KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor Helder, Texel, Wieringen en Anna Paulowna
DE BLINDE.
JÏO. 3457.
Woensdag 4 April 1906.
34ste Jaargang.
Bureau: Spoorstraat.
Telef 51.
Bureau: Konlngstr. 29.
Intere-Telef. 50.
Aan onze abonné's buiten de
gemeente wordt beleefd ver
zocht bet verschuldigde abonnementsgeld
Vliegend Blaadje en Zondagsblad le kwar
taal 1906, te willen overmaken per Post
wissel of in postzege's vóór 5 April,
zullende anderB daarover met 5 cent ver
hooging per poet worden beschikt.
Postwissels voor dat doel behoeven
slechts met een zegel van 21/, ct. beplakt
te worden.
is Het Nieuwe Modeblad voor ieder die op
de hoogte wil bljjven van hetgeen de
mode voor«chrjjft.
Het bevat practischs raalgevingen voor
wie de mode niet wil verwaarloozen en toch
geen groote kosten maken.
Patronenbladen en duideljjke bijschriften
maken 't voor ieder mogeljjk, het model
zjjner keuze zeil uit te voeren.
De boeiende romanwaarvan bjj elk
nummer een trede°ltp in boekformaat ver
schijnt, maakt het Nieuwe Modeblad nog
meer belangwekkend.
Het blad verschijnt twee malen per maand
eu is van alle modebladen het goedkoopste.
Prijs 55 cent per drie maanden, franco
per post 80 cent
Het biedt een schat van modellen, ook
van Landwerken.
Men abonneert zich bjj de uitgevers
van dit blad.
Met No. 13 begint bet nieuwe kwartaal
en is 1 April iogegaau.
Uit het Buitenland.
Eindeljjk 1 de conferentie te Algeciras heeft
het tot een goed einde gebracht. Zaterdag
avond te zes unr kon de conferentie vast
stellen dat overeenstemming op alle punten
verkregen was. We hebben nimmer aan den
goeden afloop getwijfeld, hoewol er tijden
waren dat de toestand er donker uitzag. De
kwestie kwam ons trouwens niet van zóóveel
gewicht voor en waar die mogendheid, door
wier toedoen de conferentie mislukt zoude
zijn, den vredestoestand in Europa ernstig
bedreigd zon hebben, daar was het te ver
wachten, dat de betrokken regeeringen zich
Iwoemaal zouden bedenken alvorens het bo
shut te nemen om de onderhandelingen te
doen afspringen. De vredesapostelen kunnen
wrer op eon nieuw feit wijzen hoe conferentie
en arbitrage beet in staat zijn, gerezen ge
schillen tusschen de staten langs minnelijken
weg op te lossen.
Omtrent de getroffen regeling vernemen we
dut de politie-conventie aangegaan is voor
vijf jaren. Nederland, dat liefst van het aan
wijzen van een politie-inapecteur verklaarde
verschoond te willen blijven, had daarbij
echter medegedeeld, dut het dit toch doen
zon als do conferentie in ander geval droigen
mocht tot geen resultaten te leiden. De bank-
kwestie is zóó opgelost, dat Frankrijk drie
aandeelen krijgt, de andere landen ieder één.
De censoren voor de bank zullen worden be
noemd door de Fransche-, de Engelsche- en
de Spaansche bank en de Duitsche Rijksbank.
Door de conferentie is eene commissie benoemd
voor don tekst van de geheele overeenkomst.
De polemiek in de Duitsche en de Fransche
bladen over de uitlatingen van den Russischen
gezant te Parijs betrekkelijk de houding der
gedelegeerden te Algeciras gaan we stilzwij
gend voorbij. Een dergelijk twistgeschrijf met
de daaraan vastgeknoopte beschouwingen, is
wel in staat de gemoederen te prikkelen, maar
voert de twistenden nooit tot elkaar. Al doen
de diplomaten 't dan ook veel langzamer, 't
gaat dan ook veiliger.
Van de 88.000 mijnwerkers die aan de
stemming over de werkstaking in het Noor
derdepartement in Frankrijk, deelnamen, ver
klaarden zich ruim 21,000 vóór en 12.000
tegen voortzetting der staking. Een 20.000
onthielden zich. Het leidingsbestuur riep allen
op tot oensgezindheid met de meerderheid.
Hier en daar wordt gewerkt jammer ge
noeg kwamen reeds botsingen voor. De arbeide-
leiders zullen oen nieuw onderhoud hebben
met de mijndirecties.
In de Vereenigde Staten hebben de be
sprekingen tusschen de gedelegeerden der
mijnwerkers od der directies niet tot een re
sultaat geleid en zijn voor onbepaalden tijd
verdaagd. De staking van een half millioen
mijnwerkers wordt waarschijnlijk.
Men verzekert dat do tasschenkomst van
president Roosevelt als scheidsrechter zal wor
den ingeroepen.
