KLEINE COURANT
'i Vliegend Blaadje
voor Helder, Texel, WIerIngen en Anna Paulowna.
Nieuwjaarsgroet.
No. 3115
Woensdag 24 December 1902.
30ste Jaargang.
BureauSpoortfraat.
Teiefoonn". 59.
BureauSpoorstraat.
Telefoonn*. 59.
Abonnement
p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ci., m. Zondagsbl. 87Y»Ct.
id. franco per post 75 id. f 1.20.
id. buitenland bjj vooruitbetaling f 1.25, id. f2.00.
Afzonderlijke nummers 2 Cent.
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgeven: BERKHOUT Co., te Helder.
BurMu i Spoorstraat
Advertentien
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5
4 maal geplaatst, 1 maal gratis.
Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend
Artvertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMOHGENS vóór 10 uur aan het Bureau bezorgd zijn.
Wegens de a.s. Kerstdagen
zal nns no. van Vrijdag
26 DflC. worden uitgegeven op Zatee*.
dag 27 Oec. en zal het no. van Dinsdag
30 Dec. met het oog op den Nieuwjaars
dag worden uitgegeven op Woensdag
SI Oec.
Onze lezers, die met 1 lanuari a.s
aan Familie, Vrienden of Begunstigurs in
onze Courant een WELKOMSTGROET
willen richten, worden beleefd uitgenoodigd
hunne opgaven aan ons Bureau SPOOR
STRAAT tijdig in te zenden.
DE UITGEVERS.
Aan onze abonné's bniteu de
gemeente wordt beleefd ver
zocht 't verschuldigde abonne
mentsgeld Vliegend Blaadje en Zondags
blad, 4e kwartaal 1902, te willen over
maken per Postwissel of in postzegels
VÓÓP 5 Januari, zullende anders daar
over met 5 cents verhooging per post
worden beschikt.
Postwissels voor dat doel behoeven
slechts met een zegel van 21/* Ct. beplakt
te worden.
Aan onze abonnó's in
Amerika wordt beleofd ver
zocht 't verschuldigde abon
nementsgeld te willen overmaken.
DE UITGEVERS
KERSTFEEST.
Eer de doodsklok begint te kleppen tot
afscheid van het wegstervend jaar, luiden
de kerkklokken het geboortefeest in van den
Stichter des Chiistendoms, en allen, die zich
in het bezit van een vriendelijk tehuis mogen
verbeugen, scharen zicli bjjeen om liet groote
feit der wereldgeschiedenis feestelijk te lier-
denken. Het immer boeiend geschiedverhaal
wordt dan in herinnering gebracht, en over
vloedige aanleiding wordt gevonden lol erken
telijkheid voor al het goede, der menschcn-
wereld ten deel gevallen door de openbaring
en do verspreiding der onvolprezen liofdeleer,
die de menschen er op wjjst, dat zij broeders
en zusters zyn, geroepen om elkaar liefde te
wijden. Sinds deze leer op aarde werd ge
bracht, zjjn negentien eeuwen voorbijgegaan,
en werd ook al in den loop des tijds dat
verheven beginsel van lieverlede verspreid
en meer en meer omhelsd, bij een opmerk-
zamen blik op den huidigen toestand der
wereld en op onze meer engere omgeving,
komen we toch tot de overtuiging, dat het
nog op verre na niet is zooals liet wezen
moest. Het stempel der onvolkomenheid is
nog zoo heel duidelijk hier en daar afgedrukt,
en overal merkbaar. Men zou verwachten,
dat liefde en vrede zonden wonen onder de
menschen, welke erkennen te behooren tot
de volgers van Hem, die dat verheven be
ginsel verkondigde, toen Hjj de grondwet van
Zjjn Rijk het Rijk van liefde, vrede, waar
heid en deugd in deze twee artikelen
formuleerdeBemin God boven alles, en heb
uw naasten lief als nzelven". De blik om
ons heen geslagen, leidt tot het aanschouwen
van eene treurige werkelijkheid, die lijnrecht
in strjjd is met de gunstige verwachtingen,
door de geschiedenis van den ouden tijd reeds
bjj ons gewekt. Een dichter, die vele eeuwen
geleden leefde en zijne verhevene goducliten
openbaarde, voorzag reeds betere dagen, toen
hg in figuurlijke taal van vrede op aarde
gewaagde, profiteerendeDe wolf zal met
het lam verkeeron, de luipaard bij den geiten-
bok nederliggen". Deze voorspelling werd
herhaald door het uitspreken der verwach
ting, dat eenmaal de oorlogszwaarden tot
landbouwwerktuigen tot spaden zullen
omgesmeed worden En bovenal klinkt ons
in het Kerstverhaal de duidelijke, voor ieder
verstaanbaar verzekering tegen Er zal eens
vrede zyn op aarde!" 't Verloop van eeuwen
heeft de vervulling van deze heerlijke profe-
cyen, helaasnog niet gebracht. De zon des
vredes is nog niet over ons opgegaan, en als
wij de vraag doen hooren: .Wachter, wat
is er van den nacht?" dan klinkt het ont
moedigende antwoord ons tegen «De mor
gen is gekomen, maar het is nog duister".
