KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor Helder, Texel, WIerIngen en Anne Paulowne
Zaterdag^SlJMaart 1906.
84it« Jaargang.
Ho. 345#
Bureau: Spoorstraat.
Telef. 59.
Bureau iJKsnlngstr. 29.
Istere.-Tetef. 50.
Tweede Blad.
InKezonden.
Mijnheer de Redacteur!
Met aandacht heb ik gevolgd het ingesonden
•takje van den heer Schoeffelenberger, in uw
nummer van j.1. Zaterdag.
Naar aanleiding van het optreden van den
heer Z. v. d. Bergh, op 15 Maart j.1. in
iCasino*, bespreekt de heer 8. de .werke
loosheid* en om die te beperken heelt de
heer 8. een eenvoudige methode en wenschte
dat men begon van overheidswege de Rjiks-
werklieden te verbieden na hun volbrachten
arbeidstijd werk voor particulieren te verrichten.
Het cal zeker den hoer 8. niet od bekend
zijn dat reeds meermalen op dit aanbeeld ge
hamerd is, echter te vergeefs, om de oenvou-
dige reden dat de werkgevers in deze wel
kannen beschikken over hun personeel in
diensttijd*, maar niet over hun vrijen tjjd*.
Toch M. de R. ligt er wel eenigen grond
in de beschouwingen van den heer 8. Het
ware te wenschen, dat do Rjjkswerklieden in
een zoodanige hnantieele positie verkeerden,
dat zij niet meer behoefden te doen wat den
heer 8. wenschte verboden te zien. Maar zóó
ver zyn we nog niet. De heer S. zal het
zeker wel weten althans in zjjn naaste
tamilie kwam het vaak voor dat een ar
beider met een weekloon van f 12, vooral
huisvaders met groote gezinnen, nog wel iets
extra kunnen gebruiken om fatsoenlijk rond
te kunnen komen.
Een andere vraag is: zjjn de patroons
ik bedoel de patroons alhier woonachtig
niet soms zelf de oorzaak, dat Rijkswerklieden
in concurrentie treden met den particulieren
arbeid 'i Mü zijn toch feiten bekend, dat pa
troons staande midden in de arbeiders
beweging maar o zoo gaarne gebruik
maken van arbeid door Rijkswerklieden, na
hun volbrachte dagtaak verricht te hebben.
Het lust mij niet namen te noemen. Do heer
8. late straks zijn oogen eens rond gaan in
het schildersvak en in het najaar in het smids-
vak, als de zoogenaamde kacheltijd aan komt.
Alhier bestaat vergis ik mjj niet een
patrooasvereeniging. Misschien is de heer S.
daar lid van en is dit zoo, dan zou ik den
heer 8. in overweging willen geven, eens daar
op datgene wat ik meedeel, te willen wjjzen.
Zijn de patroons in deze homogeen, dan kan
de wensch van den hoer S. grootendeels in
vervulling gaan.
Nu wil ik eens aannemen, dat de patroons
onderling verklaren, geen particulieren arbeid
meer te laten verrichten door Rijkswerklieden,
dan zal natuurlijk hun arbeidstijd niet meer
kunnen bedragen dan door het Rijk aangegeven,
maar vraag ik al weder, waar blijft nu de
arbeidstijd voor den patroon Dese zal kunnen
aannemen, bouwen, aioopen naar hartelust,
zooveel in zijn vermogen is. Omtrent zyn
loon en arbeidstijd mag de werkman niet
oordeelen. Hjj kan en mag zyn positie op
voeren zooveel hjj verkiest, maar de werkman
in Rijksdienst, hjj en hjj alleen moge ter
wille van de heerschende werkeloosheid geen
particulieren arbeid verrichten.
De heer 8. wensch ik eens te wjjzen op
een ander terrein om de werkeloosheid te
bestrjjden. Ik bedoel den gevangenisarbeid, ook
een stuk Rjjksgoed. Hjj leze eens wat aldaar
zoo vaak op vergaderingen en congressen
over is gesproken, en hjj zal bemerken, dat
het niet zoo gemakkelijk gaat om het Rjjk
wetten te stellen omtrent zjjn arbeids-aan
gelegenheden.
Ten slotte M. de R. begrjjp ik ook den
heer Z. v. d. Bergh niet, welke zoo gaarne
poseert om voor de «werkeloosheid* iets te
kunnen doen.
Vergis ik mjj niet, dan heeft de heer v
d. B. bjj de laatste Marine-Begrooting eene
klacht geuit aan den Minister, dat de onder
officieren der marine, welke op 45-jarigen
diensttjjd gepensionneerd worden niet meer
geplaatst kunnen worden op de Rijks Marine
Werven, om redenen de maximum leeftjjd voor
plaatsing is bepaald op 40 jaar.
Als men nu weet, dat deze onder-officieren
bjjna allen alsdan een pensioen genieten van
f 12 a f 15 per week en de heer v. d. B.
wil deze nog doen plaatsen op de Rjjks
Marine Werven, dan kan men verzekerd zjjn
dat hiermede de werkeloosheid* een flinke
•tap achteruit is gegaan
M. de R., U dankend voor do afgestane
pU.Un.imtt, Achtend, Uw dw. dn.,
W. R. ZIT8.
1006.
