KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor Helder, Texel eo Wieringen.
Nieuwjaarsgroet.
No. 3011
Woensdag 25 December 1901.
29ste Jaargang,
Bureau Spoorstraat.
Telefoonn». 59.
BureauSpoorstraat.
Telefoonr,0. 59.
Onze lezers, die met I Januari
a. s. aan Familie, Vrienden of
Begunstigers in onze Courant
een Welkomsgroet willen rich
ten, worden beleefd uitgenoodigd
hunne opgaven aan ons Bureau
tijdig in te zenden.
DE UITGEVERS
Vrede op aarde
Voor de eerste maal in de twintigste
eeuw komt op de beide feestdagen, die
ons wachten, het Kerstfeest ons weder de
herinnering brengen aan de eeuwenoude
▼oorspelling, dat er eens vrede op
aarde zal wonen. Deze profecy, uit den
vroegen dageraad des Christendoms af
komstig, werd de eeuwen door op de ge
denkdagen van Jezus' geboortejaar aan jaar
in herinnering gebracht, doch de ver
vulling laat zich steeds wachten. Hoop
vol hebben de besten van ons geslacht
steeds daarnaar uitgezien, en den wensch
gekoesterd, dat zij de heerschappij van
den >vrede op aarde" nog zouden mogen
beleven. IJdel was die hoopDe zwaar
den zouden, naar men verwachtte, tot
■paden worden omgesmeed, maar inte
gendeel werden de oorlogswapenen
steeds verscherpt en die nieuwere uitvin
dingen tot grootere volkomenheid gebracht,
om nog meer menschen aan dood en ver
nietiging prijs te geven. Wij slaan het
boek der geschiedenis open en lezen daar,
hoe, terwijl de godsdienst, die vrede en
liefde predikt, meer en meer over de aarde
werd verspreid, toch altijd door de vrede
op vaak ernstige wijze werd verstoord en
oorlogen gevoerd werden, die menigmalen
den naam van menschenslachtingen ver
dienden Als Christenen aanvaardde men
't voorschrift»Hebt uwe naasten liet als
u zeiven", om dat met den mond te be
lgden door daden toonde men, dat gebod
r:el en al in den wind te slaan. Doch
Christelijke beschaving begon in den
loop der eeuwen steeds meer veld te winnen,
en van haar verwachtte men betere dingen
voor de toekomst, 't Is waar, de wereld
geschiedenis van den laatsten tijd is niet
meer een historie, die, zooals voorheen,
enkel van oorlogen gewaagt, de geschied
schrijver heeft in de laatste tientallen van
jaren, gelukkig, meer het oog te richten
op de vorderingen van wetenschap en kunst,
op handel, ngverheid in 't algemeen
op de welvaart der volken. Maar, helaas,
de oorlogsfakkel is nog niet gebluscht, en
dagelijks moeten we ons nog bedroeven
over gebeurtenissen, die ljjnrecht strgden
met het verheven voorschrift der naasten
liefde, gebeurtenissen welke ons haast
zouden doen twjjfelen of de voorspelling
van zvrede op aarde" wel iets meer is
dan een waan. De schoone, verhevene
profetie van het Kerstfeest en de oorlogs
berichten uit Zuid-Afrika welk eene
ontzettende tegenstelling
De liefde tot den naaste en de mishan
deling van vrouwen en kinderen in de
concentratie-kampen door de Engelschen,
die toch ook door 't licht des Evangelies
worden beschenen en op de aanstaande
feestdagen, met den mond althans, met
het vrede op aarde zullen instemmen
kan men zich iets ergers denken We
lezen dageljjks van wreedaardig bloedver
gieten op het oorlogsveldjj we zjjn over
tuigd, dat het volk, dat daar zjjn vrjjheid
en zelfstandigheid zoekt te handhaven,
door een ander, zoogenaamd christenvolk,
wordt aangevallen, als 't kon uitgemoord,
verdreven van hof en haard, terwijl
vele gevallen de geopenbaarde vrjjkeidszin
met verbanning, jarenlange gevangenschap,
strop of kogel wordt ^achtervolgd. En,
te midden van die verschrikkelijke, aau-
doenlijke berichten, klinkt op het aanstaand
Kerstfeest de hefinnering aan de eeuwen
oude, heilspellende profecy over bet aard-
rjjk, en ook over Zuid-Afrika's velden
heen>Er zal vrede wonen op aarde
Dat woord komt ook in herinnering bij
de menschen, die op verren afstand van
hun vaderland, op St. Helena, Ceylon, in
de Indien in gevangenschap zuchten, ver
van hun land, ver van hunne familie ver-
wjjderd. Ook hun klinkt op 't Kerstfeest
de voorzegging tegen: Vrede zal er een
maal op aarde wonen 1" Dat woord is
evejieens bestemd voor de bewoners der
moordkampen, waarin door de onchriste
lijke behandeling der zich noemende chris
telijke Engelschen in zes maanden tijda
niet minder dan ruim 10.000 kinderen ten
doode zijn gedoemd. Dat alles is een ge
volg van den rampzaligen oorlog, terecht
den geesel der menschheid genoemd, en
waar men bjj 't vernemen der ontzettende
berichten, welke omtrent die moordkampen
tot ons komen, met droefheid en innig
aiedelgden wordt vervuld, daar ontstaat
twijfel, of wel ooit de verheven schoone
profecy in vervulling zal komen>Er zal
eens vrede op aarde wonen
Die twijfel moge rijzen in veler gemoed
bij 't vernemen van zulke diep betreurens
waardige feiten hij late echter plaats
voor het geloovig vertrouwen, dat de ver
vulling er van toch niet uitbljjven zal.
