KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor Helder, Texel, Wieringen en Anna Paulowna DE BLINDE. JÏO. 3457. Woensdag 4 April 1906. 34ste Jaargang. Bureau: Spoorstraat. Telef 51. Bureau: Konlngstr. 29. Intere-Telef. 50. Aan onze abonné's buiten de gemeente wordt beleefd ver zocht bet verschuldigde abonnementsgeld Vliegend Blaadje en Zondagsblad le kwar taal 1906, te willen overmaken per Post wissel of in postzege's vóór 5 April, zullende anderB daarover met 5 cent ver hooging per poet worden beschikt. Postwissels voor dat doel behoeven slechts met een zegel van 21/, ct. beplakt te worden. is Het Nieuwe Modeblad voor ieder die op de hoogte wil bljjven van hetgeen de mode voor«chrjjft. Het bevat practischs raalgevingen voor wie de mode niet wil verwaarloozen en toch geen groote kosten maken. Patronenbladen en duideljjke bijschriften maken 't voor ieder mogeljjk, het model zjjner keuze zeil uit te voeren. De boeiende romanwaarvan bjj elk nummer een trede°ltp in boekformaat ver schijnt, maakt het Nieuwe Modeblad nog meer belangwekkend. Het blad verschijnt twee malen per maand eu is van alle modebladen het goedkoopste. Prijs 55 cent per drie maanden, franco per post 80 cent Het biedt een schat van modellen, ook van Landwerken. Men abonneert zich bjj de uitgevers van dit blad. Met No. 13 begint bet nieuwe kwartaal en is 1 April iogegaau. Uit het Buitenland. Eindeljjk 1 de conferentie te Algeciras heeft het tot een goed einde gebracht. Zaterdag avond te zes unr kon de conferentie vast stellen dat overeenstemming op alle punten verkregen was. We hebben nimmer aan den goeden afloop getwijfeld, hoewol er tijden waren dat de toestand er donker uitzag. De kwestie kwam ons trouwens niet van zóóveel gewicht voor en waar die mogendheid, door wier toedoen de conferentie mislukt zoude zijn, den vredestoestand in Europa ernstig bedreigd zon hebben, daar was het te ver wachten, dat de betrokken regeeringen zich Iwoemaal zouden bedenken alvorens het bo shut te nemen om de onderhandelingen te doen afspringen. De vredesapostelen kunnen wrer op eon nieuw feit wijzen hoe conferentie en arbitrage beet in staat zijn, gerezen ge schillen tusschen de staten langs minnelijken weg op te lossen. Omtrent de getroffen regeling vernemen we dut de politie-conventie aangegaan is voor vijf jaren. Nederland, dat liefst van het aan wijzen van een politie-inapecteur verklaarde verschoond te willen blijven, had daarbij echter medegedeeld, dut het dit toch doen zon als do conferentie in ander geval droigen mocht tot geen resultaten te leiden. De bank- kwestie is zóó opgelost, dat Frankrijk drie aandeelen krijgt, de andere landen ieder één. De censoren voor de bank zullen worden be noemd door de Fransche-, de Engelsche- en de Spaansche bank en de Duitsche Rijksbank. Door de conferentie is eene commissie benoemd voor don tekst van de geheele overeenkomst. De polemiek in de Duitsche en de Fransche bladen over de uitlatingen van den Russischen gezant te Parijs betrekkelijk de houding der gedelegeerden te Algeciras gaan we stilzwij gend voorbij. Een dergelijk twistgeschrijf met de daaraan vastgeknoopte beschouwingen, is wel in staat de gemoederen te prikkelen, maar voert de twistenden nooit tot elkaar. Al doen de diplomaten 't dan ook veel langzamer, 't gaat dan ook veiliger. Van de 88.000 mijnwerkers die aan de stemming over de werkstaking in het Noor derdepartement in Frankrijk, deelnamen, ver klaarden zich ruim 21,000 vóór en 12.000 tegen voortzetting der staking. Een 20.000 onthielden zich. Het leidingsbestuur riep allen op tot oensgezindheid met de meerderheid. Hier en daar wordt gewerkt jammer ge noeg kwamen reeds botsingen voor. De arbeide- leiders zullen oen nieuw onderhoud hebben met de mijndirecties. In de Vereenigde Staten hebben de be sprekingen tusschen de gedelegeerden der mijnwerkers od der directies niet tot een re sultaat geleid en zijn voor onbepaalden tijd verdaagd. De staking van een half millioen mijnwerkers wordt waarschijnlijk. Men verzekert dat do tasschenkomst van president Roosevelt als