Wieringen, 24
Mijnheer de Redacteur.
Naar aanleiding van een ingezonden stukje
van eenige visschers van Van Ewjjckaluis,
in uw blad van heden verzoek ik beleefd
eenige plaatsruimte; by voorbaat myn dank.
Om nog even terug te komen op het inge
sonden stukje van eenige visschers van Van
Ewjjck-aluis al zou genoemde visscher een staf
willen breken voor de aalelger. Doch waarde
oollega mag ik u even doen opmerken, u
weet toch even goed als wjj, dat de
paling in den herfst wegtrekt, waarheen
weten wjj niet, en een enkele hier maar achter
bljjft, en die enkele achterblijvers, ik herhaal
dit, zjjn lang geen kleintjes. Doch, door de
hooge prjjsen, die er voer betaald worden,
kan do Wieringer visscher er zjjn brood mede
verdienen. Ik heb immers gesproken over
het noordsrlyk gedeelte van de Zuiderzee,
hoe het verder in het zuiden toegaat, weet
ik niet.
LI spreekt van stukken en brokken in den
grond en verjagen, dat komt bepaald omdat
u heelemaal onkundig is wat het vangen be
treft. De paling die hier achter blyit, zoekt
zjjn schuilplaats in heele kleine deeltjes op
den bodem der zee die week en zacht zjjn.
Geraakt wordende vluchten zjj uit die kleine
deeljjes en hebben dan de geheele Zuiderzee
voor zich en u dus ook weer de kans hoeft
hem te vangen met uw palingfuik.
Doch visschers van Van Ewycksluis, u
heeft hier in het noorderkwartier niet op 't oog
het algemeen belang. Wanneer eenmaal de
aalelger is verboden dan komt u met uw
palingfuiken, plaatst se rondom die weeke
deeltjes en de misgunde palingen gaan onver
biddelijk uw fuik in, daarom de reden, dat
n zoo heftig te keer gaat tegen dit vischtuig.
Neen visschers van Van Ewycksluis, wat ik
wel verzwegen heb is het visschen met paling-
fuiken of beter gezegd haast waterdichte
sakken waar nooit een aaltje ter dikte van
een stopnaald uit kan komen en bjj heele
ladingen van Kolhorn, Nieuwe Slnis en
Van Ewycksluis voor negen k tien cent van
de hand worden gedaan. Zulk nest dat in de
zoogenaamde zakken tevens palingfuik wordt
gevangen, kan dan ook naar onze bescheiden
meening niet anders dan moordend en doodend
op de bevordering werken als zulk vischtuig.
U heeft dan ook niets anders op't oog dan om
ons in ons toch al zoo mooilyk bestaan
te helpen verergeren. Maar gesteld eens dat de
aalelger hier wordt verboden dan heeft u
haat en tweedracht gezaaid en u spant in
den zomer duizende palingfuiken in de Wier-
waarden om Wieringen gelegen, en de zee
grasmaaier, ook palingvisscher met de elger,
moet hier alle dagen door varen en in den
regel op den uitkjjk staan om uw visschery zoo
veel mogeljjk te vermijden, het zal dan juist het
tegenovergestelde zjjn. Dan zult gjj eerst be
grijpen visschers van Van Ewycksluis, dat
de zylelger u hier in het Noorder-Zuiderzee
gedeelte geen schade doet.
Bkn Wirrixgek VlSSCHEIt.
Nieuwsberichten.
Bond van Ned. Onderwijzers.
Maandagavond 1.1. hield de afd. Helder
vau den Boud van Ned. Onderwijzers in
Casino" een openbare vergadering, waar
de heeren Th. M. Ketelaar en F. L. Ossen-
dorp, respectievelijk Secretaris en Voorzitter
van het Hoofdbestuur, alB sprekers optra
den. Nadat de afdeelingsvoorzitter, de
lieer P. Lub Jz., de vergadering had geopend,
kreeg de heer Ketelaar het woord tot be
handeling van het onderwerp W a t wil
len die onderwijzers toch?" Die
raag is in den laatsten tijd op veler lippen
na het geval van EdelmanTraanberg en
den Bond van Ned. Onderw. wordt door
sommigen daardoor in een verkeerd daglicht
gesteld, hy wordt gesmaad en toch verdient
het streven van dien Bond waardeering,
want hjj strydt voor verbetering van het
onderwys en voor de belangen van het kind.
Spreker zou enkele punten noemen, die
op het programma van den Bond staan. Die
Bond streeft naar verwijdering uit de Wet
op 't lager onderwys van alles wat schade
lijk is voor en naar opneming van datgene,
wat kan worden geacht te zyn in 't belaug
van den onderwijzer en 't onderwijs. In
de eerste plaats moet dan worden genoemd
verbetering van de salarissen. Aan die jaar
wedden ontbreekt nog wel iets. Op vele
plaatsen worden de minima uitgekeerd, niet
tegenstaande de minister bij de behandeling
der wet verklaarde, dat deze allaeu zouden
gelden voor die gemeenten, waar de levens
standaard zeer laag is. Zelfs in Helder ont
vangen vele onderwijzers slechts f 50 bo
ven dit minimum. Dat men daarom streeft
naar verbetering kan niemand bevreemden.
