KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
iet Geheim ra let Bosch
voor Helder, Texel, Wieringen en Anne Paulowna.
Uitgevers: BERKHOUT Co., te HELDER.
TWEEDE BLAD
OUD EN NIEUW.
No. 3431.
Woensdag 3 Januari 1906.
34ste Jaargang.
Bureau: Spoorstraat
Telef. 59.
Bureau: Konlngetr. 29.
Interc -Telef. 50.
Abonnement
Vliegend Blaadje p. 3 m. 50 ct.fr. p. post 75 et., Bnitenl. f 1.25
37* 45
55 80
Muzik. Bloemlezing» 60 >85»
Voor 't Buitenland bjj vooruitbetaling.
i i Zondagsblad
j Modeblad
>0.75
0.90
»o.eo
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Bureaux: Spoorstraat en Koningstraat.
Aavertentlto
vmn 1 tot 4 regels 25 Cent
Blke regel meer 6
4 maal geplaatst, 1 maal gratis. Bewjja-exempUuu- 2'/j Ct.
Vignetten en groote letten worden naar plaatsruimte berekend.
rtvertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aai. de Bureaux bezore-d zijn
Aan onze abonró's buiten de
VP^P gemeente wordt beleefd ver
zocht 't verschuldigde abonnementsgeld
Vliegend blaadje en Zondagsblad, 4e kwar
taal 1905, te willen overmaken p«r Post
wissel of in postzegels vóór 5 Janu
ari) zullende anders daarover met 5 cents
verhooging per post worden beschikt.
Postwi ssels voor dat doel behoeven
slechts met een zegel van 21/» Ct. beplakt
te worden.
Aan onze abonné's in AME-
RIKA wordt beleefd verzocht
't verschuldigde abonnementsgeld te wil
len overmaken. DE UITGEVERS.
De tgd staat niet stil. Dagen, weken,
maanden, jaren vliegen snel voorbij en
men zou zulks niet eens merken, als niet
min of meer belangrijke periodiek weder-
keerende momenten, bij wijze van paaltjes,
onzen levensweg in brokken sneden, om
ons even gelegenheid te geven tot bezin
ning te komen Eén van die momenten
is zeker wel het tijdstip, als een oudjaar
verdwijnt en een nieuw verschijnt. Het
is een van die oogenblikken in het leven,
dat men behoefte gevoelt, om terug te
zien op het afgelegde levenspad en een
blik te werpen in de onbekende toekomst.
Weinigen zullen voorzeker aan dien drang
weerstand kunnen bieden en als zij in den
familiekring terugblikken op het jaar. dat
achter hen ligt, dan kan het niet anders,
of de herinneringen en gewaarwordingen
zijn zeer onderscheiden. Hier genoot inen
voorspoed en welvaart, daar werd men
achtervolgd door teleurstelling en rampen,
ginds vlood het leven als een kabbelend
beekje. De een heeft dus reden tot dank
baarheid, de andere kan niet anders dan
een klaagtoon aanheffen over teleurgestelde
illusies en mislukte ondernemingen.
Gelukkig hij, die de goede gaven der
aarde op prijs stelt en waardeert; niet
minder gelukkig noemen we hem, die zich
door het leed niet al te zeer laat neder-
drukkeu, maar de kracht bezit fier en
moedig den tocht door het leven voort te
zetten en acht slaat op zjjn eigen tekort
komingen.
Wenden wij den blik op de wereld
rondom ons en overzien we bij vogelvlucht
de tooneelen, die het nu geëindigde jaar
ons te aanschouwen gaf, dan worden we
weemoedig gestemd en beginnen we haast
te twijfelen of de schoone kerstprofetie
van „Vrede op aarde'' wel ooit in ver
vulling zal komen, want een jaar van strijd
en onrust ligt achter ons, een jaar, waarin
de kanonnen en geweren dood en verderf
spuwden, waarin de uitvindingen der weten
schap meer dan ooit te voren dienstbaar
werden gemaakt op het menschenmoorden.
Met afschuw wenden we ons oog af van
die oorlogsgruwelen in Ooat-Azië bedreven.
Het was dan ook een welkome tijding,
toen het bericht tot ons kwam, dat op
1 September, na een verwoeden stryd van
bijna anderhalf jaar, te Portsmouth in de
Vereenigde Staten, door bemiddeling van
President Roosevelt, het vredestractaat
tusschen Japan en Rusland werd gesloten.