scheidsrechter zal wor den ingeroepen. Het Turksch-Eogelsohe geschil over betwiste plaatsen aan de golf vau Akaba za! weldra tot het verleden behooren daar het terugtrekken der Turksche troepen reeds be gonnen is. Het besluit der Hongaarsche regeering om de verkiezingen niet binnen den grondwet- teljjken tormijn uit te schrijven heeft daar te lande nog al diepen indruk gemaakt. Velen achten eene dergelijke schending van de grondwet zelfs door don tegenwoordigen toe stand niet gerechtvaardigd. Nieuwstijdingen HELDER, 3 April 1906. Zaterdagavond had op de bovenzaal der »Werklieden-Vereeniging« eene plech tigheid plaats, die gedurende het bestaan dier vereeniging nog niet was voorgekomen. De bode en brood venter, I. Israël, was n.l. 25 jaar in dienst en bad zich gedurende dien tjjd onderscheiden door ijver, nauw gezetheid en trouwe plichtsbetrachting, Het was dan ook goed gezien van de gecombineerde vergadering te trachten, hem dien dag tot een onvergetelgkeu te maken. Bjj monde van den heer, F. H. Bos, president, werd de jubilaris recht harteljjk en vriendschappelijk toegesproken en hem een stoffelijk bljjk van belangstelling over handigd. De heeren, H. F. van baaren. vice-preeident, eu J. C. de Kok, penning meester, richtten eveneens eenige waar- deerende woorden tot Israël. Deze dankte zichtbaar bewogen voor die waardeering en belangstelling en hoopte zich dat vertrouwen nog lang waardig te mogen maken. Tot heemraad vau den Anna Puulowna Polder is bjj Kon. besluit benoemd de heer G. H. Geerligs. Door het Bnouck van Loosenfonds te Enk huizen is aan bet Provinciaal Watersnood-Comité te Middelburg f 10.000 geschonken. Uit Eukhuizen meldt men: De uitkomsten der hariugvissoherjj op de Zuiderzee hebben de vorige week mat aan de verwachting der visschers beant woord: da vangst was zeer onbevredigend. In het geheel werden alhier aangevoerd 1100 UI Zuiderzeeharing; de prjjzen vari eerden vau f 3.75 tot f 2.85 per tal (200 stuks). Te Huizen werden Vrjjdag 390.000 Btuks Zuiderzeeharing aangebracht, prjjs f 3 per tal (200 stuks). Geen opleidingsschip voor jeugdige misdadigers. Meu meldt uit Amsterdam De kans, dat wjj bier te lande een opleidingsschip voor jeugdige misdadigers krijgen, is, naar wjj vernamen, thans voor goed verkeken. De commissie, die zich in de laatst gehouden vergadering gecon stitueerd beeft, om te Amsterdam een be gin van uitvoering aan de zaak te geven, is in haar pogen om voldoende geld bjj- een te krjjgen, ten einde slechts een proef op kleiDe schaal te kannen nemen, niet geslaagd. Valsche bankbiljetten. Nader verneemt de Telegraafdat de valsche "bankjes", die te Amsterdam in omloop zijn, het eerst in Tilburg werden ontdekt. De politie daar ter stede heeft dan ook reeds een onderzoek ingesteld. Ook in Nijmegen moeten de biljetten in omloop ZQD. De kleur van tmt papier moet vrjjwel overeenkomen met die der echte bank biljetten van f 40. Het watermerk is zeer slecht afgewerkt en ontbreekt bjj sommige biljetten geheel. Ook de papiersoort moet afwijken. °Dp: Een zilvermijn. Nadat gedurende den winter bet werk zoo lang gestaakt was, is men thans weer in de nabijheid van Winterswjjk aan het graven gegaan van delfstoffen, en vooral naar zilver en ijzererts bevattende steen (zwavelkics). Eenige Duitschers houden zich hiermede onledig. Omtrent het vin den van deze pUk luiden de verhalen zeer romantisch. Men "gt. dat voor meer dan 23 jaar reeds een DuiUchm- genoemde delfstoffen heeft gevondeu. Hy moet echter hiervan vajsche munten gemaakt hebben, waarvoor hg in de gevangenis terecht kwam. Later heeft hg op zgd sterfbed aan een vriend het bestaan vau deze plek geopenbaard, en deze nu is het, die thans aan het graven is. Zeer betrouwbaar klinkt het sprookje niet. Spoorwegongeluk. Hannover, 30 Maart. Vrgdaguacht is op het station Seelze een glgoederentrein op een goederentrein geloopen en ontspoord in den verwoesten glgoederentrein liep nog eeu van de tegenovergestelde zjjde komende goederentrein. Gedood werden een conducteur van d«n glgoederentrein eu een begeleider van eeu zending