KLEINE COURANT t Vliegend Blaadje weer Helder, Texel, Wieringen en Anna Paulowna De Gouvernante. No. 3644. Zaterdag 2 Februari 1907. 35ste Jaargang. Nieuwsberichten. Bartas: Spoorstraat. Telef. 59. Bureau: Koningstr. 29. lntero.-Telef. 50. Vit het Buitenland. De besluiten genomen door de gezamen lijke FraDSche bisschoppen op hunne verga dering in La Muetto by Parijs zyn thans met toestemming van den Pans gepubliceerd. De bisschoppen verklaren dat zy geheel in overeenstemming met den Heiligen Stoel de scheidingswet en de wetten tot uitvoering daarvan veroordeelen. Tooli is de kerk be reidwillig om een poging te doen teneinde de godsdienstoefeningen te behouden en de kerken voor ontwijding te bewaren. De bis schoppen en de geestelijken zullen de mach tiging krygen met de overheid, die als eige nares dor kerkgebouwen optreedt een over eenkomst aan te gaan, waarbij die gebou wen in bruikleen worden gegeven aan de kerk, onder voorwaarde, dat geen huur zal worden betaald en dat in de overeenkomst worde opgenomen dut het verkregen recht tot gebruik van een kerkgebouw overgaat op den opvolger van den pastoor, mits deze door den bisschop is benoemd. De bedoeling van dit laatste is dat kerke lijke hiërarchie zal worden erkend en dat geen schismatieke pastoors in de kerk zullen kunnen optreden. Het in bruikleen nemen geschiedt alleen wanneeralle autoriteiten deze bepalingen aanvaarden. Men gelooft dat Briand op deze voorstel len zal ingaan. Gematigde bladen zooals de .Temps" en bet Journal de Debats" spreken de hoop uit dat de rogeering nu geen nieuwe moeilijkhe den in den weg zal leggen. De Senaat keurde de begrooting goed zoo als die van de Kamer was terugontvaugen. Het artikel, reeds door de Kamer aangeno men, om buitenlandsche assurantie-maatschap pijen extra to belasten en buitenlandsche waarden met 2 percent, werd echter door den Senaat verworpen. Ter gelegenheid van zyn verjaardag richtte de Duitsche Keieer aan den minister-presi dent en den minister van Justitie een schrij ven waarin hy meedeelt, dat het zyn wensch is dat wegens beleediging van zyn persoon of van zyn huis alleen die personen toreeht zullen staan, die zich met opzet daarvan schuldig maakten. Onnadenkendheid en on wetendheid zal verschoond worden. Tot de wet er is zal de keizer zooveel mogelyk in dergelijke gevallen gratie verleenen. 't Is in ieder geval oen verbetering, want er w&b in Duitschland al heel weinig toe noodig om wegeos majesteitsschennis, zelf* in inticmen kring voorgevallen, veroordeeld te worden. Voor de herstemmingen voor den Rijksdag wordt alom druk gowerkt door alle partijen. Na het bekend worden van de grooto mijn ramp in het Ssargebicd (waarover op een andere plaats in dit blad) ontving de keizer telegrammen van deelneming van1 'den presi- i dent der Franschc Republiek on van den j Paus. De verkiezingen in Rusland vallen in de steden zeer naar linksch uit. In de landdis- tricten daarentegen z(jn de gematigde par tijen in de meerderheid. Helder, 1 Februari 1907 In ons vorig nummer vermeldden wy het een en ander over het vlotbrengen van het rjjksvaartuig Zwaluw». Wy vernamen hieromtrent nog eenige bijzonderheden, die hieronder volgen Zaterdag 26 Jan. werd Hr. Ms. .Lynx" uitgezonden om te trachten hot werkvaartuig Zwaluw" uit het ijs by den Z. W. hoek van Wieringen te halen. De .Lynx" werd daarby zelve door dry- ▼ende ijsvlakten op een bank in een geul bonoorden den Wierbalg gezet. Na hard wer ken kwam dit schip echter in den namiddag weer vlot en giüg tegen den nacht ten anker. Den volgenden morgen werd getracht in de geul, die volgens do kaart voldoende diep moest zijn door te stoomen, er bleek echter geen water genoeg te zyn en moest terugge keerd worden nanr den Wierbalg. Op draadbericht, dat do .Zwaluw" afgedre ven was tot benoorden Medemblik werden de .Titan" en do .Zeemeeuw" uitgezonden, de eerste om het ijs