiten land ongeloovig de schouders ophaalt, wordt thans door Engelschen ontzenuwd. Een aer Londensohe dagbladen bevatte dezer dagon •en brief uit Johannesburg, waarin werd medegedeeld, dat de groote sterfte van vrou wen en vooral van kinderen in de concentra tie-kampen, gevoegd by het totale gebrek aan geboorten binnen korten tyd zal leiden tot uitroeing van het Boorenvolk in Zuid-Afrika. Engeland trekt dus 't verdient opgemerkt te worden van zyn .humane" wyze van oorlogvoeren het dubbele voordeel, dat het de menschen op hoogst wreedaardige, beest achtige wyze bejegont, en tegelijk by het voortduren van den oorlog de Boeren-bevol king tot eene belangryke minderheid terug brengt. Waar blijft, wanneer zulke opmer kingen zelfs door Engelschen worden gemaakt •n beaamd, de Engelsche minister met de .fraaie» verzekering, die wy hierboven aan haalden, en met eene andere uitspraak, waarin hy gewaagde van zuiver militaire gronden voor het bijeenbrengen dor concen tratiekampen, die uitsluitend zouden moeten dienen als middel, om het einde van den oorlog te bespoedigen. Onlangs is door den heer Ch. Boissevain, directeur van het Amsterdamsche .Handels blad», een open brief in do Engelsche taal verzonden aan don hoer Roosevelt, President der Vereenigde Staten van Noord-Amerika. Groote aantallen van dit geschrift zijn daarna over hot uitgestrekte land verspreid, een en ander met do bestemming om by regeering en volk licht te verspreiden over den vorschrikkolijkon oorlog in Zuid-Afrika, om to wyzon op de gruwelen, die daarginds door de Engelschen worden gepleegd, om belangstelliug te wekken voor de vrijheid lievende Boereu, en, zoo mogelyk, den invloed der Groote Republiek to verwerven, ten einde aan dien bloedigon worstelstrijd een einde te maken. De schrijver en afzender van dien brief ontvangt nu, nadat zijne belangryke en voor velen minder bekendo mededeeliugen onder veler aandacht zyn gekomen, tal van beantwoordingen, uit vele waarvan blijkt, dat de oorzaken, waardoor de krijg is ontstaan, en de ellendige handelingen, waardoor hy zich meer en meer kenmerkt, in 't geheel niet of maar zeer weinig bekend zijn by het Amerikaansche volk, dat zich in den regel laat voorlichten door Engelsche geschriften en Engelsche nieuwsbladen. Van dit laatste is tegeningenomenheid ten aanzien van de Boeren en onjuiste voorstelling van feiten het noodwendig gevolg. Men zou by het vrijheidlievende volk van Amerika iets anders verwachtenDo inhoud van den open brief blijkt echter indruk te maken, en hel is niet onwaarschijnlijk, dat hierdoor invloed wordt uitgeoefend op den gang van zaken, 't Is niet onmogelijk, dat de openbare mconing zich krachtig zal uitspreken, en er op zal aandringen, dat er aan de geweldenarijen in Zuid-Afrika een einde kome. In Engeland werd dezer dagen, stellig niet op aansporen der regeering of van hare vrienden, een blaadje verspreid, waarop aan schouwelijk werd aangeduid, hoe groot, volgens de officiëele cijfers, de vreeselijke sterfte is in do Zuid-Afrikaansche concentratie-kampen, 't Is eene graphische voorstelling der sterfte per duizend personen per jaar. Jn Engeland sterven op de 1000 menschen 18 per jaar, in de kampen 264, onder de kinderen in de kam pen 433! MEUWNTIJIHIXUEV HELDER, 8 November 1901. Bij Kon. Besl. is bij het Departe ment van marine, met ingang van 1 No vember, benoemd tot inspecteur over de comptabiliteit van het materieel bij 's rijks werven de gepensionneerde luitenant ter zee 1ste klasse J. F. Graadt van Roggen Aan het departement van marine had gisteren de onderhandsche inschrijving plaats voor den bouw en de levering van, een stoomvaartuig ten behoeve van Ned. Looswezen Slechts 