De vrede was alzoo tot stand gekomen,
waardoor Japan zijn gebied zag uitgebreid
en zjjn invloed toegenomen, ten koste van
een aanzienlijke schuldenlast, terwijl het
nog een tijdlang met binnenlaudsche on
lusten te kampen had. Ook Rusland had
nu vredenaar buiten, maar naar
binnen stond het voor een nog heftiger
en moeielijker strijd. Het volk was tegen
de regeering in opstand gekomen, dat
zelfde volk, hetwelk eeuwen lang geduldig
door knoet en verbanning op tirannieke
wijze bestuurd was geworden, verlangde
politieke vrijheden en rechten. Deze eisch
heeft reeds stroomen bloeds gekost, en al
is de macht van den Czaar een gevoeligen
knak toegebracht, het einde van de revo
lutie is nog niet te overzien en wie weet
hoeveel jammer en ellende deze worsteling
nog na zich zal sleepen.
Maar ook in verschillende andere landen
was het verre van rustig. In Skandinavië
kwam het tot een botsingde Noren konden
niet langer de overheersching van Zweden
verdragen, verklaarden dat de vorst van
Zweden opgehouden had Koning van Noor-
weg n te zijn en riepen een Deenschen
prins op den Noorschen troon. Gelukkig
had deze revolutionnaire daad zonder bloed
vergieten plaats. In Frankrijk heerschte
voortdurend een zekere spanning tusschen
de verschillende politieke partijen over de
scheiding van kerk en staat, terwijl een
geschil met Duitschland over de Marok-
kaansche kwestie veel zorg baarde. In
Oostenrijk werd met stijgende woede om
nationale en sociale rechten gestreden en
wist het arbeidende volk het algemeen
kiesrecht af te dwi: gen. Aan de Bosporus
staan de gecoaliseerde mogendheden tegen
over den Turkschen Sultan en trachten
paal en perk te stellen aan zijn -chandelpke
regeering. Bijna overal dus strijd en
tweespalt in het jaar, dat achter ons ligt.
En hoe was het in ons vaderland Geen
schokkende gebeurtenissen zijn daar voor
gevallen, geen wapengekletter is er gehoord,
maar toch was ook hier een tooneel van
strijd. We denken daarbij terug aan de
dagen van Juni, aan den strijd bjj den
stembus. Hoeveel scherpe woorden zijn
er in die dagen niet gesproken en ge
schreven. Hoe fel werd aan de eene zpde
het ministerie bestreden, hoe krachtig het
aan de andere zpde verdedigdDe tot
standkoming van de wetten *ot herziening
der bestaande wet op het hooger onderwijs
en tot aanvulling van de wet op het lager
onderwijs was in hoofdzaak de oorzaak van
dien vinnigen strijd. Door de uitspraak
der kiezers viel het christelijk bewind en
een concentrutiekabinet, samengesteld uit
vrijzinnig-democraten en liberalen, trad er
voor in de plaats. Wij wenschen dat dit
ministerie gelegenheid heeft met kracht te
arbeiden aan economische en sociale her
vormingen, opdat de volkswelvaart ver-
meerdere en ons land vooruitga op de
baan van ontwikkeling en beschaving.
Behalve dezen politieken strpd hadden
we ook een strijd met de wapenen in
Indië. Naar de Gaioelanden en naar Boni
werden expeditiën uitgezonden, om ons
gezag tegen enkele inlandsche vorsten te
handhaven en te bevestigen. De kracht
onzer wapenen mocht zegevieren, waarbij
het echter te betreuren valt, dat zulks
alleen ten koste van vele menschenlevens
kon geschieden.
Wanneer we nu al het opjesomde te
zanicn vatten, dan komen we zeker tot de
erkentenis, dat 1905 een merkwaardig jaar
is in de wereldgeschiedenis en de historie
schrijver het als een noodlotsjaar zal boek
staven.
En zoo staan we nu aan het begin van
een nieuwjaar, met de vragen op de lippen
En gij, geheimzinnige totkomst, wat zult
gij opleveren? Wat staat er in 1906 te
wachten voor de wereld, voor de maat
schappij, voor ons huisgezin? Zal de
oorlogslakkel dit .jaar wederom veel ellende
aanbrengen, of zal de eugel des vredes
zijn zegeningen verspreiden Zal de strijd
tusschen kapitaal en arbeid aanleiding
geven tot rustverstoringen Zal het leven
van ons en de onzen voorspoedig, of
zullen ziekte en dood ons deel zjjn V
Zullen onze wenschen en verwachtingen
vervuld of verjjdold worden zoo gaarne
ontvingen we op deze en dergelpke vragen
antwoord, maar helaas! niemand kan ons
die geven. Met een ondoorzichtbaar gordyn
is de toekomst voor het inenschenoog
verborgen. We moeten wachten en berus
ten. Wanneer we dm elkauder over en
weer op dezen dag „veel heil en zegen"
wenschen, laten we dan toonen, dat het
ernsrig gemeend is. Men zegt wel eens:
wij, meuschen, kunnen niets dan wenschen,
maar dit is niet geheel juist. We kunnen
zelve veel aan de vervuiling dier wenschen
doen, men kan elkander vriendelijkheden
bewyzen, in dagen van voorspoed deelen
in de vreugde, in tyden van beproeving
met raad en daad bjjstaan, in één woord,
elkanders lasten en'lusten helpen dragen.