Men verlangt ook een verbeterde oplei
ding van onderwijzers en' wel in 't belang
van het kind, want de tegenwoordige onder
wijzers komen veel te jong in de school en
aan hun eigenlijke praktische opleiding wordt
veel te weinig gedaan.
De Bond acht een verbeterde leerplicht
wet noodzakelijk, want de tegenwoordige
beschermt de kinderen nog niet genoeg tegen
de ouders en werkgevers, terwyl het her-
halingsonderwys niet verplichtend iB.
De onderwijzers vragen ook voeding en
kleeding voor de behoeftige schoolkinderen
en wel van overheidswege, omdat gebleken
is, dat particuliere hulp in deze onvoldoende
is. Dringend noodzakelijk is de verstrek
king van deze, want slecht gekleede en
slecht gevoede kinderen kunnen gebrekkig
of in het geheel dc leerstof niet opnemen.
Verschillende gemeenten, zooals Amster
dam, Den Haag en Groningen stellen dan
ook reeds jaarlylu eenige geldeu voor dit
doel beschikbaar.
Was de schooi vroeger slechts een in
richting om lezen, schryven en rekenen te
leeren, thans is men meer en meer gaan
inzien, dat zij een deel der opvoeding op
zich dient te nemen en de lichamelijke zorg
niet mag vorwaarloozen, van daar het ijve
ren voor gymaastiek-onderwijs, schoolboden
enz.
Verder wil de Bond algemeen kosteloos
onderwys en dit op gemengde scholen.
Standenscholen moeten verdwynen, alle kin-
ren moeten, evenals in Amerika, hetzelfde
ouderwijs ontvangen en aan de kinderen der
volksklasse evenveel zorg besteed worden
als aan die der hoogere standen.
In het belang van het kind ijvert de Bond
ook voor onderwys, dat vrjj is van gods
dienstige en politieke dogma's, en vooral
voor 't openbaar, neutraal onderwys.
Speciaal strydt de Bond voor de zelf
standigheid van den onderwijzer en wil aan
alle leerkrachten van een school gelyken
invloed toekennen bjj de regeling van school-
zakeu. Thuns is, volgens art. 21 der wet,
aan het hoofd der school alle macht gege
ven. Dit verouderd systeem past in den
Mgenwoopligen tijd niet meer. Het hoofd
der school heeft dezelfde opleiding ontvan
gen, heeft dezelfde ervaring en bezit meer
malen mindere bevoegdheden dun het ove
rige personeel en toch is hij de man. On
eindig veul beter zou het zyn, indien alle
onderwijzers der school te zamen de zaken
regelden, de methode's volgens welke onder
wezen wordt, bepaalden en alles, wat op de
school betrekking heeft, samen bespraken.
Doch dit streven ondervindt het meeste ver
zet, men vreest de republikeinsche school.
En toch iu Zurich en andere staten van
Zwitserland bestaan ze en het onderwijs
daar is uitstekend.
Eindigende zeide spreker aangetoond te
hebben, dat de onderwyzers stryden voor
hun eigen belangen, maar ook voor verbe
tering van het onderwijs en dit zoo goed
mogeljjk wenschen te geven aan alle kinde
ren, in 't byzonder aan het kind van den
arme.
Hierna verkreeg de tweede spreker, de
heer Ossondorp het woord tot bespreking
van het onderwerp «Ambulantism
Spreker begint met de opmerking, dat de
heer Ketelaar reeds heeft aangetoond, dut
samenwerking tusschen het hoofd en het
overige personeel eener school noodzakelyk
is en de torstand niet mag bljjven bestaan, dat
één man heeft te bevelen. Het hoofd der
school heeft thans het recht elk oogenblik
storend in te grjjpen in het werk van den
klosseondorwijzer, op- en aanmerkingen te
maken enhet werk over te nemen. Dit
schokt het vertrouwen on leidt tot onder
mijning van het gezag des onderwyzers. En
wanneer dit geschiedt dan kan er ook wei
nig opvoedende kracht van hem uitgaan, en
zyn leerlingen niet tot zelfstandige menschen
opleiden. Daarom moet het ambulante hoofd
buiten de school en vóór de klasse gezet
worden. De school ia geen fabriek, w
óón directeur alles moet regelen. Een hoofd
der school, die ambulant is. heeft geen eigen
lijken werkkring en als noodzakelijk gevolg
begint hij op allerlei kleinigheden te letten,
maakt het den onderwijzer lastig en brengt
zyn tjjd fcitelyk zoek met niets doen. Wan
neer zoo'n hoofd vóór de klasse wordt ge
plaatst, blyft zyn macht dezelfde als tham
en zyn gezag overkort gehandhaafd, maar
kan dan zijn lust niet botvieren met het maken
van allerlei kleine en onnoodige aanmer
kingen. Men beweert wel, dat hut hoofd de
verantwoordelijkheid draagt en daurom ambu
lant moet zijn, maar dit is een dooddoener.
