KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor HelderTexel, WSeringen en Anna Paulowna. DE BLINDE. No. 3461. Woensdag 18 April 1906. 84ste Jaargang. Bureau: Spoorstraat Telsf. 59. Bureau: Kenlngstr. 29. Intere.-Telef. 50. Abonnement Vliegend Blaadje p. 3 m. 50 et, fr. p. poet 75 ot, BuitenL f 1.25 j i Zondagsblad 37* 45 0.75 g Modeblad 55 80 0.00 I Murik. Bloemlezing >>>60>>>»85» 0.90 Voor 't Buitenland bg vooruit betaling. VERSCHIJNT DINSDAG!- EN VRIJDAGMIDDAG. Uitgevers: BEEKHOUT Co., te HELDEE. Bureaux: Spoorstraat en Koning-straat. Advertentien van 1 tot 4 regels25 Gent. Elke regel meer6 Bewjjs-exemplaar2l/« Vignetten en groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Mvertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd ijjn. Nieuwstijdingen HELDER, 17 April 1906. Naar wg vernemen zal op Zaterdag 21 April a^'a namiddags van 1 tot 3 unr, aan het Westplein alhier, bg den heer J. W. Thesen, de verkiezing gehouden worden van twee Hoofdingelanden voor den polder „het Koegras", om te voorzien in de vacatures, die in Jnni as. zullen ont staan door de periodieke aftreding van de heeren P. Glas Jz. en K. Slikker. Opgeheven. Het reddingsstatio» van de Noord- en Zoid-Hollandsche reddingmaatschappg, dat vele jaren te Den Hoorn op Texel heeft bestaan, is opgeheven. De boot is naar Amsterdam gebracht en het huisje is ver kocht. Alweer een „verwisseld" kind 7 In de kraaminrichting, verbonden aan de Rijkskweekschool voor Vroedvrouwen in de Camperstraat te Amsterdam, beviel 7 April j.1. een vrouw van den heer W. van een kind, dat dienzelfden dag door den vader bg den Bnrgerlgken Stand w^rd aangegeven als te zgn een meisje. Toen heden de man zgne vrouw in de in richting bezoeken kwam, werd hem een kind als het zjjne getoond, dat bleek een jongen te zgn. Vader en moeder honden beiden vol dat dit kind het hnnne niet is, terwjjl bet varplegitigsparsoneel even pertinent het tegendeel beweert. De vader heelt het geval bq de justitie aangegeven. Men weet dat het vorige en nog altjjd niet afgeloopen geval zich heeft afgespeeld in de Vrouwenkliniek van het Wilhelmina- Cuis, aan welker hoofd prof. Hector staat, een man van zeldzame be kwaamheid in zjja vak, wiens adviezen in allle onderdeelen daarvan wegen Ic dit verband is 't wellicht een ge lukkig toeval dat deze zelfde eminente geleerde ook deel uitmaakt van het bestuur van de inrichting in de Camperstraat en wel als adviseerend Kd („N. v. d. D.") Ketel geeprongen. Omtrent de scheepsramp bjj Sliedrecht meldt de >Dordt Ct.c nog het volgende. De >Dieu Donné VII* ligt geheel onder water, midden in de vaargeul. Het stuur- toestel, de mast en de spriet, steken boven water uit. De opzichter van het stoom wezen heeft een gewicht van de veilig heidsklep, wegende 100 K.G., dat in den Merwepolder, eenige honderde meters van den oever gevonden is, in beslag genomen, alsmede een stak van eene vlampjjp. Verder vernamen we nog, dat de boot twee stoomketels had. De stuurboordketel is gesprongen, de andece is heel gebleven. Het aohterste deel der boot is uit elkaar geslagen. Aan de waterdichte schotten schjjnt het toe te schrgven te zjjn, dat het voorste deel der boot rnim een half uur boven water gebleven is. «Verdronken zullen zgn de kapitein Gjjsbers, de 2e machinist Klootwjjk en twee personen, stokers waarvan wo de namen nog niet weten. De le machinist, Leen Klootwgk, de vader van den 2e machinist, is gered. De geredden zgn op genomen door de >Karl Schroers VIen zgn doorgegaan naar Rotterdam, behalve Klootwgk, die te Dordt is afgezet. Naar wq vernemen is deze gekwetst. Onder de geredden zgn ook de vrouw van den kapitein en de stuorman. Een ooggetuige verzekert ons, dat kg een kolom stoom, vermengd met asch en allerhande