KLEINE COURANT 'i Vliegend Blaadje voor Helder, Texel, WIerIngen en Anna Paulowna. Nieuwjaarsgroet. No. 3115 Woensdag 24 December 1902. 30ste Jaargang. BureauSpoortfraat. Teiefoonn". 59. BureauSpoorstraat. Telefoonn*. 59. Abonnement p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ci., m. Zondagsbl. 87Y»Ct. id. franco per post 75 id. f 1.20. id. buitenland bjj vooruitbetaling f 1.25, id. f2.00. Afzonderlijke nummers 2 Cent. VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. Uitgeven: BERKHOUT Co., te Helder. BurMu i Spoorstraat Advertentien van 1 tot 5 regels25 Cent. Elke regel meer5 4 maal geplaatst, 1 maal gratis. Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend Artvertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMOHGENS vóór 10 uur aan het Bureau bezorgd zijn. Wegens de a.s. Kerstdagen zal nns no. van Vrijdag 26 DflC. worden uitgegeven op Zatee*. dag 27 Oec. en zal het no. van Dinsdag 30 Dec. met het oog op den Nieuwjaars dag worden uitgegeven op Woensdag SI Oec. Onze lezers, die met 1 lanuari a.s aan Familie, Vrienden of Begunstigurs in onze Courant een WELKOMSTGROET willen richten, worden beleefd uitgenoodigd hunne opgaven aan ons Bureau SPOOR STRAAT tijdig in te zenden. DE UITGEVERS. Aan onze abonné's bniteu de gemeente wordt beleefd ver zocht 't verschuldigde abonne mentsgeld Vliegend Blaadje en Zondags blad, 4e kwartaal 1902, te willen over maken per Postwissel of in postzegels VÓÓP 5 Januari, zullende anders daar over met 5 cents verhooging per post worden beschikt. Postwissels voor dat doel behoeven slechts met een zegel van 21/* Ct. beplakt te worden. Aan onze abonnó's in Amerika wordt beleofd ver zocht 't verschuldigde abon nementsgeld te willen overmaken. DE UITGEVERS KERSTFEEST. Eer de doodsklok begint te kleppen tot afscheid van het wegstervend jaar, luiden de kerkklokken het geboortefeest in van den Stichter des Chiistendoms, en allen, die zich in het bezit van een vriendelijk tehuis mogen verbeugen, scharen zicli bjjeen om liet groote feit der wereldgeschiedenis feestelijk te lier- denken. Het immer boeiend geschiedverhaal wordt dan in herinnering gebracht, en over vloedige aanleiding wordt gevonden lol erken telijkheid voor al het goede, der menschcn- wereld ten deel gevallen door de openbaring en do verspreiding der onvolprezen liofdeleer, die de menschen er op wjjst, dat zij broeders en zusters zyn, geroepen om elkaar liefde te wijden. Sinds deze leer op aarde werd ge bracht, zjjn negentien eeuwen voorbijgegaan, en werd ook al in den loop des tijds dat verheven beginsel van lieverlede verspreid en meer en meer omhelsd, bij een opmerk- zamen blik op den huidigen toestand der wereld en op onze meer engere omgeving, komen we toch tot de overtuiging, dat het nog op verre na niet is zooals liet wezen moest. Het stempel der onvolkomenheid is nog zoo heel duidelijk hier en daar afgedrukt, en overal merkbaar. Men zou verwachten, dat liefde en vrede zonden wonen onder de menschen, welke erkennen te behooren tot de volgers van Hem, die dat verheven be ginsel verkondigde, toen Hjj de grondwet van Zjjn Rijk het Rijk van liefde, vrede, waar heid en deugd in deze twee artikelen formuleerdeBemin God boven alles, en heb uw naasten lief als nzelven". De blik om ons heen geslagen, leidt tot het aanschouwen van eene treurige werkelijkheid, die lijnrecht in strjjd is met de gunstige verwachtingen, door de geschiedenis van den ouden tijd reeds bjj ons gewekt. Een dichter, die vele eeuwen geleden leefde en zijne verhevene goducliten openbaarde, voorzag reeds betere dagen, toen hg in figuurlijke taal van vrede op aarde gewaagde, profiteerendeDe wolf zal met het lam verkeeron, de luipaard bij den geiten- bok nederliggen". Deze voorspelling werd herhaald door het uitspreken der verwach ting, dat eenmaal de oorlogszwaarden tot landbouwwerktuigen tot spaden zullen omgesmeed worden En bovenal klinkt ons in het Kerstverhaal de duidelijke, voor ieder verstaanbaar verzekering tegen Er zal eens vrede zyn op aarde!" 