levende visch uit Utrecht, wiens naam nog onbekend is. Bovendien werden licht gewond een hulpremmer en twee locomotiefstokers. De oorzaak van het ongeval is oobekend. De materieels schade is belangrjjkbet treinverkeer ernstig gestoord. De ramp van de „Britleh Klng". Donderdag 8 Maart 1906 is de Belgische stoomboot British King in de Noordzee ver gaan de kapitein en een gedeelte der ironden kwamen daarbjj om het leren, geredden zjjn nu te Antwerpen aange- on, en het Hbl. v. Antw. doelt o.m. het volgende mede uit hun verhalen In een der meest woedende stormen, die ooit in den Oceaan spookten, is de British King, een der schoonste, grootste cargo-booten van de PhooDÏxljjn, vergaan op circa 500 mijlen van Boston-vuurbaak, terwijl twee stoombooten, machteloos om jiaar to helpen, in do nabijheid waren. De heldhaftige zeelieden van de Bostoniaa en van de Mannheim streden om den voorrang met hunne officieren, om de reddingsbooten te bemannen. En de dappere gezagvoerders van beide aohepen, aarzelden niet, booten neer te laten in eene zee, waarin naar hun oordeel geen boot het twoo minuten kon uithouden. De eerste reddingsboot van de Boltonian werd tegen de romp van het schip stuk ge slagen als een eierschil en haar eerste stuurman en zes man blevun ••eu uur lang aan de omgeslagen boot vastgeklampt, alvorens tg terug aan boord konden geraken. Evenwel, gezien het gevaar, waarin de Britisch King verkeerde, aarzelden zjj niet, eene tweedo boot uit te zetten en bijna de gansche bemanning trad vooruit, om de op varenden dor British King te gaan redden, alhoewel het bijna zeker was dat zjj den dood tegemoet gingen. Deze boot bereikto het zinkende schip en redde 13 man. Doch, toen zi) terug langszij de Bostonian lag en alle opvarenden, op twee man na, aan boord waren, word ook zij stuk goslagen tegen de wanden van het schip en de gezagvoerder, tweede stuurman der Bostonian en de chef- i steward werden in het water geslingerd en slechts met moeite gered. De Dnitschers van de Mannheim waren even heldhaftigzij redden elf man en hunne boot werd ook verbrijzeld. Op de brug vau het zinkeude schip stonden de andore opvarenden geschaard, smeekend om hulp, doch alvorens deze hen bereiken kon, verdween het schip in dc diepte. leder man op de brug ging omlaag met het schip en eenigen daarvan kwamen terug boven. Doch een nieuw gevaar wachtte hun. 200 stuks vee waren meegekomen met de British j King en tegen den dood opzwommende oasen bewogen zich wanhopig op de plaats der ramp. I Hoevelen er gedood werden door die wild rondzwemmende dieren weet men niet, doch zeker ia het dat eenigen hierbij het leven verloren. Vjjf man vonden eenig wrakhout, waaraan «ich vastklampten, en vochten daar om hun leven tegen het vee. De vyf man op dit vlot werden door de Bostonian gered. Het was 11 ure 's avonds, bij maanlicht, dat do zeelieden op de Bostonian en de Mannheim den achtersteven hoog in de Incht zagen rjjzen en het schip mat den voorsteven omlaag in de diepte zinken. De wanhoopskreet der slachtoffers, die schril door de lucht weerklonk, doed de getuigen van dc ramp als verstomd cd verslagen toezien. Het gebrul der ossen volgde en dan woonde men het jjseljjke tooneel by van den stryd tusschen de in 't water rondzwemmende schipbreukelingen en het razende, dolle vee. Het was uon schouwspel, dat hot bloed letterlyk tot jjs deed stollen in de jj Dit is bet verhaal van een der Ik stond op de brng met do andere raden, toen hot schip omlaagging. Wy waren aitgeput, verstijfd van koude en hongerig, wenschten, dat er spoedig een einde zou komen aan ons lyden. En toch sloeg het onvermijde lijk einde ons den schrik om 't hart. Ik trachtte overboord te springen, doch hot te laat. Wy werden door den treiter opge- zogeu en voelde ons in de ijskoude zee benoden slenren. Plotseling hield hot zuigen op en gevoelde ik mjj los, en armen en boenen bewegend, kwam ik terug naar boven, Gods gezegende lucht inademend en mjj vastgrijpend aan der schutsels van de veestallenik kon hoofdmachinist J. B. Crawford redden on ook Adolf Beek, vierde