KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor Helder, Texel, WIerIngen en Anne Paulowne Zaterdag^SlJMaart 1906. 84it« Jaargang. Ho. 345# Bureau: Spoorstraat. Telef. 59. Bureau iJKsnlngstr. 29. Istere.-Tetef. 50. Tweede Blad. InKezonden. Mijnheer de Redacteur! Met aandacht heb ik gevolgd het ingesonden •takje van den heer Schoeffelenberger, in uw nummer van j.1. Zaterdag. Naar aanleiding van het optreden van den heer Z. v. d. Bergh, op 15 Maart j.1. in iCasino*, bespreekt de heer 8. de .werke loosheid* en om die te beperken heelt de heer 8. een eenvoudige methode en wenschte dat men begon van overheidswege de Rjiks- werklieden te verbieden na hun volbrachten arbeidstijd werk voor particulieren te verrichten. Het cal zeker den hoer 8. niet od bekend zijn dat reeds meermalen op dit aanbeeld ge hamerd is, echter te vergeefs, om de oenvou- dige reden dat de werkgevers in deze wel kannen beschikken over hun personeel in diensttijd*, maar niet over hun vrijen tjjd*. Toch M. de R. ligt er wel eenigen grond in de beschouwingen van den heer 8. Het ware te wenschen, dat do Rjjkswerklieden in een zoodanige hnantieele positie verkeerden, dat zij niet meer behoefden te doen wat den heer 8. wenschte verboden te zien. Maar zóó ver zyn we nog niet. De heer S. zal het zeker wel weten althans in zjjn naaste tamilie kwam het vaak voor dat een ar beider met een weekloon van f 12, vooral huisvaders met groote gezinnen, nog wel iets extra kunnen gebruiken om fatsoenlijk rond te kunnen komen. Een andere vraag is: zjjn de patroons ik bedoel de patroons alhier woonachtig niet soms zelf de oorzaak, dat Rijkswerklieden in concurrentie treden met den particulieren arbeid 'i Mü zijn toch feiten bekend, dat pa troons staande midden in de arbeiders beweging maar o zoo gaarne gebruik maken van arbeid door Rijkswerklieden, na hun volbrachte dagtaak verricht te hebben. Het lust mij niet namen te noemen. Do heer 8. late straks zijn oogen eens rond gaan in het schildersvak en in het najaar in het smids- vak, als de zoogenaamde kacheltijd aan komt. Alhier bestaat vergis ik mjj niet een patrooasvereeniging. Misschien is de heer S. daar lid van en is dit zoo, dan zou ik den heer 8. in overweging willen geven, eens daar op datgene wat ik meedeel, te willen wjjzen. Zijn de patroons in deze homogeen, dan kan de wensch van den hoer S. grootendeels in vervulling gaan. Nu wil ik eens aannemen, dat de patroons onderling verklaren, geen particulieren arbeid meer te laten verrichten door Rijkswerklieden, dan zal natuurlijk hun arbeidstijd niet meer kunnen bedragen dan door het Rijk aangegeven, maar vraag ik al weder, waar blijft nu de arbeidstijd voor den patroon Dese zal kunnen aannemen, bouwen, aioopen naar hartelust, zooveel in zijn vermogen is. Omtrent zyn loon en arbeidstijd mag de werkman niet oordeelen. Hjj kan en mag zyn positie op voeren zooveel hjj verkiest, maar de werkman in Rijksdienst, hjj en hjj alleen moge ter wille van de heerschende werkeloosheid geen particulieren arbeid verrichten. De heer 8. wensch ik eens te wjjzen op een ander terrein om de werkeloosheid te bestrjjden. Ik bedoel den gevangenisarbeid, ook een stuk Rjjksgoed. Hjj leze eens wat aldaar zoo vaak op vergaderingen en congressen over is gesproken, en hjj zal bemerken, dat het niet zoo gemakkelijk gaat om het Rjjk wetten te stellen omtrent zjjn arbeids-aan gelegenheden. Ten slotte M. de R. begrjjp ik ook den heer Z. v. d. Bergh niet, welke zoo gaarne poseert om voor de «werkeloosheid* iets te kunnen doen. Vergis ik mjj niet, dan heeft de heer v d. B. bjj de laatste Marine-Begrooting eene klacht geuit aan den Minister, dat de onder officieren der marine, welke op 45-jarigen diensttjjd gepensionneerd worden niet meer geplaatst kunnen worden op de Rijks Marine Werven, om redenen de maximum leeftjjd voor plaatsing is bepaald op 40 jaar. Als men nu weet, dat deze onder-officieren bjjna allen alsdan een pensioen genieten van f 12 a f 15 per week en de heer v. d. B. wil deze nog doen plaatsen op de Rjjks Marine Werven, dan kan men verzekerd zjjn dat hiermede de werkeloosheid* een flinke •tap achteruit is gegaan M. de R., U dankend voor do afgestane pU.Un.imtt, Achtend, Uw dw. dn., W. R. ZIT8. 