3 inschrijvingon waren ingekomen tusschen f 163,000 en f 173,000 varieerende. De minste was die van den heer P. Smit Jr. te Rotterdam voor f163,000. De arrond. rechtbank te Zierikzee heeft A. W., evangelist, gedomicileerd te Zwolle, thans gedetineerd, naar de openbare terechtzitting verwezen, ter zake van het op 19 Augustus jl. aanwenden vau pogingen tot brandstichting in een woonhuis en daar aan grenzend evangelisatielokaal te Zierik zee, en tevens ziju gevangenhouding bevolen. Mr. A. J. F. Fokker is den beklaagde ambts halve als raadsman toegevoegd. Een lijkrede. De heer Henri D. Luppens deelt in het »N. v. d. D." mede dat hij getuige is ge weest van de begrafenis van een fuselier op het kerkhof aan het Kanaal te 's-Gra- venhage. Een sergeant hield daarbjj de volgende toespraak Makkers De overledene ons aller vriend was 'n braaf man, had een blan co strafregister, weinig schoenenreparatie en ja nog zelfs te goed op z'n boekje. Spiegelt jelui daaraan, jongens". Uit een Amsterdamschen brief in bet Haagsche Dagblad Op een of ander Amsterdamsch plein moe ten twee straten uitloopen, die de eigenschap hebben, dat een vreemdeling steeds de eene voor de andere aanziet en altijd de verkeerde inwandelt. Kunnen het de Emma- en Adel- heidstraat zyn Een Hagenaar moest onlangs in de Emma- of Adelheidstraat ik weet niet welke zyn, vergiste zich, zooals het een welopgevoed vreemdeling betaamt en schelde dus bij nuramero zooveel in de ver keerde straat aan. Laat ik op den voorgrond stellen, dat mijn vriend er niet ongunstiger uitziet dan het type van den doorsnee-Hage naar en allerminst denken deed aan den heer Muselino of een anderen atruikroover. Do deur gi°B open en hij vroeg, met liet eeno oog op bet deurplaatje, waarop een hem vreemde naam toonde, of de familie laat ik maar zeggen Jansen misschien verhuisd was en of men ook wist waar zo nu woonde. Het dienstmeisje vau de familie laat ik maar zeggon Muldor liet mijn vriend op de stoep staan en ging naar binnen voor de informatie. Mijn vriend, die niets ongedul diger ia dan de moeste Hagenaars, wachtto on bleef wachten en schelde ten slotte ton einde raad weer aan. Toen ging met een woesten ruk het raampje van de voordeur open, verscheen een zenuwachtig knikkend hoofd achter do tralies on schreeuwde woedond Wat motje?» Myn vriend, die niets .most', trok zyne schouders op en de stoep af. Thuis en tot bedaren gokomon, schreef hy den beer Mulder een brielkaart met niets andera er op dan wat mot je Een paar dagen later ging er een brief daar Amsterdam, Emma Adelheid of Adelheid Emmastraat, inhoudende de vraagwat mot je en de vorige week werd de familie Mulder verblijd met een aangeteekenden brief met aangegeven geldswaarde van f 750. Op een bol liop de hoor Muldor naar het postkantoor, kreeg bij bet haastig openscheu ren een stukje lak onder den nagel en las, toen hij het lijvig document ontvouwd had, met ossen van letters: wat mot je? Woedond informeerde hij aan het lokot naar den af zender. Een dag of wat later kwam ter be scheid van do postafzender was de hoer WA. T. Motje to 's Graveahage. Eergisteren werd in het holst van don nacht by den beer Muldor, of boe hij ook heeten mag, aange scheld. Verschrikt sprong de heer des huizes het bed uit en ijlde naar de deur. Een tele grambesteller met een dringend telegram. De heer Mulder moest weer naar boven om oen potlood, verloor op de trap een slof, waarover hij op den terugweg struikelde, teekende en las, na eindelijk bet couvert met bevende band verscheurd te hebbenwat mot ja Hoe men er achter gekomen is, weet ik nie', maar geen dag gaat er voorby of ep de hardsteencn pui van zyn huis, schrijft de straatjeugdwat