KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor Helder, Texel, Wieringen en Anna Paulowna No. 3454. Zaterdag 24 Maart 1906. 34ste Jaargang. Bureau: Spoorstraat Telef. 59. Bursau: Konlngttr. 29. Interc.-Telef. 50. Tweede Blad. Wetenschappelijke praatjes. Een en ander over kleeding. Nuust Koningin Mode ie doelmatigheid eu goede hygiënische werking de eerste eigen schap voor onze kleeding. Gaarne zouden wij, en terecht, willen aanvoeren, dat de mode feitelijk het allerlaatst aan het woord moest komen; de grootste helft der menschen, dat zijn namelijk de vrouwen, laten u in zoo'n geval gewoonlijk maar praten; vinden doel matigheid en hygiëne zeer fraaie zaken, doch overtuigen zich in de allereerste plaats van ,1e dornier cri de Paris." Onze kleeding moet ons niet alleen be schermen tegen den dirccten invloed van atmosferische toestanden, verontreinigingen en voor zooveel mogelijk ook tegen verwon dingen (men denke slechts aan ons schoeiselj inaar zij moet ook de warmte van het lichaam gelijkmatig onderhouden. Daarenboven moet zij de door do huid af gescheiden gusvormige stoffen de gelegenheid geven ie verdwynen en tevens behoort zij de drupvormige afscheidingen op te slorpen om deze daarna woder te laten verdampen. Het verlies aan warmte, dat het lichaam voortdurend door uitstruling, verdamping enz. ondergaut, wordt tot op zekere hoogte door het lichaam zelf geregeld. Dit geschiedt o.a. door de prikkeling der zenuwen van de huid onder den invloed van de temperatuursver anderingen. Verlaging van de omgevende tem peratuur heelt tengevolge, dat genoemde zenuwen de kleine bloedvaten van de huid doen samentrekken, waardoor de toevoer van bloed in die vaten vermindert en de zweetuit- scheiding geringer wordt of geheel ophoudt en er dus minder warmte verloren gaat. Stijgt de omgevende temperatuur, dan heeft natuurlijk het omgekeerde plaats. Ofschoon nu het lichaam ten deze zelf als regulator optreedt, is dit op den duur niet voldoende en is het noodig zich door kleeding tegen warmteverlies te dekken, want de kleeding belet de directe uitstraling en zorgt er voor, dat de warmte eenigen tijd bij het lichaam behouden blijft. Hoe lang dit duurt hangt in de eer3te plaats af van het geleidingsvermogen van de kleeding zelve en van de massa gebezigde kleeding. Het uitstralingsvermogen van kleeding- stoffen is een factor, waarmede eveneens rekening behoort gehouden te worden. Vol gens de onderzoeking, n van den bekenden hygiënist professor Von Pettenkofer verhoudt het uitstraling8vermogen van wol zich tot katoen en linnen als 100 101102, waaruit mpn al yjji^ /\o .verschillen gering, kan af leiden, dat linnen en katoen een koeler dracht is dan wol. Geappreteerde katoen en gladde zijde bezitten het geringste uitstralingsver mogen. Dok de kleur van de stof is van bepaalden invloed en wel voornamelijk ten opzichte van het warmte opslorpingvermogen. Neemt men dit voor wit aan als 100, dan krijgt rnen voor lichtgeel 102; donkergeel 14'»; lichtgroen 155turksch rood 155; donker groen 168; lichtblauw 198 en voor zwart 208. Voor een klimaat als het onze is dus zwarte kleeding doorgaans het best voor bovenkleeding, wat betreft kleur, uitstralings- en opslorpend vermogen. Daarom verkiezen wij dan ook in de weinige warme dagen, welke ons klimaat ons schenkt, kleeding van lichte kleur. Voor de hondsdagen is dus wit als ideaal-dracht aanbevolen. Ten opzichte van onze onderkleeren heb ben wij nog verder rekening te houden met liet vocht-opslorpings-vermogcn van de stof. Doelmatige onderkleeding is een onderwerp, dat altijd de aandacht van hygiënisten en fabrikanten heeft beziggehouden en waarom trent het laatste woord nog lang niet ge sproken is. Het vochtinzuigings- of opslorpingsvermo gen is grooter bij dierlijke stoffen, zooals wol en zyde, dan by plantaardige zooals lin nen en katoen. De verdamping van de opgenomen vochten geschiedt bij de dierlijke stoffen zeer gelijk matig; bij de plantaardige stoffon daarentegen gaat de verdamping in het begin zeer snel, waardoor