1006. Wieringen, 24 Mijnheer de Redacteur. Naar aanleiding van een ingezonden stukje van eenige visschers van Van Ewjjckaluis, in uw blad van heden verzoek ik beleefd eenige plaatsruimte; by voorbaat myn dank. Om nog even terug te komen op het inge sonden stukje van eenige visschers van Van Ewjjck-aluis al zou genoemde visscher een staf willen breken voor de aalelger. Doch waarde oollega mag ik u even doen opmerken, u weet toch even goed als wjj, dat de paling in den herfst wegtrekt, waarheen weten wjj niet, en een enkele hier maar achter bljjft, en die enkele achterblijvers, ik herhaal dit, zjjn lang geen kleintjes. Doch, door de hooge prjjsen, die er voer betaald worden, kan do Wieringer visscher er zjjn brood mede verdienen. Ik heb immers gesproken over het noordsrlyk gedeelte van de Zuiderzee, hoe het verder in het zuiden toegaat, weet ik niet. LI spreekt van stukken en brokken in den grond en verjagen, dat komt bepaald omdat u heelemaal onkundig is wat het vangen be treft. De paling die hier achter blyit, zoekt zjjn schuilplaats in heele kleine deeltjes op den bodem der zee die week en zacht zjjn. Geraakt wordende vluchten zjj uit die kleine deeljjes en hebben dan de geheele Zuiderzee voor zich en u dus ook weer de kans hoeft hem te vangen met uw palingfuik. Doch visschers van Van Ewycksluis, u heeft hier in het noorderkwartier niet op 't oog het algemeen belang. Wanneer eenmaal de aalelger is verboden dan komt u met uw palingfuiken, plaatst se rondom die weeke deeltjes en de misgunde palingen gaan onver biddelijk uw fuik in, daarom de reden, dat n zoo heftig te keer gaat tegen dit vischtuig. Neen visschers van Van Ewycksluis, wat ik wel verzwegen heb is het visschen met paling- fuiken of beter gezegd haast waterdichte sakken waar nooit een aaltje ter dikte van een stopnaald uit kan komen en bjj heele ladingen van Kolhorn, Nieuwe Slnis en Van Ewycksluis voor negen k tien cent van de hand worden gedaan. Zulk nest dat in de zoogenaamde zakken tevens palingfuik wordt gevangen, kan dan ook naar onze bescheiden meening niet anders dan moordend en doodend op de bevordering werken als zulk vischtuig. U heeft dan ook niets anders op't oog dan om ons in ons toch al zoo mooilyk bestaan te helpen verergeren. Maar gesteld eens dat de aalelger hier wordt verboden dan heeft u haat en tweedracht gezaaid en u spant in den zomer duizende palingfuiken in de Wier- waarden om Wieringen gelegen, en de zee grasmaaier, ook palingvisscher met de elger, moet hier alle dagen door varen en in den regel op den uitkjjk staan om uw visschery zoo veel mogeljjk te vermijden, het zal dan juist het tegenovergestelde zjjn. Dan zult gjj eerst be grijpen visschers van Van Ewycksluis, dat de zylelger u hier in het Noorder-Zuiderzee gedeelte geen schade doet. Bkn Wirrixgek VlSSCHEIt. Nieuwsberichten. Bond van Ned. Onderwijzers. Maandagavond 1.1. hield de afd. Helder vau den Boud van Ned. Onderwijzers in Casino" een openbare vergadering, waar de heeren Th. M. Ketelaar en F. L. Ossen- dorp, respectievelijk Secretaris en Voorzitter van het Hoofdbestuur, alB sprekers optra den. Nadat de afdeelingsvoorzitter, de lieer P. Lub Jz., de vergadering had geopend, kreeg de heer Ketelaar het woord tot be handeling van het onderwerp W a t wil len die onderwijzers toch?" Die raag is in den laatsten tijd op veler lippen na het geval van EdelmanTraanberg en den Bond van Ned. Onderw. wordt door sommigen daardoor in een verkeerd daglicht gesteld, hy wordt gesmaad en toch verdient het streven van dien Bond waardeering, want hjj strydt voor verbetering van het onderwys en voor de belangen van het kind. Spreker zou enkele punten noemen, die op het programma van den Bond staan. Die Bond streeft naar verwijdering uit de Wet op 't lager onderwys van alles wat schade lijk is voor en naar opneming van datgene, wat kan worden geacht te zyn in 't belaug van den onderwijzer en 't onderwijs. In de eerste plaats moet dan worden genoemd verbetering van de salarissen. Aan die jaar wedden ontbreekt nog wel iets. Op vele plaatsen worden de minima uitgekeerd, niet tegenstaande de minister bij de behandeling der wet verklaarde, dat deze allaeu zouden gelden voor die gemeenten, waar de levens standaard zeer laag is. Zelfs in Helder ont vangen vele