KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor HelderTexel, WSeringen en Anna Paulowna.
DE BLINDE.
No. 3461.
Woensdag 18 April 1906.
84ste Jaargang.
Bureau: Spoorstraat
Telsf. 59.
Bureau: Kenlngstr. 29.
Intere.-Telef. 50.
Abonnement
Vliegend Blaadje p. 3 m. 50 et, fr. p. poet 75 ot, BuitenL f 1.25
j i Zondagsblad 37* 45 0.75
g Modeblad 55 80 0.00
I Murik. Bloemlezing >>>60>>>»85» 0.90
Voor 't Buitenland bg vooruit betaling.
VERSCHIJNT DINSDAG!- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BEEKHOUT Co., te HELDEE.
Bureaux: Spoorstraat en Koning-straat.
Advertentien
van 1 tot 4 regels25 Gent.
Elke regel meer6
Bewjjs-exemplaar2l/«
Vignetten en groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Mvertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd ijjn.
Nieuwstijdingen
HELDER, 17 April 1906.
Naar wg vernemen zal op Zaterdag
21 April a^'a namiddags van 1 tot 3
unr, aan het Westplein alhier, bg den heer
J. W. Thesen, de verkiezing gehouden
worden van twee Hoofdingelanden voor den
polder „het Koegras", om te voorzien in
de vacatures, die in Jnni as. zullen ont
staan door de periodieke aftreding van de
heeren P. Glas Jz. en K. Slikker.
Opgeheven.
Het reddingsstatio» van de Noord- en
Zoid-Hollandsche reddingmaatschappg, dat
vele jaren te Den Hoorn op Texel heeft
bestaan, is opgeheven. De boot is naar
Amsterdam gebracht en het huisje is ver
kocht.
Alweer een „verwisseld" kind 7
In de kraaminrichting, verbonden aan
de Rijkskweekschool voor Vroedvrouwen
in de Camperstraat te Amsterdam, beviel
7 April j.1. een vrouw van den heer W.
van een kind, dat dienzelfden dag door
den vader bg den Bnrgerlgken Stand
w^rd aangegeven als te zgn een meisje.
Toen heden de man zgne vrouw in de in
richting bezoeken kwam, werd hem een
kind als het zjjne getoond, dat bleek een
jongen te zgn. Vader en moeder honden
beiden vol dat dit kind het hnnne niet
is, terwjjl bet varplegitigsparsoneel even
pertinent het tegendeel beweert.
De vader heelt het geval bq de justitie
aangegeven.
Men weet dat het vorige en nog altjjd
niet afgeloopen geval zich heeft afgespeeld
in de Vrouwenkliniek van het Wilhelmina-
Cuis, aan welker hoofd prof. Hector
staat, een man van zeldzame be
kwaamheid in zjja vak, wiens adviezen in
allle onderdeelen daarvan wegen
Ic dit verband is 't wellicht een ge
lukkig toeval dat deze zelfde eminente
geleerde ook deel uitmaakt van het bestuur
van de inrichting in de Camperstraat en
wel als adviseerend Kd („N. v. d. D.")
Ketel geeprongen.
Omtrent de scheepsramp bjj Sliedrecht
meldt de >Dordt Ct.c nog het volgende.
De >Dieu Donné VII* ligt geheel onder
water, midden in de vaargeul. Het stuur-
toestel, de mast en de spriet, steken boven
water uit. De opzichter van het stoom
wezen heeft een gewicht van de veilig
heidsklep, wegende 100 K.G., dat in den
Merwepolder, eenige honderde meters van
den oever gevonden is, in beslag genomen,
alsmede een stak van eene vlampjjp.
Verder vernamen we nog, dat de boot
twee stoomketels had. De stuurboordketel
is gesprongen, de andece is heel gebleven.
Het aohterste deel der boot is uit elkaar
geslagen. Aan de waterdichte schotten
schjjnt het toe te schrgven te zjjn, dat het
voorste deel der boot rnim een half uur
boven water gebleven is.
«Verdronken zullen zgn de kapitein
Gjjsbers, de 2e machinist Klootwjjk en
twee personen, stokers waarvan wo de
namen nog niet weten. De le machinist,
Leen Klootwgk, de vader van den 2e
machinist, is gered. De geredden zgn op
genomen door de >Karl Schroers VIen
zgn doorgegaan naar Rotterdam, behalve
Klootwgk, die te Dordt is afgezet. Naar
wq vernemen is deze gekwetst.
Onder de geredden zgn ook de vrouw
van den kapitein en de stuorman.
