KLEINE COURAN
't Vliegend Blaadje
voor HelderTexel, Wiorlngen en Anne Paulowna
rr\
Haat en Smart.
No. 3244.
Zaterdag 19 Maart 1904.
32ste Jaargang.
BureauSpoorstraat.
Telephoonn°. 59.
BureiuSpoorstraat.
Telefoonn*. 59.
Abonnement
Vliegend Blaadje p. 3 m. 50 et., fr.p. post 75actM BuitenL 1.25
g i Zondagsblad 37'45 >0.75
i J Modeblad 55 80 0.90
Muzik. Bloemlezing >>>60>>>>85> 0.90
Voor 't Buitenland bg vooruitbetaling.
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BSBKHOUf Co., te Helder.
Bureau i Spoorstraat.
Advertentlön
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5
4 maal geplaatst, 1 maal gratis. Bewjj»-«xemplaar 2'/i Ct.
Vignetten en groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan het Bureau bezorgd zijn.
EERSTE BLAD.
Indische Fenkrassen.
Auteursrecht uitdrukkelijk voorbehouden.
51.
Na in 't U reeds bekende Victoriahotel nog
even lekker gerijsttafeld te hebben, gingen
we met den middagboemeltrein verder door
naar Tjiandjoer.
Ik reisdo heel gezellig samen met 'n In-
landsche ambtenaar, uit de residentie Batavia.
Deze lundsdienaar deed mij weer de noodige
verhalen over de steeds toenemende onveilig
heid in dat zoo beruchte gewest. Er was nu
juist dezer dagen ontdekt, dat verschillende
politiemannen, o a. de demang van Bekasi en
een Inlandsche Wijkmeester der hoofdplaats,
met de roovers heulden en 't kwam reeds zóó
ver, dat ze onlangs in de stad Batavia zelf,
om 11 uur v. m., dus liefst op klaarlichten
dag, hadden durven rampokken in de buurt
van 't Goenoeng Saharikanaal!
Ze waren op Meester Cornelis in den laat-
sten tjjd dan ook zeer angstig, Europeanen,
zoowel als Inlanders en vreemde Oosterlingen,
en de Inlandsche ambtenaar was 't volkomen
met mjj eens, dat aan die Balkantoestanden
niet eerder 'n eind zou komen, vóór en aleer
't gewest Batavia gewoonweg in staat van beleg
was verklaard en 't civiele gezag was overge
gaan in militaire handen. Waarom wordt daar
toch niet evenals op Atjeh en Sumatra's West
kust bepaald, dat geen Inlander zich na zons
ondergang zonder licht buiten z'n woning mag
ophouden, terwjjl dan, ter contróle van een
en ander, natuurlijk sterke met geladen ge
weren gewapende patrouillies op de hoofd
en binnenwegen zouden moeten marcheeren?
De aardigheid van 't rampokken zal er wel
spoedig af zjjn, wanneer de roovers als djahats
worden neergeschoten, zoodra ze zich maar
zonder ober (fakkel) of lautera (lantaarn) ver-
toonen.
Er zjjn bjj de Veld-Bataljons op Java tal
van Inl. en Araboineesche militairen, die op
Atjeh by het kranige Marechausseekorps
hebben gediend. Een of meer brigades van
die dapperen, onder oud-Marechaussee luite
nants, zullen de rampokbenden spoedig heb
ben vernietigd. De rustige bevolking heeft hier
toch evenveel recht op bescherming van over
heidswege als by u in Holland b. v.
Konden de ingezetenen maar een der hunnen
als afgevaardigde naar 't Haagje zenden, dan
had deze allang den verantwoordelijken Mi
nister geïnterpelleerd!
Wie van de heeren Kamerleden wil het
thans eens doen?
Natuurlyk moet dan ook het geschrevene
in Penkras XLI over 't Particulier Landbe
zit ter sprake komen.
Zooals de toestand nu is, kan het onmoge
lijk blyven!
Gelukkig hoorde ik ook nog wel goede
dingen van uit Batavia.
De lezers zullen zich zeker nog wel her
inneren, dat ik 't vroeger gehad heb over het
Stadsverband, het z. g. Inlandsche zieken
huis.
Wie schetst nu mijne verrassing toen ik
mocht vernemen, dat alle grieven zijn weg
genomen, alle grieven hoort ge, net zooals ik
u toen in myn Penkras heb opgesomd!
Of nu juist myn artikeltje daaraan heeft
medegeholpen, durf ik natuurlyk niet bewe
ren, doch wel weet ik, uit zeer goede bron,
dat zoowel Zjjne Excellentie de Gouverneur
Generaal als de heeren van de Algcmeeue
Secretarie myne Penkrassen uit Holland toe
gezonden krygen en ziet, dat geeft me nu
zoo'n moed om op den ingeslagen weg voort
te gaanl Openljjk breng ik der Indische Re-
geeriog hulde voor de jongste reorganisatie van
de Stadsverbanden, zoowel op Batavia, als
te Semarang en te Soerabajja.