Het Turksch-Eogelsohe geschil over
betwiste plaatsen aan de golf vau Akaba za!
weldra tot het verleden behooren daar het
terugtrekken der Turksche troepen reeds be
gonnen is.
Het besluit der Hongaarsche regeering om
de verkiezingen niet binnen den grondwet-
teljjken tormijn uit te schrijven heeft daar
te lande nog al diepen indruk gemaakt. Velen
achten eene dergelijke schending van de
grondwet zelfs door don tegenwoordigen toe
stand niet gerechtvaardigd.
Nieuwstijdingen
HELDER, 3 April 1906.
Zaterdagavond had op de bovenzaal
der »Werklieden-Vereeniging« eene plech
tigheid plaats, die gedurende het bestaan
dier vereeniging nog niet was voorgekomen.
De bode en brood venter, I. Israël, was
n.l. 25 jaar in dienst en bad zich gedurende
dien tjjd onderscheiden door ijver, nauw
gezetheid en trouwe plichtsbetrachting,
Het was dan ook goed gezien van de
gecombineerde vergadering te trachten,
hem dien dag tot een onvergetelgkeu te
maken.
Bjj monde van den heer, F. H. Bos,
president, werd de jubilaris recht harteljjk
en vriendschappelijk toegesproken en hem
een stoffelijk bljjk van belangstelling over
handigd. De heeren, H. F. van baaren.
vice-preeident, eu J. C. de Kok, penning
meester, richtten eveneens eenige waar-
deerende woorden tot Israël.
Deze dankte zichtbaar bewogen voor die
waardeering en belangstelling en hoopte
zich dat vertrouwen nog lang waardig te
mogen maken.
Tot heemraad vau den Anna Puulowna
Polder is bjj Kon. besluit benoemd de heer
G. H. Geerligs.
Door het Bnouck van Loosenfonds
te Enk huizen is aan bet Provinciaal
Watersnood-Comité te Middelburg f 10.000
geschonken.
Uit Eukhuizen meldt men:
De uitkomsten der hariugvissoherjj op
de Zuiderzee hebben de vorige week mat
aan de verwachting der visschers beant
woord: da vangst was zeer onbevredigend.
In het geheel werden alhier aangevoerd
1100 UI Zuiderzeeharing; de prjjzen vari
eerden vau f 3.75 tot f 2.85 per tal (200
stuks).
Te Huizen werden Vrjjdag 390.000
Btuks Zuiderzeeharing aangebracht, prjjs
f 3 per tal (200 stuks).
Geen opleidingsschip voor jeugdige
misdadigers.
Meu meldt uit Amsterdam
De kans, dat wjj bier te lande een
opleidingsschip voor jeugdige misdadigers
krijgen, is, naar wjj vernamen, thans voor
goed verkeken. De commissie, die zich in
de laatst gehouden vergadering gecon
stitueerd beeft, om te Amsterdam een be
gin van uitvoering aan de zaak te geven,
is in haar pogen om voldoende geld bjj-
een te krjjgen, ten einde slechts een proef
op kleiDe schaal te kannen nemen, niet
geslaagd.
Valsche bankbiljetten.
Nader verneemt de Telegraafdat de
valsche "bankjes", die te Amsterdam in
omloop zijn, het eerst in Tilburg werden
ontdekt. De politie daar ter stede heeft
dan ook reeds een onderzoek ingesteld.
Ook in Nijmegen moeten de biljetten in
omloop ZQD.
De kleur van tmt papier moet vrjjwel
overeenkomen met die der echte bank
biljetten van f 40. Het watermerk is zeer
slecht afgewerkt en ontbreekt bjj sommige
biljetten geheel. Ook de papiersoort moet
afwijken.
°Dp:
Een zilvermijn.
Nadat gedurende den winter bet werk
zoo lang gestaakt was, is men thans weer
in de nabijheid van Winterswjjk aan het
graven gegaan van delfstoffen, en vooral
naar zilver en ijzererts bevattende steen
(zwavelkics). Eenige Duitschers houden
zich hiermede onledig. Omtrent het vin
den van deze pUk luiden de verhalen zeer
romantisch. Men "gt. dat voor meer dan
23 jaar reeds een DuiUchm- genoemde
delfstoffen heeft gevondeu. Hy moet echter
hiervan vajsche munten gemaakt hebben,
waarvoor hg in de gevangenis terecht
kwam. Later heeft hg op zgd sterfbed
aan een vriend het bestaan vau deze plek
geopenbaard, en deze nu is het, die thans
aan het graven is.
Zeer betrouwbaar klinkt het sprookje
niet.
Spoorwegongeluk.
Hannover, 30 Maart. Vrgdaguacht is op
het station Seelze een glgoederentrein op
een goederentrein geloopen en ontspoord
in den verwoesten glgoederentrein liep nog
eeu van de tegenovergestelde zjjde komende
goederentrein.
Gedood werden een conducteur van d«n
glgoederentrein eu een begeleider van eeu
zending levende visch uit Utrecht, wiens
naam nog onbekend is. Bovendien werden
licht gewond een hulpremmer en twee
locomotiefstokers. De oorzaak van het
ongeval is oobekend. De materieels schade
is belangrjjkbet treinverkeer ernstig
gestoord.