in den Wiorbalg te bre ken, de tweede om de .Zwaluw" te bereiken. Ook ging Hr. Ma. .Gier" uit om te zien of de .Lynx" ook hulp noodig had. De .Titan" vond geen ijs en ging, te diep gaande voor dit vaarwater, in het Gaatje ten aoker. Hr. Ms. .Lynx" en de .Zee meeuw" stoomden door, men zag de «Zwa luw" Z. O. van Wieringen op grooten afstand in zee liggen. De .Zeemeeuw" kwam het eerst naby de ijsvlakten aan en werd door eenige Wieringer visschers gewaarschuwd voor het gevaar zich in het y's te beg Kort daarna kwam Hr. Ms. .Lynx", zag hier aan boord meer oostelijk in zee een klein vaartuigje, waarin met een vlag werd gezwaaid. Overeengekomen werd dat de „Zeemeeuw" dit zou gaan ophalen. Het bleek een vlet met de bemanning rau de .Zwaluw" te zyn. De „Lynx" stoomde dadelyk tusschen de ijsvlakten in en vond eindelijk de .Zwaluw" verlaten te midden van een groot ijsveld lig gen. Tevergeefs werd getracht dit veld stuk te rammen, doch later werd eene zeer smalle doorgang gevonden, waarin de .Lynx" zich kon binnenwerken. Dadelyk werd begonnen de ankers te lichten en het ijs verder stuk te stoomen. Nadat inmiddels door de .Zee meeuw" de bemanning was aangebracht, nam Hr. Ms. .Lynx" de .Zwaluw" op Bleper. Alle stoomschepen keerden terug naar Nieu- wediep, de .Lynx" het laatste, meevoerende bet voor de Marine weer teruggewonnen werkvaartuig, waarin een kostbare lading. De Ruyter-Hulde. Het Plaatselijk Comité der De Ruyter-hulde, samengesteld nit officieren van Zee- en Land macht en bnrgers van allerlei politieke kleur, verspreidt circulaires om gelden hyeen te brengen, om o. m. hier in Juni feest te vie ren. Onze lezers weten wat dat zeggen wil. Als Helder feest viert, doet het dat in alle eens gezindheid en opgewektheid, getuige de Oran jefeesten en het feest by de komst der Ko ningin. Nn moet Helder eok niet achteraan komen, waar het Comité zich opmaakt om nu al gelden byeen te brengen, het doet dit en daar maken wy al onze plaatsgenooten attent op opdat allen iets kunnen bydra- gen. In de circulare staat: .gift in eens", dat is best, maar men kan ook (en daarom zoo vroeg) rper maand", ja, „per week" zelfs iets geven en dat wordt dan opgehaald. Vele kleintjes maken één groote. Daarom wekken wy alle plaatsgenooten op, maakt het het Comité gemakkelyk, geeft allen, opdat wy een flink, degelyk feest mogen vieren. Voor de benoeming tot hoogleeraar in de zoölogie en vergelijkende anatomie a^n de Ilyks-Universiteit te Groningen, is voorgedragen Dr. J. Boeke, lector aan de universiteit te Leiden. Men meldt uit Amersfoort aan L. en V. Het onderzoek door de justitie, omtrent den moordaanslag op den rangeerder Drost is nog in vollen gang. Een tweede ver dachte uit het personeel is gevankelijk naar Utrecht overgebracht. Moord. Dinsdagnacht is de heer Maas, veldwach ter te Mill (N. B vermoord. Bijzonder heden ontbreken. De Bossche justitie ver trok naar Mill. Als vermoedelijke dader is voorloopig aangehonden Petrus- Verbruggen, land bouwer te Mill. Het lyk van het slacht offer ie in het water gevonden en droeg de kenteekeneD van een gruwelijke marteling on verwonding. Scheepsongeval. Te Maastricht is een schip door het kruien vau het jjs tegen een brug over het kanaal geatooten en lek geworden. Bet was geladen met ongebluschte kalk, die vlam vatte, waardoor het schip geheel is uitgebrand. Opstootjes In Kedirl. By het ministerie vau koloniën is een telegram ontvangen, meldende dat in de des-a Baron der afdeeling Berbeh (Kediri) een opstootje plaats had door een goeroe met circa vijftig leerlingen. De overige be volking bleef rustig. De adsistent-resideut werd zwaar gewond en de wedono gedood. Militairen üit Soerabaja zyn daarheen ge zonden. Uit een telegram aan de »N. R. Ct." blijkt, dat luitenant Hardenberg de aan voerder is der compagnie, die naar het ter rein der onlusten is vertrokken. Volgens denzelfden correspondent