onderwijzers slechts f 50 bo ven dit minimum. Dat men daarom streeft naar verbetering kan niemand bevreemden. Men verlangt ook een verbeterde oplei ding van onderwijzers en' wel in 't belang van het kind, want de tegenwoordige onder wijzers komen veel te jong in de school en aan hun eigenlijke praktische opleiding wordt veel te weinig gedaan. De Bond acht een verbeterde leerplicht wet noodzakelijk, want de tegenwoordige beschermt de kinderen nog niet genoeg tegen de ouders en werkgevers, terwyl het her- halingsonderwys niet verplichtend iB. De onderwijzers vragen ook voeding en kleeding voor de behoeftige schoolkinderen en wel van overheidswege, omdat gebleken is, dat particuliere hulp in deze onvoldoende is. Dringend noodzakelijk is de verstrek king van deze, want slecht gekleede en slecht gevoede kinderen kunnen gebrekkig of in het geheel dc leerstof niet opnemen. Verschillende gemeenten, zooals Amster dam, Den Haag en Groningen stellen dan ook reeds jaarlylu eenige geldeu voor dit doel beschikbaar. Was de schooi vroeger slechts een in richting om lezen, schryven en rekenen te leeren, thans is men meer en meer gaan inzien, dat zij een deel der opvoeding op zich dient te nemen en de lichamelijke zorg niet mag vorwaarloozen, van daar het ijve ren voor gymaastiek-onderwijs, schoolboden enz. Verder wil de Bond algemeen kosteloos onderwys en dit op gemengde scholen. Standenscholen moeten verdwynen, alle kin- ren moeten, evenals in Amerika, hetzelfde ouderwijs ontvangen en aan de kinderen der volksklasse evenveel zorg besteed worden als aan die der hoogere standen. In het belang van het kind ijvert de Bond ook voor onderwys, dat vrjj is van gods dienstige en politieke dogma's, en vooral voor 't openbaar, neutraal onderwys. Speciaal strydt de Bond voor de zelf standigheid van den onderwijzer en wil aan alle leerkrachten van een school gelyken invloed toekennen bjj de regeling van school- zakeu. Thuns is, volgens art. 21 der wet, aan het hoofd der school alle macht gege ven. Dit verouderd systeem past in den Mgenwoopligen tijd niet meer. Het hoofd der school heeft dezelfde opleiding ontvan gen, heeft dezelfde ervaring en bezit meer malen mindere bevoegdheden dun het ove rige personeel en toch is hij de man. On eindig veul beter zou het zyn, indien alle onderwijzers der school te zamen de zaken regelden, de methode's volgens welke onder wezen wordt, bepaalden en alles, wat op de school betrekking heeft, samen bespraken. Doch dit streven ondervindt het meeste ver zet, men vreest de republikeinsche school. En toch iu Zurich en andere staten van Zwitserland bestaan ze en het onderwijs daar is uitstekend. Eindigende zeide spreker aangetoond te hebben, dat de onderwyzers stryden voor hun eigen belangen, maar ook voor verbe tering van het onderwijs en dit zoo goed mogeljjk wenschen te geven aan alle kinde ren, in 't byzonder aan het kind van den arme. Hierna verkreeg de tweede spreker, de heer Ossondorp het woord tot bespreking van het onderwerp «Ambulantism Spreker begint met de opmerking, dat de heer Ketelaar reeds heeft aangetoond, dut samenwerking tusschen het hoofd en het overige personeel eener school noodzakelyk is en de torstand niet mag bljjven bestaan, dat één man heeft te bevelen. Het hoofd der school heeft thans het recht elk oogenblik storend in te grjjpen in het werk van den klosseondorwijzer, op- en aanmerkingen te maken enhet werk over te nemen. Dit schokt het vertrouwen on leidt tot onder mijning van het gezag des onderwyzers. En wanneer dit geschiedt dan kan er ook wei nig opvoedende kracht van hem uitgaan, en zyn leerlingen niet tot zelfstandige menschen opleiden. Daarom moet het ambulante hoofd buiten de school en vóór de klasse gezet worden. De school ia geen fabriek, w óón directeur alles moet regelen. Een hoofd der school, die ambulant is. heeft geen eigen lijken werkkring en als noodzakelijk gevolg begint hij op allerlei kleinigheden te letten, maakt het den onderwijzer lastig en brengt zyn tjjd fcitelyk zoek met niets doen. Wan neer zoo'n hoofd vóór de klasse wordt ge plaatst, blyft zyn macht dezelfde als tham en zyn gezag overkort gehandhaafd, maar kan dan zijn lust niet botvieren met het maken van allerlei kleine en onnoodige aanmer kingen. Men