De ramp van de „Britleh Klng".
Donderdag 8 Maart 1906 is de Belgische
stoomboot British King in de Noordzee ver
gaan de kapitein en een gedeelte der
ironden kwamen daarbjj om het leren,
geredden zjjn nu te Antwerpen aange-
on, en het Hbl. v. Antw. doelt o.m. het
volgende mede uit hun verhalen
In een der meest woedende stormen, die
ooit in den Oceaan spookten, is de British
King, een der schoonste, grootste cargo-booten
van de PhooDÏxljjn, vergaan op circa 500
mijlen van Boston-vuurbaak, terwijl twee
stoombooten, machteloos om jiaar to helpen,
in do nabijheid waren.
De heldhaftige zeelieden van de Bostoniaa en
van de Mannheim streden om den voorrang
met hunne officieren, om de reddingsbooten
te bemannen.
En de dappere gezagvoerders van beide
aohepen, aarzelden niet, booten neer te laten
in eene zee, waarin naar hun oordeel geen
boot het twoo minuten kon uithouden.
De eerste reddingsboot van de Boltonian
werd tegen de romp van het schip stuk ge
slagen als een eierschil en haar eerste
stuurman en zes man blevun ••eu uur lang
aan de omgeslagen boot vastgeklampt, alvorens
tg terug aan boord konden geraken.
Evenwel, gezien het gevaar, waarin de
Britisch King verkeerde, aarzelden zjj niet,
eene tweedo boot uit te zetten en bijna de
gansche bemanning trad vooruit, om de op
varenden dor British King te gaan redden,
alhoewel het bijna zeker was dat zjj den
dood tegemoet gingen. Deze boot bereikto
het zinkende schip en redde 13 man. Doch,
toen zi) terug langszij de Bostonian lag en
alle opvarenden, op twee man na, aan boord
waren, word ook zij stuk goslagen tegen de
wanden van het schip en de gezagvoerder,
tweede stuurman der Bostonian en de chef- i
steward werden in het water geslingerd en
slechts met moeite gered.
De Dnitschers van de Mannheim waren
even heldhaftigzij redden elf man en hunne
boot werd ook verbrijzeld.
Op de brug vau het zinkeude schip stonden
de andore opvarenden geschaard, smeekend
om hulp, doch alvorens deze hen bereiken
kon, verdween het schip in dc diepte.
leder man op de brug ging omlaag met
het schip en eenigen daarvan kwamen terug
boven.
Doch een nieuw gevaar wachtte hun. 200
stuks vee waren meegekomen met de British j
King en tegen den dood opzwommende oasen
bewogen zich wanhopig op de plaats der ramp. I
Hoevelen er gedood werden door die wild
rondzwemmende dieren weet men niet, doch
zeker ia het dat eenigen hierbij het leven
verloren.
Vjjf man vonden eenig wrakhout, waaraan
«ich vastklampten, en vochten daar om
hun leven tegen het vee. De vyf man op
dit vlot werden door de Bostonian gered.
Het was 11 ure 's avonds, bij maanlicht, dat
do zeelieden op de Bostonian en de Mannheim
den achtersteven hoog in de Incht zagen rjjzen
en het schip mat den voorsteven omlaag in
de diepte zinken.
De wanhoopskreet der slachtoffers, die schril
door de lucht weerklonk, doed de getuigen
van dc ramp als verstomd cd verslagen
toezien. Het gebrul der ossen volgde en dan
woonde men het jjseljjke tooneel by van den
stryd tusschen de in 't water rondzwemmende
schipbreukelingen en het razende, dolle vee.
Het was uon schouwspel, dat hot bloed
letterlyk tot jjs deed stollen in de jj
Dit is bet verhaal van een der
Ik stond op de brng met do andere
raden, toen hot schip omlaagging. Wy waren
aitgeput, verstijfd van koude en hongerig,
wenschten, dat er spoedig een einde zou komen
aan ons lyden. En toch sloeg het onvermijde
lijk einde ons den schrik om 't hart. Ik
trachtte overboord te springen, doch hot
te laat. Wy werden door den treiter opge-
zogeu en voelde ons in de ijskoude zee
benoden slenren.
Plotseling hield hot zuigen op en gevoelde
ik mjj los, en armen en boenen bewegend,
kwam ik terug naar boven, Gods gezegende
lucht inademend en mjj vastgrijpend aan
der schutsels van de veestallenik kon
hoofdmachinist J. B. Crawford redden on ook
Adolf Beek, vierde machinist on twee
stouwers vonden een onderkomen op dit vlot,
dat op geweldige wjj ze danste op de baren
Daar bleven wy, ons vasthoudend om ons
leven te redden, tot oene stoomboot naderde,
die ons kon oppikken.