zou geestdryvery de oorzaak zyn. Bljjkens een uit Nederlandsch-Indië ontvangen telegram is bet opstootje in de afdeeling Berbek, geëindigd. De hoofdaanlegger is met veertien zyner volgelingen, na sommatie, nedergelegdde overigen zyn deels gevangen, deels voort vluchtig. De troepen zyn naar Soerabaja terug. Vermoord zyn ook de wedono van Ngand- djoek, twee politieoppassers en een desa hoofd gewond zyn Tier inlandsche ambte naren. De mljngasontpofflng te St. Johann. Saarbrücken, 29 Jan. De myndireetie te Saarbrücken deelt mede, dat de bergings- arbeid in de mjjn Reden hedenochtend hervat is, Het aantal dooden bedraagt waarschynlyk 148, het kan echter ook grooter zyn. De plaats des onhells. De myn van St. Johan, waar de vreese- lyke ramp Maandag plaats had, behoort tot het machtige kolengebied in het Saar- district, dat zich over den Zoid-westelyken hoek der Rijnprovincie, de westelijken Paltz en het noordoostelijke deel van Lot haringen uitstrekt en door de rivieren Saar, Nahe en Blies begrensd wordt. Voor het grootste gedeelte is het eigendom van den staat. De Saar-kolen rekent men tot de aller beste te behooren. De exploitatie er van wordt zeer bemoeilijkt door de groote hoe veelheid zwavel en de vele myngasontplof- fingen, waaraan het jongste ongeluk ook weer te wjjten is. Van eeu geologisch oogpunt uiterst interessant, doch voor het bedryf zeer lastig zyn de vele over elkaar- liggende, soms zeer dunne horizontale steenlagen. De kolenrjjkdom van het Saarbekken wordt op 45400 millioen tonnen geschat; 60.000 arbeiders zyn bezig jaarlyks on geveer 12 millioen tonnen kolen, ter waarde van 140 millioen markt, aan het daglicht te brengen. Het grootste gedeelte van deze opbrengst, ongeveer 10 millioen tonnen, komt uit de Pruisische mynwerken, waarvan 10 staats eigendom zyn. De myn, waar 't ongeluk gebeurde, is ook fiscaal bezit. Te St. Johann heerschte groote wan hoop. Snikkende vrouwen, schreiende kin deren, bleeke mannen ijlden naar de on-1 geluksmyn. Weeklagend verdrong men zich voor de ingangen tot de mijnonderneming. De berichten luiden steeds somberder. Lyk na lyk werd opgehaald. Eerst heette het, dat slechte drie afdeelingen ter sterkte van 200 man door het ongeluk waren getrof fen. Dan verneemt men, dat 500 man zyn afgedaald. Waar zyn de overigen Som- 1 bere vermoedens komen op. Tegen één uur schatte meu het aantal dooden reeds op 160. Onophoudelijk werkten de liften, die steeds nieuwe slachtoffers boven bren gen. Hartverscheurende tooneelen werden afgespeeld. Overal hoorde men klagen en weenen, overal doffe wanhoop. De ramp bij Saarbrücken. Het ambteljjk bericht over de noodlot tige myngaaontploffing in de myn Reden luidt als volgt Dinsdagochtend om 7 uur heeft in de staatsmijn Reden by Saarbrücken, nadat de werklieden waren afgedaald, op de vyf- de galerij van de vetkolenlaag een hevige myngasontploffing plaats gehad. Het red dingswerk begon dadelyk. De mannen van drie afdeelingen zyn gered. Op dat oogen- blik waren 50 man voor de reddingsploe gen beschikbaar. Tegen den avond kon men niet verder, daar er een mynbrand uitbrak en een nieuwe ontploffing van mjjngas volgde. Totdnsver zyn 24 licht gewonden in het ziekenhuis en 62 dooden in de myngebouwen gebracht. Er zyn nog 67 tot 72 man in de myn, ongetwijfeld zyn zy dood. Het reddingswerk zal her vat worden, zoodra het gevaar dat de ver giftige dampen opleveren, niet meer zoo groot is." Gemeenteraad van Helder. Zitting van Dinsdag 29 Jan. 1907. Voorzitter de heer Van Steijn, Burge meester. Tegenwoordig 19 ledenafwezig met ken nisgeving van verhindering de heeren Hart- sinck en Van Wingerden. Na de opening der vergadering worden de notulen der vorige zitting gelezen en, na een aanmerking van den heer Staalman eenigszins gewijzigd, goedgekeurd. Hierna geschiedt mededeeling van de vol gende fnqekomen Stukkan: Hissive'e van Oed. Staten, behelzende goedkeuringen van 't 2e suppletoir kohier schoolgeld, 't le herh. onderw., 't2e hoofd, omslag, 't besluit tot heffing belasting gedistil leerd, 't besluit tot overdraoht grond Ruigh- weg, beslissingen op onderscheidene be zwaarschriften tegen aanslagen in den hoofd, omslag en schoolgeldheffing, goedkeuring van de gemeenterekening over 1905, goedkeuring van de begrooting der 1. gemeente over 1907. Ren brief van den S. Krijnen meldende dat hij de benoeming als lid van de Comm. voor Ziekenhuis aan neemt. 