En dat antwoord wordt bevestigd door een
blik op de wereld, op onze omgeving, op ons
zeiven. In den loop van het haast eindigend
jaar is pas een onzaligen oorlog ten einde
gekomen, die een veelzeggend protest was
tegen de schoone voorspelling vrede op aarde
En daar de in ons werelddeel heerschende
vrede slechts bestaaubaar blykt te zyn, als
hij gesteund wordt door een schat van oor
logswapenen en voor den krijg geoefende
manschappen, zal de Zuid-Afrikaansche oor
log nog wel niet de laat3te verstoring van
den wereldvrede zijn geweest. Ja, er bestaat
in Nederlund's residentiestad een Interna
tionaal Hof van Arbitrage tot minnelykc bij-
'cgging vft" politieke geschillen, maar toen
dezer dagen de Engclsclien en Duitschers tegen
over Venezuela tot maatregelen van ruw ge
weld de toevlucht naincn in plaats van den
weg van bemiddeling in te slaan, toonden zij aan,
dat er nog geen neiging onder «le heerschers
bestaat om de Kerstprofecy tot vervulling te
helpen brengen. En is het beter in de ge
wone menschelijke samenleving? Is daar ge
hoorzaamheid aan het gebod der naastenliefde
te bespeuren? Wordt die liefdo in onze om
geving gehuldigd En is bij onszelven op-
lomerken, «lat wij gehoor geven aan de ver
heven schoone raadgeving, die den vreed-
zamen en den zachtmoedigen het grootste
geluk belooft Voorzeker, er is nog geen
vrede op aarde do wachter kan nog de
komst van don helderen morgen niet aan
kondigen. Nog is de eeuwenoude profecy on
vervuld
Twijfelen wy er echter niet aan of die
vervulling komen zal? De besten van ons
;cslacht hebben de ecuwen door daarnaar
ergeefs uitgezien, reikhalzend verlangd naar
ien sohoonen dag. En stee«ls deden zich
toch verschijnselen voor, die van een ganscli
anderen geest op aarde getuigden. Maar al
is «le volle dag nog niet aangebroken, Godlof,
we zien telkens meer verschijnselen, dat de
dageraad begint te gloren. De herschepping
geschiedt langzaam en geleidelyk het licht
«les daags treedt niet ineens in vollen glans
te voorschyn. Wanneer wij opmerkzaam gade
slaan, wat er op het immer woelig tooneel
der wereld, wat er in de menschelyke maat
schappij voorvalt, dan worden we genoopt
tot de erkentenis, dat de toegezegde vrede,
schoon nog niet ten volle aangebroken, bezig
is het duister van den nacht te doorbreken.
Letten we slechts op enkele verschijnselen.
De onzalige oorlog in Zuid-Afrika mocht al
niet de regeeringen der beschaafde Rjjkcii
nopen, om de ellendigen en verdrukten by
te springen, de bevolkingen «lier Staten be
toonden steeds haar sympathie voor liet Hol-
Ini)dsch-Afrikaan8che volk, en deden itl haar
best om hulp en bijstand te verleenen. Geen
offers waren daartoe te groot. De Vereen i-
ging .Hot Uoode Kruis", een sterksprokend
bewijs der aan nadering van een algemeen
vrede op aurile", boe yverde zjj, om bet
leed en het lyden van zieken en gewonden
op de slagvelden te verzuchtenWat heb
ben de berichten omtrent het leed en liet
lijden der vrouwen en kinderen in de con
centratiekampen een algemeen mededoogen
verwekt, en een schat van giften en gaven
doen toestroomenHoe beeft het geweld
dadig optreden van Duitschland en Engeland
in Venezuela niet verontwaardiging gewekt
bij een groot gedeelte van de bevolking dier
landen Hoe heeft de vredelievende houding
van Frankrjjk omtrent diezelfde Amerikaan
sche Republiek niet algemeen een gunstigen
indruk teweeg gebracht! In al die gevallen
is toch dnidelyk te bespeuren, dat het wel
dadige licht des vredes begint doortebreken.