beweert wel, dat hut hoofd de verantwoordelijkheid draagt en daurom ambu lant moet zijn, maar dit is een dooddoener. Indien de onderwjjzer zijn plicht verzaakt, de instructie niet naleeft of in andere op zichten te kort schiet, dan wordt niet het hoofd, maar de onderwijzer gestraft. Men zegt ook, dat het hoofd de leiding moet geven, doch de ervaring leert, dut zulks niet wel mogelyk is. Neen, herhaalde samon- sprekingen van het personeel (schoolverga deringen) zullen in deze ontzaggelyk veel meer nul doen. Ook voor de contróle zijn de ambulante hoofden onnoodig, we hebben reeds de rijkscontröle, bestaande uit een inspecteur, een districtsschoolopziener en een arrondissementsschoolopziener, bovendien de schoolcommissie en Burgemeester en Wet houders. Is dit niet voldoende, vermeerder die des noods, maar neem de dagelijksche contróle weg, deze is niet bevorderlyk tot het geven van goed onderwijs. Ook de klei nere zaken, zooals het ophalen der absen ten, het spreken met de ouders en het ver richten van administratieve werkzaamheden, wettigen niet de aanstelling van ambulante hoofden. Het ambulantisme moet afgeschaft orden om de nuttige werkkrachten voorde school te behouden, even als dit in Alk- aar, Middelburg en Brielle is reeds geschied. Hierna was er gelegenheid tot debat. Hiervan maakte de heer J. Willemse ge bruik door den eereten inleider te vragen, of het geen bezwaar voor de arbeiders zou zyn, indien onderwijzers later dau 18- of 19-jarigen leeftijd voor het eerst in de school onderwys zouden mogen geven. De onder wyzers toch worden hoofdzakelyk gerecru- teerd uit de volksklasse, die zoolang de verdiensten niet kan ontberen. De heer Ketelaar antwoordt hierop, dat thans reeds aan de leerlingen der kweek scholen jaarlyks f 800 verstrekt wordt voor kost en inwoning en dat het op den weg an het Rijk ligt by een verbeterde oplei ding te voorzien in dc kosten van onder houd der aanstaande onderwijzers. Vervolgens verlangde niemand meer het woord, waarop de Voorzitter de niet talryk bezochte vergadering sloot met een woord van dank uan de sprekers, met een opwek king aan de ouders om in 't belaug hunner kinderen de onderwyzers te steunen in hun stryd en een aandringen bij de nict-aauge- sloten onderwijzers om tol den Bond toe te treden. Arrondissements-Rechtbank te Alkmaar. Zitting van Dinsdag 27 Maart. Verduittsrlng van kerkelijke artikelen. Nist verschenen was, H. L., commissionnair van beroep, te Anna-Paulowna (Breezandi woonachtig, zoodat zyn zaak by verstek be- handeld werd. Volgens de dagvaarding had beklaagde omstreeks 4 Mei van het jaar 1904 zich de volgende zaken, toebehoorende aan de vereeniging voor Evangelisatie .Uw Koninkryk Kome* te Anna-Paulowna toe geëigend een schaal, een doopbekken, twee bussen, 2 bekers, 2 groote en kleine borden, een schenkkan, alle welke voorwerpen bjj het Heilige Avondmaal dienst moesten doen, en ten geschenke waren gegeven door mej. Elisabeth EykelenboomSchouten te Putten Veluwe). Marinus van den Nieuwengiessen, ploeg- as by de H. IJ. S. Maatschappij en te Koegras, gemeente Helder, woonachtig, als eersten getuige in deze zaak gehoord, legde de volgende verklaring af. In 1899 was be klaagde evangelist en voorganger. Later is h\j als voorsitter in ft Bestuur der vereeni ging gekomen. De inventaris behoorde aan de vereeniging, waarvan getuige bestuurslid was Beklaagde heeft destyds zelf in de kerk af gekondigd, dat genoemde voorwerpen aan de kerk geschonken waren. Naar aanleidiog van een ingekomen klacht is beklaagde als voorgangsr in 1899 ontslagen, doch hy stoorde zich hier niet aan, deed alsof hy niet ont jagen was, on hield al die geschenken onder zyne borustiog. Een subcomité, werd benoemd, en deed alle moeite, om do geschenken ia handen te krjjgeu. Zy begaven zich naar de woning van be klaagde, daar trofien zy zijn vrouw, van wie zy ten antwoord kregen, dat haar man haar de boodschap had achtergelaten, dat zy de voorwerpen niet mocht afgeven. Ook verklaarde Ario van Mullem, een landbouwer te Anna- 1'aulowna, en die eveneens bestuurslid der vereeniging was, dat door bemiddeling van beklaagde, het bestuur de voorwerpen als schenking had gekregen. In den beginne vond hot bestuur het goed, dat de voorwerpen onder