3. Ren schrijven van den heer J. De Vries, mededeelende, dat hij als lid van 'tBurg. Armbestuur bedankt. Deze stukken worden voor kennisgeving aangenomen. Plan van uitbraiding dar gamaanta. Door B W. wordt, op aandringen van Ged. Staten, het voorstel gedaan in het oorspronkelijke plan van uitbreiding der ge meente een wyziging te brengen en wel om de Molenvaart 'door te trekken tot den Met algemeene stemmen wordt het gewij zigde plan aldus vastgesteld. Kohieren. Ter tafel komen het 2e suppletoir-kohier van de hondenbelasting, dienst 1906, ten be drage van f25.en het kohier voor school geld van school 8, dienst 1907, tot een be drag van f12915. De heer Jaring wijst er op, dat door de eventueel aan te nemen voorstellen der Com missie voor schoolgeldheffing eenige veran dering in het laatstgenoemde kohier gebracht ditnt te worden, hetgeen waarschijnlijk een verschil van een paar honderd gulden zal geven. Hy vraagt of er bezwaar bestaat, indien later enkele aanslagen verminderd worden. De Voorzitter is, hoewel het eenige moei lijkbeden oplevert, niet tegen die latere wij zigingen. Daarop worden beide kohieren met algemeene stemmen vastgesteld. Samenkomsten van ouders en onderwijzers. Naar aanleiding van een ingekomen ver zoek der Vereeniging .Openbaar Onderwijs" adviseeren B. W. om, wanneer dit door hoofden en onderwijzend personeel gewenscht wordt, een schoollokaal beschikbaar te stel len tot het houden van bijeenkomsten van onderwijzers en de ouderB der leerlingen. De heer Staalman kan zich met dit advies niet vereenigen. Hy meent, dat de gemeente geen medewerking mag verleenen aan de Vereeniging .Openbaar Onderwijs", die tot haar werkzaamheden rekent het honden van voordrachten, het uitgeven en verspreiden van geschriften, om den bloei van het openb. onderwijs te bevorderen. Hierin schuilt een groot gevaar. Tijdens de verkiezing heeft deze vereeniging geschriften verspreid in 't belang der openb. school. Wanneer samen komsten worden gehouden van onderwijzers en ouders wordt propaganda gemaakt voor die school, zonder dat hierop contróle wordt uitgeoefend. Wanneer voor andere nuttige zaken, zooals voor het christelijk onderwijs, een schoollokaal gevraagd wordt, mag men dit ook niet weigeren. Het bevorderen van den bloei van het openbaar onderwijs ligt niet op den weg der gemeente. De heer Van den Berg maakt naar aan leiding van het gesprokene een tweetal op merkingen. Ten eerste de vereeniging heeft tydens de verkiezingen geen geschriften verspreid, want toen bestond zy nog niet. Ten tweedede vereeniging vraagt geen lokaal voor hare vergaderingen, maar voor de onderwijzers en de ouders der leerlingen. Verder zet hij uiteen, dat bedoelde samen komsten ten doel hebben het onderwys meer tot z\jn recht te doen komen, doch dat de vereeniging „Openbaar Onderwys' daar ge heel buiten blyft. De heer Staalman zegt, dat hij dan geen bedenkingen daar tegen heeft, indien het doel dier samenkomsten is de ouders in te lichten over de vorderingen der leerlingen. De heer Schokking meent, dat de Raad met de Vereeniging niets te maken beeft en een bevoordeeling is van het openbaar onder wys. Hij is er evenwel niet tegen, dat den hoofden toegestaan wordt vergaderingen met de ouders in een school te houden, indien de Vereeniging vuur en licht vergoedt. De heer Mejjer ziet er een bevoorrechting in van de openbare