KLEINE COURANT
't Ifiieggend Blaadje
De ïïoot ti iei Spion.
voor Helder, Texel, Wierlngen en Anna Paulowna
32ste Jaargang.
Nieuwstijdingen.
RUBRIEK VOOR
KINDEREN.
No. 3231,
Woensdag 3 Februari 1904.
Bu 'eauSpoorstraat.
Telefoonn». 69.
BureauSpoorstraat.
Telefoonn*. 59.
Abonnement
Vliegend Blaadje p.3m. 50 ct.,fr.p. post 75 ct., Buitenl. f 1.25
g Zondagsblad 37* 45 >0.75
g Modeblad 55 80» 0.90
Muzik. Bloemlezing» »»60 »»»»85» >0.90
Voor 't Buitenland by vooruitbetaling.
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BERKHOUT St Co., te Helder.
Buitaui Spoorstraat.
Advertentien
▼mn 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5»
4 maal geplaatst, 1 maal gratis. Bewjjs-exemplaar 21/, Ct
Vignetten en groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan het Bureau bezorgd zijn.
HELDER, 2 Februari 1904.
't Was Zaterdagavond voor de Scherm
en Gymnastiok-Vcrooniging .Oefening kweekt
Kunst* een ware feestavond. Haar President,
de heer C. S. Jaring, had het voorrecht 20
jaar aan het hoofd der vereeniging te staan
en de leden gevoelden behoefte deze zeldzame
gebeurtenis leesteljjk te herdenken. Daartoe
hadden zjj in .Casino* een Soiree Amusante
georganiseerd. Des avonds 8 uur, toen de
leden met hnnne dames reeds aanwezig waren,
verscheen de heer Jaring met zijne familie
in de vergaderzaal. Bjj den ingang werd hjj
korteljjk gecomplimenteerd en zijne echtgenootc
een bouquet aangeboden, waarna de geheele
vergadering hora een welkomstlied toezong.
Daarna schaarden alle leden-turners zich op
het tooncel rondom de .banier der vereeniging
en trad de Vice-President, de heer N. Van
Riel, naar voren, die den jubilaris op harte
lijke wjjze toesprak. Hy bracht in herinnering,
dat het 20 jaren geleden was, dat de heer
Jaring tot President van .O. k. K.« werd
gekozen en onafgebroken gedurende dien tjjd
met grooten jjver en warme toewyding deze
functie had vervuld. Vervolgens schetste hij,
hoe onder zjjn presidium een club van 8 leden
gegroeid was tot eene bloeiende vereeniging,
hetgeen voor een goed deel te danken is aan
de opoffering, die de heer Jaring, zooveel zijn
maatschappeljjke bezigheden dit toelieten, zich
getroostte in 't belang der vereeniging. Spreker
bracht hem een woord van dank voor al het
geen hy gedaan had voor de gymnastiek in
't algemeen en voor »0. k. K.« in 't by zon
der. Als bewjjs van waardeering bood hy
hom een souvenir aan, bestaando in een fraai
bronzen beeld op piëdostal, daarbij den wensch
voegende, dat hy nog jaren lang aan het hoofd
der vereeniging mocht staan en indien een
maal een ander zyn plaats mocht innemen dit
beeld hem mocht herinneren aan den inuigen
vriendschapsband, die tusschen de leden en
hun hooggcwaardccrdcn president bestond.
Deze toespraak werd als bewijs van instem
ming door de turners met den bondsklap
bezegeld, tcrwjjl do gansclie vergadering het
2e feestlied aanhief.
De heer Jaring zichtbaar getroffen door
deze warme hulde, was niet in staat dadc-
lijk te antwoorden, maar deed zulks by het
begin van het tweedo gedeelto van het pro
gramma. Hy betuigde als toen in gevoel
volle woordon zyn dank voor de hartelyke
ontvangst, voor de tot hem gesproken waar-
deerende woorden en voor het fraaie geschenk.
Met voldoening zag hy terug op den voor
uitgang der vereeniging, die thans, behalve
de onderafdoelingen, 55 leden telt. Verder
verzekerde hy, dat hy, zooveel zyn beroeps
bezigheden zulks toelaten, steeds doen zal
wat hy kan in 't belang der vereeniging, om
dat hy de gymnastiek ten hoogste heeft leeren
waardeeren en in ,0. k. K.* altjjd een trou
wen vriendenkring heeft gevonden. Een
daverend applaus volgde op deze woorden.
