KLEINE COURANT
t Vliegend Blaadje
weer Helder, Texel, Wieringen en Anna Paulowna
De Gouvernante.
No. 3644.
Zaterdag 2 Februari 1907.
35ste Jaargang.
Nieuwsberichten.
Bartas: Spoorstraat.
Telef. 59.
Bureau: Koningstr. 29.
lntero.-Telef. 50.
Vit het Buitenland.
De besluiten genomen door de gezamen
lijke FraDSche bisschoppen op hunne verga
dering in La Muetto by Parijs zyn thans
met toestemming van den Pans gepubliceerd.
De bisschoppen verklaren dat zy geheel in
overeenstemming met den Heiligen Stoel de
scheidingswet en de wetten tot uitvoering
daarvan veroordeelen. Tooli is de kerk be
reidwillig om een poging te doen teneinde
de godsdienstoefeningen te behouden en de
kerken voor ontwijding te bewaren. De bis
schoppen en de geestelijken zullen de mach
tiging krygen met de overheid, die als eige
nares dor kerkgebouwen optreedt een over
eenkomst aan te gaan, waarbij die gebou
wen in bruikleen worden gegeven aan de
kerk, onder voorwaarde, dat geen huur zal
worden betaald en dat in de overeenkomst
worde opgenomen dut het verkregen recht tot
gebruik van een kerkgebouw overgaat op den
opvolger van den pastoor, mits deze door den
bisschop is benoemd.
De bedoeling van dit laatste is dat kerke
lijke hiërarchie zal worden erkend en dat
geen schismatieke pastoors in de kerk zullen
kunnen optreden. Het in bruikleen nemen
geschiedt alleen wanneeralle autoriteiten
deze bepalingen aanvaarden.
Men gelooft dat Briand op deze voorstel
len zal ingaan.
Gematigde bladen zooals de .Temps" en
bet Journal de Debats" spreken de hoop uit
dat de rogeering nu geen nieuwe moeilijkhe
den in den weg zal leggen.
De Senaat keurde de begrooting goed zoo
als die van de Kamer was terugontvaugen.
Het artikel, reeds door de Kamer aangeno
men, om buitenlandsche assurantie-maatschap
pijen extra to belasten en buitenlandsche
waarden met 2 percent, werd echter door den
Senaat verworpen.
Ter gelegenheid van zyn verjaardag richtte
de Duitsche Keieer aan den minister-presi
dent en den minister van Justitie een schrij
ven waarin hy meedeelt, dat het zyn wensch
is dat wegens beleediging van zyn persoon
of van zyn huis alleen die personen toreeht
zullen staan, die zich met opzet daarvan
schuldig maakten. Onnadenkendheid en on
wetendheid zal verschoond worden. Tot de
wet er is zal de keizer zooveel mogelyk in
dergelijke gevallen gratie verleenen. 't Is in
ieder geval oen verbetering, want er w&b in
Duitschland al heel weinig toe noodig om
wegeos majesteitsschennis, zelf* in inticmen
kring voorgevallen, veroordeeld te worden.
Voor de herstemmingen voor den Rijksdag
wordt alom druk gowerkt door alle partijen.
Na het bekend worden van de grooto mijn
ramp in het Ssargebicd (waarover op een
andere plaats in dit blad) ontving de keizer
telegrammen van deelneming van1 'den presi- i
dent der Franschc Republiek on van den j
Paus.
De verkiezingen in Rusland vallen in de
steden zeer naar linksch uit. In de landdis-
tricten daarentegen z(jn de gematigde par
tijen in de meerderheid.
Helder, 1 Februari 1907
In ons vorig nummer vermeldden wy
het een en ander over het vlotbrengen van
het rjjksvaartuig Zwaluw». Wy vernamen
hieromtrent nog eenige bijzonderheden, die
hieronder volgen
Zaterdag 26 Jan. werd Hr. Ms. .Lynx"
uitgezonden om te trachten hot werkvaartuig
Zwaluw" uit het ijs by den Z. W. hoek van
Wieringen te halen.
