KLEINE COURANT
Vliegend Blaadje
voor Helder, Texel, Wieringen en Anna Paulowna
Haat en Smart.
No. 3264.
Zaterdag 28 Mei 1904.
32ste Jaargang.
BureauSpoorstraat. 5
Telef, 59.
Bureau: Koningstr. 29.
Interc.-Telef. 50.
Indische Fenkrassen.
Auteursrecht uitdrukkelijk voorbehouden.
62.
De kwestie van onze Iudisclie landsver
dediging ie voor het oogenblik zóó belangrijk,
is zóó urgent ook voor u Nederlanders, dat
ik besloten heb m'n verblijf hier in ditheer-
Ijjk bergklimaat nog wat to rekken en voor
ik verder ga een paar Fenkrassen te wjjden
aan het militaire vraagstuk van den dag.
Een Indisch Hoofdofficier vertelde mij on
langs, hoe een bekend kundig man in Neder
land hem eens schamper had toegevoegd
.Och 1 jelui altijd met je Indische verdedi
ging', Holland heelt Indië hcelemaal niet
noodig, hoor Ik zou 't verlies van dat lastige
aanhangsel niet eens zoo heel erg vinden 1*
Waar aldus door een wetenschappelyk ge
vormd man, door een der upper ten op intel
lectueel gebied in patria, zoo'n ontzettende
domheid kan worden gedebiteerd, daar schijnt
't wel noodig te wezen eerst oven uit te leggen,
hoe het verlies van onze Oost een nationale
ramp zou zyn, een ramp vooral ook op sociaal
gebied I
U weet, ik ben geen erge groote vriend
van Multatuli, doch in zijn Minnebrieven trof
ik een passage, die ik geheel onderschrijf.
Lees slechts: „De vraag voor Nederland is .-
of 't goed is het (d.w.z. Indië) le laten nemen
door toten ook
tik vertrouwdat ge volmondig neen zegt op
deze vraag.
ii Nederlandsch-Indiê zal dus verdedigd moeten
worden.
Iets verder noemt de heer Douwes Dekker
gebrek aan belangstelling in 't bezit van Indië,
gebrek aan belangstelling in eigen
welvaart.» Zeer juist! Zoo is hot! Dat had
een wetenschappelijk man toch moeten be
grepen, zou ik zoo meenen
Ten overvloede zal ik 't hier duidelijk
maken
W anneer Indië door Japan ingepalmd werd,
dan waren in de eerste plaats onze drie voor
naamste .stedenAmsterdam, liotterdam en
'sGravenhago ten doode opgesohreven 1
Vele handelshuizen toch zouden moeten
sluiten, verschillende kantoren springen, de
veemen zouden gevoelig worden getroffen, de
stoomvaartmaatschappijen RotterdarasckeLloyd
en Nederland hadden afgedaaD, tienduizenden
min of meer gefortuneerde aandeelhouders in
Indische fondsen verloren een zeer groot deel
van hun kapitaal en alle gepensionncerde
O.L ambtenaren, officieren of hunne weduwen
stonden op straat Onmiddellijk gevolg
van 't bovenstaande was dan broodsgebrek
voor kantoorpersoneel, bootwerkers, veemar
beiders, scheepsofficieren en matrozen: Indirect
zouden, groot nadeel - lijden hpisyigenaren,
kamerverhuurders, pensionhouders, hotelhou
ders en verder alle mogelijke winkeliers,
ambachtslieden, enz. enz. Ook do gemeente
en rijkskassen niet te vergeten 1
Een groote daling in Amerikaansche spoor
wegwaarden kan al een nationale ramp voor
rijk en arm zijn, eenige mik-mak in de
diamantworkerswereld berokkent rqeds nadeel
aan onze Hoofdstad, hoeveel te meer dus als
de lieve Indische dubbeltjes eens ophielden
met róllen, als we Indië kwjjt waren 1
Algemeene malaise, werkeloosheid, honger,
■opstand; anarchie! Ziedaar de vreeselijke
gevolgen, die ons alsdan staan te wachteD.
Ook voor de provincie zou do ramp niet
ite overzien zijn I Steden als Breda, Arnhem,
Nijmegen zouden net als 't Haagje hun melk
koetjes, de min. of méér royaal aangelegde
oud-gasteD, plotseling zien opdrogen en dat
nog met alle bovengeschetste ellende op den
koop toe 1
Geen Indische kindoren meer ,§n pension
Vele kostschoolhouders bankroet, bun on
derwijzers aan de armoe prjjs gegeven 1
Een zeer groot aantal fabrieken in den
lando sou heel of half moeten .stop zetten*,
hun volk gedaan, geven en dus ook werke
loosheid en honger in Tweuthe, Tilburg en
andere ^jjverhoidsdiatricten
Alle gegagcerdo oud-Indische militairen
zouden hun gagement zien vervallen, ook zy,
die verminkt waren in den strijd!
De hoofdinkomsten der spoorwegen, 't vracht
vervoer zou zeker met de helft verminderen,
dus ontslag van overtollig spoorwegpersoneel
enz.