Het overige gedeelte van den avond was
hoofdzakelyk aan do gezelligheid gewjjd. Er
werden stokoefeningen te zien gegeven, aan
de ringen gewerkt, gymnastische groepen en
■tanden geformeerd en dit alles afgewisseld
door luimige voordrachten en een kluchtspel,
terwyl het geheel besloten werd met een ge
zellig bal, dat rjjk aan aardige verassingen
was, waaruit bleek, dat de turners er goed
■lag van hebben prettig feest te vieren.
Texel, 1 Febr.
De Texelache ysclub heeft Zaterdag haar
jaarfeest gevierd. Een groot aantal a
wezigen hebben een genoegelykcn avond
gehad en inzonderheid genoten bij de zeer
verdienstelijke opvoering van Malle Geert",
zangspel in driebedryveu. Tekst van Mart.
Schuil, muziek van Mart. Schuil eu Rich.
Hol.
Het feest had plaats iu de groote zaal
van Hotel Texel".
De heer A. P. Staalman heeft te den
Burg en te Oosterend voor volle zalen
behandeld het onderwerp »Myn gedrags
lijn in de tweede Kamer". Debat had niet
plaat». Alleen te Oosterend werd door den
heer Joh. Eelman een enkele vraag ge
daan.
Tot Voorzitter van de afdeeling »De
Cocksdorp" van den Bond voor Staats-
peneionneering ia gekozen de heer Toet,
Hoofd der school aldaar.
Een herinnering.
»De Havenarbeider" herdenkt in een
hoofdartikel het feit, dat 't Dinsdag a. s
een jaar geleden is, dat de Amsterdam-
scbe havenarbeiders na een strijd van drie
weken de overwinning behaalden en het
blad herinnert nog eens aan de toen ge
vierde triomfen.
Maar zegt het dan
«En thans nu het een jaar geleden is,
dat wjj te zamen op de Beurs de over
winning vierden, waar zijn zjj gebleven,
de mannen uit het Havenbedrijf?
Waar zyn de bataljons der havenarbeiders,
die op 2 Frebuari d9 roem van de geor
ganiseerde arbeiders waren
Wanneer wjj thans op moesten raarchee-
ren, zou men slechts een droevig overschot
van het eens zoo machtige havenarbeiders
leger zien. Wanneer wjj nu op 2 Februari
moesten vergaderen op de Beurs zouden
we, om geen al te pover figuur te maken,
daarvoor moeten bedanken. Piancius zou
•jjna voldoende ruimte aanbieden om het
overschot van het gedunde leger te bevat
ten".
De spoorweg-enquête.
De Dordr. Ct. verneemt nit goede bron
dat de stenografische verslagen der enquête
naar den toestand van het spoorwegper
soneel binnen enkele dagen het licht zul
len zien. Zij beslaan drie boekdoelen en
bevatten te zamen 934 pagina's druks.
In het geheel werden 288 getuigen en
deskundigen gehoord, waarvan enkelen zoo
als onze lezers reeds weten zelfs twee en
meermalen.
Dit geschiedde onder anderen met de
heeren Óudegeest en Van Hasselt.
Herhaaldelijk werd door ontslagen per
soneel, nadat zy de hun gestelde vragen
hadden beantwoord en de voorzitter der
commissie hun verzocht had zoo zjj nog
iets uit zich zei ven in het midden had
den te brengen, dat dan alsnog vrjjmoedig
te doen, de bemiddeling der commissie
ingeroepen om weder bjj de maatschappij,
die hen ontsloeg, te mogen terugkeeren.
Steeds was daarop het antwoord van den
Voorzitter dat inwilliging van dit verzoek
geheel buiten de der commissie opgedra
gen taak viel.
Vele ondenkbare toestanden zyn bjj deze
enquête aan het licht gekomen, terwjjl het
ook aan typische antwoorden niet heeft
ontbroken, vooral wanneer de ondervraagde
een beetje breedsprakig was. Wy kunnen
dan ook al willen we op een inhoud
van het verslag niet vooruitloopen niet
nalaten een paar staaltjes te vermelden.
Een der getuigen vertelde o.a. van een
wegwerker die, ondanks zyn karig inkomen,
jaarlyks zyn groot gezin zag vermeerde
ren. De opzichter wees hem erop dat, als
het zoo voort zou gaan, schraalhans heele-
maal keukenmeester bjj hem zou worden.
En de man antwoordde dat de opzichter
daarmede wel geljjk had, doch dat hjj de
f 10 gratificatie niet kon missen, die de
Maatschappij uitkeert aan hen wier gezin
met een spruit vermeerdert.
Een machinist was van oordeel dat het
publiek alleen de mooie zjjde van het vak
zag en verteldetoen ik eens met mjjn
trein in een station stilhield kwam er een
boer naar mjj toe en zeide: „Jullie hebbe
toch maar 'n leuk leven, zoo maar op de
locomotief te staan en nooit behoeven te
werken."