brokstukken gezien heeft van minstens 80 M. hoogte. Op Baanhoek zgn door den slag nog ruiten gesprongen. Ook vernamen we, dat de zoon van den verongelukten kapitein dienst deed als sto ker en dus mede onder de slachtoffers is. Het zioken vau het voorschip ging ge paard met een hevige beweging van het water, 't Was net of er een raderboot stond te malen, verzekerde men ons, zoo ging het water te keer. De knal en schok waarmede de ontplof- fing gepaard ging moeten alle beschrijving te boven gaan. Bg Jacob 8tuy vloog op drie honderd meter afstand van het too- neel der ramp de deur open. De vloeren onder de hooizolder van de boeren op het benedeneind lagen als bezaaid met hooi- zaad, zoo werd het hooi geschud. Zelfs in Wjjngaarden rinkelden de ruiten. Wjj spra ken een ingezetene die te Moerdijk den knal hoorde, en die de opmerking maakte dat deze niet het gevolg was van een ka nonschot, maar van eene ontploffing. Volgens hier loopende geruchten ver tegenwoordigde de >Dien Donné Vil" eene waarde vau f 40.000 en waa zjj niet ver zekerd. Brand te Dordrecht. Omtrent den ronsachtigon brand die Don derdag te Dordrecht woedde, bevat de Dordr. Ct.' het volgende: Vrijdagvoormiddag kort na 11 uur brak hier een brand uit, zoo geweldig als bg geen menschenhcagenis hier heeft plaats gehad. Hjj ontstond in den winkel der drogisterij van de firma wed. Köhn Co., Voorstraat 392, doordien, terwijl op de toonbank een pot met was stond te koken, een bediende een flesch met naphta in do nabijheid daarvan opende, ten gevolge waarvan de vluchtige gassen vlam vatten en de flesch uit elkaar sloeg. Ben vlak daarbij hangende brand- blusscher kon niet meer worden bereikt, zoodat het personeel genoodzaakt was ijlings te vluchten. In een oogwenk greep de vlam naar alle kanten om zich heen, aoodat binnen een minnot een dikke rookwolk naar buiten drorg en terstond daarop een geweldige vlammenzee naar bniton barstte. Ook de bovenverdieping stond in een oog wenk in lichter laaie eu zoo hevig was de gloed, dat reeds te llu. 15 m. het gansche huis in een vnnraee stond. Tal van ontplof fingen werden gehoord, blijkbaar het gevolg van het springen van vaten en bussen met de meest brandbare stoffen. Met geweld loeiden de vlammen over de straat en staken het tegenover liggende pand 409, modewinkel van de firma Brünings, in brand. De winkel juffrouw, mej. Streng, werd nog tjjdig door de heeren Spierdijk en Van Leeuwen daaruit gehaald en in den winkel van den heeren Linders gebracht. Op dit oogenblik verscheen de slangen- wagen der politie,- weldra gevolgd door een spuit van den betrokken kring, die het eerst water in de vuurzee wierp, maar deze was zoo geweldig, dat bevel werd gegeven de gansche brandweer te alarmeeren. Achter eenvolgens verschonen dan ook een aantal spuiten en slangenwagens ter plaatse, alsmede de rijdende stoombrandspuit. Ook het garnizoen snelde met 4 spuiten te hulp. De drijvende stoomspuit voer even den mond der Voor straathaven in, maar keerde, wegens te lagen waterstand, dadelijk terng en begaf zich naar de Spuihaven, om zoo noodig van die zijde hulp te bieden. Ook nit het naburige Zwjjndrecht rukten :or nog een vijftal spuiten aan, maar hare ilp werd niet noodig geoordeeld. Inmiddels woedde het vernielende element voort en reeds te llu. 87 m. stortte het ge le pand, waarin de brand was ontstaan, donderend geweld ineen. Enkele minnten r geschiedde hetzelfde met het aangren zende woonhuis van den heer J. H. van Heek, no. 890 en den voorgevel van het winkelhuis 400 aan de overzjjde, dat mede geheel was uitgebrand. In de keuken van het aangrenzende pand bevond zich aanvankelijk nog een persoon, de heer K., die waarschijnlijk nog hulp heeft willen bieden, maar de kluts kwjjt raakte. Met