Geen uitweg meer open naar Indië voor
onze jonge ondernemende krachten, integen
deel tienduizenden zouden van 't zonneland
terugkomen, zouder betrekking, ten laste van
bun familie.
Is 't genoeg lezers?! Zeker, ik zou nog
wel verder kunnen gaan, doch ik geloof dat
!t zóó al voldoende is, dat we 't 'er na eir''-
Ijjk wel over eens zullen wezen, dat Neder
land, dat ons volk niot buiten Indië kan.
Was ik zoooven soms te scherp in myn oor
deel
Ook gy direct'e's en uitgevers van bladen,
ook gy hoeren redacteuren, ja zelfs uw le tor-
zottors, uw drukkers, uw loopjongens, ook
die hebben indirect belang by ons Koloniaal
bezit en daarom roep ik der Nederlandsche
pers toej: help mee 't naderend onheil bezwe
ren, help mee in uw eigen belang, in 't be
lang van ons ulleD, in het belang van den
Inlander ook! .In 't belang van den Inlan
der?" vraagt ge ongeloovig en er spreekt
schuldgevoel uit dien twijfel. Ja ook in zijn
belang, ik zal 't u bewijzen en ik spreek
duurbjj uit naam van de meer ontwikkelden
onder doze overigens nog zoo achterlijke
rassen.
Het neerhalen van onze vlag in Oost-Indië
zou dus wel een ramp wezen voor onze natie,
ja zelfs 't klinkt u misschien wel wat
vreemd, maar 't is toch zoo zelfs nog
grooter ramp dan de annexatie van 't Euro-
peesche Rijksdeel, dan de inbezitnaino van
den dierbaren vaderlandscben bodem, hoe
grievend dit dan ook op zich zelf voor ons
nationaliteitsgevoel wezen zou
Immers we kwamen dan onder andere wet
ten, onze vlag met oranjowimpel werd niet
meer ontplooid, vreemde uniformen zouden
onze straten vullen hard, zeer hard
maarwe hadden to eten! Na den
oorlog toch zou alles weer moeten worden
hersteld, weer worden opgebouwd, handen
zouden er te kort komen en na enkele jaren
slechts zouden de laatste sporen van Btryd
zjjn uitgewiseht, terwjjl op slot van rekening
alles went en een Nederlandor to Parys,
Londen of Berljjn toch ook niet zoo diep
ongelukkig is onder vreemde vlag, vreemde
wetten cu vreemd opperbestuur.
Werden wjj, na een Europcesche volkeren-
oorlog, ingelijfd en bleef Indië vrij, Indië
Nederlandsch, dan zouden we kunnen emi-
greeren, met tienduizenden uitwijken naar
de koele binnenlanden van Java en Sumatra,
we zouden dan hier kunnen koloniseeren in
de ware beteekenis van 't woord.
Er zouden hier fabrieken verrijzen, hier
waar de grondstoffen zoo goedkoop voorhan
den zjjn en de Hollandsche arbeider naast
den bruinen broeder in betere levensomstan
digheden kwam.
Kr zouden hier evenals in Australië en
Amerika groote bloeiende steden worden ge
bouwd en een langzame verplaatsing van den
onafhankelijk gezinden Nederlander naar
onze Oost, zou als een eenig feit in de wereld
historie geboekstaafd worden.
Hier in den Archipel zou een Indo-Neder-
landsch Keizerrijk kunnen gesticht worden
onder Oranje en geen macht ter wereld zou
ons meer kunnen verdrijven.
Ons Kamerlid Van Kol stelde onlangs voor
een deel onzer Bezittingen hier te verkoopen, ik
meen dat 't beter zou zyn onzo West tegen
een 'n billijke vergoeding aan do Yankee's
af te staan en mét die som onze Oost dan
flink verdedigbaar te maken
't Is maar 'n idee! Wie weet er wat
beters
De heer E. Heldring, die Oost-Azië en ook
Japan bereisde, schreef reeds in 1899
.Men heeft in 1894 gezien, hoe Japan,
zonder er veel doekjes om te winden, China
tot den oorlog dwong en dezelfde eerzucht,
dio bet tot dien stap dreef, bezielt het nog
het iB dan ook wel gerechtvaardigd, met een
zeker wantrouwen de ontzaggelijke strijd
macht, welke Japan verzamelt, gade te slaan.
«Europa zal in de volgende eeuw de ambitie
van Japan op haar wegen in Azië ontmoeten
en Nederland als koloniale mogendheid heeft
dat vooruitzicht voor oogen to houden.
Dat ook de Regeering zich bewust is van
't Japansche gevaar, zullen we in de vol
gende Penkras zien, alleen wil ik hier nog
even meer dnidelyk auntoonen, dat ook de
Inlander er belang by heeft niot onder 'n
Mongoolseh bestuur te komen.
De Japanners hebben zich plotseling ont
rukt aan hun droomerig Oosterse!) planten
leven. Zy hebben bovendien een merkwaardig
talent voor oppervlakkige nabootsing, kun Den
zich daarom geinakkeljjk het air van beschaafd
geven, doch blyven voorloopig nog Aziaten,
mot zeer despostische opvattingon van recht.