Ook is intusschen nog bepaald, dat 't vol
trekken van doodvonnissen niet meer in 't
openbaar mag geschieden, doch heel stil op
do binnenplaatsen der gevangenissen, een wjjzo
maatregel, die ten zeerste moot worden toe
gejuicht
O, 't wordt thans zoo aangenaam werken,
nu ik weet, dat niet alleen duizenden lezers
van verschillende locale bladen uit alle dcelen
van Nederland deze Penkrassen volgen, doch
ook do machthebbendcn hier in Indië, de
mannen, die wanneer zij maar alles te weten
kunnen komen, zoo heel veel kunnen doen,
ter verbetering van bestaande misstanden.
Aan die machtigen in den lande worden
dan ook de nog volgendo reisbrieven met den
meesten eerbied opgedragen.
Ik wil gaarne de brug zjjn, waarlangs zjj
den z. g. n. bruinen broeder en vooral ook
den kleinen man hier kunnen naderen.
De Inlanders weten het reeds overal, dat
ik over hen schrijf in de Ncderlandsche bla
den en zy vertrouwen mjj daarom dikwjjls
veel toe, wat zc voor geen geld tor wereld
aan een ambtenaar zouden durven zeggen.
Eerljjk en nauwgezet zal ik hun wenschen
en grieven onderzoeken en zoo noodig open
baren, in de stille hoop dan nuttig werkzaam te
kunnen zyn voor Indië, nuttig ook voor mijn
vaderland, ginds in het verre Westen.
Ik weet het, ik ben er van overtuigd, dat
de liegeerings personen hier in Indië do goede
koers uit willen, dat er thans een streven
bestaat om ons Bestuur zoo zegenrijk mogelyk
te doen worden, welnu zy zullen het dan ook
billijken, dat ik als reizend .dwarskijker"
mijn meening zeg over het goede en kwade,
dat ik hier en daar opmerk.
Afbreken alleen is echter geen kunst, ik
zal daarom ook steeds trachten op te bouwen,
door naast de kwaal 't geneesmiddel te noe
men, dat in elk byzonder geval kan worden
toegepast.
Moge my echter daarvoor de zoo noodige
kracht en wysheid worden geschonken I
We zyn intusschen de halten Gandasoli
en T j i r e n g a s gepasseerd.
By Gandasoli verlieten we de z. g.
vlakte van Soekaboemi en gingen we op
den rechteroever van de Tjiraandiri we
der 't gebergte in. Links zien we den Goenoeng
Kantjana (1240 M. hoog) en rechts den Goe-
loeg Melatie (1205 M.)
Beide bergen zijn dooreen betrekkelyk hoo-
jen rug verbonden, de waterscheiding tusschcn
de rivierljes, die westelyk afvloeien naar de
Wynkoopsbaai en die welke naar Java's Noord
kust stroomen, de grensscheiding tevens der
•alleien van Soekaboemi cn Tjiandjoer.
In 1882 kwam hier do 683 Meter lango
tunnel klaar, door bedoelden bergrug geboord.
Plotseling wordt het dan ook donker en enkele
angstige medereizigsters hebben nu fluks oen
kaarsje ontstoken, want je kunt immers nooit
weten met zoo'n paar blanda s in den waggon
Ik vraag myn buurmeisje, een werkelyk
joikind «Takoet spa?, 'waarvoor bang?,)
doch deze geruststellende woorden, schynen de
prawan (maagd) heelemaal van streek te bren
gen, waut met 't brandende kaarsje in de
hand, vlucht de nimf dadelyk naar 't andero
eind van den wagen, tot groote hilariteit natuur
lyk van de aanwezigen heeren der schepping.
De Inlandsche ambtenaar is zoo vriendelijk
me uit te leggen, dat de veertienjarige Soen-
daneesche my zeker niet begrepen heeft.
Er zyn er hier in de Preangcr maar wei
nigen die 't Maleisch verstaan, tenminste als
ze niet op de hoofdplaatsen wonen.
Men kon 't ze aanzien de dames, dat ze
blij waren, toen het helle daglicht ons were
bescheen.
We kwamen nu aan 't station Lampegan,
waar de trein van Tjiandjoer op ons wachtte
en we een hoogte van 658 Meter boven de
oppervlakte der zee hadden bereikt.
Nu daalde do weg weer plots -ling tot de
volgende halte Tjibeber, die op 456 M. hoogte
Sommige lozers zullen misschien vragen
.Waar haalt de Penkrasser toch dergelijke
gegevens van daan Hjj kan immers moei
lijk van uit een spoortrein de verschillende
hoogten bepalen enz.!'
