KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor Helder, Texel, Wieringen en Anna Paulowna
No. 3454.
Zaterdag 24 Maart 1906.
34ste Jaargang.
Bureau: Spoorstraat
Telef. 59.
Bursau: Konlngttr. 29.
Interc.-Telef. 50.
Tweede Blad.
Wetenschappelijke praatjes.
Een en ander over kleeding.
Nuust Koningin Mode ie doelmatigheid eu
goede hygiënische werking de eerste eigen
schap voor onze kleeding. Gaarne zouden wij,
en terecht, willen aanvoeren, dat de mode
feitelijk het allerlaatst aan het woord moest
komen; de grootste helft der menschen, dat
zijn namelijk de vrouwen, laten u in zoo'n
geval gewoonlijk maar praten; vinden doel
matigheid en hygiëne zeer fraaie zaken, doch
overtuigen zich in de allereerste plaats van
,1e dornier cri de Paris."
Onze kleeding moet ons niet alleen be
schermen tegen den dirccten invloed van
atmosferische toestanden, verontreinigingen
en voor zooveel mogelijk ook tegen verwon
dingen (men denke slechts aan ons schoeiselj
inaar zij moet ook de warmte van het lichaam
gelijkmatig onderhouden.
Daarenboven moet zij de door do huid af
gescheiden gusvormige stoffen de gelegenheid
geven ie verdwynen en tevens behoort zij de
drupvormige afscheidingen op te slorpen om
deze daarna woder te laten verdampen.
Het verlies aan warmte, dat het lichaam
voortdurend door uitstruling, verdamping enz.
ondergaut, wordt tot op zekere hoogte door
het lichaam zelf geregeld. Dit geschiedt o.a.
door de prikkeling der zenuwen van de huid
onder den invloed van de temperatuursver
anderingen. Verlaging van de omgevende tem
peratuur heelt tengevolge, dat genoemde
zenuwen de kleine bloedvaten van de huid
doen samentrekken, waardoor de toevoer van
bloed in die vaten vermindert en de zweetuit-
scheiding geringer wordt of geheel ophoudt
en er dus minder warmte verloren gaat.
Stijgt de omgevende temperatuur, dan heeft
natuurlijk het omgekeerde plaats. Ofschoon
nu het lichaam ten deze zelf als regulator
optreedt, is dit op den duur niet voldoende
en is het noodig zich door kleeding tegen
warmteverlies te dekken, want de kleeding
belet de directe uitstraling en zorgt er voor,
dat de warmte eenigen tijd bij het lichaam
behouden blijft.
Hoe lang dit duurt hangt in de eer3te
plaats af van het geleidingsvermogen van de
kleeding zelve en van de massa gebezigde
kleeding.
Het uitstralingsvermogen van kleeding-
stoffen is een factor, waarmede eveneens
rekening behoort gehouden te worden. Vol
gens de onderzoeking, n van den bekenden
hygiënist professor Von Pettenkofer verhoudt
het uitstraling8vermogen van wol zich tot
katoen en linnen als 100 101102, waaruit
mpn al yjji^ /\o .verschillen gering, kan af
leiden, dat linnen en katoen een koeler dracht
is dan wol. Geappreteerde katoen en gladde
zijde bezitten het geringste uitstralingsver
mogen.
Dok de kleur van de stof is van bepaalden
invloed en wel voornamelijk ten opzichte
van het warmte opslorpingvermogen. Neemt
men dit voor wit aan als 100, dan krijgt
rnen voor lichtgeel 102; donkergeel 14'»;
lichtgroen 155turksch rood 155; donker
groen 168; lichtblauw 198 en voor zwart
208. Voor een klimaat als het onze is dus
zwarte kleeding doorgaans het best voor
bovenkleeding, wat betreft kleur, uitstralings-
en opslorpend vermogen. Daarom verkiezen
wij dan ook in de weinige warme dagen,
welke ons klimaat ons schenkt, kleeding van
lichte kleur. Voor de hondsdagen is dus wit
als ideaal-dracht aanbevolen.
Ten opzichte van onze onderkleeren heb
ben wij nog verder rekening te houden met
liet vocht-opslorpings-vermogcn van de stof.
Doelmatige onderkleeding is een onderwerp,
dat altijd de aandacht van hygiënisten en
fabrikanten heeft beziggehouden en waarom
trent het laatste woord nog lang niet ge
sproken is.
Het vochtinzuigings- of opslorpingsvermo
gen is grooter bij dierlijke stoffen, zooals
wol en zyde, dan by plantaardige zooals lin
nen en katoen.
De verdamping van de opgenomen vochten
geschiedt bij de dierlijke stoffen zeer gelijk
matig; bij de plantaardige stoffon daarentegen
gaat de verdamping in het begin zeer snel,
waardoor veel warmte aan het lichaam ont
trokken wordt.
