KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor HelderTexel, Wieringen en Anna Paulownau Uitgevers: BERKHOUT Co., te HELDER. Ons Modeblad. Nieuwstijdingen De mooie Molenaarster. No. 3453. Woensdag 21 Maart 1906. 34ste Jaargang. Bureau: Spoorstraat Telef 59. Bureau: Kenlngstr. 29. Intere.-Telef. 50. A^cnnement Vliegend Blaadie p.3ni. 50 ot.,fr.p.post 75 et., BoitenL f 1.25 -.Zondagsblad 37'45 'Modeblad 55 80 Muzik. Hloemlermg» d0 »85> Voor fioitenlend bp vooruitbetaling. 0.75 >AQ f\ «0.90 VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. BureauxSpoorstraat en Koning-straat. Ad vortentléii van 1 tot 4 regels25 Cent. Elke regel meer6 2 en groote lettere worden naar plaatsruimte berekend. Vdvertentiën moeten uiterlijk de? DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureau* bezorgd zijn Aan onze abonné's buiten de gemeente wordt beleefd ver zocht het verschuldigde abonnemeutsgeld Vliegend Blaadje en Zondageblad le kwar taal 1906, te willen overmaken per Post wissel of in postzegels vóór 5 April, zullende anders daarover met 5 cent ver hooging per post worden beschikt. Postwissels voor dat doel behoeven slechts met een zegel van 21/* ct. beplakt te worden. Dames wordt bericht dat van af heden aan ons Bureau Spoorstraat GRATIS verkrijgbaar is „HET NIEUWE MODEBLAD" VAN 15 MAART. Men inake van deze gelegenheid gebruik om met dat mooie modetijdschrift kennis te makAn. De Uitgevers Uit het Buitenland. De Marokko-conferentie duurt wèl lang. De oplossing der kwestie is de laatste dagen geen stap gevorderd; waarschynljjk (over wegen? de diplomaten. Frankrjjk bljjft op zjjn eens ingenomen standpunt staande nieuwe minister vaD buitenlandsche zaken Bourgeois heeft aan de Fransche vertegen woordigers te Algecir&s telegrafisch bericht gezonden, dat hjj de instructies, door zjjn voorganger Bouvier gegeven, handhaaft. De Fransche bladen meenen dat Duitschland een nader voorstel moet doen en Duitschland meent dat het genoeg toegegeven heeft en de beurt nu aan Frankrjjk is. Eu soo schieten we niets op. Keizer Wilhelm II zal een bezoek brengen aan den Spaanschen Koning en zjjüe hoofd stad Madrid. Het bezoek is officieel aange kondigd tegen hall April. Er zullen groote feestelijkheden georganiseerd worden. Officiéél heeft de Russische rogeering laten bekend maken dat geiuchten omtrent nieuwe jodenvervolgingen volkomen ongegrond zyn. Tegeljjkertyd echter verschijnt eene brochure, door de censuur toegelaten en goedgekeurd, eene oproeping tot het Russische Volk waarin de Joden worden genoemd als de oorzaken van het ongeluk van Rusland. In het Zuid- Oosten van Rusland blijft de toestand treurig. Hongersnood en besmettelijke ziekten dunnen de arme bevolking deerlyk. De van Staatswege geboden hnlp is totaal onvoldoende. HELDER, 20 Maart 1906. De stranding van Hr. Ma. „Evertsen". Het zooeven verschenen Jaarboek van de Koninklijke Nederlandsche Marine, uitge geven door de zorg van bet departement van marine, bevat een rapport over de stranding van Hr. Ms. (Evertsen? in den nacht van den 18en op den I9eu Augustus 1905. 't Is het eerste officieele rapport van dien aard, dat gepubliceerd wordt en het navol gende is er aan outleend Ingevolge de instructie van den Scbout-by- nacht, directeur en commandant der marine te Amsterdam, bracht de commandeerende officier het schip den 15en Augustus ten anker voor IJmuiden in ongeveer 5 vadem Het schip lag ten anker met 30 vm. bak boordsketting. De toestand van de atmosfeer en van de see was van 18 op 19 Augustus volgens den slormwaarschuwingsdionst te IJmuiden te 8 uur 'b avonds: Z.-W. wind, windkracht 5, golvende zee en betrokken lucht; te 12 uur middernaeht: Z.-W. wind, windkracht 6, golvende see en betrokken lucht en te 4 uur 's morgenswind W.