Ik zou 't nu heelemaal niet noodig vinden
om hiervan tekst cn uitleg te geven, had niet
'n inwoner van Haarlem in een brief aan de
Redactie van do Stadseditie der oprechte
Haarlemschc Courant er op gewezen, ik 'n
paar onjuistheden gezegd heb by myne be-
schryving van Buitenzorg. Ik acht my daarom
verplicht dien lezer hier mede te deelen, dat
ik geografische bijzonderheden put uit een
bekend standaardwerk n. 1. de Encyclopcadie
van Nederlandsch Indië (laatsto uitgave), zoo
dat, wanneer cr dus op dit feitelijk zoo onder
geschikte gebiod eens 'n paar fouten mochten
insluipen, ik eens en vooral naar bedoelde En-
cyclopaedie verwijzen moet.
De gewraakte onjuistheden over Buitenzorg,
van al zeer weinig belang intusschen, komen
voor op blz. 298. Deel I. Ik zog van al zeer
weinig belang, omdat myne Penkrassen toch
in do eerste en voornaamste plaats beoogen de
zoo noodige belangstelling te wekken voor
Indië cn zyn bewoners, du rest is maar grooto
byzaak en wordt alleen volledigheidshalve ver
meld, omdat dit nu eenmaal zoo by eene reis
beschrijving behoort.
Er is hier in Indië zooveel op to merken
cn to bestudceren, dat ik lieusch niet veel
tjjd cn lust heb om nog bovendien de geogra
fische gegevens van de Encyclopaedie nader
te controleeren. Myn oprechten dank intus
schen aan de Redactie van liet Haarlemscho
blad voor de welwillende toezendiug van het
bezwuarschrift' dat hiermede beantwoord is.
Het uitzicht, wat we hier genieten is als
altyd heerlyk schoon. Do Preanger is een
prachtig land, dat moet gezegd worden.
Links zien wc weer den Goenoeng Gedó
(2962 M) en rechts de ontelbare groene berg
toppen, die zich van af hier tot Java's Zuid
kust voortzetten.
Na nog eens gestopt te hebben op de hal
ten Tjilakoe en Pasir Hajam, halten, waar
als overal een groot deel der derdeklas-rei
zigers, meest eenvoudige koelie's en dessa-
liedcn (dorpelingen), uitstapt en weer anderen
de leege plaatsen dadelyk komen innemen,
bereiken we eindelyk goed en wel onze plaats
van bestemming voor heden Tjiandjoer.
Na een handdruk en een slamat djalan 1
(goede reis met den Bataviaschcn ambtenaar
gewisseld to hebben, staan we op 't vrjj
groote perron.
'Tjiandjoer.
Lt. Clockener Brousson, b. d.
Nieuwstijdingen.
HELDER, 18 Maart 1904.
Rijksmiddelen.
Had Januari het jaar 1904 voor de Rjjks-
schatkist zeer ongunstig ingezet en 7 ton
minder dan de eerste maand van 1903 in
gebracht, Februari 1904 heeft althans een
deel van dezen teruggang ingehaald. Zy
gaf f9.078.663 tegen f8.738.044 in 1902,
dus f340.000 meer.
De eerste twee maanden te zamen zyn
hy het vorige jaar nog f 367.000 ten achter.
Hek nadeelig verschil zit voor f 100.000
in deaccynsen (gedistilleerd, wijn en vleesch)
en voor f 502.000 in de directe belastingen
(waarvan bjjna 4 ton by het successierecht),
ook de telegrafen zijn nog f 16.000 terug
gebleven.
Daarentegen zyn de directe belastingen
bijna 1 ton, de invoerrechten f44.000.de
loodsgelden f35.000, de postergen f71.000
vooruit.
Ameland—Friesche wal.
Meu scliryft ons:
i Een voor de inwoners van het eiland en
voor de bezoekers van de badplaats Ameland
uiterst belangrgk bericht is opgenomen in
de „Staatscourant" van 11 Maart, waar
uit blijkt dat op Vrijdag 8 April zal worden
aanbesteed het herstellen van het zuid-ooste-
lyk gedeelte van den verbindingsdam tus-
schen Ameland en den Frieschen wal met
het daarover gelegen looppad, voor daar
aan toegebrachte schade door storm en
daarmede in verband slaande werken.
Eiudelyk zal dan verbetering worden aan
gebracht in den reeds jarenlang onhoudbaren
toestand, waarin het zoogenaamde looppad
verkeert. Deze verbetering kan eerst nu ter
hand worden genomen, daar korten tjjd
geleden de concessie verleend aan de Maat
schappij tot landaanwinning op de Friesche
Wadden is ingetrokken en overeenkomstig
de voorwaarden daardoor hare eigendommen
aan den Staat zijn vervallen.