Doen wjj dit allen in den kring, waarin
wij geplaatst zyn, dan zal het voorze -er
niet aan heil en zegen ontbreken en 19U6
voor U een gelukkig jaar zjjn.
JAARWISSELING.
Jaren gaan en jaren komen,
Thans breekt er een nieuw weer aan.
Iu den donkeren nacht der tjjden,
Moest er weer een ondergaan.
Ieder jaar zegt ons bjj 't scheiden
Ernst is 't leven.* Uit bedacht,
Eiken dag aan ons gegeven,
En bet goede alleen volbracht I
Al het wenschen, al bet hopen,
Zonder meer, is jjdelheid.
Slechts door werken, denken, leeren,
Wordt ons beter lot bereid.
Als de nieuwe jaarkring aanlicht,
Dan blijmoedig maar elkaar,
Vriendeljja den groet gegeven
«Zegen in het nieuwe jaar I'
Maar die ernstig dit bedoelen,
Staan elkaar in liei en leed
Trouw ter zjjde in het leven,
Steeds tot hulp en steun gereed.
Laat ons zoo (ot zegen werken,
ln ons huis en overal
Onbekommerd wat de tjjd ons
In de tcekomst baren zal.
W. M. Ts.
Nieuwsberichten.
L. J. Veltman.
De heer L. J. Veltmau, oud-tooneel-
speler, vierde Vrjjdag zgn 88 ten verjaar
dag. Alleu, die zich den grooten tooneel-
speler en edelen vriend herinneren, zullen
hem zeker nog eeniga gelukkige jaren in
zgn familiekring toewenachen.
Postdiefstal.
De vorige week is te Amsterdam gear
resteerd de conducteur der brievenmalen
R. als verdacht van diefstallen van ver
schillende voorwerpen, welke aan de zorg
der Nederlandsche postergen waren toe
vertrouwd.
Reeds zéér lang rustte op R. de ver
denking, dat hg zich aan oneerlgke
practgken schuldig maakte, doch tot dusver
was het niet gelakt, bewgzen tegen hem
in te brengen.
Onlangs werd op de ljjo Emmerik
msterdam een aantal buitenlandsche gelds
waardige papieren vermist. De verdenking
viel op R. en terwjjl deze afwezig was,
werd in zgn woning hier ter stede huis
zoeking gedaan. Aanvankelijk vond de politie
niets. Iu een kastje trof men echter ten
slotte o m. een naaldenkoker aan, op zich
zelf een onschuldig voorwerp. Doch wat
bleek? Op een Igst van vei miste voor
werpen ter verzending aan de post toe
vertrouwd, kwam eveueens een naalden
koker voor. In hel kastje vond de politie
verder een aantal beleenöriefjes van horloges.
R. werd denzelfden dag bjj zgn terug
komst te Amsterdam gearresteerd eu
bekende zich aan diefstal te hebben
schuldig gemaakt. In zjjn taseh werd een
en ander gevonden, dat eveneens zeer
waarschnnlnk van diefstal afkomstig was.
(N. r. N.)
Een misdaad 7
Uit den grooten vgver van het Vondel
park vóór den Koninginneweg bjj het
Willemspark ter Amsterdam is het ljjk
opgehaald van een nachtwaker. Daar de
man sinds den 2en Kerstdag werd vermist,
vermoedt men, dat hem Dinsdagavond het
ongeluk overkomen is. Er loopeu geruchten,
dat hg eenige verdachte lieden achtet-
volgde, van welke hg 'l slachtoffer zou
zgn geworden. Het Igk droeg sporen van
geweld, het horloge was van den ketting
gerukt, 6dz. Door zich met beide handen
krampachtig vast te houden aan een paaltje,
dat aan den walkant stond, heeft de dren
keling getracht zich boven water te houden,
docb het hout bleek niet sterk genoeg en
is afgebrokkeld. De handen van den doode
hielden het nog steeds omklemd.
Of hier inderdaad aan misdaad gedacht
moet worden, of dat de man, door den
mist misleid, te water geraakte, kun voor-
loopig niet uitgemaakt worden.
(»tiet Volk*).
Een bankzwendel.