roeibooten en ladders aan de achterzijde werd getracht hem te reddenzelfs sprong een persoon daartoe in het water, maar K. schgnt op dat oogenblik weer tot besef te zgn gekomen, en kon het brandende nog ongedeerd aan de voorzijde verlaten. Nog steeds breidde de brand zich nit en tastte de verschillende aangrenzende huizen aan, met het gevolg dat ook do rgwielwinkel van den heer J. Roest no. 894 op den hoek der Dolhuisstraat, de sigarenwinkel no. 411 van den heer P. J. Paagmans geheel en de hoedenwinkel no. 413 van den heer A. J. d'Hont grootendeels vernield werden. Ook de panden no. 407, kruidenierswinkel van J. A. Simon, no. 405, beddenwinkel van L van Tgn, no. 888, hot voormalig winkelhuis van den heer J. M. Linders, thans leegstaand, en no. 386, winkel van muziek-instrumenten van den heer M. Spiering, bekwamen zeer belangrijke brand- en waterschade. Ken geluk bg al die rampen mag het zeker heeten, dat het pakhnis der firma Köhn, ge heel gevnld met hoogst brandbare stofien, dank zjj den gnnstigen wind, gespaard is gebleven (alleen het dak hoeft even gebrand), daar anders de gevolgen niet te overzien zonden zgn geweest. Stnkken vnnr vlogen naar alle richtingen rond, zoadat streng toezicht werd gehouden op de naburige Groote kerk. Hoe noodig dat was, mag wel hieruit blgken dat een meer paal in de Voorstraathaven aldus in brand geraakte, maar weldra door buren gebluscht werd. De schade is enorm en nog bjj geen be nadering to ramen zeker moor dan f 100.000. De mijnramp te Courrlèret. '•'eu correspondent van de sTagliche Rundschau maakt melding van grnweljjke geruchten, die te Coorriè'ea de ronde doen, geruchten, waar de pers tot doBverre niet mee voor den dag darft komen. Alleen de socialistische Petite Répoblipae maakt er melding van. Wg deelen die geruchten onder alle voorbehoud mede. Het zou dan zoo Roed als zeker zgn, dat tal van mijnwerkers de ontploffing hebben overleefd. Men heeft in de ransels van de lgkeu geen enkelen vuursteen met tondeldoos gevonden. Ber- thon zal toch niet olleen alle tondel op gegeten hebben. Zgn zwerftochten hebben zich bovendien slechts over een klein ge bied uitgestrekt en in dat gebied lagen niet veel lgken. Er is nog een andere omstaudigheid, die er op wijst, dat de ontploffiug bg velen niet aanstonds den dood ten gevolge had. De meeste lgken, die men vindt, zgn aan gekleed. Nu plegen de mjjnwerkerB te ar beiden met naakt bovenlijf. Zjj hebben dus tgd gehad, zich aan te kleeden en naar een uitgang te zoeken. Er stierven eenige arbeiders bg de ontploffing, maar de an- l deren zgn langzaam verhongerd of gestikt. Nog gruwelijker verhaal gaat er rood. Meer dan 600 mijnwerkers, zouden ten slotte, wanhopende aan de verlossing, el kaar met bijlslagen van het leven hebben beroofd. Dit zon de reden zgn, dat de directie die lgken niet boven durft brengen. De Vesuviut. De correspondent van de Times te Napels seint De Vesuvius heeft, behalve ongeloote- ljjke massa's asch, zooveel steen uitge braakt, vaak van de grootte van sinaas appels, dal men de stoffen, door den val kaan opgeworpen, op 40 millioen ton schat. Voorts iB er veel slgk, >roode aarde*, zout, water en zwavel losgekomen. De laatste eruptie was de vreemdste een nitbarsting van zont. Eeu dunne laag zout bedekte de sombere a9ch- en slijklaag, zoodat het heele landschap met een wit kleed bedekt scheen, nadat het eerst grjjs, dan zwart, dan weer rossig of geel geweest was. Veel menschen moeten tengevolge van de ffjne asch ernstige oogziekte gekregen hebben. De aschluag brengt dezelfde uitwerking teweeg als een dikke laag sneeuw. Ze be lemmert het verkeer en verstikt de geluiden, zelfs de stemmen der voorbijgangers. Dat alles maakt een heel vreemden indruk, vooral omdat Napels anders een der