veel warmte aan het lichaam ont trokken wordt. Deze aanvankelijk snelle verdamping heeft bij katoen ook nog vlugger plaats dan bij lin nen vandaar dat vochtig linnen killer aanvoelt dan katoen. Wol en katoen zyn daarom als stof voor onderkleeding te verkiezen boven linnen. Wol blyft bovendien als zij vochtig wordt elastisch, terwyl de wol vezels het natte kleedingstuk van hel lijf houden, waardoor de afkoeling ook minder gevoeld wordt, ter wijl hel vocht weer langzaam wordt afgegeven. By niet elastische stoffen, zooals linnen, sluiten zich bij nat worden de openingen, ontwijkt do ingesloten lucht en plakt do stof aan het ljjf. Het verlies aan warmte door verdamping wordt daardoor direct gevoeld. Een groote rol in de onderkloeding spelen tegenwoordig de tricot weefsels, van welken grondstof ook vervaardigd, bljjven zy zelfs na sterke bevochtiging rijk aan lucht; 50 tot 62 pet. van het geheele weefsel blyft vrij voor circnlatie, waardoor een behaaglijk ge voel in het dragen ontstaat. Het woltricot heeft één nadeel, hetwelk men ondanks alle proefnemingen nog uiet heeft kunnen ondervangen; het ia toch be kend, dat dierlijke vezels door invloed van warmte, vocht en mechanische wry ving, hard worden en aaneenplakken. Op dit beginsel berust onder underen do viltfabricatie. By het dragen van wol doet zich hetzelfde verschijnsel voor; door opuame van vocht, warmte van het lichuum en door de voortdurende wrijving van de kleeding tegen het lichaam moet nood wendig op den duur een viltlaag worden ge vormd. Hierdoor wordt woltricot dik en de ventilatie zeer gebrekkig. Zeer dunne wolweefsels, zoouls zij in den bundel te verkrijgen zyn, komen aan dit be zwaar wel eenigszins, nlhoewel nimmer geheel, tegemoet, maar zulke dunne artikelen moeten, om toch nog sterk te zijn, een te groote dichtheid krijgen, waardoor dan weer een deel van de voordeden komt te vervallen: zij zuigen zich gemakkelijk vol met de door de huid afgescheiden vochten, kleven dan aan do huid uu missen daardoor die bchngc- lijkheid in den dracht, welke juist een der groote voordcelen van wol is. Wollen ondergoed eischt een zeer zorg vuldige behandeling bij de wnsch. Hierboven merkten wij reeds op, dat wol onder invloed van vecht, warmte en wrijving vervilt. Menig soepel llunelletje verandert dan ook door sterke wrijving in heet- ofte warm zeepsop op den duur in een hard, stug artikel. Hard water, waarbij de zeep neerslaat en in de poriën van de stof terecht komt, is evenzeer af te keuren. Aanbeveling verdient het was- schen in lauw water waarbij inen olelne en amonia liquida heeft gevoegd; gebruik van zeep is dan overbodig. A. F. Uit de natuur. Wintervogris. Vereolg). Volgens afspraak zullen we nog eene strandwandeling maken, om wat met meerdere onzer wiulergasten kennis te maken. Voor ons doel kiezen we daarom de Schorren, u weet wel die uitgestrekte slikken aan de oostzijde van den Zniderzeedijk. Oogenschijn- Ijjk is zoo'n tochtje weinig aantrekkelijk, doch we hopen, dat we geen tijd zullen vinden om te philosopheeren over de al-of niet eentonigheid van die groote moddervlakten. Wanneer we nu eenen dag hierna na een paar dagen vorst, zooals we dat troffen in het begin van Januari, dan ontmoeten we ongetwijfeld Noordscho vogels, die wegens de koude naar hier zijn afgedaald. Terwijl wc langs de Buitenhaven wandelen, zien we weldra de altyd tegenwoordige meeuwen. Voortdurend toonen ze ons hunne vliegkunst en behendigheid in het zwenken en bemach tigen van hunnen buit. De vceren van den uitgespreiden staart vertoonen het reinste wit en steken prachtig af tegen de licht grijze vleugels. Al naar de omstandigheid het meebrengen, is het aantal meeuwen grooter of kleiner. Wat een prettig gezicht is het zoo'n troepje op de goltjes te zien ronddobberen meestal in de nabijheid van onze marineschepen, want daar is nog wel een9 wat voor hen te bikken, 't Lijkt ons zulk een vredelievend volkje toe, doch wachten we een oogenblik, dan zien we ze met een oorrerdoovend geruas opvliegen, terwijl zo elkanders buit