Dat profetische woord is geen ijdele klank
geweest, en schoon op de vraag of een
dageraad van een beteren dag reeds is
aangebroken, nog steeds het antwoord
luidt, dat de morgenstond wel gekomen,
doch dat het nog nacht is Godlof,
't is begonnen te dagenHoe langzaam
ook, 't licht breekt merkbaar door de
duisternis heen De verschrikkingen van
den menschmoordenden krijg bewogen voor
jaren het hart van Jean flenri Dunant,
te Genève, om daartegenover zoomogelijk
de zegeningen der menschenliefde uit te
storten. Hem ontbrak de macht, om den
verfoeilijken oorlog te doen ophouden,
maar hij stichtte den Bond »Het Roode
Kruis", ter verzorging en verpleging van
zieke en gewonde krijgslieden in tjjden
van oorlog, en richtte zoodoende op een
altaar der naastenliefde op het bloedig
oorlogsveld. Aan duizenden heeft in den
loop der jaren deze liefderijke Vereeniging
tot zegen gestrekt, en al kan ook de witte
vaan met het roode kruis niet de verze
kering geven, dat de dag des vredes aan
gebroken of nabjj gekomen is, als symbool
der menschenliefde waait ze ons vriende
lijk en hoopvol tegen.
Twee jaren geleden kwam in Den Haag
op aandrang van Keizer Nicolaas van
Rusland de Vredesconferentie bijeen, die
bij velen de gedachte deed ontstaan, dat
nu eindelijk een betere toestand zou aan
breken. Men zou nu voortaan dus
meende men de tusschen volken en
vorsten voorkomende geschillen niet meer
met de wapenen beslechten, maar ze op
lossen door bemiddeling. Heezeer vond
men zich weldra teleurgesteld. Enkele
maanden nadat d« Conferentie uiteenging
ontbrandde reeds de krjjg in Zuid-Afrika.
Doch dit bljjft overhet denkbeeld van
bemiddeling houdt stand en de Vredes
conferentie van het voorlaatste jaar der
XIXde eeuw zal mettertijd wèl gevolg
hebben, want de volkeren der be
schaafde wereld verklaren zich meer en
meer hardnekkig tegen den oorlog. Dit
is te bemerken aan de allerwege zich
openbarende sympathie voor de Boeren
aan het medelgden dat men koestert voor
de vrouwen en kinderen in de concentratie
kampen aan de belangrijke stoffelijke hulp,
die men aan zoovele verdrukten verleent
aan het wel ouuitvoerbaar gebleken boy
cotplan, maar dat toch blijk gaf, hoezeer
men den rampzaligen oorlog verfoeiten
aan den baat en de verachting die men
toedraagt aan de machthebbeude onder de
Engelschen aan Chamberlain, Milner,
Ithodes en Kitchener. De Engelsche staats
man Rosebery merkte dezer dagen terecht op,
dat men in de eerstdaags te wachten
Troonrede, als gewoonlijk, kan verzekeren,
dat Engeland met buitenlandsche regee
ringen op den meest vriendschappehjken
voet verkeert, doch dat zulks niet het
geval is met de volkeren, die haat en
wrok tegen Engeland koesteren, wegens
den oorlog in Zuid-Afrika.
Maar ondanks dat alles ver, zeer
ver is het nog af, dat er vrede op aarde"
woont, veraf nog, dat wij die heileeuw,
waarin de oorlogswapenen vernietigd zullen
worden, zouden zgn ingetreden. Zal zij
komen, zal de voorspelling, nu negentien
maal honderd jaren oud, te eeniger tijd
tot vervulling komen Zeker, ver verwij
derd nog is het tjjdstip, waarop er geheel
geen oorlog zal worden gevoerd op de
wereld, ver verwijderd ia zeker nog de
tijd, dat vrede en liefde zullen huisvesten
in de harten der menschenvrede en liefde
in maatschappelijke en in vriendenkringen,
vrede en liefde in den engeren familiekring;
in de gezinnen, vrede ook in 't eigen hart.