rumoe rigste steden van de wereld is. De straten verkeeren in een ellendigen toestand, maar de wegen naar Ottajano en Torre-del-Greco 'zgn er nog veel erger aan toe, en nagenoeg onbegaanbaar. De asch ligt daar 30 centi meters dik, en door deze stoflaag moeten de zware wagens gesleept worden van de ongelukkige bevolking, die op de vlocht is. De Engelsche vice-consul, die sedert zestig jaar te Napels woont, zegt dat hjj nooit een erger uitbarsting gezien heeft, en ook geen vernielender. De schade, door de ramp tot Donder dag aangericht, werd reeds op een half milliard geschat, de geruchten over het aantal verliezen aan menschenlevens schom melen tusschen 800 en 1000. Hongers nood, stortende huizen en storingen in het verkeer brengen de bevolking tot wanhoop. Wel werkt de Vesuvius, volgens de laatate berichten, niet meer zoo hevig, maar de aachregen bljjft aanhouden err de dorpen aau den Vesuvius worden langzamerhand daaronder begraven en ook Napels heeft er zwaar onder te Ijjden. Woensdag stond daar gedurende eenigen tgd het spoorweg verkeer met Rome stil. In panischen schrik vluchten de be woners van de dorpen om den Vesuvius. Waarheen is hun om het even, als ze maar uit den naasten omtrek van den moordenden berg wegkomen. De laatste trein, die Woensdag uit Annuuziata naar Napels vertrok, had in iederen coupé 12 tot 20 personen. Hoe dichter de trein in den aachregen komt, hoe grooter de angstige vrees onder de passagiers wordt. Men rjjdt langzaam en met buitengewone behoedzaamheid door de aschmassa's, die zich opstapelen voor de wegruimere der machines. Plotseling, een ruk, de locomotief is ontspoord. De trein is geblokkeerd door ach massa's Op hetzelfde oogenblik begint een steenregen. Vol angst verlaten de meesten den trein. Het observatorium, dat, zooals het heette, vernield was, bljjkt nog te bestaan en de leider, prof. Mattucci, kon geruststellende berichten, zoowel over zich en zjjn staf, als over het minder dreigend worden van het gevaar naar Napels zenden. Gaston Leroux, die voor den „Matin" naar de nitbarting is gaan kjjken, toont zich vooral getroffen door de verandering in het uiterljjk van den berg. „Eindeljjk schrjjft hjj heeft de vernielende berg zichzelf vernield, en wanneer de elementen tot kalmte gekomen zullen zgn, wanneer de natuur in het rond baar vroeger uiterljjk zal hebben herkregen, dan zal hjj de eenige zgn die door zjjn woede onherkenbaar is geworden. Hg heeft zich verstrooid in de lacht, hjj is nog slechts stof op wegen en daken. Ër is geen. Vesavius meer. Men verzekert dat zgn verheven top verdwenen is, en dat zich achter de rookwolk, die dien nog omhult, slechts een kleine verhevenheid bevindt, die door de kleinste heuveltjes van den omtrek wordt overtroffen. „Zoodra ik aan land gestapt was, ben ik den Vesuvius gaan bezoeken en ik ben den berg zoo dicht genaderd als op gevaar van stikken af mogelijk was. Maar gezien heb ik hem niet. Waar is thans de Vesu vius Overal en nergens. Over de ramp van de vallende asch schrjjft de heer Leroux De asch die de platte daken bedekt is vier maal zoo zwaar als het fijnste zand. Het is stof van asch. Slechts de smeltkroes der aarde brengt het zoo voort. Het dringt overal binnen, zoo licht is het, maar spoe dig daarop weegt het als lood. Men heeft er zich te Napels op geworpen, men heeft het verjaagd, weggeveegd, op stapels bij eengebracht, maar de stapels nemen toe en de asch bljjft vallen. De inwoners gaan uit met parapluies, niet wetend dat het stof niet alleen valt, maar ook stjjgt. Men kan er niets tegen doen. Zoo het u laat vluchten is dat met zjjn goedvinden. De lava is naast het stof niet te vreeznn. Het dringt ti in de oogen, en zonder onderscheid kleedt het allen in het grgs. Met ons honderdduizend