-Z.-W., windkracht 8, hooge zee en regen, Volgens verklaringen van bevoegde ge tuigen en van den commandant namen op 18 Augustus de wind en de zee gaandeweg toe, in verband waarmede de eerste officier, die by afwezigheid van den commandant het bevel voerde, de te water liggende sloepen liet hyschen en orders gaf dat de machines in !/s uur stoomklaar zouden zyn met stoom in twee ketelstevens word het tweede anker (klaar om te vallen? gehouden en werd zee- w»cht bepaald voor de adelborsten. Het schip lag toen vry rustig; wol stampte en gierde het een weinig, doch van rukken in den ketting is niets bemerkt kunnen worden. Inmiddels waren wind en zee nog meer toegenomen en toen de commandant te 12.80 uur ('s nachts) aan boord terugkeerde, gaf deze order om binnen 1/4 uur stoomklaar te zyn, en bepaalde zee wacht voor de officieren. Volgens verklaring van den officier-machinist werd de order om iu uur stoomklaar te zyn, steeds zoodanig opgevat, dat het schip prac- tisch na ontvangen bevel dadeljjk kon stoomen, zoodat de machines feitelijk tot dadelyk werken gereed wareD. De officier van de hondenwacht (den nachtdienst) verklaart, dat het schip dien nacht voor 30 vadem stjjf achter bakboordsanker lag en nogal gierde. Van rukken werd echter niets bemerkt. Plotseling meende hjj aan de lichten van de hoofden van IJmuiden te bemerken, dat het schip dreef, hetgeen werkelyk het geval bleek te zynhet schip dreef met vaart in de richting van den wind achteruit. Zeer kort daarop stootte het schip. Inmid dels had hij order gegeveD het stuurboords- ankor te laten vallen. De commandant, die voor korten tjjd naar beneden gegaan was, kwam ongeveer te zelf- der tyd aan dek en zag dat hot schip in achterwaartscho beweging was; hy spoedde zich naar den afgang der machinekamer en beval om by de machines klaar te zyn om te stoomen, begaf hy zich daarna naar de brug en gaf door middel van de telegraaf order aan do machines, die dadeljjk te werk stonden. Het schip stootte, alvorens de machines werkten en het anker was gevallen en viel dwars, zoodat het vooruit slaan niet meer hielp. Met de machines, zegt 't rapport, werd nog getracht het schip op de zee te draaien en de ankers te lichten. Dit gelnkte echter niet, integendeel, het sohip sloeg geheel dwars tegen de ondiepte en dreef hoe langer hoe meer naar de kust, zoodat bljjkbaar geen van beide kettingen het schip steunde. (Er stond een hooge branding.) Toen werd het zeer ge vaarlijk om vooruitslaaade te trachten los te komen, met alle kans om met het achterschip nog meer op de bank te raken en de machi nes niet meer te kunnen gebruiken. Er kwam veel water over en van tyd tot tyd stootte het schip zwaar, doch alleen op de oogenblikken dat het, tegen de werking der machines in, dwars sloeg. De commandant besloot te trachten het schip met het achterschip van den wal af te doen draaien, waartoe het alle neiging toonde, maar omdat de kop werd vastgehouden, was het niet mogelijk het geheel naar zee te krij gen. Daarom bosloot de commandant de beide kettingen te laten slippen, waarna hy het schip met het achterschip naar see gekeerd krwg. Reeds begon men te winnen, toen het schip door een grondzee uit de richting werd ge slagen, maar het gelukte toch spoedig het weder in de vorige positie terug te brengen. Hierdoor werd voorkomen dat het schip ver der op den wal sloeg. Betreffende de genomen veiligheidsmaat regelen maakt het rapport melding van het sluiten der waterdichte luiken en deuren, van het werken met het zoeklicht, het doen van noodseinen en schoten en het oplaten van vuurpijlen, alsmede het aanhoudend fluiten op de stoomfluit. Ook werd naar het draad- looze station te