KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor HelderTexel, Wlerlngen en Anna Paulownam No. 3061 Woensdag 18 Juni 1902. 30ste Jaargang. BureauSpoorstraat. Telefoonn0. 59. BureauSpoorstraat- Telefoonn*. 59. Abonnement p. Smaanden binnen de gemeente 50 Ct., m. Zondagabl. 87Y»Ct- id. franco per post 75 id. f 1.20. id. roor bet Buitenland f 1.25, id. f 2.00. Afzonderlijke nommers 2 Cent. VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder. Bureau Spoorstraat. wroozc leners en r ignmten woi Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS yó6r 10 uur aan het Bureau bezorgd zijn. Aavertenttfin Tan 1 tot 5 regels25 Cent. Klke regel meer5» 4 maal geplaatst, 1 maal gratis. Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Uit het Buitenland. Hst eindigen van den oorlog in Zuid-Afri- ka heeft sedert don aanvang dozer maand een heel anderen kijk gegeven op de gebeur tenissen van het buitenland. Werd gedurende den oorlog in verschillende landen van Eu ropa groote aandacht gewjjd aan 't geen in Zuid-Afrika voorviel, thans trekt de verhouding, die bjj 't herstel des vrodos tusschen de Boe ren en de Engelschen is ontstaan, maar weinig aandacht. Herhaaldelijk komt de ver- sekering vandaar, dat de vriendschappelijke gezindheid tusschen hen, die elkaar kort geledon nog met groote felheid bestreden, niets te wenschen laat. En zelfs in de Kaap kolonie, die tijdens don oorlog door de toe passing der krijgswet zooveel te Ijjden had, beijvert zich het Engelsche gouvernement, om den toestand al dadelijk dragelijker te maken, om de totnogtoe strenge, lastige be palingen, daar toegepast, zeer in 't belang der bevolking aanmerkelijk te verzachten. Tot voor een paar dagen gold o.a. in die kolonie het krjjgswet's voorschrift, dat win kels, magazijnen en kantoren slechts van 's morgens 9 tot 's namiddags 5 nnr mochten geopend zjjn. Hoe lastig en nadeelig zulks was voor noring- en zakendoende monscben. ja voor de bevolking in het algemeen, is licht te begrijpen, en met blijdschap is daar dan ook vernomen, dat do inrichtingen voor den handel en do winkels voortaan ook des avonds mogen geopend zjjn. Nog meer gunstige bepalingen z(jn te wachten, vooral wanneer bii do huldiging van Koning Eduard amnestie wordt verleend aan de bnrgers, die aan den Boeren-oorlog hebben deelgenomen, en wan neer ook in de kolonie eene goede verstand houding komt te ontstaan tusschen de Engel schen en de voormalige .rebellen'. De inhuldigings-feesten in Engeland nade ren. Zjj sullen daar geheel de volgende week in beslag nemen. Ze znllen beginnen met de feestelijke ontvangst der vreemde vorstelijke personen, der buitengowone gezantschappen en der eerste ministers van de koloniën. Aan feestelijke samenkomsten en gastmalen zal het wel niet ontbreken. Do eigenlijke feestdag is Donderdag 26 dezer, en op Zaterdag den 28 zal, te gelegenheid van 's Konings huldi ging, een vlootrevue te Portsmouth plaats hebben. Aan de vlootrevue znllen 122 Engel sche oorlogsschepen deelnemen, gerangschikt in 8 colonnes, waarvan enkele meer dan 5 kilometer lang zullen zjjn. Verder zullen nog een paar honderd koopvaardijvaartuigen te genwoordig zjjn, benevens 16 buitenlandsche oorlogsschepen. De Koning en do Koningin zullen zich inschepen aan boord van de .Vic toria and Albert*. Op het los*en van een schot, precies in het uur van middernacht, znllen alle lichten op de vloot inééns worden gedoofd. De aanstaande huldigingsfcesten goven don Engelschen koning gerecdo aanleiding, om zich goedgunstig te botuonen jegens de bewoners der voormalige republieken in Zuid-Afrika en de bewouers van Natal en Kaapkolonie, die aan den krjjg hebben deelgenomen. Men vermoedt, dat 's Konings gunstbetoon totaao- vuHing zal dienon van do openbaar gemaakte vredesvoorwaarden. Die voorwaarden acht men onvolledig, al was het alleen maar om het gemis van toezegging omtrent de z.g. re bellen, wier lot zich de Boeren hadden moeten aantrekken. Hoogst