Eenige honderden hebben hunne opvoeding
in Europa genoten en onder beu komen ook
werkelyk hoogst ontwikkelde, boschaafde en
geleerde mannen voor.
De groote massa echter aapt hen na, maar
kan ben niet volgen.
Macht gaat by den Aziaat boven recht
Ik wees er reeds by mijne Havclaarcritiek
op, en nu, na drie eenwen nacht, eindelijk
by de Nederlanders het ethische zonnetje in
du koloniale pulitiek doorschemert, nu een
betere tijd voor doze rassen gaat aanbreken,
nu van alle kanten stemmon weerklinken
.recht ook voor den Inlander 1*, nu zeg ik,
als onverhoopt die half burbaarsche Mongolen
ons met oen overval bedreigden en dio overal
niet zou kunnen worden afgeslagen, dat dan
deze ongelukkige onmondige volkeren weder
terug geworpen zouden worden in bet duister.
«Wy zouden het Hollaud nooit vergeven'
sprak een ontwikkeld Soendanees «als bot
ons overgaf aan den Japanner, laat bet ons
wapenen en oefenen, we willen gaarne vech
ten als 't moet, doch na alles wat Nederland
van ons geprofiteerd heeft, na alles wat 't heeft
genoten, mag het ons niet aan ons lot over
laten 2)
Nederlandsch-Indië zal dus verdedigd moeten
wordenzei Multatuli en terecht.
Lt. Clockenkr Brousson, b.d.
Sindanglaja.
1) Üoit-Axiti cn Indië, Beschouwingen ca Schetsen
door E. Heldring hg J, H. de Uussy (prijs 1 8).
Een zeer leemem boek
i) Sinds 1831 direct reedt meer dan aclit honderd
ier en xetiig millioeu gulden, waarvan sinds 1867 twee
honderd milliucn I
Dat deden wij nog in de egoielen-periode van de
vorige eeuw.
In de twiutigite echter zegeviert ook by out het
recht 1
Nieuwstijdingen,
HELDER, 27 Mei 1904.
Mejuffrouw N. A. J. H. Van Hengelaar
alhier is te Haarlem gesluagd voor het
examen als onderwijzeres.
Pensioen verleend aan den eervol ontslagen
commandeur der kuipers by 's Ryks werf te
Hcllevoetsluis, A. den Hartog, en den eervol
ontslagen cerste-bewaarder by 's Ryks werf
te Willemsoord A. Tbomasz, voor eerstge
noemde ten bedrage van f 461 's jaars en
voor laatstgenoemde ten bedrage van f 660
's jaars.
By de Directie der Marine alhier,
heeft Woensdag j.1. de aanbesteding plaats
gehad van verschillende uitrusting-artikelen.
Het minst werd ingeschreven voor no. 16,
katoen, door G. de Barbanson, Helder,
f 1090no. 26, zeegras, F. Zegel, Texel,
f 416.25 no. 27, stoelen en taielkleeden,
J. Graaff, Helder, f 298.50 no. 84, tapyt
voor vloerkleeden, Van Es Kiesewetter,
Helder, f 349.12'no. 39, manufacturen,
G. de Barbanson, Helder, f 311.50,
De zeewaardigheid van zeevisechersvaar-
tuigen.
Op do achttiende jaarlijksche algemeene
vergadering van do vereeniging ter bevorde
ring van de Nederl. viaachery te honden to
Amsterdam op Donderdag 2 Juni 1904, 's
morgens lO'/s uur, in 't American Ilotel te
Amsterdam, komt o. m. het volgende voorstel
van 't hoofdbestuur in behandeling
De vereeniging machtige het hoofdbestunr
aan de Regeeriug te zenden een ontwerp-
wet houdende oen regeling van het toezicht
op de zeewaardigheid van zeevisschersvaar-
tuigen, met verzoek een wet in don geoat van
dit ontwerp in te dienen.*
Aan do Memorie van Toelichting, die het
hoofdbestuur aan dit ontworp-wet toevoegt,
ontleenen wij het volgende
Gedurende de laatste jaren, wordt, nu eens
in bodekton vorm, dan weer moer openljjk,
onze zeevisscherij ten laste gelegd, als zou
zy door sommigen worden uitgeoefend met
onzeewaardige schepen, en als zou het leven
en de veiligheid der bemanning roekeloos aan
winstbejag worden opgeofferd.
Het is uiterst moeilyk uit to maken of
dezo klacht waarheid bevat. Wjj willen echter
voorop stellon dat ons geen enkel geval be
kend is, waarin kan gezegd worden, dat de
bemanning omgekomen is door de onzeewaar-
digbeid van het schip. Aan den anderen kant
valt evenmin het tegendeel te beweren, en
wanneer men ziet dat het voorkomt dat vis*
schcrsvaarluigen nauwelyks de haven verlaten
hebbende, door eigen gebrek zinkon, of do
reis by goed weer binnen enkele dagen moet
afgebroken worden omdat hot schip zwaar
lek blykt te zyn, dan geven zulke gevallen
veel to donken.