boklaagdes berusting bleven, doch na diens ontslag heeft het bestuur besloten, dat hy de voorwerpen niet mocht behouden. Ook dezen gotuige had de vrouw van beklaagde geant woord, dat zy uit naam van haar man, de ge schenken niet mocht afgeven. Beklaagde, die in financiëele moeiolykheden verkeerde, beleende al de voorwerpen by den koopman Jan Kikkert te Helder. Niet alleen deze goederen werden door hem beleend, maar ook zyn huisraad en linnengoederen. Hiervan kreeg hy een bewys en volgens Kikkert, die eveneens als getuige gehoord werd had be klaagde slechts éénmaal f 2.10 voor staangeld en rente betaald. Later werden de goederen bjj hem in beslag genomen. Mejuffronw Eikelboom-Schouten als laatste getuige gehoord, deelt de Rechtbank nog het volgende mede. 6 jaar geleden (toen was be klaagde reeds ontslagen, hiervan wist getuige zeker niets) gaf zjj dit cadeau aan het Be stuur van de vereeniging »Uw Koninkryk Kome" te Anna-Paulowna. Zy was destyds geabonneerd op een blaacjje, dat namens de Evangelisatie werd uitgegeven, in welk blaadje beklaagde om hulp verzocht. Maandelijks zond zy beklaagde eenig geld, zy kwam met hem in kenuis, en hjj stelde haar voor, dat zy het Bestuur, al do genoemde voorworpen ten dseDSte van 't Heilige Avondmaal ten geschenke zou gevon. Zy stemde daarin toe en bestelde alles by de firma Miele Co. te Rotterdam, die in opdracht van mejuffrouw E. beklaagde de goederen deed geworden. Uit de stukken bleek, dat beklaagde had opgegeven, dat hy al die voorwerpen buitenshuis had gebraoht, omdat hy ze by zich thuis niet veilig achtte. Na het hooren der getuigen verkreeg do O. v. J. bet woord tot het nomen van zjjn requisitoir in deze zaak. Z. E. A. vangt aan, met te zeggen, dat beklaagde zich zeker schaamt, daar hy niet ter terechtzitting is verschenen. Hoe beklaagde zich heeft voor gedaan, dit had hy, als hy heden was ver schenen, van mej. E. kunnen hooren. Bo- klaagde heeft al die voorwerpen steeds onder zyne berusting gehouden, derhalve is ver duistering door hem gepleegd. Hoe hy zich deze heeft toegeëigend daaromtrent hoeft be klaagde, handig als hy is, zich willen uit redden, door op te geven, dat het zyne be doeling was, al die voorwerpen terug te koopen, en ze derhalve zoodoende te bo- leenen, opdat hij zich dan niet aan een Strafbaar feit kon schuldig maken, maar waar beklaagde zaakwaarnemer is, en ook adviozen in .-drafzaken geeft, daar raadt Z. E. A. een ieder aan om geen advies by hem te nemen, want beklaagde wist zeer goed, dat hy zich aan een strafbaar feit schuldig maakte. Niet alleen deze voorwerpen heeft hy zich toegeëigend, maar nagenoeg de ge heele inventaris der kerk heeft hy weggo- maakt en verkocht. Tegen den Rechtercommissaris zegt hy het was myn eigendom, doch toen hy failleerde heette het dat die goederen van de Evange lisatie waren. Beklaagde is iemand die in 't nauw zit. Hy heeft onder gehuichelde vroom heid zyn betrekking waargenomen. Het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen achtende, eischte Z.E.A. ten slotte ter zake van verduistering beklaagde's veroordeeling tot 4 maanden gevangenisstraf. (Alkm. Ct.) Een verloren zoon teruggevonden. Een der romantische gebeurtenissen, die in verband staan met den Boerenoorlog is dezer dagen aan bet licht gekomen. De heer Tzak Jacob Jonbert, nu van de i laatd Klandikuil Oost, maar voorheen van Buffalsvlei, vertrok met het uitbreken van den oorlog naar het front, en werd f* Paardenberg met generaal P. Cronjé ge tuigen en naar St. Helena, als krijgsge vangene gezonden. In April 1900 overleed xyn echtgenoot- onder de nagelatene kinderen bevond zich 'n tweeling, beiden jongens, die 9 maanden oud waren toen hun vader zich naar den oorlog begaf. Een zwager van den heer Joubert, gc- aamd Oosthaizen, nam een der jongen*, erwyl een zuster de andere nam. Nu de vjjand het land ingetrokken was, werd de echtgenoote van Oosthuizen in het kamp te Maleking geplaatst, alwaar zy overleed. Het jongetje werd toen door zekere mevr. Basson genomen, die het kind ech ter mishandelde, en werd het door de ver pleegsters van haar weggenomen en in een weeshuis geplaatst. In November 19P2 kwam de vader uit zyn ballingschap terug, maar kon nergens eenig beriebt van 't kindje krijgen. Hjj