De ossen sloegen wanhopig, razend,
wilde wanorde rond, de ongelnkkigon, die
rondzwommen, door boefslagen un hoornsteken
doodnnd. Tot 7 uur bleef er vee rondz'
en toen dreven de ossenlyken een voor een
weg. Wat een feest van ostenvleesch voorde
haaien in den Oceaan
Nog 13 mijnwerkers levend naar boven
gebracht.
Parjjs, 30 Maart. Toen om drie uur van
middag door dc Patrio" hekend werd dat
dertien mijnwerkers levend waren opgehaald
te Billy-Montigny was de ontroering in Parjjs
op ieders golaat te lezen. Men zag op straat
de menschen met tranen in de oogen.
Aan den ,Temps" ontleenen wjj de volgende
bijzonderhedenOm zeven uur kwam een
arbeidor als gek van de mjjn aangeloopen en
nog bevend over zjjn heele lichaam, tot
ingenieur: Mijnheer, daar staan beneden
dertien levende ljjken die opgehaald willen
worden I" Eerst langzamerhand brgroep men
wat bjj zeggen wilde. Vyf minuten later w*.
ren de machines aan den gang, en voor de
fagen der toegeloopvn menschen steeg de kooi
Op met de gerodden. Men steunt ze, men draagt
zo en op geïmproviseerde bedden legt men hen
neer. Geen kan er dadeljjk pratenze zien
zwart, en hebben holle oogen en verstyfdo
ledematen.
Een hunner Nemy genaamd, begint te spre
ken en spreekt daarna zonder ophonden en
togen iedereen. Hy vertelt van de drie weken
in de duisternis, terwjjl ze wisten driehon
derd motor onder den grond te zjjn. Wo heb
ben getracht door ons in groepen te verdoelen
een uitweg te vinden, maar na een aantal
lijken ontmoet te hebben die we niet
telden, bepaalden we ons tot zoeken van
voedsel. We hebben vergane paarden aan
Slakken gesneden en dat vleeech gegeten met
hooi, wortels en boomschors". Nemy had van
dat grnwelyke voedsel nog bjj zich.
Het ergste hebben zo geleden van dorsten
kou. Niemand sliep, soms viel er een neer
van uitputting. Nemy wist precies te zeggen
dat het Vrjjdag was, en 30 Maart. Hy had
door geregeld zjjn horloge op to winden notie
gehouden van den tjjd.
Do ontmoetingen van de geredden met
vrouwen en moeders in rouwkleederen zjjn
diep treffend geweest. De vader van Nemy
huilt en lacht tegeljjk, en do marechausces
en soldaten die er bjj staan doen hetzelfde.
Op hun gelaat ziet mon lachen als bjj lacht
en schreien als hy schroit. De correspondent
die er bjjwaa zegt, dat bjj nooit in zjjn leven
soo iets ontroerends bijwoonde.
De dokters zjjn van meening dat de toe
stank der dertien naar omstandigheden onge
looflijk goed is. Hun lichaam is anders vol
infectiestoffèn. Men geeft hun om de twintig
minnten een lepel melk.
Volgons Havas en verschillende andere be
richtgevers zoudon nieuwe reddiBgen te ver
wachten zjjn.
De redding.
De correspondent van de «Temps* vertelt
hoe hy met een ingenieur stond te praten
op het terrein van de mjjnbouwmaatschappjj
van Courrièros, toen er een mjjnworkcr kwam
aanhollen, bleek van schrik en bniten adem.
«Moneer,* zei die hjjgend, «meneer daar zjjn
beneden 13 lovende ljjken bjj de lift, die
vragen naar boven te worden gehaald.*
Lovende ljjken Wat bodooi je", vroeg
de ingenieur.
Ja, lovende menschen, overgebleven van
de ontploffing 1*
De mjjnworker, die de wonderljjke bood
schap bracht, holde door om het verder to
vertellen.
De journalist en de ingenieur gaan naar
de lift. De bak is bezig boven to komen,
nog eenige seconden en de bak is boven en
daar komt een aantal schimmen voor den
dag, gesteund door de mjjnwerkora die van
den brand komen. Het zjjn spookachtige ge
stalten. Levende ljjken inderdaad, en die
ljjken loopen. Een van die wezens lacht. O,
een sombere, verschrikkelijke lach, die ons
tot in het merg doet rillen. Dut is Némy,
de aanvoerder van den troep.
Er komen van alle kanten mijnwerkers
en beambten aanloopen. Tjjd voor vragen en
praten is er niet. Bedden om die schopeels
op neer te leggen is het eerste wat cr noodig
is. Gauw worden er matrassen en kussens
en dekens opgehaald, er worden 18 bodden
gespreid op den vloer van do ziekonzaal,
die niet ver van daar is, en niet lang daarna
liggen alle 13 dik toegedekt op een matras.