Is dat het geval, dan is de zoo lang ver
beide vrede op aarde" in werkelijkheid
gekomen, want waarheid is het, wat de
dichter eens zong:
>Als de harten eens in rust zgn,
Volgt de vrede in Kerk en Staat,
>Zal de laatste vonk gebluscht zijn
>Van het vuur van twist en haat."
IJlt tiet Buitenland.
Men heeft weieens de meening genit, dat,
ofschoon do Engelsche regeoring don oorlog
met de Zuid-Afrikaansche Republieken heeft
gewild en daarmede nog altijd voortgaat, het
eigenlyko volk daar in 't geheel niet meê in
stemt. Dit is evenwel dezer dagen gansch anders
gebleken. Een ware vriend der Boeren, een
zuivere liboraal do heer Lloyd-George
had het plan opgevat, om te Birmingham een
politieke voordracht te houden, 't Opgekomen
publiek heeft er echter voor gezorgd, dat men
niet te weten is gekomen, welk onderwerp
door hem zou worden behandeld. De regee-
ringsgozindc dagbladen in Engeland verheugen
zich natuurlijk over dit feit. Een dier bladen
merkt op, dat men buiten 's lands nu duidelijk
kan bemerken, dat ook de klasse der werk
lieden in Engeland het ten volle mot de re-
gcoring eens is. Doch wanneer men verder
kennis neomt van het gebeurde te Birming-
ham, dan valt er waarlijk niet te roemen op
het aanhangsel der party, die de voortzetting
van den oorlog voorstaat. Op 't oogenblik, dat
de spreker met zjjno rede zou aanvangen, was
er eeD betooging, die de zaal met gebrul ver
vulde de man was niet te verstaan. Door
de ramen werd met steenen geworpen. Een
stormloop begon naar 't verhoogde gedeolte der
zaal, waar de spreker zich bevond en waar
ook de vorslaggevers gezeten waren. De politie
had zoer groote moeite, do aanvallende party
terug te drijven. In den uniform van een po-
litie-agent verkleed, wist de redenaar te ont
snappen en zyn leven te redden. De glas-
ruitei van 't vergaderlokaal werden verbrijzeld
do politie had ulle moeite de bestorming van
dat lokaal te beletten een inspecteur kreeg
een steen op het hoofd en viel bewusteloos
nocrgeneeskundige hulp moest voor ver
scheidene gewonden worden ingeroepenpi
stoolschoten werden uit de menigte gelost.
Men verzekert, dat er één doode is gevallen.
Dit alles had plaats alleen omdat een li
beraal zou mededeolen, op welk eene wjjzo,
naar zjjne meening, het herstel van den vrede
in Zuid-Afrika mogelyk was. En zoo iets ge
schiedde nu in het vrije Engeland
Nadat het gebeurde te Birmingham in wij
den kring bekendheid heeft verkregen, begint
i zich toch in Engeland te schamen over
zulk eon ruw en laaghartig bedrjjf, waarbij
i iemand belot zyn gevoelen openbaar to
makon. Het schandelijke optreden der leven
makers wordt vrjj algemeen afgekeurd. Men
verzekert zelfs, dat door minister Chamberlain
do houding der vergaderde menigte hoogst
onwaardig genoemd wordt. Dat kan dan ook
wel niet anders in een land, 't wolk zich altjjd
heeft kunnen beroemen, vrjjheid van vorga-
deron en vrjjhoid van spreken te huldigen.
Een der Engelsche nieuwsbladen voert te
dezer zake aan «Wjj zouden ons nog kunnen
voorstollon, dat men den spreker zou hebben
belet met zjjne rede voorttegaan, wanneer
hjj hot eon of ander had gezegd, waardoor
hij de aanwezigen had gekrenktmaar liet
is een heel zonderlinge opvatting van vryheid,
ala men alleen luisteren wil naar hetgeen men
zelfs meent jnist en waar te zjjo en don tegen
stander nist aan hot woord wil laten. Te
Birmingham heeft men het nog erger gemaakt
de spreker heeft geen woord kunnen zeggen.
De lovenmakers hebben hem elko gelegenheid
benomen, om iets in bet midden te brengen.
Do man is geëindigd met zijne redevoering to
dicteeren aan de verslaggevers der dagbladen,
terwjjl in de vergaderzaal het auditorium te
koer ging als een stormachtige zee. De vry
heid van spreken, door 'slands wetten ge
waarborgd, is daar wel wat erg bekrompen
opgevat".