Een ooggetuige verzekert ons, dat kg
een kolom stoom, vermengd met asch en
allerhande brokstukken gezien heeft van
minstens 80 M. hoogte. Op Baanhoek zgn
door den slag nog ruiten gesprongen.
Ook vernamen we, dat de zoon van den
verongelukten kapitein dienst deed als sto
ker en dus mede onder de slachtoffers is.
Het zioken vau het voorschip ging ge
paard met een hevige beweging van het
water, 't Was net of er een raderboot
stond te malen, verzekerde men ons, zoo
ging het water te keer.
De knal en schok waarmede de ontplof-
fing gepaard ging moeten alle beschrijving
te boven gaan. Bg Jacob 8tuy vloog op
drie honderd meter afstand van het too-
neel der ramp de deur open. De vloeren
onder de hooizolder van de boeren op het
benedeneind lagen als bezaaid met hooi-
zaad, zoo werd het hooi geschud. Zelfs in
Wjjngaarden rinkelden de ruiten. Wjj spra
ken een ingezetene die te Moerdijk den
knal hoorde, en die de opmerking maakte
dat deze niet het gevolg was van een ka
nonschot, maar van eene ontploffing.
Volgens hier loopende geruchten ver
tegenwoordigde de >Dien Donné Vil" eene
waarde vau f 40.000 en waa zjj niet ver
zekerd.
Brand te Dordrecht.
Omtrent den ronsachtigon brand die Don
derdag te Dordrecht woedde, bevat de
Dordr. Ct.' het volgende:
Vrijdagvoormiddag kort na 11 uur brak
hier een brand uit, zoo geweldig als bg geen
menschenhcagenis hier heeft plaats gehad.
Hjj ontstond in den winkel der drogisterij
van de firma wed. Köhn Co., Voorstraat
392, doordien, terwijl op de toonbank een
pot met was stond te koken, een bediende een
flesch met naphta in do nabijheid daarvan
opende, ten gevolge waarvan de vluchtige
gassen vlam vatten en de flesch uit elkaar
sloeg. Ben vlak daarbij hangende brand-
blusscher kon niet meer worden bereikt,
zoodat het personeel genoodzaakt was ijlings
te vluchten.
In een oogwenk greep de vlam naar alle
kanten om zich heen, aoodat binnen een
minnot een dikke rookwolk naar buiten drorg
en terstond daarop een geweldige vlammenzee
naar bniton barstte.
Ook de bovenverdieping stond in een oog
wenk in lichter laaie eu zoo hevig was de
gloed, dat reeds te llu. 15 m. het gansche
huis in een vnnraee stond. Tal van ontplof
fingen werden gehoord, blijkbaar het gevolg
van het springen van vaten en bussen met
de meest brandbare stoffen. Met geweld
loeiden de vlammen over de straat en staken
het tegenover liggende pand 409, modewinkel
van de firma Brünings, in brand. De winkel
juffrouw, mej. Streng, werd nog tjjdig door
de heeren Spierdijk en Van Leeuwen daaruit
gehaald en in den winkel van den heeren
Linders gebracht.
Op dit oogenblik verscheen de slangen-
wagen der politie,- weldra gevolgd door een
spuit van den betrokken kring, die het eerst
water in de vuurzee wierp, maar deze was
zoo geweldig, dat bevel werd gegeven de
gansche brandweer te alarmeeren. Achter
eenvolgens verschonen dan ook een aantal
spuiten en slangenwagens ter plaatse, alsmede
de rijdende stoombrandspuit. Ook het garnizoen
snelde met 4 spuiten te hulp. De drijvende
stoomspuit voer even den mond der Voor
straathaven in, maar keerde, wegens te lagen
waterstand, dadelijk terng en begaf zich naar
de Spuihaven, om zoo noodig van die zijde
hulp te bieden.
Ook nit het naburige Zwjjndrecht rukten
:or nog een vijftal spuiten aan, maar hare
ilp werd niet noodig geoordeeld.
Inmiddels woedde het vernielende element
voort en reeds te llu. 87 m. stortte het ge
le pand, waarin de brand was ontstaan,
donderend geweld ineen. Enkele minnten
r geschiedde hetzelfde met het aangren
zende woonhuis van den heer J. H. van Heek,
no. 890 en den voorgevel van het winkelhuis
400 aan de overzjjde, dat mede geheel was
uitgebrand.
In de keuken van het aangrenzende pand
bevond zich aanvankelijk nog een persoon,
de heer K., die waarschijnlijk nog hulp heeft
willen bieden, maar de kluts kwjjt raakte.
