Vervolg der [berichten.
De stranding der Koningin Regentes.
Uit den mond van een passagier, met de
Prins Hendrik to Tandjong Priok aange
komen, vernam het «Bat. Nbld." het onder
staande omtrent het wedervaren van de «Ko
ningin Regentes", welk 6chip, na Donderdag
avond (22 October) met een dertigtal passa
giers en de mail aan boord de liaven van
Tandjong Priok te hebben verlaten, Vrijdag
middag om half zes vast liep op het rif Brom
Brom in Straat Banka
Wij waren allen blij het laatste station op
onze overigens vrij voorspoedige reis, Singa
pore, achter don rug te hebben wij hudden
reeds de ergernis vergeten welke onB ver
blyf in Sabang had medegebracht, waar wij
een onnoodig oponthoud van vier uron hud
den gehad, omdut het met het lossen der voor
die plaats bestemde lading niet zoo vlot ging
als mocht worden verwacht en stoomden met
mooi weer en kalme zee met een aardig
vaartje straal Banka in. Den vuurtoren van
Muntok hadden wij juist links laten liggen
en het liep zoo tegen half twaalf (Zaterdag)
toon plotseling van de brug het bericht naar
ons r.p het achterdek overwaaide dat vóór
uit een schip op het strand zat, niet ver vóór
ons, even buiten de koerslijn, De kapitein en
de stuurlui, druk in de weer met hun kykers,
hadden ul spoedig uitgemaakt dat het de
.Koningin Regentes" was, die vast was gc-
loopen op het Brom Brom rif. Van het par
tijtje, ons laatste, waar wij aan zaten, kwam
niet veel meerde meest luie passagier kwam
uit zyn gemakkelijkcn stoel, de hofmeester
beldo vergeefs voor het middagmaal ieder
lag over de verschansing om naar het schip
te zien dat er zoo ongelukkig aan toe was.
«Voor zoover ik het door mijn kyker kon
waurnemen, ging hot aan boord van het ge
strande schip heel kalm toe, de passagiers
lagen, net als wij, over do verschansing naar
ons te kijken slechts op de brug was men
druk in de weer seinen te wisselen met ons
schip. En jawel, wy hadden het natuurlijk
reeds begrepen dat het zou gebeurenwij
werden gespraaid om hulp te bieden plot
seling stopte de machine, de ankerkettingen
ratelden in den kluisen, een paar slagen
ucliternit en daar draaiden wij voor ons anker
naar de richting van den stroom.
•Nu konden wy de Regentes" beter zien.
Het voorschip lag iets hooger dan het achter
schip en de kleine witgekuifdc krulgolfjes aan
den boeg maakten duidelijk dat daar maar
heel weinig water stond toen was het naar
onzo stuurman zei nog niet eens eb en hij
geloofde dat bij laag water de kiel wel bloot
zou komen, wut later bleek juist te zijn.
Zijwaurls overhellen deed het gestrande schip
echter niethet stond recht en onwrikbaar
op bet rif. Achter liet schip, in dieper water,
lagen alle sloepen geheel gereed om in geval
van nood te worden bemand en de passagiers
op te nemen
«Zóó vonden wij de .Regentes'. Behalve
onze boot lag ook nog de .Speelman* van de
Pakctvaart in de buurt, die echter 's middags
weder vertrok om laadprauwcn te halen van
Palemhaug. liet was namelijk in een raad van
do drio kapiteins, aan boord van de •Regentes'
gehouden, besloten eerst te beproeven of onze
boot het gestrande schip kon afsleepen, zoo
niet en reeds van to voren vreesde men
voor den goeden afloop dan zou de lading
gelost worden en in de Speelman» en de
prauwen overgeladen, waarna men hoopte
het schip gemakkcly'k van zijn onvrijwillige
rustplaats weder in het ruime sop to kunnen
brongen.