zjjn we op het oogenblik in Napels in dezelfde uniformen gekleed. Slechts als de Oosten wind ophoudt, wordt de stad van dezen stofregen verlost. De nieuwe Duitache passagiersboot Kaiserin Auguste Victoria" zal het eerste schip zijn, dat aan boord een wintertuin zal meenemen. De tnin komt op het tweede promenadedek en zal zgn licht krjjgen door een glazen koepel in de zoldering. In den tuin zal men palmen, siergewassen en bloemen in overvloed, springende fon teiten, grotten naar het model van die te Versailles enz. vinder. Bg avond zal de geheele tnin door een groote kroon en kleine gloeilampen in den vorm van klenrige bloemen tooverachtig verlicht worden. De hersenvlies-ruggemerg-ontsteking bljjft in verschillende streken van Duitsoh- land, o. a. ook in Hannover, de Rijnpro vincie en Westfalen, heerschen. Volgens ambteljjke berichten, zjjn in Februari in het district Oppeln 164 ge vallen en 82 sterfgevalleu van die ziekte geconstateerd. In net district Brealau 8 gevallen mei 5 sterfgevallen, in het district Liegnitz kwamen 3 sterfgevallen ter kennis der overheid. In de provincie Silexië wer den 175 gevallen met 90 sterfgevallen aangegeven en in de overige provinciën 41 ziektegevallen en 21 sterfgevallen. De ziekte kwam o. a. ook in de nabjj onze grenzen gelegen plaatsen Aorioh, Manster en Aken voor. Het varken als schoothondje. Er zgn dames, die met een hondje loopen, er zgn dames die met een uiterst mal één- gedirkt hondje loopen, enkele dames loopen met aapjes, hagedisjes en schildpadden rond, ja zelfs worden er dames gevonden, die met haar eigen man nit wandelen gaan; maar dat een dame winkelt met een biggetje aan een rood, zjjden lint is tot dusverre iets noch nie dageweeenes. De eigenares van den speknek is een natunrljjk Ameri- kaaneche actrice, miss Rose Le Harte, 't Goede mensch had met haar met ver galde slofjee voorzien biggebeest dus- dadig bekjjks, dat de circulatie voor 'n tgd gestremd was, en er van winkelen niets kwam van de reclame des te meer. Van de varkens op de jjsberen, en van daar op de kameelen il n'y a qu'un pas. We beleven wèl rare tjjden. (Tel.) Parapluies. Om eene paraplnie te laten drogen, moet men haar altgd open neerzetten, met het handvatsel op den grond. Zet men haar met de pnnt naar beneden te drogen, dan verzamelt het vocht zich daar en doet de zjjde rotten en de baleinen roesten. Men moet ook eene parapluis niet in hnis opgerold of in het rakje latenwant zoo vast opgerold, sljjt de zjjde in de plooien. Bg het oprollen van eene paraplnie moet men met de eene hand de baleinen bjj het handvatsel stevig samenhouden en met de andere aan het opr ten gaan. Doet men zoo niet, dau kan zjj niet netjes worden opgerold. Te Tonbridge in Engeland is een vrouw overleden, die bleek er een zooge naamd tehuis voor zuigelingen op na te honden. Voor een flinke som geld*, nam zjj jonge kinderen aan, waarvan de ouders verlost wilden zjjn. Én in welken staat werden de vjjf kinderen, die er nu in leven waren, gevonden! De stumpers van twee tot vier jaar leken geraamten en waren onbeschrgflgk vuil. Ze sleten hun leven in een kamer samen met geiten en kongDen. De blinden voor de ramen waren altjjd dicht. De boren hebben vier van de kinderen al een jaar niet gezien. Toen de kleinen bniten kwamen, konden zg 't licht niet verdragen. Zjj zjjn nu in een armhuis opgenomen. Een jaar ot drie geleden baarde in Engeland het geval groot opzien van een welgesteld jonge dame, die met den koet sier van haar broer, bg wien ze inwoonde, wegliep en met hem trouwde. Twee dagen na het huweljjk werd zg door haar broer en een zwager van haar man weggehaald en sedert is zjj, al dan niet met haar toe stemming, van hem afgehouden. De man verwierf in een proces tegen den broer 