't Verloop van eeuwen heeft de vervulling van deze heerlijke profe- cyen, helaasnog niet gebracht. De zon des vredes is nog niet over ons opgegaan, en als wij de vraag doen hooren: .Wachter, wat is er van den nacht?" dan klinkt het ont moedigende antwoord ons tegen «De mor gen is gekomen, maar het is nog duister". En dat antwoord wordt bevestigd door een blik op de wereld, op onze omgeving, op ons zeiven. In den loop van het haast eindigend jaar is pas een onzaligen oorlog ten einde gekomen, die een veelzeggend protest was tegen de schoone voorspelling vrede op aarde En daar de in ons werelddeel heerschende vrede slechts bestaaubaar blykt te zyn, als hij gesteund wordt door een schat van oor logswapenen en voor den krijg geoefende manschappen, zal de Zuid-Afrikaansche oor log nog wel niet de laat3te verstoring van den wereldvrede zijn geweest. Ja, er bestaat in Nederlund's residentiestad een Interna tionaal Hof van Arbitrage tot minnelykc bij- 'cgging vft" politieke geschillen, maar toen dezer dagen de Engclsclien en Duitschers tegen over Venezuela tot maatregelen van ruw ge weld de toevlucht naincn in plaats van den weg van bemiddeling in te slaan, toonden zij aan, dat er nog geen neiging onder «le heerschers bestaat om de Kerstprofecy tot vervulling te helpen brengen. En is het beter in de ge wone menschelijke samenleving? Is daar ge hoorzaamheid aan het gebod der naastenliefde te bespeuren? Wordt die liefdo in onze om geving gehuldigd En is bij onszelven op- lomerken, «lat wij gehoor geven aan de ver heven schoone raadgeving, die den vreed- zamen en den zachtmoedigen het grootste geluk belooft Voorzeker, er is nog geen vrede op aarde do wachter kan nog de komst van don helderen morgen niet aan kondigen. Nog is de eeuwenoude profecy on vervuld Twijfelen wy er echter niet aan of die vervulling komen zal? De besten van ons ;cslacht hebben de ecuwen door daarnaar ergeefs uitgezien, reikhalzend verlangd naar ien sohoonen dag. En stee«ls deden zich toch verschijnselen voor, die van een ganscli anderen geest op aarde getuigden. Maar al is «le volle dag nog niet aangebroken, Godlof, we zien telkens meer verschijnselen, dat de dageraad begint te gloren. De herschepping geschiedt langzaam en geleidelyk het licht «les daags treedt niet ineens in vollen glans te voorschyn. Wanneer wij opmerkzaam gade slaan, wat er op het immer woelig tooneel der wereld, wat er in de menschelyke maat schappij voorvalt, dan worden we genoopt tot de erkentenis, dat de toegezegde vrede, schoon nog niet ten volle aangebroken, bezig is het duister van den nacht te doorbreken. Letten we slechts op enkele verschijnselen. De onzalige oorlog in Zuid-Afrika mocht al niet de regeeringen der beschaafde Rjjkcii nopen, om de ellendigen en verdrukten by te springen, de bevolkingen «lier Staten be toonden steeds haar sympathie voor liet Hol- Ini)dsch-Afrikaan8che volk, en deden itl haar best om hulp en bijstand te verleenen. Geen offers waren daartoe te groot. De Vereen i- ging .Hot Uoode Kruis", een sterksprokend bewijs der aan nadering van een algemeen vrede op aurile", boe yverde zjj, om bet leed en het lyden van zieken en gewonden op de slagvelden te verzuchtenWat heb ben de berichten omtrent het leed en liet lijden der vrouwen en kinderen in de con centratiekampen een algemeen mededoogen verwekt, en een schat van giften en gaven doen toestroomenHoe beeft het geweld dadig optreden van Duitschland en Engeland in Venezuela niet verontwaardiging gewekt bij een groot gedeelte van de bevolking dier landen Hoe heeft de vredelievende houding van Frankrjjk omtrent diezelfde Amerikaan sche Republiek niet algemeen een gunstigen indruk teweeg gebracht! In al die gevallen is toch dnidelyk te bespeuren, dat het wel dadige licht des vredes begint doortebreken. En in do gewone menschen-maatschappij en in de omgeving van ieder van ons is dat niet minder te bemerken. Het ontstaan en de instandhouding van vele nuttige, heilzame instellingen getuigen er van. Ze