»Zoo, wat noem je dan werken?'
»Wel heuen 1"
Nu dan ben jullie gauw uitgewerkt,
want heuen" duurt maar een paar maan
den ik werk van 1 Januari tot 31 Decem
ber."
Het 6-jarig zoontje van den heer A.
V. te Tilburg kreeg by het eten een beentje
in de keel. Daar men dit niet kon verwijde
ren, werd geneeskundige hulp ingeroepen.
Intusschun leed het kind lievige pijnen,
en werd het naar het gasthuis vervoerd.
Geneeskundige hulp mocht niet meer ba
ten. Het kind overleed na verschrikkelijke
pjjnen te hebben geleden.
Een merkwaardigheid.
Men schryft ons uit Rozendaal
Eene zeldzame gebeurtenis heeft Donder
dag hier plaats gehad. De echtgenooten
van drie broeders, de heeren Louis Cockx,
Frans 'Cockx en Charles Cockx, verrasten
haar mannen ieder met de geboorte van
Doodslag
De slager J. te Prinsenhage, die onlangs
door zijne vrouw met een slachtersmeB
levensgevaarlijk werd verwond, is Vrydag
in het gasthuis daar aau de bekomen
wonden bezweken.
Op last van den officier van justitie te
Breda zal het ljjk gerechtelijk geschouwd
worden.
Een diefstal van 150.000 francs.
Donderdagavond tusschen 8 uur en mid
dernacht is op het wisselkantoor van den
heer Hekkers te Brussel inbraak gepleegd,
terwyl de bewoners naar den schouwburg
waren. De inbrekers wisten zich door mid-
d'd van valsche sleutels toegang tot het
kantoor te verschaffen, waar zy de brand
kast openden en voor een waarde van
150.000 francs aan bankpapier vonden.
Aalesund.
Dat de Dood te Aalesund hoog gestegen
was, bewijst een brief van den kapitein der
Phünica, het hulp-mhip uit Hamburg. Zoo
dra het schip in de haven lag, werd het
'bestormd door hongerige menschen, aan
wie binnen 2 uren 2100 portiën uitgedeeld
konden worden, 's Nachts werden 2500
menschen aan boord opgenomen.
Er zyn nu drie bergplaatsen voor levens
middelen en kleeren te Aalesund opgericht.
Geld is er voorhands genoeg: ongeveer
250.000 kr.
Met grooten yver is men aan 't bou
wen gegaan. De leiders van de hulpex-
peditiën laten 't voorbeeld geven door het
opslaan van schuren, waarin de dakloozen
voorloopig een onderkomen vinden. Er zyn
overigens weinig rechtstreeks hulpbehoe
venden meer, daar 7000 menschen in
plaatsen in den omtrek opgenomen zyn.
Eigenlyk dakloozen zyn er niet meer.
De schade wordt nu op 17 millioen kr.
begroot.
Een bekentenis.
Een zonderling geval wordt in een op
roeping van den Britschen vice-consul te
Oskarehavon in Zweden bekend gemaakt.
In Dcc. 1898 vertrok uit Huil de Zweedsche
stoomboot Thekla, thuis behoorende te Os
karshaven, na3r Malmoe. Sedert is niets
meer van dit schip vernomen. Onlangs
echter overleed te O. een Noorsch zeeman
na op zyn sterfbed de bekentenis afgelegd
te hebben dat hjj zich op 13 Dec. '98 op
een Engelsche stoomboot bevond, toen
deze met volle stoom op de Thekla invoer
zoodat deze weldra zonk. Ofschoon het
mogelyk was hulp te verleenen, zette de
Engelsche boot de reis terstond voort. De
Britsche gezagvoerder vreesde vermoedelijk
dat hem de schuld zou worden gegeven en
liet alle opvarenden plechtig zweren nooit
iets van het geval bekend te maken. Aldus
verhaalde op zyn sterfbed de zeeman. De
consul verzoekt nu een ieder, die van deze
vreeselijke gebeurtenis iets weet mede te
deelen, zich bjj hem aan te melden.
Postdietstal.
Wederom wordt een ernstige postdiefstal
gemeld. Een aangeteekenda brief van Am
sterdam naar Diepenhsim bleek van den
geheelen inhoud (f 1750) beroofd te zijn.
Dit is thans reeds het derde geval in korten
tjjd. Eerst een brief van tmsterdam naar
Venlo met een groote geldwaarde, daarna
een aangeteekende brief van Amsterdam
naar Mepp°l, en nu weer deze. Bjj alle drie
gevallen waren de brieven op kunstige wjjze
geopend en met eene soort stjjfsel dicht
geplakt. Thans zyn de nummers der bank
biljetten bekend en is de diefstal zóó
tydig ontdekt dat het onderzoek tot een
kleineren kring beperkt bljjft.