Scheveningen geseind, doch zonder antwoord te bekomen. Wat de averjjen betreft, zoo gingen een paar kleine ankers verloren en na opneming in het droogdok is gebleken, dat de kiel van den achtersteven van Hr. Ms. «Evertsen" op 20 c.M. van den steven was afgebroken, de roerkoning beneden het hennegat gebroken en het roer word verloren. Verder bleek de lap van de kielplaat vanaf het grootspant tot pl.m. 16 meter naar voren vol bulten te zit ten en de z.g. zandstrook en de eerste gang op verschillende plaatsen tusschen de spanton te zyn doorgezet. Twee schroefbladen van de stuurboordschroef zyn verbogen en de tros zat met vele slagen om do schroefas. Het schip bloek dichi, b -halve op een klein plaatsje aan bakboord. Volgens het rapport zyn het breken van het anker of van den ketting, dan wel van beide, de onmiddellijke oorzaken geweest van de stranding van Hr. Ms. pantserschip tErertsen". Aangezien geen der sollicitanten geslaagd is, zal er een tweede examen voor Kapelmeester der Stafmuziek van de Kon- Marine te Helder plaats hebben. Dezelfde heerenN. A. Bouwman, 's Gravenhage, Jac. Koning, Helder en P. A. Stenz, Breda, zullen de deskundige Commissie vormen. De huisknecht van den notaris B. te Wieringerwaard is vermoedelijk naar Antwerpen gevlucht, na zich door middel van een valsohen sleutel een som gelds ten nadeele van den heer B. te hebben toegeëigend. Het rijwiel van den zoon, dat hg voor een dag „vrijaf' mocht gebruiken is mede verdwenen. Voor verschillende diamantbewerkers, die eenige jarnu geleden van Amsterdam naar Antwerpen zgn vertrokken, heeft de zieltogende wet op de schutterij nog groote onaangenaamheden Verschillende werklie den, die door den schuttersraad veroordeeld waren en weder te Amsterdam zgn ge vestigd, moeten de vonnissen, in 1890 uit gesproken (verjaring bjj de wet bestaat niet) thans voldoen. Zoo hoorde het Bbld., dat onlangs een schutter ongeveer f 80 heeft betaald aan boeten. De provoostgeweldige kenden hem, hield hem aau en bracht hem voor den auditeur-militair. Liever geen kennis met de provoost willende maken, betaalde bg die som. Gelnkkig, dat het tegenwoordig Ijjden kan. Examen Machinisten. Amsterdam, 16 Maart. Geëx. volgers programma C 3 ctudida. u Geslaagd 3e heer W. Bakker. Ein candidaa. trok zich terug. Hiermede is het exnmnn afgeloopen. Stuurlieden-examens. Rotterdam, 16 Maart. Geëxamineerd 8 candidaten. Geslaagdgroote stoomvaart, lste stuurman, A. Üldenburger, 3de stuur man P. K. de Goede, W. Gorter, D. H. van der Hiel, J. C. H utkooper, B. Jansma. Men schrgft uit Moddergat, d.d. 15 Maart aan de »L. C.": Nu de zee eenigszius gekalmeerd was, hebben de «issohers >>it Moddergat gisteren een inspectiereis geuiaakt naar bun vaar tuigen op de ree. Hoe het er daar uitzag, is bjjna ondenkbaar. Kach-ds, die in de aken stonden, zgn stok geelag-n en som migen zelfs verdwenen door ae schuif van de roef, die weggeslagen was. Met de ta fels is het evenzoo gegaan. Verder zjjn klokken, barometerz, kompassen enz. ver nield of weggspoeld. In het ruim van een der aken lagen twee watervaten, bijna nieuw en grooter dan petroleum vaten. Beide vaten waren gevuld en lagen vast. Door het slingeren der aak zgn de vaten aan het rollen geraakt en de zee beeft ze zoo lang tegen elkaar en tegen de kanten ge- bonst, dat beide geheel nit elkander ge slagen zgn. Bovendien was door het bonzen der vaten tegen de wanden het beschot der kooien ook nog geheel vernield, en even eens het beddegoed. Van de meeste aken waren de luiken geheel of gedeeltelgk weggeslagen, zoodat het water binnendring n kou. Bgna alle vaartuigen waren dan ook half of meer gevuld met zeewater, één was zelfs tot zinkens toe roL Een en ander doet ona zien op welke