«Toen onzo „ouwe* aan boord terug kwam,
antwoordde hy niet veel op de vragen waar
mede hy bestormd werd j toch hoorden wij
al spoedig dat het gaaf was, geen water maakte
en dat op de plaats waar het op hot rif was
geloopon een laag hard zand de onderliggende
koraalsteen bedekte, zoodat de huid van het
schip waarschynlyk vrij was gebleven en dat
de passagiers, dank zij der kalme houding
van commandunt on bemanning, geheel niet
verontrust waren, het oogenblik uitgezonderd
toen dc vuurt van het schip plotseling ge
stuit werd. Doch dc angst, toen gewekt, was
weldra hezworon en er waren onder dc pas
sagiers die don nacht, volgende op do stranding
sliepen als rozen, nu hot schip zoo «heel
rustig" lag.
.Later vernamen wij nog, dat het den vo-
rigen dag in Straat Banka „vuil* weer was
geweest, zooals dc zeeman het noemtwind,
zwaar bewolkte lucht, regenvlagen die het
uitzicht bclcinmerdon. Het was nog dag,
bemerkte en wat haar in hem onaangenaam
aandeed. Haren man wilde zij echter van
hare vrees niets mededcclcn. De eerste maal
in haar leven, dat zij iets voor hem ver
zweeg.
Geheel in beslag genomen door zijn lite-
rarischen arbeid en door zijne colleges, was
hy een minder scherpe waarnemer dan zy
gclyk do mannen over het algemeen maar
op het groote zien. op de duizenden kleine
trekken, waaruit een karakter is samenge
steld, niet altijd voldoende achtslaan, ook
wist zy, dat hy thans, nu er tot het huwc-
Iyk besloten was, alleen voor ernstige tegen
werpingen toegankelyk zoude zijn. En welke
verwyten had zy eigenlyk gezegd ook wel
tegen Kulgatschow kunnen inbrengen Zij
liepen goed en wel beschouwd ten slotte toch
maar alleen op de beschuldiging uit, dat hij
nu eenmaal hij en geen ander was. Zij zwoeg
bygevolg, deed al haar best om de rooskleurige
zijde van dit huwelijk in het oog te houden,
en leerdo van lieverlede om er zich met
Eelicia in tc verheugen, wanneer deze met
een stralend oog op eenig nieuw geschenk
van den bruidegom to wijzen had, of wanneer
zij met trots vertelde, met welk een weelde
hij de villa liet inrichten, die hy te Kr. had
gehuurd. Alle moeders van hare kennissen
benijdden haar om het groote lot, dat hare
dochter had getrokken, dat wist zij, en op
slot van zaken blijft liet toch voor dc meeste
mensehen, zelfs voor hen, die een bescheiden
aard hebben, oene zekere toldoeaing om zich
benijd te zien, alhoewel zy xelven zich wel
licht niet als benijdenswaardig beschouwen.
Eindelijk kwam het govreesdo schrijven
uit Kr.
„Waarde broeder», heette het daarin (zwa
gers, ja, zelfs vrienden spreken elkander in
Polen aldus aan.) Met do tyding, die ge me
maar reeds duister; de lichten waarop men
peilingen kon doon, waren echter nog niet
ontstoken, vau den vuurtoren was niets te
zien. De „Regentes* had daarom de vaart
verminderd en stoomde met halvo kracht,
steeds uitkijkend naar eenig baken, toon opeens
een schok door het schip voer; men hoorde
een schuren over een harden grond, plotseling
lag het schip stil
,/Intusschen werd het bedrijvig by ons aan
boord. Weldra ging weer het anker op en
verbond een zware stalen tros ons schip mot
het gestrande. Eerst met een langen bocht
in het water hangend, kwam de kabel lang
zaam boven, daar strekte bij zich, strak stond
hij, de •Hendrik» trok en trok, dc tros
schuurde krakend langs do zwaro gcleid-
yzers op het achterdek, pang-.... do kabel
knapte af als glas, de einden omhoogvliegend.
De poging was mislukt en het niet herhaald
worden. De «Speelman* lichtte het anker en
wij bleven, het was iutusscben avond ge
worden, in de buurt van het onfortuinlijke
schip om, als er 's nachts soms iets gebeurde,
hulp tc kunnen bieden. Maar alles bleef rustig
en met ccn gerust hart gingen wij Zondag
morgen om vijf uur weder onder stoom.