zyn te groot in getal om die alle hier te vermelden. Ieder kan ze voor zich zeiven wel aanwijzen. Eene uit vele willen wjj er noemen, do stichting van den Vredebond, die onvermoeid werk zaam zich betoont om te verkrijgen, dat do zwaarden tot spadon zullen worden omge-' smeed. Doch heef. men behoefte, om nog een sprekend feit van do komst «les vredes en van de menschenliefdo te zien genoemd men lette dan op de tulryke kustlichttorens en op de reddingsmaatscliappycn aan de zee* kusten, waar men in ouden tjjd pogingen «leed om ter bevoorrechting der strandbewo ners schepen op do zandbanken en rotsen te doen verzeilen. (Jok zulke ervaringon leiden tot de erkentenis, dut «Ie Kerstvoorspelling vrede op aarde!" zjj 't ook-van lievelede, inderdaad tot vervulling komt, een erkentenis, die wij op het huidige feest wel mogen be seften. Een erkentenis, dio ons met hoop voor de toekomst vervult. Eenige jaren geleden is door de hceren Hasselbach en Ljjsen dichter en compo nist onder den titel: «Vrede op aarde!" een Kerstcantato samengesteld, die, by het naderen van het Christenfeest opgevoerd, in groote mate aandacht trok. Aan hot verslag van een der opvoeringen ontleenen wy het volgende als slot van ons Kerst artikel In het begin der eerste afdceling wordt op laaggehouden mineurtonen verhaald, hoe de Israëlieten eerst gezucht hadden in de Babylonische gevangenschap en nu nog verdrukt worden door Rome. Eenige stemmen boloven uitkomst door do geboorte vun den Messias «voor wiens majesteit de heidenen bukken zullen". Deze «straal der hope", eerst door het kinderkoor bezongen, wordt daarna in algemeen koor juichend begroet. De door Rome voorgeschreven volkstelling noo«lzaakt Jozef en Maria naar Bethlehem te reizen. In een stal vinden zy een rust plaats. Daar wordt de Messias geboren, en in den wonderschoonen Kerstnacht, d«xir .stillen maneschijn en schitterend starge wemel" verlicht, verschijnt onder -zefirge- ruisch" en te midden van .ambergeuren" een engel, bode «les hemels, om den in het veld van Bethlehem gelegerden herders do komst van den Verlosser te berichten. In het byzondcr vult «lc aandacht op dit gedeelte eerst v<x>r kinderkoor mot arpeggiobegeleiding, later voor alt, solo, wier zang door eene melodie op de piano omslingerd wordt. Zacht trilt hierna bet Engelenkoor met orgelbege leiding: .Eere zy God in den Hooge, Vrede op aarde, in de menschen een welbehagen Onder wiekslag vertrekken de engelen, en een dankend koraal wordt door het ganschc koor, met orgel en piano begeleid, tot Jehova opgezonden. Simeon, een oud man, wien voorspeld is, dat hjj niet sterven zul, vóór hij den Messias heeft gezien, komt tempel, waarta, als daar Jozef en Maria en het kind Jezus zijn. Bljjde verheft hy zijn lofzang. Juichend stemt het vrouwenkoor met hem in. Het is de zegepruul van het licht der liefde, ,dat voor het aangezicht van alle vol keren met eeuwig reiner stralen schynen zal". Nu echter wordt hot duidelijk, dat Israël niet gekregen hoeft, wat het verwachtte. Een held, een bevrydor van het juk der vroemden verwachtte het een zachte wijsgeer kwam, die buigen leerde in plaats van verzet, liefde in stee van wreken. Bespot en gekruisigd werd hy Israël greep zonder hem naar de wapenen tegen Rome, doch Jeruzalem werd verwoest, en hot Israëlitische volk over de aarde verstrooid. Maar viel ook Israël, Jezus' leer viel niet. Zelfs de overwinnaar werd verwonnen, «laar Rome boog voor Jezus' naam, .en 't licht, in Bethlehem ver schenen, joeg wreed- en woestheid voor zich henen". Met deze laatste w«>ordcn zyn de samenstellers der Cantate gekomen op de algemeene beteekenis van hun onderwerp liet ideaal van Jezus liefde voor de naasten is nog ,der hope morgenster" voor de beteren onder de menschen, en het vertrouwen op het eenmaal bereiken daarvan trilt ontroerend door het schoone slotkoor, aanvangende met Vondel s bekende woorden O, Kerstnacht, schooncr dan de dagen Blinkt tot in eeuwigheid uw licht! Uw gloed schenkt krachten om te «lragen, Tot