„Een stem uit het volk".
Feestlied, te zingen door Helder's ingeze
tenen ter eere van H. M.de Koningin-Moeder
der Nederlanden.
Wjjze Hiephup, hoera
I.
Heft aan, met opgewekten geest,
Een feestlied, rein van toon,
Bjj 't Jubelfeest der Eed'lo Vrouw,
Eens draagster van de Kroon.
Op dezen stond herdcuken wjj,
Haar, in ons feest'ljjk lied
Wjj vergeten om het dierbaar Kind f
De brave Moeder niet. f
Komt laat ons allen blijde zingen
Aan Tcxcls rêe, hiep, hiep, hoczco I
En juichen, jub'len, dansen, springen,
Hiep, hiep, lloera!
Koningin Emma.
II.
Waar het eed'le hart een roepstem hoort
Om hulp eu steun in nood,
Is 't wjjlen Willem's Gemalin
Die liet eerste hulpe bood.
Zij helpt altyd mot raildo hand,
Zjj is steedB welgezind,
Een sieraad voor ons vaderland,
Eeue Moeder voor haar Kind
bis
Komt laat ons allen bljjde zingen
Aan Texels róc, hiep, hiep, hoezee
En juichen, jub'len, dansen, springen,
Hiep, hiep, hoera
Koningin Emma.
III.
Leef lang", zoo klinkt ons aller bêo,
Gelukkig", brave Vrouw
Gij bindt het oude Oranjehuis
Aan 't Stamhuis van Nassau,
En nu het sierljjk purper kleed
Uw dierbaar kind ontplooit,
Bieden wjj Haar gaarne onzen groet,
Maar u vergeten nooit!
Bieden wjj Haar gaarne onzen groet
U vergeten doen wjj nooit
Komt, Iaat ons allen bljjde zingen
Aan Texels rèc, hiep, hiep, hoezee 1
En juichen, jub'len, dansen, springen,
Hiep, hiep, hoeral
Koningin Emma.
Dichterlijke ontboezeming van B. H Polak, Dijkatr. 73
Uit het Buitenland.
Naar aanleiding der jongste berichten
noemden we in ons vorig overzicht den
toestand voor de Duitechcrs in Zuid-Weat-
Afrika zeer ernstig. Nu waren deze ongun
stige berichten uit Engelsche bron afkomstig
en in een later telegram nog in dit blad
opgenomen werden die berichten tegen
gesproken. Blykcns thans officicele berichten
van den commandant der kanonneerboot
«Habicht" en vooral van luitenant Zülow,
die in Okahnndja opgesloten zit, was en is
er wol dcgrljjk reden om den toestand ernstig
i. Windhoek, de hoofdplaats bljjft
omsingeld en do verbinding met het noorden
is afgesneden. Behalve Okahandja is ook
Otjimbingwo ingesloten. De pogingen tot
verbreking der insluiting werd door de
Herrero's afgeslagen, die den Dnitschers vrjj
gevoelige verliezen toebrachten. Vrjj gevoelig,
want van eene bezetting van 200 man, als
in Windhoek ligt, zonder kanonnen, kan men
geen mannetje misson. De spoorweg is voor
een groot deel nog in de macht der Duit-
schers, die bezig zijn met hot herstel, doch
zeer bcmoeiljjkt worden •door de velo rogens.
Eene 20 M« lange brug is o.a. vernield.
Met de Herrero's vochten heele benden
Kaffers mee. Een ander deel der Kaffer
stammen is trouw gebleven en bewijst zeer
gewichtige diensten. Luitenant Ziilow berichtte
dat hjj het nog wel eenigen tjjd kon volhou
den. Een tweede versterkingskorps van 200
man is Zaterdag uit Hamburg vertrokken
onder warme ovaties. Do officieren en pleeg
zusters waren vooraf door don keizer ontvangen.
Evenmin als de Engelsche ministers het
eens zjjn over do meest aanbevelenswaardige
handelspolitiek voor Groot-Brittanje, evenmin
bljjken do Franschc ministers het eens te
zjjn over do te volgen gedragsljjn ten opzichte
van sommige te nemen maatregelen. Zoo
had do minister van financiën zjjn mecning
uiteengezet over de staatsexploitatie der
spoorwegen op eene vergadering.