„Van beide schepen werd natuurlijk druk
gewuifd toen wij de .Regentes» uit het oog
hadden verloren, toen de laatste zakdoek was
weggeborgen, prees ik mijzelf gelukkig goed
en wel aan boord van de .Hendrik" te zijn,
die ons liet land van belofte tegemoet
voerde, maar ook welde een welgemeend kas
sian nit mijn hart voor dc onfortuinlijke pas
sagiers van de .Regentes», vau wie waar
schijnlijk heel wat graag met ons naar Tand
jong Priok waren teruggestooind.
Het drama in het Grand Théatre.
Het Gerechtshof deed Woensdag uitspraak
in de zaak van A. J. van Ingen, die in den
avond vau 7 Mei j.1. tijdens de voorstelling
in bet Grand Théütrc in de Amstelstraut 2
revolverschoten loste op mej. M. J. J. Anje
lier, gescheiden hnisvrouw van C. N. Sclimidt,
en door do vierde kamer der Rechtbank al
daar werd veroordeeld tot 2 jaren gevange
nisstraf wegens poging tot moord, waarbij
het vernemen des daders zich door een begin
van uitvoering heeft geopenbaard en de uit
voering alleea niet is voltooid door de van
den wil van beklaagde onafhankelijke om
standigheid, dat geen voor het leven onmis
bare organen zijn getroflcu.
Het Gerechtshof' overwoog dat de Recht
bank bewezen heeft verklaard, dat de poging
tot moord tengevolge vau do mindere quuli-
teit van liet vuurwapen geen voldoende in
driugiugsvermogen had om mej. Anjelier doo-
delijk te verwonden, doch geon acht hoeft
geslagen op de verklaringen van don des-
knndige Van Egrnond, waarom het Hof het
vonnis, als niet behoorlijk met redenen om
kleed, vernietigde.
Opnieuw rechtdoende overwoog het Hof
dat niet aauemelijk is de opgavo van bekl.
ter terrechtzitting van don liove gedaan, dat
hij van huis gaande de revolver niet heeft
medegenomen omdat hy toen reeds hot voor
nemen had opgevat mej. Anjelier van hot le
ven to bcrooven, daar hy dit wapen steeds
bij zich droeg aangezien hij vroeger was aan
gerand, en het Hof achtte die opgave niet
aannemelijk omdat beklaagde reeds vroeger
bedreigingen tegen mej. Anjelier liud geuit
en do bekl. zich in den schouwburg vau to
voren heeft vergewist, waar mej. Anjelier zat.
Uit de verklaringen der deskundigen maak
te liet Ilof' op, dat. de op mej. Anjelier ge
richte schoten levensgevaarlijke wonden had
den kunnen teweegbrengen. Het Hof was dan
ook van oordeel, dat wettig vaststaat dat do
uitvoering van hot voornenion van bekl. om
mej. Anjelier van liet leven te bcrooven al
leen niet is voltooid doordat een der kogels
geen voor liet leveu onmisbare organen trof,
terwyl dc andere kogel het achtorhoofdsbeen
niet heeft doorboord door de mindere (nulli
teit van het vuurwapen dat geen voldoende
indriiigingsvermogcn had.
Wegens poging tot moord waarbij het voor
nemen des daders niet werd voltooid door
van den wil van den bekl. onafhankelijke
omstandigheden, veroordeelde het Hof den
bekl. tot eene gevangenisstraf voet' don tijd
van vyf jaren.
Zondagavond omstreeks acht uur
kwamen onder HeinkeuBzand by een werk
man, wiens vronw alleen thuis was, twee
personen binnen, die om onbekend te
blyven, een zak over het hoofd hadden
geworpen. De mannen vroegen de vrouw
toezondt, hebt go zeker zelf niet gemeend,
my genoegen te doen, en bij gevolg zult ge
dan ook wel niet verwonderd zyn, wanneer
ik u zeg, dat ze my onaangenaam aandeed,
reden dau ook, waarom ik ccnigen tyd ver
strijken liet, alvorens ik baar beantwoordde.