Daarenboven beginnen meerdere schepen
een bedonkelykeu leeftijd te krygon, terwyl
menige kotter in Engeland voor een bagatel
wordt aangekocht om voor do Iioll&ndsche
visschery te worden ingericht en uitgerust.
Ook dit doet de onzekerheid toenemen.
Aan die onzekerheid, meenen wy, moet
een einde gemaakt worden, in het byzonder
door de reedera zelf, al was het slechts om
alle verdenking weg te nemen.
Hiertoe is ingrijpen door Rijk of Gemeente
noodzakelyk. Het eigenbelang, en do zucht
tot zolfbehoud der schepelingen, waardoor
men zich zal doen aanmonsteren op oen on
zeewaardig schip, werken hier niet voldoende
eerstens toch zyn do meeste schopclingcn bij
de aanmonstering onkundig van den toestand
van hot schip, en al weten ze soms dat het
schip niet van de besten is, dan overwint
een fooi of extra gage, zoo niet gebrek aan
verdiensten op zich zelf reeds, spoedig luin
wantrouwen of vrees.
Dinsdag reed te Amsterdam een fiets-
rjjdster komende van den Zeeburgerdyk,
met zulk een snelheid tegea een van de
tégenover gestelde richting komend rytuig
dat zy op de plaats dood bleef.
Men meldt uit Leiden
Toen Maandagavond de heer P. J.
Dirkse, fruit- en aardappelenhandelaar aan
de Mare alhier met zya echtgenoote van
een uitstapje thuis kwam merkte hy spoedig
dat blykbaur door insluiping dieTen waren
binnen geweèst. De linnenkast was open
gebroken, de papieren uit het schryf bureau
gebaald en de brandkast die met een j
valschen sleutel geopend scheen, kon door
den eigenaar niet worden geopend. Onder
leiding van de politie opengebroken bleek
dat al de geldswaarde er uit was vermist
van bankpapier en zilvergeld tot een waarde
van f 5600. üit de linnenkast had de vrouw
een spaarpotje van 11 gouden Willems,
ook deze zyn ontvreemd, benevens eenig
geld uit de winkellade
De politie doet onderzoek maar is de
daders nog niet op het spoor.
Men vermoedt dat de daders met de
localiteit op de hoogte waren.
De milicien van het le reg. inf. te
Assen, Frans Stannefeld, met ver inf by
zijne oud era te Barnflair, by Ter Apel, ging
Pinkster-Zondag met Geert Zuidinga, even
eens van daar, naar de kerk te Ter Apel.
Na afloop der godsdienstoefening gingen
beiden naar Stannefelda zwager, Herman
Deiman te Ter Apel.
't Was toen een uur, men zat er juist
aan tafel. Stannefeld zou nu eens toonen,
hoe men in dienst het geweer hanteerde,
nam een oud geweer van Deiman, trok af
eh een schot knalde, 't Geweer bleek
geladen te zyn, de jeugdige Geert Zuidinga
stortte ia het hoofd getroffen dood achter
over.
Stannefeld werd dadelijk gearresteerd en
naar de kazerne te Ter-Apel overgebracht.
De brigadier Ploeger ging nog denzelfden
dag naar Leeuwarden. Groot is de deelne
ming.
Maandagmiddag om 5 uur werd op
de Biltsche Btraat te Utrecht een 7-jarig
meisje door een automobiel uit Amsterdam
aangereden. De bestuurder bad evenwel
nog tydig weten te stoppen, zoodat het
kind slechts eenige onbeteekenende ontvel
lingen bekwam.
De geschiedenis is hiermede echter niet
uit.
De Amsterdamsche automobilist blykt
een heel vriendelijk heer te zyn. Hy stapt
uit het rytnig en richt eenige belangstel
lende vragen tot de ouders van het kind,
waarvan de vader echter heel slecht te
spreken is. Na zich overtuigd te hebben,
dat de toestand van het bind in 't geheel
niet gevaarlyk is, gaat hy, na den vader
de hand gedrukt te h"bben, gedrukt weder
heen. In die hand is echter iets achterge
bleven. Het is een opgevouwen papiertje,
wat meer zegt, bankpapier100 gul
den. Als by tooverslag veranderen toorn
en bezorgheid der ouders in vreugde. Den
vrygevigen automobilist wordt een dank
baar afscheid achterna geroepen en het
kind kreeg een extra-pakkert.
Men meldt nit den Haag
Op de beide Pinksterdagen werden op
de lynen van de Haagsche Tramweg-
maatschappij alhier .vervoerd 152,027
passagiers.
De stoomtram der Staatsspoor vervoerde
op de beide dagen ongeveer 30.000 per
sonen naar en van Scheveningen. Aan het
Qollandsch Spoorstation alhier werden
14,860 plaatsbewijzen voor verschillende
steden afgegeven.
Het wandelhoofd Koningin Wilhelmina
te Scheveningen werd in do twee Pinkster
dagen door 32.000 personen bezocht, een
buitengewoon cjjfer by bet veel vroeger
invallen van Pinksteren.