Een Engelsche oorlogs-correspondent kwam
dezer voor de zooveelste maal het nieuwtje
aandragen, dat de oorlog in Zaid-AfrHca nu
weldra *uit" zal zyn. Hij verzekert, dat hot
zeggen van generaal Botha, dat hy nog wel
zes jarou kan doorvochten, niets is als bluf.
Langzaam maar zeker, zegt hy, worden de
Booron tot overgave gedwongen, en het einde
van den krjjg kan niet ver meer af zijn.
Goef oas dus voogt hy er aan toe ver
trouwde, vechtlustige aanvoerders, en de oorlog
zal weldra tot het verledene behooren.
't Blijkt gedurig, en telkens in sterkere
mate, dat Engeland zich door do wijze, waarop
het togen de Boeren en hunne weerlooze vrou
wen en kinderen te keer gaat, in groote mate
den haat in het buitenland heeft opgewekt.
De bloedverwantschap tnsschen de hoven te
Londen en te Berljjn hoeft totnogloo een goede
verstandhouding met Duitschland bevorderd,
doch op den duur zou daarin wellicht ook
verandering komen. Sedert den Fransch-
Duiuchcn oorlog van 1870/71 en het inpalmen
door Duitschland van de beide Fransche de-
partomonton Elzas en Lotharingen bestond er
steeds tusschen beide natiën een groote ver
koeling, niet ver verwijderd van aen vyandige
stemming. In Frankrijk klonk zelfs menigmaal
de kreet: ,Iïevanche!" Men wilde het gsbeurde
den Dnitschors betaald zetten, en de verloren
landstreken herwinnen. De tijd doet echter
veel, om onde veeten to doen vordwynen, om
toenadering te doen ontstaan, waar die aan-
koljjk scheen onmogelykte zijn. Indertyd werd
door do Fransche vloot deelgenomen aan oen
vloot-revue te Kiel; in China werden do
troepen der Europccsche mogendheden dus
ook die van Frankrijk onder de hevelen
geplaatst van den Duitschen veldmaarschalk
Graaf Waldersec, en bjj onderscheidene andore
gelegenheden bleek hot dut er eeno moor aan
gename verhonding begon te ontstaan zoowol
tusschen de beide volken als tusschen do re-
geeringon. Eon der Fransche staatslieden op
porde dezer dagen het denkbeeld, en beval
met veol nadruk de verwezenlyking daarvan
aan, om eene nauwe aaneensluiting mot
Dnitschland tot 9tand te brengen. Hy verze
kerde by de mededeeling hiervan, dat het
denkbeeld by verschillende hooggeplaatste per
sonen in groote mato instemming heeft ge
vonden, en daarom meent hij, dat eon verbond
met den Dnitschen nabuur volstrekt niet strjj-
dig zou zyn met Frankryk's oor en waardigheid.
Hy stelt zich voor, dat Frankryk, Rusland en
Duitschland eene staatkundige overeenkomst
zullen sluiten, tot verzekering van elkanders
belangen en ter bevordering, desnoods, van
een gezamoDlyk krachtig optreden tegen En
geland, dat mot het sluiten van zoodanig ver
bond maar heel weinig in zyn nopjes zou
wezen.
IIKU WNT IJ III ««KK.
HELDER, 24 December 1901.
De Secretaris der gemeente Helder
brengt ter kennis, dat de Secretarie (afd.
Burgerl. Stand) op den tweeden Kerstdag,
van des voormiddags 10 tot 11 uur, ge
legenheid zal worden gegeven tot het
doen van aangiften van geboorten en o-
verlgden.
Ter bevordering van een geregelde
bezorging van de bg de jaarwisseling ter
post komeude stukken wordt evenals
in vorige jaren de gelegenheid openge
steld om brieven, briefkaarten en gedrukte
stukken, welke men op 1 Januari e.k. aan
de geadresseerden wenscht te zien uitge
reikt, reeds van 23 December af ter post
te brengen.
Om die stukken van de overige te on
derscheiden, behooren over de geheele
lengte van het adres twee zich kruisende
streepen getrokken te zgn. Zij moeten
uiterlijk 31 December, te 12 uren 'smid
dags, ter plaatse van bestemming zjjn aan
gebracht.
Tram Egmond -Alkmaar—Bergen
Den 20 Dec. is voor notaris mr. A. P. H.
de Lange gepasseerd de akte van oprichting
der Naauilooze Vennootschap Stoomtram
wegmaatschappij Egmond-Alkmaar- Bergen,
waarvan op de outwerp-akte de Konink
lijke bewilliging is verleend bjj Koninkl.
besluit van 11 Dec. j.1 De zetel der ven
nootschap is gevestigd te Alkmaarhaar
doel is de aanleg van een tramweg van
Egmond naar Alkmaar en van Alkmaar
naar Bergen en de exploitatie van dien
tramweg, betzjj door de Vennootschap zelf,
hetzjj door anderen. Het maatschappelijk
kapitaal bedraagt f 120.000. Bjj de akte
van oprichting zjjn tot leden van het be
stuur benoemd de heeren C. Bosman, G.