voor uw glans hot duister zwicht. Na negentien maal honderd jaren Ruischt nog uw jublend eng'lenkoor Den mensch bij duizend krygsgevaren Het hoopvol lied des vredes voor. Der lieldcleer zal zegepralen Eens volgt het menschdom haar gebfon Eens zal de vrede op aarde dalen, En vult «le zelfzucht van baar troon. Als Waarheid, Recht en Licïilu spreiden Hun glans voor 's werelds aangezicht, Dan sterft tic haat, dan eindt het Ijjdcu, Dan is het dag, dan schynt het licht. Uit nel Muiiemaiid. In een onzer vorige nummers maakten wi molding van do onrustbarende werkstaking te Marsoillc, dio daar wa« ontstaan en nog grootere uitbreiding dreigde to nomen. De pogingen, aangewend om aan deze ernstige zaak een einde te maken, hebben, na vele teleurstellingen, eindelyk dool getroffen, en do staking behoort thans tot het verledene. In groote mate word de in den regel zeer drukke scheepvaartbeweging to Marseille door die staking belemmerd, doordien verrewog hot grootste deel dor haven- dok- en boot werkers er in doolde. Even plotseling als do staking ontstond, liep zy ook ten einde. De werklieden schynen toch in werkelijkheid eene overwinning to hebben behaald. De motie, wivr aanneming het sein is geweest voor de hervatting van drn arbeid, bevatte gunsiigo bepalingen in hun belaog mot uit zicht op hulp en steun van rcgcoring en volksvertegenwoordiging en van de vertegen woordigers van handel en scheepvaart. De arbeiders konden, toen in duzo voorwaarden word toegestemd, tevreden zyn. In hot ver volg is bun een voldoenden waarborg ver zekerd. De maatschappijen, die in de groote havenstad werkgeefsters zyn, hebben na beloofd, de bcsla-ndo overeenkomsten voortaan to zullen naleven, waartegenover de werk lieden hebben verklaard, dat, by nictnaluving dezer overeenkomsten, door hen de staking onmiddollyk zal worden hervat. De zittingen van hut Engelscho Parlement werden docer dagen door den Lord-kanselier, in naam des Konings, verdaagd. Dit zou nu voor hot buitenland van weinig of geen belang zyn, waren het niet, dat in do daarbjj voor- gulezen sluitingsredo algemeen belangrijke onderwerpen werden ter sprake gebracht. Allereerst werd, by een blik op het verhdone, aan het sluiten van den vrede mot Zuid-Alrika herinnerd, eu verzekord, dat uitzicht bestaat op ecue gunsrigo toekomst voor de niouWe koloniën. Verder werd gesproken van 's Konings inhuldiging, en van de ziekte, waardoor deze plechtigheid moest wordt n uitgesteld. Dan van hot bezoek to Londen van vertegenwoor digers der buitenlandsche bezittingen, en van de reis van minister Cbamborlain naar Zuid- Alrika, waarvan eene gunstige oplossing der alsnog bestaande moeilyke vraagstukken wordt verwacht. Eindelyk werd in do bedoelde red«i aandacht gewyd aan het ook voor den wereld handel voordeelige handelsverdrag, door En geland met Japan gesloten, on aan de ver wikkelingen met do Republiek Venezuela. Voor het overige was de iuboud der sluitings rede gewyd aan du bespreking van binnen- landscho aangelegenheden. In Ht^scn (Duitschland) zyn, tengevolge van den dooi, de riviereu buiten hare oevers ge treden, en is zeergroots schade aangericht. De badinrichting te Uorsteld is door den feilen stroom medegevoerd en eenige bruggun zyn vernield. Hel dorp Kleinbacb staat een meter diep onder water vol ysschollea. Vele wegon in het land zjju overstroomd, zoodat het verkeer op tal van plaatsen is gestremd. .MUL nsilJUIlUKV HELDER, 23 December 1902. VERGA0ERING van den Raad der Gemeente Helder, op Maandag, den 29 Doccmbor 1902, des avonds teu 71/, nar. Ondetwerpen ter behandeling: 1. Ingekomen stukken en Praeadviezen. 2. Supplcloire Kohieren Hoofd. Omslag en Schoolgeld. 8. Begrooting 1903 en begrooting Gasfabriek. 4. Benoemingen. 