Het N. v. d. D. meldt, ditt de justitie bevel
heeft gegeven tot aanhouding van den lieer
J. J. Ie Fèvre de Monligny en den heer jbr.
Th. A. O. de Geer, belden directeur der
Hollandscbe Hypotheekbank, de eerste ook
van de Mjj. v. Zekerhei iestelling van Amb
tenuren.
Geen van beiden werden meer aan hunne
woningen aangetroffen.
De laatste is echter wel in stad en de
eerste kwam Vrijdagavond laat uit Purjjs in
stad en stelde zich in banden der justitie.
Het Hbid. vermeldt het gerucht, dat de
verduistering niet minder dan millioen
gulden (alleen aan kasgeldzou bedragen.
Daartegenover zou aan beide m*alscbappjjeD
een aandeelen- en reserve-kapitaal van 7
millioen gulden eluan.
Toch schjjnt bet blad uict geheel gerust
te zjjn en schrijft bjjv. over de Hypotheek
bank «Bjj een uitstaand bedrag van f 37
millioen pandbrieven, zou er al ondenkbaar
veel moeten verloren zjjn, voordat een noe
menswaardig percentage van dit bedrag ver
loren kan g'-acht worden.' Het schjjnt dus
toch mogeljjk dal de pandbrieihouders zouden
moeten bloeden.
Het blad tracht de menscben nu te troosten
dut de juBlitie wel zal zorgen dat de schul
digen gestraft worden. Daarmee hebben echter
aandeelhouders en pandbrieihouders hun
duiten niet terug. Het zou vrjj wal meer
geruststelling geven, als de commissarissen
der beide vennootschappen verklaarden, voor
do geleden schade zich mot hun vermogen
verantwoordelijk te stellen.
De N. Kolt. Cl weel te melden dat de
«Zekerheidstelling* het meest benadeeld is
en terwijl het Hbid. vertelde dat de heer
Le Fèvre de MoDtigny sich vrijwillig in han
den der justitie heeft gesteld, zegt de N. Kolt.
Ct., dat hij door een inspecteur van politie
aan het station werd opgewacht en dat deze
met hem aar de gevangenis reed.
Het verhoor, dat den heer Le Fèvre de
Mon igny werd afgenomen heoit tot resultaat
gehad, dat de beer De Monligny een beken
tenis aflegde, die verwijzing van deze zaak
naar de openbare terechtzitting mogelijk maakt.
De heer De Monligny bljjll gedetineerd
in het Huis van Bewaring.
De Echo beeft geboord dat de verduistering
aldus geschied zou zjjn, dal de heer le Fevre
de Monligny de uitg»lotde hypotheekbank-
brieven van de Holl. Hypotheekbank beleende,
in plaats van se te vernietigen.
Als directeur en als commissaris van ver
schillende instellingen enz. had bij oen jaar-
ljjksch inkomen van ongeveer f 50.000
Men meldt uit Hilversum
Vrijdagavond laat vervoegde zich bjj den
wachter van den overweg ouden Atners-
foortschen weg van de lgn UtrechtHilversum
ccn heer zonder hoed en met bebloed hoofd,
die boweerde uit den trein te zjjn gevallen.
Hjj vroeg of hem ook een rijtuig kon worden
bezorgd ten einde hem naar zgn woning te
brengen, waarop bjj naar een stalhouder werd
verwezen. Hg vervolgde daarop zgn weg te
voet.
De conducteur van den laatsten trein
UtrechtHilversum, miste bg aankomst te
Hilversum een reiziger, waarop hg bg het
onderzoek in een eerste klasse coupé een
parapluie en een kaartje vond. Een ongeluk
vermoedende, waarschuwde hg den chef, waar
op deze de lgn liet inspecteeren en het ge
beurde bg genoemden overwegwachtor ver
nam.
De politie, van het voorgevallene in kennis
gesteld, vermoedde dadeljjk dat de reiziger
niemand anders was dan jhr. De Geer, direc
teur der Hollandsche Hypotheekbank te Am
sterdam, die te Hilversum woonachtig is en,
door uit den trein te springen, een arrestatie
aan het station aldaar, waar inderdaad recher
che zich bevond, wilde ontgaan.
Op last van den commissaris van politie
werd daarop aan de woning van jhr. De
Geer op Lindenheuvel een onderzoek inge
steld, waar bleek, dat jhr. De Geer inder
daad gewond was, opgevende dat hg uit den
trein was gevallen. Daar hg nu wegens de
opgeloopen kwetsuren het bed moet houden,
wordt bjj aldaar door de politie bewaakt.
Jhr. de Geer mag de eerste dagen niet
Vervoerd worden, daar hg een arm gebroken
heeft, doch wordt in zjjn woning door de
recherche bewaakt.