500 pd. st. schadevergoeding wegens die ontvoering en nu heeft hjj bg den rechter een bevel verkregen, dat de vrouw binnen veertien dagen bjj haar man moet terug - keeren. De rechter vond, dat een meisje, dat op 26jarigen leeftjjd met een koetsier gaat trouwen, behoort te weten wat zjj doet en er zoo maar niet van af kan. Perzische pracht. De Schah van Perzië beeft een buiten gewoon prachtigen troon, welke de »Panwen- troon wordt genoemd, ofschoon hg niets met dien vogel gemeen heeft dan misschien alleen den gLans. Die troon bestaat nit zilver en heeft veel van een groot, fraai gevormd veldbed. Hjj is van het eene eind tot het andere en van boven tot beneden met diamanten bezet en op den achterwand straalt een ster van briljanten. Het kassen, waarop de Schah zit, is aan de hoeken versierd met allerlei kost bare edelgesteenten en het kussen, waar tegen Z. M. leu.it, is bezaaid met paarlen. Men schat de waarde van dien troon op 36 millioen gulden, en hjj is door schatten omgeven: wapenschilden en wapens, met juweelen versierd, schitterende vignet ten, schotels en schalen vol geslepen en ongeslepen edelgesteenten, paarlen enz. In de groote kaoonnenfabriek van Skoda, te Pilsen, is de ingenieur Kin Ecaegh bezig met het verbeteren van een door hem uitgevonden vizier en van een toestel tot het automatisch afvuren der scheepskanonnen. Verleden jaar zgn in de Italiaansche oorlogshaven van Spezzia proe ven met dit toestal genomen, die zoo gun stig uitvielen (n.1. 60 pet. raaksehoten iu omstandigheden, waar anders nauweljjks 2 pet treffen) dat de uitvinder thans aan verbeterde toeetellen voor rekening van Engeland bezig ia, waarmede voordat zjj afgeleverd worden, oog eerst in Pola zal geschoten worden. Met die nieuwe werk tuigen hoopt men onder de moeilgkste omstandigheden, zooals bg hooge zee, snel varen, sterken wind, bjj snelvuur 80 pet. treffers te verkrjjgen, terwjjl in den slag bjj Korea de Russen slechts 2 pet. en de Japanners 5 pot. treff -rs hadden. Voor de uitvinding van Kiss interesseeren zich alle groote zeemogendheden, omdat daar door een radicale verandering in de kunst van schieten zal teweeg gebracht worden. (»N. Rott Ct") FEUILLETON. Vrjj bewerkt door AMO. f Schreit ge, Davida? Is het mogeljjk Zjjt ge niet boos op mjj Ik bezweer u, zeg me, wat die tranen beduiden 1" Ze beduiden, graaf Manfred, dat ik trotsch ben op uwe woorden, zoo trotsch, als een vronw slechts kan zjjn op zulk een bekente nis uit den mond van hem, die haar 't dier baarst is van allen op aarde. Maar mjjoheer de graaf, ik bid u De graai liet haar niet uitspreken. H(j w»s voor haar neergeknield. Do maan ver lichtte zjjn schoon gelaat, dat hjj in geestver voering tpt haar hield opgericht. Ge zjjt dus uiot boos op mjj, Davida? Gjj stoot mjj niet van u af? O, dat is te veel geluk 14 Een heftig verlangen naar bet lokkende geluk, -een soort van bedwelming maakte zich meester van het meisje. Die heerljjke bloemengeur rondom haar, het zaoht geklater van den fontein, de oneindige sterrenhemel boven haar hoofd en dan aan hare voeten de geliefde, aan wien al haar denken, zorgen cn beminnen gewjjd waren geweest, sedert het eerste oogenblik dat zjj hem gezien had I Zjj gevoelde zich, als had een schitterende zon haar verblind. Zjj was altjjd sterk geweestzjj had al tjjd met 't volle besef den toestand overzien, dooh nu verkeerde zjj in een toestand, die haar geheel vreemd was. Hel was een soort van bedwolmende roes, die haar verstand in slaap wiegde met zoote zangen. Slechts één enkele maal aan zjjn boezem rosten en dan sterven dat was de gloei ende begeerte, die haar stormenderhand over meesterde. Doch niet lang duurde die zwakheid. Eenige oogenblikken slechts hield zjj de oogen gesloten en drukte de