Warmte is de eerste behoefte voor deze uit
geteerde menschen, zjj klappertanden van de
kon. Wat is er gebeurd Hoe is 't mogeljjk,
dat nu 20 dagen nog menschen levend uit
die hel komen Némy, de krachtigste van
de geredde mijnwerkers, doet van zjjn bod
het volgende verhaal aan do omstanders
Den dag van de ontploffing heb ik mjj
voortgesleept in den omtrek van schacht 3,
om te ontkomen aan de gaslucht en om een
uitgang te vinden. Ik herinner mjj, dat ik
over een hoop ljjken heenkwam. Hoeveel
weet ik niet, het was donker, maar er tallen
er wel een vijftig g*|n h.bb«. Ik kroop
naar hoven, tot ik niet hooger kon. Daar
hoorde ik stemmen, in de buurt waren de
kameraden, die nu hier naast mjj liggen. Zjj
waren gevlucht in de gangen van do kolen-
laag, die zjj bezig waren af te kappen.
Kan je ons verlossen riep eon van hen,
toen ze mjj hoorden. Helaas niet, zei ik. Ik
zit evenals jnllni gevangen.
In die kolengangen zjjn wjj toen acht
dagen samen gebleven, naast olkaar neer
gehurkt. Onze levensmiddelen raakten woldra
op, en toen gingen we de schors van het
stuthout knagen. Den achtsten dag zei ik
tegen de luiWjj moeten ons noodzakslyk
vertreden, laten we nit deze fuik zien weg
te komen.
En toen zjjn we de mjjn doorgetrokken, in
pikkednister, zondor bepaald doel, heolomaal
zonder te weten waar we waren. Maar overal
kwamen we uit in kapgaDgen die dood liepen
of stootten we op ingestorte gangen. Wy
liepen langzaam, tastende, stjjf tegen elkaar
aangedrukt, en van tjjd tot tjjd riep er een
alle namen af, dat er geen onderweg verloren
sou raken.
Een avond kwamen we in een paardenstal
terecht. Daar hebben we havor gevonden en
daar hebben we weer verscheiden maal van
kunnen eten. Maar twee dagen later vonden
we nog iets beters, een paardenljjk. Met onze
sen stukken vleesoh daar nit snyden, ging
gemakkelijk. Het Ijjk was al in verregaanden
stuat van ontbinding. Zoo aten wjj beurt om
benrt paardevloeach om boomschors. Hier is
bet overbljjsel van ons laatste maal.
En Némy liet meteen een doos zien, die
hy van zjjn zwerftocht had moegenomen.
Daar word proviand in verzameld voor het
gezelschap, dut was de voorraadkist geweest
van de tochtgenooten. Een walgeljjke lucht
kwam uit de doos. Daar lag een rot stuk
vleeech in, en wat haverkorrels en lappen
boomschors.
Om drinken te hebben vingen we in onze
drankfioaschen water op dat uit eon spleet
sypelde, drnppel voor druppol, on dat ver
mengden we mot nrine. Onze nrine bewaarden
we zorgvuldig.
De laatste dagen voelden we dat het niet
lang moer duren zon en ik zei, dat wy in
groepen verder moesten zoeken, omdat
wjj dan grooter gebied konden betasten. Door
telkens te roepen, zenden wjj mot elkaar
voeling bljjven houden. Donderdagavond had
den wjj opeens versche lacht geroken en toen
wjj gingen zoeken, waar die vandaan kwam,
kwamen wjj uit in de nabjjheid van een lift
van schacht 2.
Némy verteldo, dat hjj al die twintig dagen
zjjn best had gedaan den moed er in te
houden bjj zjjn lotgonooten. Nooit was hjj zjjn
hoofd kwjjt geweest. Némy heeft niet ver-
zuiihd zjjn horloge geregeld op te winden,
en zoo wist hjj gisteren dat het 30 Maart w.t*.
In de ziekenzaal kwamen inmiddels familie
leden binnen van de geredde mjjnworkers.
Daar komt oen vrouw binnen van 40 jaar,
de weduwe Gastel, moeder van een der
overlevenden. Zjj bnigt zich over haar zoon,
kust hem, en vraagt: Waar is je broer? l)e
jonge Gastel maakt een gebaar van ik weet
het niet, en dan voert mon do moodcr weer
do zaal nit. Daar is de onde Némy, die naar
zyn zoon komt kjjkon. Hjj lacht ca huilt
en de gendarmos die hom hobben
binnengebracht, kunnen zich niet inhouden.
Zjj lachen en huilen mot den diep ontroerden
vader mee.
Waar do dertien vooral van geleden heb
ben, dat is van do koude. Zjj waren een vor-
dioping lager dan de brand, en dan bjjna zon
dor voedsel in die killo mijngangen. Rechtaf
slapen hebben se ook niet gedaan in die 20
d.g.-. Wel waren ze aoms in een drommeligen
toestand, maar Némy wilde niet dat zjj in
slaap zonden vallen. Zjj moesten maar zoeken,
Ook de vrouw van Némy komt do ziekoQ-
saal binnen. Zjj is in rouwkleereu. Némy ziet
haar, eu vraagt: Waarom ben je in do rouw?