betwisten. Eén soort heeft daaraan juist haren naam te danken nl. de roofmeeuw oC-jager; eigenlijk zijn er hiervan wel vier soorten, doch deze alle te beschrijven, zou onnoodig zijn. Deze vogels hebben in hoofdzaak een zwartbruin veder kleed en hebben de eigenaardigheid, dat ze andere meeuwen zéé lang vervolgen, dat deze hunnen prooi uit angst laten val en. Pijlsnel schiet do roofmeeuw naar beneden en voordat het losgelaten vischje weer in 't water gevallen is, heeft zij het opgevangen. Deze meeuw komt anders zelden in ons land voor. Heel gemakkelijk is het niet al de soorten uit elkaar te houden en vooral niet op eenen eenigszins grooten afstand, doch de aanhouder wint en zoo zal het u na eenigen tijd waar nemen wel spoedig gelukken. Die groote meeuw, welke daar ginds rustig vau alle andere afgezonderd, ronddobbert, is de mantelmeeuw. Hoe heerlijk steken de gitzwarte vleugels bij het water en de witte veeren van de overige deelen af. In Maart zullen we haar meermalen met de zilver meeuwen, zoo genoemd naar do lichtgrijze vleugels, op de weilanden aantreffen. Niet alle meeuwen met lichtgrijze vleugels zijn zilvermeeuwen. Langs onze grachten kunnen we eiken dag eene kleinere soort waarnemen n.1. de kap-kokmeeuw met rooden snavel en roode poolen. Tegen den zomer heeft deze vogel eenen zwarten kop, vandaar de naam kapmeeuwdan vooral is het een mooi dier. Met den scherpen blik op de oppervlakte gericht, vliegt zij rond:' soms schiet ze plotseling op het water neer en pikt, terwyl ze snel met de vleugcis slaat, iets van hare gading op. Sommige zetten zich op het water neer, wat voor ons een aardig gezicht is, vooral in eenen tijd, dat moeder Natuur zoo angstvallig is om met de schoonheid harcr kinderen te pronken. Toon in het begin van Januari tijdons den dooi nog geruimen tijd ijsschollen in hot Heldersche kanaal ronddreven, zette zich menigmual eene kapmeeuw daarop neer zoo iets zullen we zelden zien in eenen tijd, nu de menschen bynu vreemd worden aan alles, wat de wintervorst vermag. De meeuwen hebben ons zóó in beslag genomen, dat we ongemerkt de sluizen by 't fort Oostoover zijn genaderdenfin, de wandeling heeft ons daardoor niet te lang geduurd. De lieve dnifjes der zee, zooals de meeuwen genoemd worden door de badgasten onzer badplaatsen, die ze helaas zoo liet vinden, dat ze de witte veeren alleen oordeelen voor de garneering hunner hoeden, zullen wc nu maar laten vliegen. Wanneer we op den Zuiderzeedijk zijn gekomen, is het zaak goed uit' te kijken. Als u van tijd tot tijd den verrekijker gebruiken wilt, kunt u de vogels beter onderscheidon, want de slikken op te loopen, zal moeilijk gaan. Kyk, daar links van u bij den steeuen dam aan het einde der haven is zooeven een donkere vogel ondergedoken na korten tijd zal hij wol weer boven komen. Als u even den kyker op hem richt, zult u zeker zynen rooden snavel opmerkende kop en nek zijn metaalglunzend, waarvan we nntuurlyk op eenen grooten afstand weinig kunnen zien. Do zwarte, witte en grijze bovendeden en de roode pooten zijn wol te onderscheiden. De vogel, welke u in het veld van den verrekijker 'binocle) hebt, is het mannetjo van de groote zaagbekoond, waaraan door het volk ook wel do prozaïsche namen Korporaal en Boterbuik gegeven worden. Wanneer hij weer ouder duikt, zullen we eens met het horloge in de hand zien, hoe lang zyn onderzeesche tocht duurtéén minuut is er reeds omkort nadat de secondewijzer voor den tweeden keer is rondgeweest, komt hij vele metera verder dan de plaats, waar hij ondergedoken is boven en kijkt rond, alsof hy zeggen «goeie morgen*, doch er is schijnbaar niemand, die zynen groet be antwoordt. Ja, toch; achter den stcenendam is het wijfie, dat minder bont gekleurd is (het vederkleed is in hoofdzaak grijs met eene witte vlek op de vleugels) op expeditie geweest en komt zich bij haren echtgenoot verontschuldigen, dat ze niet bij zyne weder verschijning tegenwoordig kon zijn. Dit evndenpaartje zullen we nu maar aan hare bezigheden laten, en trachten we op het hooge gedeelte van het Scl'Or te komen. Waarvoor we dat doen? Wel, daar recht voor u uit dobberen op het water eene groote massa zwarte vogels. Zoo goed en zoo kwaad uls 't kan, merken we op, dat de snavol van deze vogels vooral by den wortel hoog is de roode vlek op dezen natuurlijk niet, doch over den glans van het zwartbruine gevederto kunnen we wel oordeelen. 