mot je en thanB staat de familie Mulder in do Emma-Adelheid of Adelheid-Emmastraat by do kennissen en buren algemeon bekend als de familie: Wat Met-jo De wraak eens Hagenaars is zoot De Oorlog in Zuid-Afrika. De militaire briefschrijver van de West minster Gazette" meent dat liet dwaasheid zoude zijn h--t feit te willen verbergen, dat het laatste oorlogsnieuws uit Zuid-Afrika het Engelsche volk den ernst van den militairen toestand sterk heeft doen gevoelen. Op zichzelf zoude de ramp, die Benson's colonne getroffen heeft, den militairen toestand niet zoo ernstig maken^- als hij overigens gezond was. Maar Benson's ongeluk is een aanwijzing van wat men nog meer te verwachten heeft, een openbaring van de onbeduidendheid van den Engelschen inlichtingendienst, een schok voor de zelfvoldaanheid der autori teiten en heeft als zoodanig ernstige ge volgen. Als de Engelsche regeering ooit een mooie gelegenheid had om een ge- zonderden staat van zaken in 't leven te roepen, dan is het nu, want het verbitterde, verontruste, verbijsterde Engelsche volk zal elk teeken van krachtig optreden wel kom heeten. Maar volgt de regeering den ouden weg en beproeft zij het gewicht der jongste nederlagen te verkleinen, dan zal het volk weldra weer in zijn gewonen staat van zorgeloosheid geraken en de oorlog eindeloos voortsmeulen. Het wordt hoog tjjd, vervolgt de mili taire medewerker der Westminster", dat het publiek begrijpt dat het Engelsche leger in Zuid-Afrika nog sneller uitgeput raakt dan de Boerentroepen. De verster kingen, die elke week gezonden worden, zijn bloot voldoende om de verliezen door sneuvelen, verwonding en zieken goed te maken. Voor aflossing der afgewerkte troe pen, wier energie is uitgeput, die naar huis verlangen en den oorlog moede zyn, wordt niets gedaan. De officieren zijn even uitgeput als de soldaten. Waarom zijn kampen en kazernes in Engeland niet vol manschappen, die geoefend worden voor velddienst ter aflossing hunner kameraden aan het front Waarom worden er te Alderschot en te Salisbury Plain geen groote troepen yeomen gedrild De schrijver meent, dat het geheele op treden der Boeren met de officioele raming van hun aantal op 10,000 in tegenspraak is. Hij somt dan de tallooze moeilijkheden op, waarmede het Engelsche leger te kam pen heeft en eindigt met op de krachtigste wijze aan te dringen op het zenden van versche bereden troepen en steeds meer bataljons yeomary, die terdege geoefend zyn niet alleen in fotografeeren, steen- kooldragen en corveeën en zonder dat Lord Kitcheuer's al of niet er om vragen er aan te pas komt. De tegenwoordige politiek van werkeloosheid zal Engeland in zwaren last brengen als het die niet zonder verwijl laat varen. Op het zenden van meer troepen hebben al zooveel andere militaire en burgerlijke deskundigen op oorlogsgebied aangedrongen met niet minder klem dan de medewerker der Westminster Gazette". Maar geen van allen heeft nog ooit verteld, waar die troepen vaudaan moeten komen en dat is de vraag, die Brodrik c.s. waar schijnlijk juist het meest zal interesseeren. Reeds het R e u t e r-berickt dat de heide kanonnen van kolonel Benson's achterhoede door de Boeren zyn vermeesterd, deed zien dat de verhalen der dagbladcorre pondenten te Pretoria orer het gevecht te Bakenlaagte op geheel onjuiste voorstellingen berustten. Lord Kitchener's beschrijving van het ge vecht in ziju telegram van 4 November wekt het vermoeden dat de eerste verhalen vrij wel geheel uit den duim waren gezogen. Men kan dus niet beter doen dan met deze berichten geen rekening meer te houden. Lord Kitcheuer deelt omtrent de Brit- sche nederlaag het volgende mede Kolonel Benson's colonne