En in do gewone menschen-maatschappij
en in de omgeving van ieder van ons is dat
niet minder te bemerken. Het ontstaan en
de instandhouding van vele nuttige, heilzame
instellingen getuigen er van. Ze zyn te groot
in getal om die alle hier te vermelden. Ieder
kan ze voor zich zeiven wel aanwijzen. Eene
uit vele willen wjj er noemen, do stichting
van den Vredebond, die onvermoeid werk
zaam zich betoont om te verkrijgen, dat do
zwaarden tot spadon zullen worden omge-'
smeed. Doch heef. men behoefte, om nog
een sprekend feit van do komst «les vredes
en van de menschenliefdo te zien genoemd
men lette dan op de tulryke kustlichttorens
en op de reddingsmaatscliappycn aan de zee*
kusten, waar men in ouden tjjd pogingen
«leed om ter bevoorrechting der strandbewo
ners schepen op do zandbanken en rotsen te
doen verzeilen. (Jok zulke ervaringon leiden
tot de erkentenis, dut «Ie Kerstvoorspelling
vrede op aarde!" zjj 't ook-van lievelede,
inderdaad tot vervulling komt, een erkentenis,
die wij op het huidige feest wel mogen be
seften. Een erkentenis, dio ons met hoop voor
de toekomst vervult.
Eenige jaren geleden is door de hceren
Hasselbach en Ljjsen dichter en compo
nist onder den titel: «Vrede op aarde!"
een Kerstcantato samengesteld, die, by het
naderen van het Christenfeest opgevoerd,
in groote mate aandacht trok. Aan hot
verslag van een der opvoeringen ontleenen
wy het volgende als slot van ons Kerst
artikel In het begin der eerste afdceling
wordt op laaggehouden mineurtonen verhaald,
hoe de Israëlieten eerst gezucht hadden in
de Babylonische gevangenschap en nu nog
verdrukt worden door Rome. Eenige stemmen
boloven uitkomst door do geboorte vun den
Messias «voor wiens majesteit de heidenen
bukken zullen". Deze «straal der hope",
eerst door het kinderkoor bezongen, wordt
daarna in algemeen koor juichend begroet.
De door Rome voorgeschreven volkstelling
noo«lzaakt Jozef en Maria naar Bethlehem
te reizen. In een stal vinden zy een rust
plaats. Daar wordt de Messias geboren, en
in den wonderschoonen Kerstnacht, d«xir
.stillen maneschijn en schitterend starge
wemel" verlicht, verschijnt onder -zefirge-
ruisch" en te midden van .ambergeuren"
een engel, bode «les hemels, om den in het
veld van Bethlehem gelegerden herders do
komst van den Verlosser te berichten. In
het byzondcr vult «lc aandacht op dit gedeelte
eerst v<x>r kinderkoor mot arpeggiobegeleiding,
later voor alt, solo, wier zang door eene
melodie op de piano omslingerd wordt. Zacht
trilt hierna bet Engelenkoor met orgelbege
leiding: .Eere zy God in den Hooge, Vrede
op aarde, in de menschen een welbehagen
Onder wiekslag vertrekken de engelen, en
een dankend koraal wordt door het ganschc
koor, met orgel en piano begeleid, tot Jehova
opgezonden. Simeon, een oud man, wien
voorspeld is, dat hjj niet sterven zul, vóór
hij den Messias heeft gezien, komt tempel,
waarta, als daar Jozef en Maria en het kind
Jezus zijn. Bljjde verheft hy zijn lofzang.
Juichend stemt het vrouwenkoor met hem
in. Het is de zegepruul van het licht der
liefde, ,dat voor het aangezicht van alle vol
keren met eeuwig reiner stralen schynen zal".
Nu echter wordt hot duidelijk, dat Israël
niet gekregen hoeft, wat het verwachtte. Een
held, een bevrydor van het juk der vroemden
verwachtte het een zachte wijsgeer kwam,
die buigen leerde in plaats van verzet, liefde
in stee van wreken. Bespot en gekruisigd
werd hy Israël greep zonder hem naar de
wapenen tegen Rome, doch Jeruzalem werd
verwoest, en hot Israëlitische volk over de
aarde verstrooid. Maar viel ook Israël,
Jezus' leer viel niet. Zelfs de overwinnaar
werd verwonnen, «laar Rome boog voor
Jezus' naam, .en 't licht, in Bethlehem ver
schenen, joeg wreed- en woestheid voor zich
henen". Met deze laatste w«>ordcn zyn de
samenstellers der Cantate gekomen op de
algemeene beteekenis van hun onderwerp
liet ideaal van Jezus liefde voor de naasten
is nog ,der hope morgenster" voor de beteren
onder de menschen, en het vertrouwen op
het eenmaal bereiken daarvan trilt ontroerend
door het schoone slotkoor, aanvangende met
Vondel s bekende woorden
O, Kerstnacht, schooncr dan de dagen
Blinkt tot in eeuwigheid uw licht!
Uw gloed schenkt krachten om te «lragen,
Tot voor uw glans hot duister zwicht.
Na negentien maal honderd jaren
Ruischt nog uw jublend eng'lenkoor
Den mensch bij duizend krygsgevaren
Het hoopvol lied des vredes voor.
Der lieldcleer zal zegepralen
Eens volgt het menschdom haar gebfon
Eens zal de vrede op aarde dalen,
En vult «le zelfzucht van baar troon.