Weerbaarheid.
Hollandsche hebben we niet,
wel Zwitserschei
Vraag uw leverancier naar
Nederlandsch maaksel.
Onlangs vroeg iemand in een hekenden
winkel van suikerwerken naar een pakje
Nederlandsche chocolade. De winkelier kon
den bezoeker daaraan niet helpen. Hg bad
wel Zwitsersche, Fransche en Duitsohc, maar
Nederlandsche niet; .och daar is bjj
mijn clientèle zoo geen navraag na.'
In den winkel, prijkte men met aankon
digingen in allo talen, platen van Suchard,
Velma, Gala-Peter, Menier en Slolwerck,
maar de Nederlandsche chocolade-firma's, in
het buitenland g>ëerd om de hoedanigheid
van hun fabrikaatdaarnaar was bjj de
Nederlandsche iclientélo' zoo geen navraag.
Wjj beweren niet, dat de buitenlandsche
chocolade-soorten minder good zjjn dan de
o»ze, wellicht zjjn er enkele beter. Maar wjj
moeten verzet aanteekenen tegen het sprookje,
in .chocolade etende kriDgen* algemeen gang
baar, dat alle buitenlandsche soorten per se
beter souden zjjn dan de Nederlandsche.
Ja, zjj zjjn over het algemeen wel duurder;
dkt, en het deitig-doende buitenlandsche hoe
danigheid
Nu is chocolade tot zekere grens een ge
not-middel, dat wjj hier bjj wjjzo van voor
beeld aanvoerenmaar met noodzakeljjke en
helangrjjke artikelen van dageljjksch gebruik
gaat het dikwjjls evenzoo. De grondoorzaak
is, dat wjj, Nederlanders, als het dete quaesties
betreft ons nationaal gevoel op de rommel
kamer bergen en een voorliefde tovnen voor
opschriften en betitelingen in vreemde talen,
vun artikelen die een uitheemsch gewaad
dragen, voor alles wat van over de grenzen
tot ons komt.
Wjj vinden dat deftig.
Dit gebonden (latent) Nederlandsch Natio-
naliteits-gevoel, baart den Nrderlandschcn
ondernemingsgeest de grootste moeilijkheden
het onthoudt de Nederlandsche njjverheid en
den Nederlandschen handel outzagljjko voor
deden. Het Nederlandsche volk wordt hier
door het Nederlandsche volk achteruitgezet
en benadeeld.
Zoo ergens, dan zou echter juist hier Mul-
tatulis woord: .Alles is in alles* toepasse
lijk zjjn.
Om weer tot de chocolade terug le koeren.
De voorname grondstoffen bg de bereiding
van chocolade zjjn cacao-boonen en suiker.
Cacao wordt in de Nederlandsche kolonie
Suriname verbouwd, suiker op hot Neder
landsche eiland Java. Als de Nederlandsche*
chocolade-verbruikers aan hun leverancier
Nederlandsche* chocolade vragen, wordt de
Nederlandsche' chocolade-indnstrie op na
tuurlijke, gezonde wjjze beschermd. Wat do
betrokken indastricelon in staat tal stellen
en aanmoedigen het beste tegen den gering-
sten prgs te leveren. Deze industrie zal
bloeien on zich uitbreiden. Vragen nu de
.Nederlandsche* chocolade-fabrikanten op
grond van hetzelfde nationaal beginsel, waar
mogelijk, sniker en cacao uit «Nederlandsche*
Koloniën, terwjjl men sjjn best doet deze
producten in de eerste plaats door .Neder
landsche- schepen ts doen aanvoeren, dan
kan dit beginsel van «Nationaal wederkoerig
dienstbetoon", door iedereen in eigen kring
toegepast, een ideaal middel van bescherming
niet van Staatswege vormen.
Een decgelgke wederkecrige, vrijwillige
Nationale bescherming is een bewijs van
levenskracht der gemeenschap. Zfi sal zich
uiten in bloei en welvaart op schier elk
gebied. Elk afnemer sal nit sichzelf het
beste beentje voorzetten, want aan do grenzen
blyft steeds de buitenlandsche mededinging
d-cigen, die vrg toega g heeft. Die dreigende
mededinging zal den fabrikant wakker houden,
terwgl hg hij bescherming van Staatswege
daarentegen zal indutten als de langstaarten
achter hun Chinee-chen muur.
W ij bednelpn met het hierboven aangehaalde
voorbeeld uit de cacao ngverheid natuurlgk
niet een door dik en dun eischen van
Nederlandsche grondstoffen en fabrikanten.
Groothandelaren en verbruikers moeten
Nederlandsch gaan vragen waar dit oven
goed en niet duurder is dan Buitenlandsch.