Ripping en J. van Reenen te Alkmaar
en P. W. Schipper te Egmond aan Zee.
lu het maatschappelijk kapitaal is deel
genomen door de Provincie Noordholland
voor f 60,000, de gemeente Alkmaar voor
1 10.000, de gemeente Bergen voor f 20.000
en de heeren C. Bosman voor f 15.000,
J. van Reenen voor f 10.000, P. VV. Schip
per voor f 3000 en G. E. A. van Hall
voor f 2000.
Accijns op het gedistilleerd
Vrjj algemeen werd bij het afdeelings-
onderzoek in de Tweede Kamer van het
wetsontwerp, houdende nadere bepalingen
omtrent den accijns op het gedistilleerd,
er over geklaagd, dat het wetsontwerp
eerst is ingediend op een tjjdstip, waarop
de leden der Kamer met werkzaamheden
zijn overladen.
Ernstig betreurde men het dat inet de
ze aangelegenheid niet meer spoed is ge
maakt. Verscheidene leden betwijfelden het
of de voorgestelde maatregelen inderdaad
afdoende zijn om fraude te voorkomen.
Terwijl men zich met het repressief karak
ter van de voorgestelde maatregelen niet
algemeen kon vereenigen, hadden vele
leden bovendien nog andere bezwaren. Zoo
meende men dat de beperking van vervoer
van gedistilleerd zonder document tot een
hal ven liter veel belemmering in het vrije
verkeer tengevolge zou hebben en aanlei
ding zou geven tot benadeeling en schade
voor allerlei ngveren. Sommige leden wa
ren van oordeel, dat de thans voorgestel
de maatregelen van repressie geen doel
zouden treffen, omdat zij aan de ambte-
nareu met het visiteeren of bewaken be
last, geen voldoende bevoegdheid toeken
nen.
De Nederlandsche Vereeniging tot
bescherming van vogels verzoekt iedereen
vriendeljjk de vogels bjj dit ruwe weder
niet te vergeten en door eenig voedsel te
geven ze te helpen koude en honger te
trotseeren.
Hooge Raad.
Bjj Koninklijk Besluit van 21 Dec. 1901
is benoemd tot raadsheer in den Hoogen
Raad der Nederlanden, jhr. mr. W. H. de
Savornin Lobman, thans rechter in de ar-
rondissements-rechtbank te 's-Gravenhage.
(»St.-Ct".)
Op het drietal voor de vervulling
der predikants-vacature bg de Hersteld
Evangelisch Lutersche gemeente te Gorin-
chem, komt voor de heer C. Stadermann,
proponent.
Treinongeluk.
Zaterdagmiddag te ongeveer 5 uur heeft
in de onmiddellijke nabgheid van het station
Velsen een botsing plaats gehad tusschen
een goederen- en een goederentrein ten
gevolge waarvan de laatste derailleerde.
Persoonlijke ongelukken hadden, niettegen
staande de schok vrjj hevig was, niet
plaats. Het verkeer ondervond nogal ver
traging, doch de dienst kou op geen enkel
spoor worden voortgezet. Het oprui mi ngs-
work werd onmiddellijk door een sterke
ploeg werklieden uit Haarlem, onder leiding
van den heer H. Baron, adjunct-inspecteur
van den weg, aangevangen. De materieels
schade is vrjj aanzienlijk.
In een roothol aan de Spuistraat te
Amsterdam raakte een bezoeker een 5- tal
bankbiljetten kwjjt. Als verdacht van de
zen diefstaf is gearresteerd eene vrouw,
in wier woning, in de Reguliersdware-
straat. twee der bankjes teruggevonden
zjjn. Naar de drie andere wordt nog ge
zocht.
Een studenten-aardigheid
Aan het Oude Delft te Delft had, naar
het D b 1 d. bericht, dezer dagen een
vreemd feit plaats, dat ernstige_gevolgen
had kunnen hebben.
Een 6-tal studenten ontmoetten een
ond-collega, den heer P., thans ingenieur
aldaar. Hg werd aangegrepen en medege
nomen naar een kapper aan het Oude
Delft om hem aldaar te laten ontdoen van
hoofdhaar en baard. Twee studenten hiel
den hem vast, de andere dreigden met een
pistool en een was reeds bezig de lokken
af te knippen. De vader van den heer P.
was inmiddels gekomen en maakte met
behulp van den brigadier van de Rjjks-
veldwacht een einde aan het schandaal.