Je hebt toegesU'md in do verloving van
Felicia met don heer Kulgatschew, zult er
dus wel uwe grondige redenen voor hebben
en bent zeer zeker van diens vroeger loven
goed onderricht. Ongetwijfeld zult gij ook de
uitstekend-» eigenschappen x .in dezen heer
kennen, die u uit het oog konden doen ver
liezen, dat het tot dusver de trots van uwe,
zoomede van mijne familie was, dat neg nooit
een Rus daarin werd opgenomen. In mijne
afzondering is diens roep echter nog niet tot
mij doorgedrongen.
Mijne vrouw, die zooala allo vrouwen, naar
alles vraagt, zegt vei nomen te hebben, dat
Felicia's aanbidder zeer ryk is en hier eene
villa voor zich cn zijne jonge vrouw heeft
gehuurd, die hy met eene verfijnde weelde
laat meubilceren. Vrouwen hebben van zulke
zaken gewoonlijk nog al verstand, die van u
ook, liarc vreemde afkomst zal haar dc om
standigheid, die ray pijnlijk aandoet, waar
scbijnlijk als een voorrecht doen beschouwen.
Daar Felicia, myn nichtje, myn petekind
is, zal ik niet in gebreke kunnen blyven,
haar te bezoeken, wanneer zij hierheen komt,
dat ik er my ten allen lyde in verheugen
•/al, wanneer zy my bezoekt, dat ik er ook
de voorkeur aan zal geven, wanneer zij niet
in gezelschap van haren man komt, dit alles
behoef ik u zeker wel niet eer.-t te zeggen.
Hij zal de eerste Rus zijn, die myn drempel
overschrijdt. Dat hij met zijne eigene regee
ring overhoop ligt, gelyk ge my hebt mede
gedeeld, verandert niets aan mijn gevoelens.
Wat men is, dat moet men ook geheel zyn,
om geld, dat deze verklas'de niet te heb
ben, bij welke verklaring zy bleef, toen
de indringers beweerden dat er wel geld
moest zyn, wjjl de aardappels verkocht
waren. Daarop werd de vrouw geslagen
en geschopt. waarna de mannen een kast
je doorsnuffelden en een baaien rok mede-
namen Een hoedendoos, waaronder juist
het geld lag, lieten de dieven staan. De
vrouw vluchtte naar buiten en riep om
hulp, doch zonder gevolg. De dieven ver
wijderden zich toen.
13jj eenige verdachte personen ia, nadat
de burgemeester van het feit in kennis
was gesteld, huiszoeking gedaan, doch zon
der resultaat.
De oudste telegrambesteller in ons
land, de 92-jarige D. Schuyt te Heusden,
is overleden. De laatste dag*"n kon hy zyn
functie niet meer waarnemen, waarom hy
ontslag vroeg.
Uit Terneuzen wordt aan de M. C.
gemeldDe commissaris der veiligheids
politie uit Gent was Woensdagmorgen hier
om een onderzoek in te stellen, naar een
moordenaar, uit Brussel, van wien men
vermoedde dat hjj naar Nederland was
uitgeweken.
De gemeente politie arresteerde een met
het portret overeenkomst vertoonend rei
ziger, die zyn identiteit wist te bewyzen.
In den loop vau den volgenden dag sein
de men uit Gent dat de moorde:i:*ar al
daar was gearresteerd.
Een oud gebruik.
In het westelijk deel der Veluwe, de
streek waarvan Putten het middelpunt
vormt, vierde men den 18den dezer, het
zoogenaamde 8midsvet. Het is de dag,
waarop de boer by wagenmaker en smid,
soms ook by den schoenmaker, zyn schul
den komt betalen. Veertien dagen te voren
zeuden genoemde ambachtslieden een bode
by hun klanten rond, met de uitnoodiging
om sop 't vet" te komen. Wie niet ge-
noodigd wordt verschynt niet, al heeft hy
ook honderden schuld.