Met roeibooten en ladders aan de achterzijde
werd getracht hem te reddenzelfs sprong
een persoon daartoe in het water, maar K.
schgnt op dat oogenblik weer tot besef te
zgn gekomen, en kon het brandende
nog ongedeerd aan de voorzijde verlaten.
Nog steeds breidde de brand zich nit en
tastte de verschillende aangrenzende huizen
aan, met het gevolg dat ook do rgwielwinkel
van den heer J. Roest no. 894 op den hoek
der Dolhuisstraat, de sigarenwinkel no. 411
van den heer P. J. Paagmans geheel en de
hoedenwinkel no. 413 van den heer A. J.
d'Hont grootendeels vernield werden. Ook
de panden no. 407, kruidenierswinkel van
J. A. Simon, no. 405, beddenwinkel van L
van Tgn, no. 888, hot voormalig winkelhuis
van den heer J. M. Linders, thans leegstaand,
en no. 386, winkel van muziek-instrumenten
van den heer M. Spiering, bekwamen zeer
belangrijke brand- en waterschade.
Ken geluk bg al die rampen mag het zeker
heeten, dat het pakhnis der firma Köhn, ge
heel gevnld met hoogst brandbare stofien,
dank zjj den gnnstigen wind, gespaard is
gebleven (alleen het dak hoeft even gebrand),
daar anders de gevolgen niet te overzien
zonden zgn geweest.
Stnkken vnnr vlogen naar alle richtingen
rond, zoadat streng toezicht werd gehouden
op de naburige Groote kerk. Hoe noodig dat
was, mag wel hieruit blgken dat een meer
paal in de Voorstraathaven aldus in brand
geraakte, maar weldra door buren gebluscht
werd.
De schade is enorm en nog bjj geen be
nadering to ramen zeker moor dan f 100.000.
De mijnramp te Courrlèret.
'•'eu correspondent van de sTagliche
Rundschau maakt melding van grnweljjke
geruchten, die te Coorriè'ea de ronde doen,
geruchten, waar de pers tot doBverre niet
mee voor den dag darft komen. Alleen de
socialistische Petite Répoblipae maakt er
melding van.
Wg deelen die geruchten onder alle
voorbehoud mede. Het zou dan zoo Roed
als zeker zgn, dat tal van mijnwerkers de
ontploffing hebben overleefd. Men heeft
in de ransels van de lgkeu geen enkelen
vuursteen met tondeldoos gevonden. Ber-
thon zal toch niet olleen alle tondel op
gegeten hebben. Zgn zwerftochten hebben
zich bovendien slechts over een klein ge
bied uitgestrekt en in dat gebied lagen
niet veel lgken.
Er is nog een andere omstaudigheid, die
er op wijst, dat de ontploffiug bg velen
niet aanstonds den dood ten gevolge had.
De meeste lgken, die men vindt, zgn aan
gekleed. Nu plegen de mjjnwerkerB te ar
beiden met naakt bovenlijf. Zjj hebben dus
tgd gehad, zich aan te kleeden en naar
een uitgang te zoeken. Er stierven eenige
arbeiders bg de ontploffing, maar de an-
l deren zgn langzaam verhongerd of gestikt.
Nog gruwelijker verhaal gaat er rood.
Meer dan 600 mijnwerkers, zouden ten
slotte, wanhopende aan de verlossing, el
kaar met bijlslagen van het leven hebben
beroofd. Dit zon de reden zgn, dat de
directie die lgken niet boven durft brengen.
De Vesuviut.
De correspondent van de Times te
Napels seint
De Vesuvius heeft, behalve ongeloote-
ljjke massa's asch, zooveel steen uitge
braakt, vaak van de grootte van sinaas
appels, dal men de stoffen, door den val
kaan opgeworpen, op 40 millioen ton schat.
Voorts iB er veel slgk, >roode aarde*, zout,
water en zwavel losgekomen. De laatste
eruptie was de vreemdste een nitbarsting
van zont. Eeu dunne laag zout bedekte
de sombere a9ch- en slijklaag, zoodat het
heele landschap met een wit kleed bedekt
scheen, nadat het eerst grjjs, dan zwart,
dan weer rossig of geel geweest was.
Veel menschen moeten tengevolge van de
ffjne asch ernstige oogziekte gekregen
hebben.