waarschijnlijk zal deze aangelegenheid wel bjj de aanstaande feeste lijke gelegenheid in het reine gebracht worden. Zoo is er nog meer gunstbetoon te verwachten, terwjjl het uitzicht verlovondigd wordt, dat door welwillendheid do goede ver standhouding nog aanmerkelijk zal winnen, 't Is te verwachten, dat nu weldra ook de mannen van het Roode Kruis, uitgemaakt hebbendo ecne Nederlandsche ambulance, die sedert maanden op het eiland Ceylon in krijgs gevangenschap verkeeren, huiswaarts zullen gaan. Een Nederlandsche geneesheer, dr. Ling- beek, te Pretoria, voorzitter van hel Roode Kruis aldaar, was onlangs door de Engelschen gevangen genomen, doch dezer dagen is het bericht in Europa aangekomen, dat hjj weer op vrije voelen is gesteld. Een ander bericht uit Zuid-Afrika meldt, dat Botha, de Weten De la Rey zich in den loop van Juli op reis naar Europa sullen begovon. Dat deze holden daar wel do noodige belangstelling en waar deering zullen ontmoeten, valt niet te betwjj folen. Meermalen werd door ons melding gemaakt van de ellende, die er vaak door misgewas en hongersnood in Rusland beerscht. Thans ook wordt uit sommige streken gemeld, dat de ellende er zeer groot is, In grooten getale stroomen werkloozen en hongerigen naar de nahjj gelegen steden, waar mon met die onwelkome bezoekers taraeljjk verlegen is. In lompen gekleed en zonder middel van be staan, brengen die ongelukkigen dag en nacht onder den blootcn hemel door, levende van aalmoezen. De Portugeesche regeering heeft dezer dagen tegen zulke bezoeken een krassen, afdoenden maatregel genomen. Ook daar te lande heeft men te klagen over t&lrjjke ben den landloopers en bedelaars. In do sleden en aanzienlijke dorpen ondervindt men daarvan grooten last. De regeeriog is daardoor genoopt, het besluit te nemen, om al die armetobbera aan boord van een groot stoomschip to bren gen, teneinde ze naar de Portugeesche koloniën in Afrika overtebrengen. Gamssntsraad van Helder. Zitting van Vrijdag 13 Juni 1902. Voorzitter de heer Van Stejjn, Burgemeester. Tegenwoordig 18 leden afwezig de beeren Sovonhuijsen, Terra en Viejou. Ruim ü1/» uur opent de Voorzitter de ver gadering, die tocen 81/j uur was uitgeschreven, en deelt mede, dat bjj op verzoek der hoeren Van Breda, Dito, Sovenhujjsen, Zander Kui per, Van Twisk en de Veu een spoodeischende vergadering beeft uitgeschreven ter behande ling van het voorstel der heeren Breda c. s., behelzende het doen van een oproeping voor een directenr van de gasfabriek, en stelt on- middcljjk dit punt aan de orde. (In ds zitting van Dinsdag 1.1. slaaktan hierover do stemmen). Do beer Van Breda het woord verkrijgende, zegt, dat hjj in overleg met de andere onder teekenaars besloten heeft do behandeling van het voorstel uit te stellen tot de volgende vergadering. De Voorzitter constateert, dat de reden tot het houden dezer zitting alsdan is vervallen en doet de rondvraag. Niemand iets in het midden hebbende te brengen, wordt de vergadering gesloten. (Gelach zoowel in de raadzaal als op de tribune). AIEUWM riJUISUE.V HELDER, 17 Juni 1902. Werkstaking te Enschedé. Met 697 tegen 422 stemmen is door de stakende werklieden der firma Van Heek en Co. besloten weder aau het werk te gaan, tegen 't nieuw ingevoerde loontarief. Gisteren en heden zouden alle fabrieken der firma weder geopend worden, behalve voor hen die hunne machines bezet vonden, doch ook deze zullen zoo spoedig mogeljjk geholpen worden. Men meldt uit Dokkum: Herhaaldelijk waren er bjj de politie klachten ingekomen omtrent den 18jarigen by zjjn vader inwonenden Jan B.belee- digingen van den vader, zuster, bedreigin gen met moord en brandstichting Vrydmg verwondde hjj met een mes zjjue zuster, zoo ernstig, dat er geneeskundige hulp moest worden ingeroepen. De inspecteur van politie ging zich iuformeeren, maar ontmoette by den verdachte Jan, een tellen tegenstand, met bedreigingen enz. Hjj had zich op een hooizolder terugge