Maar elk afnemer eische, bjj wjj se van
proef, van zjjn leverancier in de eerste plaats
Nederlandsch maaksel dan zal het aantal
Nederla> dsche artikelen, dat even goed en
niet duurder ia, zich wel nitbreidoo. Deo
Nederlandschen leverancier moet geleerd
worden om, als men in een winkel naar iets
vraagt, niet in de eerste plaaU iets buiten
landsch op den to nbank te leggen en slechts
op bjjzonder verlangen uit een of ander
bescheiden hoekje het Nederlandsch brocdor-
product te voorschijn te halen. Hij mout gaan
gevoelen, dat hjj door die buitenlandsche
bevoorrechting, niet alleen zichzelf, maar
ook zgn landgonooten benadeeld.
Do schuld ligt hier bg het publiek en bg
den fabrikant. Laat het eerste oons in principe
vragen«Nederlandsch fabrikaat als 't u
blieft'. Wat door het buitenland beter en
goedkooper te leveren is zal stand houden,
maar de meerdere afneming van gelijkwaardig
en even duur Nedor'andsch fabrikaat zal de
Nederlander na eenigun tijd direct of indirect
in zgn zak voelen door toenemenden bloei
en meerdere welvaart.
Hoe weinigen om nog enkele voorbeel
den te noemen denken er aan zich bg het
aanschaffen van een rgwiel, eens te over
tuigen, dat het Nederlandsch fabrikaat even
goed en niet dunrder is dan wat op dit
gi-bied bg wagon-ladingen ons land binnen
stroomt.
Zoogenaamd Jaeger-wol wordt hier te lande
en in onze Koloniën algemeen gedragon.
Door don grooten brand te Vriezen veen is
onlangs de aandacht gevallen op de fabriek
vun natuur-wollen ondergoederen der firma
Janson en Tilanus aldaar. Haar fabrikaat en
dat van haar Nederlandsche zuaterfirma's
doet noch in hoedanigheid noch in prijs onder
voor de buitenlandsche fabrikaten. Maar als
alle Nederlanders hier te lande en in onse
Koloniën, die wollen ondergoed dragen, daar
voor een Nederlandsch fabrikaat gebruikten,
dan zou men verbaasd staan over het stjjgend
aantal zusterfabrikanten van Jansen en Tilanus,
die ieder honderde handen werk zouden geven.
Men neme eens bjj wjjze van proef, dat
Jheger-goed van Nederlandsch fabrikaat om
eens le zien wat de Nederlandsche industrie
kan
FEUILLETON.
Vrjj bewerkt door AMO.
9)
«Je vergeet één ding, Johannes Zjj be
mint mjj niet, maar wel een ander. Ik was
een dwaas, toen ik mjj inboeldde dat haar
vriendschap liefdo washaar voorkeur voor
mjj hield ik voor een onbewuste uiting van
dezelfde liefde, die mjjn hart naar haar trok.
En het was niet anders dan het genoegen
van mgn gezelschap en mjju vriendschap
door haar vriendelijkheid wilde zjj alleen
toonen, dat zjj die op prijs stelde. En ik
ik had mjjn hartebloed willen geven ik
maar het diont nergens toe er nog ver
der over te spreken. Ik moot mjj nu zonder
haar inrichten
Het is jammer, ik heb zoo'n lieve woning,
aan den voet van de bouwval van hot oude
•lot, omgeven door hooge beuken, een ge
zellig neztje voor een jong paar.
Die laatste woorden trokken Vliebig's aan
dacht.
Hoe beetje woonplaats?*
«Coldewilz I
«Wat? Col dovitz riep hjj. «Jongen,
dat is ook het doel van mjjn reis.*
«Wilde jjj mjj dan gaan opzoeken En
zeg je dat nn eerst?'
«Helaas, dat is niet zoo waarde Lutz I
Luister, dan zal ik je vertellen wat mjj
daarheen voert.*
En Vliebig vertelde, zonder dat zjjn vriend
hem mot een enkel woord in de rede viel-
Wanneer hjj wat opmerkzamer was geweest,
zou hjj zeker de vreeseljjke uitwerking van
zjjn woorden bespeurd hebben. Nu sprak hjj
echter onbedwongen voort. Alles wat hjj
zoide, getuigde van zjjn liefde voor Dura,
van het geluk dat hjj hoopte te verwerven.
Maar toen hjj uitgesproken was en Lutz
weer aankeek, ontstelde hjj toch.
•Wat scheelt je?*
«Niets niemendal. Maak je maar niet be
zorgd. Ik denk nog te veel aan het blauwtje
dat ik goloopen heb.