verliet haar kamp ten noorden van Bethel op 30 Oct. bij het aaubreken van den dag en trok in de richting van Brugspruit. Den kolonel was gemeld dat de Boeren Bakenlaagte, waar hy wilde kampeeren, hadden bezet. Het weder was regenachtig en stormachtig. «Tijdens de marsch werd de vijand ge makkelijk op een afstand gehouden. Baken laagte werd om één uur des namiddags be zet De achterhoede met twee kanonnen, gedekt door een eskadron cavalerie, was geposteerd binnen geweerschotsafstand van het Boereulager. De aanval van de Boeren op een der flan ken van de achterhoede werd afgeslagen. De cavalerie werd teruggetrokken, waarop de Boeren onder bedekking van het ge accidenteerde terrein, de achterhoedde om trokken en den heuvelrug aanvielen waar op de kanonnen waren geplaatst. Wegens de zware hagel en regenvlagen in den rug (van de Boeren?) bleet de aanval onop gemerkt totdat de vijand de stelling be kroop tot vlak bij de kanonnen. Hij beschoot daarop het escorte en de paarden der stuk ken neer. Kolonel Bensou en overste Guin- ness werden beiden bij de kanonnen ge troffen. »Ten gevolge vau een gelyktydigen aanval op het kamp kon geen voldoende ondersteuning worden gezonden naar den heuvelrug. »De Boeren konden de kanonnen niet weghalen, voordat de Britsche ambulance uitging. Toen haalden zy onder bedekking vau ambulance de stukken weg. Den 30en October, vertelt lord Kitche- ner ons, ging de Britsche colonne op weg naar Brugspruit. De aanvoerder was voor nemens den avond van dien dag te kam peeren te Bakeulaagte, op ongeveer 20 mijlen afstand van zijn vorig kamp, hoe wel hij wist dat deze plaats door de Boeren was bezet. Waarom hij niet liever een an dere pleisterplaats koos, blyft onopgehel derd, tenzij men aanneemt dat de aan wezigheid van Grohelaar en Erasmus hem noopte het kamp bij Bethel op te breken en in de aangegeven richting te trekken, in de hoop dat Bakenlaagte niet sterk zou zyn bezet. De omstandigheid dat de co lonne ook tijdens den marsch door de Boeren werd lastig gevallen, zon erop kunnen wij zen dat kolonel Bensou werd opgejangd. Voor deze opvatting vindt men steun in Kitchener's telegram. Om 1 uur des middags van den 30en October werd Ba kenlaagte «bezet", d. w.z. hield kolonel Benson daar stil, misschien wel, omdat hij niet verder kon. Het zou inderdaad in het tegenovergestelde geval vreemd zijn, dat hij zijn achterhoede met zijn beide kanonnen, onder bedekking van een esca- dron cavalerie opstelle binnen geweer schotafstand van het Boerenlager en dan niet eenmaal pogingen aanwendde om de Boeren te verdrijven. Het heeft er voor waar allen schijn van of kolonel Benson werd gedreven in een voor hem gereed ge maakte val. En daarop kon het gevecht beginnen. »De aanval van de Boeren op een der flanken van de achterhoede werd afgesla gen niet zonder zware verliezen voor de dekkende cavalerie, gelijk is gebleken uit de talrijkheid der dooden en gewonden by de Schotsche ruitery. Inderdaad werd dit korps zoo zwaar gehavend dat het moest worden teruggetrokken." Deze eerste aanval werd ondernomen van de zijde, waar den Boeren de regen in het aangezicht sloegzij maakten echter een omtrekkende beweging en kregen daardoor den regen in den rug. zoodat zij onopge merkt de positie der achterhoede op den heuvelrug kouden bekruipen tot vlak by de kanonnen. De vijand schoot toen het escorte en de paarden der stukken neder, m. a. w. de geheele achterhoede werd ver nietigd. Kolonel Benson en overste Guin- ness, die zich beiden bij de achterhoede bevonden, vielen met hun mannen. Te gelijker tyd werd de Britsche hoofd macht aangevallen, zoodat deze geen ver sterkingen naar de achterhoede kon zenden. Hiermede was