5. Reclames Hoofd. Oms'ag en id. Schoolgeld De Secretaris der gemeente Helder brengt ter kennis, dat ter Secretarie (afd. Burgerl. Stand) op den 2den Kerstdag, van des voormiddags 10 tot 11 nur ge legenheid zal worden gegeven tot het doen van aangiften van geboorten en overlijden. Helpt Elkander. Zaterdagavond j.1. hield het ziekenfonds «Helpt Elkander» in 't loknol ,'t Centrum* een vergadering, die volgens i>ro*en'i«'ljjst door 129 loden bezocht was.Do president, do heer P. Gondswaardt, opendon mot een welkomstwoord de vergadering, waarna de vice-presidont, de heer J. B. Harens, bjj afwezigheid van den secretaris, de notulen dor vorige bijeenkomst la», die goedgekeurd werden. Daarna deed do penningmeester, de heer H. Kerkhof, rekening en verantwoording over 26 weken, van 7 Juni tot 6 Dec. 1902. Hieruit block, dat het aantal leden, hetwelk in Juni 1.1. 210 bedroeg, door toetreding van nieuwe leden met 15 vermeerderde en door bedanking, vertrek «m roieering met 5 ver minderde, thans 220 bedraagt. Hot getal donateurs was 71 en steeg tot 91. Do ontvangsten hadden gedurende het halljaar be dragen aan contribntiën der l«den f 558 50, aan inleggelden van nieuwe leden f 7, aan donatiegolden f 86,35, aan rente i 13 40 en aan andere inkomsten f 13.50, z-aHat do ge zamenlijke ontvangsten 678.75 waren. Do uitgaven bedroegon aan ziekengeld, uitgekeerd aan 83 ledon, f 588, aan begrafeniskosten f 7 en aan overige uitgaven f 93 51, hetwelk een totaal gaf van f 688,51. Alzoo was er een nadimlig saldo van f 9,76, waarmode de som van f 1210,88*, die in Juni 1.1. in kas was. verminderde on teruggebracht werd op f 1201,07*. Deze gelden z(jn voor het grootste deel rontegeverid b- legd. Do reservekas ging met f31,75 aan geïnde bouten vooruit, doch daar zy een to kort van 3.77 aanwees, bedraagt zy ihans 27,98. De rekening was nagezien door de boeren M. Brizce en E. de Wjjn, dio verklaardon haar in de volmaakste orde te hebben bovonden, waarop deze door do vorgadoring werd go««d- gekeurd, onder dankzegging aan «ion penning meester voor het riohtig beheer der geldmid delen. Hierna deed de Prcidcnt eenige modedee- lingen, o.a. dat het ga- tal donateurs door do ijverige bemoeiingen van den bode in den laats ten tyd aanmerkelijk is toegenomen, waar voor deze dunk verdient en dat het vaand«>l, benevens de lcdenlyst verbeterd en aangevuld zy-». Vervolgons kwam in behandeling oen voor stel, om aan de bestuursleden als tegemoet koming voor hunno moeite J/t cent per lid en per week toe te kennen. Dit voorstel werd gedaan, omdat door do nitbrcidi'g van hut ledental van hot bestuur meer tyd gevorderd wordt dan vroeger. Na eenige bespreking en bestryding on nadat de president verklaard had voor zyn persoon goon hoogere toelage te wonschen dan by tot dusverre genoot, werd een gewjjzigd voorstel in stemming gebracht en aangenomen, waarby men bepaalde, dat de toelage van den Penningmeester van f 20 op f25 en van den secretaris van f op f7,50 per jaar zon worden gebracht. Nadat by de rondvraag nog eenige leden op reglementswijziging aangedrongen en enkele artikelen aangewezen hadden, waarin zjj ver andering wenschten en de president als zyn mecning had te kennen gegeven genoemde wijzigingen onnoodig te achten, werd do vergadering gesloten. Tweede Kamer. In de zittingen, de vorige week gehouden, is met de behandeling der Staatsbegrootiug voor 1903 voortgegaan. Na langdurige en belangrijke besprekingen is hoofdstuk V. (Binnenlandsche Zakeu) aangenomen. Inzon derheid werd daarbjj aandacht gewjjd aan de afdevling Onderwys. Hoofdstuk VII (Nati onale Schuld) en departement van Financiën) volgden, en de hoofdstukken VIII en IX (Oorlog en Waterstaat zyn vóór het einde der week gedeeltelyk behandeld. In de korte Kerstweek zal door de Kamer met spoed gewerkt moeten worden, om de begrooting, als naar de gewoonte, vóór Kerstmis gereed te hebben. Vice-Admiraal P. A. van Rees. f Te Patten, waar hy logeerde, is plot seling orerleden, (naar men zegt, tenge volge van een val) de gep. vice-admiraal P. A. van Rees, van 1875 tot 1879 directeur en commandant der marine alhier. Met het stoomschip »Djambi" nam hjj met de EngeLche, Fransche en Nederl. scheepsmacht deel aan de expeditie tegen Simonoseki. Hy was nog een der overgebleven zee officieren, die