KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor HelderTexel, Wieringen en Anna Paulownau
Uitgevers: BERKHOUT Co., te HELDER.
Ons Modeblad.
Nieuwstijdingen
De mooie Molenaarster.
No. 3453.
Woensdag 21 Maart 1906.
34ste Jaargang.
Bureau: Spoorstraat
Telef 59.
Bureau: Kenlngstr. 29.
Intere.-Telef. 50.
A^cnnement
Vliegend Blaadie p.3ni. 50 ot.,fr.p.post 75 et., BoitenL f 1.25
-.Zondagsblad 37'45
'Modeblad 55 80
Muzik. Hloemlermg» d0 »85>
Voor fioitenlend bp vooruitbetaling.
0.75
>AQ f\
«0.90
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
BureauxSpoorstraat en Koning-straat.
Ad vortentléii
van 1 tot 4 regels25 Cent.
Elke regel meer6
2
en groote lettere worden naar plaatsruimte berekend.
Vdvertentiën moeten uiterlijk de? DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureau* bezorgd zijn
Aan onze abonné's buiten de
gemeente wordt beleefd ver
zocht het verschuldigde abonnemeutsgeld
Vliegend Blaadje en Zondageblad le kwar
taal 1906, te willen overmaken per Post
wissel of in postzegels vóór 5 April,
zullende anders daarover met 5 cent ver
hooging per post worden beschikt.
Postwissels voor dat doel behoeven
slechts met een zegel van 21/* ct. beplakt
te worden.
Dames wordt bericht dat van af heden
aan ons Bureau Spoorstraat GRATIS
verkrijgbaar is
„HET NIEUWE MODEBLAD"
VAN 15 MAART.
Men inake van deze gelegenheid gebruik
om met dat mooie modetijdschrift kennis
te makAn. De Uitgevers
Uit het Buitenland.
De Marokko-conferentie duurt wèl lang.
De oplossing der kwestie is de laatste dagen
geen stap gevorderd; waarschynljjk (over
wegen? de diplomaten. Frankrjjk bljjft op
zjjn eens ingenomen standpunt staande
nieuwe minister vaD buitenlandsche zaken
Bourgeois heeft aan de Fransche vertegen
woordigers te Algecir&s telegrafisch bericht
gezonden, dat hjj de instructies, door zjjn
voorganger Bouvier gegeven, handhaaft. De
Fransche bladen meenen dat Duitschland een
nader voorstel moet doen en Duitschland meent
dat het genoeg toegegeven heeft en de beurt
nu aan Frankrjjk is. Eu soo schieten we
niets op.
Keizer Wilhelm II zal een bezoek brengen
aan den Spaanschen Koning en zjjüe hoofd
stad Madrid. Het bezoek is officieel aange
kondigd tegen hall April. Er zullen groote
feestelijkheden georganiseerd worden.
Officiéél heeft de Russische rogeering laten
bekend maken dat geiuchten omtrent nieuwe
jodenvervolgingen volkomen ongegrond zyn.
Tegeljjkertyd echter verschijnt eene brochure,
door de censuur toegelaten en goedgekeurd,
eene oproeping tot het Russische Volk waarin
de Joden worden genoemd als de oorzaken
van het ongeluk van Rusland. In het Zuid-
Oosten van Rusland blijft de toestand treurig.
Hongersnood en besmettelijke ziekten dunnen
de arme bevolking deerlyk. De van Staatswege
geboden hnlp is totaal onvoldoende.
HELDER, 20 Maart 1906.
De stranding van Hr. Ma. „Evertsen".
Het zooeven verschenen Jaarboek van de
Koninklijke Nederlandsche Marine, uitge
geven door de zorg van bet departement van
marine, bevat een rapport over de stranding
van Hr. Ms. (Evertsen? in den nacht van
den 18en op den I9eu Augustus 1905.
't Is het eerste officieele rapport van dien
aard, dat gepubliceerd wordt en het navol
gende is er aan outleend
Ingevolge de instructie van den Scbout-by-
nacht, directeur en commandant der marine
te Amsterdam, bracht de commandeerende
officier het schip den 15en Augustus ten
anker voor IJmuiden in ongeveer 5 vadem
Het schip lag ten anker met 30 vm. bak
boordsketting.