's Morgens zeer vroeg reeds, trekt de
boer er op uit. By den smid gekomen
wordt hem allereerst een steenen pyp en
tabak g'-presenteord. Voorts heeft hij maar
te zeggen, wat hy drinken W:l, brandervyn,
bitter, klare, 't is er volop. Vroeger schonk
men in een bierglas en ieder dronk daar
uit, naar dat het hem smaakte; thans
schenkt men uit een gewoon glaasje, dat
is fatsoenlijker. Smid of wagenmaker zitten
ia een afzonderlijke kamer, om de centeu
van de kluut.en in ontvangst te nemen.
Heeft hy betaald dan krjjgt hij een
borrel voor quitantie en kan zich aan
tafel zetten. Die tafel ziet er goed uit.
Wittebrood, kaas, suiker, alles is er in
overvloed. Vroeger kookte men groote ketels
soep, doch die tijd is voorby. Van buiten
gewone eetpartyon, zooals men die vroeger
kende, hoort men thans ook niet meer.
Toen gebeurde het wel, dat er op het
smidsvet" afschuwelijke dingen gebeurden
en sommigen zich minder mensckwaardig
aanstelden.
Is men nu by den smid geweest, dan
wordt b(j den wagenmaker hetzelfde pro
gramma afgespeeld. Men begint er van
voren af aan te eten en te drinken. De
onderwerpen van gesprek aan tafel behan
deld, zyn velerlei. De afloop der Hoornsche
veemarkt komt er echter zeker onder voor
en voorts de stand van knollen en spurrie.
Intusschen schenkt de gastheer nog eens
in en 't is niet te verwonderen als de boer
's avonds in vroolyke stemming huiswaarts
keert.
Als wagenmaker en smid elkaar den
volgenden dag ontmoeten, dan is het niet
zeldzaam, dat er geklaagd wordt over de
vele wegbljjvers. tloe minder er geweest
zyn, hoe lichter de beurs.
en druomen van ineonsmelting van twee
elkander vijandelijke volken beschouw ik als
de afdwaling van een dwaas hoofd. Vuur en
water kan men nimmer verbinden het
resultaat is damp.»
De brief bevatte de verdere mededeeling,
dut een bruidsgeschenk voor Felicia reeds
was afgezonden en buitendien kwamen er
als 't ware uit berouw over de voorafgaande
scherpe zinsneden, nog eenige zeer hartelijke
woorden voor den professor, en daarmede
sloot het schryven. Hoofdschuddend reikte
Lcntowska het zijne vrouw .jou had hij
buiten spel moeten laten,' merkte hy op >al
het overige houd ik den kluizenaar ten
goede.»
Zij glimlachte. .Zijn verwijt treft mij zóó
weinig, dat het my zelfs niet eens krenkt.'
By zijn denkwijze vind ik 't overigens zeer
lofwaardig, dat hij zich niet geheel en al
van Felicia losmaakt. Hy heelt zijn zeer
goede eigenschappen en op zijne manier heeft
hij werkelijk lief,* gaf zy toe, blijkbaar ge
wonnen door het scherpe oordeel van den
zwager omtrent Kulgatschew.
Maar hoe dan ook, het doet me genoegen,
dat ze in de vreemde stad aan hem een steun
heeft.»
Felicia zelve was van een geheel andere
mecning, toon haar dc inhoud vau den brief
werd medegedeeld. Te kalm, om zich tot
groote demonstraties te laten vervoeren, ver
klaarde zij eenvoudigOuderdom en al te
groote afzondering hadden oom partijdig en
bijna onnoozcl gemaakt. Zij dacht er in de
verste verte niet aan, om hem zijne woorden
kwalijk te maken, wie echter haren man niet
van harte welkom heette, met dien zon zij
ook niets te maken willen hebben.
Inmiddels werd echter het toegezegde ge
schenk gebracht on dit bewerkte nu oen
Buitenlandsche berichten.
Bijna levend begraven in St. Pierre.