De minister van marine} heeft zich laten
(of doen) intervieuwen omtrent deze uitspraak,
waarbjj hjj verklaardo het in 't geheel niet
mot zjjn ambtgeuoot eens te zjjn. Een twee
tal nationalisten, oppositiemannen dus, wilden
dit zaakje, dat de verbonden meerderheid
misschien kon scheiden, nader besproken zien
en dienden eene interpellatie in. Minister
Combcs verklaarde, dut geen der beido
ministers namens de regeering sprak dut
deed h jj. Hjj vroeg om do interpellatie uit
te stellen wat do kamer toestond met 844
tegen 179 stemmen.
De Por te bljjft voortgaan met troepenver
plaatsing. Men moge gelooven dat vorst
Fcrdinand van Bulgarjje den uitgewekenen
Macedoniërs tot een kalmen terugkeer heeft
aangespoord, men moge aannemen, dat
Servië officieel verklaard heeft zich van eene
evcntueele inmenging in Macedonië te zullen
onthouden het zal in het voorjaar bljjken,
dat de Macedoniërs niet kalm en rustig de
langzame hervormingen der Porte zullen af
wachten. Boris Sarafofl', de jonge, vurige leider
der opstandelingen, die thans half Europa
heeft bezocht en nogal sympathie ondervond,
verklaart dat hervormingen als thans inge
voerd worden, zullen blijken niet in staat te
zjjn om het| smeulend vnur uit te doovcn.
Daarvoor zjjn de Macedoniërs te lang ver
drukt en geknecht, hebben zjj te lang gezucht
onder het Turksche juk. Wat zjj wenscheri
zal de Porte nooit geven willen en zonder
dat acht hjj geen pacificatie mogeljjk. De
kamp zal voor de opstandelingen wel zwaar
worden want de Turken zijn volgens de
berichten der Belgische officieren, die do
gendarmes organisceren, uitstekende soldaten,
bestand tegen ontberingen.
Het antwoord van Kusland aan Japan is
nog niet bekend. Dat bladen, die daarover
toch wat meedeelen willen, nu maar aan 't
fantaseeren gaan, is duideljjk. De «Daily
Telegraph" had ook zulk een artikel maar
de Japansche gezant te Londen verklaarde
dadeljjk, dat alles uit de lucht gegrepen
was. De «Times' berichtte reeds een tijdlang
dat Rusland langs de Siberieljjn maar steeds
troepen zond. Een der correspondenten, die
zich eenigen tjjd in Mandchoerjjo bevond,
bericht haar nu, dat do Russische troepen
verplaatsing thans niet grooter dan naar ge
woonte noodig is voor 't aflossen der posten
en garnizoenen. Hij had nergens eenige voor
bereiding voor den oorlog kunnen ontdekken.
Wjj gelooven dus ook niet al te veelwaarde
to kunnen hechten aau een Reulerbcricht uit
Londen, dat op do werf te New-Castle bericht
is ontvangen dat de beide nieuwe Jap. slag
schepen zoo spoedig mogeljjk af gemaakt en uit
gerust moeten worden. En evenmin nemon we
zoo maar aan een ander bericht uit Londen
volgens hetwelk van 2 Februari af, de Trans-
Sibcrische-apoorljjn niet meer zal mogen ge
bruikt worden voor 't vervoer van handels
waren, daar zij dan geheel bestemd wordt
voor het vervoer van troepen en materiaal.
Zo zjjn ons to alarmeerend zoo kort nadat
we niets anders dan van toenadering tusschen
dc beide rjjkcn mochten liooreu.
Marine en Leger.
Uit de Staatscourant.
Bjj K. B. is aan do hoofdmachinist der
le klasse bjj don marine-stoomvaartdienst C.
J. A. Haakman, met den datum waarop hjj,
mot behoud van zjjne aanspraken op pensioen,
uit den zeedienst wordt ontslagen, verleend
do titulaire rang van officier machinist dor
2o klasse.
De kapitein-luitenant ter zee G. L. Goed
hart wordt met 1 April a. s. gedetacheerd in
do directie der marine te Amsterdam.
Ingevolgo K. B. wordt Hr. Ms. logement
schip f Neptunua* met 25 Februari a. s. te
Willemsoord in dienst gesteld.
Bjj gemeld besluit is het bevel over ge
noemden bodem met dezen datum opgedragen
aan den kapitein ter zee H. ti. J. Wolter-
beek.
Voorts worden alsdan daar aan boord ge
plaatst do luitenants ter zee der le klasse
J. II. van Leent en F. W. J. Grocneboom,
eerstgenoemde als eerste-officier, de luitenants
ter zee 2e klasse J. H. Commjjs, A. van der
Slujjs, A. Goedkoop, R. H. van Meerlant, E.