Deze aanvankelijk snelle verdamping heeft
bij katoen ook nog vlugger plaats dan bij lin
nen vandaar dat vochtig linnen killer aanvoelt
dan katoen. Wol en katoen zyn daarom als
stof voor onderkleeding te verkiezen boven
linnen. Wol blyft bovendien als zij vochtig
wordt elastisch, terwyl de wol vezels het natte
kleedingstuk van hel lijf houden, waardoor
de afkoeling ook minder gevoeld wordt, ter
wijl hel vocht weer langzaam wordt afgegeven.
By niet elastische stoffen, zooals linnen, sluiten
zich bij nat worden de openingen, ontwijkt
do ingesloten lucht en plakt do stof aan het
ljjf. Het verlies aan warmte door verdamping
wordt daardoor direct gevoeld.
Een groote rol in de onderkloeding spelen
tegenwoordig de tricot weefsels, van welken
grondstof ook vervaardigd, bljjven zy zelfs
na sterke bevochtiging rijk aan lucht; 50 tot
62 pet. van het geheele weefsel blyft vrij
voor circnlatie, waardoor een behaaglijk ge
voel in het dragen ontstaat.
Het woltricot heeft één nadeel, hetwelk
men ondanks alle proefnemingen nog uiet
heeft kunnen ondervangen; het ia toch be
kend, dat dierlijke vezels door invloed van
warmte, vocht en mechanische wry ving, hard
worden en aaneenplakken. Op dit beginsel
berust onder underen do viltfabricatie. By het
dragen van wol doet zich hetzelfde verschijnsel
voor; door opuame van vocht, warmte van
het lichuum en door de voortdurende wrijving
van de kleeding tegen het lichaam moet nood
wendig op den duur een viltlaag worden ge
vormd. Hierdoor wordt woltricot dik en de
ventilatie zeer gebrekkig.
Zeer dunne wolweefsels, zoouls zij in den
bundel te verkrijgen zyn, komen aan dit be
zwaar wel eenigszins, nlhoewel nimmer geheel,
tegemoet, maar zulke dunne artikelen moeten,
om toch nog sterk te zijn, een te groote
dichtheid krijgen, waardoor dan weer een
deel van de voordeden komt te vervallen:
zij zuigen zich gemakkelijk vol met de door
de huid afgescheiden vochten, kleven dan
aan do huid uu missen daardoor die bchngc-
lijkheid in den dracht, welke juist een der
groote voordcelen van wol is.
Wollen ondergoed eischt een zeer zorg
vuldige behandeling bij de wnsch. Hierboven
merkten wij reeds op, dat wol onder invloed
van vecht, warmte en wrijving vervilt. Menig
soepel llunelletje verandert dan ook door
sterke wrijving in heet- ofte warm zeepsop op
den duur in een hard, stug artikel. Hard
water, waarbij de zeep neerslaat en in de
poriën van de stof terecht komt, is evenzeer
af te keuren. Aanbeveling verdient het was-
schen in lauw water waarbij inen olelne en
amonia liquida heeft gevoegd; gebruik van
zeep is dan overbodig. A. F.
Uit de natuur.
Wintervogris. Vereolg).
Volgens afspraak zullen we nog eene
strandwandeling maken, om wat met meerdere
onzer wiulergasten kennis te maken. Voor
ons doel kiezen we daarom de Schorren, u
weet wel die uitgestrekte slikken aan de
oostzijde van den Zniderzeedijk. Oogenschijn-
Ijjk is zoo'n tochtje weinig aantrekkelijk,
doch we hopen, dat we geen tijd zullen vinden
om te philosopheeren over de al-of niet
eentonigheid van die groote moddervlakten.
Wanneer we nu eenen dag hierna na een
paar dagen vorst, zooals we dat troffen in
het begin van Januari, dan ontmoeten we
ongetwijfeld Noordscho vogels, die wegens de
koude naar hier zijn afgedaald. Terwijl wc
langs de Buitenhaven wandelen, zien we
weldra de altyd tegenwoordige meeuwen.
Voortdurend toonen ze ons hunne vliegkunst
en behendigheid in het zwenken en bemach
tigen van hunnen buit. De vceren van den
uitgespreiden staart vertoonen het reinste
wit en steken prachtig af tegen de licht
grijze vleugels.
Al naar de omstandigheid het meebrengen,
is het aantal meeuwen grooter of kleiner. Wat
een prettig gezicht is het zoo'n troepje op de
goltjes te zien ronddobberen meestal in de
nabijheid van onze marineschepen, want daar
is nog wel een9 wat voor hen te bikken,
't Lijkt ons zulk een vredelievend volkje toe,
doch wachten we een oogenblik, dan zien
we ze met een oorrerdoovend geruas opvliegen,
terwijl zo elkanders buit betwisten. Eén soort
heeft daaraan juist haren naam te danken
nl. de roofmeeuw oC-jager; eigenlijk zijn er
hiervan wel vier soorten, doch deze alle te
beschrijven, zou onnoodig zijn. Deze vogels
hebben in hoofdzaak een zwartbruin veder
kleed en hebben de eigenaardigheid, dat ze
andere meeuwen zéé lang vervolgen, dat
deze hunnen prooi uit angst laten val en.