Een andere vrouw komt binnen. Zjj had bjj
do ramp haar man en haar zoon verloren. Nu,
na bjjna 3 weken van hopeloos verdriet, ziet
zjj zo beiden woor, haar man en haar zoon,
die zjj verloren had. Die vrouw was geheel
gebroken. Toon zjj voor haar man stond viel
zjj in zwjjm.
De toestand van de dertien is naar omstan
digheden vrjj goed. Hooi langzaam dient de
atiëntec
dokter hnn wat voedsel
veroischen veel zorg. Het rotte
in hun lichaam een hoeveelheid gift geprodu
ceerd, ptomaine, en het gevaar voor flgomoeno
vergiftiging is niet uitgesloten. Twee hebben
een zeer zwakken polsdie krjjgen wal koffie.
De anderen krjjgen alleen maar molk, eerst
om de twintig minnten oen lepeL
Allen hebben zjj erg binder van bet dag
licht, na den langen nacht in du mjjn.
De correspondent van do «Temps" hoeft
van een der 18 nog gehoord, dat hot beste
wat zjj gevonden hadden, wortels waren ge
weest. Wortels voor de paarden, in den stal.
Dat was oen heerljjk maal geweest.
Om den uitgang waarlangs de mijnwerkers
gered zjjn is het weldra zwart van menschen.
De toestand van spanning on hoop van drie
weken geledon keert natuurljjk terug bjj hen,
wier verwanten niet onder do 13 behoort-n.
En hoevelen zjjn dat? Wat betoekenen die
13 bjj de 1200, die men ten slotte had opge
geven. Vooral onder de vrouwen hocrscht
groote opgewondenheid, opgewondenheid en
woede tegen de ingenienrs on de directeuren.
Had ons maar naar beneden laten gaan, zeg
gen zjj, wjj zonden onze mannon wel levend
gevonden hebben!
Al beslister maakt zich van de mynwerkers-
bevolking van Courrièros do overtuiging mees
ter, dat er velen gered hadden kunnen worden
als mon maar aanstonds uit alle macht aan
hot reddingswerk getogen was.
De doktoren, die de uitgemergelde slacht
offert behandelen, zjjn zeer tevreden over hun
gezondheidstoestand, en hopen se allen in
het leven te behouden. Tot dnsvorre bleven
allen nog vrjj van koorts.
Nadat het vnnr in schacht no. 2 van de
jjn te Courrièros eerst opnieuw was uitge
barsten, is men er thans weer in geslaagd
het te beteugelen. Het werk bljjft echter nog
uiociljjk on govaarljjk; boven het vuur
bevinden zich nameljjk waterreservoirs, waar
uit het water door do gescheurde stoenen op
de reddingamanachappen valt, die daardoor
gevaar loopen ernstige brandwonden op te
doen. Bovendien zjjn de workzaamhoden zeer
belemmerd door hot beswijken van een water
leiding, die men sleehts met moeite weer beeft
kunnen heratellen. Ook wordt de voortgang
vertraagd door het feit, dat velen der mjjn-
werkers die aan de werkzaamheden deelnamen,
het werk hebben geslaakt, en zich tegen de
□ederdaling der anderen verzetten. Daarbjj
•erd een der arbeidswiUigen vrjj ernstig ge
wond.
De meeste Fransche bladen bevatten ern
stige verwjjten aan hot adres van de mjjn-
autoriteiten te Conrrièrea, die volgens hen
hadden kunnen of moeten weten, dat sicli
nog levende arbeiders in de mjjn bevonden.
FEUILLETON.
Vrjj bewerkt door AMO.
Dus zooals ik reed» zeide ge moogt
moed niet laten zinken, mjjnheer de
graafZonder de kundigheden van mjjn
collega's gering te schatten, moet ik toch
zeggen, dat zjj het geval wat al te donker
inzagen Onder zjjn grootte kunnen wjj uw
staar nog genezen, geloof ik, maar wjj zullen
eerst moeten wachten, tot die op het rechter
oog ook rjjp is geworden. Gjj kunt dus ge
troost do terugreis aanvaarden, of boter nog
kunt tjjdeljjk hier te Berljjn wonen, bjj-
voorbeeld voor een half jaar. Kom dan dik-
wjjls hjj mjj, maak dageljjks eon rjjtoer,
zoek zooveel mogeljjk afleiding. En nu, vaar
wel mjjnheer de graaf
•Tot wederziena, waarde dokter
De kleine professor wenkte nogmaals een
groet en verdween daarop weder achter het
Graai' Manfred leunde zacht op den arm
van zjjn geleider langzaam gingen zij
de trap af.
Het was een prachtige voorjaarsdag. De
zon schitterde aan den helderen, blauwen
hemelhaar licht apeeldo tusschen de groene
bladeren der boomen en de lncht waa ver
vuld met den heerljjken geur der bloemen.
De breedo Promenade vol vrooljjke menschen.