De minister van marine, brengt ter
kennis dat in dit jaar by den aanvang van
de nieuwe cursussen op 1 October a.s.,
bjj de opleidingen van raontenr en van
geweermaker op 's Ryks werf te Amster
dam kunnen worden geplaatst, respectie
velijk 12 en 3 jongelieden, die ambachts
scholen voor metaalbewerking hebben ver
laten met een gunstig diploma en niot ouder
zyn dan 20 jaren.
Zij, die by een dier opleidingen wenschen
te worden geplaatst, moeten, na genees
kundig te zyn goedgekeurd, eene proef
afleggen, en by gunstigen uitslag eene
verbintenis aangaan om het land 10 jaren
by de zeemacht te dienen (waarin de op
leidingsjaren zyn begrepen), tegi*n genot
van eene premie van f 100, uit te betalen
in twee gedeelten gedurende het verbljjf
bjj de opleiding. Elk der opleidingen duurt
4 jaren.
Voor verdere bijzonderheden kunnen be
langhebbenden zich wenden tot den direc
teur en commandant der marine te Am
sterdam en den commandant van het
instructieschip >4dmiraal van Wassenaer"
aldaar.
Men meldt uit Amsterdam van Dinsdag
Ter gouden jubileum van de vereeniging
van Christelijke onderwijzers waren onge
veer 1200 personen aanwezig, onder wie
de Ministers van Koloniën, Waterstaat en
Buitenlandsche Zakende voorzitters der
Eerste en Tweede Kamer en vele leden
van beide Kamers. Het orgel werd be
speeld door den heer Koelman. De voor
zitter, de heer Scheffer, ging voor in gebed.
De heer H. J. Emous sprak namens de
regelingscommisaie een welkomstgroet.
Na hem voerde het woord de heer J.
C. Wirtz, uit Groningen, die herinnerde
wat de vereeniging deed in dagen van strjjd.
Vervolgens werd de feestrede uitgespro
ken door dr. Kuyper.
Een spreeuwenpaar is oorzaak ge
weest, dat te Midwolda, van Zondag op
Maandag, het zware torenuurwerk staan
bleef. Het had zyn nest zoo nabij het
gaande werk gebouwd, dat, toen de vjjf
jongen wat meer ruimte innamen, de passage
niet meer vrjj bleef en het uurwerk vast
liep. Niet echter voor het nest grootelpks
uit elkaar g<*t-okken was. Een en ander zat
zoo vast, dat het met een mes moest vor-
wjjderd worden.
Uit liet Buitenland.
Met belangstelling volgen wy, Nederlanders,
nog steeds de gebeurtenissen daar in liet land
aan de Zuidpunt van Afrika, in Transvaal
en den Oranje Vrijstaat. Met een bloedend
hart zagen wjj het dappere volk verpletterd
worden onder Engelands reuzenvuist. En thaDB
willen wy gaarne weten of het volk wèlvaart
onder het opgedrongen bestuur. Do to Pretoria
gehouden Boorcnbyeenkomst kan ons eenig
licht verschaffen in deze zaak. Waar zelfs do
•Times* verklaart dat de openingsrede van
Botha, den leider, gematigd was daar kunnen
wy gerustelyk aannemen dat de blootgelegde
grieven wel zonder eenige overdry ving zullen
zyn voorgesteld. Botha ging niet terug tot
den oorlog, noch tot do aanleiding daartoe,
maar hy besprak vooral de beloften bij het
teekenen van don vrede te Vereeniging door
Engeland gedaan. Inde diamanlwct ondo goud-
wet reide Botha te zien een aantasting van
de rechten dor mijneigenaars hy hoopto dat
de petitie ertegen alom door de Boeren zou
geteekend worden. Wat betreft de kwestie
der schadeloosstelling aan hen die in den
oorlog alles verloren, de bedoeling wus goed,
doch de uitvoering stelde zeer teleur. Do
uitvoering der onderwyswet was eveneens
een bittere teleurstelling. De belofte om het
Hollandsch op do school te onderwijzen Wordt
niet nagekomen. Daarom wekte hy zyn hoorders
dringend op de staatsschool te boycotten en
hunne kinderen naar de Boerensoholen to
zenden. De toegezegde constitutioneels vrijheid
laat ook nog steeds op zich wachten. De
veroverde staten blyven kroonkolonies onder
de dictatorAlo maoht van lord Milner. Wij voor
ons gclooven dat Engeland mot eene stipte
en eerljjke uitvoering zyne beloften en eeno
grootmoedige behandeling der Boeren voel
verder zou komen dan thans mot het stelsel
van dwang en onderdrukking. Generaal Botha
verklaarde verder zich aan te sluiteu bjj hot
protest togen do invoering van Chineesche
werkkrachten. Het congres zond een telegram
van hulde aan president Kruger.