Pijlsnel schiet do roofmeeuw naar beneden
en voordat het losgelaten vischje weer in 't
water gevallen is, heeft zij het opgevangen.
Deze meeuw komt anders zelden in ons
land voor.
Heel gemakkelijk is het niet al de soorten
uit elkaar te houden en vooral niet op eenen
eenigszins grooten afstand, doch de aanhouder
wint en zoo zal het u na eenigen tijd waar
nemen wel spoedig gelukken.
Die groote meeuw, welke daar ginds rustig
vau alle andere afgezonderd, ronddobbert,
is de mantelmeeuw. Hoe heerlijk steken de
gitzwarte vleugels bij het water en de witte
veeren van de overige deelen af. In Maart
zullen we haar meermalen met de zilver
meeuwen, zoo genoemd naar do lichtgrijze
vleugels, op de weilanden aantreffen.
Niet alle meeuwen met lichtgrijze vleugels
zijn zilvermeeuwen. Langs onze grachten
kunnen we eiken dag eene kleinere soort
waarnemen n.1. de kap-kokmeeuw met
rooden snavel en roode poolen. Tegen den
zomer heeft deze vogel eenen zwarten kop,
vandaar de naam kapmeeuwdan vooral is
het een mooi dier.
Met den scherpen blik op de oppervlakte
gericht, vliegt zij rond:' soms schiet ze
plotseling op het water neer en pikt, terwyl
ze snel met de vleugcis slaat, iets van hare
gading op. Sommige zetten zich op het water
neer, wat voor ons een aardig gezicht is,
vooral in eenen tijd, dat moeder Natuur zoo
angstvallig is om met de schoonheid harcr
kinderen te pronken.
Toon in het begin van Januari tijdons den
dooi nog geruimen tijd ijsschollen in hot
Heldersche kanaal ronddreven, zette zich
menigmual eene kapmeeuw daarop neer
zoo iets zullen we zelden zien in eenen
tijd, nu de menschen bynu vreemd worden
aan alles, wat de wintervorst vermag.
De meeuwen hebben ons zóó in beslag
genomen, dat we ongemerkt de sluizen by
't fort Oostoover zijn genaderdenfin, de
wandeling heeft ons daardoor niet te lang
geduurd. De lieve dnifjes der zee, zooals de
meeuwen genoemd worden door de badgasten
onzer badplaatsen, die ze helaas zoo liet
vinden, dat ze de witte veeren alleen
oordeelen voor de garneering hunner hoeden,
zullen wc nu maar laten vliegen. Wanneer
we op den Zuiderzeedijk zijn gekomen, is het
zaak goed uit' te kijken. Als u van tijd tot
tijd den verrekijker gebruiken wilt, kunt u
de vogels beter onderscheidon, want de
slikken op te loopen, zal moeilijk gaan. Kyk,
daar links van u bij den steeuen dam aan
het einde der haven is zooeven een donkere
vogel ondergedoken na korten tijd zal hij
wol weer boven komen. Als u even den
kyker op hem richt, zult u zeker zynen
rooden snavel opmerkende kop en nek
zijn metaalglunzend, waarvan we nntuurlyk
op eenen grooten afstand weinig kunnen zien.
Do zwarte, witte en grijze bovendeden en
de roode pooten zijn wol te onderscheiden.
De vogel, welke u in het veld van den
verrekijker 'binocle) hebt, is het mannetjo
van de groote zaagbekoond, waaraan door
het volk ook wel do prozaïsche namen
Korporaal en Boterbuik gegeven worden.
Wanneer hij weer ouder duikt, zullen we eens
met het horloge in de hand zien, hoe lang
zyn onderzeesche tocht duurtéén minuut is
er reeds omkort nadat de secondewijzer
voor den tweeden keer is rondgeweest, komt
hij vele metera verder dan de plaats, waar
hij ondergedoken is boven en kijkt rond,
alsof hy zeggen «goeie morgen*, doch er
is schijnbaar niemand, die zynen groet be
antwoordt. Ja, toch; achter den stcenendam
is het wijfie, dat minder bont gekleurd is
(het vederkleed is in hoofdzaak grijs met
eene witte vlek op de vleugels) op expeditie
geweest en komt zich bij haren echtgenoot
verontschuldigen, dat ze niet bij zyne weder
verschijning tegenwoordig kon zijn.
Dit evndenpaartje zullen we nu maar aan
hare bezigheden laten, en trachten we op
het hooge gedeelte van het Scl'Or te komen.