Te Buren, op het eiland Ameland,
is overleden Maike Boethuin, op den leef-
tjjd van bjjna 101 jaren. Ofschoon in de
laatste jaren zwak naar het lichaam, bleef
haar geest, tot weinige dagen voor haren
dood h'lder.
Een zoon van den burgemeester v«n
Ooster- en Wcster-Blokker had het ongeluk,
terwijl hij op den zolder zjjner pas vol
tooid" modelboerderij eenige werkzaamheden
verrichtte, door het openslaande luik te
vallen. Hij overleed aan de bekomen wouden.
Valsche munf biljetten van f 10.
Naar wjj vernemen zyn den laatsten tjjd
valsche munthilj .tten in omloop. Reeds zijn
er enkele bg de Nederl. Bank ingehouden
dis droegen het serienummer K. R. 5698.
Het publiek zal dus verstandig doen, goed
toe te zien bjj het ontvangen van munt
biljetten van tien gulden.
De valsche biljetten zyn aan het volgen
de te onderkennen de voorkant is fraai
afgewerkt, doch is veel donkerder van kleur
dan bjj de echte biljetten het watermerk
ontbreekt geheel. De achterkant is zeer
slecht afgewerkt. Niet alleen dat het serie
nummer ontbreekt dat op elk echt biljet
voorkomt onder de woorden tien gulden,
doch tevens mist men de aan d> n achter
kant in diamantletters voorkomende ver
wijzing naar de wet van 1884, terwjjl
bovendien nagenoeg alle harceering in
de boeknummers ontbreekt.
Men boude dus bjj het ontvangen van
muntbiljetten met het bovenstaande reke
ning, en daarby iu aanmerking dat de uit
gever der vaLche biljetten ook evengoed
andere serienummers in omloop kan heb
ben gebracht.
Men schrjjft uit Haarlem aan de N. O.
Nu de schouwburg gesloten is, zyn ook
aan de andere lokalen voor publieke ver
makelijkheden verscherpte bepalingen op
gelegd, aangaande de te nemen maatregelen
tegen brandgevaar.
In de sociëteit Vereeniging moeten op
last van B. en W. tal van wjjzingen wor
den aangebracht. De hoofdingang moet
worden veranderdde stoelen moeten wor
den vastgezet, en het aantal zitplaatsen
mag bidrag-n in de groote zaal zonder
uitbouw van het tooneel 1280 (40 ryen
van 32); met kleinen uitbouw van het
tooneel 1152, met grooten uitbouw van
het tooneel 960. In de repetitie-zaal boven
mogen niet meer dan 256 plratsen zijn,
en op de gaanderjj hoogstens 206. Voorts
moeten in de groote zaal naar buiten
draaiende deuren worden aangebrachtde
lichten achter het tooneel met vlechtdraad
beschermd worden enz.
In De Kroon is de voorste ry zitplaat
sen in de stalles weggenomen moeten wor
den; in St.-Bavo en in het Brongebouw
is eveneens het aantal zitplaatsen aange
geven en last gegeven tot het vastzetten
der stoelen.
Het innemen van andere dan zitplaat
sen is verboden.
In de omstreken van Haarlem is
men bezig de bloembollenvelden van het
laatste riet te ontdoen. De planten zien er
goed uit, doch zyn achterlijk tengevolge
ven de koude winden. Hier en daar ziet
men geheele hoekeu die reeds schoon ge
maakt zyn, doch de juiste bloeityd valt
nog niet met zekerheid te bepalen. Met
Paschen zal de bloei denkelijk niet in zyn
toppunt zjjn. Blyven de nachten zoo koud,
dan is er veel kans dat eerst een wepk
na Pa'chen de fraaiste dagen voor het
kjjkende publiek zullen aanbreken. (Hbl.)
Nadat Zondagavond de sneltrein uit
Rotterdam nauwelijks, omstreeks kwart over
elf, het station Haarlem verlaten had, werd
deze plotseling met een hevige schok tot
staan gebracht. In een waggon 3de klasse,
waarin een troep personen had plaats ge
nomen, die niet vrij van sterkedrank waren,
was voor de aardigheid" aan de noodrem
getrokken. Geen dezer vrooljjkc reizigers
wilde echter den conducteur, die een onder
zoek instelde, den dader noemen. Te Am
sterdam aangekomen, was op het perron
politie aanwezig om de vermoedelijke daders
naar den post aan het Centraal-station
over te brengen, waar het haar gelukte
den naam van den schuldige te w»teu te
komen. Dour deze daad van baldadigheid
ondervond de trein bij a 15 minuten ver
traging en hebben reiz'gers voor de Oos-
terljjnen de aansluiting gemist.
Het voordeel van adverteeren.