De aschluag brengt dezelfde uitwerking
teweeg als een dikke laag sneeuw. Ze be
lemmert het verkeer en verstikt de geluiden,
zelfs de stemmen der voorbijgangers. Dat
alles maakt een heel vreemden indruk,
vooral omdat Napels anders een der rumoe
rigste steden van de wereld is. De straten
verkeeren in een ellendigen toestand, maar
de wegen naar Ottajano en Torre-del-Greco
'zgn er nog veel erger aan toe, en nagenoeg
onbegaanbaar. De asch ligt daar 30 centi
meters dik, en door deze stoflaag moeten
de zware wagens gesleept worden van de
ongelukkige bevolking, die op de vlocht
is. De Engelsche vice-consul, die sedert
zestig jaar te Napels woont, zegt dat hjj
nooit een erger uitbarsting gezien heeft,
en ook geen vernielender.
De schade, door de ramp tot Donder
dag aangericht, werd reeds op een half
milliard geschat, de geruchten over het
aantal verliezen aan menschenlevens schom
melen tusschen 800 en 1000. Hongers
nood, stortende huizen en storingen in het
verkeer brengen de bevolking tot wanhoop.
Wel werkt de Vesuvius, volgens de laatate
berichten, niet meer zoo hevig, maar de
aachregen bljjft aanhouden err de dorpen
aau den Vesuvius worden langzamerhand
daaronder begraven en ook Napels heeft
er zwaar onder te Ijjden. Woensdag stond
daar gedurende eenigen tgd het spoorweg
verkeer met Rome stil.
In panischen schrik vluchten de be
woners van de dorpen om den Vesuvius.
Waarheen is hun om het even, als ze
maar uit den naasten omtrek van den
moordenden berg wegkomen. De laatste
trein, die Woensdag uit Annuuziata naar
Napels vertrok, had in iederen coupé 12
tot 20 personen. Hoe dichter de trein in
den aachregen komt, hoe grooter de
angstige vrees onder de passagiers wordt.
Men rjjdt langzaam en met buitengewone
behoedzaamheid door de aschmassa's, die
zich opstapelen voor de wegruimere der
machines. Plotseling, een ruk, de locomotief
is ontspoord. De trein is geblokkeerd door
ach massa's Op hetzelfde oogenblik begint
een steenregen. Vol angst verlaten de
meesten den trein.
Het observatorium, dat, zooals het heette,
vernield was, bljjkt nog te bestaan en de
leider, prof. Mattucci, kon geruststellende
berichten, zoowel over zich en zjjn staf,
als over het minder dreigend worden van
het gevaar naar Napels zenden.
Gaston Leroux, die voor den „Matin"
naar de nitbarting is gaan kjjken, toont
zich vooral getroffen door de verandering
in het uiterljjk van den berg.
„Eindeljjk schrjjft hjj heeft de
vernielende berg zichzelf vernield, en
wanneer de elementen tot kalmte gekomen
zullen zgn, wanneer de natuur in het
rond baar vroeger uiterljjk zal hebben
herkregen, dan zal hjj de eenige zgn die
door zjjn woede onherkenbaar is geworden.
Hg heeft zich verstrooid in de lacht, hjj
is nog slechts stof op wegen en daken.
Ër is geen. Vesavius meer. Men verzekert
dat zgn verheven top verdwenen is, en
dat zich achter de rookwolk, die dien nog
omhult, slechts een kleine verhevenheid
bevindt, die door de kleinste heuveltjes van
den omtrek wordt overtroffen.
„Zoodra ik aan land gestapt was, ben
ik den Vesuvius gaan bezoeken en ik ben
den berg zoo dicht genaderd als op gevaar
van stikken af mogelijk was. Maar gezien
heb ik hem niet. Waar is thans de Vesu
vius Overal en nergens.
Over de ramp van de vallende asch
schrjjft de heer Leroux
De asch die de platte daken bedekt is
vier maal zoo zwaar als het fijnste zand.
Het is stof van asch. Slechts de smeltkroes
der aarde brengt het zoo voort. Het dringt
overal binnen, zoo licht is het, maar spoe
dig daarop weegt het als lood. Men heeft
er zich te Napels op geworpen, men heeft
het verjaagd, weggeveegd, op stapels bij
eengebracht, maar de stapels nemen toe
en de asch bljjft vallen.
De inwoners gaan uit met parapluies,
niet wetend dat het stof niet alleen valt,
maar ook stjjgt. Men kan er niets tegen
doen. Zoo het u laat vluchten is dat met
zjjn goedvinden. De lava is naast het stof
niet te vreeznn. Het dringt ti in de oogen,
en zonder onderscheid kleedt het allen in
het grgs. Met ons honderdduizend zjjn we
op het oogenblik in Napels in dezelfde
uniformen gekleed. Slechts als de Oosten
wind ophoudt, wordt de stad van dezen
stofregen verlost.