stelde- persoonlek onderzoek in en schreef naar al de weesinrichtingen in het land, maar alles te vergeefs. Om de woorden van den heer Joubert te gebruiken, met wie een onzer een onder houd had sik had geen oogenblik rust over myn ld", zei de heer Joubert met tranen van blydschap. Als hjj dood was, dan wou ik uitvinden waar en hoe, en als hjj nog in 't leven was, dan wou ik hem ontdekken". Tusschen Kerstmis en Nieuwjaar hoorde de heer Joubert dat er te Irene een wees huis was, waarheen hjj nog niet had ge schreven. Hjj liet dadel jjk daarheen schryven, en tot zjjn bljjd9chap kwam het antwoord, dat er een jongen, genaamd Gert Joubert, die in 1902 uit het weeshuis te Mafeking daarheen werd gezonden. Na de noodige verklaringen te hebben gemaakt, kreeg de heer Joubert eindelijk verlof het kind te .halen, en LI. Zondag kwam hy te Mafeking aan en nam den verloren zoon in triomf mede. (sStem".) !n da mijnen te Courrièret. Armand Villette van de ,Gauloia* is met een paar ingenieurs afgedaald iu de rnjjuen van Courrièrcs. Hjj geeft van zjjn wedervaren de volgende beechrjjving. ,Ik stond klaar in het voorgeschreven kostnnm. Wjj klommen in de lift en daalden met groote snelheid af in de ingewanden der aarde. De vier dikke- rende lampjes geven een schemerend licht. Houdt n goed vaat zegt een ingenieur een plotselinge ruk kan u heel mak kei jjk uit de lift werpen in de diepte van de schacht*. Weldra zjjn we beneden, 840 meter onder de aard-oppervlakte. Een fijne koude regen valt op en om ons. Het reservoir boven werkt, om ter voorkoming van uitbreiding van den brand alles zooveel mogeljjk nat te hoaden. Voor ons duiken een paar vlam metjes op. Aan groote zwarte schaduwen herkennen wjj de dragers dezer lichten mjjnarbeidera, die hier op ons wachten. Wjj volgen den hoofdweg, waarop rails gelegd zjjn. Met donderend gekraak sluit zich de deur achter ouz, die wjj met moeite konden openen, daar de werkende ventilator een sterken luchtdruk veroorzaakt. Dit dreunen schoot dof io de doodsche stilte. Achter elkaar schuiven wjj langzaam voor waarts. Een scherpe lucht van vochtige kolen verstikt de keel. De galerjjen worden nauwer, puinhoopen van hout, rails, omgevallen wagens, steenen, kolen-massa's versperren den weg. Het voortdringon wordt steeds moeiljjker. Een verpestende stank hangt er. Het ljjk van een paard ligt nog onder de hoopen. Wjj tjjn ongeveer 500 meter ver en dicht bjj het vuur. De hitte is te voeleu. De geheele schacht is vernield. Zjj is thans slechts één meter bi en 1.80 meter lang. Een onderaardsche stoot on wjj zjjn levend onder de steenen begraven, zonder kans op hulp. Langzaam komen wjj in een iets bree- dere gulerjj, waar wjj recht op kunnen gaan. Wjj baggeren in een stroom zwart stinkend water. En de voeten stooten pjjnljjk op hout, steenen en kolenEnkele meters van het vuur moeten wjj stilhouden, half gostikt door de hitte. Hiar is een post opgesteld. Mannen tot de heupen naakt, gezicht on bovenljjf zwart van vuil en kolengruis, badende in zweet, leunen met stoicynscho kalmte Zjj zjjn redders van de Parysche en Duitsche ploegen, die wachtec om hunne collega's af te lossen, die thans in hot vuur weiken. Kruipend en steunend trachten wjj verder te komon. De bodem ia kokend heet on gloeit, want gisteren was het vuur nog hier, en dese tien of twaalf meter, welke wjj pas af legden, zjjn kort geleden ontwoekerd aan het verschrikkelijk element. Een helle vlam laait voor ons op. Dat is het vuur I Een Parjjsche brandweerman, de straalpjjp van de slang in de hand, rieht den machtigen straal op het vuur, terwyl de Duitachc redders, plat op den buik liggend, kjjken of zjj hen ter hulpe moeten komen. Siasead en pruttelend dooft het water de vlammen. Wolken stoom stjjgen op en draaien weg door de ventilator. De wanden van de galerjj dampen van de hitte De slapen kloppon, het lichaam baadt in zweet wjj slaan een anderen weg io. Wjj kruipen verdor in een smalle gang. Plotseling staan wjj 80 centimeter diep in het water. Een ingenieur roept: .Dooft de lampen*. Een lucht van kool-oxyd verstikt ons, en weer lokken vlammendo tongen. Wjj zjjn midden in een vurige» oven, vjjftig graden hitte. Wjj kunnen niet verder, moeten terug De grootste stoomschepen der wereld. Onlangs deed in de