den overgang van zeil- tot stoomschip, en van stoomschip tot pant serschip meemaakte. De Residentiebode" verwacht dat de heer W. D. H. baron van Aabeck, kapitein-luit. ter zee, die indertijd door den Minister van Marine, jhr. V. d. Wjjok, aangezocht werd om als diens udjudant op te treden, als aangewezen zul worden beschouwd om den Minister Kruys op te volgen. Dat de heer Van Aabeck nog in Indië is, zou dan verklaren, waarom eerst in Januari de Regcering zich met de vacature zal bezighouden. Trein-deraillement. Vrjjdagmorgen, te ongeveer half twaalf uren, liep te Gonda de aankomende goederentrein no. 1640 tegen een zestal, op het emplacement aldaar staande per sonenwagens. Daar deze wagens vaststonden en dus bjj deu schok voor- noch achteruit konden, was de botsing zóó hevig, dat de locomo tief en tender derailleerden, de opvolgende wagens uit het spoor liepen en omrolden op de wagens staande op het naastaan- liggeud spoor, ze in huu vaart eveneens omverwerpende. De waggon, waarin de conducteur Zjjlstra vertoefde, werd uit elkaar geslagun en deze beambte werd met moeite er uitge holpen. Met hizondere tegenwoordigheid van geest, dacht ZjjLtra het allereerst aan het bijeenzoeken zjjner papieren. Hjj, zoowel als de machinist en de stoker, die intjjds van de locomotief waren gesprongen, kwamen zonder letsel uit de botsing vrjj. In het geheel zjjn vernield 3 goederen wagens, 1 bagage- en 1 personenwagen. De ruïne is natuurljjk groot en het onge rief voor het verkeer belangrijk. Als oorzaak van het ongeval wordt ver keerde wisselstand genoemd. Trein 1040 liep daardoor, in plaats van op het 5de spoor op het 2de, waar de na gedeeltelyk vernielde personenwagens een plaats hadden gevonden. 1'HKÜi: OF AAHOK:. Vrede op aarde? Neen, geen foit Mogen wjj bezingen, Wjjl we zooveel krjjgsrumoer Ons nog zien omringen. «Vrede op aarde", heeft het lied Eeuwen reeds gezongen Toch is 't ideaal nog niet Tot ons doorgedrongen, «Vrede op aardo", schoone hoop, Die vele eenwen tartte I Weemoed vaart, waar gjj U toont, In zoo menig barto. Vrede op aarde", wordt nog thans Als een beo vernomen, En het rein gemoed gelooft, Dat g(j ééns zult komen. Ja, kom vrede Gods, och kom I 'l Is de zoetste bede. Hjj, die couw'ge liefdo is, Hjj geev' ods zjjn vrede! W. M. Ta. 3TZE erILLETOÏT. HET KIND VAN DEN VAGEBOND. 2) Overmoed en zelfverwjjt lichtzinnigheid en berouw wisselden reeds bjj den knaap elkaar voortdurend af, waarbjj zjjn boetvaardigheid en zjjn onveranderljjk goede luim zich som- wjjlon zoo kluchtig met elkaar verdroegen, dat niomand hem lang weerstaan kon en men maar al te licht genoigd was, om zjjn schuld door do vingers te zien. Zoo tamcljjk wel alleD op Lyton Hall ver wanden op deze wjjze den verweesden knaap, bet meest .echter deed dit mrs. Margeret Kent, buisfactotum, die destjjds de opper heerschappij in de kinderkamer voerde. De dolle vol snaakschhoid en do vloierjj zittende Vivian Darre Mortaunt noemde was baar oogappelzjj bield meer van hem dan van sir Mortaunt's kinderen. Van jongs af was haar zjjne verpleging toevertrouwd geworden en zjj, als zjjne bjjzondere beschermster, bad hem als knaap on later als jongeling tallooze «walen uit de klem gered, bom voor een wel- ■verdiende straf bewaard en zjjn dolle streken gebeim gehouden. Zjj trok ook zelfs nog zyn party, toen deze streken, een gevaarljjk ka rakter aannamen en Vivian door eigen rebuld ■de beste vrienden van zich vervreemdde, ja, het teederste hart lichtzinnig verwondde, dat .in do gansche onschuld en warmte der eerste Jieide voor hem klopte. Hjj had zijn nicht Amy Mortaunt geleerd hem te beminnen en Juny had hem dan ook liof met do volle jeugdige kracht van oen edel gemoed. Zjj was een tecdor, onbaatzuchtig meisje, vol ge moed, wier conigste fout bestond in de heftig heid barer neiging voor Vivian. Reeds als kind liet zjj zich door hrm behecrschon oftoode hem alle wegon, spaarde voor hem hot beste en schoonste van dutgeen, wat baar toebe hoorde. En zoo ook had zjj hom