Waarvoor we dat doen? Wel, daar recht
voor u uit dobberen op het water eene groote
massa zwarte vogels. Zoo goed en zoo kwaad
uls 't kan, merken we op, dat de snavol van
deze vogels vooral by den wortel hoog is
de roode vlek op dezen natuurlijk niet, doch
over den glans van het zwartbruine gevederto
kunnen we wel oordeelen. 't Is een tref deze
zwarte zeeëenden hier te ontmoeten slechts
enkele bruine, duidelijk van de zwarte te
onderscheiden door de witte vlek op de
vleugcis, bevinden zich onder de vlucht. In
de kerstvacantie zagen we zo dicht bij Oos
terend op Texel, waar ze veelvuldiger voor
komen. Wanneer ze ullv te gelijk opvliegon,
is de lucht vervuld van een snorrend geluid
door den vleugelslag veroorzaakt, terwijl ze
tevens hun minder welluidend ,kra, kra"
laten hooren.
Eidereenden verschenen soms ook wel op
onze kust; in het luatst van het vorige jaar
zijn hier nog een paar dezer soort op de
Schorren gevangen in zoogenaamd .eenvou
dig" kleed't waren glanzend donkerbruine
vogels inel zwarte snavels. Kort daarna werd
nog een mannetje in het .pronkkleed" be
machtigd. Dit pakje is vrij wat bonter dan
liet eerstgenoemde: allerlei kleuren, zooals:
wit, zwart, violetzwart en groen vertoont het.
liet wijfje is veel eenvoudiger; zij kan
het wel met een geelbruin kleedje, waarop
zwarte dwarsvlekken, af.
Later zullen we eens wat meer over de
interessante levenswijze dezer vogels mee-
deelen. Thans eindigen we oDzen tocht, want
het weer is nog niet aanlokkelijk genoeg om
eenen geheelen dag buiten te zijn.
Binnenkort zullen we onze schreden wenden
naar het strand der Noordzeetreffen we
eenen mooien dag, dan kunnen we van hier
door het Koegras wandelen naar de Kooi,
om ons nog even naar de Schoren over te
laten zetten. J. S.
Nieuwsberichten.
Het alhier gehouden examen voor de Rjjks-
normaalschool had tot uitslag dat toegelaten
werden tot de
Voorbereidende klasse:
Pietor M. Adriaanse, Johs. A. N. v. d. Hulst,
Anthonie Schoor], Alexander O. L. Strijker,
Elisabeth W. Brouwer, Guurije A. K. L.
Boerke, Jannetje Blokker, Maria M. H.
Deelder, Louise Deo, Dirkje Govers, Nelly
J. Houtkoop, Grietje Jager, Elisabeth Kip
perman, Aaltje Klerk, Anna \V. Klots,
Elisabeth M. Sipman, Jacoba Winter, Maatjo
Willemse.
totde le klasse:
Pieter J. Arends, Catharina Bakker, Gerrit
de Boer, Willem S. D. Corporaal, Louize
W. van Emde, Everdine S. Held, Johannes
Klaassen, Pietor C. Kiljan, Cornelis A. Rurnpff,
Jacob Siojewol, Dirk Schwantje, Arie Tjittes,
Adriana D. C. Visser, Oliert de Wit en
Jacoba van Wingerden.
tot de 4e klasse:
Nelly A. Paret.
Afgewesen werden;
Voor de Voorbereidende klasse: 8, voor
de eerste klasse 1, voor de tweedo en derde
klasso elk 1.
De afdeeling Helder van den Alge-
meenen Nederlandschen Dienstboden bond
gaat een opleidingscursus voor jeagdige
dienstboden openen.
De afdeeling is orvan overtuigd, dat van
een werkelijke verheffing van den dienst-
bodenstand geen sprake kan zyn, zoolaug
de dienstboden over 't algemeen nog zoo
weinig bekwaam zgn in de werkzaamheden,
die van hen geeischt worden.
In de groote steden bestaat tenminste
de gelegenheid voor de dienstboden om
zich in hun vak te bekwamen op de
Huishoud- en Kookscholen. Door het ont
breken van een dergel jjke inrichting
hier ter stede ziet de afdeeliog zich ge
noodzaakt zelve de hand aan den ploeg
te slaan.
Het bestuurslid M. Barten zal z;ch na
met ingang van 1 April e.k. beschikbaar
stellen om huisboudonderwgs te geven aan
jonge meisjes van 13-1G jaar, dienstboden
of toekomstige dienstboden, die zich daar
voor komen aanmelden.
Alle eenvoadige huiselgke bezigheden,
van vegen en boenen tot tafeldekken en
dienen zullen aan deze meisjes onderwezen
worden, terwjjl er bizondere zorg aan
besteed zal worden om hen netheid en
regelmaat te leeren.
Na afloop vau den cursus zal een ge
tuigschrift uitgereikt worden aan die leer
lingen, welke met vracht het onderwjjs
gevolgd hebben.
Wellicht kan na dezen cursus met een
kookles begonnen worden.
De lessen hebben plaats op een namiddag
per week van half vier tot vjjf uur, voor
de jongste meisjes die nog niet in betrekking
zgn, en op een avond per week voor die
deelneemsters, die reeds in dienstbetrekking
zgn. De cursus zal voor beide clubs
ongeveer 9 maanden dnren.
Nog kunnen eenige meisjes deelnemen.