Omtrent de kwestie tusschen Frankrijk en
'tVaricaan wordt thans nog medegedeeld dat
gezant, onmiddellijk nadat de panseljjke
staatssecretaris had bevestigd, dat door de
.Humanitë» gepubliceerde tekst van het protest
juist was, zich terugtrok. Volgens berichten
uit Rome zal de Paus dc mcdodeelingcn af
wachten die de Fransche regcering Vrjjdag
by de behandeling der interpellatie over deze
zaak in do kamer zal afleggen. Blykt daaruit,
dat de regeering het vertrek van den gezant
als een terugroepen beschouwt, dan tal de
nuntius Mgr. Lorcnselli insgelijks lostkrygen
Parys te verlaten. In Vaticaansche kringen
hcerscht de meening dat het niet tot een
formeele breuk zal komen.
De Fransche kamer beraadslaagt thans over
het wetsontwerp betreffend© den tweejarigen
diensttijd, dat roods in den Senaat is aan
genomen. Verschillende sprekers meenden dat
do kracht van het leger zou verminderen,
doch de minister van oorlog, generaal André,
antwoordde, dat hy in dat geval het voorstel
niot zou hebben gedaan. Zonder eenige hoogero
uitgaven kan het effectief hetzelfde blyven
als thans. De tweejarige dienattjjd zal de
kracht van het leger niet vermindoren.
De Frankt. Ztng. komt medodeelen dat de
koning van Italië bij zyn eerstvolgend bezoek
aan Bologna officieel door den aartsbisschop,
kardinaal Stompa, zal worden begroet. Hot
blad wyst er op dat deze daad, do eerste
van dien aard in het gebiod dor vroegere
pauselyke delegaties, opgevat wordt als een
ben-ijs van verzoeningsgezindheid van het
Vaticaan, scherp uitkomend na Ho haftigo
bewoordingen aan Italies adres gericht in het
protest tegen de reis van president Loubet
naar Rome. Men zal echter goeddoen hot
bericht vooralsnog onder voorbehoud te ge-
looven.
De Engclschen komen in Tibet tot de er
varing dat do Tibetanen in bezit zyn van
nioawerwetsche vuurwapens. Hoo zij er aan
komen is nog niot opgehelderd, doch dat de
tegenstand heftiger en gevaarlijker wordt is
zeker. Nog altjjd is de Chineesche vertegen
woordiger niet in het Engelsche kamp ver
schenen om te komen onderhandelen, zooals
hij beloofd had. Hij verklaart dat hy gevan
gen gehouden wordt door de Lama's. De
Chineesche autoriteiten kunnen het verzat der
Tibetanen niet onderdrukken of willen bet
niet doen, wat voor Engeland op 't zelfde
neerkomt. Men verwaoht dat Engeland zich
genoodzaakt zal zien, nieuwe troepen naar
Tibet te zenden, wil het den tocht naar Lassa
kunnen voortzetten.
Het Diouwerwetscho oorlogstuig, de drij
vende mynen, sohynen nu ook gevaar voor
dc neutrale schepen op te leveren.
Het Japansche slagschip .Hatsoese* vloog
in de lucht tien mylen van do kust. De
heele golf van Pctsjili is foitelyk onveilig
gemaakt, daar de mynon naar zee afdrijven.
De regeeringen der neutrale mogendheden
zullen zich wol met dezo zaak moeten be
moeien. Admiraal Horscy erkent in do Times 't
recht der oorlogvoerenden om mynen te leggen
in territorialo wateren. Het plaatsen ervan in
open zee, gemeen goed van alle naties, acht
hy echter onmcnscholyk en eene schending
van hot internationale recht. Vooral de Ame
rikaansche bladen protesteeren heftig tegen
het voorkomen dezer mijnen in open zee.
Zoo zegt de ,New York Times* tdo
Rassen voeren oorlog met rockoloozo on on
beschaafde minachting voor de rechten van
onzydigen. Zjj laten mynen los in de golf van
Petejili als een dryvond gevaar voorde heele
menschheid.» Verschillende andere bladen
dringen aan op een algemeen protest van
gezamenlijke neutrale mogendheden. De
regcoring te Washington stelt een onderzoek in.
FEUILLETON.
25.) otSK.uï
f Dooh sfliyd is het een beginsel geweest van
de* Vryhseren von Hohenfels om niet naar
den scbyn te oordcelen, vooral niet waar
het vijanden- betreft- Mot opzet heb ik daar-
■om in myn verklaring alles vermeden, wat
•den scbyn van haat kou hebben en heb ik
mjt op gewezen, hoe do mogelijkheid, dat de
aanklucht ongerechtvaardigd was, nog altyd
niet was uitgesloten. Niemand heeft hem
immers do daad zien plegen. Dat een vry-
spraak is gevolgd, verheugt mij om de beide
vrouwen, die met doodsangst in de toekomst
zien haar is het vreeselijkate bespaard. De
arme kleine Hildegard
«Spreek niet vau haar. Ik zou byna nie
mand kennen, die my onaangenamer is dan
dit meisje, dat met haar onschuldig gezicht
en het zwaarmoedig gebogen hootd een
viooltje schijnt cn toch met de grootste ge
slepenheid weet te handelen. Zulke wezens
.j speculeeren zeer handig. Door een roerende
-comcdic krjjgt men steeds meer dan door een
eerlijk open optreden.'