Men herinnert zich misschien nog wel,
hoe na de verwoesting van St. Pierre be
richt werd, dat de eenige, die de verschrik
kelijke uitbarsting overleefde, een neger
was, die in een twist een aoder gedood
had en daarom juist op den dag van de
catastrophe in de gevangenis geworpen
was. Deze neger, Ludger Sylbaris, schildert
in Let jongste nummer van het »Wide
World Magazine< uitvoerig zyn lotgevallen,
terwyl er officieële verklaringen als bewy
zen zyn bijgevoegd. ZyGe ervaringen na
het komen in de gevangenis in den kelder
van het gerechtshof schetst hy als volgt
»Een aantal trappen leidde naar myn
cel die aan bet uiterste eind van het ge
rechtshof lag. Ik ging op het stroo zitten,
dat op den grond lag. De twyfel of ik een
moordenaar was of niet, maakte my bijna
waanzinnig. Half onbewust voelde ik een
op en neer gaan vau den vloer en een
of tweemaal een geluid, dat klonk als een
verwjjderde donderslag Maar ik dacht niet
meer aan de dreigende waarschuwingen
van den Mout Pelée en sliep in. Toen ik
wakker werd was mjjn eerste indruk dat
de grond waggelde en hoorde ik weereen
verwijderd gerommel.
Eerst was er eenig licht. Aan de deur
hoorde ik een geruisch de cipier kwam
met water en broodik at nauwelijks en
bleef onbeweegelyk zitten. Opeens, met
een niet te beschrij »en snelheid, veranderde
myn cel geheelzóó plotseling, dat ik er
niets van begreep. De lucht werd dik, het
beetje licht, dat nog in de cel drong, was
weg. Ik hoorde in de gang boven mij
loopen. Verschrikkelijke onverstaanbare ge
luiden kwamen tot mg. Ik kon niets zieD.
Maar toen, even plotseling als het eerst
donker geworden was, scheen myn cel in
vuur te veranderen het was overal aan
de mureD, van den grond tot den zolder,
in myn oogen, neusgaten, mond, longen,
myn geheele lichaam, het was een droog,
stekend vuur, zouder vlammen, schroeiender
dan de gloed van een oven. Ik schreeuwde
luid op maar geen menschelyko stem
antwoordde tny ik brulde als krankzinnig,
dat men er mg moest uitlaten.
Van een brand kon die hitte niet komen,
want niemand kwam er mg nitlateu en
er was geen geraas alsof m«n trachtte het
vuur te blusschen. Nu begonnen de grond
slagen van het gebouw te wankelen, ik
hoorde de gebouwen ineenstorten, door
het gedonder en gerommel heen. Ik werd
door geen van die vallende massa's ge
troffen, ofschoon op myn cel reusachtige
massa's vielen. Plotseling voelde ik in de
duisternis een brandende pijn aan myn
voeten iets als gloeiend zand viel in de
cel, het brandde als gesmolten ijzer. Het
vloeibare vuur verbrandde myn beenen,
en toen ik een poging deed ze weg te
trekken, viel ik er in en was het onderste
deel van mijn lichaam als verlamd.
Het stonk verschrikkelijk naar zwavel,
ik kon nauwelyks ademhalen. Na een poos
werd de pyn minder. De tyd ging voorby
ik wist niet of het dag of nacht was.
Ik zocht of er nog brood en water was
en, daar de beete massa langzamerhand
bekoeld was, strekte ik er mij op uit.
Om mij heen heerschte een doodsche
stilte. Spoedig kwamen weder lichtstralen
in myn cel vallen en kon ik onderscheiden
of het dag of nacht was. Driemaal ver
wisselde het licht met de duisternis
toen hoorde ik een zacht kloppen tegen
de puinmassa en menschelyke stemmen.
Spoedig werd het lichter, de bijlslagen
vielen snel en krachtig op het puin, de
opening werd grooter, een man sprong
naar binnen.
Eenige oogenblikken later was ik buiten,
bijna te zwak om te staan, half blind,
maar vry
Marine kazernes in Amerika.
Het bouwea van kazernes tot hot huis-
geheelen ommekeer in hare gevoelenshet
was een kostbaar parelsnoer, voor den zach-
ten betooverenden glans ervan begon haar
wrok tegen liaar oom Stanislaus te smelten.