haar eigen trouw hart geschonken eer zij zelve in haren kinderlijken zin de hartstochtelijke natnur van baar liefdo begrepen had. Vivian was d~zo niet waard. Hjj was in de verste verte niet in staat Aroy te begrjjpen hjj beminde haar op zjjn oppervlakkige wjjze, dreef den spot mot zjjn eigen gevoelens, spoelde met du hare en pl&agdo haar naar hartelust. Sir Herbert Mortaunt vermoedde niets van 't verdriot van zjjn eenige dochter, die hjj met groote teederbeid lief had. De stillo bedaarde Amy bleef meestal alleoc bjj baar vader, torwjjl de zoon des huizes in Eton vertoefde. Anhur Mortaunt was een vrortrefleljjk geaarde jonge man, wien oen ieder gaarne in hot irisacho, vriondeljjke go- laat zag. Den erfgenaam van Lyton Hall achtte men dan ook algemeen wegens zjjn oprecht, edel karakter. Ook juffrouw Ma'geret deed dit, doch zjj trok den schooncn vroolyken Vivian voor hem oon goed vriend in den volsten zin des woords die nooit in gebreke bleef, waar het gold den dolkop helpood bjj te springen steeds stond zjj bemiddelend tusschen sir Mortaunt en don schuldige, totdat hy op zekeren dag inzag hoe zjjn zuster Amy leed «nder Vivian'» lichtzinnigheid en onverschil ligheid. Van dit oogenblik af verdween zjjn lichtsinnigon neef, wiens onbezonnenheid thans geen voorspraak bjj sir Mortaunt toeliet, toen bet opniouw gold diens billjjko verontwaar diging over neefs verkwistende levenswjjse te doen bedaren. Do maat van het geduld des tlotheers was uitgeputhjj weee Vivian uit Lytoo Hall eo stond hem als de laatste hulp slechts toe, dat hjj met eere in het regi ment in dienst kon treden, 't welk zich desljj ls inscheepte om doel te nomen aan den oorlog in Spanje. Zoo verliet Vivian Carro Engeland on zjjn am mocht in Lyton Hall niet moer ge noemd worden. Arthur's voorspraak was ver stomd on Amy, hot nuttclooze van hare be moeiingen inziende, zwoeg en leed. Zjj had niet opgehouden Vivian liof te hebben dit was haar onmogcljjk maar zjj had hom doorgrond. Nadat zjj de onwaardigheid van dezen man had leeren inzien, wien zjj de reino, oprechte tocnoiging haars harten had geschonken, ver dween haar vertrouwon op diens onstuimige verzekeringenzjj leed zonder te klagen, onder hot bittere bowustzjjn, hem hare achting te moeten ontzeggen, dien zjj zoo innig liet bad. Voor haar teodere natuur was deze voortdurende strjjd tusschen haar gozond ver stand en haar hart te veel. Zjj kwjjnde weg gelijk oen bloem, die door een ruwen rukwind geknakt is. Vivian Carré kon ternanwernood in Spanje geland zjjn, of in het vaderland verkondigden de doodsklokken van het kerkje te Lyton dat de stille Amy Mortaunt don eeuwigen vrede had gevonden. Toon er een vermoeden van de ware oor zaak van den vroegtjjdigen dood voor haar vader opging, groeide zjjn verbilttering legen Vivian aan, wiens aandunkenbjj alle geleden bad. Alloen juffrouw Margaret verontschul digde hem nog io haar geest en noemde hem bjj zichzelven .haren armen banneling' tegen wien men ai te hardvochtig was geweest. Luide waagde zjj bot echter ook niet meer zjjn naam to noomon, zelfs niet, toen het Engelscho legioen naar Engeland terug keerde zonder Vivian. Waar dezo gebleven was, hetzy in Spanje, om daar onder den hertog Esparto verder to dienen, dan wol dat hjj naur Parjjs gesneld was om daar oon loszinnig leven te lcidon, niemand wist hetmon vernam alleen, dat bjj zjjn regiment had verlaten. En dit voerde sir Mortaunt's toorn ton top. Voor hem was zjjn neef thans dood. Er kwam ook geen bericht meer van hem cn zelfs Ijnffroow Margaret gewende or zich aan, do hoop op den terugkoer van haar lieveling op te geven, toon or jaren verstreken, zonder tjjding van hom to breDgon. Daarentegen keerde in hol verloop van die jaren lady Klavia, sir Mortanot's nicht, mot haar echtgenoot uit Indië terug. Nadat de de kolonel de Bracy tjjdens den opiumoorlog do schitterendste bowjjzen van zjjno dapper heid bad gegeven, ;.am hjj in het belang van zjjn familie zyn outslag. Onder het klimaat van Indië had jlady Flavia's