Wil je me helpen bjj mjjn onderzoek in
Coldewitz
•Ja wel zekerik woon er nog wel niet
lang, maar toch zal ik je van dienst kunnen
zjjn*.
Na deze woorden ging Lutz aan de andere
zgde van den canapé bjj het portier zitten
en staardo naar buiten. Hjj was ten doode
toe bedroefd, als had men zjjn hart uit zgn
lichaam gerukt om hem zoo te laten dood
bloeden. Waarom had hjj zjjn geluk ook
niet vroeger verzekerd. En dat het nu juist
Johannes moest zjjn, die hom de geliefde
ontroofde Tegen zgn vriend kon en wilde
lig niet om haar strgden, en dat juist smartte
hem het meest. Hoeveel hjj van Johannes
hield, bleek wel hieruit, dat hjj hem volstrekt
niet wilde laten bemerken, hoeveel hjj om
hem leed neen, nooit zon hjj hem zeggen,
dat hjj deze minnepijn om zijnentwille ver-
droeg.
Johannes merkte den strgd in het binnenste
van zjjn vriend .wel op, maar dat bleeke
gelaat en het zenuwachtige trillen dier lippen
die nu en dan op elkaar werden geperst,
schreef hjj toe aan de ondervonden teleur
stelling. Meer dan eens lag hem een troostend
woord op de lippen, maar telkens sprak hjj
dat woord niet uithjj begreep dat Lutz
den strijd in zjjn binnenste wilde uitvechten,
en hjj eerbiedigde dat besluit.
Nadat er echter al meer dan een uur ver-
loopen wus en Lutz maar steeds bleef zwjj-
gon, stond Johannes op, naderde zjjn vriend
en legde hem vertrouweljjk de hand op den
schouder. Wollin verdroeg die vertrouwelijk
heid, ofschoon zjjn hart er door gepijnigd
werd. Toen Johannes echter zeideGooi
je selven niet weg mjjn jongen. Er zjja nog
andere en betere meisjes dan dat ééne dat
je waarde miskent I* toen keek hjj den
candidaal met bliksemende oogen aan. Bljjk-
baar lag hem een driftig antwoord op de
lippen, maar hjj was zich zeiven zoover
meester, dat hjj een beetje misnoegd vroeg
Hoe zou je het vinden, als ik je bjj een
dergcljjke gelegenheid ook zoo iets zeide?*
«Ik meende het toch goed.
Met die eenvoudige woorden ging Johan
nes weer op zjjn oude plaats zitten.
Kort voordat zjj in een anderen trein
moesten overstappen, stak Lutz hem met de
oude vriendelijkheid de hand toe en zeide
«Je moet maar niet boos op mjj wezen, Jo
hannes ik moet me eerst een beetje over
den eersten indruk heenzettten.*
«Natuurlgk mgn jongen, dat spreekt van
zelt
Zjj schenen nu weder op dreef te komen
en wisselden geen woord meer over die zaak.
Doch ieder hield zich met zjjn eigen ge
dachten bezig en daardoor werd er niet veel
gesproken.
Eerst laat in don namiddag kwamen zjj
na Telerlei oponthoud te Coldewitz aan. Lutz
nam zjjn vriend mee naar zjjn woning, en
nadat zjj zich wat hadden verfrischt, bracht
hg hem bjj den burgemeester, een weJge-
stelden boer, wiens dikke gouden horloge
ketting bewjjs leverde van zjjn rjjkdom. De
man lachte ietwat spottend toen Vliebig hem
vroeg naar do nalatenschap van Mielo's
tante. De candidaat kon den naam der over
leden vrouw niet opgeven, dat maakte hot
onderzoek minder geraakkeljjk. Er warci.
echter in Coldewitz sedert de laauue drie
jaren slechts weinig meuschen gestorven die
lachende erfgenamen hadden achtergelaten,
zoodat men het spoedig eens was, wie de
bedoelde tante moest geweest zgn En het
was zooals Johannes Vliebig reeds had ver
moed de nalatenschap dier tante, do be
roemde druk besproken erfenis had na ver
koop van alle meubeltjes on kleoren der
overledene, slechts weinig meer dan twee
honderd mark bedragen. Dat bedrag was
nog veel geringer dan Vliebig had gedacht;
doch de burgemeester gaf hem inzage van
de akten, welke daaromtrent zekerheid ver
schaften.
Tweehonderd mark 1 Het was bjjna drie
jaar geleden dat de houtvester zich dood
schoot. Wanneer Miele werkelijk onschuldig
wss aan het verdwgnen van het gold, hoe
was het dan mogoljjk dat die kleioe erfenis
bjj zulk een verkwistende levenswjjze zoo
langen tjjd toereikend kon wezen
Vliebig las de akten aandachtig. Daar
viel zjjn oog op het laatste gedeelte: .Do erfenis
werd heden uitbetaald aan den eenen wettigen
erfgenaam, Albin Miele, boschwachter te X*
en nu volgden de datum benevens do hand-
teckeningen.