het gevecht zoo goed als geëindigd. Naar het schijnt waren de Boe reu koen nog niet in het bezit der kanon nen, maar stonden deze onbeschermd tus schen de Britsche hoofdmacht en de Boe- renliuies. Zoo althans werd de zaak voor gesteld van Engelsche zij ie en Lord Kit- chener geeft er de verklaring bij, dat de Boeren de kanonnen hebben weggehaald onder bescherming van een Britsche am bulance. Dat is tastbare onzin De Boeren hebben de kanonnen of met een weggehaald, toen ze terugtrokken na Benson's achterhoede te hebben vernietigd, of de Britsche hoofdmacht heeft een wan hopige poging gedaan om de stukken terug te nemen, waarop de vyand, ten einde niet noodeloos menscheulevens in de waagschaal te stellen, zich er toe heeft bepiald, de hoofdmacht op behoorlijkeu afstand te houden. En daarop heeft waarschijnlijk de En gelsche bevelhebber zyn toevlucht geno men tot een middel dat door collega's van hem in d<*zen oorlog reeds meer met suc ces is toegepast. Hij zond zyn ambulance uit om de gewonden op te zoeken, maar liet achter haar en onder haar bedekking een detachement volgen, dat de kanonnen moest terugbrengen. Toen de Boeren dezen hun welbekenden truc gewaar werden, waren zij den Engelschen voor en voerden de kanonnen weg. Zy trokken nu af, vermoedelijk op het bericht van de nadering van kolonel Bar- ter, maar droegen zorg zich door een «on samenhangend vuur" gedurende den nacht voor achtervolging te vrijwaren. FEUILLETON fintegendeel, dat ontken ik en ziehier het zwakke punt in uw roluas. Uw geheele keten van bewijzen, steunt op de veronderstelling dat ik de verleider der moeder van het kind was en dat Rose Montalban mij in hare macht had. Feitelyk echter ben ik haar vader niet en Rose Montalban had geen macht over my.» ,Maar u hebt vroeger toch bekend, dat zo u onder bedreiging geld heeft afgeperst en dat ge haar de verlangde som in juweelen betoaldet.» Juist, maar afgeperst heeft zo my dat niet." »Mr. Mitchol, ik vergeet nooit wat iemand gezegd heeft iOm 's hemels wil hoeren* viel de oude Neuilly hem in do rede, «staak toch dien nutteloozen woordenstrijd en die haarkloverij en kom ter zake, want ik brand van ongeduld om de waarheid te vernemen.* Welnu, ik zal met myne jeugd aanvangen Reeds als schooljongen had ik myne speel- genoote, Rota's moeder, lief, en toen ik naar de universiteit te Harward vertrok ze was toen pas vyftien jaar verloofden wij ons. Ik had een neef, die tien jaar ouder was dan ik, een erge speler en drinker. Rose Montal ban hield destyda een speelhol te New-Orleans en myn ongelukkige neef behoorde tot hare atamgasten. Op zekeren avond, toen hij erg dronken was, haalde ze hem over haar te trouwen en een geestelijke was gewetenloos genoeg om het huwelijk terstond te voltrekken. Eerst na eenige dagen werd myn neef weer volkomen nuchter, doch van de huwelijks voltrekking herinnerde hij zich hoegenaamd niets. Daarop had Rose Montalban hare dui- ▼elsche plannen gebaseerd. Zy raadde hem aan te trouwen, en deed hem zelfs een meisje aan de hand, dat niemand anders was, dan myne kleine verloofde. Geld en wraakzucht waren hare beweegredenen. Zy wilde myn neef tot bigami verleiden en hom dan, met hare trouwacte in do hand, geld arpersen. Ze wilde zich bovendien wreken op de familie myner verloofde, die haar in de eene of an dore zaak had tegengewerkt. Haar plan gelukte maar al te goed. Myn neef werd werkelijk verliefd op de jonge Cre- oolsohe hy was een zeer knap man ik was ver weg, ze was nog zeer jorg, en zwak van karakterzo bezweek voor de hartstochtelijke liefdesbetuigingen van miju neef, en ze huwden. Nu was hy in la Montalban's macht, die hem vjjf jaar lang veel geld afperste. Inmiddels