De toestand van de atmosfeer en van de
see was van 18 op 19 Augustus volgens den
slormwaarschuwingsdionst te IJmuiden te 8
uur 'b avonds: Z.-W. wind, windkracht 5,
golvende zee en betrokken lucht; te 12 uur
middernaeht: Z.-W. wind, windkracht 6,
golvende see en betrokken lucht en te 4 uur
's morgenswind W.-Z.-W., windkracht 8,
hooge zee en regen,
Volgens verklaringen van bevoegde ge
tuigen en van den commandant namen op
18 Augustus de wind en de zee gaandeweg
toe, in verband waarmede de eerste officier,
die by afwezigheid van den commandant het
bevel voerde, de te water liggende sloepen
liet hyschen en orders gaf dat de machines
in !/s uur stoomklaar zouden zyn met stoom
in twee ketelstevens word het tweede anker
(klaar om te vallen? gehouden en werd zee-
w»cht bepaald voor de adelborsten. Het
schip lag toen vry rustig; wol stampte en
gierde het een weinig, doch van rukken in
den ketting is niets bemerkt kunnen worden.
Inmiddels waren wind en zee nog meer
toegenomen en toen de commandant te 12.80
uur ('s nachts) aan boord terugkeerde, gaf
deze order om binnen 1/4 uur stoomklaar te
zyn, en bepaalde zee wacht voor de officieren.
Volgens verklaring van den officier-machinist
werd de order om iu uur stoomklaar te zyn,
steeds zoodanig opgevat, dat het schip prac-
tisch na ontvangen bevel dadeljjk kon stoomen,
zoodat de machines feitelijk tot dadelyk
werken gereed wareD. De officier van de
hondenwacht (den nachtdienst) verklaart, dat
het schip dien nacht voor 30 vadem stjjf
achter bakboordsanker lag en nogal gierde.
Van rukken werd echter niets bemerkt.
Plotseling meende hjj aan de lichten van
de hoofden van IJmuiden te bemerken, dat
het schip dreef, hetgeen werkelyk het geval
bleek te zynhet schip dreef met vaart in
de richting van den wind achteruit.
Zeer kort daarop stootte het schip. Inmid
dels had hij order gegeveD het stuurboords-
ankor te laten vallen.
De commandant, die voor korten tjjd naar
beneden gegaan was, kwam ongeveer te zelf-
der tyd aan dek en zag dat hot schip in
achterwaartscho beweging was; hy spoedde
zich naar den afgang der machinekamer en
beval om by de machines klaar te zyn om
te stoomen, begaf hy zich daarna naar de
brug en gaf door middel van de telegraaf
order aan do machines, die dadeljjk te werk
stonden.
Het schip stootte, alvorens de machines
werkten en het anker was gevallen en viel
dwars, zoodat het vooruit slaan niet meer hielp.
Met de machines, zegt 't rapport, werd nog
getracht het schip op de zee te draaien en
de ankers te lichten. Dit gelnkte echter niet,
integendeel, het sohip sloeg geheel dwars
tegen de ondiepte en dreef hoe langer hoe meer
naar de kust, zoodat bljjkbaar geen van beide
kettingen het schip steunde. (Er stond een
hooge branding.) Toen werd het zeer ge
vaarlijk om vooruitslaaade te trachten los te
komen, met alle kans om met het achterschip
nog meer op de bank te raken en de machi
nes niet meer te kunnen gebruiken.
Er kwam veel water over en van tyd tot
tyd stootte het schip zwaar, doch alleen op
de oogenblikken dat het, tegen de werking
der machines in, dwars sloeg.
De commandant besloot te trachten het
schip met het achterschip van den wal af te
doen draaien, waartoe het alle neiging toonde,
maar omdat de kop werd vastgehouden, was
het niet mogelijk het geheel naar zee te krij
gen. Daarom bosloot de commandant de beide
kettingen te laten slippen, waarna hy het
schip met het achterschip naar see gekeerd
krwg.
Reeds begon men te winnen, toen het schip
door een grondzee uit de richting werd ge
slagen, maar het gelukte toch spoedig het
weder in de vorige positie terug te brengen.
Hierdoor werd voorkomen dat het schip ver
der op den wal sloeg.
Betreffende de genomen veiligheidsmaat
regelen maakt het rapport melding van het
sluiten der waterdichte luiken en deuren, van
het werken met het zoeklicht, het doen van
noodseinen en schoten en het oplaten van
vuurpijlen, alsmede het aanhoudend fluiten
op de stoomfluit. Ook werd naar het draad-
looze station te Scheveningen geseind, doch
zonder antwoord te bekomen.