De nieuwe Duitache passagiersboot
Kaiserin Auguste Victoria" zal het eerste
schip zijn, dat aan boord een wintertuin
zal meenemen. De tnin komt op het tweede
promenadedek en zal zgn licht krjjgen
door een glazen koepel in de zoldering.
In den tuin zal men palmen, siergewassen
en bloemen in overvloed, springende fon
teiten, grotten naar het model van die te
Versailles enz. vinder. Bg avond zal de
geheele tnin door een groote kroon en
kleine gloeilampen in den vorm van klenrige
bloemen tooverachtig verlicht worden.
De hersenvlies-ruggemerg-ontsteking
bljjft in verschillende streken van Duitsoh-
land, o. a. ook in Hannover, de Rijnpro
vincie en Westfalen, heerschen.
Volgens ambteljjke berichten, zjjn in
Februari in het district Oppeln 164 ge
vallen en 82 sterfgevalleu van die ziekte
geconstateerd. In net district Brealau 8
gevallen mei 5 sterfgevallen, in het district
Liegnitz kwamen 3 sterfgevallen ter kennis
der overheid. In de provincie Silexië wer
den 175 gevallen met 90 sterfgevallen
aangegeven en in de overige provinciën
41 ziektegevallen en 21 sterfgevallen. De
ziekte kwam o. a. ook in de nabjj onze
grenzen gelegen plaatsen Aorioh, Manster
en Aken voor.
Het varken als schoothondje.
Er zgn dames, die met een hondje loopen,
er zgn dames die met een uiterst mal één-
gedirkt hondje loopen, enkele dames loopen
met aapjes, hagedisjes en schildpadden rond,
ja zelfs worden er dames gevonden, die met
haar eigen man nit wandelen gaan; maar
dat een dame winkelt met een biggetje aan
een rood, zjjden lint is tot dusverre iets
noch nie dageweeenes. De eigenares van
den speknek is een natunrljjk Ameri-
kaaneche actrice, miss Rose Le Harte,
't Goede mensch had met haar met ver
galde slofjee voorzien biggebeest dus-
dadig bekjjks, dat de circulatie voor 'n tgd
gestremd was, en er van winkelen niets
kwam van de reclame des te meer.
Van de varkens op de jjsberen, en van
daar op de kameelen il n'y a qu'un
pas.
We beleven wèl rare tjjden. (Tel.)
Parapluies.
Om eene paraplnie te laten drogen,
moet men haar altgd open neerzetten,
met het handvatsel op den grond. Zet
men haar met de pnnt naar beneden te
drogen, dan verzamelt het vocht zich daar
en doet de zjjde rotten en de baleinen
roesten.
Men moet ook eene parapluis niet in
hnis opgerold of in het rakje latenwant
zoo vast opgerold, sljjt de zjjde in de
plooien.
Bg het oprollen van eene paraplnie
moet men met de eene hand de baleinen
bjj het handvatsel stevig samenhouden
en met de andere aan het opr ten gaan.
Doet men zoo niet, dau kan zjj niet netjes
worden opgerold.
Te Tonbridge in Engeland is een
vrouw overleden, die bleek er een zooge
naamd tehuis voor zuigelingen op na te
honden. Voor een flinke som geld*, nam
zjj jonge kinderen aan, waarvan de ouders
verlost wilden zjjn. Én in welken staat
werden de vjjf kinderen, die er nu in leven
waren, gevonden! De stumpers van
twee tot vier jaar leken geraamten en
waren onbeschrgflgk vuil. Ze sleten hun
leven in een kamer samen met geiten en
kongDen. De blinden voor de ramen waren
altjjd dicht. De boren hebben vier van de
kinderen al een jaar niet gezien. Toen de
kleinen bniten kwamen, konden zg 't licht
niet verdragen. Zjj zjjn nu in een armhuis
opgenomen.
Een jaar ot drie geleden baarde in
Engeland het geval groot opzien van een
welgesteld jonge dame, die met den koet
sier van haar broer, bg wien ze inwoonde,
wegliep en met hem trouwde. Twee dagen
na het huweljjk werd zg door haar broer
en een zwager van haar man weggehaald
en sedert is zjj, al dan niet met haar toe
stemming, van hem afgehouden. De man
verwierf in een proces tegen den broer
500 pd. st. schadevergoeding wegens die
ontvoering en nu heeft hjj bg den rechter
een bevel verkregen, dat de vrouw binnen
veertien dagen bjj haar man moet terug -
keeren. De rechter vond, dat een meisje,
dat op 26jarigen leeftjjd met een koetsier
gaat trouwen, behoort te weten wat zjj
doet en er zoo maar niet van af kan.