Als Waarheid, Recht en Licïilu spreiden
Hun glans voor 's werelds aangezicht,
Dan sterft tic haat, dan eindt het Ijjdcu,
Dan is het dag, dan schynt het licht.
Uit nel Muiiemaiid.
In een onzer vorige nummers maakten wi
molding van do onrustbarende werkstaking
te Marsoillc, dio daar wa« ontstaan en nog
grootere uitbreiding dreigde to nomen. De
pogingen, aangewend om aan deze ernstige
zaak een einde te maken, hebben, na vele
teleurstellingen, eindelyk dool getroffen, en
do staking behoort thans tot het verledene.
In groote mate word de in den regel zeer
drukke scheepvaartbeweging to Marseille door
die staking belemmerd, doordien verrewog
hot grootste deel dor haven- dok- en boot
werkers er in doolde. Even plotseling als do
staking ontstond, liep zy ook ten einde. De
werklieden schynen toch in werkelijkheid
eene overwinning to hebben behaald. De
motie, wivr aanneming het sein is geweest
voor de hervatting van drn arbeid, bevatte
gunsiigo bepalingen in hun belaog mot uit
zicht op hulp en steun van rcgcoring en
volksvertegenwoordiging en van de vertegen
woordigers van handel en scheepvaart. De
arbeiders konden, toen in duzo voorwaarden
word toegestemd, tevreden zyn. In hot ver
volg is bun een voldoenden waarborg ver
zekerd. De maatschappijen, die in de groote
havenstad werkgeefsters zyn, hebben na
beloofd, de bcsla-ndo overeenkomsten voortaan
to zullen naleven, waartegenover de werk
lieden hebben verklaard, dat, by nictnaluving
dezer overeenkomsten, door hen de staking
onmiddollyk zal worden hervat.
De zittingen van hut Engelscho Parlement
werden docer dagen door den Lord-kanselier,
in naam des Konings, verdaagd. Dit zou nu
voor hot buitenland van weinig of geen belang
zyn, waren het niet, dat in do daarbjj voor-
gulezen sluitingsredo algemeen belangrijke
onderwerpen werden ter sprake gebracht.
Allereerst werd, by een blik op het verhdone,
aan het sluiten van den vrede mot Zuid-Alrika
herinnerd, eu verzekord, dat uitzicht bestaat
op ecue gunsrigo toekomst voor de niouWe
koloniën. Verder werd gesproken van 's Konings
inhuldiging, en van de ziekte, waardoor deze
plechtigheid moest wordt n uitgesteld. Dan
van hot bezoek to Londen van vertegenwoor
digers der buitenlandsche bezittingen, en van
de reis van minister Cbamborlain naar Zuid-
Alrika, waarvan eene gunstige oplossing der
alsnog bestaande moeilyke vraagstukken wordt
verwacht. Eindelyk werd in do bedoelde red«i
aandacht gewyd aan het ook voor den wereld
handel voordeelige handelsverdrag, door En
geland met Japan gesloten, on aan de ver
wikkelingen met do Republiek Venezuela.
Voor het overige was de iuboud der sluitings
rede gewyd aan du bespreking van binnen-
landscho aangelegenheden.
In Ht^scn (Duitschland) zyn, tengevolge van
den dooi, de riviereu buiten hare oevers ge
treden, en is zeergroots schade aangericht. De
badinrichting te Uorsteld is door den feilen
stroom medegevoerd en eenige bruggun zyn
vernield. Hel dorp Kleinbacb staat een meter
diep onder water vol ysschollea. Vele wegon in
het land zjju overstroomd, zoodat het verkeer
op tal van plaatsen is gestremd.
.MUL nsilJUIlUKV
HELDER, 23 December 1902.
VERGA0ERING
van den Raad der Gemeente Helder,
op Maandag, den 29 Doccmbor 1902, des
avonds teu 71/, nar.
Ondetwerpen ter behandeling:
1. Ingekomen stukken en Praeadviezen.
2. Supplcloire Kohieren Hoofd. Omslag en
Schoolgeld.
8. Begrooting 1903 en begrooting Gasfabriek.
4. Benoemingen.
5. Reclames Hoofd. Oms'ag en id. Schoolgeld
De Secretaris der gemeente Helder
brengt ter kennis, dat ter Secretarie (afd.
Burgerl. Stand) op den 2den Kerstdag,
van des voormiddags 10 tot 11 nur ge
legenheid zal worden gegeven tot het doen
van aangiften van geboorten en overlijden.
Helpt Elkander.
Zaterdagavond j.1. hield het ziekenfonds
«Helpt Elkander» in 't loknol ,'t Centrum*
een vergadering, die volgens i>ro*en'i«'ljjst
door 129 loden bezocht was.Do president,
do heer P. Gondswaardt, opendon mot een
welkomstwoord de vergadering, waarna de
vice-presidont, de heer J. B. Harens, bjj
afwezigheid van den secretaris, de notulen
dor vorige bijeenkomst la», die goedgekeurd
werden. Daarna deed do penningmeester, de
heer H. Kerkhof, rekening en verantwoording
over 26 weken, van 7 Juni tot 6 Dec. 1902.