school. Na nog eenige bespreking wordt besloten, dat de hoofden een aanschrijving zullen ont vangen, waar in medegedeeld wordt, dat be doelde samenkomsten gehouden kunnen worden Tegen stemden de heeren Schokking, Meijer en Staalman. Suppletoirs Begrooting Door B, «Sc W. wordt aangeboden een suppletoire begrooting, dienst 1907, waarin de laatst gesloten geldleening is opgenomen. Zij bedraagt in ontvangst en uitgaaf f 180,420. Zonder hoofdelijke stemming wordt deze aldus vastgesteld. Instructla. Aan de orde wordt gesteld een door B. «Se W. ontworpen instructie voor den klerk van den gemeente-ontvanger. Op verzoek van den heer Staalman wordt de behandeling daarvan uitgesteld tot de volgende vergadering. Politieverordening B. «Sc W. stellen voor eenige wijzingen te brengen in de politieverordening, waarvan de hoofdstrekking is, dat het maken van auto matische muziek verboden wordt. De heer Staalman heeft eenige bezwaren tegen deze wyzigingen en zag gaarne, ,tap perij" vervangen door .lokaal, dat voor het publiek toegankelijk is", en wil dan gods dienstige en philantropische vereenigingen uitzonderen. Ook acht hij de redactie niet gelukkig. De Voc De Voorzitter had liever gezien, dat de heer Staalman zjjn amendementen schrifte lijk had ingediend, hij stelt daarom voor ook deze zaak te verdagen tot de amende menten zijn ingekomen. Aldus besluit men. Afttand grond. Door B. W. was voorgesteld, om aan het Rijk een strookje grond aan de Oostzyde der Oostbattery in bruikleen af te staan. De Voorzitter deelt mede, dat hem gebleken dat by het kadaster een fout bestaat, waarom by voorstelt dit punt van de agenda af te voeren. Dienovereenkomstig wordt besloten. Voorzorgmaatregelen bij brand. In behandeling wordt genomen een voor stel van B. «Sc W. tot het aanschaffen van hulpmiddelen (brandkanen en electrische in stallatie) voor blussching van brand, welke eventueel in de gasfabriek zou kunnen ont staan. Een en ander vordert een bedrag van f 3350. De kosten kunnen gedekt worden uit de mindere kosten van den gashouder en andere werken. Verder wordt voorgesteld de werkzaamheden op te dragende brand leidingen aan den directeur der waterleieing, de electrische installatie aan de firma Alta Co. te Amsterdam en het toestel .Lux- (ter bepaling van het soort, gewicht van het steeekolengaa) aan den heer Fr. Lux te Ludwigshafen a/d Rjjn. De heer Meyer kan zich niet begrijpen, dat B. W. er zoo gemakkelijk toe komen een dergelijk voorstel te doen. De gasfabriek is toch verzekerd en de assurantie-maat schappij dien1 de risico te dragen. Ook de aanleg van electrische geleidingen acht hy noedeloos, hy meent, dat men zulks voor stelt, om aan den wensch van den directeur te voldoen. Een uitgaaf van f 3000 acht spreker daarom niet gerechtvaardigd, zoo lang niet dringend de noodzakelijkheid is gebleken. De Voorzitter zegt, dat de directeur het voorgestelde in belang der veiligheid nood zakelijk acht, om eventueel gevaar te voor komen. De heer Meijer begrypt niet, waarom bij deze nieuwe fabriek niet voor voldoende brandbluachmiddelen is gezorgd. De heer Van Neck betoogt, dat het voor gestelde niet is, om de assurantie ter wille te zijn, maar om stagnatie in het bedrijf zoovee mogelijk te voorkomen. De heer Staalman heeft een ander be zwaar. Hij acht het verkeerd, dat de ge- lieele exploitatie der gasfabriek overgelaten wordt aan den directeur, die ook zijn ge breken en fouten heeft. Hij wil daarom het advies over de voorgestelde maatregelen in winnen bij een ander technicus, aleer men tot aanschaffing overgaat. De heer Over de Linden veronderstelt, dat de directeur wel inlichtingen heeft in gewonnen by deskundigen op het gebied van electriciteit en brandwezen. De heer Krijnen trekt geen oogenblik de bekwaamheid van den directeur in twijfel en acht hem ten volle berekend voor zyn taak en keurt het af, dat personen, die zoo weinig