De groothandelaar Rudolf Hertzog van
Berljjn, geeft jaarlijks ongeveer 40.000
mark uit aan aankondigingen. Er was een
tjjd dat hg niets uit gaf voor publiciteit
en hij hekent, dat hy toen beter hadde
gedaan zyn magazjjnen te s'uiten, zoo slecht
gingen toen zjjn zaken. Sedert veranderde
hij van gedachte; het eerste iaar besteedde
hy 100 mark aan aankondigingen cn hij
verkocht voor 30.000; het derde jaar gaf
hij 10.000 mark uit. De invloed daarvan
was zoodanig, dat het omzetcijfer klom
tot ongeveer een millioen.
Drie menschen verbrand.
In het bo'ch van Saint-Yrieox, nabjj
Limoges, waren diie houthakkers aan het
werk, eeu vader van 61 jaar met zijn beide
zoons, 22 en 17 jaar oud. Daar zjj ver
van hun woonplaats verwjjderd waren,
hadden zjj een hut van takken gebouwd,
waar zjj overnachtten. Boschwachters von
den d'ze hut verbrand en te midden van
de overblijfselen lagen de verkoolde lijken
der drie houtbakkers Er had ook een
kachel in de hut gestaan en men vermoedt,
dat hierdoor brand veroorzaakt is en dat
het vuur de mannen in hun slaap heelt
overvallen.
Uit het Buitenland.
Het is der oppositie in het EngcLcho
Lagerhuis gelukt aan de regoering eene neder
laag U>e te brengen. Al9 protest tegen een
rondschrijven van den National Education
Board waarin het onderwijs in het lersch
verboden werd op de Nationale scholen, stelde
de afgevaardigde John Redmond voor om een
der posten op de begrooting voor Ierland te
verminderen. Dit voorstel werd met 11 stem
men meerderheid aangenomen. De oppositie
was zelf verrast door dezen uitslag. Een deel
der leden van de rcgecringsparty was afwezig.
Vol ontsteltenis over dit óchcc zonden de
aanwezige regeeringsleden 0111 minister Balfour.
De oppositie begroette hem met den kreet
Aftreden! Een nieuwe bood-chap aan Joel"
Een beetje overmoedig geworden stelde Red
mond voor do beraadslagingen te verdagen.
Balfour had niets tegen du stemming over dit
voorstel, verklaarde hy. De afwezige regee-
ringsgezinden werden in dc haast by elkaar
getr >mmeld en het voorstel werd met 25
stemmen meerderheid verworpen. Ileel veel
practische beteekenis heeft do nederlaag niet,
maar zy teekent toch den toestand. De
rcgeeringsmccrderheid slinkt met den dHg cn
er is wel eenige kans op dat liet der opposi
tie gelukken zal vóór de behandeling der
tariufwettcn het ministerie Balfour ten val
te brengen.
Dc regeering van den Congo-staat heeft
thans in eene ljjvige brochure geantwoord
op de beschuldigingen, vervat in hel rapport
van den Engel-clan consul Cascment, welk
rapport d or de Engrlsche regeering in han
den der Congorcgecring gesteld was. Do
Kngelsche pers had de beschuldigingen breed
uitgemeten. In de brochure worden dio be
schuldigingen een voor een nagegaan en
weerlegd. Zeer ter snede heeft de Congorcgee-
ring eene vergelyking gemaakt tusschcn dc
landen van den Congo-staat cn deEngelsche
regccringskolonio Rhodesia, welke vergelyking
niet in het voordeel der laatste uitvalt.
De Fransche kamer heeft de eerste para
graaf der congregatiewee aangenomen aldus
luidende: ,In Frankrijk is het goven van
ondorwjjs van welken aard en graad ook,
aan de congregatiën verboden.» Minder ge
lukkig was dc regeering echter Dinsdag. Do
afgevaardigde Caillaux stelde toen voor een
uitstel van 10 juren toe te staan aan do
congregaties welke uitsluitend onderwijs geven.
Minister Coinbes verklaarde dit voorstel niet
te kunnen aanvaarden, maar het werd des
ondanks met 282 tegen 271 stemmen aange
nomen. De oppositie wilde daarop hel debat
verdagen, doch dc kamer besloot op voorstel
van Combes, met 37 stemmen meerderheid,
daarop niet in te gaan. Minister Pellctan
hooft zeer uitvoerig zijn boleid en zijne han
delingen verdedigd tegenover de commissie
voor do marinehegrooting. Ton opzichto der
beschuldiging van geldverspilling antwoordde
hij, dat hy bereid is alle documenten dc marine
betreffende o er te leggen met uitzondering
van dio welke de nationale verdediging on
de onderzeesche torpodobooton betreffen.