pers eeu beriebt de ronde, dat het thans by de firma Harland and Wolft te Belfast in aanbouw zynde itoomschip »Adriatic« vau de White Star Line het grootste stoomschip der wereld zou worden. De Shipping Gazette geeft nu een lijstje van de 10 grootste, 't zy in aanbouw of reeds in de vaart zynde stoomschepen, waaruit bljjkt, dat het be richt niet juist is. De Ijjst is zeer interes sant, vooral ook ter vergelyking van de afmetingen van onze Nieuw-Amsterdam* Hier volgt ze: Cunard Line>Mauritania< en sLusi- t-vniac, elk circa 33,200 ton, 787 voet lang, 88 voet breed en 60 voet diep. Hamborg—Amerika-LinieKaiserin Auguste Victoria* circa 25000 ton, 727 voet lang, 77 voet, breed, 54 voet diep. White Star Line: sAdriatic*, circa 25000 ton en >BaItic«, 28875 tOD, ieder lang 727, breed 75 en diep 49 voet. HamborgAmerika-Linie>Amerik*. 22250 ton, lang 690, breed 74 en diep 53 voet. White Star LinesCredict, 21035 ton, lang 700, breed 75, diep 49 voet en •Celtic*, 20904 ton, lang 700, breed 75, diep 49 voet. Cunard Line>Caronia«, 19594 ton, en >Carmania«, 19524 ton, ieder lang 675, breed 72 en diep 43 voet. Deze ljjst moest eigeulyk nog aangevuld worden, zegt de Nne Hamb. Börsenhalle, met den grootsten snelstoomer van den Norddeutscheu Lloyd, de Kaiser Wilhelm II*, 19361 ton, lang 684, breed 72 en diep 40 voet. De twee eerstgenoemde aCunarders* van eirca 33200 ton zullen het volgend jaar in de vaart worden gebracht. Deze booten, die ieder f 15.000 000 koeten, hebben een capaciteit om 500 le, 500 2e en 1200 3e klasse passagiers te vervoeren. Zjj zullen van turbinemachines worden voorzien en door 4 schroeven worden voortbewogen. De paardekrachten, door de machines té ontwikkelen, worden geschat op 60.000. De minimum-snelheid zal 24 1/2 knoop zyn en verwacht wordt, dat de afstand tusschen Queenstown en Sandy ook in 4 1/2 dag zal worden afgelegd. Door het Marconisysteeui, welke installatie f 60.000 koet, zullen de booten gedurende de ge heele reis gemeenschap hebben met den wal en dageljjks zal een nieuwsblad aan boord worden uitgegeven. De eerste dezer zeekasteelen wordt in Juli te water gelaten. De lager genoemde Cnnarder sCarma- nia* (reeds in de vaart) is ook een turbi- stoomer en heeft drie schroevenalle andere in de Ijjst voorkomende stoomschepen zyn dubbelechroevers en met gewone machines uitgerust. Daar de hierboven genoemde Hamborg Amerika-lyner >Kaiserin Augnste Victo ria* reeds over eenige weken in de vaart komt, zal deze 25000-tonner bet grootste stoomschip der wereld zjjn tot het door een der monsterachtige Cunardos wordt overtroften. De afmetingen van de Nieuw-Amster dam* zjjn: 17.250 ton 618 voet lang, 68 1/2 voet breed en 48 voet diep. Het Landgericht te Altona heeft zekeren Kramer uit Schiffbek tot een jaar gevangenisstraf veroordeeld, omdat hjj zjjne vrouw in allen vorm voor 2000 mk. aan een rentenier had verkocht. De verplichtin gen van beide partjjen waren in een koopcontract nauwkeurig omschreven. Een vermetel heerschap. De snelle toename der groote vermogens in Amerika beeft ook het aantal schalmen daar zeer doen toenemen; zjj weten dat er veel voor hen te halen is en zijn bijzonder vindingrijk in het uitdenken van middelen, om de rjjke Amerikanen van een deel van hun vermogen te ontlasten. Een vaak toe gepast middel is het oplichten van milliou- nairs-kinderen en die dan voor een kolossu- len losprijs aan de ouders terug te geven, wat in den vakterm .kidnap" heet en voor een milliounair iu Amerika is de kidnapper heel wat gevaarlijker dan een inbreker. Hun kinderen bewaken de millionnairs daar om met groote angstvalligheid on toch wor den zjj nog menigmaal door den kidnapper verrast. Een virtuoos op dit gebied is nu juist in handen der politie gevallen. Patrick Crowe heet de man en hij wordt beschul digd in 1901 don 16-jarigen zoon van mr. Edwurd Cudahy, een schatrjjken varkous- koopman te hebben ontvoerd. De knaap werd gevangen gehouden in een afgelegen huis en daar met alle onderscheiding behandeld. Papa moest f 80.000 betalen om zjjn zoontje terug te krijgen, hetgeen hjj deed. Pal Crowe, die door zjjn medeplichtige is verraden, doet geen moeite om zijn misdaad te ontkennen, hy beroemt er zich tolfs op en heaft een toeleg verhaald, door hem beraamd