De .Lynx" werd daarby zelve door dry-
▼ende ijsvlakten op een bank in een geul
bonoorden den Wierbalg gezet. Na hard wer
ken kwam dit schip echter in den namiddag
weer vlot en giüg tegen den nacht ten anker.
Den volgenden morgen werd getracht in
de geul, die volgens do kaart voldoende diep
moest zijn door te stoomen, er bleek echter
geen water genoeg te zyn en moest terugge
keerd worden nanr den Wierbalg.
Op draadbericht, dat do .Zwaluw" afgedre
ven was tot benoorden Medemblik werden
de .Titan" en do .Zeemeeuw" uitgezonden,
de eerste om het ijs in den Wiorbalg te bre
ken, de tweede om de .Zwaluw" te bereiken.
Ook ging Hr. Ma. .Gier" uit om te zien of
de .Lynx" ook hulp noodig had.
De .Titan" vond geen ijs en ging, te diep
gaande voor dit vaarwater, in het Gaatje
ten aoker. Hr. Ms. .Lynx" en de .Zee
meeuw" stoomden door, men zag de «Zwa
luw" Z. O. van Wieringen op grooten afstand
in zee liggen. De .Zeemeeuw" kwam het
eerst naby de ijsvlakten aan en werd door
eenige Wieringer visschers gewaarschuwd
voor het gevaar zich in het y's te beg
Kort daarna kwam Hr. Ms. .Lynx",
zag hier aan boord meer oostelijk in zee een
klein vaartuigje, waarin met een vlag werd
gezwaaid. Overeengekomen werd dat de
„Zeemeeuw" dit zou gaan ophalen. Het bleek
een vlet met de bemanning rau de .Zwaluw"
te zyn.
De „Lynx" stoomde dadelyk tusschen de
ijsvlakten in en vond eindelijk de .Zwaluw"
verlaten te midden van een groot ijsveld lig
gen. Tevergeefs werd getracht dit veld stuk
te rammen, doch later werd eene zeer smalle
doorgang gevonden, waarin de .Lynx" zich
kon binnenwerken. Dadelyk werd begonnen
de ankers te lichten en het ijs verder stuk
te stoomen. Nadat inmiddels door de .Zee
meeuw" de bemanning was aangebracht, nam
Hr. Ms. .Lynx" de .Zwaluw" op Bleper.
Alle stoomschepen keerden terug naar Nieu-
wediep, de .Lynx" het laatste, meevoerende
bet voor de Marine weer teruggewonnen
werkvaartuig, waarin een kostbare lading.
De Ruyter-Hulde.
Het Plaatselijk Comité der De Ruyter-hulde,
samengesteld nit officieren van Zee- en Land
macht en bnrgers van allerlei politieke kleur,
verspreidt circulaires om gelden hyeen te
brengen, om o. m. hier in Juni feest te vie
ren.
Onze lezers weten wat dat zeggen wil. Als
Helder feest viert, doet het dat in alle eens
gezindheid en opgewektheid, getuige de Oran
jefeesten en het feest by de komst der Ko
ningin. Nn moet Helder eok niet achteraan
komen, waar het Comité zich opmaakt om nu
al gelden byeen te brengen, het doet dit
en daar maken wy al onze plaatsgenooten
attent op opdat allen iets kunnen bydra-
gen.
In de circulare staat: .gift in eens", dat
is best, maar men kan ook (en daarom zoo
vroeg) rper maand", ja, „per week" zelfs
iets geven en dat wordt dan opgehaald. Vele
kleintjes maken één groote. Daarom wekken
wy alle plaatsgenooten op, maakt het het
Comité gemakkelyk, geeft allen, opdat wy een
flink, degelyk feest mogen vieren.
Voor de benoeming tot hoogleeraar
in de zoölogie en vergelijkende anatomie
a^n de Ilyks-Universiteit te Groningen,
is voorgedragen Dr. J. Boeke, lector aan
de universiteit te Leiden.
Men meldt uit Amersfoort aan L.
en V.
Het onderzoek door de justitie, omtrent
den moordaanslag op den rangeerder Drost
is nog in vollen gang. Een tweede ver
dachte uit het personeel is gevankelijk
naar Utrecht overgebracht.
Moord.