met de techniek op de hoogte zyn, een oordeel uitspreken. Te meer acht hij dit verkeerd, omdat telkens verbeteringen en uitbreidingen in de techniek plaats hebben. De heer Schokking acht het minder goed, dat de aanleg der electrische geleidingen aan de firma Alta wordt opgedragen, zonder dat er concurrentie is. Hij wonscht een inschrij ving te houden voor het aanleggen der elec trische geleiding. Dit voorstel wordt door de heeren Staalman en Oortgijsen ondersteund. De heer Krijnen meent, dat een openbare inschryviug voor zulk werk minder doelma tig is. In den regel vraagt men daarvoor bij goedbekende firma's prijsopgaaf. De heer Schokking wijzigt na deze laatste opmerking in dien geest zijn voorstel, het welk nu door B. «Sb W. overgenomen wordt. Het voorstel van B. W. wordt alsnu aangenomen. De heer Staalman stemde tegen en de heer Meijer hield zich buiten stem ming. Regl«m«nt Schoolvergadering.» Aan de orde is de behandeling van een door B. W. ingediend reglement voor schoolvergaderingen De heer Jaring vraagt of het advies dei- Schoolcommissie op dit reglement is inge wonnen, waarop de Voorzitter ontkennend antwoort. De heer Jaring acht zulks van veel belang en stelt voor de behandeling uit te stellen, om alsnog dit advies in te win nen en den leden gelegenheid te geven amen dementen in te dienen. Nadat de heer Van den Berg er nog op aangedrongen heeft tijdig de amendementen in te dienen, wordt besloten dit punt van de agenda af te voeren. Regiementan Burgeravondschool De reglementen voor de burgeravondschool, die de vorige vergadering zijn ingediend, maar niet behandeld, komen opnieuw aan de orde. j De heer Van Breda stelt voor ook dit punt nogmaals te verdagende heeren Van den Berg en Meijer steunen dit voorstel en dienen nog eenige amendementen in. Men boslnit daarop de behandeling uit te stellen. Ingekomen Stukken. De Voorzitter deelt mede, dat nog zyn ingekomen 1. Het jaarverslag van de vereeniging „De Hoofdcursus". Wordt voor kennis geving aangenomen. 2. Een adres van den aannemer H. Wij- ker, verzoekende te worden vrijgesteld van de betaling der f 300 boete voor te late op levering van den onderbouw van den gas houder No. 2. Adressant deelt mede, dat hij buiten zyn wil veel tegenspoed ondervond, doch dat noch de gemeente noch andereu door te late oplevering Dadeel ondervonden. Wordt in handen van B. en W. gesteld, om praeadvies. Vm- en Vlaetcbkeuring. Ter tafel komen 1. Een verordening op het keuren van slachtvee en vleesch en op den verkoop van vleesch, 2. Een instructie voor den keurmeester van slachtvee en vleesch. De heer Zander stelt voor de behandeling van de verordening te verdagen, maar om de instructie heden vast te stellen. B. W. kunnen dan met den benoemden keurmees ter in overleg treden ten opzichte der ver ordening. De heer Van den Berg zou gaarne de verordening in handen gesteld zien van de Gezondheidscommissie. Hij heeft bovendien opgemerkt, dat omtrent de slachtplaatsen niets in de verordening voorkomt. De Voorzitter zegt, dat de inrichting van slachtplaatsen geregeld ie by de Hinderwet. De heer Van Breda was van meening, dat een keurmeester van levensmiddelen aan- ^BTTXXjXiEXOlSr. Naar hst Duitsoh. X») Hoe mooi, dat ge zoo geduldig zyt I Ik wilde wel, «lat ik dit van n kon leeren. Ik weet niet, of ik workelyk geduldig ben, seide Elisabeth oprecht. Wanneer men geen pyn of smart heeft te verduren, kan er moeilyk sprake zjjn van gednld hebben. Se dert myn ouders dood zyn, leef ik half in een droomen vreemden kunnen my geen leed doen, daarvoor staan zo my te ver. Alles wat mevrouw me beveelt, komt tot me als door een nevel, daarom noemt ze my ook langsaam en loom en zy hoeft daarin wel gelyk. Lili daarentegen behoeft my slechts aan te zien, dan weet ik al wat se wil. En ik vroeg Edgar, terwyl hy haar in de diepe droomerige oogen keek. Ben ik ook in een nevel gehuld, evenals