De bosten bedragen 10 ct. per week. Men
kan zich opgeven bg het bemiddelings
bureau voor dienstboden, Buitenhaven 25,
iederen namiddag van 2—3 aar en Maan
dag zoowel als Woensdagavond van
79 uur.
TEXEL, 22 Maart. De heer G. Barende
van De Cocksdorp is bg het gehouden
examen voor hulp-telegrafist, als zoodanig
geslaagd.
Met het zoeken naar kievitseieren heeft men
een begin gemaakt, doch gevonden zgn er
nog niet. Op verschillende plaatsen zgn
waarschuwingsborden geplaatst en de meeste
landergta zgn voor het rapen der begeerde
eieren aan zoekers afgestaan of verpacht.
Menigeen heeft een goed loon verdiend,
wanneer de tjjd voor 1
verstreken is.
zoeken op 1 Mei
Schoolverzuim
Een juffrouw mo8st voor den kantonrech
ter te Amsterdam verscbjjuen, omdat haar
zoontje Jan onophoudelijk school verzuim
de. Ze had het zoontje meegebracht een
brutaleu jongpn van een jaar of tien, vol
strekt niet verlegen voor de rechters, on
verschillig ze één voor één aankgkend.
En hoa komt dat zoo, vrouwtje, dat je
jongen niet schoolkomt
Mgnheer, het is een misère met dien
jongen; ik kan er hensch niets aan doen.
Als ik hem naar school wil brengen, loopt
bg onder mjjn handen vandaan wegals ik
hem alleen laat gaan, belooft hg regelrecht
naar school te zullen gaau, maar dan gaat
hg d'r vandoor met jongens die ouder zgn
dan hgdan doen ze boodschappen of iets
dergelijks en... stelen wat ze krjjgen kan
nen. En thuis: vloeken, mgnheer! en las
tig Geen voorbeeld van Ik geef hem elk
oogenblik slasg, zoo bard ik kan ik geef
hem voor straf geen eten, maar het helpt
geen steek.
Een paar dagen geleden geef ik bem geen
eten. Hg gaat uit en na een oogenblik komt
een buurman me waarschuwen: juffrouw, je
zoontje zit op 't dak lood af te breken. En
of ik hem al roep, het geeft geen steekhjj
wachtte natuurlijk tot ik weg was en toen
ging hg het verkoopen. Zoo komt hg dan
aau z'n brood.
Zeg, jongeu, kom jjjzelf eens hier, zegt
de kantonrechter. Wat wou jg non eigen
lijk Wou jij dat je moeder voor jou in de
gevangenis komt V Kan het je niet scheleD,
dat je je moeder zooveel verdriet doet
Wat moet je dan worden
Ik wil naar 't gesticht.
En wat men den jongen ook vraagt, naar
't gesticht zal en wil hg. De onderwijzer
bevestigt het verhaal van de moeder het is
louter onwil bg den jongenhjj zegt niets
anders danIk wil naar 't gesticht
Jh, vrouwtje, jon kunnen we daarvoor
□ataurljjk niet straffende eenige raad
dien ik je geven kan is Ga met hem naar
jien Voogdgraad. Misschien kan die je
Als 'tu belieft, meDeer, en weg gaan
ze met hun beiden.
Bloembollen.
Men schrijft uit Lisse:
De bollenvelden zgn bijna geheel van
het laatste riet gezuiverd, hiereu daar ligt
er reeds eenige kleur op de velden. Het
zachte weder van de wintermoandon heeft
wel ten gevolge geüad eene vroege ont
wikkeling doch de laatste dagen gaven
voortdurend een te kort aan zon om de
ontluiking der bloemen te bevorderen,
daardoor komt de bloei toch weinig vroe
ger dan andere jaren. De eerste dagen van
April zal alles wel open zgn, de sbollec-
zondagc zal dit jaar naar alle waarschjjolgk-
heid op 1 April vallen
Te Maarssen (Utr.) is overleden de
oudste ingezetene dier gemeente, de wed.
G. F. Klein geb. Stroom, oud 102 jaren
en 8 maanden.
Vl8sch8r8haven te Scheveningen 1
De Haagsche gemeenteraad verleende
Burgem. en Weth. een voorloopig crediet
van f 4000 voor het doen van de eerst-
noodige herstellingen der aan de werken
der visschershaven door den storm van 12
dezer toegebrachte schade.
De voorzitter zeide te vreezen dat er
een nadere credietaanvraag tot veel hooger
bedrag zal inkomen.
Frans Rosier.
De weduwe Overgauw te Gouda, het
slachtoffer van een der laatste nrsdaden
van Rosier, heeft aan een verslaggever
van het Dgbl. v. Gouda het volgende
verteld
Des avonds had ze iemand reeds verdacht
om het huis zieu sluipen, wat ze gezegd had
tegen het bg baar in huis wonend meisje.
Daarom bad ze haar beetje geld in den
zwarten zak mee op bed genomen en on
der de hoofdkussens verborgen.