machinist on twee stouwers vonden een onderkomen op dit vlot, dat op geweldige wjj ze danste op de baren Daar bleven wy, ons vasthoudend om ons leven te redden, tot oene stoomboot naderde, die ons kon oppikken. De ossen sloegen wanhopig, razend, wilde wanorde rond, de ongelnkkigon, die rondzwommen, door boefslagen un hoornsteken doodnnd. Tot 7 uur bleef er vee rondz' en toen dreven de ossenlyken een voor een weg. Wat een feest van ostenvleesch voorde haaien in den Oceaan Nog 13 mijnwerkers levend naar boven gebracht. Parjjs, 30 Maart. Toen om drie uur van middag door dc Patrio" hekend werd dat dertien mijnwerkers levend waren opgehaald te Billy-Montigny was de ontroering in Parjjs op ieders golaat te lezen. Men zag op straat de menschen met tranen in de oogen. Aan den ,Temps" ontleenen wjj de volgende bijzonderhedenOm zeven uur kwam een arbeidor als gek van de mjjn aangeloopen en nog bevend over zjjn heele lichaam, tot ingenieur: Mijnheer, daar staan beneden dertien levende ljjken die opgehaald willen worden I" Eerst langzamerhand brgroep men wat bjj zeggen wilde. Vyf minuten later w*. ren de machines aan den gang, en voor de fagen der toegeloopvn menschen steeg de kooi Op met de gerodden. Men steunt ze, men draagt zo en op geïmproviseerde bedden legt men hen neer. Geen kan er dadeljjk pratenze zien zwart, en hebben holle oogen en verstyfdo ledematen. Een hunner Nemy genaamd, begint te spre ken en spreekt daarna zonder ophonden en togen iedereen. Hy vertelt van de drie weken in de duisternis, terwjjl ze wisten driehon derd motor onder den grond te zjjn. Wo heb ben getracht door ons in groepen te verdoelen een uitweg te vinden, maar na een aantal lijken ontmoet te hebben die we niet telden, bepaalden we ons tot zoeken van voedsel. We hebben vergane paarden aan Slakken gesneden en dat vleeech gegeten met hooi, wortels en boomschors". Nemy had van dat grnwelyke voedsel nog bjj zich. Het ergste hebben zo geleden van dorsten kou. Niemand sliep, soms viel er een neer van uitputting. Nemy wist precies te zeggen dat het Vrjjdag was, en 30 Maart. Hy had door geregeld zjjn horloge op to winden notie gehouden van den tjjd. Do ontmoetingen van de geredden met vrouwen en moeders in rouwkleederen zjjn diep treffend geweest. De vader van Nemy huilt en lacht tegeljjk, en do marechausces en soldaten die er bjj staan doen hetzelfde. Op hun gelaat ziet mon lachen als bjj lacht en schreien als hy schroit. De correspondent die er bjjwaa zegt, dat bjj nooit in zjjn leven soo iets ontroerends bijwoonde. De dokters zjjn van meening dat de toe stank der dertien naar omstandigheden onge looflijk goed is. Hun lichaam is anders vol infectiestoffèn. Men geeft hun om de twintig minnten een lepel melk. Volgons Havas en verschillende andere be richtgevers zoudon nieuwe reddiBgen te ver wachten zjjn. De redding. De correspondent van de «Temps* vertelt hoe hy met een ingenieur stond te praten op het terrein van de mjjnbouwmaatschappjj van Courrièros, toen er een mjjnworkcr kwam aanhollen, bleek van schrik en bniten adem. «Moneer,* zei die hjjgend, «meneer daar zjjn beneden 13 lovende ljjken bjj de lift, die vragen naar boven te worden gehaald.* Lovende ljjken Wat bodooi je", vroeg de ingenieur. Ja, lovende menschen, overgebleven van de ontploffing 1* De mjjnworker, die de wonderljjke bood schap bracht, holde door om het verder to vertellen. De journalist en de ingenieur gaan naar de lift. De bak is bezig boven to komen, nog eenige seconden en de bak is boven en daar komt een aantal schimmen voor den dag, gesteund door de mjjnwerkora die van den brand komen. Het zjjn spookachtige ge stalten. Levende ljjken inderdaad, en die ljjken loopen. Een van die wezens lacht. O, een sombere, verschrikkelijke lach, die ons tot in het merg doet rillen. Dut is Némy, de aanvoerder van den troep. Er komen van alle kanten mijnwerkers en beambten aanloopen. Tjjd voor vragen en praten is er niet. Bedden om die schopeels op neer te leggen is het eerste wat cr noodig is. Gauw worden er matrassen en kussens en dekens opgehaald, er