kwam de kleine Rose ter wereld en ik had myno studie volbracht, maar keer de niet naar New-Orleans terug, verbitterd als ik was, over do onttrouw myner vorloof- de. To Parys, waar ik destyds vertoefde, ontving ik een wanhopig schrijven van de jonge vrouw. Rose Montalban was met de acte van 't huwelijk mot neef voor den dag gekomen en had daardoor de dochter van haren doodvijand, aan de schande prijsgegeven. Beheerscht door mijn voornemen, om mij op myn neef te wreken, keerde ik naar Amerika terug, maar kwam helaas to laat: de arme vrouw was gestorven, en myn neef verdwe nen." «Na veel moeito kwam ik er achter, dat hij naar het Westen gogaan was; ik volgde hem, doch het was hoogst moeiclijk zijn spoor te vinden. Vyf jaar vorliepon, totdat ik hem eindelijk aantrof en bom zijn misdadig ge drag verweet, maar hy lachto mo in mijn ge zicht uit, weigerde mot mij te duelleeren en ontvluchtte. Er bleef my niets auders over dan bet b- sluit te nomen hom, waar ik kem ook ontmoeten zou, als eon hond neer te schieten. Eindelijk kwam die gelegenheid voor. Op zekeren dag trof ik hem op eone plaats aan, die uren ver van elke mouschelyke woning verwijderd was. Ik daagde hem uit, en hij begreep ditmaal voor zijn levensbehoud te moeten strijden. Ik was vast besloten hem in het hart te treffen, en dacht niet aan myn leven, want wraakneming was myn eenig doel. Volkomen kalm en zeker van mijne zaak stond ik tegenover hem, toon er iets voorviel, dat my dio kalmte geheel deed ver liezen, en de zaak een andore wonding deed nemen.' »Een oogenblik," zeide hy en liet zyn pi stool zakken, ,ik moet je nog een verzoek doen, want ik ben er zeker van, dat je mij dooden zultals laatste gunst verzoek ik je myn kind uit do klauwen van dio satan in vrouwengestalte te verlossen.» „Jou kind,» riep ik uit, ,ik meende dat het dood was.» «Dat was eene der leugens van dat wjjf: het kind leeft en zy heeft het in hare macht. Ik heb een testament gemaakt, waarbij ik dat kind mijn geheele vermogen vermaak en, 't zal je vreemd voorkomen, ik benoemde jou daarin tot executeur. Ik weet, dat je haar moeder lief gehad hebt, maar zoowaar ik hoop, dat God een genadig rechter voor my zal zijn, zoo waar zweer ik je, dat ik zulks niet wist, toon ik haar huwde. Ik ben bereid.» Wy schoten cn in pluats vau in het hart, trof ik hom aan het hoofd. Ik snelde naar hem toe, om het bloed te stelpen on haalde hulp. Twee maanden lag hy te bed cn her stelde langzaam, doch zijn geestvermogens waren gekrenkt, zoodat ik hem naar een krankzinnigengesticht to New-Orlcans moest brengen, waar hij zich nog bevindt.* Alles goed en wel, mr. Mitchel,' zeide Barnes, /.maar welke bewyzen hebt gij, dat ge de vader van dat kind niet zjjt en do krankzinnige neef dc schuldige is?« «Welnu, in do eersto plaa's bestaat er tusschen my en mijn neef niet do minste ge lijkenis. Mr. Neuilly zal wel erkennen, dat ik hem geheel oubekend ben, terwijl hy de schuldige zeor goed gekend heeft. Het zal mij trouwens niet moeielijk vullen myno iden titeit te bewijzen, daar velo personen te New- Orleans my kenneD, maar laat ik mijn ver haal vervolgen. Ik was besloten mij van het kind meester to maken, doch wist, dat Rose Montalban het niet goedschiks zou af staan. Langs wettigen weg kon ik niets doen, zonder do herkomst van het kind openbaar to maken, en dat wilde ik ook ter wille van hare moeder vermyden. Ik ontvoerde nu het kind op den openbaren weg. «Detectives werden op my afgestuurd, maar mr. Barnes zal misschien wol willen getuigen, dat ik die niet vrees on zal nu beter begre pen, waarom ik met de streken dier heeren nogal vertrouwd ben. Twco jaar lang ik ze op het dwaalspoor gebracht, totdat