,Gjj spreekt met een bitterheid, die my
vorbaaet.*
Omdat ik een onweerstaanbaar verlangen
koester, om ieder huichelaar het masker af
te rukken.*
«Dat was ook altyd myn streven. Dat reine
Aieve kind miskent gy ten eenen male."
,Gy zult my moeten toestaan, dat ik by
myn meening blyf. Zullen wy ook geen
bloemen naar den «Edelhof* sturen, opdat den
terugkeerende een waardige ontvangst wordt
bereid
«Ik verzoek u thans ernstig, niet op dezen
toon te vervolgen. Op zulk een barden proef
moet gy myn geduld niet stellen. LietKainer
zich werkelyk tot zulk een misdaad meesle
pen, dan moet hy erkennen, dat de trek, dien
hy my speelde, zyn eigen hoofd nog gevoe
liger heeft getroffen. Hoe my het verliesook
trof toch ben ik noch in myn aanzien ge
schaad, noch verarmd, ik blyf wie ik ben,
een geacht en rjjk man. Hy heeft echter een
brandmörk op zich gedrukt, dat hem maakt
tot een gemeenen paria. En laten wy nu de
zaak laten rusten 1 Op de plaats van het
paviljoen zal spoedig een ander gebouw ver
rijzen en aan een nauwkeurige bewaking zal
het niet ontbreken. Maak u daarover geen
zorgen. Gij bobt ongelijk verwyten tot mij te
richten. Niets gaat my meer ter harte dan
uw welzyn on nooit ben ik gelukkiger, dan
wanneer ik uw wenschen kan vervullen. Doch
by aangelogonheden zooals deze, volg ik myn
ciguu wil als richtsnoer en te ergeefs zal
men beproeven daaromtrent invloed op my nit
te oefenen*.
lljj kuste haar op het voorhoofd en ging
in den tuin. Bleek als marmer, de lippen stijf
op elkaar geklemd, bleef Constance beweging-
Loos staan.
Dombrowsky, die dit tooneel had bjjge-
woond, zonder in het geringste te verraden,
dat zy het opmerkte, trad thans plotseling
nader en zei: ,lk moot Gisbert gelijk geven.
Het zou belachelyk zyn, wanneer hy, den
man op rypen leeftijd en van ervaring, zijn
besluiten afhankelyk zou maken Van uwe
toestemming*.
Mot toornigon blik wendde Constance zich
om en biltere spot lag in haar woorden. «Gy
scheent weinig op ons gesprek te lettenI
doch hot is waar voor krenkingen, welke
ik ontvang, hebt gy altyd een fijn gehoor.
Daarom zal het u zeker hebben verheugd,
dat de zaken zulk een keer hebben genomen'.
,Ik verheug mij niet, doch ik zou u willen
waarschuwen om uw haat tegen Hildegard
niot al te duideljjk te toonen,* antwoordde
Alcxaudra lakouiek.
Nog eens: ik wil niets meer van dat
meisje liooren stoof de jonge vrouw op.
Moet dan de ganschc wereld over haar
spreken
•En duar het toch geschiedt, welke voor
zorgen zou ik moeten nemen Waarom zou
ik mijn gezindheid moeten verborgen
Omdat gij u zelf zoudt kunnen verraden.
Kalm bloed, lieve Constance, kalm bloed. Zie,
men mag over Rainer denken, zooals mon
wil, doch niemand kan de arme kleine ver-
deuken, dat zy hem bij zyn nietswaardige
daad beeft geholpen daarom moot BV ver
bittering qit oen andere oorzaak ontstaan.
Gisbert zag roods verbaasd op. Hy verstaat
het scherpe gevolgtrekkingen to maken, en
zou, wanneer hy zich verschillende omstan
digheden herinnert, licht do ware oorzaak van
uw buitengowonc opgewondenheid kunnen
ontdekken.'
Wat meent gy vroeg Constauoo op ye-
konden toon, die geheel in tegenspraak was
met het beven van hare lippen eu het fon
kelen harer oogen.
Alexandra legde »aar groote bleeke hand
op du borst van baar nicht. ,Dat het daar
binnen nog altyd niet rustig wil worden",
antwoordde zy. «De boozo geesten vanyror-
zucht on gekrenkte eigenliefde zyn moeilyk
te verbannen. Zy sleuren een arm, koelbloe
dig menschenkind mede in hun dollen dans
en draaien rond, tot bet door een duizeling
wordt aangegrepen, den vasten grond onder
de voeten verliest en den toeschouwers een
belachelyk tooneel aanbiedt. Daarom tydig
naar een steun gegrepen en deze is de trots.
Hy dry ft alle demonen weer torug in de
duistere diepten der ziel, welk ook niet de
scherpste blik kan onderzoeken*.
,Ik heb uw raad niet verzocht.*
Neen, maar toch zult gy hem volgen, wel
wetende, dat het u in het andere geval slechts
schade zou kannen berokkenen. Wanneer gy
op het punt staat nw voet op een brug to
zetten en er door een eerlyken vyand op
merkzaam op gemaakt wordt, dat zy in het
volgende oogenblik zal instorton en gjj dan
toch probeordei om er over te gaan - wie
van u beiden zou dan om den ander lachen?