trokken, was voor de omgeving gevaarlyk en moest in arrest genomen worden, In- tusschen bleef iedere poging vergeefsch, meerdere politiedienaars en een drietal marechaussees werden gerequireerd en toen eindeljjk de zolderbuitendoor gefor meerd wa3, wierp B. allerlei voorwerpen naar beneden en dreigde met hooivorken, leppen en schoppen. Van beneden af was hjj niet zonder ernstig gevaar te naderen. Bedreigingen met revolvers, karabjjnen, niets baatte om den woesteling tot bedaren te brengen. Op den zolder van een buurman werd nu door de politie een houten schot, dat de scheiding uitmaakte, doorgezaagd door de toen ontstane opening stak B. het eerst naar den op de knieën hggendon politie dienaar, sprong toen met den hooidrager (een groote drietand) op den inspecteur toe die gelukkig uitweek. Toen B. ten tweeden male met den vork op den in specteur toesprong, loete deze zijn revol ver. Getroffen in den buik viel B. neer, is gewond nog naar het politie-bureau verroerd en daar een uur later overleden. Buitenlandsche berichten. Martinique. In de Staatscourant is opgenomen het rapport van den commandant van Hr. Me. pantserschip Koningin Regentes* betreffende zjjn reis naar Martinique. Wjj ontleenon er hot volgende aan Voor de noodljjdeDdon waren ingescheept: 209 vaten tarwemeel, 50 zakken rijst, 12 kisten tabak. 40 vaten be«chuit, 3 balen katoengoed, 50 vaten zont, 48 zakken boonen, 8 vaten erwten, 108 dozjjn stroohoedon, 18 zakken koffie. In den morgen van 19 Mei word geankerd ter reede van Fort de France, alwaar aan wezig waren do Fransche kruiser «Sachet», commandant capitaine de frégate lo Bris, de Amerikaanscho kruiser «Cincinnati*, onder commander Mac Leun en de Engelsche kruiser Indefatigable*, commandant kapitein ter zoo Cbampbell. De plichtpleging van complimen- tceron en de beantwoording daarvan had op de gewone wjjze plaats Wjjl mij bleek dat na de ontscheping der medegebrachte goederen de aanwezigheid van Hr. Ms. (Koningin Regentes* niet langer noodig was, zoo meende ik in deze omstan digheden m|jn verbljjf ter roedo niet te mogen rekken en besloot daarom 21 Mei te zullen vertrekken In den vroegen morgen van 20 Mei, tegen 5 uren, werden teekencn eener verhoogde werking van den berg Peloe waargenomen. Dikko zwarte rookwolken stegen boven den krater op en dreven af naar Fort de France door de opkomendo zon als in vuurgloed gehuld deden zij en de rogen van kleine steentjes, dio ongeveer een half uur aanhield, oen gedeeltelijke paniek aan den wal ontstaan. Ik liet stoom opkomen, de brandbluschmid- delen klaar leggen ec alles gereed maken om zoo noodig dadclyk zee te kunnen kiezen. Tegen acht uur had alles weder een ge ruststellend aanzien gekregen, zoodat met pa- ra da het Fransche gouvernement gesalueerd werd met 21 schoten, welk saluut men dade lijk beantwoordde Wjjl de Gouverneur beleefdelijk bedankte voor meerdere assistentie, zoo deelde ik hem op sjjne vraag daaromtrent mede, in den avond te sullen vertrekken na terugkeer van een bezoek aan St. Pierre met de Potomac, waartoe de commandant der «Cincinnati* mjj had uitgenoodigd, onder bijvoeging dat ik mijne officieren kon medebrengen. Omtrent de vulkanische uitbarstingen welke Martinique teisterde en nog bedreigt kan ik het volgende berichten Reeds eenigen t(jd vódr do catastrophe van St. Pierre had do berg Pelce teekeoen ge geven van werking door zwarte rookwolken, die nit den krater opstegen, het braken van modder en het rommelend on donderend ge luid van ontploffingen, zoodat er een groote mate van ongerustheid onder de bevolking van St. Pierre begon to heerachen. De gouverneur van Martinique benoemde eene commissie om den aard der vulkanische werking van do Pelée te beitudoeren on, wetende dat het eind-rapport dier commissie bevredigend luidde, begaf hjj zich 7 Mei tot geruststelling der inwmera naar Sc Piorre, werd tot meerder bowjjs dal er geen reden tot angst bestond, door zjjoe echtgenoot" vergezeld. In