hand tegen haar zwoegenden boezem. Toen boog zjj over r den jongeling, en terwjjl zjj hem lang ui ophief, zeide zjj op een onbesohrjjfljjk innigen toon Wanneer het n gelukkig maakt, Manfred, al is het ook voor dit oogenblik, luister danIk heb u bemind van het eerste oogenblik af, dat ik u zag. Wees daarmee voor heden tevreden, Manfred," sprak zjj zacht, doch vastbermdon, toen de blinde baar wilde omhelzen. Later als ge genezen zjjt als ge zelf kant sien, hoeveel schoons u nog wacht, en dan nog aan ds arme leeljjke Davida denkt Verder kwam zjj niet, de stem weigerde haar den dienst. tDavida, dierbare geliefde!* riep graaf Manfred jubelend nit. .Nu wil ik alles ge duldig verdragon. Kalm wil ik mjj nn aan de gevaarljjke operatie onderwerpen. Moge het lot mjj gunstig zjjn of niot ook in den donkerstee nacht straalt voor mij de ster van het geluk Davida, de mjjno voor eeuwig Zoo traden zjj onder de veranda, waar dokter Ebhardt hen wachtte. Davida echter gevoelde, dat hjj zjjn verwjjtende blikken op haar liet rusten. Zjj verbleekte en sloeg de oogen neer, doch slechts voor eenige seconden. Toen richtte zjj met een bjjna onmerkbare beweging bet hoofd op en keek hem vast aan, als wilds ajj zeggen: Vrees niets, gjj getrouwe! Wel hebt ge slecht de wacht ge houden, doch van mjj zal uw beschermeling nooit eenig leed overkomen.- Kalm en vriendeljjk als alle avonden nam zjj afscheid van de heeren en ging de kamer van haar vader binnen. De onde heer zag er wel doodsbleek nit, maar er lag een vreedzame uitdrukking op ■jjn edel gelaat. Zjjn regelmatige ademhaling verried een rustigen slaap. Zacht, maar innig kuste Davida de langs het bed hangende bleeke hand en ging toen naar haar eigen slaapkamer. Hier eerst begaf haar de krachthet hoofd diep in de kussens begravende, barstte zjj in hartstochtelijk snikken uit. Toen zjj zoo hare smart had verlicht, richtte zjj het beschreide gelaat ten hemel en stamelde fluisterend wanhopige jammerklachten. Niomand vermoedde, welke stormen er in de borst van dit stille, ernstige meisje woedden, hoe hel water onder die stillo oppervlakte geweldig beroert werd, soodat zjj dikwjjls reden had voor de klacht. Heer, het water komt mjj aan de lippen.- Nn, in de eenzaamheid van haar eigen kamer gaf het altjjd zoo terughoudende meisje haar gemoed lucht. Zjj noemde den graaf bjj de teederste namen, vol zielsver langen riep zjj om hem. Ik heb hem zoo lief, zoo lief I Ik zon voor hem willen sterven, als hjj daardoor gelukkig werd. Ach, mocht God mjj uit deze wereld wegnemen, voordat hier zjjn schoon gelaat zich met afschuw van mjj afkeert, als bjj ziet, dat een caricatuur den spot met hem hoeft gedreven 1- Zy sprong op, nam oen licht en trad daar mee voor don spieguldoch mot een kreet van smart wendde zjj het hoofd ai en ver borg het gelaat in beide handen. •O, mjjn God 1 waarom hebt ge mjj het deel onthouden, wat aan andere vrouwen geschonken is, en waardoor zjj tot liefde en geluk bestemd worden? Waarom moot ik alleen het doornig pad der plichtsbetrachting en der zelfverloochening bewandelen Waar om kreeg ik ook niet een bekoorlijk aange zicht, waarin iedereen behagen vindt en dat liefde in de harten wekt?- Nogmaals ging zjj naar den spiegel. Schuw en mot neergeslagen oogen, als vreesde zjj baar eigen gelaat te zien, nam ajj een teekening van de marmeren oonsole en beechouwde die lang. .Isa, geliefde zusterWaarom deelde de natuur haar zoo ongeljjk nit? Je schoonheid is juist de klip geweest, waarop je gestrand bent en voor mjj zou schoonheid de hoogste zaligheid bettekenen De aanblik der teeder geliefde zuster, wier nabjjheid zjj zoolang reeds miste, bracht bet ontroerde meisje tot de werkeljjkheid terng. ,Waarheen dwalen mjjne zinnen Ik vrees, dat mjjn