wjjze de golven die vaartuigen heen en weder moeten geworpen hebben om den toestand te maken, zooals hg nu is. De schade aan de schepen is belangrijk en wat voor velen het ergste moet zgn, is dat het r, om de schade te herstellen, ontbreekt, visscherg levert hier weinig op en der halve is ook het aandeel dat voor onder houd der aken van de vangst genomen wordt, klem Er zgn zelfs, die al van plan zgn hun tfchip maar weer te Ezumazgl vast te leg gen, daar ze geen kan9 zien, de schade te doen herstellen. Treurig voorwaar; nog geen week hadden ze zeilree op de ree gelegen en na ligt alles weer verloren. Het schiepje van den alikrnikvizecher, dat onlangs bg Wierum onklaar werd, is met den storm hier bg Moddergat aange komen en vlak bg den dgk gezonken, 't Was geheel uit elkaar geslagen en ia nu verder gesloopt. Het ,.U D." spreekt de geruchten tegen dat degenen, die de eerste aan wijzingen omtrent Frans Rosier gegeven hebben, met heel veel kwaads en leelgks bedreigd zgn. Iu ieder geval is men schromelijk aan 't overdrjjven en zeer waarschijnlijk betust het geheele geval op een (flauwe) grap Van stroomen dreig brieven is volstrekt g-:en sprake. Wg weten zelfs zegt het „U. D." uit heel goede bron, dat de heer L. geen enkele bedreiging of iets van dien aard ontvaogen heeft. Nu is ons ter oore ge komen, dat de heer C. inderdaad een schrjjven in zjjn bezit gekregen heeft, doch de inhoud is van dien aard, dat er bgna geen twijfel overblgft of men heeft den man een kool willen Btoven, misschien wel uit afgunst, wegens de belooning, die hem te wachten staat. Desniettemin heeft het haisgezin zich erg ongerust gemaakt en heeft de politie het huis eenige keeren bewaakt. Men deelde ons echter mede, dat dit geschied is, wjjl men des nach's iemand in hnis meende te hebben, het geen echter niet het geval bleek te zgn. No| eens: een voorvader van Roeier? Iemand uit Harliugeu schrgft aau de »L. C >Nu bgna elk nieuwsblad het een of ander heeft mee te deelen betreffende Frans Rosier. herinner ik mg, dat ik voor pl. m 50 jaar menigmaal op Zaterdagavond van Sneek wandelde met den Lemsterpostbode Rosier. Samen gingen we dan tot halfweg Jeltesloot en Welleburg, waar ik een bin nenpad opgir g naar Woudsend. Over den destgds heganen moord herinner ik mg nog zeer goed, dat een weduwe, kasteleinsch' op station Woudsend, toen herhaalde malen in verhoor moest ver schenen, omdat, naar beweerd werd, de vermoorde varensgezel bjj haar 's avonds nog iets had gebruikt en bg betaling een tabaksdoos voor den dag haalde, waarin geldswaardig papier zat. 's Anderen morgens werd de ongelukkig vermoorde persoon gevonden bg een brug, niet ver van het logement «Spannenburg" In de «Leeuwarder Courant" van 14 Maart staat, dat de moordenaar later zgn wel verdiende straf heeft ontvangen. Ik meen me te herinneren, dat de postbode Rosier later gewoond heeft in Gaasterland en dat eerst na zgu dood uitgekomen is, dat hg de bedrgver van die jammerlgke daad was geweest, en wel door de tabaksdoos, waarin ae naam van den vermoorde stond en welke doos in kabinet of kast van den overledene voor den dag kwam. Men weet reeds dat Woensdagnacht de brand in de mgn van Courrières zich heeft uitgebreid tot de galerjj op 340 M., waar men bezig was met het bergingswerk. De houten stutten geraakten in brand en de werklieden moesten zoo spoedig mogelijk opgehaald worden. In dien nacht hadden zjj 18 lgkea geborgen. Men zal trachten, den brand te beperken door een atsluitingsmuur te maken in de galerijen waar geen kolen gevonden wordt. Met dat werk zullen 24 aren heengaan. Daarna hoopt men de Sainte-Rarbe ader te kunnen genaken, die dicht bg put 2 ligt en waar een 20-tal Ijjken moeten liggen de laatste waarechgnlgk