den avond van dien dag werd het rapport der commissie bekend dat de vnlkanische ui< barsting oen normaal verloop had, dat de uitge braakte stoffen zich concentreerdon tot de vallei eener benoorden St Pierre gelegen rivier en dat voor deze stad geen gevaar te dnohton was. Den volgenden morgen gaf de natuur aan de wetenschap het ontzettend dé menti, door die stad van nagenoeg 30,000 ta' woners, binnen een uur tjjds te verdelgen met alle daarin levende zielen. Niemand bleef over die eenig bericht kon geven omtrent do toedracht der verwoesting; de gouverneur, do commissie, alle ambtenaren, de geestelijkheid, de giheple bevolking waren verdwenen onder de modder van den vulkaan en de puinhoopen der uiikvergerukte huizen. Slechts conjecturen waren te maken uit de medodeelingen van enkele gereddo opvaren den der zich ter reede bevindende vaartuigen, die alle ten gronde gingen, met uitzondering van den Engelschon stoim*r Roddam, welks gezagvoerder den ankerketting liet slippen en met behulp van den eerste-machinist en eenlge stokers St. Lucia kon bereiken. Een dertigtal schepelingen sjjner bemanning, die aan wal waren, kwamen om, een elftal aan boord overloed tengevolge der bekomen brandwonden. Hetgeen ter reede ondervonden werd moet zjjn geweest als de uitwerking /an een bout por- tant geloit wordend los schot uit geschut van monsterachtige afmeting,.De enorme luchtdruk wierp de va«rtoigen over zjj, deod de masten afknappen, terwjjl de onmiddellijk volgende vuurmassa alles in brand zette. Alle zeil- vaartuigen waren dadeljjk wrakken het En gelsche kabelschip Grappler sonk en de Ri- raima, een groote stoomer der Quebeclioe, werd ongeveer 40 gradon over zjj goworpen en stond dadeljjk voor en achter in brand. De stuurman van deze boot werd gered; hjj viel van dek naar beqedcn, waarna een aantal schepelingen op nejn terechtkwamen, zoodat hjj beschut werd tegen brandwonden. Na oenizen tjjd kon hjj zich losworken en naar boven gaan, om" later door de Suchet van het brandende schip te worden gered. De Roraima bleef n>g eenigc dagen branden en verdween toen ook. Aan den wal verkreeg mon den indruk, alsof de verwoesting het gevolg was van de gecombineerde werking van vour en van eeo cyclonische luchtbeweging. Alle hnizen waren verniold en slechts de stevige gedeelten der muren bleven staan. Do lijken waren voor 't meerendeel zwart gebrand un or herkenbaar, zoodat noch de oorspronkelijke huidkl-ur, noch het geslacht was te constateeren. Door de Suchet, bjjgcstaan door het Deensche oorloge •chip Valkyrie, werden Aal van vluchtelingon uit den omtrek van St. Pieïre naart Fort de Franco overgevoerd, terwjjl van uit deze plaats detachementen werden gezonden om te trachten te redden wat te te red.len was on do ljjken te verwjjderon door bograven of be gieten met petroleum en daarna verbranden. Tegen 11 uren van 21 Mei begaf ik mjj met alle beschikbare officieren aan boord dor «Potomac, dio bereids de Amerikaanscho reporters en geleerden der Dinie had geëm barkeerd. Het scheepjs stoomde naar St. Pierre en maakte vast op een der dicht bjj het strand gelegen boeien, waarna onder lei ding van don commandant der «Cinctanatie*, Mac Lean, 'alle passagiers aan wal werden gezet. De Potomac zou de Pelee, waaruit dikke wolken opstegen, bljjven observeeren en met de stoomfluit sein geven als onmiddel lijke terugkeer naar boord noodig was. De hoer Mac Lean zeide mjj, dat de uit barsting, waarvan wjj in den morgen van 20 Mei getuigen waren geweest, alles verbazend bad veranderd. Hot noordcljjk gedeelte der stad was thans geheel onder modder bedolven en men zag Diets dan de gladde bedding eener droge rivier. Aan het strand zag men als het ware een verticale doorsnede dior bedding, waarin do muren der huizen te herkennon w.iron. In hot Zuidcljjk gedeelte der stad waren de straten en de ruimten tusschen de staande gebleven muren nog meer opgovull met modder en asch Alles gaf een