Hy, die aan den oever staat, of gy, die in
hot water ligt? Dat wilde ik n slechts tot
overdenking geven cn nu hobben wij voor
een tydlang weer genoeg met elkaar ge
sproken*.
«In geen geval!» riep Constance hartstoch-
tclyk. ,Ik ben tegenwoordig niet in een
stemming otn te zwygen en gtf fult het hoe
ren, dat ik mot ieder uur meer bemerk» hoe
heilloos g\j in myn leven grijpt. Waarom g\j
my van myn moeder hebt ontvreemd, waarom
ik niet by haar mag zyn, haar verplegen en
haar opvroolyken, is een treurig raadsel, over
welks oplossing ik nauwelyks meer denk.
Wanneer ik er thans op zou staan al myn
rechten als dochter te doen golden, dan zoudt
gy in'y dat niet kunnen beletten, wantik ben
meesteres in dit huls. Doch haar hart verlangt
niet naar mij. Gy hebt hot verstaan, haar
door de macht der gewoonte aan u to binden
en wil ik haar niot verdrijven, dan moot ik
er in berusten, dat alles blyft, zooals het is.
Verantwoorden kont gjj dezo gewelddadige
scheiding van hen, die elkaar zoo na staan,
door de heiligste wetten der natuur, nooit.
En dan waart gij er niet geweest, ik bezat
myn vryheid nog.«
En wat zoudt gij daarmede aanvangen?*
vroeg Dombrowsky, half medelydond, half
■pottend. .Gij zyt niet met een grijsaard
getrouwd, doch met een man, op wiens odele,
ridderlijke gestalte nog menig oog met wel
gevallen rust. Gy zyt thans een ryke, voor
name en beminde vrouw*.
Bemind? Nu ja, maar niet zooals ik het
verlang. Glans en weelde acht ik in geen
geval gering; het zou my moeilyk vallen er
zouder te loven. Ik zal Gisbert recht laten
wedervaren. Hy staat veel veel hooger
dan ik ik weet, dat hij alles zou knnneu
opofiereu aan zich zelf cn my er by en daarom
blyft mjjn hart onbevredigd. Alleenbeorachoros
wil ik zjjn. Niets zal boven, niets zal naast
my staan. Geheel de m y n o moot ik do ziel
kunnen nocmon, die zich aan my overgeeft;
die moet weten, dst slechts ik haar met vreugde
kan vervullen; dat my slechts do macht is
gegeven haar onnouinlyk gelukkig of ellendig
to maken; dat ik over ullos kan triuinfecrcn;
over een wil, die zich tegenover een ander
IJzersterk toont, over grondbeginselen, voor-
oordevlen, ja, zelfs over eer en zaligheid,
wanneer het er op aankomt te kiezen tusschen
haar en my. Zoo wil ik bemind zyn en
zoo word ik het niet*.
Dat zijn dwaze, overspannen ideeën,* zei
Alexandra droog. ,Zulk een man zou p, zelf
spoedig vervolon.'
Dat is mogelyk, dooh ik zou een bedwel
mend golqk hebben loeren kennen. Zooals.
ik tegenwoordig leef, leven ook do tropische
planten in de oranjerie, alle geregeld, niet
buitongowooneen vervelende gevangenschap.
Dat moet u zeker iets dols toeschijnen, iets
geks, wan» aan die verhaaltjes, die ge my
op zekeren dag van uw strijd hebt verteld,
kan ik met den bosten wil niet goloovcn'.
,Dat noem ik u niet kwalijk en ikhebmy
onmiddellijk berouwd over myn vertrouwe
lijke mededeeling", antwoorddo Dombrowsky
kort. .Gy meent dat iemand, die er uitziet
als ik, ook in zyn gedachten en gevoelens do
nuchterheid zelf moet zyo. Dooh dezo huis
bakken ruBt heeft toch ook veel goeds, want
zy ziet de wereld niet door een sluior, doch
door een scherpen briL Dat ontneemt bet
leven veel van zyn bekoorlijkheid voel va»
zyn poëzie, dooh het bewaart ons ook voor
het gevaar een dwaallicht na te jagen om
zich plotseling in een moeras te bevinden in
plaats van in oeu bloeieaden tuin. Daarom
myn lievo Constance, blQf steeds op den
broeden, gcmakkelykou weg. Een gloeiende
fantasie gelijkt ook op dc dwaallichtjes; het
is gevaarlijk, zich door liaar to htton mee-
flecpeu.'
Zonder een antwoord af te wachten, giog
rij heen. De jonge vrouw zag haar na, de
glinsterende tandon op de lippen gedrukt, de
wangen gloeiende als in een koorts. «Slang,
die steeds over myn weg kronkelt, kon ik
je maar vertrappen duisterde zij eindelijk,
terwyl zjj dreigend do hand ophief.
(Wordt vervolgd.)