worden 18 bodden gespreid op den vloer van do ziekonzaal, die niet ver van daar is, en niet lang daarna liggen alle 13 dik toegedekt op een matras. Warmte is de eerste behoefte voor deze uit geteerde menschen, zjj klappertanden van de kon. Wat is er gebeurd Hoe is 't mogeljjk, dat nu 20 dagen nog menschen levend uit die hel komen Némy, de krachtigste van de geredde mijnwerkers, doet van zjjn bod het volgende verhaal aan do omstanders Den dag van de ontploffing heb ik mjj voortgesleept in den omtrek van schacht 3, om te ontkomen aan de gaslucht en om een uitgang te vinden. Ik herinner mjj, dat ik over een hoop ljjken heenkwam. Hoeveel weet ik niet, het was donker, maar er tallen er wel een vijftig g*|n h.bb«. Ik kroop naar hoven, tot ik niet hooger kon. Daar hoorde ik stemmen, in de buurt waren de kameraden, die nu hier naast mjj liggen. Zjj waren gevlucht in de gangen van do kolen- laag, die zjj bezig waren af te kappen. Kan je ons verlossen riep eon van hen, toen ze mjj hoorden. Helaas niet, zei ik. Ik zit evenals jnllni gevangen. In die kolengangen zjjn wjj toen acht dagen samen gebleven, naast olkaar neer gehurkt. Onze levensmiddelen raakten woldra op, en toen gingen we de schors van het stuthout knagen. Den achtsten dag zei ik tegen de luiWjj moeten ons noodzakslyk vertreden, laten we nit deze fuik zien weg te komen. En toen zjjn we de mjjn doorgetrokken, in pikkednister, zondor bepaald doel, heolomaal zonder te weten waar we waren. Maar overal kwamen we uit in kapgaDgen die dood liepen of stootten we op ingestorte gangen. Wy liepen langzaam, tastende, stjjf tegen elkaar aangedrukt, en van tjjd tot tjjd riep er een alle namen af, dat er geen onderweg verloren sou raken. Een avond kwamen we in een paardenstal terecht. Daar hebben we havor gevonden en daar hebben we weer verscheiden maal van kunnen eten. Maar twee dagen later vonden we nog iets beters, een paardenljjk. Met onze sen stukken vleesoh daar nit snyden, ging gemakkelijk. Het Ijjk was al in verregaanden stuat van ontbinding. Zoo aten wjj beurt om benrt paardevloeach om boomschors. Hier is bet overbljjsel van ons laatste maal. En Némy liet meteen een doos zien, die hy van zjjn zwerftocht had moegenomen. Daar word proviand in verzameld voor het gezelschap, dut was de voorraadkist geweest van de tochtgenooten. Een walgeljjke lucht kwam uit de doos. Daar lag een rot stuk vleeech in, en wat haverkorrels en lappen boomschors. Om drinken te hebben vingen we in onze drankfioaschen water op dat uit eon spleet sypelde, drnppel voor druppol, on dat ver mengden we mot nrine. Onze nrine bewaarden we zorgvuldig. De laatste dagen voelden we dat het niet lang moer duren zon en ik zei, dat wy in groepen verder moesten zoeken, omdat wjj dan grooter gebied konden betasten. Door telkens te roepen, zenden wjj mot elkaar voeling bljjven houden. Donderdagavond had den wjj opeens versche lacht geroken en toen wjj gingen zoeken, waar die vandaan kwam, kwamen wjj uit in de nabjjheid van een lift van schacht 2. Némy verteldo, dat hjj al die twintig dagen zjjn best had gedaan den moed er in te houden bjj zjjn lotgonooten. Nooit was hjj zjjn hoofd kwjjt geweest. Némy heeft niet ver- zuiihd zjjn horloge geregeld op te winden, en zoo wist hjj gisteren dat het 30 Maart w.t*. In de ziekenzaal kwamen inmiddels familie leden binnen van de geredde mjjnworkers. Daar komt oen vrouw binnen van 40 jaar, de weduwe Gastel, moeder van een der overlevenden. Zjj bnigt zich over haar zoon, kust hem, en vraagt: Waar is je broer? l)e jonge Gastel maakt een gebaar van ik weet het niet, en dan voert mon do moodcr weer do zaal nit. Daar is de onde Némy, die naar zyn zoon komt kjjkon. Hjj lacht ca huilt en de gendarmos die hom hobben binnengebracht, kunnen zich niet inhouden. Zjj lachen en huilen mot den diep ontroerden vader mee. Waar do dertien vooral van geleden heb ben, dat is van do koude. Zjj waren een vor- dioping lager dan de brand, en dan bjjna zon dor voedsel in die killo mijngangen. Rechtaf slapen hebben se ook niet gedaan in die 20 d.g.