gezondheid zeer geleden, van daar dat de genceebeeren haar do vaderlandache lucht aanrieden. Bereidwillig voorde haar echtgenoot haar hierheen terug en kocht in do nabjjheid van liet stillo vlek Lyton, niet ver van Lyton Hall een allerliefste cottage, waarin lady Flavia haar familio een gelukkigen huise- ljjken haard bereidde. Fortuin bezMten de Bracy's niet, veel rjjkdommen hadden zjj in Indië niet vergaard, doch zjj hadden genoeg om overeenkomstig hun stand zorgeloos te kunnen leven. Te midden van haar geliefden, vreedsamon eenvoud van het landleven,.kreeg lady Flavia in haar vaderland weder spoedig hare gezond heid terug. Haar zoontje godjjdo prachtig eu groeido tot een stevig kereltje op. Op zjjn zesde jaar kroeg bjj een zusje tot gezelschap, dat raeltcrtjjd zjjn onafscheidelijk speclge- nooto werd. De kinderen brachten nu en dan zelfs weer loven on vrooljjkheid in de stillo vertrekken van Lyton Hall. Arthur Mortaunt bield dol van bom, en de kleine Amy, oen aanvallig innemend schepseltje ontlokte somwjjlen aan don koud en ernstig geworden slotheer een ft.uwcn glimlach. Van den lovcodigen, vroo lyken Clarence nam dozo daarentegen weinig notitie. Wat Arthur betreft, deze stoeide gaarne met den lovonslnstigen knaap. Hot was hem een genoegen, om de holdore, vrooljjke slem van don jongen in do groote, doodscho ver trekken van Lyton Hall to hooren, waar hjj uit achting voor zjjn vader het grootste ge deelte van het jaar doorbracht. Kinderliefde deed hem afzien van den wensch om verre landen te bereizen, 't geen in zijn studietijd te Eton zjjn lievelingsplan was geweest. Na den dood zjjner zust-r stelde hj) dit uit en bewoonde mot sir Mortaunt hot stamgoed van waar uit hjj zich slechts na en dan een klein uitstapje gunde. En een van dio uit stapjes leidde tot zjjn vroegen dood. Op het jacht van een vriend had hij met een vrooljjk gezelschap oon pleziertochtje op zee onder nomen. Door een storm overvallen, werd het schip naar de kasten van Frankrjjk gedreven, stiet op rotsen en strandde. Arthur Mortaunt, alsmede alle op hem gestelde verwachtingen, vonden daarbjj een graf op den bodem dor zee. Het was een vroceeljjko slag voor den titans kindcrloozen vader. Met den dood van zjjn erfgenaam en «oon verdween voor sir Mortaunt iedere hoop der toekomst. Zjjn rjjk- dom was hom onverschillig. Hoegenaamd geen belang meer stellende in de buiten wereréld, trok hjj sioh geheel van deze terug. Zelfs een deel van zjjn bedienden ontsloeg hjj c leefde voortaan in zichzelven gekoerd; a« gebogen grysaard verzonken in dofte berusting, vermocht den aanblik der menschen nauwe- ljjks moer te verdragen. De tegenwoordigheid van mjjnheer «le Brancy was hom pjjnljjk. Do levendigheid van den kolonel, zjjn voorliefde om plannen to ontwerpen on te sproken over alle», wat bjj dovn kon, waren oon ware kwelling voor den teleurgesteldon, verbitterden, te midden van al zijn rjjkdom zóó onuitspre kelijk armen sir Mortaunt wiens oenigo wensch die naar rust was. Vaak moest lady Flavia met tact en fjjne hofteljjkhcid als bemiddelaarster optreden tuuchen dezo twee zoo geheel uitccnloopende karakters. Hoe zwaarmoediger sir Mortaunt werd, des te mooiljjker werd bare taakzjj zelve echter bleef haren armen oom aange- uaam. Haar bezoek duldde hjj, en ofschoon hjj baar nooit vroeg om terug to komen, noch om karo tegenwoordigheid, zoo goroelde hjj zich bljjkbaar geruster on milder gestemd, wanneer zjj mot cenig handwerk naast hem zat. Dientengevolge kwam zjj bjjna dagolüka op haro zekere, kalme wjjse, die geen afwjjting duchtte en jnflrouw Margorrt's mismoedig gelaat steeds onopgemerkt liet. Zonderling genoeg vehcugdo mevrouw de Brancy, ofschoon zjj oon rebto Mortaunt was. zich niot in d# gunst van do oude dienares van hot huis. Als kind was zjj minder in Lyton Hall ge weest dan haar neef Vivian Carré, dien Meg Kcint zich du eenmaal als lieveling had uitverkoren. (Wordt vervolgd.) en ny rdde

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1902 | | pagina 1