Indien de onderwjjzer zijn plicht verzaakt,
de instructie niet naleeft of in andere op
zichten te kort schiet, dan wordt niet het
hoofd, maar de onderwijzer gestraft. Men
zegt ook, dat het hoofd de leiding moet
geven, doch de ervaring leert, dut zulks niet
wel mogelyk is. Neen, herhaalde samon-
sprekingen van het personeel (schoolverga
deringen) zullen in deze ontzaggelyk veel
meer nul doen. Ook voor de contróle zijn
de ambulante hoofden onnoodig, we hebben
reeds de rijkscontröle, bestaande uit een
inspecteur, een districtsschoolopziener en een
arrondissementsschoolopziener, bovendien de
schoolcommissie en Burgemeester en Wet
houders. Is dit niet voldoende, vermeerder
die des noods, maar neem de dagelijksche
contróle weg, deze is niet bevorderlyk tot
het geven van goed onderwijs. Ook de klei
nere zaken, zooals het ophalen der absen
ten, het spreken met de ouders en het ver
richten van administratieve werkzaamheden,
wettigen niet de aanstelling van ambulante
hoofden. Het ambulantisme moet afgeschaft
orden om de nuttige werkkrachten voorde
school te behouden, even als dit in Alk-
aar, Middelburg en Brielle is reeds geschied.
Hierna was er gelegenheid tot debat.
Hiervan maakte de heer J. Willemse ge
bruik door den eereten inleider te vragen,
of het geen bezwaar voor de arbeiders zou
zyn, indien onderwijzers later dau 18- of
19-jarigen leeftijd voor het eerst in de school
onderwys zouden mogen geven. De onder
wyzers toch worden hoofdzakelyk gerecru-
teerd uit de volksklasse, die zoolang de
verdiensten niet kan ontberen.
De heer Ketelaar antwoordt hierop, dat
thans reeds aan de leerlingen der kweek
scholen jaarlyks f 800 verstrekt wordt voor
kost en inwoning en dat het op den weg
an het Rijk ligt by een verbeterde oplei
ding te voorzien in dc kosten van onder
houd der aanstaande onderwijzers.
Vervolgens verlangde niemand meer het
woord, waarop de Voorzitter de niet talryk
bezochte vergadering sloot met een woord
van dank uan de sprekers, met een opwek
king aan de ouders om in 't belaug hunner
kinderen de onderwyzers te steunen in hun
stryd en een aandringen bij de nict-aauge-
sloten onderwijzers om tol den Bond toe te
treden.
Arrondissements-Rechtbank te Alkmaar.
Zitting van Dinsdag 27 Maart.
Verduittsrlng van kerkelijke artikelen.
Nist verschenen was, H. L., commissionnair
van beroep, te Anna-Paulowna (Breezandi
woonachtig, zoodat zyn zaak by verstek be-
handeld werd. Volgens de dagvaarding had
beklaagde omstreeks 4 Mei van het jaar 1904
zich de volgende zaken, toebehoorende aan
de vereeniging voor Evangelisatie .Uw
Koninkryk Kome* te Anna-Paulowna toe
geëigend een schaal, een doopbekken, twee
bussen, 2 bekers, 2 groote en kleine borden,
een schenkkan, alle welke voorwerpen bjj
het Heilige Avondmaal dienst moesten doen,
en ten geschenke waren gegeven door mej.
Elisabeth EykelenboomSchouten te Putten
Veluwe).
Marinus van den Nieuwengiessen, ploeg-
as by de H. IJ. S. Maatschappij en te
Koegras, gemeente Helder, woonachtig, als
eersten getuige in deze zaak gehoord, legde
de volgende verklaring af. In 1899 was be
klaagde evangelist en voorganger. Later is
h\j als voorsitter in ft Bestuur der vereeni
ging gekomen. De inventaris behoorde aan de
vereeniging, waarvan getuige bestuurslid was
Beklaagde heeft destyds zelf in de kerk af
gekondigd, dat genoemde voorwerpen aan de
kerk geschonken waren. Naar aanleidiog
van een ingekomen klacht is beklaagde als
voorgangsr in 1899 ontslagen, doch hy stoorde
zich hier niet aan, deed alsof hy niet ont
jagen was, on hield al die geschenken onder
zyne borustiog. Een subcomité, werd benoemd,
en deed alle moeite, om do geschenken ia
handen te krjjgeu.
Zy begaven zich naar de woning van be
klaagde, daar trofien zy zijn vrouw, van wie
zy ten antwoord kregen, dat haar man haar
de boodschap had achtergelaten, dat zy de
voorwerpen niet mocht afgeven. Ook verklaarde
Ario van Mullem, een landbouwer te Anna-
1'aulowna, en die eveneens bestuurslid der
vereeniging was, dat door bemiddeling van
beklaagde, het bestuur de voorwerpen als
schenking had gekregen. In den beginne vond
hot bestuur het goed, dat de voorwerpen onder
boklaagdes berusting bleven, doch na diens
ontslag heeft het bestuur besloten, dat hy de
voorwerpen niet mocht behouden. Ook dezen
gotuige had de vrouw van beklaagde geant
woord, dat zy uit naam van haar man, de ge
schenken niet mocht afgeven.
Beklaagde, die in financiëele moeiolykheden
verkeerde, beleende al de voorwerpen by den
koopman Jan Kikkert te Helder. Niet alleen
deze goederen werden door hem beleend, maar
ook zyn huisraad en linnengoederen. Hiervan
kreeg hy een bewys en volgens Kikkert, die
eveneens als getuige gehoord werd had be
klaagde slechts éénmaal f 2.10 voor staangeld
en rente betaald. Later werden de goederen
bjj hem in beslag genomen.