Zy deed het snoer om, bekeek zich bewon
derend in don spiegel, en toen Kulgatschew
zijn namiddagbezoek, dat uren lang duurde,
bracht, vond hij haar daarmede getooid. Zij
vertelde hem met trotsche vreugde, dat de
paarlen een geschenk waren van haren oom
Szymonski.
Hoe de rijke graaf Szymonski is je oom
riep hij, zichtbaar aangenaam aangedaan.
Geen erfoom, Wladimir», antwoordde
mevrouw Lentowska, met hure gulle open
hartigheid, die zij tegenover hem gaarne aan
den dag legde, en hem het gevoel gaf, als
moest hij landen cn zeeën tusschcn zich en
zyue schoonmoeder leggen. «Geen erfoom,
zooals ge wellicht denkt, maar een man, die
eene dochter en een half dozyn kleinkinderen
heeft.'
Dat is my zeer wel bekend, lieve mama»
gaf hy zuurzoet ten antwoord, •alleen dat
hij met 11 verwant was, dat wist ik niet. Al
mag ik mij van het woon! «rijk» ook soms
al niet bedienen, dan zal het mij toch zeker
wel geoorloofd zijn om hem een «zonderling»
te noemen, waarvoor hij dan ook bekend
staat. Het is in dezen gelijkmakenden tijd
werkelijk heerlijk, om zulk een lid in de
familie te hebben.'
Alleen moest zijne originaliteit niet zoo
ruw en zoo scherp te voorschyn treden,«zeide
Felicia, wie enkele plaatsen in den brief
weder invielen.
Vat de zaak niet zoo tragisch op, mijn
engel, zeide hy haar geruststellende en trok
liaar ieder tegen zich aan. Ziet ge het dan
nier, hy moet zich zeiven en zijn vooroor-
dcelen getrouw blyven, om zich niet bloot
vesten van marine-schepelingen, in plaats
van aan boord der wacht- en kazerne
schepen, welk systeem in verschillende
landen langzamerhand wordt ingevoerd, zal
ook in de Vereenigde Staten van Noord-
Amerika weldra krachtig worden ter hard
genomen. Een commissie is benoemd tot
liet ontwerpen van plannen voor derge
lijke inrichtingen.
De hoofdinspecteur van den geneeskun
digen dienst der zeemacht daar te lande
schryft de veelvludig voorkomende ziekte
gevallen toe aan het verblyf op de slecht
ingerichte wacht- en kazerneschepen, die
dikwijls overbevolkt zyn, daar aan boord van
schepen die slechts 450 man kunnen huis
vesten, er 800 onder dak gebracht moss
ten worden.
Er is nu 1.200.000 dollar aangevraagd
voor den bouw van twee kazernes, ieder
voor 100 man.
Moge de tyd niet ver af zyn, dat ook
in ons land de oude houten wachtschepen
moeten plaats maken voor de in alle op
zichten zoo te verkiezen kazernes de onge-
kawde schepelingen behoeven dan niet meer
in kroegen, waarvan vele van het slechtste
allooi, de gezelligheid te zoeken, die de
wacht- en logementschepen niet verschaf
fen kunnen en de gezondheid der man
schappen, die niet gebaat wordt door het
verblyf op de onde uitgewoonde schepen,
zal er zeker op vooruitgaan.
Een verschrikkelijk gevolg
van het dringen op de perrons van een
station is het ongeluk, gebeurd in Maison
Blanche, een klein station te Parys. Meer
dan 350 memeken stonden er op 't per
ron, en jaisfc toen een buitenlandsche trein
binnenstoomde, was er een groot gedrang
ontstaan, met het gevolg dat de vooraan
staanden vooruit geduwd werden en een
vrouw, Vaseur geheeten, met haar doch
ter, een meisje van tien jaar, letterlijk
vóór den trein op de rails geworpen wer
den; de moeder werd gedood, de dochter
heeft slechts een lichte verwonding aan
het been.
Aanbestedingen
in Noord-Holland.