't Is een tref deze zwarte zeeëenden hier te ontmoeten slechts enkele bruine, duidelijk van de zwarte te onderscheiden door de witte vlek op de vleugcis, bevinden zich onder de vlucht. In de kerstvacantie zagen we zo dicht bij Oos terend op Texel, waar ze veelvuldiger voor komen. Wanneer ze ullv te gelijk opvliegon, is de lucht vervuld van een snorrend geluid door den vleugelslag veroorzaakt, terwijl ze tevens hun minder welluidend ,kra, kra" laten hooren. Eidereenden verschenen soms ook wel op onze kust; in het luatst van het vorige jaar zijn hier nog een paar dezer soort op de Schorren gevangen in zoogenaamd .eenvou dig" kleed't waren glanzend donkerbruine vogels inel zwarte snavels. Kort daarna werd nog een mannetje in het .pronkkleed" be machtigd. Dit pakje is vrij wat bonter dan liet eerstgenoemde: allerlei kleuren, zooals: wit, zwart, violetzwart en groen vertoont het. liet wijfje is veel eenvoudiger; zij kan het wel met een geelbruin kleedje, waarop zwarte dwarsvlekken, af. Later zullen we eens wat meer over de interessante levenswijze dezer vogels mee- deelen. Thans eindigen we oDzen tocht, want het weer is nog niet aanlokkelijk genoeg om eenen geheelen dag buiten te zijn. Binnenkort zullen we onze schreden wenden naar het strand der Noordzeetreffen we eenen mooien dag, dan kunnen we van hier door het Koegras wandelen naar de Kooi, om ons nog even naar de Schoren over te laten zetten. J. S. Nieuwsberichten. Het alhier gehouden examen voor de Rjjks- normaalschool had tot uitslag dat toegelaten werden tot de Voorbereidende klasse: Pietor M. Adriaanse, Johs. A. N. v. d. Hulst, Anthonie Schoor], Alexander O. L. Strijker, Elisabeth W. Brouwer, Guurije A. K. L. Boerke, Jannetje Blokker, Maria M. H. Deelder, Louise Deo, Dirkje Govers, Nelly J. Houtkoop, Grietje Jager, Elisabeth Kip perman, Aaltje Klerk, Anna \V. Klots, Elisabeth M. Sipman, Jacoba Winter, Maatjo Willemse. totde le klasse: Pieter J. Arends, Catharina Bakker, Gerrit de Boer, Willem S. D. Corporaal, Louize W. van Emde, Everdine S. Held, Johannes Klaassen, Pietor C. Kiljan, Cornelis A. Rurnpff, Jacob Siojewol, Dirk Schwantje, Arie Tjittes, Adriana D. C. Visser, Oliert de Wit en Jacoba van Wingerden. tot de 4e klasse: Nelly A. Paret. Afgewesen werden; Voor de Voorbereidende klasse: 8, voor de eerste klasse 1, voor de tweedo en derde klasso elk 1. De afdeeling Helder van den Alge- meenen Nederlandschen Dienstboden bond gaat een opleidingscursus voor jeagdige dienstboden openen. De afdeeling is orvan overtuigd, dat van een werkelijke verheffing van den dienst- bodenstand geen sprake kan zyn, zoolaug de dienstboden over 't algemeen nog zoo weinig bekwaam zgn in de werkzaamheden, die van hen geeischt worden. In de groote steden bestaat tenminste de gelegenheid voor de dienstboden om zich in hun vak te bekwamen op de Huishoud- en Kookscholen. Door het ont breken van een dergel jjke inrichting hier ter stede ziet de afdeeliog zich ge noodzaakt zelve de hand aan den ploeg te slaan. Het bestuurslid M. Barten zal z;ch na met ingang van 1 April e.k. beschikbaar stellen om huisboudonderwgs te geven aan jonge meisjes van 13-1G jaar, dienstboden of toekomstige dienstboden, die zich daar voor komen aanmelden. Alle eenvoadige huiselgke bezigheden, van vegen en boenen tot tafeldekken en dienen zullen aan deze meisjes onderwezen worden, terwjjl er bizondere zorg aan besteed zal worden om hen netheid en regelmaat te leeren. Na afloop vau den cursus zal een ge tuigschrift uitgereikt worden aan die leer lingen, welke met vracht het onderwjjs gevolgd hebben. Wellicht kan na dezen cursus met een kookles begonnen worden. De lessen hebben plaats op een