Mejuffronw Eikelboom-Schouten als laatste
getuige gehoord, deelt de Rechtbank nog het
volgende mede. 6 jaar geleden (toen was be
klaagde reeds ontslagen, hiervan wist getuige
zeker niets) gaf zjj dit cadeau aan het Be
stuur van de vereeniging »Uw Koninkryk
Kome" te Anna-Paulowna. Zy was destyds
geabonneerd op een blaacjje, dat namens de
Evangelisatie werd uitgegeven, in welk blaadje
beklaagde om hulp verzocht. Maandelijks zond
zy beklaagde eenig geld, zy kwam met hem in
kenuis, en hjj stelde haar voor, dat zy het
Bestuur, al do genoemde voorworpen ten
dseDSte van 't Heilige Avondmaal ten geschenke
zou gevon. Zy stemde daarin toe en bestelde
alles by de firma Miele Co. te Rotterdam,
die in opdracht van mejuffrouw E. beklaagde
de goederen deed geworden. Uit de stukken
bleek, dat beklaagde had opgegeven, dat hy
al die voorwerpen buitenshuis had gebraoht,
omdat hy ze by zich thuis niet veilig achtte.
Na het hooren der getuigen verkreeg do
O. v. J. bet woord tot het nomen van zjjn
requisitoir in deze zaak. Z. E. A. vangt aan,
met te zeggen, dat beklaagde zich zeker
schaamt, daar hy niet ter terechtzitting is
verschenen. Hoe beklaagde zich heeft voor
gedaan, dit had hy, als hy heden was ver
schenen, van mej. E. kunnen hooren. Bo-
klaagde heeft al die voorwerpen steeds onder
zyne berusting gehouden, derhalve is ver
duistering door hem gepleegd. Hoe hy zich
deze heeft toegeëigend daaromtrent hoeft be
klaagde, handig als hy is, zich willen uit
redden, door op te geven, dat het zyne be
doeling was, al die voorwerpen terug te
koopen, en ze derhalve zoodoende te bo-
leenen, opdat hij zich dan niet aan een
Strafbaar feit kon schuldig maken, maar
waar beklaagde zaakwaarnemer is, en ook
adviozen in .-drafzaken geeft, daar raadt Z.
E. A. een ieder aan om geen advies by hem
te nemen, want beklaagde wist zeer goed,
dat hy zich aan een strafbaar feit schuldig
maakte. Niet alleen deze voorwerpen heeft
hy zich toegeëigend, maar nagenoeg de ge
heele inventaris der kerk heeft hy weggo-
maakt en verkocht.
Tegen den Rechtercommissaris zegt hy
het was myn eigendom, doch toen hy failleerde
heette het dat die goederen van de Evange
lisatie waren. Beklaagde is iemand die in 't
nauw zit. Hy heeft onder gehuichelde vroom
heid zyn betrekking waargenomen. Het ten
laste gelegde wettig en overtuigend bewezen
achtende, eischte Z.E.A. ten slotte ter zake
van verduistering beklaagde's veroordeeling
tot 4 maanden gevangenisstraf. (Alkm. Ct.)
Een verloren zoon teruggevonden.
Een der romantische gebeurtenissen, die in
verband staan met den Boerenoorlog is dezer
dagen aan bet licht gekomen.
De heer Tzak Jacob Jonbert, nu van de
i laatd Klandikuil Oost, maar voorheen van
Buffalsvlei, vertrok met het uitbreken van
den oorlog naar het front, en werd f*
Paardenberg met generaal P. Cronjé ge
tuigen en naar St. Helena, als krijgsge
vangene gezonden.
In April 1900 overleed xyn echtgenoot-
onder de nagelatene kinderen bevond
zich 'n tweeling, beiden jongens, die 9
maanden oud waren toen hun vader zich
naar den oorlog begaf.
Een zwager van den heer Joubert, gc-
aamd Oosthaizen, nam een der jongen*,
erwyl een zuster de andere nam.
Nu de vjjand het land ingetrokken was,
werd de echtgenoote van Oosthuizen in het
kamp te Maleking geplaatst, alwaar zy
overleed. Het jongetje werd toen door zekere
mevr. Basson genomen, die het kind ech
ter mishandelde, en werd het door de ver
pleegsters van haar weggenomen en in een
weeshuis geplaatst.
In November 19P2 kwam de vader uit
zyn ballingschap terug, maar kon nergens
eenig beriebt van 't kindje krijgen. Hjj
stelde- persoonlek onderzoek in en schreef
naar al de weesinrichtingen in het land,
maar alles te vergeefs.
Om de woorden van den heer Joubert
te gebruiken, met wie een onzer een onder
houd had
sik had geen oogenblik rust over myn
ld", zei de heer Joubert met tranen van
blydschap. Als hjj dood was, dan wou ik
uitvinden waar en hoe, en als hjj nog in
't leven was, dan wou ik hem ontdekken".
Tusschen Kerstmis en Nieuwjaar hoorde
de heer Joubert dat er te Irene een wees
huis was, waarheen hjj nog niet had ge
schreven. Hjj liet dadel jjk daarheen schryven,
en tot zjjn bljjd9chap kwam het antwoord,
dat er een jongen, genaamd Gert Joubert,
die in 1902 uit het weeshuis te
Mafeking daarheen werd gezonden.