Tegen de studenten is proces-verbaal op
gemaakt. i f
De Oorlog in Zuid-Afrika.
Volgens een »Laffan"-telegram uit Pre
toria werd Kritzinger gewond, toen hjj
een zijner manschappen, dio dicht bg een
blokhuis gewond lag, wilde redden. Drie
maal poogde hjj hem mee te nemenbjj
de derde maal werd hg zelf getroffen.
Toen sleurde zjj hem het blokhuis binnen.
Twee andere Boeren, die ook den gewonde
trachtte te redden, werden eveneens gewond
en gevangen genomen. Volgens eeu »Reu-
t«r"-telegram werd Kritzinger gewond in
den arm en in het ljjf.
Volgens een Reuter"-telegram uit
Oudshoorn, in de Kaapkolonie, zgn daar
veertien Boeren veroordeeld, omdat zjj
geen kennis hadden gegeven van de tegen
woordigheid van de Boeren, of de levens
middelen, die zij bezaten, niet ingeleverd
hadden. Twaalf hunner kregen twee maao-
den gevangenisstraf en f 600 boete, twee
kregen zes maanden en, de een f 1200,
de auder f 2400 boete. Twee anderen, die
schuldig geacht werden aan het opnemen
vau de wapenen tegen Engeland, kregen
een jaar. Over een paar maanden zullen
de Boerenaanvoerders in de Kaapkolonie
dus een dozjjn nieuwe strijders hebben.
Volgens de »Daily Telegraph" zjjn er
onder de menschen, die te Johannesburg
wegens medeplichtigheid aau de zoogenaam
de samenzwering vervolgd worden, twee
predikanten.
Het transportschip >Dilwara" heeft veer
tig Boeren, die door een krjjgsruad tot
gevangenisstraf zjjn veroordeeld, te Gi
braltar aangebracht. Zg zgn daar in de
militaire gevangenis opgesloten. Wie zal er
daar het oog op houden, dat zjj behoorlnk
behandeld worden.
Uit een nader bericht over Kritzinger'e
gevangenneming volgt, dat zjjn commando
hoofdzakelijk bestond uit Kapenaars, en
dat ook Louis Wessels, Jacobus Wesseb
en Gordon Fraser tot de leiders behoorden
Het commando heeft zich doorgeslagen in
zuidwesteljjke richting.
ÏEITIIjLBTOU.
De doode Millionnair,
Neen, maar er is mjj veel aan gelegen
hem in kennis te brongen met graaf Ahlers.
Nadat Melanie de kamer weder verlaten
had, stak Koert een sigaar aan en ging bjj
den haard staan, met don rug naar het vuur.
Ja mompelde hjj, daar is hij juist de
man voor. Ahiors zoekt iemand, om hem naar
Amerika te vergezellen. Werling zal wel in
zjjn smaak vallen, en als ons dat gelukt,
houden Geiger en ik toch nog vierhonderd
duizend mark over, na aftrek van het bedrag,
dat wjj aan Werner moeten uitbetalen. Zon
hjj mjjn brief wel ontvangen hebben Ha,
daar wordt aangescheldAls het Werling is,
ben ik toch nieuwsgierig, of hjj mjjn voorstel
aanneemt. Doet hjj dat, dan weet ik, dat hjj
genoeg beeft van het hongerljjden, en dan
neemt hjj ook dien anderen naam aan.
Marten kwam binnen en zei, dat er een
heer was, die zjjn meestor wenschte tespreken.
Noemde de heer zjjn naam niot P
Jawel, mjjnheor Heinzen.
HOOFDSTUK VIII.
De tjjd in ,Do Kluis* verliep. Majoor
Hartmann's voet, die erger was dan men aan-
vankeljjk meeede, genas langzamerhand, zoo
dat hjj weer kon rondhinken.
Gerhard Heyl was alle dagen naar zjjn
toestand komen vragen, en steeds een wel
kome gast geweest.
Mevrouw Werling, Liesbeth's moeder, met
wie hjj bjj zjjn tweede bezoek kennis maakte,
had een diepen indruk op hem gemaakt.
Hare beminneljjkheid en daarbij de diop
treurige uitdrukking op haar nog altjjd schoon
gelaat deden hem eigenaardig aan. Majoor
Hartmann was oon man, met wien hjj het
heel goed kon vindon ODdanks diens zonder
linge manier van spreken, en Liesbeth met
haar vrooljjk humeur was de zonneschjjn in
het huis.
Zooals Gerhard Heyl ook wist, was mevrouw
Werling ljjdende; maar als zjj indruk gesprek
gewikkeld was, verminderde do zwaarmoedigo
trek op haar gelaat en nam zij met zekeren
humor deel aan het onderhond, totdat zjj plotse
ling weder in haar treurig zwjjgen verviel.