Wat de averjjen betreft, zoo gingen een
paar kleine ankers verloren en na opneming
in het droogdok is gebleken, dat de kiel van
den achtersteven van Hr. Ms. «Evertsen" op
20 c.M. van den steven was afgebroken, de
roerkoning beneden het hennegat gebroken
en het roer word verloren. Verder bleek de
lap van de kielplaat vanaf het grootspant tot
pl.m. 16 meter naar voren vol bulten te zit
ten en de z.g. zandstrook en de eerste gang
op verschillende plaatsen tusschen de spanton
te zyn doorgezet. Twee schroefbladen van de
stuurboordschroef zyn verbogen en de tros zat
met vele slagen om do schroefas.
Het schip bloek dichi, b -halve op een klein
plaatsje aan bakboord.
Volgens het rapport zyn het breken van
het anker of van den ketting, dan wel
van beide, de onmiddellijke oorzaken geweest
van de stranding van Hr. Ms. pantserschip
tErertsen".
Aangezien geen der sollicitanten
geslaagd is, zal er een tweede examen
voor Kapelmeester der Stafmuziek van
de Kon- Marine te Helder plaats hebben.
Dezelfde heerenN. A. Bouwman,
's Gravenhage, Jac. Koning, Helder en
P. A. Stenz, Breda, zullen de deskundige
Commissie vormen.
De huisknecht van den notaris B.
te Wieringerwaard is vermoedelijk naar
Antwerpen gevlucht, na zich door middel
van een valsohen sleutel een som gelds
ten nadeele van den heer B. te hebben
toegeëigend.
Het rijwiel van den zoon, dat hg voor
een dag „vrijaf' mocht gebruiken is mede
verdwenen.
Voor verschillende diamantbewerkers,
die eenige jarnu geleden van Amsterdam
naar Antwerpen zgn vertrokken, heeft de
zieltogende wet op de schutterij nog groote
onaangenaamheden Verschillende werklie
den, die door den schuttersraad veroordeeld
waren en weder te Amsterdam zgn ge
vestigd, moeten de vonnissen, in 1890 uit
gesproken (verjaring bjj de wet bestaat
niet) thans voldoen.
Zoo hoorde het Bbld., dat onlangs een
schutter ongeveer f 80 heeft betaald aan
boeten. De provoostgeweldige kenden hem,
hield hem aau en bracht hem voor den
auditeur-militair. Liever geen kennis met
de provoost willende maken, betaalde bg
die som. Gelnkkig, dat het tegenwoordig
Ijjden kan.
Examen Machinisten.
Amsterdam, 16 Maart. Geëx. volgers
programma C 3 ctudida. u Geslaagd 3e
heer W. Bakker. Ein candidaa. trok zich
terug. Hiermede is het exnmnn afgeloopen.
Stuurlieden-examens.
Rotterdam, 16 Maart. Geëxamineerd 8
candidaten. Geslaagdgroote stoomvaart,
lste stuurman, A. Üldenburger, 3de stuur
man P. K. de Goede, W. Gorter, D. H.
van der Hiel, J. C. H utkooper, B. Jansma.
Men schrgft uit Moddergat, d.d. 15
Maart aan de »L. C.":
Nu de zee eenigszius gekalmeerd was,
hebben de «issohers >>it Moddergat gisteren
een inspectiereis geuiaakt naar bun vaar
tuigen op de ree. Hoe het er daar uitzag,
is bjjna ondenkbaar. Kach-ds, die in de
aken stonden, zgn stok geelag-n en som
migen zelfs verdwenen door ae schuif van
de roef, die weggeslagen was. Met de ta
fels is het evenzoo gegaan. Verder zjjn
klokken, barometerz, kompassen enz. ver
nield of weggspoeld. In het ruim van een
der aken lagen twee watervaten, bijna
nieuw en grooter dan petroleum vaten. Beide
vaten waren gevuld en lagen vast. Door
het slingeren der aak zgn de vaten aan
het rollen geraakt en de zee beeft ze zoo
lang tegen elkaar en tegen de kanten ge-
bonst, dat beide geheel nit elkander ge
slagen zgn.
Bovendien was door het bonzen der
vaten tegen de wanden het beschot der
kooien ook nog geheel vernield, en even
eens het beddegoed.
Van de meeste aken waren de luiken
geheel of gedeeltelgk weggeslagen, zoodat
het water binnendring n kou. Bgna alle
vaartuigen waren dan ook half of meer
gevuld met zeewater, één was zelfs tot
zinkens toe roL
Een en ander doet ona zien op welke
wjjze de golven die vaartuigen heen en
weder moeten geworpen hebben om den
toestand te maken, zooals hg nu is. De
schade aan de schepen is belangrijk en wat
voor velen het ergste moet zgn, is dat het
r, om de schade te herstellen, ontbreekt,
visscherg levert hier weinig op en der
halve is ook het aandeel dat voor onder
houd der aken van de vangst genomen
wordt, klem
Er zgn zelfs, die al van plan zgn hun
tfchip maar weer te Ezumazgl vast te leg
gen, daar ze geen kan9 zien, de schade te
doen herstellen. Treurig voorwaar; nog geen
week hadden ze zeilree op de ree gelegen
en na ligt alles weer verloren.