mevrouw Bon ik ook zoo verwijderd als dat boeren huis daar, of zelfs als de kusten van Zwe den Het was Elisabeth onmogeljjk oen schert send antwoord op deze vraag te geven. Sedert gy Lili hebt gered, zyt ge niet meer zoo ver van my verwijderd, antwoordde #y\ dooh blykbaar was bet haar moeilyk ge vallen deze woorden nit te brengen. Zjj plukte een veldbloem aan stukken, ter wyl ze sprak. Edgar bemerkte haar verlegenheid on bracht daarom het gesprek op iets anders. Ge zyt toch geduldig, Elisabeth, al meent ge ook zelf, dat ge het niet zyt, be gon hy weer. Ik was zeker niet kalm bly- ven zitten, wanneer een by me geBtoken had. Elisabeth glimlachte. Ik denk, dat ik luid gejammerd zou hebben, totdat de pyn wat verminderde. Zy sliep zoo rustig, antwoordde zy, met een blik op de kleine Lili. Verder wilde het gesprek niet vlotten en ten laatste heerschte er een volkomen stilte, zoodat men Lili's regelmatige ademhaling kon hooren. Edgar wierp nu en dan zydelingsche blikken op Elisabeth, wier gelaat een bjjna angstige uitdrukking begon aan te nemen. Een paar malen scheen het, dat zy wilde spreken, maar zy bedaoht zich telkens weer. Hy bleef zitten en waohtte met heimelyk ge noegen, doch eindelijk stond hy op. Geduldig zyt ge toch, anders zoudt ge my reeds lang weggezonden hebben. Ik ben onbeleefd en onhandig geweest, zeide Elisabeth terneergeslagen. Ik zon u wel verzocht hebben om heen te gaan, maar ik wist niet, hoe go myn verzoek zoudt op- Ja, ik begryp het wel 1 Ge hebt het er op toegelegd, dat ik van verveling zou heen- gaan, maar dat ging zoo gemakkelijk niet, zeide hy laohend, en ernstig vervolgde hy Maar tooh was het my aangenaam hier te zitten, hetzy ge spraakt of zwoegt. Voor de tyd had ik een langen tijd n rust om my 1 gevoel van i dar dat ik a Hy groette en ging heen. Op eanige sohre- den afstands keek hy nog eens naar haar om. Blykbaar was se in gedachten verdiept, terwyl ze het groene takje heen en weer be woog, doch nu om haar eigen gloeiende wan gen te verkoelen. Toen Edgar op den straatweg kwam, zag hy de dames met Otto en Fiorelli van de wandeling terngkeeren. De schoone Italiaan, liep tusschen de beide dames en scheen in eec voortreffelijke luim te zyn. De wind woei hem Laura's sluier in het gelaat, hy pakte dien met den mond vast en beet er met zyn schitterend witte tanden in. L&nra laohte om zyn uitgelaten vroolykheid, terwyl Fanny hem verwonderd en nienwsgierig aankeek, alsof hy een vreemd dier was. De jonge dames waren niet zoo terughoudend als Eli sabeth. Zy veroorloofden hem mee te gaan tot aan de denr en noodigden hem zelfs uit om binnen te komen. VII. Het was een mooie, heldere dag. De fami lie Bergenau zon bezoeken in de stad gaan brengen en zat reeds in het rytuig. De licht gekleurde ruime japonnen der jonge dames namen zooveel plaats in, dat Otto nauwelijks kon zitten en men niet kon ontdekken, van waar het fijne kinderstemmetje kwam, dat riepAdieu, Elisabeth I toen het rytuig weg reed. Elisabeth bleef een korte poos aan de tuin deur staan om het gezelschap na te oogen, toen plotseling een aangenaam klinkende stem dicht by haar oor in het Franseh zeide Heet ge Elisabeth? Zjj schrikte en keek om. Een slanke jonge dame stond voor haar en hield de grooto, zwarte oogen op haar gericht. Hoe was ze in den tuin gekomen Elisa beth had immers zelf de hand aan de tuin deur. Plotseling herinnerde zij zich een ont moeting uit haar kinderjarendat was met een vreemd meisje, donker van uitzicht. Dat meisje was ook zoo overwacht naast haar opgedoken. Verward keek Elisabeth by af wisseling naar het tuinhek en naar de vreemde jonge dame. Deze lachte, waarbij h*ar schitterend witte tanden haar fraais bruine gelaatskleur nog beter deden uitkwamen. Langs dien weg ben ik gekomen, zeide zy en zy wees op een heining, die de beide tuinen scheidde. Ik vond een deurtje, dat misschien jaren lang