Op den dag, dat Heyl den brief ontving,
waarin James Walter hem kennis gaf van
zjjn aankomst te Berljjn, nam de jonkman
met bezwaard gemoed afscheid van Liesbeth.
Ik zie u misschien niet weder, juffrouw
Liesbeth, want olk oogenblik kan ik naar
Berljjn geroepen worden, sprak hjj.
O, is mjjnheer Walter gekomen Dat
spjjt mjj. En oom zal u zeker ook missen.
De jonkman nam hare hand in de zijno,
maar terwjjl hjj dio zacht drukte, waagde hjj
hot niot do woorden uit te spreken, die hom
op de lippen lagen. Hjj wilde haar vragen,
of zjj hem ook niot zou missen.
Hoe kort zjj elkaar ook kenden, toch was
zjj de eorste, wier beeltenis zich in zjjn hart
had gegrift, wier stem hjj telkens meonde te
booren, wier mooie oogen hem tot in zjjne
droomen vervolgden.
Gerhard Heyl beminde het schoone meisje,
en nu ging hjj haar verlaten en zou haar
misschien in vele maanden, misschien in vele
jaren niet wederzien, want hjj had de ver
plichting op zich genomen om James Walter
ook op groote reizen te vergezellen. En zjj
konden elkaar nog te kort om aan Liesbeth
of aan haar oom te bekennen dat hjj liefde
voor haar koesterde.
Het scheen hem toe, dat Liesbeth zjjn
zachten handdruk beantwoordde. Of vergiste
hjj zich
Wjj zullen u toch nog wel eens zien,
als ge weer hier komt, vroeg zjj.
Wanneer ik weer te Freienwalde kom,
zal mjjn eerste bezoek u gelden.
Vrooljjk gestemd was Heyl gekomen, in
ontevredon, gedrykto stemming verliet hjj
,Do Kluis*.
In gedachten verdiept voortgaande, kwam
hjj aan do plek, waar hij Liesbeth de oersto
maal had gezien, en kwam hem het geheele
voorval levendig voor den geest: dat schoone,
half lachende, half angstige gelaat, dio be
vallige gestalte, die trouwe bruine oogen, die
hem zoo sraeokond aankeken.
Ik bemin haar doch welke uitzichten
heb ik om haar eenmaal de mjjne te mogen
noemen? Wie ben ik? Een verkwister, dio
zjjn erfdeel heeft verspeeld en daarna in den
vreemde is gigaan, omdat thuis voor hom
hot gemeste kalf uiot werd geslacht. En nu
hen ik de secretaris van een man, omtrent
wien ik niets weet en die een govaarljjk
avonturier kan zyn I Mjjn vooruitzichten om
haar te bezitten zijn dus niet bemoedigend.
In zjjn woning aangekomen, vond Heyl een
telegram. Daarin lietjJames Walter hem weten
dat hjj hem over een,week verwaohtte in zyne
woning, in de Diergaardestraat no. 43,
Dus heb ik nog een week uitstel
eiken dag kan ik nog naar «De Kluis'gaan,
en misschien
Wat kon er in een week nog gebeuren
Kort nadat Gerhard Heyl was heengegaan,
kwam mevrouw Werling de kamer binnen en
vond daar den majoor allcon.
Reeds sinds verscheidene dagen had zjj ge-
wenscht iets met hom te bespreken dat haar
op het hart lag; zjj had daarmco echter ge
draald, omdat haar broeder ten gevolge van
zjjne kwotauur aan den voet zeer prikkelbaar
was.
Wol, Mario, sprak hjj, maar nu zeor
bedaard en in goed humeur, wat zie jo er weer
opgewonden uitIn de laatsto dagen ben je
zeker weer erg aan het kniezen geweest. En
je hobt me toch beloofd, dat je dapperzoudt
wezenter wille van Liesbeth.
Ik doe er mjjn best toe, maar ik kan
niet, antwoordde mevronw Werling met een
zucht. Volgens mjjne berekening moet Heinz nu
vrjj wezen.
Do majoor draaide zich om en koek zjjno
zuster ontsteld aan.
Het was toch zeven jaar
Ja dat is zooMaar je weet toch wel,
dat ik toen heb vernomen, dat hjj door goed
gedrag van elk jaar drie maanden afslag zou
kunnen krjjgen. Als dat zoo is, dan mooi hij
nu uit de gevangenis sjjn.
Jo kuat golijk hebben, antwoorddo haar
broeder, terwjjl bjj het voorhoofd fronste. Uit
de gevangenis een ontslagen tuchthuisboef!