M. Wissmann, A. Vos en A. H. van der
Mersch, de kapitein der mariniers E. Berdenis
van Berlckom, de eerste luitenant der mari
niers J. G. Gruschke, do twoode-luitenants
der mariniers G. J. van Loenen en U. F.
Clarkson, de officier van gezondheid der le
klasse G. J. Colder, do officier van admini
stratie der le klasse J. H. M. Nittel en do
officier van administratie der 2e klasse J. Dolk.
Naar wjj vernemen, zal do heer J. C. do
Iiujjtcr de Wildt, schout-bjj-nacht-titulair,
inspecteur-generaal van het loodswezen, mot
1 April e. k. den dienst met pensioen ver
laten.
Correspondentie.
(Vragen door kinderen van abonnd'a
mjj gedaan, worden gorcgeld in het e. v.
beantwoord.
Sientje Berkhout. Zeker wil ik
ook mjjn kleine Sientje een briefje schrjjven;
je bent er beusch niet te klein voor, maar
wanneer ik je vertel dat ik b. v. deze week,
154 brieven ontving, zult ge misschien be-
grjjpen dat het mjj onmogelijk is allen onder
correspondentie te beantwoorden, en ik der
halve allëën die neem die iets belangrjjkt
bevatten. Van de laadsels enz. neem ik
altjjd de beste op.
Dina Jongkind. Uwe raadsels kwa
men in mjjn bezit en wanneer ze bruikbaar
zjjn, worden ze bepaald bjj gelegenheid ge
bruikt. Ja ik heb op het oogenblik vëol
voorraad.
Geertje Verburg t. Ik vind het hcol
aardig dat gjj iets van U beiden laat hooren.
Zoodra ik gelegenheid heb, neem ik 't ver
haaltje op, maar go zjjt nog niet aan de beurt,
M. H. Kwant. De bedoelde schilder
(Toorop) slaat de nieuwe richting voor on
deze omstandigheid bracht ik in verband met
do omljjsting van uw fraai postpapier.
Jan cn A. D. V o g t. Dank voor hot
compliment aan mjjn adres. Het doet me
genoegen «lat ge overtuigd zjjt dat niemand
bjj mjj een streepje voor heeft.
Margaretlia Grentzius. Liefkind,
hoo gaarna of ik ook aan Uw verlangen
voldoe, moet ge toch bedenken dat hetmoci-
ljjk is U te antwoorden wanneer ge mjj
eigenlijk niets vraagt.
Johanna Grentzius. Met genoegen
verneem ik uit Uw briefje dat ik mjj vergist
heb begrepen
FEVILLETON.
84.)
O God, welk een schande, wanneer ik de
bloedverwant van een misdadiger zou zyn,
maar neon het is slecht van mjj, om ook
alleen maar aan zulk eeno mogeljjkheid te
denken. Maar vader, die arme vader, wat
zal hjj er onder ljjden, wanneer hjj dit bericht
leest.'
Kulgatschew trachtte haar met vriendeljjko
woorden gerust te stellen en was niterst
teeder en lièfdcvol jegens haar. Toen zjj
hem zoo vol deelneming zag, was zjj veel
eerder genegen om aan zijne influisteringen
gehoor te schenken en een eersten, lichten
twjjfcl aan Adalbert in zich te laten opkomen.
Zjj verzette zich togen de gedachte, die haar
krenkte in haar trots en toch wees zjj haar
al niet meer met dezelfde verontwaardiging
terug als in het cersto oogenblik.
Do dag verstreek, Wladimir keerde naar
huis terug, zonder iets anders vernomen to
hebben dan do bevestiging der eerste berich
ten. Ook de avond en de eerstvolgende
ochtendcourant bovatto niets anders dan ver
moedens, allo echter daarin overeenstemmend,
om de schuld van den verdwenene als bewezen
aan te nemen.
Eerst twee dagen later kwamen er nadere
berichten, de streek was doorzocht geworden,
daar immers de mogeljjkheid bestond, dat hjj
overvallen en beroofd was geworden. Noch
aan deze, noch aan gene zjjde van de grenzen
waren sporen gevonden, die tot zulk eene
overvalling besluiten deden. Er was gecon
stateerd geworden, dat Adalbert geld bjj den
bankier had ontrangcD en toen met Mysli-
wetz en diens zoon tot aan den oever was
getreden, om zich vervolgens door den veer
man Dworzak de rivier over te laten zetten.