die men nog boven zal kunnen brengen. De Ijjken, in den vorigen nacht opgehaald, waren wel in vergevorderduu staat van ontbinding, maar niet verbrand, zoodat ze harkend konden worden. Bg het kisten en bg de begrafenis worden strenge maatregelen genomen tegen besmetting. Er zgn heftige redevoeringen gehouden bg de putten. Uit de menigte gingen kreten van haat op tegen hen, die door de werklui beschuldigd worden van onvoorzichtigheid en nog erger. Van welken aard deze be schuldigingen zgu, bljjkt uit het verhaal dat de berichtgever van de Matin overseint, na een gesprek met een der mjjnwerkers wiens bewering natunrlgk niet zonder voorbehoud aanvaard mag worden. De man beantwoordde de voorstelling, dat voortwerken terwijl er ergenB in de mgn brand is, overal gechiedt, en dat de ramp te Courrières aau een raadselachtig toeval moet geweten worden. Dat hangt er maar van af, zei hg. Vier jaar geleden brak er te Liérin brand ait. De directie deed wat de directie van Courrières dezer dagen gedaan heeftzjj liet muren metalen om bet vuur in te perkenmaar voordat die ruimte afgesloten werd, maakte men een koker in verbinding met een manometer, die den druk van de gasseD daarbinnen moest aanwijzen, en die koker werd met ventilatietoeetellen in gemeenschap gebracht. Een man is belast met het waarnemen van den manometer, en zoodra de aange wezen druk een maximum overtreft, opent hg de klep en de gaesen ontsnappen door den luchtkoker zonder dat de werklui er hinder van hebben. In plaats van deze manier van werken te volgen, hebben de ingenieurs van Courrières gemeend dat zjj de gevaarlijke plek hermetisch konden afsluiten, denkende dat de muren wel weerstand zouden bieden aan den druk. En men volgde de veiligeo weg niet, omdat dit een lange en dus kostbare verbinding met den luchtkoker noodig gemaakt zou hebben, terwjjl tevens het werk in de twee putten twee of drie dagen had moeten stilstaan. Het eenige wat den werkman verbaasde was, dat de ramp al niet vroeger gebeurd Men schjjnt te vreezen dat de werk staking in de kolenmjjnen van Lens, die reeds 10,000 werklieden omvat en zeer onverwacht gekomen is, zich snel zal uitbreiden. Onverwacht gekomen ia ze, hoewel men het uitbreken van deze staking voorzag, maar eerst tegen een veel later tijdstip. Ze is vervroegd wegens den schok dien de groote mjjnramp bjj de bevolking van de streek heeft teweeggebracht. De leiders van de beweging hebben gebruik willen maken van een oogenblik dat gunstig schjjnt voor hun plannen. Er komt echter nog iets bg. van heel anderen aard dan de eischen tot lotsver betering de vrees. Bg veel mjjnwerkers zit de schrik er zoo in, dat zjj niet in de patten dorven afdalen. Ingezonden. Wieringen. 15 Maart 1906. MpoAsVT d4 Redacteur Verzoeke beleefd eene kleine plaatsruimte, en sulks naar aanleiding van een nieuwsbe richt of verslag in het .Nieuwsblad van Nederland', van 5 Februari 1.1., betreflende een gebonden vergadering der Vereoniging ter bevordering van de belangon der Zuider- zeeviascherjj, waarin os. ook is besloten tot het verbod van den aaUiger. Dat maatregelen worden genomen ter be teugeling ecner visscberjj op ondermaatsche visch, ik juich dit van harte toe, ea moest hiertegen van Regeeringswege al 10 jaar eerder zjjn opgekomen. Doch ik geloof of liever gezegd ik ben er zeker van, de aalelger hier in het noordelijk gedeelte der Zuiderzee niet de minste schade doet, wjjl hier met de aalelger dooreen veel zwaarder en grooter paling wordt gevangen dan mat de paling fuiken, hetgeen 90 van de Tezelsche en Wieringer visschors zullen bevestigen terwjjl tevens tot bewjjs hiervoor diene, voor sjjlaal hoogeren prjjs wordt betaald dan voor die, welke met de fuiken wordt