Perzische pracht.
De Schah van Perzië beeft een buiten
gewoon prachtigen troon, welke de »Panwen-
troon wordt genoemd, ofschoon hg niets
met dien vogel gemeen heeft dan misschien
alleen den gLans.
Die troon bestaat nit zilver en heeft
veel van een groot, fraai gevormd veldbed.
Hjj is van het eene eind tot het andere
en van boven tot beneden met diamanten
bezet en op den achterwand straalt een
ster van briljanten.
Het kassen, waarop de Schah zit, is
aan de hoeken versierd met allerlei kost
bare edelgesteenten en het kussen, waar
tegen Z. M. leu.it, is bezaaid met paarlen.
Men schat de waarde van dien troon op
36 millioen gulden, en hjj is door schatten
omgeven: wapenschilden en wapens, met
juweelen versierd, schitterende vignet
ten, schotels en schalen vol geslepen en
ongeslepen edelgesteenten, paarlen enz.
In de groote kaoonnenfabriek van
Skoda, te Pilsen, is de ingenieur Kin
Ecaegh bezig met het verbeteren van een
door hem uitgevonden vizier en van een
toestel tot het automatisch afvuren der
scheepskanonnen. Verleden jaar zgn in de
Italiaansche oorlogshaven van Spezzia proe
ven met dit toestal genomen, die zoo gun
stig uitvielen (n.1. 60 pet. raaksehoten iu
omstandigheden, waar anders nauweljjks
2 pet treffen) dat de uitvinder thans aan
verbeterde toeetellen voor rekening van
Engeland bezig ia, waarmede voordat zjj
afgeleverd worden, oog eerst in Pola zal
geschoten worden. Met die nieuwe werk
tuigen hoopt men onder de moeilgkste
omstandigheden, zooals bg hooge zee, snel
varen, sterken wind, bjj snelvuur 80 pet.
treffers te verkrjjgen, terwjjl in den slag
bjj Korea de Russen slechts 2 pet. en de
Japanners 5 pot. treff -rs hadden. Voor de
uitvinding van Kiss interesseeren zich
alle groote zeemogendheden, omdat daar
door een radicale verandering in de kunst
van schieten zal teweeg gebracht worden.
(»N. Rott Ct")
FEUILLETON.
Vrjj bewerkt door AMO.
f Schreit ge, Davida? Is het mogeljjk Zjjt
ge niet boos op mjj Ik bezweer u, zeg me,
wat die tranen beduiden 1"
Ze beduiden, graaf Manfred, dat ik trotsch
ben op uwe woorden, zoo trotsch, als een
vronw slechts kan zjjn op zulk een bekente
nis uit den mond van hem, die haar 't dier
baarst is van allen op aarde. Maar mjjoheer
de graaf, ik bid u
De graai liet haar niet uitspreken. H(j
w»s voor haar neergeknield. Do maan ver
lichtte zjjn schoon gelaat, dat hjj in geestver
voering tpt haar hield opgericht.
Ge zjjt dus uiot boos op mjj, Davida?
Gjj stoot mjj niet van u af? O, dat is
te veel geluk 14
Een heftig verlangen naar bet lokkende
geluk, -een soort van bedwelming maakte
zich meester van het meisje. Die heerljjke
bloemengeur rondom haar, het zaoht geklater
van den fontein, de oneindige sterrenhemel
boven haar hoofd en dan aan hare voeten
de geliefde, aan wien al haar denken, zorgen
cn beminnen gewjjd waren geweest, sedert
het eerste oogenblik dat zjj hem gezien had I
Zjj gevoelde zich, als had een schitterende
zon haar verblind.
Zjj was altjjd sterk geweestzjj had al
tjjd met 't volle besef den toestand overzien,
dooh nu verkeerde zjj in een toestand, die
haar geheel vreemd was. Hel was een soort
van bedwolmende roes, die haar verstand in
slaap wiegde met zoote zangen.
Slechts één enkele maal aan zjjn boezem
rosten en dan sterven dat was de gloei
ende begeerte, die haar stormenderhand over
meesterde.
Doch niet lang duurde die zwakheid.