Keizer Wilhelm wordt den 18den Maart
te Gibraltar verwacht. Do gouverneur heeft
de bevolking opgewekt om den hoogen gast,
zoo nauw verwant met koning Eduard, zoo
luistcrljjk mogelyk te ontvangen. Ook te Vigo
zal keizer Wilhelm fecsteljjk outvangen wor
den. Infanterie- en cavalerietroepon zjjn aldaar
aangekomen en de visschersvaartuigen zullen
voor den keizer paradeeren.
Volgens de Dnilsohe bladen hooft Colombia
eindelyk van zyn pogingen om I'anama te
heroveren afgezien en zjjne troepen van do
grens teruggetrokken. De aanleg van den
Panama- Aineriknauschen spoorweg vordert
goed.
In do Italiaansche kamer is de regeering
geïnterpelleerd over den toestand in Somali-
land. De minister verklaarde in zjjn antwoord
dut het gczamenljjk optreden van Engeland
cn Italië tegen den Mttlah een gevolg is van
de verdragen, die elke beschaafde staat ver
plicht is na to komen. Do slavcrnjj bestaat
niet meer langs de kust van Bcnadir. Italië
wil niets gewaagds ondernemen, maar het kan
zjjn koloniën niet in den steek laten. Doze
verklaringen werden in de kamer met groote
voldoening ontvangen.
Do verkoopers dor valsche Turksclio ridder-
orders zjjn door de rechtbank te Konstantino-
pel tot 15 jaar vestingstraf veroordeeld.
„Do Sultan is bereid de hervormingen in
Macedonië, door de mogendheden aangegeven,
in te voeren*. Zoo luidde immers dc frase,
waarmede de mogendheden worden afgescheept.
Want afschepen met een frase bljjkt het te
zjjn. De Italiaansche generaal De Gcorgis,
met goedvinden van den Sultan benoemd tot
commandant der gendarmerie, ziet elk zjjner
voorstellen door den Sultan verworpen met
een beroep op zijne souvereiniteitsrechton 1
Maar zoo komt er immers niets terecht 1 Daar
kunnen de mogendheden zich niet bjj neer
leggen. Zjj kannen hun minimum eischen niet
nog verminderen en znllen dus door don
Sultan zelve gedwongen worden geweld te
gebruiken.
Naar lnid der jongsto berichten zijn de tjj-
dingen omtrent het gewelddadig optreden der
Chineezen tegen de Europccsche vreemdelin
gen, waarvan wjj in ons vorig nummer mel
ding maakten, nog al overdreven.
Van liet oorlogslerrein is weinig nienwt.
Van belang komt ons voor het interview
dat een Engolsch journalist had met een
Japansch staatsman, pas te Londen aangeko
men. Deze verklaarde dat het niet in de be
doeling van Japan lag een Aziatische beweging
tegen Europa te verwekken. Het wil niet
agoeren tegen de Westerscho rjjken doch in
tegendeel van de Westerscho beschaving pro-
fiteeren tot heil van het volk. Dat klinkt
nogal onschuldig 1
F E U I L li E T O V
8.)
«Al het ongeluk dat my treft, komt van
hem. Het is een spel des Satans, dat twee
menschen, die slechts bestemd zjjn elkaar een
steen in den weg to leggen, op hetzllfde
stukje grond moeten leven. Laat het zoo
zjjn I Ik kan het niet beletten, dat er gebouwd
wordt, doch ik wil er in allen gevallen niet
meer over hooren spreken in mijn huis.'
Wanneer Rainer eenmaal een bevel zoo
vast had uitgesproken, was er niemand dio
het waagde, daartegen te handelen. Er werd
dus niet meer over zjjn mislukt plan gespro
ken doch naast den «Edelhof* begon een
levendige drukte. Er kwam een beroemd
architect en toen de lente kwam, verhief zich
een sierljjk gebouw in het park, geheel in
Oosterschcn stjjl opgericht. Naast liet pavil
joen met zjjn vergulden dak, zjjn slank
torentje, zjjn buitensporig weelderig ameuble
ment, werd een oranjerie geplaatst, waar
allerlei planten nit bet Oosten groeiden en
geurden. Uit dc gansche omgeving kwamen
nieuwsgiéligen toegestroomd om het kunst
werk te bewonderen en toen eindcljjk do
vrjjheer na lango afwezigheid terugkeerde,
toen de groote boogvensters verlicht werden,
een gondel met bonte wimpels in den vjjrcr
-dreef, vond men op het plein bjjna steeds
-bewonderaars.
Wanneer Rainer den rEdelhof' verliet,
hy steeds met saamgo trok ken woukbrau-
wen door de menigte, zonder een blik op het
kunstgewrocht to werpen. Dan werd hier cn
daar spottend gefluisterd en de tuinman zei
lachend tot de omstandersWanneer hjj
zich in een Oceuau kon veranderen cn het
paviljoen van de aarde kon doen verdwjjnen,
zou hjj er zeker zjjn ziel voor over hebben.