Het schiepje van den alikrnikvizecher,
dat onlangs bg Wierum onklaar werd, is
met den storm hier bg Moddergat aange
komen en vlak bg den dgk gezonken, 't
Was geheel uit elkaar geslagen en ia nu
verder gesloopt.
Het ,.U D." spreekt de geruchten
tegen dat degenen, die de eerste aan
wijzingen omtrent Frans Rosier gegeven
hebben, met heel veel kwaads en leelgks
bedreigd zgn. Iu ieder geval is men
schromelijk aan 't overdrjjven en zeer
waarschijnlijk betust het geheele geval
op een (flauwe) grap Van stroomen dreig
brieven is volstrekt g-:en sprake. Wg
weten zelfs zegt het „U. D." uit
heel goede bron, dat de heer L. geen
enkele bedreiging of iets van dien aard
ontvaogen heeft. Nu is ons ter oore ge
komen, dat de heer C. inderdaad een
schrjjven in zjjn bezit gekregen heeft,
doch de inhoud is van dien aard, dat er
bgna geen twijfel overblgft of men heeft
den man een kool willen Btoven, misschien
wel uit afgunst, wegens de belooning, die
hem te wachten staat. Desniettemin heeft
het haisgezin zich erg ongerust gemaakt
en heeft de politie het huis eenige keeren
bewaakt. Men deelde ons echter mede,
dat dit geschied is, wjjl men des nach's
iemand in hnis meende te hebben, het
geen echter niet het geval bleek te zgn.
No| eens: een voorvader van Roeier?
Iemand uit Harliugeu schrgft aau de
»L. C
>Nu bgna elk nieuwsblad het een of
ander heeft mee te deelen betreffende Frans
Rosier. herinner ik mg, dat ik voor pl. m
50 jaar menigmaal op Zaterdagavond van
Sneek wandelde met den Lemsterpostbode
Rosier. Samen gingen we dan tot halfweg
Jeltesloot en Welleburg, waar ik een bin
nenpad opgir g naar Woudsend.
Over den destgds heganen moord herinner
ik mg nog zeer goed, dat een weduwe,
kasteleinsch' op station Woudsend, toen
herhaalde malen in verhoor moest ver
schenen, omdat, naar beweerd werd, de
vermoorde varensgezel bjj haar 's avonds
nog iets had gebruikt en bg betaling een
tabaksdoos voor den dag haalde, waarin
geldswaardig papier zat.
's Anderen morgens werd de ongelukkig
vermoorde persoon gevonden bg een brug,
niet ver van het logement «Spannenburg"
In de «Leeuwarder Courant" van 14 Maart
staat, dat de moordenaar later zgn wel
verdiende straf heeft ontvangen. Ik meen
me te herinneren, dat de postbode Rosier
later gewoond heeft in Gaasterland en dat
eerst na zgu dood uitgekomen is, dat hg
de bedrgver van die jammerlgke daad was
geweest, en wel door de tabaksdoos, waarin
ae naam van den vermoorde stond en
welke doos in kabinet of kast van den
overledene voor den dag kwam.
Men weet reeds dat Woensdagnacht
de brand in de mgn van Courrières
zich heeft uitgebreid tot de galerjj op
340 M., waar men bezig was met het
bergingswerk. De houten stutten geraakten
in brand en de werklieden moesten zoo
spoedig mogelijk opgehaald worden. In
dien nacht hadden zjj 18 lgkea geborgen.
Men zal trachten, den brand te beperken
door een atsluitingsmuur te maken in de
galerijen waar geen kolen gevonden wordt.
Met dat werk zullen 24 aren heengaan.
Daarna hoopt men de Sainte-Rarbe ader
te kunnen genaken, die dicht bg put 2 ligt
en waar een 20-tal Ijjken moeten liggen
de laatste waarechgnlgk die men nog boven
zal kunnen brengen. De Ijjken, in den
vorigen nacht opgehaald, waren wel in
vergevorderduu staat van ontbinding, maar
niet verbrand, zoodat ze harkend konden
worden. Bg het kisten en bg de begrafenis
worden strenge maatregelen genomen tegen
besmetting.