tooneel te zien van onbe schrijfelijke verwoesting, terwjjl op vele plaat sen opstijgende rookwolken aanduidden, dat hot daaronder nog brandde. Zware boomen waren met wortel en al nit den grond gerukt en plat ter neder geworpen. Hier eu daar zag men jjseren hekken, tralie werk voor vensters, jjseren ledikanten gebogen en verwrongen. Enkele zwarte voorwerpen, uit de grijzige witte modder afstekend, bleken te behooren aan ljjken van menschen en dieren. De ge- beele plaats der omgeving bad een grjjachtig witte kleur en overal rook mon do lucht van smeulende ascn en op sommige punten die van in ontbind! g verkeerende lichamen. Dicht bjj het strand gekomen zag ik even benoorden de raodderbeddiug, die het bovengedeelte der stad bedolf, plotseling een aantal rookkolom men opstjjgen, terwjjl van den krater rook wolken naar benedon roldon. Ik begaf mjj in de richting van de aanlegplaats der sloepen, waarna weldr* de stoomfiuitsigaalen der «Potomac» gehoord werden on iedereen zich terughaastte naar de landingsplaat*. De doekundige, professor Russell, gaf als sjjne meening te kenooa, dat hot ontbreken van lava bjj den door den volkaan uitge braakte stoffen er op wees, dat het proces niet ten einde was en dat do Peloc, zoolang do lava niet was verwjjdord, een voortdu rende bodreiging voor Martinique bleef. Hetgeen de enorme ramp die Martinique trof en waarvan do geschiedenis geen tweede voorbeeld kan aanwijzen, oen zeer eigenaardig karakter geeft, is do geringe nasleep van directe ellendo als gevolg der catastrophe. Iedereen is dood en door ds tweede uitbarsting heeft de natuur zelf zorg gedragoo voor het begraven en hot voor de lovenden onschadelijk msken der doodon. Wolk een schok handel en welvaart onder vonden hebben, zal eerst na eenigen tjjd kunnen bljjken. To 5 uur kwamen wjj ter roedo terug, waarna te 6 uur het anker gelicht en de terugreis naar Curat-ao aanvaard werd, gedu rende welke het weder over het algemeen druilerig en regenachtig was. Een geredde. Tot de enkele geredden in Saint-Pierre op Martinique behoort een neger, die zjjn behoud aan zjjn slechtheid te danken had. j zat wegens misdryt in de gevangenis en gedroeg zich daar zoo woest dat hg in een ouderaardsche cel werd opgesloten. Daar hoorde hg met ontzetting boven zich de verwoesting der geheele stad en van byna al hare inwoners. Zyn cel bleef ge spaard, ofschoon de vreeselyke hitte daarin doordrong. Hg wist de traliën los te rak ken en kwam toen in een andere cel, waar uit echter de heete asch hem naar zyn vorig verblyf terugdreef. Eerst 4 dagen later hoorden de reddingsmanschappen zyn geroep om hulp en bevrydden hem, nog levend en niet ernstig gewond. - De werkstaking in de Amerikaanscho kolenmijnen neemt met den dag een ern stiger karakter aan. Donderdagmorgen drong een troep gewapende stakers Lehigh Valley binnen en schoot op de verdedigers der mynen. Er vielen eenige gewonden, van wie een op het uiterste ligt. Stakers en mijneigenaars worden steeds meer verbitterd en er is nog volstrekt geen uitsicht op een oplossing. Een millioen verduisterd. Aan de „Banque de France" werden, eveaals aan andere bankinstellingen leenin gen gesloten of voorschotten verstrekt op onderpand van effecten of andeie gelds waardige papieren Deze tak van dienst was vrg uitgebreid, by verschafte werk aan tal van beambten en een van dezen was uitsluitend belast met het rangschikken en verzegelen van de in onderpand gegeven stukken. Deze beambte heeft in de loop der jaren kans gezien om voor een bedrag van een millioen te verduisteren. Hg nam enkele' van de hem toevertrouwde stokken en liet die door vrienden beleenen bjj de bank Geruimen tjjd ging dit goed, maar eindeljjk werd bemerkt aai sommige stukken twee malen in de boeken stonden genoteerd. Toen begreep de beambte dat het tjjd werd te verdwijnen; hjj meldde zich ziek, ver trok met vrouw en kinderen naar een bloedverwant en was toen het bedrog ontdekt en ter kennis van