Eenige oogenblikken slechts hield zjj de oogen
gesloten en drukte de hand tegen haar
zwoegenden boezem. Toen boog zjj over
r den jongeling, en terwjjl zjj hem lang
ui ophief, zeide zjj op een onbesohrjjfljjk
innigen toon
Wanneer het n gelukkig maakt, Manfred,
al is het ook voor dit oogenblik, luister
danIk heb u bemind van het eerste
oogenblik af, dat ik u zag. Wees daarmee
voor heden tevreden, Manfred," sprak zjj
zacht, doch vastbermdon, toen de blinde baar
wilde omhelzen. Later als ge genezen
zjjt als ge zelf kant sien, hoeveel schoons
u nog wacht, en dan nog aan ds arme
leeljjke Davida denkt
Verder kwam zjj niet, de stem weigerde
haar den dienst.
tDavida, dierbare geliefde!* riep graaf
Manfred jubelend nit. .Nu wil ik alles ge
duldig verdragon. Kalm wil ik mjj nn aan
de gevaarljjke operatie onderwerpen. Moge
het lot mjj gunstig zjjn of niot ook in
den donkerstee nacht straalt voor mij de
ster van het geluk Davida, de mjjno
voor eeuwig
Zoo traden zjj onder de veranda, waar
dokter Ebhardt hen wachtte. Davida echter
gevoelde, dat hjj zjjn verwjjtende blikken op
haar liet rusten. Zjj verbleekte en sloeg de
oogen neer, doch slechts voor eenige seconden.
Toen richtte zjj met een bjjna onmerkbare
beweging bet hoofd op en keek hem vast
aan, als wilds ajj zeggen: Vrees niets, gjj
getrouwe! Wel hebt ge slecht de wacht ge
houden, doch van mjj zal uw beschermeling
nooit eenig leed overkomen.-
Kalm en vriendeljjk als alle avonden nam
zjj afscheid van de heeren en ging de kamer
van haar vader binnen.
De onde heer zag er wel doodsbleek nit,
maar er lag een vreedzame uitdrukking op
■jjn edel gelaat. Zjjn regelmatige ademhaling
verried een rustigen slaap. Zacht, maar innig
kuste Davida de langs het bed hangende
bleeke hand en ging toen naar haar eigen
slaapkamer.
Hier eerst begaf haar de krachthet hoofd
diep in de kussens begravende, barstte zjj in
hartstochtelijk snikken uit. Toen zjj zoo hare
smart had verlicht, richtte zjj het beschreide
gelaat ten hemel en stamelde fluisterend
wanhopige jammerklachten.
Niomand vermoedde, welke stormen er in
de borst van dit stille, ernstige meisje
woedden, hoe hel water onder die stillo
oppervlakte geweldig beroert werd, soodat
zjj dikwjjls reden had voor de klacht.
Heer, het water komt mjj aan de lippen.-
Nn, in de eenzaamheid van haar eigen
kamer gaf het altjjd zoo terughoudende
meisje haar gemoed lucht. Zjj noemde den
graaf bjj de teederste namen, vol zielsver
langen riep zjj om hem.
Ik heb hem zoo lief, zoo lief I Ik zon
voor hem willen sterven, als hjj daardoor
gelukkig werd. Ach, mocht God mjj uit deze
wereld wegnemen, voordat hier zjjn schoon
gelaat zich met afschuw van mjj afkeert,
als bjj ziet, dat een caricatuur den spot met
hem hoeft gedreven 1-
Zy sprong op, nam oen licht en trad daar
mee voor don spieguldoch mot een kreet
van smart wendde zjj het hoofd ai en ver
borg het gelaat in beide handen.
•O, mjjn God 1 waarom hebt ge mjj het
deel onthouden, wat aan andere vrouwen
geschonken is, en waardoor zjj tot liefde en
geluk bestemd worden? Waarom moot ik
alleen het doornig pad der plichtsbetrachting
en der zelfverloochening bewandelen Waar
om kreeg ik ook niet een bekoorlijk aange
zicht, waarin iedereen behagen vindt en dat
liefde in de harten wekt?-
Nogmaals ging zjj naar den spiegel.
Schuw en mot neergeslagen oogen, als
vreesde zjj baar eigen gelaat te zien, nam
ajj een teekening van de marmeren oonsole
en beechouwde die lang.
.Isa, geliefde zusterWaarom deelde de
natuur haar zoo ongeljjk nit? Je schoonheid
is juist de klip geweest, waarop je gestrand
bent en voor mjj zou schoonheid de hoogste
zaligheid bettekenen
De aanblik der teeder geliefde zuster, wier
nabjjheid zjj zoolang reeds miste, bracht bet
ontroerde meisje tot de werkeljjkheid terng.
,Waarheen dwalen mjjne zinnen Ik vrees,
dat mjjn verstand verward raakt.