Er zgn heftige redevoeringen gehouden
bg de putten. Uit de menigte gingen kreten
van haat op tegen hen, die door de werklui
beschuldigd worden van onvoorzichtigheid
en nog erger. Van welken aard deze be
schuldigingen zgu, bljjkt uit het verhaal
dat de berichtgever van de Matin overseint,
na een gesprek met een der mjjnwerkers
wiens bewering natunrlgk niet zonder
voorbehoud aanvaard mag worden.
De man beantwoordde de voorstelling,
dat voortwerken terwijl er ergenB in de
mgn brand is, overal gechiedt, en dat de
ramp te Courrières aau een raadselachtig
toeval moet geweten worden. Dat hangt
er maar van af, zei hg. Vier jaar geleden
brak er te Liérin brand ait. De directie
deed wat de directie van Courrières dezer
dagen gedaan heeftzjj liet muren metalen
om bet vuur in te perkenmaar voordat
die ruimte afgesloten werd, maakte men
een koker in verbinding met een manometer,
die den druk van de gasseD daarbinnen
moest aanwijzen, en die koker werd met
ventilatietoeetellen in gemeenschap gebracht.
Een man is belast met het waarnemen
van den manometer, en zoodra de aange
wezen druk een maximum overtreft, opent
hg de klep en de gaesen ontsnappen door
den luchtkoker zonder dat de werklui er
hinder van hebben.
In plaats van deze manier van werken
te volgen, hebben de ingenieurs van
Courrières gemeend dat zjj de gevaarlijke
plek hermetisch konden afsluiten, denkende
dat de muren wel weerstand zouden bieden
aan den druk. En men volgde de veiligeo
weg niet, omdat dit een lange en dus
kostbare verbinding met den luchtkoker
noodig gemaakt zou hebben, terwjjl tevens
het werk in de twee putten twee of drie
dagen had moeten stilstaan.
Het eenige wat den werkman verbaasde
was, dat de ramp al niet vroeger gebeurd
Men schjjnt te vreezen dat de werk
staking in de kolenmjjnen van Lens, die
reeds 10,000 werklieden omvat en zeer
onverwacht gekomen is, zich snel zal
uitbreiden. Onverwacht gekomen ia ze,
hoewel men het uitbreken van deze staking
voorzag, maar eerst tegen een veel later
tijdstip. Ze is vervroegd wegens den schok
dien de groote mjjnramp bjj de bevolking
van de streek heeft teweeggebracht. De
leiders van de beweging hebben gebruik
willen maken van een oogenblik dat gunstig
schjjnt voor hun plannen.
Er komt echter nog iets bg. van heel
anderen aard dan de eischen tot lotsver
betering de vrees. Bg veel mjjnwerkers
zit de schrik er zoo in, dat zjj niet in de
patten dorven afdalen.
Ingezonden.
Wieringen. 15 Maart 1906.
MpoAsVT d4 Redacteur
Verzoeke beleefd eene kleine plaatsruimte,
en sulks naar aanleiding van een nieuwsbe
richt of verslag in het .Nieuwsblad van
Nederland', van 5 Februari 1.1., betreflende
een gebonden vergadering der Vereoniging
ter bevordering van de belangon der Zuider-
zeeviascherjj, waarin os. ook is besloten tot
het verbod van den aaUiger.
Dat maatregelen worden genomen ter be
teugeling ecner visscberjj op ondermaatsche
visch, ik juich dit van harte toe, ea moest
hiertegen van Regeeringswege al 10 jaar
eerder zjjn opgekomen. Doch ik geloof of
liever gezegd ik ben er zeker van, de aalelger
hier in het noordelijk gedeelte der Zuiderzee
niet de minste schade doet, wjjl hier met de
aalelger dooreen veel zwaarder en grooter
paling wordt gevangen dan mat de paling
fuiken, hetgeen 90 van de Tezelsche en
Wieringer visschors zullen bevestigen terwjjl
tevens tot bewjjs hiervoor diene, voor sjjlaal
hoogeren prjjs wordt betaald dan voor die,
welke met de fuiken wordt gevangen. Bljjk-
baar ajjn op die vergadering weinig of geen
vertegenwoordiger* der visecberjj uit de noor-
deijjke Zuiderzeeviaacherjj-plaateen tegenwoor
dig geweest, want ware dit wel het geval
geweest, ik ben er seker van, dat een zoodanig
besluit nimmer sou zjjn genomen.
Ook hier heereohon verschillende visscherjj-
die dringend verbetering eischen
worde uitgevaardigd, hoop ik ten zeerste, d
hieromtrent eerst nog eens een nader onder
soek worde ingesteld.