Hieruit block, dat het aantal leden, hetwelk
in Juni 1.1. 210 bedroeg, door toetreding van
nieuwe leden met 15 vermeerderde en door
bedanking, vertrek «m roieering met 5 ver
minderde, thans 220 bedraagt. Hot getal
donateurs was 71 en steeg tot 91. Do
ontvangsten hadden gedurende het halljaar be
dragen aan contribntiën der l«den f 558 50,
aan inleggelden van nieuwe leden f 7, aan
donatiegolden f 86,35, aan rente i 13 40 en
aan andere inkomsten f 13.50, z-aHat do ge
zamenlijke ontvangsten 678.75 waren. Do
uitgaven bedroegon aan ziekengeld, uitgekeerd
aan 83 ledon, f 588, aan begrafeniskosten f 7
en aan overige uitgaven f 93 51, hetwelk een
totaal gaf van f 688,51. Alzoo was er een
nadimlig saldo van f 9,76, waarmode de som
van f 1210,88*, die in Juni 1.1. in kas was.
verminderde on teruggebracht werd op
f 1201,07*. Deze gelden z(jn voor het grootste
deel rontegeverid b- legd.
Do reservekas ging met f31,75 aan geïnde
bouten vooruit, doch daar zy een to kort van
3.77 aanwees, bedraagt zy ihans 27,98.
De rekening was nagezien door de boeren M.
Brizce en E. de Wjjn, dio verklaardon haar
in de volmaakste orde te hebben bovonden,
waarop deze door do vorgadoring werd go««d-
gekeurd, onder dankzegging aan «ion penning
meester voor het riohtig beheer der geldmid
delen.
Hierna deed de Prcidcnt eenige modedee-
lingen, o.a. dat het ga- tal donateurs door do
ijverige bemoeiingen van den bode in den
laats ten tyd aanmerkelijk is toegenomen, waar
voor deze dunk verdient en dat het vaand«>l,
benevens de lcdenlyst verbeterd en aangevuld
zy-».
Vervolgons kwam in behandeling oen voor
stel, om aan de bestuursleden als tegemoet
koming voor hunno moeite J/t cent per lid
en per week toe te kennen. Dit voorstel werd
gedaan, omdat door do nitbrcidi'g van hut
ledental van hot bestuur meer tyd gevorderd
wordt dan vroeger. Na eenige bespreking en
bestryding on nadat de president verklaard
had voor zyn persoon goon hoogere toelage
te wonschen dan by tot dusverre genoot, werd
een gewjjzigd voorstel in stemming gebracht
en aangenomen, waarby men bepaalde, dat
de toelage van den Penningmeester van f 20
op f25 en van den secretaris van f op f7,50
per jaar zon worden gebracht.
Nadat by de rondvraag nog eenige leden
op reglementswijziging aangedrongen en enkele
artikelen aangewezen hadden, waarin zjj ver
andering wenschten en de president als zyn
mecning had te kennen gegeven genoemde
wijzigingen onnoodig te achten, werd do
vergadering gesloten.
Tweede Kamer.
In de zittingen, de vorige week gehouden,
is met de behandeling der Staatsbegrootiug
voor 1903 voortgegaan. Na langdurige en
belangrijke besprekingen is hoofdstuk V.
(Binnenlandsche Zakeu) aangenomen. Inzon
derheid werd daarbjj aandacht gewjjd aan de
afdevling Onderwys. Hoofdstuk VII (Nati
onale Schuld) en departement van Financiën)
volgden, en de hoofdstukken VIII en IX
(Oorlog en Waterstaat zyn vóór het einde
der week gedeeltelyk behandeld.
In de korte Kerstweek zal door de Kamer
met spoed gewerkt moeten worden, om de
begrooting, als naar de gewoonte, vóór
Kerstmis gereed te hebben.
Vice-Admiraal P. A. van Rees. f
Te Patten, waar hy logeerde, is plot
seling orerleden, (naar men zegt, tenge
volge van een val) de gep. vice-admiraal
P. A. van Rees, van 1875 tot 1879
directeur en commandant der marine alhier.
Met het stoomschip »Djambi" nam hjj
met de EngeLche, Fransche en Nederl.
scheepsmacht deel aan de expeditie tegen
Simonoseki.
Hy was nog een der overgebleven zee
officieren, die den overgang van zeil- tot
stoomschip, en van stoomschip tot pant
serschip meemaakte.
De Residentiebode" verwacht dat
de heer W. D. H. baron van Aabeck,
kapitein-luit. ter zee, die indertijd door den
Minister van Marine, jhr. V. d. Wjjok,
aangezocht werd om als diens udjudant
op te treden, als aangewezen zul worden
beschouwd om den Minister Kruys op te
volgen.