Op den rjjweg volgde de eene equipage na
de andere. Jonge en jong schjjneudo dames
in lichte zomerk leed jj, heeren te paard, knappe
wielrjjdsters, grysaard, onde dames, zieken,
heratellenden allen verkwikten zich in de
stralen der zon.
Graaf Manfred zuchtte. Zjjn schoon, jeugdig
gelaat, zooeven nog bezield door nieuw op
gewekte hoop, vertoonde nu een onuitspre
kelijke treurige uitdrukking.
»0 God,* riep hjj plotseling op klagenden
toon, «geef mjj toch het licht der oogen
terngl Waarom moet ik alleen in eeuwigen
nacht op deze schoone aarde rondwandelen
Ik verlang het gezicht niet, om te zien naar
de heerljjke kunstwerken, door menschenhand
gemaakt, maar wel om uwe wonderwerken
weder te aanschonwen. Den blanken hemel
met zjjn peillooze diepte wil ik zien, en do
sterren, die als diamanten fonkelen en de
prachtige bloemen wier geur mjj zoo menig
maal heeft verkwikt.Eu dan wil ik haar
zien, wier schoone, blanwe oogen, dikke
vlechten en rozige lippen door de dichters
geprezen worden I Zeg eens dokter, is
bet waar? Mjjn hoofd is zoo in verwarring
ik weet niet, of het misschien slechts
verbeelding van me is sprak die man
zooeven van hoop?*
,Wel zeker, Manfred, stel u daaromtrent
gerust,' verzekerde dokter Ebhardt onmiddel-
ljjk. «Professor Schwegger was vol hoop op
een goeden uitslag. Hjj is oen autoriteitik
geloof, dat wjj ons met vertrouwen aan zjjn
behandeling kannen onderwerpen.*
Sprak hjj niet van een half jaar
Hjj zei, dat wjj ons voor een half jaar te
Berljjn moeten vestigen, opdat hjj u beter
zou kunnen gadeslaan.'
«Ja, dii herinner ik het mjj Maar
hoe zal ik dat kunnen uitstaan? Die drukte,
dat rumoer om mjj heen maakt mjj van
streok. Mot geheel mjjn hart word ik naar
Reichenau getrokken. Ik wil niets hooren dan
hot klagend geruisch der golven ik wil geen
afleiding, ik verlang niets dan een plekje
grond, waar men mjj met mjjn ongeluk al
leen laat.*
,Dat zullen wjj hier ook vinden,, troostte
de dokter. •Natnurljjk bljjven wjj niet in hel
hotel. Ik zal een geschikt huis zoeken, waarin
n geheel volgens uw gewoonte knnt leven.
In de stad bjj den Thiergarten zjjn ook
huizen met mooie tuinen."
Ach ja, bezorg mjj een stille, afgelegen
woning, een kleine villa met geurige bloem
bedden, niet to ver van de kliniek verwjjderd.
Och wat zullen wjj daar dikwjjls heen moeten
Als de professor wist, welk oen marteling
die bezoeken voor mjj zjjn, zon hjj er niet
zoo hardnekkig aan vasthouden. Ik begrjjp
niet, waarom hjj niet bjj mjj kan komen.*
«Bah, dat kan ik niet gelooven.*
tMaar wat scheelt er aan dokter? Waar
om bljjft ge stilstaan
Dokter Ebhardt was bjj de plotselinge
uiting der smart van den blinde eon zjjBtraat
ingeslagen, en bleef opeens voor eeu hek
staan, dat een tuin afscheidde van den open
baren weg. Zyn aandacht werd getrokken
door een zeer hoog, ouderwetsch huis, een
eind van den weg in een. tuin gebouwd, cn
omringd door een met frisch groen begroeide
verandadat huis met zjjn oudcrwetacho
groene vensterluiken in een lusthof met
bloeiende kamperfoelies en wilde rozen, be
antwoordde geheel aan de wenschen van den
blinde. De ruime tuin rondom het huis was
rjjk aan schaduw en bevatte zulk oen schat
van geurige bloemen, als mon slechts telden
vindt.
«Neem mjj niet kwaljjk, Manfred*, sprak
de dokter, .maar het is eigenaardig.
Uw wensch naar een rustige woning schjjnt
spoedig vervuld te sullen worden. Ik sta
voor een Hef huis met een mooien tuin, bjjna
zoo mooi als die te Reichenau en hier lees
ik op een aangeslagen bord: ,De net ge
meubileerde bovenverdieping van deze villa
is te huur voor stille menschen. Vrjj gebruik
van den tuin, stalling, eigen balkons
Het huis schjjnt aan eene dame te be
hooren boven den ingang van het hek
locs ik•Kwookerjj en handel in afgesneden
van Daviada Imhoff/
,Ua er op af, dokter, ga er dadeljjk op
afl* drong de blinde. «Wat een gelnkkig
toeval, dat ge deze straat ingeslagen zjjt I"
Dokter Ebhardt aarzelde nog
,Maar Manfred, go knnt hier on-
mogeljjk alleen bljjven. Zou het niet beter
zjjn, wanneer ik straks alleen er op afging?*
Noen, neen", antwoordde graaf Manfred
opgewonden. «Geen uitstelBreng mjj binnen
hot hek en ga dan vooruit. Als het pad goed
is, zal ik u langzaam volgen."