Dinsdagnacht is de heer Maas, veldwach
ter te Mill (N. B vermoord. Bijzonder
heden ontbreken. De Bossche justitie ver
trok naar Mill.
Als vermoedelijke dader is voorloopig
aangehonden Petrus- Verbruggen, land
bouwer te Mill. Het lyk van het slacht
offer ie in het water gevonden en droeg de
kenteekeneD van een gruwelijke marteling
on verwonding.
Scheepsongeval.
Te Maastricht is een schip door het
kruien vau het jjs tegen een brug over
het kanaal geatooten en lek geworden.
Bet was geladen met ongebluschte kalk,
die vlam vatte, waardoor het schip geheel
is uitgebrand.
Opstootjes In Kedirl.
By het ministerie vau koloniën is een
telegram ontvangen, meldende dat in de
des-a Baron der afdeeling Berbeh (Kediri)
een opstootje plaats had door een goeroe
met circa vijftig leerlingen. De overige be
volking bleef rustig. De adsistent-resideut
werd zwaar gewond en de wedono gedood.
Militairen üit Soerabaja zyn daarheen ge
zonden.
Uit een telegram aan de »N. R. Ct."
blijkt, dat luitenant Hardenberg de aan
voerder is der compagnie, die naar het ter
rein der onlusten is vertrokken. Volgens
denzelfden correspondent zou geestdryvery
de oorzaak zyn.
Bljjkens een uit Nederlandsch-Indië
ontvangen telegram is bet opstootje in de
afdeeling Berbek, geëindigd.
De hoofdaanlegger is met veertien zyner
volgelingen, na sommatie, nedergelegdde
overigen zyn deels gevangen, deels voort
vluchtig.
De troepen zyn naar Soerabaja terug.
Vermoord zyn ook de wedono van Ngand-
djoek, twee politieoppassers en een desa
hoofd gewond zyn Tier inlandsche ambte
naren.
De mljngasontpofflng te St. Johann.
Saarbrücken, 29 Jan. De myndireetie
te Saarbrücken deelt mede, dat de bergings-
arbeid in de mjjn Reden hedenochtend
hervat is, Het aantal dooden bedraagt
waarschynlyk 148, het kan echter ook
grooter zyn.
De plaats des onhells.
De myn van St. Johan, waar de vreese-
lyke ramp Maandag plaats had, behoort
tot het machtige kolengebied in het Saar-
district, dat zich over den Zoid-westelyken
hoek der Rijnprovincie, de westelijken
Paltz en het noordoostelijke deel van Lot
haringen uitstrekt en door de rivieren Saar,
Nahe en Blies begrensd wordt. Voor het
grootste gedeelte is het eigendom van den
staat.
De Saar-kolen rekent men tot de aller
beste te behooren. De exploitatie er van
wordt zeer bemoeilijkt door de groote hoe
veelheid zwavel en de vele myngasontplof-
fingen, waaraan het jongste ongeluk ook
weer te wjjten is. Van eeu geologisch
oogpunt uiterst interessant, doch voor het
bedryf zeer lastig zyn de vele over elkaar-
liggende, soms zeer dunne horizontale
steenlagen.
De kolenrjjkdom van het Saarbekken
wordt op 45400 millioen tonnen geschat;
60.000 arbeiders zyn bezig jaarlyks on
geveer 12 millioen tonnen kolen, ter waarde
van 140 millioen markt, aan het daglicht
te brengen.
Het grootste gedeelte van deze opbrengst,
ongeveer 10 millioen tonnen, komt uit de
Pruisische mynwerken, waarvan 10 staats
eigendom zyn. De myn, waar 't ongeluk
gebeurde, is ook fiscaal bezit.
Te St. Johann heerschte groote wan
hoop. Snikkende vrouwen, schreiende kin
deren, bleeke mannen ijlden naar de on-1
geluksmyn. Weeklagend verdrong men zich
voor de ingangen tot de mijnonderneming.