namiddag per week van half vier tot vjjf uur, voor de jongste meisjes die nog niet in betrekking zgn, en op een avond per week voor die deelneemsters, die reeds in dienstbetrekking zgn. De cursus zal voor beide clubs ongeveer 9 maanden dnren. Nog kunnen eenige meisjes deelnemen. De bosten bedragen 10 ct. per week. Men kan zich opgeven bg het bemiddelings bureau voor dienstboden, Buitenhaven 25, iederen namiddag van 2—3 aar en Maan dag zoowel als Woensdagavond van 79 uur. TEXEL, 22 Maart. De heer G. Barende van De Cocksdorp is bg het gehouden examen voor hulp-telegrafist, als zoodanig geslaagd. Met het zoeken naar kievitseieren heeft men een begin gemaakt, doch gevonden zgn er nog niet. Op verschillende plaatsen zgn waarschuwingsborden geplaatst en de meeste landergta zgn voor het rapen der begeerde eieren aan zoekers afgestaan of verpacht. Menigeen heeft een goed loon verdiend, wanneer de tjjd voor 1 verstreken is. zoeken op 1 Mei Schoolverzuim Een juffrouw mo8st voor den kantonrech ter te Amsterdam verscbjjuen, omdat haar zoontje Jan onophoudelijk school verzuim de. Ze had het zoontje meegebracht een brutaleu jongpn van een jaar of tien, vol strekt niet verlegen voor de rechters, on verschillig ze één voor één aankgkend. En hoa komt dat zoo, vrouwtje, dat je jongen niet schoolkomt Mgnheer, het is een misère met dien jongen; ik kan er hensch niets aan doen. Als ik hem naar school wil brengen, loopt bg onder mjjn handen vandaan wegals ik hem alleen laat gaan, belooft hg regelrecht naar school te zullen gaau, maar dan gaat hg d'r vandoor met jongens die ouder zgn dan hgdan doen ze boodschappen of iets dergelijks en... stelen wat ze krjjgen kan nen. En thuis: vloeken, mgnheer! en las tig Geen voorbeeld van Ik geef hem elk oogenblik slasg, zoo bard ik kan ik geef hem voor straf geen eten, maar het helpt geen steek. Een paar dagen geleden geef ik bem geen eten. Hg gaat uit en na een oogenblik komt een buurman me waarschuwen: juffrouw, je zoontje zit op 't dak lood af te breken. En of ik hem al roep, het geeft geen steekhjj wachtte natuurlijk tot ik weg was en toen ging hg het verkoopen. Zoo komt hg dan aau z'n brood. Zeg, jongeu, kom jjjzelf eens hier, zegt de kantonrechter. Wat wou jg non eigen lijk Wou jij dat je moeder voor jou in de gevangenis komt V Kan het je niet scheleD, dat je je moeder zooveel verdriet doet Wat moet je dan worden Ik wil naar 't gesticht. En wat men den jongen ook vraagt, naar 't gesticht zal en wil hg. De onderwijzer bevestigt het verhaal van de moeder het is louter onwil bg den jongenhjj zegt niets anders danIk wil naar 't gesticht Jh, vrouwtje, jon kunnen we daarvoor □ataurljjk niet straffende eenige raad dien ik je geven kan is Ga met hem naar jien Voogdgraad. Misschien kan die je Als 'tu belieft, meDeer, en weg gaan ze met hun beiden. Bloembollen. Men schrijft uit Lisse: De bollenvelden zgn bijna geheel van het laatste riet gezuiverd, hiereu daar ligt er reeds eenige kleur op de velden. Het zachte weder van de wintermoandon heeft wel ten gevolge geüad eene vroege ont wikkeling doch de laatste dagen gaven voortdurend een te kort aan zon om de ontluiking der bloemen te bevorderen, daardoor komt de bloei toch weinig vroe ger dan andere jaren. De eerste dagen van April zal alles wel open zgn, de sbollec- zondagc zal dit jaar naar alle waarschjjolgk- heid op 1 April vallen Te Maarssen (Utr.) is overleden de oudste ingezetene dier gemeente, de wed. G. F. Klein geb. Stroom, oud 102 jaren en 8 maanden. Vl8sch8r8haven te Scheveningen 1 De Haagsche gemeenteraad verleende Burgem. en Weth. een voorloopig crediet van f 4000 voor het doen van de eerst- noodige herstellingen der aan de werken der visschershaven door den storm van 12 dezer toegebrachte schade. De voorzitter zeide te vreezen dat er een nadere credietaanvraag tot veel hooger bedrag zal inkomen. Frans Rosier. De weduwe Overgauw te Gouda, het slachtoffer van een der laatste nrsdaden van Rosier, heeft aan een verslaggever van het Dgbl. v. Gouda het volgende verteld Des avonds