U, Mjjnbeer de Redacteur, vriendeijjk
dankende voor de verleende plaatsruimte,
hoop ik, dat dese enkele woorden in overwe-
sullen worden genomen.
Een Wieringer visaeher.
„SERBIA".
O, Serbia, o, Serbia
De branding riep u toe: .Vergaf'
Een botsing met de Zuiderhaaks,
Is voor een (*ip niet heel veel saaka.
De bank had thans ook geen gene
Voor jou, o, arme Serbia.
O, Serbia, o, Serbia I
Zoo'n toer doet niemand je f
Uw droevig lot was I
Dat was au immers
Geen schep<
Een toren licht voor 't vuurschip aan.
O, Serbia, o, Serbia 1
Heldhaftig naderde weldra
Een wakkre redderstoet uw boord
En bracht bet volk aan 't veilig oord.
Een erger lot viel jon ten deel:
't Was je ondergang als seekssteel.
O, Serbia, o, Serbia!
Veel lading speelde voor en na
Aan land of dreef er rond in see
En iedor pikte een vorkje mee.
Dat was voor niemand aflronteus.
.Pik in, 't is winter?, was de leus.
O, Serbia, o, Serbia!
Cacao zag men bjj velen dra.
Traanolie, waarlyk geen odour
En ook geen duizend bloemengeur,
Bracht men uit zee veelvuldig aan.
Men liet het vieze goed niet gaan.
O, Serbia, o, Serbia I
Veel schuiten zochten vroeg en spe
Naar lading on vaak loonde 't fik*.
Soms was 't (daar gaat ie weer voor niks'.
Doch 't meeste word bjj dag en nacht,
Zoo 't zjjn moet, eerljjk aangebracht
O, Serbia, o. Serbia 1
De rechtbank kende geen gena,
Toen deze en gene zich vergreep.
Zoo iets te doen ie nooit heel leep
Maar waar zit 't eerljjke bergersgeld
Hoe is 't daarmee toch wel gesteld
O, Serbia, o, Serbia 1
Strandde er een grooter weldra,
Wenscht menig jutter aan het strand.
Maar 't zjj geen wensch van Nederland
Want niemand stomme er ooit moe in
Door 's naasten ongeluk, gewin
M.
FEUILLETON.
10)
iZwjjg, juffrouw, ik zou me zeiven ver
geten riep Knoop, bloedrood van toorn en
met een boosaardige schittering in de oogen.
(Moet die melkmuil de vrucht plukken,
waarnaar ik soo lang gereikhalsd heb De
Enz-molen is geen slechte bezitting, maar
het beste zjjt gjj zelf. En als ik u niet be-
sitten mag, wil ik ten minste weten, hoe
een kus van uw lippen smaakt.'
Vlag was hjj haar genaderd, nu sloot hjj
haar in zjjn armen. Hjj boog het gelaat
reeds over Christa Maria, zjj voelde zjjn
naar brandewjjn rieken den adem en hoorde
k.. hijg.» van zjjne borst. Ofschoon zjj bjjna
het bewustzjjn verloor, streed zjj toch uit
alle macht, zoowel tegon haar eigen zwakheid
als tegen haar schandeljjkea belager. Doch
sjjn geweldige kracht scheen de overwinning
te sullen behaleneen zegevierende glim
lach kwam hem op het gelaat, toen hjj
voelde dat haar tegenstand verzwakte.
Doch opeens verzamelde zjj al hare krachten,
rukte haar rechterhand los on gaf hem zulk
een goduchte oorvjjg. dat hjj schreeuwende
van pjjn, haar losliet en terugtuimelde.
Van dit oogenblik maakte Christa Maria
gebruik om naar de deur te vluchten.
?Bljjf daar staan?, riep zjj hem met heesche
stem toe, «of ik roep alle menschen hier in
huis te hulpEn laat het u gezegd zjjn,
dat ge nimmer weer den voet hier in den
molen eet, of het sou u slecht bekomen
,Het gezelschap, dat ik den eerstvolgende
keer meebreng, zult ge wel moeten toelaten
in uw huis, juflrouw Dan zal het u berouwen
mjjn aanzoek afgewezen te hebben. Ik heb
rajjn schaapjes op het droge; maar ik heb
nu eenmaal zin in den Enz-molen. En als
het gerocht hier den boedel verzegeld heeft
en dies verkocht wordt, dan zullen u de
oogen opengaan. Maar dan is het te laat
want dan zjjt ge mjj niet goed genoeg moer.'