verstand verward raakt. Hoe kon ik een oogenblik op de gedachten komen om deze ongelukkige verstoolene nog to benjjden Was ik niot gelukkig, al dien tjjd, dat hjj hier is? Leeljjk cn vergeten als ik ben, soodat ik nooit mocht hopen, dat een stem vol tecderheid tot mjj zeggen zou Naar n verlangt mjjn hart," heb ik toch uit den beker der liefde gedronken. En komen er nog niet meer uren, dagen, weken misschien, dat ik zyn geliefde stem kan hoeren, dat ik zjjn schoon gelaat kan sien, dat ik hem zjjn lyden kan helpen dragen Met oen ruk richtto ajj zich in hare vollo lengte op, droogde haar betraande oogen m<<l beur haar, dat los om bare schondors hing, als een lange donkere mantel en begon zich toen gereed le maken om naar bed te gaan. Waarljjk, zjj had geen reden om to klagen en te schreien. Daar viel haar een lied in, dat zjj dikwjjls gezongen had Beter nog uw hart ontrust Door der liefde pjjnen, Dan 't genot van liefdelust Nooit f En dan dacht sjj aan het woord van dien anderen dichter, die als weinigen te voren het echte, edele vrouwenhart begrepen hoeft. Alleen wanneer hot zich zelve overgeeft zon der op eigen wenschen en begeerten te letten ja, dan alleen kan het genoegen vinden. Veel hooger dan eigen geluk staat hot gelok van den geliefde. Klos de waardigste van alleD. Zeeg'nen zal 'k nw keuze dan! Juichen wil ik dan en weenen Om de liefde van den man, Waar ge u zeiven voor zondt off'ren! Brak u 't hart, wat lag daar &n Zoo sprak de dichter. Haar hart zon echter niet breken. Zjj ge voelde, dat het sterk was en vol levenskracht in baar boezem klopte. De somernaoht was bjjna geheel voorbjj, toen Davida de flikkerende kaarsvlam uit blies en te bed ging. Novemberstormen loeien om bel hnis. Een Vonde noordoostenwind i-r door de toppen dor boomen, die bon ontbladerde Ukken als j naakte armen omhoog beffen naar den grauwen hemel. Ratelend slaan de kale ukken van den wilden wjjngaard tegen de vensters der veranda. Huiveringwekkend en toch vol weemoedige bekoorlijkheid ritselen de ver welkte bladeren op de modderige tuinpaden. De prachtige gewassen in potten, de groote knipen met palmen en orohideën, magnolia's, laarieren en cactussen, al wat groeit en bloeit en genrt, is overgebracht naar do plantenkassen. Van alle somersche bekoorlijk heid beroofd, levert de groote, ruime tuin een schouwspel van troostelooze verlatenheid op. Er lag snik een waas van neerslachtigheid over allee, dat selfs dokter Ebhardt zich niet kon vrjjwaren tegen een gevoel van be klemdheid, dat hem vooral drokte, toen hjj in Davida's benedenkamer op haar wachtte. En toch bracht hjj goede tjjding. De operatie aan bet linkeroog was boven verwachting goed uitgevallen, de graaf ver- koerde in een voortrefleljjken toestand. Niets kwelde hem, dan alleen bet verlies haar geliefde stem te hooren. Als ge niet wilt, dat ik ziek word, breng baar dan bjj mjj-, bad bjj gezegd, en heden vjjf dagen na de operatie hadden do goneesbeeren verlof gegeven om vrienden ot bloedverwanten bjj den patiënt toe te laten. «Het is hier nu vreeseljjk ongezellig.' mompelde de dokter in sich zelf, terwjjl hy naar de bladerlooze ranken om de veranda keek. Op de plek, waar zjj zoo menigen avond gezellig bg .W hadden gezeten, stonden nu in bonte verwarring, st->elen cn tafels, ladders, groenten man den on bundols y re r draad het geheel leverde een secr onhuiseljjken aanblik op. Het is merkwaardig, dat het weer zooveel invloed op onze ge moedstemming heeft; ik beo precies in otn stemming, alsof ik een treurige tjjding kwam brengen. Ik hoop, dat men mjj inaar niet lo lang in deze donkt-ro kamer alleen laat. Diu kast daar' bjj bodoelde de veranda •neemt allo licht wegl' (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1906 | | pagina 1