had ze iemand reeds verdacht om het huis zieu sluipen, wat ze gezegd had tegen het bg baar in huis wonend meisje. Daarom bad ze haar beetje geld in den zwarten zak mee op bed genomen en on der de hoofdkussens verborgen. Midden in den nacht werd ze plotseling wakker en zag ze een man voor zich staan, het brandend nachtlampje in zgn handen, 't Was of haar bloed wegstroomde uit haar hoofd, toch bleef ze heel stil liggen, de oogen alleen wjjd-open op den man gericht, die weer naar den w nkel was gegaan en daar de lade had leeg gestolen. Toen kwam hg terug en zag het oudje aan. >Geef me je sleutels", zei bjj en toen ze eerst weigerde, de dekens krampachtig optrekkend tot boven haar schouders, stak hg haar met een broodmes in de rechterwang. Met haar eene hand maakte ze het zwarte zakje los zoo goed het kon, de man voor haar rukte het haar evenwel plotseling uit de haud en stak daarop weer lachend met het mes in haar hal«. Ze hoorde wat geklir van glazen anders □iet, terwgl ze heel doodstil zonder zich maar even te bewegen bleef liggen af wachten de dingen die zouden komen. Ea weer kwam de man terog. poogde haar de dekens af te rukken, waarbjj het vrouwtje aan beide handen gewond werd. >De duim was er bijkans at" vertelde ze ons zacht glimlachend, maar dat merkte ik pas later, toen hg door den dokter ge naaid was". Als een razende stak de man haar nog eenige malen, haar daarbjj min of meer verwondend. De vrouw gaf geen schreeuw maar bleef liggen, terwgl ze krampachtig de dekens tot over de schou ders geklemd hield. Na eiudelooze minuten ging de man eindeljjk heen en toen eerst kwam de groote schrik over de oude vrouwze verloor het bewustzijn. Eerst veel later kon ze het meisje kloppen, dat aarzelend beoeden kwam en bjj de kamerdeur zei»'k Durf niet." »Kom maar, lig is weg", had vrouw geantwoord. >Ze begon te gillen toen ze me zag" zei 't vrouwtje. >dat was ook heel wat". Wat er nu verder gebeurd is. weet ik niet recht. Toen ik weer bgkwam, lag ik hier in de Wijkverpleging. En op een morgen kwamen ze van de politie bg me en lieten ze een portret zien van een man of dat hem was. Ik zei van neen. Toen lieten ze me een arder zien. Dat was hem. Ik had hom op dien nacht heel goed opgenomen, omdat ik dacht, jou moet ik onthouden. Het was het portret van Frans Rosier. Toen kwamen ze met een man bjj me, om te laten zien, maar die was niet de goeie. Later kwam de andere geboeid. Zoo ik hem zag, herkende ik hem dadelijk, precies het gezicht, alles en m'n geld zag ik ook terug. Hjj zei niets. De oesterngverheid in Zeeland heeft door den watersnood een geweldigen knak gekregen, want de schade, aan de putten veroorzaakt, is zeer groot. Men schrijft uit Sittard Maandagavond heeft hier weer een ern stige vechtpartjj met een mes plaats ge had. Zekere Wessels, boutzager van beroep, gehuwd en vader, w«rd met zgn zwager nabij Broek-Sittard afgewacht en zoo ver schrikkelijk toegetakeld, dat de genees- her:reu hem terstond, in den nacht, naar het gesticht Calvariënberg te Maastricht tieten brengen. Zjjn toestand is hopeloos. Hjj heeft verschillende sneden van voren tot achter over zghooft, steken in rug en zjjde, en men denkt, dat een long ge raakt is. Men liet hem voor dood liggen hg is later over een weiland gekropen, zooals de bloedplasten aanduiden (/jji zwager v. d. V. was op den loop gegaan) en bleef in een greppel liggen, waar bg door voorbijgangers gevonden werd. Als vermoedelijke daders zgn nog in den nacht vier personen aangehouden, die te gen dea zwaar verwonde een veete hadden en hem opgewacht zouden hebben. Veer tien dageu geleden stonden twee van hen te Maastricht terecht, er is toen tegen hen drie maanden gerequireerdvandaar de veete. 