om den pelrolcumkoning John D. Rockefeller zelf te kidnappen, voor wien hy een losprjjs van f 4.800.000 zou eischen. liet plan was reeds tot een begin vau uitvoering gekomen, maar teil slotte mislukt, doordat eeu hoofdambte naar van den petroleumtrust, die een wrok tegen Rockefcller had en er aan zou mede werken, zich op het laatste oogenblik terug trok. Om het plan ten uitvoer te brengen was veel geld noodig eu de hoofdambtenaar zou f 8000 v erschaffen, waarvoor hy, als alles goed afliep, 1.200.000 gulden zou terug krijgen. Crowe begaf zich naar Cleveland, waar Rockefeller woont. Daar gaf hjj zich uit voor een schatrijken Engelschman, lord Teil, hetgeen hem goed gelukte, want hij bezit aangename manieren en is een vol maakt gentleman. Hjj trachtte kennisma king uan te knoopen met Rockefcller en ook daarin slaagde hjj. De schuim had nu zjjn plan aldus ineengezet: Hjj zou Rocke feller uitnoodigen een automobielrit met hem te maken. Zoodra zij buiten Cleveland wa ren, zouden hjj en zijn chauffeur, ook een medeplichtige, den milliardair met revolvers dreigen, wanneer hij zich niet gewillig liet wegvoeren naar een huis, dat Crowe voor zjjn ontvangst en gevangenscbup had inge- Acht. Daar zou Rockefeller gedwongen wor den een order aan zjjn kassier te schrjjven, om f 4.800.000 uit te betalen op een wjjzr, die verder werd omschreven. Het geld moest, in goud, gebracht worden aan boord van een kleine sleepboot, die met niet meer dan drie koppen bemand, het Brie-meer zou over steken naar den C&oadeeschcn oever. Een rood licht zon de plaats aanwjjzen waar het geld geland moest worden. De sleepboot moest het geld in een sloep aan wal bren gen en iu die sloep mocht zich slechts één man bevinden. Aan den oever zou een snol- vuurkanon zjjn opgesteld, dat, bij de minste overtreding der voorschriften, op de sleep boot vuren zon. Allee was gereed, toen <le hoofdambtenaar van den petroleumlruet zich aan de zaak onttrok en weigerde hot geld te geven, dat voor het ten uitvoer brengeu noodig was, zoodat de toeleg mislukte. Crowe, die daarop door zjjn medeplichtige in de zaak-Cudahy verraden is, werd gearresteerd, maar hjj weigert den uaam van den hoofd ambtenaar te noemen, door wiens schuld do aanslag op Rockefeller is mislukt. Tijdstippen van verzending der Brievenmalen. ssndiogtwsR. Naar Oott-Indic. D.tt» i.r Mr |,T»dn''C~' nutste baal. p-t-W,. j~b Stsfitjji f seeposk via Amsterdam. 6 sa 90 Apr 7.e. MSprjl vis Rotterdam 80 Mrt. 7.— 's if. Ho',, msil vis Genas 9 sa 17 Apr 7.-'s se. Holl msil ris Msruillej 10 sn 94 |>J0's nsm. Prsasehs msQ ris Msreille 90 Mrt.l 7.-* *8 8T. p. Dahuhs msil ris Ntpsls*)j 10 sn 14 Apr.jlA—'smor. Alleen nssr Afjsh, Snmst/s'a Ooetkost, Pslembsng, Rionw, Hsnks, Bff'iton en Z.-W. Aid. vu Borneo. Het evwig* gedeelte vu Ned. Oost-Indis wordt slleen vp vorieaftsa dsr nfisnderi ris Napel» vorsendet. Naar PalembangRiouie, BanJcaBilliton m Z. W. tan Borneo p.Kn^dseke mail vis BrtadWj 6 en 90 Apr.;S.S0 Holl. msil via Gonoa 8 an 17 7.— 'a sv. Naar Atjeh en de Oostkust van Sumatra p. Zngnlseke msil via Brindlai' alken Vrij dag 18.90 's mor. p. Holl. msil ris 6«sns 8 en 17 Afr.j 7.— 't sv. Naar Guyana (Suriname) ,j 19 on 96 I 7 p. msil vis 8t. Nsssire Naar Curofao. Bonaire en Aruba: p. aeeooat vla Amsterdam .1 9 aa 17 Apr.; 7.— 's sv. p. msil ris Soatksmpton eiken Dinsdag ZM 'asem p. mau vis Hamborg J ca Vrijdag. (alleen op verlangen der S0 Mrt. 7.— 'a nv. afaendars). 1 Naar St. Martin. St. Kuetalius en Saba p. smpoet via Amsterdam .1 9 as 17 Apr.l 7.— sv. mail ovsr Engslasd 19 es 96 j 7.— sv. Naar Kaapland, NatalOranje-Rivier- kolonie en Transvaal o Ik en Vrjjdag, 8.80 's nam. NEMEN EN GEVEN. Te nemen eu te goven, Is wel eeu koost in 't leven, Die ieder niet verstaat. Toch dient men haar te leereu, Om 't welzjjn te vermoeren, Ook als 'l U zelf niet baat. Het nemen slechts begeeren Of maar alleen waardoeren Wat ons een ander geeft, Zoo moet het niemand willen Of tjjd er aan verspillen, Wjjl 't veel van zelftucht heeft. Te oomsn en te geven Beoefne men ia ft leven IAtar, waar ft met plicht niet strjjdt. Zoo nemen en zoo geven, Zjj allengs meer ons streven I Ons aan die taak gewjjd W. M. Ta*

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1906 | | pagina 1