O, liet is verschrikkelijk, verschrikkelijk
Maar bedenkt toch eene, hoe zwaar hjj
gestraft ia, hoo veeseljjk hjj voor ejjno schuld
heeft moeten booten. Als hy' weer in vrijheid
is, staat hjj zonder vrienden en zonder geld.
Zouden wjj niet eens daarnaar onderzookon
Is dat onzo plicht niet? Zou je hem helpen,
als jo kunt? Je kunt hem toch wel opsporen
En mag ik hem dan wederzien Ach
Richard, als je wist, wat ik Ijjdhoo ik dag
cn naoht er aan moet denken, dat hjj
mijn man, do vader van mjjn kind mis
schien in kommer en clleade rondzwerft, zonder
vrienden, terwjjl hij smacht naar een vriendelijk
woord van ons 1 Sta mjj tenminsto toe, dat
ik hom eon woord van vergiffenis cn van
hoop zend.
Do majoor schndde het hoofd.
Noen, Malie, dat gaat niet, dat kan
niot, dat mag niet! Hjj hoeft afstand gedaan
van allo rochten op jon en dit was het
eenige, wat hjj kon dom jou niet to laten
doelen in zyn schande. Wanneer wjj ons mot
hem gaan bemoeien, ala je hom wederziet,
wordt daardoor een band aangeknoopt, die
niot weder losgomaakt kan wordenTor-
wille van Liesbeth moot hjj dood voor je
wezen dood voor je
Schreiend stond mevrouw Werling op.
Misschien heb je wel gelijk, zoido zjj,
maar hot is mjjn dood. Den gantchen nacht
lig ik wakker en zie ik hoe hjj do armen
naar mjj uitstrekt, dan hoor ik, hoo hjj
mjj roept. O, hoe vreeselyk is datIk wist
toen der tjjd niet wat ik deed ik wist
niet wat het betcekendc, dat de deuren der
gevangunis voor hem zonden opengaan en ik,
zjjne vrouw, hem niet zou mogen opzoeken
om hem te troosten 1
Het kan nu eenmaal niet, zei de majoor
op vasten toon. Je zoudt
Wat zou ik vroeg zjj snel.
Je zoudt dan zjjn leven, zjjne verban
ning moeten deelen, on ovenals hjj voor
Liesboth dood moeton zjjn.
De ongelukkige vrouw slaakte een gil.
Mijn kind verlaten snikte zjj.Lies
beth nooit wederzien?
Er is geen andere keuzebedenk dus
wel, wat je doet. Als je hom gaat opzoeken,
ik ben cr van overtuigd, zal Lioibeth spoedig
van anderen du waarheid vernemen dan zal
men haar niet langer achtten als mjjn nicht
maar haar beschouwen als de dochter van
een tuchthuisboef! Wat heeft zjj van do toe
komst te verwachten? Wolk een fatsoenlijk
man zal baar dan tot vrouw willen nomon
Je hobt geljjk, snikte mevrouw Werling,
terwyl zy het gelaat met de handen bedekte.
Ik raag er met aandenken. Kon ik hem
maar eens zien, of wist ik maar, waar hjj is
--om hom in een paar regels te laten weten,
dat mijn hart hom nog toobohoort. Arme Heinz,
wat kan ik voor je doen
Niet langer in staat hare tranon te be
dwingen, stond zjj op en ging naar haro
kamer. Daar knielde zjj nedor en smeekte
God, dat Hij zich erbarmen en haar don weg
mocht wijzen om haar echtgenoot, die zjj nog
altjjd lief had, nog eenmaal to zien, vdór zij
kwam te sterven.
HOOFDSTUK IX.
N» een grondig ondoraoek word Werling.
veronuchuldiging door do politic n»„g.oom.n,
en liet men hom ,un mol do verm.ning, dot
hU in hot vervolg boter op ijjo tgd moe»
komen. Vnn zijo voornomen om nu, Anurik»
te gmtn h»d hu mot gMproken bö «ildo cent
noll nog oon. goed vgno pl.„„„„ overwegen.
"toek en neouwnchtig voriiet hij het burenn
vnn politieh(j gevoelde niob no weer roo
ternoergedrukt. AU gornngooe verkeerde hij
.lle.0 onder lotge.iootonde eorljjlte mon.chon,
dto in vryaoid leefden, zagen niets van hem
en zjjne schande, ihans bevond hjj zich echter
weer als vrjj man onder de menschen. Het
geheim van zijn waren toestand was alleen
bekend aan hem zclvon en aan de politie.
Eerst toen hij het bureau vau politio binnen-
trud, werd voor do eerste maai in hem wak-
kor, dat ondanks do ondergane straf zjjne
misdaad hem nog altjjd achtervolgde.
(Wordt vervolgd.)