Hoe kon ik een oogenblik op de gedachten
komen om deze ongelukkige verstoolene nog
to benjjden Was ik niot gelukkig, al dien
tjjd, dat hjj hier is? Leeljjk cn vergeten als
ik ben, soodat ik nooit mocht hopen, dat
een stem vol tecderheid tot mjj zeggen zou
Naar n verlangt mjjn hart," heb ik toch
uit den beker der liefde gedronken. En
komen er nog niet meer uren, dagen, weken
misschien, dat ik zyn geliefde stem kan
hoeren, dat ik zjjn schoon gelaat kan sien,
dat ik hem zjjn lyden kan helpen dragen
Met oen ruk richtto ajj zich in hare vollo
lengte op, droogde haar betraande oogen
m<<l beur haar, dat los om bare schondors
hing, als een lange donkere mantel en begon
zich toen gereed le maken om naar bed te gaan.
Waarljjk, zjj had geen reden om to klagen
en te schreien. Daar viel haar een lied in,
dat zjj dikwjjls gezongen had
Beter nog uw hart ontrust
Door der liefde pjjnen,
Dan 't genot van liefdelust
Nooit f
En dan dacht sjj aan het woord van dien
anderen dichter, die als weinigen te voren
het echte, edele vrouwenhart begrepen hoeft.
Alleen wanneer hot zich zelve overgeeft zon
der op eigen wenschen en begeerten te letten
ja, dan alleen kan het genoegen vinden.
Veel hooger dan eigen geluk staat hot
gelok van den geliefde.
Klos de waardigste van alleD.
Zeeg'nen zal 'k nw keuze dan!
Juichen wil ik dan en weenen
Om de liefde van den man,
Waar ge u zeiven voor zondt off'ren!
Brak u 't hart, wat lag daar &n
Zoo sprak de dichter.
Haar hart zon echter niet breken. Zjj ge
voelde, dat het sterk was en vol levenskracht
in baar boezem klopte.
De somernaoht was bjjna geheel voorbjj,
toen Davida de flikkerende kaarsvlam uit
blies en te bed ging.
Novemberstormen loeien om bel hnis. Een
Vonde noordoostenwind i-r door de toppen
dor boomen, die bon ontbladerde Ukken als
j naakte armen omhoog beffen naar den
grauwen hemel.
Ratelend slaan de kale ukken van den
wilden wjjngaard tegen de vensters der
veranda. Huiveringwekkend en toch vol
weemoedige bekoorlijkheid ritselen de ver
welkte bladeren op de modderige tuinpaden.
De prachtige gewassen in potten, de groote
knipen met palmen en orohideën, magnolia's,
laarieren en cactussen, al wat groeit en
bloeit en genrt, is overgebracht naar do
plantenkassen. Van alle somersche bekoorlijk
heid beroofd, levert de groote, ruime tuin
een schouwspel van troostelooze verlatenheid op.
Er lag snik een waas van neerslachtigheid
over allee, dat selfs dokter Ebhardt zich
niet kon vrjjwaren tegen een gevoel van be
klemdheid, dat hem vooral drokte, toen hjj
in Davida's benedenkamer op haar wachtte.
En toch bracht hjj goede tjjding.
De operatie aan bet linkeroog was boven
verwachting goed uitgevallen, de graaf ver-
koerde in een voortrefleljjken toestand.
Niets kwelde hem, dan alleen bet verlies
haar geliefde stem te hooren.
Als ge niet wilt, dat ik ziek word, breng
baar dan bjj mjj-, bad bjj gezegd, en heden
vjjf dagen na de operatie hadden do
goneesbeeren verlof gegeven om vrienden ot
bloedverwanten bjj den patiënt toe te laten.
«Het is hier nu vreeseljjk ongezellig.'
mompelde de dokter in sich zelf, terwjjl hy
naar de bladerlooze ranken om de veranda
keek. Op de plek, waar zjj zoo menigen
avond gezellig bg .W hadden gezeten,
stonden nu in bonte verwarring, st->elen cn
tafels, ladders, groenten man den on bundols
y re r draad het geheel leverde een secr
onhuiseljjken aanblik op. Het is merkwaardig,
dat het weer zooveel invloed op onze ge
moedstemming heeft; ik beo precies in otn
stemming, alsof ik een treurige tjjding kwam
brengen. Ik hoop, dat men mjj inaar niet lo
lang in deze donkt-ro kamer alleen laat. Diu
kast daar' bjj bodoelde de veranda
•neemt allo licht wegl'
(Wordt vervolgd.)