De dokter maakte het tuinhek open.
Het Ijjkt me, of ik ginds het gewand van
eene vrouw tusschen de boschjcs door zie
misschien is dat mevrouw Imhoff zelf. Als
ge het goedvindt, ga ik dadeljjk naar haar toe.'
Graaf Manfred knikte toestemmend met
zjjn stok voor zich nit tastende, volgde hjj
den dokter.
Ebhart liep 'rechtuit in de richting, waar
hjj do dame dacht te vinden hjj kwam
lug. vrnchtboomen van allerlei soort, langs
dekt
in volle I
tent, waarin
voorbjj
be-
bloemenpracht, ook voc
aar in een tafel Stond,
mat draden, staafjes, ringen en bind-
Voor die tent stonden handwagens,
gedeeltelijk beladen met mandon vol bessen
daarnaast zag men korven, bloemenkasten,
knipjes en potten van allerlei soort.
Eindeljjk bemerkte bjj tusschen de rozen
struiken een vrouweljjke gestalte, die ge
wapend met een schaar en een gielortje van
don eenon struik naar den anderen ging.
Schoone zwaardleliën reikten haar bjjna tot
de knieën, achter haar stond een jasmjjn vol
geurige bloemen, die boven haar hoofd uit
stak, een takje roode rozen raakte de donkere
haarvlecht achter aan haar hoofd. Henr een
voudige morgenjapon sloot nauw om de fraai
geronde schouders, een zwarte ceintuur deed
hare taille voordeelig uitkomen.
Toen de dokter haar beleefd aansprak en
zjj het gelaat naar hem toekeerde, kon mi
slechts met moeite een kreet van verbazing
onderdrnkken.
Op dat slanke, jeugdige, schoongevormd©
lichaam zat een hoofd met een verbazend
loeljjk gelaat; het leeljjke daarvan werd
slechts weinig getemperd door den rjjken
haardos en de glanzende oogen. Doch toen
do jonge dame begon te spreken, kon hjj
opnieuw nauweljjks een kreet van verwon
dering onderdrukken. Elk woord, dat van
hare lippen kwam, klonk, zoo welluidend, zoo
smeltend, als hjj nog nooit had gehoord.
Wilt u niet wat naderbjj komen?' vroeg
zjj beleefd toen de dokter het doel van zjjn
komst had bekend gemaakt. Op zjjn weige
ring nam zjj weder het woord on zeide
«Dan zal ik u maar dadeljjk op de hoogte
brengen. Mjjn vader en ik wonen geheel
alleen in het benedenhuis. De tuinknechts
huizen ginds.* Zjj wees op een gebouw verder
in den tuin. >Het is ons zwaar gevallen ona
stil leven te verlaten, financieels moeüjjk-
heden dwongen ona echter daartoe.
Wat rost en gemak aangaat, aal u voor
alles vinden, wat u verlangt,
ik u nog onder de aandacht
hier beefde haar stem msrk-
it mjjn vader ziek is, doch niet
naar lichaameen reeks van droevige ge
beurtenissen heeft hem oen •nmig zenuw-
I ljjden berokkend. Hjj is genezen, maar nu
en dan heeft hjj nog een vlaag, da»
muziek het eenige middel, dat hem verlichting
verschaft. Op zulk een dag zal het by ouh
wat levendiger zyn. Ik acht hot mjjn plicht
u dit mede te doelenvoor het overige kan
alles naar uwe wenschen geschieden.*
Neen, dat is niots voor ons," dacht do
dokter. «Jammer, het Het zich zoo voor-
treffeljjk aanzien. Dat lief gelegen huis, die
fraaie tuin, de jonge, beminnvljjke eigenares
maar een zieke, een krankzinnige mis
schien, onder één dak met den graaf
het is onmogeljjk, volstrekt onmogeljjlc."
Voordat hjj nog woorden had gevonden,
om zoo beleefd mogeljjk te zoggen, dat hjj
er van afzag, klonk achter hem do stem van
den bUnde, die, onder den indruk, dien oen
wolloidendo vrouwenstem steeds op hem
maakte, zichtbaar verheugd riep:
Wit u ons dus workeljjk in uw huis op
nemen, mejnflrouw? Wat eon gelukkig toe
val 1 Wjj ontvluchten het drukke straatge
woel, dat mjj met vrees de eerstvolgcudu
maanden deed tegemoet zien, en vinden in
dit groene hoekje alles, wat wjj slechts
kannen verlangen.' En zich zei ven aan haar
voorstellende, voegde hjj er bjj«Graai
Manfred Reichenan mjjn vaderljjke vriend,
leermeester, beschermer en leidsman, doctor
FriU Ebhardt.'
(Wordt vervolgd.)