-. Wel waren ze aoms in een drommeligen toestand, maar Némy wilde niet dat zjj in slaap zonden vallen. Zjj moesten maar zoeken, Ook de vrouw van Némy komt do ziekoQ- saal binnen. Zjj is in rouwkleereu. Némy ziet haar, eu vraagt: Waarom ben je in do rouw? Een andere vrouw komt binnen. Zjj had bjj do ramp haar man en haar zoon verloren. Nu, na bjjna 3 weken van hopeloos verdriet, ziet zjj zo beiden woor, haar man en haar zoon, die zjj verloren had. Die vrouw was geheel gebroken. Toon zjj voor haar man stond viel zjj in zwjjm. De toestand van de dertien is naar omstan digheden vrjj goed. Hooi langzaam dient de atiëntec dokter hnn wat voedsel veroischen veel zorg. Het rotte in hun lichaam een hoeveelheid gift geprodu ceerd, ptomaine, en het gevaar voor flgomoeno vergiftiging is niet uitgesloten. Twee hebben een zeer zwakken polsdie krjjgen wal koffie. De anderen krjjgen alleen maar molk, eerst om de twintig minnten oen lepeL Allen hebben zjj erg binder van bet dag licht, na den langen nacht in du mjjn. De correspondent van do «Temps" hoeft van een der 18 nog gehoord, dat hot beste wat zjj gevonden hadden, wortels waren ge weest. Wortels voor de paarden, in den stal. Dat was oen heerljjk maal geweest. Om den uitgang waarlangs de mijnwerkers gered zjjn is het weldra zwart van menschen. De toestand van spanning on hoop van drie weken geledon keert natuurljjk terug bjj hen, wier verwanten niet onder do 13 behoort-n. En hoevelen zjjn dat? Wat betoekenen die 13 bjj de 1200, die men ten slotte had opge geven. Vooral onder de vrouwen hocrscht groote opgewondenheid, opgewondenheid en woede tegen de ingenienrs on de directeuren. Had ons maar naar beneden laten gaan, zeg gen zjj, wjj zonden onze mannon wel levend gevonden hebben! Al beslister maakt zich van de mynwerkers- bevolking van Courrièros do overtuiging mees ter, dat er velen gered hadden kunnen worden als mon maar aanstonds uit alle macht aan hot reddingswerk getogen was. De doktoren, die de uitgemergelde slacht offert behandelen, zjjn zeer tevreden over hun gezondheidstoestand, en hopen se allen in het leven te behouden. Tot dnsvorre bleven allen nog vrjj van koorts. Nadat het vnnr in schacht no. 2 van de jjn te Courrièros eerst opnieuw was uitge barsten, is men er thans weer in geslaagd het te beteugelen. Het werk bljjft echter nog uiociljjk on govaarljjk; boven het vuur bevinden zich nameljjk waterreservoirs, waar uit het water door do gescheurde stoenen op de reddingamanachappen valt, die daardoor gevaar loopen ernstige brandwonden op te doen. Bovendien zjjn de workzaamhoden zeer belemmerd door hot beswijken van een water leiding, die men sleehts met moeite weer beeft kunnen heratellen. Ook wordt de voortgang vertraagd door het feit, dat velen der mjjn- werkers die aan de werkzaamheden deelnamen, het werk hebben geslaakt, en zich tegen de □ederdaling der anderen verzetten. Daarbjj •erd een der arbeidswiUigen vrjj ernstig ge wond. De meeste Fransche bladen bevatten ern stige verwjjten aan hot adres van de mjjn- autoriteiten te Conrrièrea, die volgens hen hadden kunnen of moeten weten, dat sicli nog levende arbeiders in de mjjn bevonden. FEUILLETON. Vrjj bewerkt door AMO. Dus zooals ik reed» zeide ge moogt moed niet laten zinken, mjjnheer de graafZonder de kundigheden van mjjn collega's gering te schatten, moet ik toch zeggen, dat zjj het geval wat al te donker inzagen Onder zjjn grootte kunnen wjj uw staar nog genezen, geloof ik, maar wjj zullen eerst moeten wachten, tot die op het rechter oog ook rjjp is geworden. Gjj kunt dus ge troost do terugreis aanvaarden, of boter nog kunt tjjdeljjk hier te Berljjn wonen, bjj- voorbeeld voor een half jaar. Kom dan dik- wjjls hjj mjj, maak dageljjks eon rjjtoer, zoek zooveel mogeljjk afleiding. En nu, vaar wel mjjnheer de graaf •Tot wederziena, waarde dokter De kleine professor wenkte nogmaals een groet en verdween daarop weder achter het Graai' Manfred leunde zacht op den arm van zjjn geleider langzaam gingen zij de trap af. Het was een prachtige voorjaarsdag. De zon schitterde aan den helderen, blauwen hemelhaar