Midden in den nacht werd ze plotseling
wakker en zag ze een man voor zich
staan, het brandend nachtlampje in zgn
handen, 't Was of haar bloed wegstroomde
uit haar hoofd, toch bleef ze heel stil
liggen, de oogen alleen wjjd-open op den
man gericht, die weer naar den w nkel
was gegaan en daar de lade had leeg
gestolen. Toen kwam hg terug en zag het
oudje aan. >Geef me je sleutels", zei bjj
en toen ze eerst weigerde, de dekens
krampachtig optrekkend tot boven haar
schouders, stak hg haar met een broodmes
in de rechterwang. Met haar eene hand
maakte ze het zwarte zakje los zoo goed
het kon, de man voor haar rukte het haar
evenwel plotseling uit de haud en stak
daarop weer lachend met het mes in haar
hal«.
Ze hoorde wat geklir van glazen anders
□iet, terwgl ze heel doodstil zonder zich
maar even te bewegen bleef liggen af
wachten de dingen die zouden komen. Ea
weer kwam de man terog. poogde haar
de dekens af te rukken, waarbjj het vrouwtje
aan beide handen gewond werd.
>De duim was er bijkans at" vertelde
ze ons zacht glimlachend, maar dat merkte
ik pas later, toen hg door den dokter ge
naaid was". Als een razende stak de man
haar nog eenige malen, haar daarbjj min
of meer verwondend. De vrouw gaf geen
schreeuw maar bleef liggen, terwgl ze
krampachtig de dekens tot over de schou
ders geklemd hield.
Na eiudelooze minuten ging de man
eindeljjk heen en toen eerst kwam de groote
schrik over de oude vrouwze verloor
het bewustzijn. Eerst veel later kon ze
het meisje kloppen, dat aarzelend beoeden
kwam en bjj de kamerdeur zei»'k Durf
niet." »Kom maar, lig is weg", had
vrouw geantwoord.
>Ze begon te gillen toen ze me zag"
zei 't vrouwtje. >dat was ook heel wat".
Wat er nu verder gebeurd is. weet ik
niet recht. Toen ik weer bgkwam, lag ik
hier in de Wijkverpleging. En op een
morgen kwamen ze van de politie bg me
en lieten ze een portret zien van een man
of dat hem was. Ik zei van neen.
Toen lieten ze me een arder zien. Dat
was hem. Ik had hom op dien nacht heel
goed opgenomen, omdat ik dacht, jou moet
ik onthouden. Het was het portret van
Frans Rosier. Toen kwamen ze met een
man bjj me, om te laten zien, maar die
was niet de goeie. Later kwam de andere
geboeid. Zoo ik hem zag, herkende ik hem
dadelijk, precies het gezicht, alles en m'n
geld zag ik ook terug. Hjj zei niets.
De oesterngverheid in Zeeland heeft
door den watersnood een geweldigen knak
gekregen, want de schade, aan de putten
veroorzaakt, is zeer groot.
Men schrijft uit Sittard
Maandagavond heeft hier weer een ern
stige vechtpartjj met een mes plaats ge
had. Zekere Wessels, boutzager van beroep,
gehuwd en vader, w«rd met zgn zwager
nabij Broek-Sittard afgewacht en zoo ver
schrikkelijk toegetakeld, dat de genees-
her:reu hem terstond, in den nacht, naar
het gesticht Calvariënberg te Maastricht
tieten brengen. Zjjn toestand is hopeloos.
Hjj heeft verschillende sneden van voren
tot achter over zghooft, steken in rug
en zjjde, en men denkt, dat een long ge
raakt is. Men liet hem voor dood liggen
hg is later over een weiland gekropen,
zooals de bloedplasten aanduiden (/jji
zwager v. d. V. was op den loop gegaan)
en bleef in een greppel liggen, waar bg
door voorbijgangers gevonden werd.
Als vermoedelijke daders zgn nog in den
nacht vier personen aangehouden, die te
gen dea zwaar verwonde een veete hadden
en hem opgewacht zouden hebben. Veer
tien dageu geleden stonden twee van hen
te Maastricht terecht, er is toen tegen hen
drie maanden gerequireerdvandaar de
veete.
0e eerste kievitseieren.
Woenrdag werd den staatsraad, commis
saris der Koningin in Frieslard het eerste
kievitsei vau dit seizoen aangeboden, het
welk gevonden is door den heer T. J. de
Wolfi, te Rauwerd.
Uit Workutn meldt men aan de »L Ct.."
dat door den heer D. Tjeerde, poelier al
daar, ook reeds een kievitsei is ontvangen.
Luitenant Schmidt en de drie met
hem veroordeelde matrozen zgn doodge
schoten zooals nader bljjkt, door 60 ma
trozen van een kanonneerboot, die voor
alle gebeurlijkheden in den rug gedekt
werden door infanterie. Schmidt was op
gewekt en liet door zgn verdediger vast
stellen, dat hjj nimmer bevel gegeven had
tot schieten, zoodat hö geen menschen-
levens op het geweten had.