De berichten luiden steeds somberder. Lyk
na lyk werd opgehaald. Eerst heette het,
dat slechte drie afdeelingen ter sterkte van
200 man door het ongeluk waren getrof
fen. Dan verneemt men, dat 500 man zyn
afgedaald. Waar zyn de overigen Som- 1
bere vermoedens komen op. Tegen één
uur schatte meu het aantal dooden reeds
op 160. Onophoudelijk werkten de liften,
die steeds nieuwe slachtoffers boven bren
gen. Hartverscheurende tooneelen werden
afgespeeld. Overal hoorde men klagen en
weenen, overal doffe wanhoop.
De ramp bij Saarbrücken.
Het ambteljjk bericht over de noodlot
tige myngaaontploffing in de myn Reden
luidt als volgt
Dinsdagochtend om 7 uur heeft in de
staatsmijn Reden by Saarbrücken, nadat
de werklieden waren afgedaald, op de vyf-
de galerij van de vetkolenlaag een hevige
myngasontploffing plaats gehad. Het red
dingswerk begon dadelyk. De mannen van
drie afdeelingen zyn gered. Op dat oogen-
blik waren 50 man voor de reddingsploe
gen beschikbaar. Tegen den avond kon
men niet verder, daar er een mynbrand
uitbrak en een nieuwe ontploffing van
mjjngas volgde. Totdnsver zyn 24 licht
gewonden in het ziekenhuis en 62 dooden
in de myngebouwen gebracht. Er zyn nog
67 tot 72 man in de myn, ongetwijfeld
zyn zy dood. Het reddingswerk zal her
vat worden, zoodra het gevaar dat de ver
giftige dampen opleveren, niet meer zoo
groot is."
Gemeenteraad van Helder.
Zitting van Dinsdag 29 Jan. 1907.
Voorzitter de heer Van Steijn, Burge
meester.
Tegenwoordig 19 ledenafwezig met ken
nisgeving van verhindering de heeren Hart-
sinck en Van Wingerden.
Na de opening der vergadering worden
de notulen der vorige zitting gelezen en, na
een aanmerking van den heer Staalman
eenigszins gewijzigd, goedgekeurd.
Hierna geschiedt mededeeling van de vol
gende
fnqekomen Stukkan:
Hissive'e van Oed. Staten, behelzende
goedkeuringen van
't 2e suppletoir kohier schoolgeld,
't le herh. onderw.,
't2e hoofd, omslag,
't besluit tot heffing belasting gedistil
leerd,
't besluit tot overdraoht grond Ruigh-
weg,
beslissingen op onderscheidene be
zwaarschriften tegen aanslagen in den
hoofd, omslag en schoolgeldheffing,
goedkeuring van de gemeenterekening
over 1905,
goedkeuring van de begrooting der
1.
gemeente over 1907.
Ren brief van den
S. Krijnen
meldende dat hij de benoeming als lid
van de Comm. voor Ziekenhuis aan
neemt.
3. Ren schrijven van den heer J. De Vries,
mededeelende, dat hij als lid van 'tBurg.
Armbestuur bedankt.
Deze stukken worden voor kennisgeving
aangenomen.
Plan van uitbraiding dar gamaanta.
Door B W. wordt, op aandringen van
Ged. Staten, het voorstel gedaan in het
oorspronkelijke plan van uitbreiding der ge
meente een wyziging te brengen en wel om
de Molenvaart 'door te trekken tot den
Met algemeene stemmen wordt het gewij
zigde plan aldus vastgesteld.
Kohieren.
Ter tafel komen het 2e suppletoir-kohier
van de hondenbelasting, dienst 1906, ten be
drage van f25.en het kohier voor school
geld van school 8, dienst 1907, tot een be
drag van f12915.
De heer Jaring wijst er op, dat door de
eventueel aan te nemen voorstellen der Com
missie voor schoolgeldheffing eenige veran
dering in het laatstgenoemde kohier gebracht
ditnt te worden, hetgeen waarschijnlijk een
verschil van een paar honderd gulden zal
geven. Hy vraagt of er bezwaar bestaat,
indien later enkele aanslagen verminderd
worden.
De Voorzitter is, hoewel het eenige moei
lijkbeden oplevert, niet tegen die latere wij
zigingen. Daarop worden beide kohieren met
algemeene stemmen vastgesteld.
Samenkomsten van ouders en onderwijzers.