Dat de heer Van Aabeck nog in Indië
is, zou dan verklaren, waarom eerst in
Januari de Regcering zich met de vacature
zal bezighouden.
Trein-deraillement.
Vrjjdagmorgen, te ongeveer half twaalf
uren, liep te Gonda de aankomende
goederentrein no. 1640 tegen een zestal,
op het emplacement aldaar staande per
sonenwagens.
Daar deze wagens vaststonden en dus
bjj deu schok voor- noch achteruit konden,
was de botsing zóó hevig, dat de locomo
tief en tender derailleerden, de opvolgende
wagens uit het spoor liepen en omrolden
op de wagens staande op het naastaan-
liggeud spoor, ze in huu vaart eveneens
omverwerpende.
De waggon, waarin de conducteur Zjjlstra
vertoefde, werd uit elkaar geslagun en
deze beambte werd met moeite er uitge
holpen. Met hizondere tegenwoordigheid
van geest, dacht ZjjLtra het allereerst aan
het bijeenzoeken zjjner papieren. Hjj, zoowel
als de machinist en de stoker, die intjjds
van de locomotief waren gesprongen,
kwamen zonder letsel uit de botsing vrjj.
In het geheel zjjn vernield 3 goederen
wagens, 1 bagage- en 1 personenwagen.
De ruïne is natuurljjk groot en het onge
rief voor het verkeer belangrijk.
Als oorzaak van het ongeval wordt ver
keerde wisselstand genoemd. Trein 1040
liep daardoor, in plaats van op het 5de
spoor op het 2de, waar de na gedeeltelyk
vernielde personenwagens een plaats hadden
gevonden.
1'HKÜi: OF AAHOK:.
Vrede op aarde? Neen, geen foit
Mogen wjj bezingen,
Wjjl we zooveel krjjgsrumoer
Ons nog zien omringen.
«Vrede op aarde", heeft het lied
Eeuwen reeds gezongen
Toch is 't ideaal nog niet
Tot ons doorgedrongen,
«Vrede op aardo", schoone hoop,
Die vele eenwen tartte I
Weemoed vaart, waar gjj U toont,
In zoo menig barto.
Vrede op aarde", wordt nog thans
Als een beo vernomen,
En het rein gemoed gelooft,
Dat g(j ééns zult komen.
Ja, kom vrede Gods, och kom I
'l Is de zoetste bede.
Hjj, die couw'ge liefdo is,
Hjj geev' ods zjjn vrede!
W. M. Ta.
3TZE erILLETOÏT.
HET KIND VAN DEN
VAGEBOND.
2)
Overmoed en zelfverwjjt lichtzinnigheid
en berouw wisselden reeds bjj den knaap elkaar
voortdurend af, waarbjj zjjn boetvaardigheid
en zjjn onveranderljjk goede luim zich som-
wjjlon zoo kluchtig met elkaar verdroegen,
dat niomand hem lang weerstaan kon en men
maar al te licht genoigd was, om zjjn schuld
door do vingers te zien.
Zoo tamcljjk wel alleD op Lyton Hall ver
wanden op deze wjjze den verweesden knaap,
bet meest .echter deed dit mrs. Margeret
Kent, buisfactotum, die destjjds de opper
heerschappij in de kinderkamer voerde. De
dolle vol snaakschhoid en do vloierjj zittende
Vivian Darre Mortaunt noemde was baar
oogappelzjj bield meer van hem dan van
sir Mortaunt's kinderen. Van jongs af was
haar zjjne verpleging toevertrouwd geworden
en zjj, als zjjne bjjzondere beschermster, bad
hem als knaap on later als jongeling tallooze
«walen uit de klem gered, bom voor een wel-
■verdiende straf bewaard en zjjn dolle streken
gebeim gehouden. Zjj trok ook zelfs nog zyn
party, toen deze streken, een gevaarljjk ka
rakter aannamen en Vivian door eigen rebuld
■de beste vrienden van zich vervreemdde, ja,
het teederste hart lichtzinnig verwondde, dat
.in do gansche onschuld en warmte der eerste
Jieide voor hem klopte. Hjj had zijn nicht
Amy Mortaunt geleerd hem te beminnen en
Juny had hem dan ook liof met do volle
jeugdige kracht van oen edel gemoed. Zjj
was een tecdor, onbaatzuchtig meisje, vol ge
moed, wier conigste fout bestond in de heftig
heid barer neiging voor Vivian. Reeds als
kind liet zjj zich door hrm behecrschon oftoode
hem alle wegon, spaarde voor hem hot beste
en schoonste van dutgeen, wat baar toebe
hoorde. En zoo ook had zjj hom haar eigen
trouw hart geschonken eer zij zelve in haren
kinderlijken zin de hartstochtelijke natnur van
baar liefdo begrepen had. Vivian was d~zo
niet waard. Hjj was in de verste verte niet
in staat Aroy te begrjjpen hjj beminde haar
op zjjn oppervlakkige wjjze, dreef den spot
mot zjjn eigen gevoelens, spoelde met du
hare en pl&agdo haar naar hartelust.