Deze verklaardo onder ecde, dat hjj de
beide mannen cn den knaap op do gewone
plaats aan land had gezet, toen weer terug
gevaren was on verder niets meer van hen
gehoord had. Mijnheer von Koszynski was
bjjzonder opgeruimd geweest en ha«l nog tegen
Mysliwctz gezegd, dat hjj zich maar niet
ongerust moest maken, alles zou voortrefieljjk
gaan. Dworzak wist nauwkeurig het uur
zjjner thuiskomst op te gevon, een bunrinan,
die hem dien avond bezocht had, bevestigde
deze vorklaringon.
Het werd hoe langer hoe duidoljjker, dat
men hier te doen had met een sluw uitge
dacht en reeds lang overlegd plan, aldus
ging de berichtgever voort, ook onkelc, tot
dusver verborgen gebeurtenissen in het leven
van den verdwenen persoon deden daartoe
besluiten. Met zekerheid werd er verder
niets gezegd on toch was op giftige wijze
alles bijeengebracht, wat een ongunstig voor
oordeel tegen Koszynski kon verwekken.
Felicia legde het blad ter zjjde en verzonk
in een droevig nadenken.
Zou het mogelyk zijn, dat zjj allen zich
in Adalbert vergist hadden, dat er in zjjn
leven dingen voorgekomen waren, die niemand
van hem vermoed had, maar die hem toch
rjjp hadden gemaakt voor eene schandeljjke
daad als deze Haar man zag, wat er
hare ziel omging
Trek je «lat zoo sterk niet aan, mjjn
lieveling,' zoide hjj teeder. »Is Adalbert
onschuldig, dan zal binnen enkele dagen zjjn
naam schitterend gerehabiliteerd zijn en is
hjj schuldig, welnu, dan is hjj doodeenvoudig
je mcdeljjden niet waard.'
Nu gebeurde er iets onverwachts. De ka
merdienaar meldde graaf Szymouski aan en
de oude heer trad binnen.
Het was de eerste maal, dat hjj Kulgat-
schew's drempel overschreed, met een vuur
rood gezicht en alle kenteekencn van hevige
opgewondenheid scheen hjj alles behalve als
een bode des vredca te komen.
Felicia sprong op om hem to begroeten,
Kulgatschew ging hem schielijk te gemout;
de oude heer had echter voor hem slechts
een nauw merkbaar hoof-lknikje over, daaren-
;n vatte hjj Felicia's beide handen on
hield ze teeder vaat.
«Je ziet er zeer aangegrepen uit, arm
kind,' zeido hjj op een toon van medelijden.
«Ik kan me heel goed begrijpen, waarom je
niet bjj ons komt, waar het gesnater van
een dozijn eksters over Adalbert's verdwjjning
je onverdraagljjk zoude zjjn. Ik hen daarom
tot jou gekomen, hier kunnen wjj eens kalmp
jes mot elkaar over het treurige geval
praten.*
Niets kan een vrouw pjjnlijkcr aantloen,
dan gcringachtig van den man, «lien zjj lief
heeft. Felicia had al vaak moeite genoeg
gehad oin haar wrevel te verbjjten, wanneer
Wladimir ten huize van haren oom met dezen
samen was en door hem zoo af*jjzcn«l werd
behandeld. Dat de oude man nu echter tot
zjjn neef kwam om in diens eigen woning
hem onvriendelijk to bejegenen zulks scheen
haar onvergeelljjk toe, eu do wjjze, waarop
zjj dun ook haar oom antwoordde, was, dien
overeenkomstig eene uiterst koele.
Te veel door zjjne eigene gedachten bezig
gehouden, lette hjj daar echter niet op. «Het
eigenlijke doel van mijne komst, Felicia, is
om je eene vraag te doen Is het je som®
bekend of Adulbert zich in Rsewosz of in
Zbyrow, eon vjjand heeft gemaakt. Slechts
een hittere vjjand kan zich op zulk eene
hatelijke wjjze uitlaten als de schrjjver van
de artikelen. Ik weet het wel, Adalbert's
onschuld zal bewezen worden, ik zou er
echter wel toe willen hjjdragon, dat het ge
schiedde en zou dien lagen kerel wel te ljjf
willen gaan.*
Ik heb Adalbert te kort gezien, dan dat
k iets aangaande zjjno betrekkingen in
Rzewosz zou kunnen mededcelen,* antwoordde
zjj koel.
Maar het spreekt toch van zelf, dat ge
geen van die schandelijke beschuldigingen
gelooft,* vroeg hjj tamcljjk heftig.
Tot dusver nog niet.*
Ha zool* Hjj keek uittartend naar
Kulgatschew heen. ,Gjj gelooft natuurljjk
alles.
In dezelfde mato als de opgewondenheid
van den ouden man steeg, werd Kulgalschew's
houding steeds kalmer. «Ik ken Adalbert
Koszynski veel te weinig, om mjj een oordeel
omtrent hen te veroorloven,* antwoordde hjj.