Naar aanleiding van een ingekomen ver
zoek der Vereeniging .Openbaar Onderwijs"
adviseeren B. W. om, wanneer dit door
hoofden en onderwijzend personeel gewenscht
wordt, een schoollokaal beschikbaar te stel
len tot het houden van bijeenkomsten van
onderwijzers en de ouderB der leerlingen.
De heer Staalman kan zich met dit advies
niet vereenigen. Hy meent, dat de gemeente
geen medewerking mag verleenen aan de
Vereeniging .Openbaar Onderwijs", die tot
haar werkzaamheden rekent het honden van
voordrachten, het uitgeven en verspreiden
van geschriften, om den bloei van het openb.
onderwijs te bevorderen. Hierin schuilt een
groot gevaar. Tijdens de verkiezing heeft
deze vereeniging geschriften verspreid in 't
belang der openb. school. Wanneer samen
komsten worden gehouden van onderwijzers
en ouders wordt propaganda gemaakt voor
die school, zonder dat hierop contróle wordt
uitgeoefend. Wanneer voor andere nuttige
zaken, zooals voor het christelijk onderwijs,
een schoollokaal gevraagd wordt, mag men
dit ook niet weigeren. Het bevorderen van
den bloei van het openbaar onderwijs ligt
niet op den weg der gemeente.
De heer Van den Berg maakt naar aan
leiding van het gesprokene een tweetal op
merkingen. Ten eerste de vereeniging heeft
tydens de verkiezingen geen geschriften
verspreid, want toen bestond zy nog niet.
Ten tweedede vereeniging vraagt geen
lokaal voor hare vergaderingen, maar voor
de onderwijzers en de ouders der leerlingen.
Verder zet hij uiteen, dat bedoelde samen
komsten ten doel hebben het onderwys meer
tot z\jn recht te doen komen, doch dat de
vereeniging „Openbaar Onderwys' daar ge
heel buiten blyft.
De heer Staalman zegt, dat hij dan geen
bedenkingen daar tegen heeft, indien het
doel dier samenkomsten is de ouders in te
lichten over de vorderingen der leerlingen.
De heer Schokking meent, dat de Raad
met de Vereeniging niets te maken beeft en
een bevoordeeling is van het openbaar onder
wys. Hij is er evenwel niet tegen, dat den
hoofden toegestaan wordt vergaderingen met
de ouders in een school te houden, indien
de Vereeniging vuur en licht vergoedt.
De heer Mejjer ziet er een bevoorrechting
in van de openbare school.
Na nog eenige bespreking wordt besloten,
dat de hoofden een aanschrijving zullen ont
vangen, waar in medegedeeld wordt, dat be
doelde samenkomsten gehouden kunnen worden
Tegen stemden de heeren Schokking, Meijer
en Staalman.
Suppletoirs Begrooting
Door B, «Sc W. wordt aangeboden een
suppletoire begrooting, dienst 1907, waarin
de laatst gesloten geldleening is opgenomen.
Zij bedraagt in ontvangst en uitgaaf f 180,420.
Zonder hoofdelijke stemming wordt deze
aldus vastgesteld.
Instructla.
Aan de orde wordt gesteld een door B.
«Se W. ontworpen instructie voor den klerk
van den gemeente-ontvanger.
Op verzoek van den heer Staalman wordt
de behandeling daarvan uitgesteld tot de
volgende vergadering.
Politieverordening
B. «Sc W. stellen voor eenige wijzingen te
brengen in de politieverordening, waarvan
de hoofdstrekking is, dat het maken van auto
matische muziek verboden wordt.
De heer Staalman heeft eenige bezwaren
tegen deze wyzigingen en zag gaarne, ,tap
perij" vervangen door .lokaal, dat voor het
publiek toegankelijk is", en wil dan gods
dienstige en philantropische vereenigingen
uitzonderen. Ook acht hij de redactie niet
gelukkig.
De Voc
De Voorzitter had liever gezien, dat de
heer Staalman zjjn amendementen schrifte
lijk had ingediend, hij stelt daarom voor
ook deze zaak te verdagen tot de amende
menten zijn ingekomen. Aldus besluit men.
Afttand grond.