Ofschoon zjj byna bet verstand verloor
door de voorafgegane ontsteltenis en dóór de
toekomst, die Knoop haar zoo donker voor
stelde, toch hield zjj zich dappor. Bjj zjjn
laatste woorden voer haar een rilling door
de ledenmaar toch richtte zjj het hoofd
vlug op en antwoordde
.Ge spreekt als de vos, wien de druiven
te zuur waren.»
«Ge denkt zeker, dat die pronkerige muil
ezel zich uw lot zal aantrekken Hjj zal
wel strjjkages kunnen maken maar als het
er op aankomt ia hjj oven onmachtig om te
betalen als hjj zelf en uit steenon kan bjj
geen geld maken, evenmin als andere menschen.
,Het is ook volstrekt niet noodig zulke
onmogeljjke dingen te beproeven, baas Knoop
Onverwacht trad Ernst binnen.
Toen Ernst zoo onverwacht voor haar
oogen stond, uitte Christa Maria oen kreet,
die hare vreugde en verbazing vertolkte.
Knoop echter balde woedend de vuisten.
(Die melkmuil!? mompelde bjj toornig,
Maar zjjn woede werd nog grooter, toen
Ernst nader trad en zeide
(No baas Knoop toch hier ia, behoef ik
de moeite niet te doen hem to gaan op
zoeken om de schold te betalenhjj kan
hier het geld in ontTangst nemen. Zjjt ge
bereid een kwitantie te onderteekenen
De juffrouw trok eou lade open, waaruit
zjj papier nam: de pon kon zjj echter niet
dadeljjk vinden. Reeds wilde zjj de kamer
uitgaan om elders to gaan zoeken, toen Ernst
haar terughield.
Laat maar bljjven, juffrouw. Ik heb zelf
een pon.?
Bjj die woorden nam hjj een vulpenhouder
uit zjjn vestzak, schroefde er langzaam het
dopje af, ging bjj de tafel zitten en schreef
met vlugge, vaste hand een behoorljjke
kwitautio.
Niet alleen de blikken van Christa Maria
rustten op hem, ook die van Knoop waren
op den jongen man gevestigd, omtrent wien
hjj niet wist, wat hjj er van denken moest.
Dat hield zjjn gedachten bjjna nog meer
bezig dan het verrassende feit, dat met de
ontvangst van het geld alle plannen om
den Enz-molen in handen te krjjgen in duigen
zouden vallen. En ook begon hjj te bedenken,
dat, nu de molonaarster in dit geval bad
gevonden, zjj ook met de leverantie zou ge
holpen worden en alzoo over hem zou triom-
eenige
.Lees dit, baas Knoop, en ondertoeken
het', gebood Ernst op don vasten toon van
een ervaren man. .Dan kunt ge hier het
kapitaal met de rente voor acht eo een halve
maand in ontvangst nemen,? voegde
bjj, terwjjl hjj nit zjjn portefeuille
bankbiljetten te voorschjjn haalde.
Knoop zag wel boe treurig zjjn figuur hier
werd. Haastig las en onderteekende hjj do
kwitantie, rukte Ernst het geld uit de handen,
telde hel geld niet eens na, maar snelde
zonder te groeten de deur uil.
Ernst keek hem lachend na.
,Dien man zyn wjj kwjjt.?
Nu eerst viel sjjn blik op de molenaareter,
die op oen bank was neergezonken. Onop-
houdeljjk biggelde haar de tranon over de
doodsbleeko wangen.
Daarvan schrikte hjj.
Gaat zjjn wegloopen u soo zzn het hart,
juflrouw?» vroeg hjj zacht. (Had ik hem om
uwentwille zachter moeten behandelen? Was
dat uw begeerte Juffrouw, spreek toch,
pjjnig mjj niet zoo wreed!'
Christa Maria stond op en kwam bjj hem
ijj richtte haar door tranen benevelde oogon
op hem eo zeide
Ge hebt hem behandeld zooals hjj ver
diende, Ernst I Ik dank n daarvoor uit den
grond van mjjn hart. Maar het andere ge
vaar bestaat nog, en dat is van veel grooter
gewicht dan de schurkerjj van dien manl"
Er voer baar een lilling door de leden.
Ernst bemerkte diten beschouwd* nu Christa
Maria met meer aandacht. .Was Knoop reeds
lang hier?? vroeg hjj hierop.
,Wel een kwartier.'
Als hjj het mocht gewaagd hebben u
onbetamelijk aan te raken sou ik hem do
ribbeu aan stukken slaan!? barstte hjj los.
Christa Maria blooado. Zjjn opbruisen seide
haar nog meer dan zjjne woorden en blikken.