de justitie was gebracht verdwenen, zonder adres achter te laten. By manoeuvres buiten de haven van Kiel zgn de oorlogsschepen Kurfflst Frie- drich Wilhelm en Weiasenburg op elkander ingevaren. Het eerste schip werd aan bak boordzij geraakt en kreeg in de eerste aideeling een lekvan ae Weissenburg is de ram verbogen. Uit Zuid-Afrika. De winter, dien de Boeren nn niet meer zonder dak en dikwjjls zonder behoorljjk dek en kleeren te velde door te komen hebben, schijnt bar te zgn in Zuid-Afrik*. Reuter seint uit Middelburg in de Kaap kolonie, dd. 11 dezer»Voor het eerst sedert zestien jaar ligt de stad diep onder de sneeuw. De spoorwegen zgn versperd en vele telegraaflijnen liggen tegen den grond. Nog iets uit de berichten over de over gaaf Den lOen kwamen 782 Boeren zich ta Boschrand aan generaal Elliot onderwer pen. Generaal de Wet sprak hun eerst toe. Hg spoorde hen aan, zich rustig houden nu alles gedaan was, en sprak de hoop uit dat zjj trouw zouden bljjven aan bon nieuwe regeering. De Boeren deden het overvloedige maal dat de overheid voor hen gereed gezet had, eer aan. Zjj brachten slechts weinig ama- nitie mee, zeggende dat zjj bjjna alle patronen opgemaakt hadden op de jacht, sedert de vrede gesloten was. Met de Boeren kwamen een aantal vrouwen mede, ook hadden zjj eenige dozjjnen Kaapsche karren. Hun paarden zagen er goed uit. Nadat passen en rantsoeneu waren uit- geleeld. sprak generaal Elliot de bnrgers toe. Nu de oorlog uit was, zeide hjj, bad Lord Kitchener hem gezouden om aan de burgers meê te deelen had onverwjjld schik kingen getroffen zouden worden voor het terugbrengen van de burgers naar bun hoeven. Zjj konden met non pas gaan waarheen zy wilden, de Engelsche officieren op alle stations hadden in last, hen vrg door te laten. Hg gaf hun den raad, zich niet al te zeer te haasten met het mee nemen van hnn gezinnen nit de kampen, maar liever te wachten totdat zjj de zeker heid hadden, hun familie te kunnen on derhonden op hun hoeve. De regeering zou haar best doen, hen te helpen, want de eenige wensch van den Koning, de regeering en het Britsche volk was, ds burgers zoo spoedig mogeljjk weer op hun hoeven te zien en te weten dat zjj tevreden waren. De Koning had een telegram ge zonden om gelnk te wenschen met de dapperheid in den oorlogZoodra de garnizoenen van de verafgelegen posten teruggetrokken waren, voegde Elliot er bjj, zouden er vervoermiddelen beschikbaar zyn voor de Boerengezinnenmidderwjjl konden zjj tiendaagscbe rantsoenen krjjgen in de kampen. Nadat de burgers, volgens het verhaal van den correspondent, braaf gejuicht hadden, stegen zjj op, om Kroonstad binnen té rjjden. (»N. Rott. Ct") FEUILLETON. 7) Met oen weemoedige zucht legdejde Malei- scho 't versiersel neer, dat het lieve voedster kind had gedragen, toen het aan hare zorgen werd toevertrouwd. •Och', zuchtte de baboe; «nu rust dat lieve engeltje voor alljjd op den bodem der wjide zee. Zjj was da eenige passagieres aan boord van de «Goldfly', had zeer weinig afleiding, en ook daardoor kwam het dat zjj telkens op nienw aan 't verongelukte meisje dacht, dat zjj niet had kunnen redden. HOOFDSTUK IV. ALVIHORO, DB 7.KKROOVKR. De stoomvaart bad nog nietjdie vlocht ge nomen als in onze dagen. Ofschoon de zeil vaart nog onbeperkt voor 't voornaamste middel van vervoer ter zee was en de zeckasteelen, met booge tuigage en groote witte zeilen op alle zeeën en aan alle knsten werden gezien, begon toch van lieverlodo in de beschaafde •treken de atoom ook in scheepvaart een ommekeer ta bewerken. Het kanaal door de landengte van Snës behoorde nog de grootsche onuitgevoerde plan nen en zoo werden de tochten naar Indië maar hoogst zeldzaam door vaartuigen met stoom vermogen ondernomen. De Indische Archipel, met zjjn duizenden grootere sa kleinere eilanden, was in het be gin der negentiende eeuw en zelfs in het midden dier eeuw nog een waar broeinest van zeerooverjj. Waar ter wereld konden