Zjjne laatste uren bracht hg met het
schrgven van brieven aan zjjne zuster en
zgne zoons door. De executie had plaats
op het eiland Beresao. Schmidt kreeg een
kap over het gezicht, maar hjj verzocht
daarvan en van hst vastbinden aan een
paal verschoond te blijven. Dan nam hij
roerend afscheid van de matrozen en sol
daten en riep luid: Vaartwel 1 Geeft vnur 1'
Schmidt vi-1 ee'st b(j het d«rd-* salvo
Gevaarlijk voor da scheepvaart.
Uit N-^w-York komt bericht, dat een
ijsberg, van een kwart lengte en 100 voet
hoven de zee nits'ekend, op de kust van
Newf iundland ronddrijft, juist in de atoom -
bootroute.
De bekende diamanthandelaar Eidenoff
van Londen begaf zich Zaterdag omstreeks
twee nar naar het postkantoor in Victoria-
street, om een pakje diamanten aan zgn
broeder te zeuden. Terwgl hg het pakje
adresseerde legde hg een taschje met dia
manten ter waarde van f 60,000 op de
lessenaar naast zich neer. Na zgn pakje
te hebben afgegeven, vorgat bg. door een
vreemd gebrek in zgn geheugen, het toscbje
en verliet hg het gebouw zonder dat
Hjj was echter nog slechts een klein
eindje buiten het postkantoor, toen zgn
geheugen terugkwam en hij haastig terug-
snelde om zgn waardevol (ssckje te halen.
Tot zgn grooten schrik vond hjj het echter
niet meer Verschillende personen hadden
op dit drukke nar van den dag het kan
toor bezocht, en de beambten hadden niets
opgemerkt wat eenig licht in dat raadsel
kon geven.
De heer EidenoS, die natuurlijk onmid
dellijk de hnlp van politie en detectives
heeft ingeroepen, meent dat hjj het slacht
offer is van een georganiseerd plan, daar
hg drie mannen, aan wie hjj zgn juweelen
had laten zien om ze te verkoopen, ernstig
verdenkt hem reeds eenige dageo lang ge
volgd te hebben. Behalve het verlorene had
de diamanthandelaar nog juweelen ter
waarde van 20 000 pond bij aich.
Ingezonden
Geachte Redacteur!
Gelieve onderstaande in uw geacht blad
te willen opnemen.
In do openbare vergadering van 15 Maart,
gehouden in ,008300', waar als sprekor op
trad de heer Z. v. d. Bergh en waar onder
mo«r door den geachten spreker ter sprake ze-
bracht werd «do werkeloosheid' om die te be
perken en das togen te kannen gaan, sou
rnjjns inziens een eenvoudige methode sfjn ea
wel deze wanneer mon nu eens begon vaa
's Rykswege, de werklieden in 's Rjjks dionst
(o. a. op Marinewerven enz.» te verbieden,
mot na afloop van ban dageljjksohen arbeid,
daarna nog eens to gaan werken bfl parti
culieren, om dit in de eerste plaats tegen te
gaan. Als men weet, dot werklieden, die
f 13 a f 14 per week verdienen (mijn in
ziens niet te veeli doch dit ook des winters
hebbon in dn korte dagen en dus veel t|jd
avonds overhouden, on dien tjjd gaan bo-
steden om voor particulieren te werken, ter
wyl hij of tij, die alleen van particulieren
arbeid hnn dageljjksch brood moeten verdienen
en 's winters geheele weken zon dor werk
loopen, is een treurig feit, doch waar Vandaar
veel werkeloosheidterwyl daarentegen vele
werklieden en liefst Rykswerklieden dubbele
dagen maken en de particulieren, maar al
te vaak nog geen onkelen dag. Dit kan en
moet tegengegaan worden. Mochten wjj al
een goede schrede gevorderd zjjn, doordat in
vele bestekken wordt opgenomen, dat er niet
langer dan li uur per etmaal gewerkt mag
worden, juich ik toe. Doch wanneer dan elf
uur nog t« lang moge sjjn, welnu waarom dan
geen 8 of 9 uur werktijd per dag? Dit bevordort
toch do werkeloosheid en het loon dan maar
in verband daarmede gewijzigd. Ik weet wel,
dat alles gaat niet zoo direct en gemakkeljjk,
want znlt u zeggen, ja, maar de lni die
heele avonden dan niets le doen hebben,
zullen dien tjjd willen besteden, door U
gaan werken in stilte voor die of gene,
doch daarvoor zou mjjn inziens, soo goed als
men op versohillende andere lichamen toe
zicht heeft (o.a. bouwpolitie enz.) dit ook
kunnen door van 's Rykswege, dan dergelijke
lui daarvoor aan te stellen. Er is nog meer,
doch ik wenschte alleen dit oven in het
midden te brengen, en breng U daarvoor
door de plaatsing in ow g-acht blad, (en ik
geloof niets to veel te zeggen, in naam van
vele particuliere werklieden) mjjn oprechten
d*nk- üw dw. dn.