Zei Miele, dat hjj uit X was?*
•Ja! Wjj vroegen daar niet verder
naar, omdat zjjn familiepapieren in orde waren'
Kwam de man hier met den trein aan
«Don spoorweg hebben wjj hier pas een
jaar,* antwoordde de burgemeoster lachend.
Neon, de gelukkige erlgenaam reisde por
extra-post. Hjj zag er ook volstrekt niet uit,
of hjj om die tweehonderd mark verlegen
was. Hjj liet een liedje op d-n hoorn Mazen
en hiohl de postiljon den geheclen dag vrjj.
Hg kwam dan ook fijn voor den dag in een
heel mooi, nieuw pak met een wandelstok
en een jagershoed mot hanoveer. Hjj had
dan ook het genoegen, dat de straatjongens
hem naliepen en all« meisjes het betreurden,
dat hjj al getrouwd was. Er komt niet dik
wjjls op die manier wat afwisseling in de
eentonigheid van ons dorpje. En daarbjj
had die oude tante zich zelve het noodige
onthouden om maar te sparenzjj leefde als
een bedelaarster en werkte zoolang haar
krachten het toelieten, alles voor haar jongen,
zooals zjj het noemde. Zjj had hem ten doop
gehouden.*
Terwjjl do goede man zoo aan de praat
was, had Vliebig tjjd om de zaak te over
leggen. Het kwam alle* zoo precies uit, dat
het hem bjjna speet, dat hjj zonder strjjd
tol zjjn doel was geraakt. Hjj behoefde nu
slechts naar huis terug te koeren en den
boschwachter van zjjn misdaad te overtuigen.
Naar huis! In zjjn gedachten ziet hjj het
lieve huisje van Miele slaan, mot die bleeke,
afgetobde vrouw cr voor zittende, zooals hjj
haar het laatst had gezien. Hg voelde weer
dien eigenaardigen blik op sich rusten vol
aDgst en toch vol vertrouwen, ameekend en
afwerend tegeljjk. En toen schoot hem doze
gedachte te binnen.Ginds wilt gjj vrede
brengen, en hier verstoort gjj het geluk van
een huisgezin, maakt onschuldigen ongelukkig
en brandmerkt hen met het Kaiusteeken, dat
hun levenslang zal bjjbljjven Maar
leed zjjn gelietde Dor» dan niet? Was zjj
dan ook niet onschuldig Zjj lag hem het
naast aan het hartzjj leed onschuldig, omds^
ook haar vader zonder schuld geweest was.—
Het angstzweet kwam den candidaat op
het voorhoofd. Zjjn streven om Dora tegen
over de geheele wereld weder in eere te
horstellen, had hem alle andere goduchten
ter zijde laten zotten. Doch nu stond hjj
tusschen (wee vuren. Hjj wist wel, dat hjj
op hot beslissende oogonbük niet sou twijfe
len maar die vreemdo blik van de vrouw
des boschwachters kon hjj maar niet uit
zjjn gedachten bmncn.
De burgemeester kuchte zeer hoorbaar, en
Johannes keek op. als iemand, die uit oon
ona-ngenamen droom ontwaakt.
Neem mjj niet kwaljjk* stotterde hjj. «Ik
was met mjjn gedachten van hier.*
Dat bemerkte ik. Ge hebt zeker wel een
bjjzondere reden om hier te komen onder
zoeken,* sprak de ander met een nieuws
gierigen blik.
Dat is ook werkeljjk soomaar, omdat
het een bjjzondere reden ia. moet ik er over
zwijgen. Mjjn vriend zal u allee wel Tor
tellen, zoodra de zaak beslist is.*
Van de zjjde des burgemeesters was het
afscheid niet soo vriendoljjk als de ontvangst.
Hjj had gehoopt een pikant nieuwtje te ver
nemen, om het 's avonds aan de biertafel in
de dorpssociëteit te kunnen uitkramon. En
dat liep nu mis.
In gepeins verdiept keerde Vliebig terug
naar de woning van den dokter, die een
flink voorzienen disch had laten gereedmaken.
Lutz Wollin was nog niet geheel in sjjn
ouden plooi, maar nn en dan kwam zjjn
vrooljjke aard toch weer boven.
Vliebig verhaalde hem sjjn wodervaren en
zei ten slotte: «Het kan niet falen, dat de
booswicht door de bewjjzen o-ertuigd wordt.*
(Wordt vervolgd.)