do priateD ook mot gunstiger gevolg hun afschuweljjk bedrjjf uitoefenen Overal tusschen de eilanden, die met welig groen dicht begroeid waren waar men bjjna ovoral hooge struiken en dichte boeschaadjee vond, was bet schier ondoenljjk de butrale zei-schuimers le vervolgen. Hadden zjj eenmaal het land bereikt, dan kon de vervolger hoogstens eenige prauwen vernietigen, ellendige hutten verbranden en verder sommige voorwerpen van weinig waarde vernielen, doch daar bleef dan ook gewoonljjk de tuchtiging bjj. Aan wal kreeg men geen der bandieten in handen en op zee viel dit gewoonljjk ook niet zoo heel gemakkeljjk. Toch was het of er een wedstrjjd geopend was tusschen do oorlogsbodems der verschil lende zeevarende natiën, om aan de plaag dier zeeën en het belaog van den koophandel en tot veiligheid van duizenden menschen een einde te maken. Vooral do oorlogsschepen van Engeland en Nederland kruisten onafgebroken door den Indischen Archipel ror.d, om de zeeschuimers te bekampen. Naarmate de atoom moer in toepassing kwam en de beweging der oorlogsvaartuigen zooveel bespoedigde eu vergemakkeljjkte, slaagde men er in beter de zeeroverjj te beteugelen. Dat daarmede vele jaren zonden gemoeid zjjn is licht te bcgrjjpen. Nog laog duurde bet eer do zeerovers in ruim zee geen schip meer durfden aanklampen. Ofschoon men thans, zelfs in die streken niet meer verneemt, dat de zeevaarders door de diefachtige, listige bewoners der meeste eilanden uit den Archipel worden aangerand, is een schip dat het ongelnk heeft er op de kust te stranden, toch gewoonljjk niet te best aan toe. In de dagen echter, toen baboe Trinette aan boord van de •Goldfly* do reis naar Yoko- hama medemaakte, zwierven nog enkele roof schepen in de Indische wateren rund. Nu eens traden do zeeschuimers driest op, dan weer wisten zjj huune slachtoffers door list to verschalken. Velen van dio zeeschuimers dreven ook haodel en bezochten meermalen de havens en reeën van Engelsch- en Noderlandsch Indië. Van alls vereisebte documenten voorzien, deden zjj zich dan als gewone koopvaarders voor. Echter hadden zjj geen ander doel mot hot bozoekon der havens, dan om hoog*e eo breedte te Domen van .de lading, die audere schepen aan boord namon en de plaats van bestom- miüg to vernemon. Mee*lal vertrokken de roofschepen eenige uren na het vaartuig dat zjj wenschte aan te klampen. Dit geschiedde meestal tegen den avond. Mon had dan don geheelen nacht voor zich om van koers te veranderen en een heenkomen te zoeken. Zulke roofschepen waren in den regel snelle zeilers. Zjj verwisselden even dikwjjls van naam als van vlag en niet zelden ook van kleur, dewjjl de achepen, om door beroofde koopvaarders niet herkend to worden, nn eens groen, dan weer zwart, geel of wit ge verfd waren. Meestal gingen de zeerovers met groote wreedheid te werk. Zelden lieten zjj de zee lieden het leven en zoo dit eens een enkelen maal geschiedde, werdloerst hot berooide schip reddeloos gemaakt, opdat aan een vervolging der kapers nooit gedacht soa kunnen worden. Een der stoutste ca tevens listigs* soe. roovers was de Arabier Alflaoro. Hjj had sjjne schuilplaats op eeo der meest ontoegankelijke eilanden van de Seeloegroep. Zjjn roofg. bied strekte zich echter over vele honderden mjjlon uit. Zelfs schroomde hjj niet om zjjne rooftoch ten tol aan de Ja panache zee en straat Tonica nit te «trekken; Langer dan twintig jaren oefende hjj zjjn schanduljjk bedrjjf nit en was lang do schrik van allo zeevarenden, die den Indiachon Archi pel doorkruisten. Bjjna onafgebroken werd er jacht gemaakt op den stouts ten kaper, die een buitengewoon snelle brik bevoer. Werd hjj in sdlt* gevolgd, dan liet de roover vier lange prauwen, die op het dek stonden vastgesjord, over boord zetten, elk met tien roeiers bemannen en dan de brik voortboeg- socren, soodat men gcmakkoljjk aan eiken vervolger ontkwam. Als er een brieaje woei of dat een halve storm woedde, dan kostte 't