gevangen. Bljjk- baar ajjn op die vergadering weinig of geen vertegenwoordiger* der visecberjj uit de noor- deijjke Zuiderzeeviaacherjj-plaateen tegenwoor dig geweest, want ware dit wel het geval geweest, ik ben er seker van, dat een zoodanig besluit nimmer sou zjjn genomen. Ook hier heereohon verschillende visscherjj- die dringend verbetering eischen worde uitgevaardigd, hoop ik ten zeerste, d hieromtrent eerst nog eens een nader onder soek worde ingesteld. U, Mjjnbeer de Redacteur, vriendeijjk dankende voor de verleende plaatsruimte, hoop ik, dat dese enkele woorden in overwe- sullen worden genomen. Een Wieringer visaeher. „SERBIA". O, Serbia, o, Serbia De branding riep u toe: .Vergaf' Een botsing met de Zuiderhaaks, Is voor een (*ip niet heel veel saaka. De bank had thans ook geen gene Voor jou, o, arme Serbia. O, Serbia, o, Serbia I Zoo'n toer doet niemand je f Uw droevig lot was I Dat was au immers Geen schep< Een toren licht voor 't vuurschip aan. O, Serbia, o, Serbia 1 Heldhaftig naderde weldra Een wakkre redderstoet uw boord En bracht bet volk aan 't veilig oord. Een erger lot viel jon ten deel: 't Was je ondergang als seekssteel. O, Serbia, o, Serbia! Veel lading speelde voor en na Aan land of dreef er rond in see En iedor pikte een vorkje mee. Dat was voor niemand aflronteus. .Pik in, 't is winter?, was de leus. O, Serbia, o, Serbia! Cacao zag men bjj velen dra. Traanolie, waarlyk geen odour En ook geen duizend bloemengeur, Bracht men uit zee veelvuldig aan. Men liet het vieze goed niet gaan. O, Serbia, o, Serbia I Veel schuiten zochten vroeg en spe Naar lading on vaak loonde 't fik*. Soms was 't (daar gaat ie weer voor niks'. Doch 't meeste word bjj dag en nacht, Zoo 't zjjn moet, eerljjk aangebracht O, Serbia, o. Serbia 1 De rechtbank kende geen gena, Toen deze en gene zich vergreep. Zoo iets te doen ie nooit heel leep Maar waar zit 't eerljjke bergersgeld Hoe is 't daarmee toch wel gesteld O, Serbia, o, Serbia 1 Strandde er een grooter weldra, Wenscht menig jutter aan het strand. Maar 't zjj geen wensch van Nederland Want niemand stomme er ooit moe in Door 's naasten ongeluk, gewin M. FEUILLETON. 10) iZwjjg, juffrouw, ik zou me zeiven ver geten riep Knoop, bloedrood van toorn en met een boosaardige schittering in de oogen. (Moet die melkmuil de vrucht plukken, waarnaar ik soo lang gereikhalsd heb De Enz-molen is geen slechte bezitting, maar het beste zjjt gjj zelf. En als ik u niet be- sitten mag, wil ik ten minste weten, hoe een kus van uw lippen smaakt.' Vlag was hjj haar genaderd, nu sloot hjj haar in zjjn armen. Hjj boog het gelaat reeds over Christa Maria, zjj voelde zjjn naar brandewjjn rieken den adem en hoorde k.. hijg.» van zjjne borst. Ofschoon zjj bjjna het bewustzjjn verloor, streed zjj toch uit alle macht, zoowel tegon haar eigen zwakheid als tegen haar schandeljjkea belager. Doch sjjn geweldige kracht scheen de overwinning te sullen behaleneen zegevierende glim lach kwam hem op het gelaat, toen hjj voelde dat haar tegenstand verzwakte. Doch opeens verzamelde zjj al hare krachten, rukte haar rechterhand los on gaf hem zulk een goduchte oorvjjg. dat hjj schreeuwende van pjjn, haar losliet en terugtuimelde. Van dit oogenblik maakte Christa Maria gebruik om naar de deur te vluchten. ?Bljjf daar staan?, riep zjj hem met heesche stem toe, «of ik roep alle menschen hier in huis te hulpEn laat het u gezegd zjjn, dat ge nimmer weer den voet hier in den molen eet, of het sou u slecht bekomen ,Het gezelschap, dat ik den eerstvolgende keer meebreng, zult ge wel moeten toelaten in uw huis, juflrouw Dan zal het u berouwen mjjn aanzoek afgewezen te hebben. Ik heb rajjn schaapjes op het droge; maar ik heb nu eenmaal zin in den