gesloten is geweest, want het dunrde lang eer ik een sleutel vond, die paste. Het slot was verroest, ik verwondde myn vingers, maar ik wilde hier komen, en hier ben ik nu. Natuurlijk is dat de vreemde signora uit het Traneahuis, dacht Elisabeth. Hoe kon ik zoo onnoozel zyn Carmela keek zoo vrijmoedig rond, alsof zy met haar blik den geheelen tuin van mevrouw Bergenau iu bezit wilde nemen, en toen Elisabeth geen antwoord gaf, zeide zy eindelijk Verstaat ge geen Franseh Ja, een weinig, luidde het schuchtere antwoord. Zyt ge niet signora Fiorelli? Carmela Fiorelli, prima donna assoluta, overal waar ik versohyn, antwoordde de zan geres vroolyk. Dan hebt ge reeds kennis gemaakt met de familie hier, en behoeft ge uw vingers niet te bezeer en om hier te komen. Wanneer ge mevrouw en de familie met een bezoek wilt vereeren, zyt ge welkom als gs door de deur van het tuinhek aan den straatweg bin nenkomt. Daarby wees ze naar den inrjj en naar het breede bordes voor het huis, waarvan de treden met bloeiende planton waren ver sierd. Ja, maar op dit oogenblik dos ik noch mevrouw Bergenau, noch haar familie de eer aan ze te bezoeken, antwoordde de signora met een spotachtigen trek om den mond. Die trek herinnerde Elisabeth weer leven- j dig aan de kleine vreemde, die niettogen- j staande haar lompen zoo trotssh was. Zy j waagde het niet te vrageD, waarom zy hier gekomen was en onzeker of zjj gaan of j blijven moest, keek zy de zangeres tor sluiks nieuwsgierig aan. Weet ge, waarom ik door het deurtje in de heining ben gekomen Ik wilde u zien 1 By deze vreemdklinkende verklaring wend de Elisabeth het hoofd om, als kon zy die woorden niet geloovende signora keek haar verwonderd aan en zweeg een oogenblik. Ge zyt gelyk een kind, zeide zjynader- tredende, zoodat zy Eliaabeth weer in het gelaat kon zien. Maar ik kan het met my zeiven niet eens worden, of ge hetzelfde kind zyt, dat ik vroeger gekend heb. De Italiaanzche l.gd. de b.id. handen op heur schouders en keek haar diep in de X, Elisabeth zeker van haar zaak, doch zy wis» niet, of die fraai gekleede dame wilde herinnerd worden aan het kind, dat zonder hoed in de straten rondslenterde. Elisabeth, herhaalde de zangeres pein zend. Zyn er in Denemarken veel meisje*» die Elisabeth heeton Dat was ik 1 fluisterde Elisabeth nau welijks hoorbaar. Doch de zangers# had het toch gehoord. Dus ben je het werkeljjk? riep Car mela en zy strekte de armen naar haar uit. Mjjn kleine schroomvallige vriendin uit den Rozenburgerslottuin I Elisabeth sloeg de armen om haar hals en de beide ouderlooze kinderen, die elkaar soo kort gekend hadden en zoo lang gescheiden waren geweest, lagen als zustor in elkanders armen. Heb je me dan op het eerste gezicht herkend vroeg Carmela. Oogenblikkelyk 1 antwoordde Elisabeth. Juist ais toen staat ge vandaag onverwacht voor my. Ik herkende je ook aan je oogen en aan je lange wimpers. Waarom zweeg je dan Elisabeth sloeg beschroomd ds oogen neer. Nu weet ik het, dwaas kind, zeide Carmela, die eindelyk haar aarzelen begreep. Je herinnert je, dat ik Troeger in lompen gekleed was en blootvoets liep. Wat komt dat er op aan Schoentjes van marokijnleder en zyden japonnen maken ons niet geluk- kig. Zy loosde een zucht en vervolgde Herinner je je nog die malle dametjes, die zoo styf voortwandelden en dis je zoo'n deftig bezoek in den slottuin brachten? Wat zou er Tan die twee geworden zyn Ds eene is verloofd met Ottto Berge nau, den zoon des buizes. Is het mogelyk riep Carmela uit. Dat was zeker die kleine deftige, maar wat is er geworden van die andere? die dikke, plompe Die is niet meer dik en plomp ant woordde Elisabeth met een lichte auoht. Dan is zy zeker ook al verloofd 1 Ja, met baron Edgor Lindenskjold. Met een baron I Is dat geen mésalli- anse Een mésalliance is het zeker, Carmela. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1907 | | pagina 1