Sir Herbert Mortaunt vermoedde niets van
't verdriot van zjjn eenige dochter, die hjj
met groote teederbeid lief had.
De stillo bedaarde Amy bleef meestal alleoc
bjj baar vader, torwjjl de zoon des huizes
in Eton vertoefde. Anhur Mortaunt was een
vrortrefleljjk geaarde jonge man, wien oen
ieder gaarne in hot irisacho, vriondeljjke go-
laat zag. Den erfgenaam van Lyton Hall
achtte men dan ook algemeen wegens zjjn
oprecht, edel karakter.
Ook juffrouw Ma'geret deed dit, doch zjj
trok den schooncn vroolyken Vivian voor
hem oon goed vriend in den volsten zin des
woords die nooit in gebreke bleef, waar het
gold den dolkop helpood bjj te springen
steeds stond zjj bemiddelend tusschen sir
Mortaunt en don schuldige, totdat hy op
zekeren dag inzag hoe zjjn zuster Amy leed
«nder Vivian'» lichtzinnigheid en onverschil
ligheid. Van dit oogenblik af verdween zjjn
lichtsinnigon neef, wiens onbezonnenheid thans
geen voorspraak bjj sir Mortaunt toeliet, toen
bet opniouw gold diens billjjko verontwaar
diging over neefs verkwistende levenswjjse
te doen bedaren. Do maat van het geduld
des tlotheers was uitgeputhjj weee Vivian
uit Lytoo Hall eo stond hem als de laatste
hulp slechts toe, dat hjj met eere in het regi
ment in dienst kon treden, 't welk zich desljj ls
inscheepte om doel te nomen aan den oorlog
in Spanje.
Zoo verliet Vivian Carro Engeland on zjjn
am mocht in Lyton Hall niet moer ge
noemd worden. Arthur's voorspraak was ver
stomd on Amy, hot nuttclooze van hare be
moeiingen inziende, zwoeg en leed. Zjj had
niet opgehouden Vivian liof te hebben dit
was haar onmogcljjk maar zjj had hom
doorgrond.
Nadat zjj de onwaardigheid van dezen man
had leeren inzien, wien zjj de reino, oprechte
tocnoiging haars harten had geschonken, ver
dween haar vertrouwon op diens onstuimige
verzekeringenzjj leed zonder te klagen,
onder hot bittere bowustzjjn, hem hare achting
te moeten ontzeggen, dien zjj zoo innig liet
bad. Voor haar teodere natuur was deze
voortdurende strjjd tusschen haar gozond ver
stand en haar hart te veel. Zjj kwjjnde weg
gelijk oen bloem, die door een ruwen rukwind
geknakt is.
Vivian Carré kon ternanwernood in Spanje
geland zjjn, of in het vaderland verkondigden
de doodsklokken van het kerkje te Lyton dat
de stille Amy Mortaunt don eeuwigen vrede
had gevonden.
Toon er een vermoeden van de ware oor
zaak van den vroegtjjdigen dood voor haar
vader opging, groeide zjjn verbilttering legen
Vivian aan, wiens aandunkenbjj alle geleden
bad. Alloen juffrouw Margaret verontschul
digde hem nog io haar geest en noemde hem
bjj zichzelven .haren armen banneling' tegen
wien men ai te hardvochtig was geweest.
Luide waagde zjj bot echter ook niet meer
zjjn naam to noomon, zelfs niet, toen het
Engelscho legioen naar Engeland terug
keerde zonder Vivian. Waar dezo gebleven
was, hetzy in Spanje, om daar onder den
hertog Esparto verder to dienen, dan wol
dat hjj naur Parjjs gesneld was om daar
oon loszinnig leven te lcidon, niemand wist
hetmon vernam alleen, dat bjj zjjn regiment
had verlaten. En dit voerde sir Mortaunt's
toorn ton top. Voor hem was zjjn neef thans
dood.
Er kwam ook geen bericht meer van hem
cn zelfs Ijnffroow Margaret gewende or zich
aan, do hoop op den terugkoer van haar
lieveling op te geven, toon or jaren verstreken,
zonder tjjding van hom to breDgon.
Daarentegen keerde in hol verloop van die
jaren lady Klavia, sir Mortanot's nicht, mot
haar echtgenoot uit Indië terug. Nadat de
de kolonel de Bracy tjjdens den opiumoorlog
do schitterendste bowjjzen van zjjno dapper
heid bad gegeven, ;.am hjj in het belang van
zjjn familie zyn outslag.
Onder het klimaat van Indië had jlady
Flavia's gezondheid zeer geleden, van daar
dat de genceebeeren haar do vaderlandache
lucht aanrieden.