Door B. W. was voorgesteld, om aan
het Rijk een strookje grond aan de Oostzyde
der Oostbattery in bruikleen af te staan.
De Voorzitter deelt mede, dat hem gebleken
dat by het kadaster een fout bestaat, waarom
by voorstelt dit punt van de agenda af te
voeren. Dienovereenkomstig wordt besloten.
Voorzorgmaatregelen bij brand.
In behandeling wordt genomen een voor
stel van B. «Sc W. tot het aanschaffen van
hulpmiddelen (brandkanen en electrische in
stallatie) voor blussching van brand, welke
eventueel in de gasfabriek zou kunnen ont
staan. Een en ander vordert een bedrag van
f 3350. De kosten kunnen gedekt worden
uit de mindere kosten van den gashouder
en andere werken. Verder wordt voorgesteld
de werkzaamheden op te dragende brand
leidingen aan den directeur der waterleieing,
de electrische installatie aan de firma Alta
Co. te Amsterdam en het toestel .Lux-
(ter bepaling van het soort, gewicht van het
steeekolengaa) aan den heer Fr. Lux te
Ludwigshafen a/d Rjjn.
De heer Meyer kan zich niet begrijpen,
dat B. W. er zoo gemakkelijk toe komen
een dergelijk voorstel te doen. De gasfabriek
is toch verzekerd en de assurantie-maat
schappij dien1 de risico te dragen. Ook de
aanleg van electrische geleidingen acht hy
noedeloos, hy meent, dat men zulks voor
stelt, om aan den wensch van den directeur
te voldoen. Een uitgaaf van f 3000 acht
spreker daarom niet gerechtvaardigd, zoo
lang niet dringend de noodzakelijkheid is
gebleken.
De Voorzitter zegt, dat de directeur het
voorgestelde in belang der veiligheid nood
zakelijk acht, om eventueel gevaar te voor
komen.
De heer Meijer begrypt niet, waarom bij
deze nieuwe fabriek niet voor voldoende
brandbluachmiddelen is gezorgd.
De heer Van Neck betoogt, dat het voor
gestelde niet is, om de assurantie ter wille te
zijn, maar om stagnatie in het bedrijf zoovee
mogelijk te voorkomen.
De heer Staalman heeft een ander be
zwaar. Hij acht het verkeerd, dat de ge-
lieele exploitatie der gasfabriek overgelaten
wordt aan den directeur, die ook zijn ge
breken en fouten heeft. Hij wil daarom het
advies over de voorgestelde maatregelen in
winnen bij een ander technicus, aleer men
tot aanschaffing overgaat.
De heer Over de Linden veronderstelt,
dat de directeur wel inlichtingen heeft in
gewonnen by deskundigen op het gebied van
electriciteit en brandwezen.
De heer Krijnen trekt geen oogenblik de
bekwaamheid van den directeur in twijfel en
acht hem ten volle berekend voor zyn taak
en keurt het af, dat personen, die zoo
weinig met de techniek op de hoogte zyn,
een oordeel uitspreken. Te meer acht hij dit
verkeerd, omdat telkens verbeteringen en
uitbreidingen in de techniek plaats hebben.
De heer Schokking acht het minder goed,
dat de aanleg der electrische geleidingen aan
de firma Alta wordt opgedragen, zonder dat
er concurrentie is. Hij wonscht een inschrij
ving te houden voor het aanleggen der elec
trische geleiding. Dit voorstel wordt door de
heeren Staalman en Oortgijsen ondersteund.
De heer Krijnen meent, dat een openbare
inschryviug voor zulk werk minder doelma
tig is. In den regel vraagt men daarvoor
bij goedbekende firma's prijsopgaaf.
De heer Schokking wijzigt na deze laatste
opmerking in dien geest zijn voorstel, het
welk nu door B. «Sb W. overgenomen wordt.
Het voorstel van B. W. wordt alsnu
aangenomen. De heer Staalman stemde tegen
en de heer Meijer hield zich buiten stem
ming.
Regl«m«nt Schoolvergadering.»