HOOFDSTUK III.
Gedurende elf jaar had de vrjjheer een
veelbewogen leven geleidde schoonheden
van het Oosten had hjj volop genoten, den
beker des genots onophoudelijk aan zjjn lip
pen gebracht. Het ware geluk had hjj echter
niet genoten op geen enkele plaats kon hjj
het lang uithouden en toen hij eiudeljjk dat
nornaden leven moede was, gevoelde hjj een
onweerstaanbaren drang naar zjjn vaderland.
Voor hem bestond niets nienws meer, niets
dat in staat was hem iu geestdrift te brengen
nog in den manneljjken leeftijd, scheen hjj
zich zelf een grjjsaard toe.
Met zekeren weemoed dacht hjj er echter
aan, dat hjj alleen stond, dat hjj niets om
zich had wat hem lief cn dierbaar was
dikwjjls stcldo hjj zich voor, hoe gelukkig
hjj zou zjjn, wanneer hjj een zachte, lieve
vrouw langs al die heurljjkhedcn zag wande
len en hjj den avond in den familiekring kon
doorbrengen. Doch wanneer hjj zich aan zulke
gedachten overgaf, schudde hjj plotseling het
hoofd. Wie kon weten, of er niet eenmaal
eeu uur zou komen, waarin een hartstochte
lijk, onbedwingbaar verlangen hem weer de
wereld in dreef? Het was te laat voor hem,
zich aun banden te leggen. Ilad hjj een
zuster, of het kind van een geliefd vriend bjj
zich, hjj zou zonder aarzeling bljjven waar
hjj thans was. Doch nu was alles leeg en
veel was veranderd gedurende zjjn afwezig
heid. De oude betrekkingen waren afge-
broken. Hij h«d dio betrekkingen weer kunnen
aanknoopen ,Hohenfels' met gasten gevuld
kunnen zien, doch welke aantrekkeljjkheid
lag cr in, omgang to hebben met personen,
die hjj niet kende, die hem vreemd waren
geworden Nu hjj in Indië op tjjgers en
leeuwen had gejuagd, welk vermaak kon hjj
nu scheppen in het jagen op hazen en konijnen?
Wat ging hem het kostbare paviljoen aan,
wanneer niemand daarover in geestdrift
geraakte
Doch toen hjj eens peinzend door het park
wandelde, herinnerde hjj zich zjjn overledon
neef Gregorius von Arnheim, die een vrouw
en een dochter in niet zeer schitterende
positie had aohtergelaten. Op een reis door
Rusland had Gregorius eenvoudig kennis ge
geven van zijn huweljjk met Olga van Dom-
browsky. Het heette dat de vader, om
politieke rcdcneD, zelf een einde aan zjjn leven
had gemaakt. De briefwisseling tusschen de
bloedverwanten had toen geheel opgehouden
cn waa eerst later weer geopend. Gregorius
liet zich nooit uit over zijn toestand, doch
dc enkele regels die hjj van tjjd tot tjjd
schreef deden vermoeden dat een zwaar ver
driet hem drukte. Zes jaar geleden had hjj
een brief met rouwrand ontvangen, die hem
kennis gaf van den dood vau Gregoriushij
was destijds in Spanje. De weduwe bad zich
mot haar dochtertje begeven naar Moskou,
naar baar stiefzusters Alexundr^ von Dom-
browsky.
De vrjjheer dacht er thans aan, schoon
zuster en nicht naar •Hohenfels' te laten
komen. Het slot bood ruimte genoeg, om
ieder zjjn gang to laten gaan, zich te kunnen
afzonderen en ongestoord te leven zooala men
verlangde.
Dcu volgenden dag werd een brief ver
ndei
veertien dagen kreeg Gisbcrt
zotn
antwoord.
Het schrjjven maakte een zonderlingen
indruk op hem. Dc letters run liet schrift
waren net, doch onvast en verrieden een
zenuwachtige natuur. Zijn nicht deelde hem
mede, dat zjj gaarne zjjn aanbod aannam
onder voorwaarde dat zjj haar stiefzuster
mee mocht nemen, die baar sedert jaren had
bijgestaan. Gok haar dienstmeisje Frisca zou
zjj slechts noode kunnen missen.
Dc vrjjbccr antwoordde, dat hjj haar niet
wilde scheiden van hen, die zjj niet kon ont
beren en dut zjj verwaoht werd.
De dag van aankomst kwam en Gisbert
haalde de dames zelf van het station.
Mevrouw Ulga von Arnheim kwam weinig
overeen met het beeld, dat hjj zioh van haar
had gevormd. Zij was een zaclue en ziekeljjk
uitziende vrouw, doorschjjncnd bleek, met
onrustig blikkende oogen en schuw optredend.