ze huone navorschingen Blaakten, waarschijnlijk omdat Rose Montalban niet meer betalen kon. Toen eerst ging ik op reis naar Europa kwam vervolgens, anderhalf jaar geleden, te Now-York. Kort na mijuo komst alhier, kroeg ik den bewusten brief, mot de photo- graphie van Rose Montalban, die ik u toonde, «Ik bon niet voornemens.' zeide zy, .ugeld af te persen, tnaar u iets te verkoopon, dat gij gaarne bezitten wilt.» «Op mijn vraag, wat dat was, antwoordde zy«oene trouwakte van uw neef met de moeder van hot kind verder de tronwakte vun uw neef met mij, en oindolyk do trouw akte van vrocgeren datum, van my met eon m, dio nog in leven is.* Lieve hemel!' riep Neuilly uit, ,als gij dio papieren hi-bt, blijkt daaruit, dat haar huwelijk met uw neef ongeldig en dat van hem met Rose's moeder volkomen geldig was.' •Zóó is hetik betaalde het wyf 10.000 dollars voor die oorkondon. Was dat to veel? Maar laat ik myn verhaal vervolgen. Zy dreigde mij, als ik haar niet betaalde, zich voor myne vrouw uit to zullen gevon I Dat schandaal wilde ik voorkomen en betaalde haar. «Ik moet u nogmaals vragen,* zeide Barnes nu, «of gy my bewyzen kunt, dat gy niet de man van Rose Montalban waart?» «U is waarlijk een ongcloovige Thomas, mr. Barnes, maar ik zal u een doorslaand bewijs laten zion." Hij ging naar zyn bureau en haaldo er eon paar papieren uit en reikte eon daarvan den heer Neuilly over. Hier hebt u de trouwakte van myn neef met Rose Montalban; zooals velen zulks doen, heeft de vrouw haar portret en dat van myn neef op die akte geplakt. Nu vraag ik u, mijukeer Neuilly, is dat de mao, die gy ge kend hebt (Wordt vervolgd.) ADVERTENTIE N. Cm. I&sarkiink, Aanspreker, (ïolkskofflehiiis „De Hoop"). VEHIIU1SD van da MOLENGRACHT, NAAR DE Zie de uitstalling koopt men overal in Nederland een LOT in de Eerste groote Verloting in Hollands Noorderkwartier te Enkhuizen. Trekking 3 MAART a.t. het KAPITALE KOFFIEHUIS mei Inventaris. Deze bloeiende Zaak wordt desver- kiezende teruggenomen voor 22010 Gulden. 2e Prijs: ter waarde v. f2400, of f 2000 in gild. 3e Prijs Ken keurige Meubileering voor een Huis, of f IOOO in geld. 4e Prijs «en Noordhollandsch Gouden Kapstel, compleet, van f 650 of f 500 in geld. 5e Prijs een prachtvol Amerikaansch Hnisorgel, van f 325 of f 250 in geld. Voorts belangrijke prijzen, als: Rijtuigen, Rijwielen, Kinderwagen!, Pendules, Gouden Horloges, Diamant ea Zilverwerken. Naaimachines, enz. Onbeduidende prijzen komen in deze verloting niet voor. LOTEN zijn zoolang de voorraad strekt alom voor f 1 00 verkrijgbaar, te Heldir bg JAC. BERKHOUT, JAC. VERFAILLE, en G. J. FEIJEN. Voor Wederverkoopers te Enkhuizen bij den Heer D. C. EGMOND. Zie verder het kosteloos verkrijgbaar ge stelde Prospectus. van af f 4,— per maand, met inbegrip van stemmen. Pianohandel. Kalverstraat 56, - Amsterdam, üümüüüül Ontvangen een partij puike puike blanke alles bloem op schotel, f120 per '/j mud, 20 cent per 5 kop, 10 cent per kop, zoolang de voorraad strekt, bij C. STEEMAN, Kanaalweg 51, en R. STEEMAN, Stationstr. 17. Melk inrichting „De Bonte Koe", 2e Molenstraat 103. Zoo even ontvangen 1 de versche welbekende BOTER 35, 40 en 50 ets., overheerlijk van smaak, SCHAGER KOPBOTER marktprg9. Specialiteit in GOUDSCHE-, LEIDSCHE- en EDAMMER KAAS. Goudscbe Kaas van af 22cent. Versche KIPEIEREN 4l/s a 6 cent. Aanbevelend, H. IIOODËRWIJN. »Bij P. LENGERS. Smidstraat 31, HELDER.1 is alle dagen verkrijgbaar: 0SSENVLEESCH en VARKENSVLEESCH. Lappen, Gehakt en Polet 30 0 Rollade, Klomp- stuk 35 Biefstuk, Haas 40 Lappen, Karbonade Vette Lappen Metworst 27* Alles per 5 ons.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1901 | | pagina 1