Enz-molen. En als het gerocht hier den boedel verzegeld heeft en dies verkocht wordt, dan zullen u de oogen opengaan. Maar dan is het te laat want dan zjjt ge mjj niet goed genoeg moer.' Ofschoon zjj byna bet verstand verloor door de voorafgegane ontsteltenis en dóór de toekomst, die Knoop haar zoo donker voor stelde, toch hield zjj zich dappor. Bjj zjjn laatste woorden voer haar een rilling door de ledenmaar toch richtte zjj het hoofd vlug op en antwoordde .Ge spreekt als de vos, wien de druiven te zuur waren.» «Ge denkt zeker, dat die pronkerige muil ezel zich uw lot zal aantrekken Hjj zal wel strjjkages kunnen maken maar als het er op aankomt ia hjj oven onmachtig om te betalen als hjj zelf en uit steenon kan bjj geen geld maken, evenmin als andere menschen. ,Het is ook volstrekt niet noodig zulke onmogeljjke dingen te beproeven, baas Knoop Onverwacht trad Ernst binnen. Toen Ernst zoo onverwacht voor haar oogen stond, uitte Christa Maria oen kreet, die hare vreugde en verbazing vertolkte. Knoop echter balde woedend de vuisten. (Die melkmuil!? mompelde bjj toornig, Maar zjjn woede werd nog grooter, toen Ernst nader trad en zeide (No baas Knoop toch hier ia, behoef ik de moeite niet te doen hem to gaan op zoeken om de schold te betalenhjj kan hier het geld in ontTangst nemen. Zjjt ge bereid een kwitantie te onderteekenen De juffrouw trok eou lade open, waaruit zjj papier nam: de pon kon zjj echter niet dadeljjk vinden. Reeds wilde zjj de kamer uitgaan om elders to gaan zoeken, toen Ernst haar terughield. Laat maar bljjven, juffrouw. Ik heb zelf een pon.? Bjj die woorden nam hjj een vulpenhouder uit zjjn vestzak, schroefde er langzaam het dopje af, ging bjj de tafel zitten en schreef met vlugge, vaste hand een behoorljjke kwitautio. Niet alleen de blikken van Christa Maria rustten op hem, ook die van Knoop waren op den jongen man gevestigd, omtrent wien hjj niet wist, wat hjj er van denken moest. Dat hield zjjn gedachten bjjna nog meer bezig dan het verrassende feit, dat met de ontvangst van het geld alle plannen om den Enz-molen in handen te krjjgen in duigen zouden vallen. En ook begon hjj te bedenken, dat, nu de molonaarster in dit geval bad gevonden, zjj ook met de leverantie zou ge holpen worden en alzoo over hem zou triom- eenige .Lees dit, baas Knoop, en ondertoeken het', gebood Ernst op don vasten toon van een ervaren man. .Dan kunt ge hier het kapitaal met de rente voor acht eo een halve maand in ontvangst nemen,? voegde bjj, terwjjl hjj nit zjjn portefeuille bankbiljetten te voorschjjn haalde. Knoop zag wel boe treurig zjjn figuur hier werd. Haastig las en onderteekende hjj do kwitantie, rukte Ernst het geld uit de handen, telde hel geld niet eens na, maar snelde zonder te groeten de deur uil. Ernst keek hem lachend na. ,Dien man zyn wjj kwjjt.? Nu eerst viel sjjn blik op de molenaareter, die op oen bank was neergezonken. Onop- houdeljjk biggelde haar de tranon over de doodsbleeko wangen. Daarvan schrikte hjj. Gaat zjjn wegloopen u soo zzn het hart, juflrouw?» vroeg hjj zacht. (Had ik hem om uwentwille zachter moeten behandelen? Was dat uw begeerte Juffrouw, spreek toch, pjjnig mjj niet zoo wreed!' Christa Maria stond op en kwam bjj hem ijj richtte haar door tranen benevelde oogon op hem eo zeide Ge hebt hem behandeld zooals hjj ver diende, Ernst I Ik dank n daarvoor uit den grond van mjjn hart. Maar het andere ge vaar bestaat nog, en dat is van veel grooter gewicht dan de schurkerjj van dien manl" Er voer baar een lilling door de leden. Ernst bemerkte diten beschouwd* nu Christa Maria met meer aandacht. .Was Knoop reeds lang hier?? vroeg hjj hierop. ,Wel een kwartier.' Als hjj het mocht gewaagd hebben u onbetamelijk aan te raken