Haar gelaat toonde nog de sporen van schoon
heid, doch het was een uitdrukking van een
onbepaald iets-, wat iemand niet aangenaam
nandeei!. Zjj droeg cn zwart kleed en geen
enkel sieraad, behalve een ketting waaraan
een eenvoudig gouden kruis hing.
Haar dochter Constanco was een bekoorlijk
mei-je. Met haar ravenzwart haar, de don
kere, sprekende oogen, waar boven schoon
gevormdo wenkbrauwen zich welfden, cn de
fijne, gelijkmatige, bewegelijke trekken geleek
zjj op een meisje uit het Zuiden. Haar gansche
optreden toekende meer zelfbewustzijn, dan
met haar leefijjd overeenkwam. Een zeer
elegant reistoilet deed haar schoone vormen
uitstekend uitkomen. In tegenstelling met
haar moeder was zjj zeer levendig on spraak
zaam.
Mejuffrouw Alexandra von Dorabrowsky
kon ongeveer veertig jaar zjjn. Groot en
hoekig gebouwd, met een bjjna manneljjk
gelaat, een harde luidklinkendc stem en een
zelfbewust optreden, gaf zjj in haar kleeding
denzelfden puriteinsohen eenvoud woer als
mevrouw von Arnheim.
Ook 1'risca, de min van Constance, was
meegebracht en scheen het volle vertrouwen
der dames te bezitten vooral Alexandra bc-
hcerschto haar met een wenk cn een blik.
Zjj zag er zeer bescheiden en onderdanig
nit, zelfs een weinig onnoozei, zou men gezegd
hebbendoch in het voorhoofd, dat door
leeljjk blond haar was omgeven, fonkelden
twee listige, donkere oogen.
Gedurende den rit moesten de vrijheer en
zjjn nicht het gesprek gaande honden. Het
viel den eerste op, dat mevrouw von Arnheim
in een hoek van het rjjtuig wegschool en
soms de lippen bewoog als sprak zij in zich
zelf, terwijl zjj de handen in den schoot ge
vouwen hield. Alexandra hoog zich dikwjjls
tol haar over en fluisterde haar dan iets toe
lly merkte ook op, dat Constanco's blikken
verbaasd en vragend op haar moeder rustten;
toon echter het landgoed te voorschjjn kwam
en dc vergulde koepel van het paviljoen
tusschen du reusachtige hoornen opdook, ont
snapte een kreet van bewondering aan do
lippen van het mcisjo.
,Prisca, zie eens, een feeën slot, zoonis zjj
altijd voorkomen in uw sprookjes*, zei zij,
het hoofd bevallig omwendend en terwjjl zjj
zich dan weer gemakkcljjk in de kussens
legde, wendde zjj zich tot den vrjjheer met
dc woorden
,Gjj moet weten oompje, dat ik nog net
een kind ben. Ik kan sic hts slapen wanneer
1'risca mjj zoo lang met haar eentonige stem
vertelt van toovergrottcn, dansende elfen en
nixen, dio met paarlen zjjn versierd, tot de
oogleden mjj toevallen en ik al die wonderen
meeneem in den droom'.
Hot rijtuig hield stil. Gisbcrt was Olga
behulpzaam bjj het uitstappen en geleidde
haar naar^ het park. Op rijn arm leunende
schreed zij langzaam voorwaarts, zag naar
rechts noch naar links, doch staarde recht
voor zich uit, als iemand die zijn blik op
een bepaald punt heeft gevestigd. Men besteeg
de breedo sloep, die thans weer met prach
tige bloemen was versierd. Een bediende in
schitterend livrei opende dc deur, welke leidde
naar de vertrekken dio voor de dames waren
ingericht.
Hier zult ge wonen*, sprak dc vrjjheer
niet zonder trots. Doch wanneer hjj een
woord van dank had verwacht, bedroog hjj
zich. Zjjn nicht was nauwelijks over den
drempel, toen zjj bijna angstig terug week
en met een afwerende beweging aitrh-p: «O,
dat moet alles, alles veranderen*.
.Veranderen?* vroeg Constance verbaasd.
Maar mama, zie eens die prachtige tupjjlen,
die wandversieringenzie eens do zware
purperen zijde, die over de kanten gordijnen
hangt en liet ganrche vertrek hult iu een
zachte schemering!*
Wik verrukkelijk toeschijnt mishaagt mjj.
Mijn zinnen zijn niet gezet op jjdele pracht*
antwoordde mevrouw von Arnheim schorpen
opgewonden, terwjjl twee bloedroodu vlekken
op haar bleeke wangen begonnen te gloeien.
(Wordt vervolgd.)