0e eerste kievitseieren. Woenrdag werd den staatsraad, commis saris der Koningin in Frieslard het eerste kievitsei vau dit seizoen aangeboden, het welk gevonden is door den heer T. J. de Wolfi, te Rauwerd. Uit Workutn meldt men aan de »L Ct.." dat door den heer D. Tjeerde, poelier al daar, ook reeds een kievitsei is ontvangen. Luitenant Schmidt en de drie met hem veroordeelde matrozen zgn doodge schoten zooals nader bljjkt, door 60 ma trozen van een kanonneerboot, die voor alle gebeurlijkheden in den rug gedekt werden door infanterie. Schmidt was op gewekt en liet door zgn verdediger vast stellen, dat hjj nimmer bevel gegeven had tot schieten, zoodat hö geen menschen- levens op het geweten had. Zjjne laatste uren bracht hg met het schrgven van brieven aan zjjne zuster en zgne zoons door. De executie had plaats op het eiland Beresao. Schmidt kreeg een kap over het gezicht, maar hjj verzocht daarvan en van hst vastbinden aan een paal verschoond te blijven. Dan nam hij roerend afscheid van de matrozen en sol daten en riep luid: Vaartwel 1 Geeft vnur 1' Schmidt vi-1 ee'st b(j het d«rd-* salvo Gevaarlijk voor da scheepvaart. Uit N-^w-York komt bericht, dat een ijsberg, van een kwart lengte en 100 voet hoven de zee nits'ekend, op de kust van Newf iundland ronddrijft, juist in de atoom - bootroute. De bekende diamanthandelaar Eidenoff van Londen begaf zich Zaterdag omstreeks twee nar naar het postkantoor in Victoria- street, om een pakje diamanten aan zgn broeder te zeuden. Terwgl hg het pakje adresseerde legde hg een taschje met dia manten ter waarde van f 60,000 op de lessenaar naast zich neer. Na zgn pakje te hebben afgegeven, vorgat bg. door een vreemd gebrek in zgn geheugen, het toscbje en verliet hg het gebouw zonder dat Hjj was echter nog slechts een klein eindje buiten het postkantoor, toen zgn geheugen terugkwam en hij haastig terug- snelde om zgn waardevol (ssckje te halen. Tot zgn grooten schrik vond hjj het echter niet meer Verschillende personen hadden op dit drukke nar van den dag het kan toor bezocht, en de beambten hadden niets opgemerkt wat eenig licht in dat raadsel kon geven. De heer EidenoS, die natuurlijk onmid dellijk de hnlp van politie en detectives heeft ingeroepen, meent dat hjj het slacht offer is van een georganiseerd plan, daar hg drie mannen, aan wie hjj zgn juweelen had laten zien om ze te verkoopen, ernstig verdenkt hem reeds eenige dageo lang ge volgd te hebben. Behalve het verlorene had de diamanthandelaar nog juweelen ter waarde van 20 000 pond bij aich. Ingezonden Geachte Redacteur! Gelieve onderstaande in uw geacht blad te willen opnemen. In do openbare vergadering van 15 Maart, gehouden in ,008300', waar als sprekor op trad de heer Z. v. d. Bergh en waar onder mo«r door den geachten spreker ter sprake ze- bracht werd «do werkeloosheid' om die te be perken en das togen te kannen gaan, sou rnjjns inziens een eenvoudige methode sfjn ea wel deze wanneer mon nu eens begon vaa 's Rykswege, de werklieden in 's Rjjks dionst (o. a. op Marinewerven enz.» te verbieden, mot na afloop van ban dageljjksohen arbeid, daarna nog eens to gaan werken bfl parti culieren, om dit in de eerste plaats tegen te gaan. Als men weet, dot werklieden, die f 13 a f 14 per week verdienen (mijn in ziens niet te veeli doch dit ook des winters hebbon in dn korte dagen en dus veel t|jd avonds overhouden, on dien tjjd gaan bo- steden om voor particulieren te werken, ter wyl hij of tij, die alleen van particulieren arbeid hnn dageljjksch brood moeten verdienen en 's winters geheele weken zon dor werk loopen, is een treurig feit, doch waar Vandaar veel werkeloosheidterwyl daarentegen vele werklieden en liefst Rykswerklieden dubbele dagen maken en de particulieren, maar al te vaak nog geen onkelen dag. Dit kan en moet tegengegaan worden. Mochten wjj al een goede schrede gevorderd zjjn, doordat in vele bestekken wordt opgenomen, dat er niet langer dan li uur per etmaal gewerkt mag worden, juich ik toe. Doch wanneer dan elf uur nog t« lang moge sjjn, welnu waarom dan geen 8 of 9 uur werktijd per dag? Dit bevordort toch do werkeloosheid en het loon dan maar in verband daarmede gewijzigd. Ik weet wel, dat alles gaat niet zoo direct en gemakkeljjk, want znlt u zeggen, ja, maar de lni die heele avonden dan niets le doen hebben, zullen dien tjjd willen besteden, door U gaan werken in