26 Nov. Haarlem 10 ure. Degenio,
bestek no. 210: het maken van bomvrije
gebouwen in liet fort by Hoofddorp, le gcd.,
aardwerk, begr. f 67000 bestek no. 216
het maken van bomvrye gebouwen in hel
fort bij Hoofddorp, 2o ged., levering ran
steenslag, begr. f' 37400bestekken en bo-
grootingen zullen van af 18 Nov. en d<
processen-verbaal van gegeven inlichtingen
van af 23 Nov. ter lezing liggen op het buree
van den besteder.
3 Dec. Haarlem 11 ure. Het Min
van W., H. en N. aan het gebouw van hei
Prov. bestd e voorziening der boorden vai
liet Noord Ilollandsch kanaal in 3 perc., begr
lo perc. f 12000, 2e perc. f 8600, 3e perc
f 4900, massa f 25500bestek no. 200 lig
na 19 Nov. ter lezing aan gen. Min., aai
de lokuien der Pr. Staten en is te bekome!
bij de firma Gebr. v. Cleef, Spui no. 28a ti
's-Graveuhage.
3 Dec. Haarlem 11 ure. Het Mii
v. W. II. en N. aan het gebouw van he
Prov. best.het driejarig onderhoud vai
de werken der Rijkszeehaven het Nieuwedie)
in dc prov. Noordholland ged. do jaren 1904
1905 en 1906, begr. per jaar f 28400bes!
no. 32 ligt na 19 Nov. ter lezing aan get
Min., aan de lokalen der Prov. best. en i
te bekomen by de firma Gebr. van Cleo!
Spui no. 28a te 's-Gravenhage.
10 Dec. Haarlem 11 ure. Hot Mie
van W., H. en N. aan het gebouw van li<
Prov. bost.het driejarig onderhoud de
Rijkszeeweringen op het eiland Texel, pro;
Noordholland, gcd. de jaren 1904, 1905 e|
1906, begr. f 2500 per jaar; bestek 110. 3
ligt na 26 Nov. ter lezing aan het gen. Min,
aan de lokalen der Prov. best. cn is to b(
komen bij de firma Gebr. v. Cleef, Spui n<
28a te 's-Gravonhage.
te geven, aldus heeft hij zich nu eenma
in het hoofd gezet. Eóno concessie hcett t
echter algedaan, jou neemt hy in genade aa
my natuurlijk voorbijgaande, do eerste sti
is gedaan, het overige is slechts eene quaest
van tijd.»
Dan vergist ge u in het karakter vi
Stanislaus', zeide Lcntowska zeer ernsti
Een man, een woord, zoo luidt het spreq
woord.*
,.Ta zoo luidt het spreekwoord,» zei
Kulgatschew losjes, >maar in de werkelijkhi
is het geheel anders. Enfin, we zullen ziq
Ik vermoed, dat zyn angst om Russen
zijn huis to ontvangen, wel daarin zijn gro
vindt, dat het een brandpunt van allo mo
lijke samenzweringen is, ik hoorde daar
minste iets van mompelen.»
Dan lieeft men u verkeerd onderricl
voor samenzweringen zijn Szymonski's dei
wyzen te voornaam,» antwoordde Lentows
Kon de opstanding van Polen met het zwa
bevochten worden, ondanks zijn twee
zeventig jaren trok hij ten strijde. Aangez
dit nu echter niet doènlyk is, begraaft
zich in zijne bibliotheek, zit over oude f
anten heengebogen en leeft in het vorle
een eenzame, miskende oude man.'
•Een eigenaardig, maar ridderlijk karakb
men meent over een kruisvaarder te hoe
spreken,' merkte Kulgatschew op.
Speelt hij komedie, of is het hem ei
met zijne bewondering vroeg mevr*
Lentowska zich zelve af en liet een wanti
wenden blik langs den schoonzoon glijder
Het kinderlijk vrome geloof van
kruisvaarder heeft hy zeer zeker,» antwa
de do professor argeloos, in wiens ziel am
maar zelden urgwaan opdook.
(Wordt vervolgd