Ik bepaal mjj dun ook tot hotgceu mjj
mjjne vrouw zegt, en dat, wat de couranten
berichten.*
,En natuurljjk is dit laatste voor u een
evangelie
Ook al waro dit laatste het geval, dan
nog zou ik er het recht toe hebben,* gaf
Wladimir droogjes ten antwoord.
Muar om 's hemelswil,* sloof de oude
lieer op, «verklaar mjj dun eens, wat Adal
bert, den braafsten en soliedsten mensch tot
zulk eene euveldaad kon bewogen hebben.
Men vertelt allerlei dingen.' antwoordde
Kulgatschew schouderophalend. «Relations
inavouahlcs, schulden, zulke gevallen kunnen
voorkomen.*
Men* riep do graaf overluid en wondde
zich met een ruk naar Kulgatschew. «Wie
is die «men*? Voor den dag mot dien ,men',
opdat hjj bcwjjzen hjjbrengc. .Men,* hoezeer
ik dat woord haatliet is als een vergiftigde
pjjl uit een hinderlaag. ,Mën* vertelt, «lat
«loze of gene vrouw een minnaar heeft, .mon*
verzekert dat deze of gene man aardig op
weg is om have cn goed te verspelen. Wan
neer de menschen nu maar eens cerljjk wilden
zeggen.ik* verzeker het, in plaats van
zich lafhartig achter dat laster!jjke •men*
te verschuilen, dat alles cn niets kan be-
teekenen.*
Doelt ge daarmede op mjj?' vroeg Kul
gatschew doodbedaard.
«Op een ieder, die het zich aantrekken
wil,* antwoordde de oude heer buiten zich
zelvon. «Ik ken Adalbert sinds zjjn prille
jeugd en weet niets dan goeds van hem.
Anderen, vurig leven niemand kent, moesten
zich ia acht nemen om hem aan te vallen.»
,Oom,« smeekte Felicia met gevouwen
handen. Kulgatschew stond op: (Gjj zjjt in
mjjn huis en ge zjjt een oud man. Het conige
antwoord, dat mjj bljjft; het verzoek om do
kamer te verlaten, kan ik mjj niet het oog
op uwe grijze haren niet veroorloven. En
rest mjj dus niets anders dan zelf heen te
gaan. Wanneer je weder alleen .beut, Felicia,
laat het mjj dan welen.*
De oude heer gevoelde zioh diep beschaamd,
zoodra Kulgatschew de kamer had verlaten.
Ik heb mjj tot heftigheid laten voeren,
Felicia," zcido hjj op een toon van leedwezen,
het spjjt mjj.* Mjjnc mecning omtrent Adal
bert bljjft natuurljjk dezelfde, evenzoo die
aangaande zjjn verborgen vjjand, doch dit
alles gaf mjj geen recht om aldus op te
treden. Ik wil alles doen, opdat er licht in
die zaak komc. Je kunt me geen onkel licht
punt verschaffen, Felicia
,Geen enkel.' antwoordde zjj met bevende
stem. .Alleen ter wille van papa zou ik al
overgelukkig zjjn, indien hot gelukte om
Adalbert's onschuld aan to toonen."
,Ik heb je gekrenkt.' zeide de oude heer
cn keek haar in de oogen, die vol tranen
stonden. liet doet mij oprecht leed. Zeg dat
ook aan je aan je inan. Ik heb met mjjn
bezoek slechts onheil gesticht,' ging hjj droe
vig voort, ,tnaar al ben ik ook terstond r
en heftig, met jou moon ik het goed, aan Dy
heb jo een waren vriend, twjjfel daar niet
aan, Felicia'.
II jj kuste haar op het voorhoofd en ging
heen. Felicia, alleen gelaten, droogde hare
tranen, en spoedde zich vervolgons naar de
kamer van haren man. Zjj vond hem met
een somber gelaat daarin met groote schre
den op en neer loopen. Angstig naderde zjj
hem, zjj vreesde zjjne vcrwyten, die zjj
maar al te gerechtvaardigd zoude gevonden
hebben. Tegen verwachting kwam hjj mot
een vriendelijk gelaat naar haar toe.
.Vergeef het me,' hief zjj uan, nog eer
hjj spreken kon. .Vergeef mjj, maar vergeef
het bovenal (mjjn oom. Hjj heeft later innig
berouw gehad over zjjne heftigheid, tweemaal
achtereen heeft hjj het mij verzekerd."
Kulgatschew sloot zjjne vrouw ia de arme
cn kuste haar.
(Wordt vervolgd.)
-