.Wees maar niet zoo driftig,? sprak zjj
glimlachend, terwjjl zjj dc oogen neersloeg
en haar pjjnljjke polsen wreef.
Aan Ernst ontging niets van al hare be
wegingen. Vlug vatte hjj haar rechterhand
Christa Maria bloosde opnieuw.
.Wat veroorlooft ge u wilde zjj
vragendoch deze woorden bleven onuitge
sproken, want Ernst wees op de roode plek
ken aan haar pols, waar Knoop baar had
vastgehouden, en zei
.Hjj is handtasteljjk geweest, en hier was
niemand om u te beschermen. Spreek, juf-
trouw, wat wilde hjj van u
«De Ens-molen en ea en mjj»,
antwoordde zjj schaamrood.
«En toen ge hem een afwjjzend antwoord
hebt gegeven, maakte hjj gebruik van uw
hulpeloosheid Ach God wees toch barm
hartig en laat u niet elk woord afbedelen
Ziet ge dan niet, juffrouw boe ik door onrust
verteerd word??
«Daar is geen reden toe, Ernst Mabler
Ik weet mjj zelve to beschermen. Dat heeft
Knoop ondervonden. Wanneer ge scherper
had toegezien, had ge de merkteekenen op
sjjn wang moeten zien.?
Ernst keerde sich om en trad aan het venster.
Ja, sjj wist sich zelve te beschermen zjj
was gewoon self voor hare belangen op te
treden en zelf de veranlwoordoljjkheid te
dragen, voor wat zjj zeide of deed. Zou zjj
ooit do heerschappij van den man erkennen
en sich aan hem ondergeschikt achten, waar
dit noodig was, maar ook krachtig mede
werken, waar zjj kon? Zou sjj ooit de slavin
van haar echtgenoot en evenmin zjjn levens
gezellin zgn?
Hier geldt slochte één wil, de mjjno 1
had sjj gezegd. Zou de liefde gei
over haar verkrjjgeu, om dien wil
Nog stond hjj zoo io gedachten
naar buiten te staren, toen een kleine haad
met kracht op zjjn arm werd
.Heb ik n booe gemaakt?'
Fluisterend werden die woorden
ken, maar op Ernst Mahler werkten ze als
een donderslag.
Haastig keerde hjj zich om, en daar zag
hjj Christa Maria naast sich. Zjjn oog rustte
in hel hare; maar hjj zag daarin nu geen
heerechzucht, geen uitdrukking van onaf-
hankeljjkbeid, doch wel een onbeperkt zich
overgevende, deemoedige liafde en een smeeken
om toegevendheid.
Hoe gelukkig zou hjj geweest sjjn, wan
neer hjj haar nu dadeljjk in sjjn armen had
i genoeg macht
i wil te buigen
achten verdiept
«ogen sluiten I Maar dan wne hjj geen haartje
eter dan Knoop, die stelen wilde, wat hjj
Neen, neen, hjj moeet sich nog bedwingen.
«Met welk recht, om welke reden zou ik
booe op n zjjn lnidde zjjn wedervraag.
Ik dacht er slechte aan, hoe uw inborst ge-
is dan die van andere vrouwen
en meisjes en hoe zwaar het u moet ge
vallen sjjn u to sehikken naar uw man en
sjjn wil te erkennen. En zoo behoort bet
toeh in een goed huweljjk, niet waar??
Zjj keek hem met stralende oogen aan.
Misschien is de schjjn anders, maar in
derdaad ben ik toch een vrouw, die opgaat
in hem, dien zjj bemint, en die met hem een
geheel uitmaakt; Ik meende, dat in snik een
huweljjk geen strjjd om de hoerachappjj voor
kwam, dat de een in het hnweljjk geen voor
recht boven den ander bezat, en dat vreugde
door g*ffodd werden, dat
eindelijk man en vrouw elkaar liefhebben
voor het leven. Zoo vat ik het huweljjk op,
(Ge hebt geheel
juflrouw, ik 1
tjjda gelegenheid te krjjgen,
Hjj bleef steken,
mjjn hart
!g~prokeQ,
einig aren
- zjjn oogon zeiden
ae rw.
In greozenloose verwarring trad Christa
Maria achteruit en nam het boek in de
handen, dat op haar naaitafel lag.
Daar vloog haar blikeemsnel door hot
hoofd, wat Knoop had gezegd, toon hjj voor
het eerst van Ernst Mahler's i
op den Ens-molen hoorde
met de jnffrouw onder één
(Wordt vervolgd.)
isigheid
.▲ls de vrjjer