Na de noodige verklaringen te hebben
gemaakt, kreeg de heer Joubert eindelijk
verlof het kind te .halen, en LI. Zondag
kwam hy te Mafeking aan en nam den
verloren zoon in triomf mede. (sStem".)
!n da mijnen te Courrièret.
Armand Villette van de ,Gauloia* is met
een paar ingenieurs afgedaald iu de rnjjuen
van Courrièrcs. Hjj geeft van zjjn wedervaren
de volgende beechrjjving. ,Ik stond klaar in
het voorgeschreven kostnnm. Wjj klommen
in de lift en daalden met groote snelheid af
in de ingewanden der aarde. De vier dikke-
rende lampjes geven een schemerend licht.
Houdt n goed vaat zegt een ingenieur
een plotselinge ruk kan u heel mak kei jjk
uit de lift werpen in de diepte van de
schacht*. Weldra zjjn we beneden, 840 meter
onder de aard-oppervlakte. Een fijne koude
regen valt op en om ons. Het reservoir boven
werkt, om ter voorkoming van uitbreiding
van den brand alles zooveel mogeljjk nat
te hoaden. Voor ons duiken een paar vlam
metjes op. Aan groote zwarte schaduwen
herkennen wjj de dragers dezer lichten
mjjnarbeidera, die hier op ons wachten. Wjj
volgen den hoofdweg, waarop rails gelegd
zjjn. Met donderend gekraak sluit zich de
deur achter ouz, die wjj met moeite konden
openen, daar de werkende ventilator een
sterken luchtdruk veroorzaakt. Dit dreunen
schoot dof io de doodsche stilte.
Achter elkaar schuiven wjj langzaam voor
waarts. Een scherpe lucht van vochtige kolen
verstikt de keel. De galerjjen worden nauwer,
puinhoopen van hout, rails, omgevallen wagens,
steenen, kolen-massa's versperren den weg.
Het voortdringon wordt steeds moeiljjker. Een
verpestende stank hangt er. Het ljjk van een
paard ligt nog onder de hoopen. Wjj tjjn
ongeveer 500 meter ver en dicht bjj het vuur.
De hitte is te voeleu. De geheele schacht is
vernield. Zjj is thans slechts één meter bi
en 1.80 meter lang.
Een onderaardsche stoot on wjj zjjn levend
onder de steenen begraven, zonder kans op
hulp. Langzaam komen wjj in een iets bree-
dere gulerjj, waar wjj recht op kunnen gaan.
Wjj baggeren in een stroom zwart stinkend
water. En de voeten stooten pjjnljjk op hout,
steenen en kolenEnkele meters van het
vuur moeten wjj stilhouden, half gostikt door
de hitte. Hiar is een post opgesteld. Mannen
tot de heupen naakt, gezicht on bovenljjf
zwart van vuil en kolengruis, badende in
zweet, leunen met stoicynscho kalmte
Zjj zjjn redders van de Parysche en Duitsche
ploegen, die wachtec om hunne collega's af
te lossen, die thans in hot vuur weiken.
Kruipend en steunend trachten wjj verder te
komon. De bodem ia kokend heet on gloeit,
want gisteren was het vuur nog hier, en
dese tien of twaalf meter, welke wjj pas af
legden, zjjn kort geleden ontwoekerd aan het
verschrikkelijk element. Een helle vlam laait
voor ons op. Dat is het vuur I Een Parjjsche
brandweerman, de straalpjjp van de slang
in de hand, rieht den machtigen straal op
het vuur, terwyl de Duitachc redders, plat
op den buik liggend, kjjken of zjj hen ter
hulpe moeten komen. Siasead en pruttelend
dooft het water de vlammen. Wolken stoom
stjjgen op en draaien weg door de ventilator.
De wanden van de galerjj dampen van de
hitte
De slapen kloppon, het lichaam baadt in
zweet wjj slaan een anderen weg io.
Wjj kruipen verdor in een smalle gang.
Plotseling staan wjj 80 centimeter diep in
het water. Een ingenieur roept: .Dooft de
lampen*. Een lucht van kool-oxyd verstikt
ons, en weer lokken vlammendo tongen. Wjj
zjjn midden in een vurige» oven, vjjftig
graden hitte.
Wjj kunnen niet verder, moeten terug
De grootste stoomschepen der wereld.
Onlangs deed in de pers eeu beriebt de
ronde, dat het thans by de firma Harland
and Wolft te Belfast in aanbouw zynde
itoomschip »Adriatic« vau de White Star
Line het grootste stoomschip der wereld
zou worden. De Shipping Gazette geeft nu
een lijstje van de 10 grootste, 't zy in
aanbouw of reeds in de vaart zynde
stoomschepen, waaruit bljjkt, dat het be
richt niet juist is. De Ijjst is zeer interes
sant, vooral ook ter vergelyking van de
afmetingen van onze Nieuw-Amsterdam*
Hier volgt ze:
Cunard Line>Mauritania< en sLusi-
t-vniac, elk circa 33,200 ton, 787 voet
lang, 88 voet breed en 60 voet diep.