J. J. SCHOEFFKLENBERGER,
Aannemer.
Van Ewyckslnie, Anna Paulowna, 21 Maart *06.
Mijnheer de Redacteur
Ge zoudt ons zeer verplichten door ons
eoDige plaatsruimte te vergunnen, ter beant
woording van het in Uw laatste nnmmer
voorkomende ingezonden stak van reen
Wieringer visscher.*
Bedoelde «Wieringer visscher* breekt daar
eene staf voor de aalelgtrdie, volgens sjjoe
gedachte niet de minste schade doet, daar er
veel grooter en zwaarder aal mede wordt
gevangen dan met de paliegfnikentevens
gaat hij te keer tegen het op do vergadering
van do Vereeniging ter bevordering van de
belangen der Zuidorzeevisscherjj aangenomen
verbod op dit vischtuig.
Waarschijnlijk is de inzender geen lid van
de te Wieringen bestaande visschersvereeni-
ging daar hjj, soo dit wel het geval war*,
door middel van den afgevaardigde dier ver
eeniging zon kannen weten, dat bedoeld
besluit niet is gonomen met het oog op den
maat dor hiermeê te vangen vison. maar
omdat de elgor werd beschouwd als moordtuig
wat dan ook door velon, die selve met de
elger visschen, wordt orkend. Immers, wie kan
zeggen hoevele e lukken en brokken aal er,
naast do door den visscher binnengehaalde,
in den grond, blijven zitten, om daar te
vergaan en wie kan tlechU bij benadering op
geven hoeveel aal er steeds heen en woer
gejaagd, en eiodclyk, wanneer de geplaagde
nieren geheel geen rust meer kannen vinden,
geheel verjaagd wordt door het zeilen met de
'ger.
Noemt de inzender dit dan geen schade?
Ook wordt door deze, als zyne meeaing
uitgesproken, dat, zoo er meer vertegenwoor
digers van Noordelijke afdeeling en ter vergade
ring waren gowoost, hel verbod-besluit nimmer
zou zijn genomen. Laat h(j zich hier over
echter geene illuoio maken, want op bedoelde
vergadering werd geen enkelen stem ten gunste
der eUer vernomen, wel w-rd gesproken voor
'tsch»lfing, ook door visscher-, die te|»e met
d<» elger visciiten. De aaovnge om verbod
werd dan ook met algemeen* stemmen goed
gekeurd, ook door duo algevaardigde voor
Wieringen. Moonende onzen Wieringer collega
biormoo voldoende te hebbon beantwoord,
teekenen wjj, met beleefden dank voor de
toegestane plaatsruimte.
Eenige visschers te van Ewjjoksluia.
Tijdstippao van verzanding dar
Brievenmalen
Naar Ooet- Indie.
Veraa<Hsx*wtg.
ES
der Ur |,i
U—baal.
Pwtk.
•/k P-alk.
sünöd~
OSt TU
p. zeevat ri* Rotterdam
p. Ho'i. mail ri* Genu
t Holl m*il ri* Maruillt
p Pmnteh* mtO ri* Mireille, DU t 1wt
p. DaiUehe m*il ri* N*p*U*)| 87 |ll.—'emor.
Atjsh, 8wn*tr*'« Ooetkoet, PeJembtu,
!;llit~. v uj t x
M Xrti l.- i
•O T._ -s *v.
S Apr.' 1. «t.
<7 Mrt.;S.80o*m.
1
oumeire <^oei(Qi(, raleroMB
Pioaw. Baak*, Billitoo aa Z.-W. Afd. re* Uoraee.
everige gedeelte ra* Ned. Ooet-UdU wotdt allee*
rerUogea dar afiender. ri* Napel» ranoadaa.
AJaar PaUmbang, Riemir, Banket, BiUüon
en Z. W. van Bomeo
p. Enselacka mail ria
p. HolL mail via - i i.
Naar Atjeh en de Ooetleuet van Suenatra
6 Apr. 8.80 'amor.
'7—V
p.EaZa'aeke mMlTia Briadiall alk.n Vrijdag 8.10 'l mar.
p. Holi. mail vu Ges ia -
I Apr.| 7.— H av.
Naar Guyana (Suriname)
p. zaepoat ria AmaUrdam J
p. mail orer Rsrtlaad
P. mail ria St. Naaaira
Naar Curagao. Bonaire en Aruba:
p. teepoal via Amaterdam .1 8 Apr.
p. mail ti* Soatkamptoa tlkta Diaadaa
I, mail «te U.—,1 yjj^
SÓMrt.
AprJ 7.— av.
t9 Mrt. 7.—*s av.
7 Ag*.] 7.'a av.
Naar St. Martin. 3l. Euetatiu» en Saba
p. seapeat V.
p. saatl orar Kagtiaad
S Apr.j T—'aev.
n Mrt| 7.-*a sv.
Naar Kaapland, Natal, Oranje-Rivier-
kolonie en Transvaal
eiken Vrijdag, 8.30 nam.