sou ik hem do ribbeu aan stukken slaan!? barstte hjj los. Christa Maria blooado. Zjjn opbruisen seide haar nog meer dan zjjne woorden en blikken. .Wees maar niet zoo driftig,? sprak zjj glimlachend, terwjjl zjj dc oogen neersloeg en haar pjjnljjke polsen wreef. Aan Ernst ontging niets van al hare be wegingen. Vlug vatte hjj haar rechterhand Christa Maria bloosde opnieuw. .Wat veroorlooft ge u wilde zjj vragendoch deze woorden bleven onuitge sproken, want Ernst wees op de roode plek ken aan haar pols, waar Knoop baar had vastgehouden, en zei .Hjj is handtasteljjk geweest, en hier was niemand om u te beschermen. Spreek, juf- trouw, wat wilde hjj van u «De Ens-molen en ea en mjj», antwoordde zjj schaamrood. «En toen ge hem een afwjjzend antwoord hebt gegeven, maakte hjj gebruik van uw hulpeloosheid Ach God wees toch barm hartig en laat u niet elk woord afbedelen Ziet ge dan niet, juffrouw boe ik door onrust verteerd word?? «Daar is geen reden toe, Ernst Mabler Ik weet mjj zelve to beschermen. Dat heeft Knoop ondervonden. Wanneer ge scherper had toegezien, had ge de merkteekenen op sjjn wang moeten zien.? Ernst keerde sich om en trad aan het venster. Ja, sjj wist sich zelve te beschermen zjj was gewoon self voor hare belangen op te treden en zelf de veranlwoordoljjkheid te dragen, voor wat zjj zeide of deed. Zou zjj ooit do heerschappij van den man erkennen en sich aan hem ondergeschikt achten, waar dit noodig was, maar ook krachtig mede werken, waar zjj kon? Zou sjj ooit de slavin van haar echtgenoot en evenmin zjjn levens gezellin zgn? Hier geldt slochte één wil, de mjjno 1 had sjj gezegd. Zou de liefde gei over haar verkrjjgeu, om dien wil Nog stond hjj zoo io gedachten naar buiten te staren, toen een kleine haad met kracht op zjjn arm werd .Heb ik n booe gemaakt?' Fluisterend werden die woorden ken, maar op Ernst Mahler werkten ze als een donderslag. Haastig keerde hjj zich om, en daar zag hjj Christa Maria naast sich. Zjjn oog rustte in hel hare; maar hjj zag daarin nu geen heerechzucht, geen uitdrukking van onaf- hankeljjkbeid, doch wel een onbeperkt zich overgevende, deemoedige liafde en een smeeken om toegevendheid. Hoe gelukkig zou hjj geweest sjjn, wan neer hjj haar nu dadeljjk in sjjn armen had i genoeg macht i wil te buigen achten verdiept «ogen sluiten I Maar dan wne hjj geen haartje eter dan Knoop, die stelen wilde, wat hjj Neen, neen, hjj moeet sich nog bedwingen. «Met welk recht, om welke reden zou ik booe op n zjjn lnidde zjjn wedervraag. Ik dacht er slechte aan, hoe uw inborst ge- is dan die van andere vrouwen en meisjes en hoe zwaar het u moet ge vallen sjjn u to sehikken naar uw man en sjjn wil te erkennen. En zoo behoort bet toeh in een goed huweljjk, niet waar?? Zjj keek hem met stralende oogen aan. Misschien is de schjjn anders, maar in derdaad ben ik toch een vrouw, die opgaat in hem, dien zjj bemint, en die met hem een geheel uitmaakt; Ik meende, dat in snik een huweljjk geen strjjd om de hoerachappjj voor kwam, dat de een in het hnweljjk geen voor recht boven den ander bezat, en dat vreugde door g*ffodd werden, dat eindelijk man en vrouw elkaar liefhebben voor het leven. Zoo vat ik het huweljjk op, (Ge hebt geheel juflrouw, ik 1 tjjda gelegenheid te krjjgen, Hjj bleef steken, mjjn hart !g~prokeQ, einig aren - zjjn oogon zeiden ae rw. In greozenloose verwarring trad Christa Maria achteruit en nam het boek in de handen, dat op haar naaitafel lag. Daar vloog haar blikeemsnel door hot hoofd, wat Knoop had gezegd, toon hjj voor het eerst van Ernst Mahler's i op den Ens-molen hoorde met de jnffrouw onder één (Wordt vervolgd.) isigheid .▲ls de vrjjer

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1906 | | pagina 1