Bereidwillig voorde haar echtgenoot haar
hierheen terug en kocht in do nabjjheid van
liet stillo vlek Lyton, niet ver van Lyton
Hall een allerliefste cottage, waarin lady
Flavia haar familio een gelukkigen huise-
ljjken haard bereidde. Fortuin bezMten de
Bracy's niet, veel rjjkdommen hadden zjj in
Indië niet vergaard, doch zjj hadden genoeg
om overeenkomstig hun stand zorgeloos te
kunnen leven.
Te midden van haar geliefden, vreedsamon
eenvoud van het landleven,.kreeg lady Flavia
in haar vaderland weder spoedig hare gezond
heid terug. Haar zoontje godjjdo prachtig eu
groeido tot een stevig kereltje op. Op zjjn
zesde jaar kroeg bjj een zusje tot gezelschap,
dat raeltcrtjjd zjjn onafscheidelijk speclge-
nooto werd.
De kinderen brachten nu en dan zelfs weer
loven on vrooljjkheid in de stillo vertrekken
van Lyton Hall. Arthur Mortaunt bield dol
van bom, en de kleine Amy, oen aanvallig
innemend schepseltje ontlokte somwjjlen aan
don koud en ernstig geworden slotheer een
ft.uwcn glimlach. Van den lovcodigen, vroo
lyken Clarence nam dozo daarentegen weinig
notitie. Wat Arthur betreft, deze stoeide gaarne
met den lovonslnstigen knaap. Hot was hem
een genoegen, om de holdore, vrooljjke slem
van don jongen in do groote, doodscho ver
trekken van Lyton Hall to hooren, waar hjj
uit achting voor zjjn vader het grootste ge
deelte van het jaar doorbracht. Kinderliefde
deed hem afzien van den wensch om verre
landen te bereizen, 't geen in zijn studietijd
te Eton zjjn lievelingsplan was geweest. Na
den dood zjjner zust-r stelde hj) dit uit en
bewoonde mot sir Mortaunt hot stamgoed
van waar uit hjj zich slechts na en dan een
klein uitstapje gunde. En een van dio uit
stapjes leidde tot zjjn vroegen dood. Op het
jacht van een vriend had hij met een vrooljjk
gezelschap oon pleziertochtje op zee onder
nomen. Door een storm overvallen, werd het
schip naar de kasten van Frankrjjk gedreven,
stiet op rotsen en strandde. Arthur Mortaunt,
alsmede alle op hem gestelde verwachtingen,
vonden daarbjj een graf op den bodem dor zee.
Het was een vroceeljjko slag voor den
titans kindcrloozen vader. Met den dood van
zjjn erfgenaam en «oon verdween voor sir
Mortaunt iedere hoop der toekomst. Zjjn rjjk-
dom was hom onverschillig. Hoegenaamd geen
belang meer stellende in de buiten wereréld,
trok hjj sioh geheel van deze terug. Zelfs een
deel van zjjn bedienden ontsloeg hjj c
leefde voortaan in zichzelven gekoerd; a«
gebogen grysaard verzonken in dofte berusting,
vermocht den aanblik der menschen nauwe-
ljjks moer te verdragen. De tegenwoordigheid
van mjjnheer «le Brancy was hom pjjnljjk.
Do levendigheid van den kolonel, zjjn voorliefde
om plannen to ontwerpen on te sproken over
alle», wat bjj dovn kon, waren oon ware
kwelling voor den teleurgesteldon, verbitterden,
te midden van al zijn rjjkdom zóó onuitspre
kelijk armen sir Mortaunt wiens oenigo wensch
die naar rust was.
Vaak moest lady Flavia met tact en fjjne
hofteljjkhcid als bemiddelaarster optreden
tuuchen dezo twee zoo geheel uitccnloopende
karakters. Hoe zwaarmoediger sir Mortaunt
werd, des te mooiljjker werd bare taakzjj
zelve echter bleef haren armen oom aange-
uaam. Haar bezoek duldde hjj, en ofschoon
hjj baar nooit vroeg om terug to komen,
noch om karo tegenwoordigheid, zoo goroelde
hjj zich bljjkbaar geruster on milder gestemd,
wanneer zjj mot cenig handwerk naast hem
zat.
Dientengevolge kwam zjj bjjna dagolüka
op haro zekere, kalme wjjse, die geen afwjjting
duchtte en jnflrouw Margorrt's mismoedig
gelaat steeds onopgemerkt liet. Zonderling
genoeg vehcugdo mevrouw de Brancy, ofschoon
zjj oon rebto Mortaunt was. zich niot in d#
gunst van do oude dienares van hot huis.
Als kind was zjj minder in Lyton Hall ge
weest dan haar neef Vivian Carré, dien
Meg Kcint zich du eenmaal als lieveling had
uitverkoren.
(Wordt vervolgd.)
en ny
rdde