stilte voor die of gene, doch daarvoor zou mjjn inziens, soo goed als men op versohillende andere lichamen toe zicht heeft (o.a. bouwpolitie enz.) dit ook kunnen door van 's Rykswege, dan dergelijke lui daarvoor aan te stellen. Er is nog meer, doch ik wenschte alleen dit oven in het midden te brengen, en breng U daarvoor door de plaatsing in ow g-acht blad, (en ik geloof niets to veel te zeggen, in naam van vele particuliere werklieden) mjjn oprechten d*nk- üw dw. dn. J. J. SCHOEFFKLENBERGER, Aannemer. Van Ewyckslnie, Anna Paulowna, 21 Maart *06. Mijnheer de Redacteur Ge zoudt ons zeer verplichten door ons eoDige plaatsruimte te vergunnen, ter beant woording van het in Uw laatste nnmmer voorkomende ingezonden stak van reen Wieringer visscher.* Bedoelde «Wieringer visscher* breekt daar eene staf voor de aalelgtrdie, volgens sjjoe gedachte niet de minste schade doet, daar er veel grooter en zwaarder aal mede wordt gevangen dan met de paliegfnikentevens gaat hij te keer tegen het op do vergadering van do Vereeniging ter bevordering van de belangen der Zuidorzeevisscherjj aangenomen verbod op dit vischtuig. Waarschijnlijk is de inzender geen lid van de te Wieringen bestaande visschersvereeni- ging daar hjj, soo dit wel het geval war*, door middel van den afgevaardigde dier ver eeniging zon kannen weten, dat bedoeld besluit niet is gonomen met het oog op den maat dor hiermeê te vangen vison. maar omdat de elgor werd beschouwd als moordtuig wat dan ook door velon, die selve met de elger visschen, wordt orkend. Immers, wie kan zeggen hoevele e lukken en brokken aal er, naast do door den visscher binnengehaalde, in den grond, blijven zitten, om daar te vergaan en wie kan tlechU bij benadering op geven hoeveel aal er steeds heen en woer gejaagd, en eiodclyk, wanneer de geplaagde nieren geheel geen rust meer kannen vinden, geheel verjaagd wordt door het zeilen met de 'ger. Noemt de inzender dit dan geen schade? Ook wordt door deze, als zyne meeaing uitgesproken, dat, zoo er meer vertegenwoor digers van Noordelijke afdeeling en ter vergade ring waren gowoost, hel verbod-besluit nimmer zou zijn genomen. Laat h(j zich hier over echter geene illuoio maken, want op bedoelde vergadering werd geen enkelen stem ten gunste der eUer vernomen, wel w-rd gesproken voor 'tsch»lfing, ook door visscher-, die te|»e met d<» elger visciiten. De aaovnge om verbod werd dan ook met algemeen* stemmen goed gekeurd, ook door duo algevaardigde voor Wieringen. Moonende onzen Wieringer collega biormoo voldoende te hebbon beantwoord, teekenen wjj, met beleefden dank voor de toegestane plaatsruimte. Eenige visschers te van Ewjjoksluia. Tijdstippao van verzanding dar Brievenmalen Naar Ooet- Indie. Veraa<Hsx*wtg. ES der Ur |,i U—baal. Pwtk. •/k P-alk. sünöd~ OSt TU p. zeevat ri* Rotterdam p. Ho'i. mail ri* Genu t Holl m*il ri* Maruillt p Pmnteh* mtO ri* Mireille, DU t 1wt p. DaiUehe m*il ri* N*p*U*)| 87 |ll.—'emor. Atjsh, 8wn*tr*'« Ooetkoet, PeJembtu, !;llit~. v uj t x M Xrti l.- i •O T._ -s *v. S Apr.' 1. «t. <7 Mrt.;S.80o*m. 1 oumeire <^oei(Qi(, raleroMB Pioaw. Baak*, Billitoo aa Z.-W. Afd. re* Uoraee. everige gedeelte ra* Ned. Ooet-UdU wotdt allee* rerUogea dar afiender. ri* Napel» ranoadaa. AJaar PaUmbang, Riemir, Banket, BiUüon en Z. W. van Bomeo p. Enselacka mail ria p. HolL mail via - i i. Naar Atjeh en de Ooetleuet van Suenatra 6 Apr. 8.80 'amor. '7—V p.EaZa'aeke mMlTia Briadiall alk.n Vrijdag 8.10 'l mar. p. Holi. mail vu Ges ia - I Apr.| 7.— H av. Naar Guyana (Suriname) p. zaepoat ria AmaUrdam J p. mail orer Rsrtlaad P. mail ria St. Naaaira Naar Curagao. Bonaire en Aruba: p. teepoal via Amaterdam .1 8 Apr. p. mail ti* Soatkamptoa tlkta Diaadaa I, mail «te U.—,1 yjj^ SÓMrt. AprJ 7.— av. t9 Mrt. 7.—*s av. 7 Ag*.] 7.'a av. Naar St. Martin. 3l. Euetatiu» en Saba p. seapeat V. p. saatl orar Kagtiaad S Apr.j T—'aev. n Mrt| 7.-*a sv. Naar Kaapland, Natal, Oranje-Rivier- kolonie en Transvaal eiken Vrijdag, 8.30 nam.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1906 | | pagina 1