licht apeeldo tusschen de groene bladeren der boomen en de lncht waa ver vuld met den heerljjken geur der bloemen. De breedo Promenade vol vrooljjke menschen. Op den rjjweg volgde de eene equipage na de andere. Jonge en jong schjjneudo dames in lichte zomerk leed jj, heeren te paard, knappe wielrjjdsters, grysaard, onde dames, zieken, heratellenden allen verkwikten zich in de stralen der zon. Graaf Manfred zuchtte. Zjjn schoon, jeugdig gelaat, zooeven nog bezield door nieuw op gewekte hoop, vertoonde nu een onuitspre kelijke treurige uitdrukking. »0 God,* riep hjj plotseling op klagenden toon, «geef mjj toch het licht der oogen terngl Waarom moet ik alleen in eeuwigen nacht op deze schoone aarde rondwandelen Ik verlang het gezicht niet, om te zien naar de heerljjke kunstwerken, door menschenhand gemaakt, maar wel om uwe wonderwerken weder te aanschonwen. Den blanken hemel met zjjn peillooze diepte wil ik zien, en do sterren, die als diamanten fonkelen en de prachtige bloemen wier geur mjj zoo menig maal heeft verkwikt.Eu dan wil ik haar zien, wier schoone, blanwe oogen, dikke vlechten en rozige lippen door de dichters geprezen worden I Zeg eens dokter, is bet waar? Mjjn hoofd is zoo in verwarring ik weet niet, of het misschien slechts verbeelding van me is sprak die man zooeven van hoop?* ,Wel zeker, Manfred, stel u daaromtrent gerust,' verzekerde dokter Ebhardt onmiddel- ljjk. «Professor Schwegger was vol hoop op een goeden uitslag. Hjj is oen autoriteitik geloof, dat wjj ons met vertrouwen aan zjjn behandeling kannen onderwerpen.* Sprak hjj niet van een half jaar Hjj zei, dat wjj ons voor een half jaar te Berljjn moeten vestigen, opdat hjj u beter zou kunnen gadeslaan.' «Ja, dii herinner ik het mjj Maar hoe zal ik dat kunnen uitstaan? Die drukte, dat rumoer om mjj heen maakt mjj van streok. Mot geheel mjjn hart word ik naar Reichenau getrokken. Ik wil niets hooren dan hot klagend geruisch der golven ik wil geen afleiding, ik verlang niets dan een plekje grond, waar men mjj met mjjn ongeluk al leen laat.* ,Dat zullen wjj hier ook vinden,, troostte de dokter. •Natnurljjk bljjven wjj niet in hel hotel. Ik zal een geschikt huis zoeken, waarin n geheel volgens uw gewoonte knnt leven. In de stad bjj den Thiergarten zjjn ook huizen met mooie tuinen." Ach ja, bezorg mjj een stille, afgelegen woning, een kleine villa met geurige bloem bedden, niet to ver van de kliniek verwjjderd. Och wat zullen wjj daar dikwjjls heen moeten Als de professor wist, welk oen marteling die bezoeken voor mjj zjjn, zon hjj er niet zoo hardnekkig aan vasthouden. Ik begrjjp niet, waarom hjj niet bjj mjj kan komen.* «Bah, dat kan ik niet gelooven.* tMaar wat scheelt er aan dokter? Waar om bljjft ge stilstaan Dokter Ebhardt was bjj de plotselinge uiting der smart van den blinde eon zjjBtraat ingeslagen, en bleef opeens voor eeu hek staan, dat een tuin afscheidde van den open baren weg. Zyn aandacht werd getrokken door een zeer hoog, ouderwetsch huis, een eind van den weg in een. tuin gebouwd, cn omringd door een met frisch groen begroeide verandadat huis met zjjn oudcrwetacho groene vensterluiken in een lusthof met bloeiende kamperfoelies en wilde rozen, be antwoordde geheel aan de wenschen van den blinde. De ruime tuin rondom het huis was rjjk aan schaduw en bevatte zulk oen schat van geurige bloemen, als mon slechts telden vindt. «Neem mjj niet kwaljjk, Manfred*, sprak de dokter, .maar het is eigenaardig. Uw wensch naar een rustige woning schjjnt spoedig vervuld te sullen worden. Ik sta voor een Hef huis met een mooien tuin, bjjna zoo mooi als die te Reichenau en hier lees ik op een aangeslagen bord: ,De net ge meubileerde bovenverdieping van deze villa is te huur voor stille menschen. Vrjj gebruik van den tuin, stalling, eigen balkons Het huis schjjnt aan eene dame te be hooren boven den ingang van het hek locs ik•Kwookerjj en handel in afgesneden van Daviada Imhoff/ ,Ua er op af, dokter, ga er dadeljjk op afl* drong de blinde. «Wat een gelnkkig toeval, dat ge deze straat ingeslagen zjjt I" Dokter Ebhardt aarzelde nog ,Maar Manfred, go knnt hier on- mogeljjk alleen bljjven. Zou het niet beter zjjn, wanneer ik straks alleen er op afging?