Hamborg—Amerika-LinieKaiserin
Auguste Victoria* circa 25000 ton, 727
voet lang, 77 voet, breed, 54 voet diep.
White Star Line: sAdriatic*, circa
25000 ton en >BaItic«, 28875 tOD, ieder
lang 727, breed 75 en diep 49 voet.
HamborgAmerika-Linie>Amerik*.
22250 ton, lang 690, breed 74 en diep
53 voet.
White Star LinesCredict, 21035 ton,
lang 700, breed 75, diep 49 voet en
•Celtic*, 20904 ton, lang 700, breed 75,
diep 49 voet.
Cunard Line>Caronia«, 19594 ton, en
>Carmania«, 19524 ton, ieder lang 675,
breed 72 en diep 43 voet.
Deze ljjst moest eigeulyk nog aangevuld
worden, zegt de Nne Hamb. Börsenhalle,
met den grootsten snelstoomer van den
Norddeutscheu Lloyd, de Kaiser Wilhelm
II*, 19361 ton, lang 684, breed 72 en
diep 40 voet.
De twee eerstgenoemde aCunarders* van
eirca 33200 ton zullen het volgend jaar
in de vaart worden gebracht. Deze booten,
die ieder f 15.000 000 koeten, hebben een
capaciteit om 500 le, 500 2e en 1200
3e klasse passagiers te vervoeren. Zjj zullen
van turbinemachines worden voorzien en
door 4 schroeven worden voortbewogen.
De paardekrachten, door de machines té
ontwikkelen, worden geschat op 60.000.
De minimum-snelheid zal 24 1/2 knoop
zyn en verwacht wordt, dat de afstand
tusschen Queenstown en Sandy ook in 4
1/2 dag zal worden afgelegd. Door het
Marconisysteeui, welke installatie f 60.000
koet, zullen de booten gedurende de ge
heele reis gemeenschap hebben met den
wal en dageljjks zal een nieuwsblad aan
boord worden uitgegeven. De eerste dezer
zeekasteelen wordt in Juli te water gelaten.
De lager genoemde Cnnarder sCarma-
nia* (reeds in de vaart) is ook een turbi-
stoomer en heeft drie schroevenalle
andere in de Ijjst voorkomende stoomschepen
zyn dubbelechroevers en met gewone
machines uitgerust.
Daar de hierboven genoemde Hamborg
Amerika-lyner >Kaiserin Augnste Victo
ria* reeds over eenige weken in de vaart
komt, zal deze 25000-tonner bet grootste
stoomschip der wereld zjjn tot het door
een der monsterachtige Cunardos wordt
overtroften.
De afmetingen van de Nieuw-Amster
dam* zjjn: 17.250 ton 618 voet lang,
68 1/2 voet breed en 48 voet diep.
Het Landgericht te Altona heeft
zekeren Kramer uit Schiffbek tot een jaar
gevangenisstraf veroordeeld, omdat hjj zjjne
vrouw in allen vorm voor 2000 mk. aan
een rentenier had verkocht. De verplichtin
gen van beide partjjen waren in een
koopcontract nauwkeurig omschreven.
Een vermetel heerschap.
De snelle toename der groote vermogens
in Amerika beeft ook het aantal schalmen
daar zeer doen toenemen; zjj weten dat er
veel voor hen te halen is en zijn bijzonder
vindingrijk in het uitdenken van middelen,
om de rjjke Amerikanen van een deel van
hun vermogen te ontlasten. Een vaak toe
gepast middel is het oplichten van milliou-
nairs-kinderen en die dan voor een kolossu-
len losprijs aan de ouders terug te geven,
wat in den vakterm .kidnap" heet en voor
een milliounair iu Amerika is de kidnapper
heel wat gevaarlijker dan een inbreker.
Hun kinderen bewaken de millionnairs daar
om met groote angstvalligheid on toch wor
den zjj nog menigmaal door den kidnapper
verrast. Een virtuoos op dit gebied is nu
juist in handen der politie gevallen. Patrick
Crowe heet de man en hij wordt beschul
digd in 1901 don 16-jarigen zoon van mr.
Edwurd Cudahy, een schatrjjken varkous-
koopman te hebben ontvoerd. De knaap werd
gevangen gehouden in een afgelegen huis
en daar met alle onderscheiding behandeld.