geringe moeite om aan 't snelste zeilschip te ontsnappen. De zeeroover had nog geen vaartuig aan getroffen dal in snelhoid tegen zjjn brik kon opwegen. Een enkele maal, dat, Alflnorooen stoomschip gewaar werd, zocht hjj doorgasnz reeds in tjjds een goed heenkomen, zoodra men maar rook aan den gezichteinder ont dekte. Waa door atilto niet aan ontsoappen te denken, dan werd aan het'actrip en de tuigage zulk een onschuldig niterljjk gegeven, dat niemand er den zeeroover in zou herkennen. Zelfs de prauwen aan dek konden in liet ruim worden weggeborgen en onder balen loover on boombladeren, die lading moesten verbeelden, met de wapenen worden verstopt. Ook was er eene schuilplaats onder het laadruim, waar zich eeo veertigtal van de vjjltig man sterke equipage ken verschuilen. 't Geboorde nn en dan dat een oorlogsschip een gewapende tloep naar de brik afzond om eeo onderzoek in te zicllen. Alles wat niet raadzaam was gezien te worden werd dan in tjjds weggemoffeld. Zoo gebeurde 't dat bjj ieder onderzoek allee in orde word bevonden en schip en lading in overeenstemming bleken te zjjn met de papieren door Alfinoro vertoond. De «Goldfly* had gocne onvoorspoedige reis en naderde reedt do Japansche zeo. Op een namiddag dat de eerste stuurman do wacht aau dok had, rapporteerde deze een brik ia het gezicht een paar streken te loever achteruit. De kapitein kwam aan dek met zjjn Terre- kjjker en richtte deze op het aangewezen poot. «Dat is een vlngge zeiler naar 't schjjnt', sprak de kapitein en reikte den stuurman zjjn kjjker over. Ook deze begon nn in de aan gewezen richliog te turon waar 't schip zich bevond. «Ja, die schuit zeilt goed, kapitein,* her nam do stuurman maar als ik wel zie, heeft zjj er ook heel wat doek op. «Ik geloof dat de brik de bjjseil voert aan beide sjjden'. •Laat er bjj ons ook alle lappen opzetten,* gebood de kapitein. ,U wil toch niet probeereo wie 't beet zeilt,?' vroeg de stuurman. De kapitein trok hem een weinig ter sjjdo en flnisterde: «Ik eU 't takel niet erg; die echnit ziet er precies nit als een zeekaper.' ,Wat kapitein, zou o denken dat ,Ja*, knikte de gezagvoerder en daarom maar alle lappen er bjj en als de brik ons dan nog oploopt, dan onder de hand ook onze wapens maar eens op de proppen gehaald; wjj zullen ons maar niet zoo goedschiks aan soo'a zeeschuimer overgeven.' •Maar kapitein, 't soa toch van soo'a vage bond wel wat al te brutral zjjn ons in deze wateren aan te randen.* Dat volkje is er volstrekt niot te goed voor. Kapitein Johson, een goede kennis van mjj, is de vorigo reis maar ter nauwernood aan een aanvat omkomen. De roover, een snelle schoener, wilde h-m reeds enteren, toen men de rook van een oorlogstoomcr ge waar werd. De kaper braste vol en zocht een goed heenkomen. Kapitein Johson rapporteerde een paar aren later zjjn# ontmoeting aan het stoomschip en wanneer do nacht niet te apoedig ware in gevallen, zou do bandiet «lollig gesnapt zjjn geworden. Die dnivelsehe schurken leggen bet er bljjkbaar op toe om je jnist tegen den avond aan te klampen. #Natuurljjk, stuurman, de schurken hebben dan de moeste kans om te slagen en ingeval de onderneming niet gelukt te ontsnappen.' Inmiddels had de stuurman sjjne bevelen aan den bootsman gegeven en weinige minu ten later stonden de ljjseila bjj en deden de swaargeladen Goldfly iets sneller vooruit komen. Toch was het reeds duideljjk, zelfs met het bloote oog op te merken dat het vreemde «chip meer vorderde en hand over hand won op den Engelschman. De gosagvoerder liep eenigazins angstig op de campagne van de •Goldfly' heen en weer, nn en dan het vreemde eehip met zjjn verre- kjjker monsterende. De bramseilskoelte van een nnr geleden waa alleogs verminderd tot een flauw koeltje, dat de bovenbramzeilen nanweljjks meer bol deed staan, terwjjl onderteilea nn en dan reeds tegen het blind vielen. (fftr* vereend).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1902 | | pagina 1