* Noen, neen", antwoordde graaf Manfred opgewonden. «Geen uitstelBreng mjj binnen hot hek en ga dan vooruit. Als het pad goed is, zal ik u langzaam volgen." De dokter maakte het tuinhek open. Het Ijjkt me, of ik ginds het gewand van eene vrouw tusschen de boschjcs door zie misschien is dat mevrouw Imhoff zelf. Als ge het goedvindt, ga ik dadeljjk naar haar toe.' Graaf Manfred knikte toestemmend met zjjn stok voor zich nit tastende, volgde hjj den dokter. Ebhart liep 'rechtuit in de richting, waar hjj do dame dacht te vinden hjj kwam lug. vrnchtboomen van allerlei soort, langs dekt in volle I tent, waarin voorbjj be- bloemenpracht, ook voc aar in een tafel Stond, mat draden, staafjes, ringen en bind- Voor die tent stonden handwagens, gedeeltelijk beladen met mandon vol bessen daarnaast zag men korven, bloemenkasten, knipjes en potten van allerlei soort. Eindeljjk bemerkte bjj tusschen de rozen struiken een vrouweljjke gestalte, die ge wapend met een schaar en een gielortje van don eenon struik naar den anderen ging. Schoone zwaardleliën reikten haar bjjna tot de knieën, achter haar stond een jasmjjn vol geurige bloemen, die boven haar hoofd uit stak, een takje roode rozen raakte de donkere haarvlecht achter aan haar hoofd. Henr een voudige morgenjapon sloot nauw om de fraai geronde schouders, een zwarte ceintuur deed hare taille voordeelig uitkomen. Toen de dokter haar beleefd aansprak en zjj het gelaat naar hem toekeerde, kon mi slechts met moeite een kreet van verbazing onderdrnkken. Op dat slanke, jeugdige, schoongevormd© lichaam zat een hoofd met een verbazend loeljjk gelaat; het leeljjke daarvan werd slechts weinig getemperd door den rjjken haardos en de glanzende oogen. Doch toen do jonge dame begon te spreken, kon hjj opnieuw nauweljjks een kreet van verwon dering onderdrukken. Elk woord, dat van hare lippen kwam, klonk, zoo welluidend, zoo smeltend, als hjj nog nooit had gehoord. Wilt u niet wat naderbjj komen?' vroeg zjj beleefd toen de dokter het doel van zjjn komst had bekend gemaakt. Op zjjn weige ring nam zjj weder het woord on zeide «Dan zal ik u maar dadeljjk op de hoogte brengen. Mjjn vader en ik wonen geheel alleen in het benedenhuis. De tuinknechts huizen ginds.* Zjj wees op een gebouw verder in den tuin. >Het is ons zwaar gevallen ona stil leven te verlaten, financieels moeüjjk- heden dwongen ona echter daartoe. Wat rost en gemak aangaat, aal u voor alles vinden, wat u verlangt, ik u nog onder de aandacht hier beefde haar stem msrk- it mjjn vader ziek is, doch niet naar lichaameen reeks van droevige ge beurtenissen heeft hem oen •nmig zenuw- I ljjden berokkend. Hjj is genezen, maar nu en dan heeft hjj nog een vlaag, da» muziek het eenige middel, dat hem verlichting verschaft. Op zulk een dag zal het by ouh wat levendiger zyn. Ik acht hot mjjn plicht u dit mede te doelenvoor het overige kan alles naar uwe wenschen geschieden.* Neen, dat is niots voor ons," dacht do dokter. «Jammer, het Het zich zoo voor- treffeljjk aanzien. Dat lief gelegen huis, die fraaie tuin, de jonge, beminnvljjke eigenares maar een zieke, een krankzinnige mis schien, onder één dak met den graaf het is onmogeljjk, volstrekt onmogeljjlc." Voordat hjj nog woorden had gevonden, om zoo beleefd mogeljjk te zoggen, dat hjj er van afzag, klonk achter hem do stem van den bUnde, die, onder den indruk, dien oen wolloidendo vrouwenstem steeds op hem maakte, zichtbaar verheugd riep: Wit u ons dus workeljjk in uw huis op nemen, mejnflrouw? Wat eon gelukkig toe val 1 Wjj ontvluchten het drukke straatge woel, dat mjj met vrees de eerstvolgcudu maanden deed tegemoet zien, en vinden in dit groene hoekje alles, wat wjj slechts kannen verlangen.' En zich zei ven aan haar voorstellende, voegde hjj er bjj«Graai Manfred Reichenan mjjn vaderljjke vriend, leermeester, beschermer en leidsman, doctor FriU Ebhardt.' (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1906 | | pagina 1