Papa moest f 80.000 betalen om zjjn zoontje
terug te krijgen, hetgeen hjj deed. Pal Crowe,
die door zjjn medeplichtige is verraden, doet
geen moeite om zijn misdaad te ontkennen,
hy beroemt er zich tolfs op en heaft een
toeleg verhaald, door hem beraamd om den
pelrolcumkoning John D. Rockefeller zelf te
kidnappen, voor wien hy een losprjjs van
f 4.800.000 zou eischen. liet plan was reeds
tot een begin vau uitvoering gekomen, maar
teil slotte mislukt, doordat eeu hoofdambte
naar van den petroleumtrust, die een wrok
tegen Rockefcller had en er aan zou mede
werken, zich op het laatste oogenblik terug
trok. Om het plan ten uitvoer te brengen
was veel geld noodig eu de hoofdambtenaar
zou f 8000 v erschaffen, waarvoor hy, als
alles goed afliep, 1.200.000 gulden zou terug
krijgen. Crowe begaf zich naar Cleveland,
waar Rockefeller woont. Daar gaf hjj zich
uit voor een schatrijken Engelschman, lord
Teil, hetgeen hem goed gelukte, want hij
bezit aangename manieren en is een vol
maakt gentleman. Hjj trachtte kennisma
king uan te knoopen met Rockefcller en
ook daarin slaagde hjj. De schuim had nu
zjjn plan aldus ineengezet: Hjj zou Rocke
feller uitnoodigen een automobielrit met hem
te maken. Zoodra zij buiten Cleveland wa
ren, zouden hjj en zijn chauffeur, ook een
medeplichtige, den milliardair met revolvers
dreigen, wanneer hij zich niet gewillig liet
wegvoeren naar een huis, dat Crowe voor
zjjn ontvangst en gevangenscbup had inge-
Acht. Daar zou Rockefeller gedwongen wor
den een order aan zjjn kassier te schrjjven,
om f 4.800.000 uit te betalen op een wjjzr,
die verder werd omschreven. Het geld moest,
in goud, gebracht worden aan boord van
een kleine sleepboot, die met niet meer dan
drie koppen bemand, het Brie-meer zou over
steken naar den C&oadeeschcn oever. Een
rood licht zon de plaats aanwjjzen waar het
geld geland moest worden. De sleepboot
moest het geld in een sloep aan wal bren
gen en iu die sloep mocht zich slechts één
man bevinden. Aan den oever zou een snol-
vuurkanon zjjn opgesteld, dat, bij de minste
overtreding der voorschriften, op de sleep
boot vuren zon. Allee was gereed, toen <le
hoofdambtenaar van den petroleumlruet zich
aan de zaak onttrok en weigerde hot geld
te geven, dat voor het ten uitvoer brengeu
noodig was, zoodat de toeleg mislukte. Crowe,
die daarop door zjjn medeplichtige in de
zaak-Cudahy verraden is, werd gearresteerd,
maar hjj weigert den uaam van den hoofd
ambtenaar te noemen, door wiens schuld do
aanslag op Rockefeller is mislukt.
Tijdstippen van verzending der
Brievenmalen.
ssndiogtwsR.
Naar Oott-Indic.
D.tt» i.r Mr |,T»dn''C~'
nutste baal.
p-t-W,. j~b
Stsfitjji
f seeposk via Amsterdam. 6 sa 90 Apr 7.e.
MSprjl vis Rotterdam 80 Mrt. 7.— 's if.
Ho',, msil vis Genas 9 sa 17 Apr 7.-'s se.
Holl msil ris Msruillej 10 sn 94 |>J0's nsm.
Prsasehs msQ ris Msreille 90 Mrt.l 7.-* *8 8T.
p. Dahuhs msil ris Ntpsls*)j 10 sn 14 Apr.jlA—'smor.
Alleen nssr Afjsh, Snmst/s'a Ooetkost, Pslembsng,
Rionw, Hsnks, Bff'iton en Z.-W. Aid. vu Borneo.
Het evwig* gedeelte vu Ned. Oost-Indis wordt slleen
vp vorieaftsa dsr nfisnderi ris Napel» vorsendet.
Naar PalembangRiouie, BanJcaBilliton
m Z. W. tan Borneo
p.Kn^dseke mail vis BrtadWj 6 en 90 Apr.;S.S0
Holl. msil via Gonoa 8 an 17 7.— 'a sv.
Naar Atjeh en de Oostkust van Sumatra
p. Zngnlseke msil via Brindlai' alken Vrij dag 18.90 's mor.
p. Holl. msil ris 6«sns 8 en 17 Afr.j 7.— 't sv.
Naar Guyana (Suriname)
,j 19 on 96
I 7
p. msil vis 8t. Nsssire
Naar Curofao. Bonaire en Aruba:
p. aeeooat vla Amsterdam .1 9 aa 17 Apr.; 7.— 's sv.
p. msil ris Soatksmpton eiken Dinsdag ZM 'asem
p. mau vis Hamborg J ca Vrijdag.
(alleen op verlangen der S0 Mrt. 7.— 'a nv.
afaendars). 1
Naar St. Martin. St. Kuetalius en Saba
p. smpoet via Amsterdam .1 9 as 17 Apr.l 7.— sv.
mail ovsr Engslasd 19 es 96 j 7.— sv.
Naar Kaapland, NatalOranje-Rivier-
kolonie en Transvaal
o Ik en Vrjjdag, 8.80 's nam.
NEMEN EN GEVEN.
Te nemen eu te goven,
Is wel eeu koost in 't leven,
Die ieder niet verstaat.
Toch dient men haar te leereu,
Om 't welzjjn te vermoeren,
Ook als 'l U zelf niet baat.
Het nemen slechts begeeren
Of maar alleen waardoeren
Wat ons een ander geeft,
Zoo moet het niemand willen
Of tjjd er aan verspillen,
Wjjl 't veel van zelftucht heeft.
Te oomsn en te geven
Beoefne men ia ft leven
IAtar, waar ft met plicht niet strjjdt.
Zoo nemen en zoo geven,
Zjj allengs meer ons streven I
Ons aan die taak gewjjd
W. M. Ta*