Aan de orde is de behandeling van een
door B. W. ingediend reglement voor
schoolvergaderingen
De heer Jaring vraagt of het advies dei-
Schoolcommissie op dit reglement is inge
wonnen, waarop de Voorzitter ontkennend
antwoort. De heer Jaring acht zulks van
veel belang en stelt voor de behandeling uit
te stellen, om alsnog dit advies in te win
nen en den leden gelegenheid te geven amen
dementen in te dienen.
Nadat de heer Van den Berg er nog op
aangedrongen heeft tijdig de amendementen
in te dienen, wordt besloten dit punt van
de agenda af te voeren.
Regiementan Burgeravondschool
De reglementen voor de burgeravondschool,
die de vorige vergadering zijn ingediend,
maar niet behandeld, komen opnieuw aan de
orde.
j De heer Van Breda stelt voor ook dit
punt nogmaals te verdagende heeren Van
den Berg en Meijer steunen dit voorstel en
dienen nog eenige amendementen in. Men
boslnit daarop de behandeling uit te stellen.
Ingekomen Stukken.
De Voorzitter deelt mede, dat nog zyn
ingekomen
1. Het jaarverslag van de vereeniging
„De Hoofdcursus". Wordt voor kennis
geving aangenomen.
2. Een adres van den aannemer H. Wij-
ker, verzoekende te worden vrijgesteld van
de betaling der f 300 boete voor te late op
levering van den onderbouw van den gas
houder No. 2. Adressant deelt mede, dat hij
buiten zyn wil veel tegenspoed ondervond,
doch dat noch de gemeente noch andereu
door te late oplevering Dadeel ondervonden.
Wordt in handen van B. en W. gesteld,
om praeadvies.
Vm- en Vlaetcbkeuring.
Ter tafel komen 1. Een verordening op
het keuren van slachtvee en vleesch en op
den verkoop van vleesch, 2. Een instructie
voor den keurmeester van slachtvee en
vleesch.
De heer Zander stelt voor de behandeling
van de verordening te verdagen, maar om
de instructie heden vast te stellen. B. W.
kunnen dan met den benoemden keurmees
ter in overleg treden ten opzichte der ver
ordening.
De heer Van den Berg zou gaarne de
verordening in handen gesteld zien van de
Gezondheidscommissie. Hij heeft bovendien
opgemerkt, dat omtrent de slachtplaatsen
niets in de verordening voorkomt.
De Voorzitter zegt, dat de inrichting van
slachtplaatsen geregeld ie by de Hinderwet.
De heer Van Breda was van meening,
dat een keurmeester van levensmiddelen aan-
^BTTXXjXiEXOlSr.
Naar hst Duitsoh.
X»)
Hoe mooi, dat ge zoo geduldig zyt I
Ik wilde wel, «lat ik dit van n kon leeren.
Ik weet niet, of ik workelyk geduldig
ben, seide Elisabeth oprecht. Wanneer men
geen pyn of smart heeft te verduren, kan er
moeilyk sprake zjjn van gednld hebben. Se
dert myn ouders dood zyn, leef ik half in
een droomen vreemden kunnen my geen
leed doen, daarvoor staan zo my te ver.
Alles wat mevrouw me beveelt, komt tot me
als door een nevel, daarom noemt ze my ook
langsaam en loom en zy hoeft daarin wel
gelyk. Lili daarentegen behoeft my slechts
aan te zien, dan weet ik al wat se wil.
En ik vroeg Edgar, terwyl hy haar
in de diepe droomerige oogen keek. Ben ik
ook in een nevel gehuld, evenals mevrouw
Bon ik ook zoo verwijderd als dat boeren
huis daar, of zelfs als de kusten van Zwe
den
Het was Elisabeth onmogeljjk oen schert
send antwoord op deze vraag te geven.
Sedert gy Lili hebt gered, zyt ge niet
meer zoo ver van my verwijderd, antwoordde
#y\ dooh blykbaar was bet haar moeilyk ge
vallen deze woorden nit te brengen.
Zjj plukte een veldbloem aan stukken, ter
wyl ze sprak.
Edgar bemerkte haar verlegenheid on bracht
daarom het gesprek op iets anders.
Ge zyt toch geduldig, Elisabeth, al
meent ge ook zelf, dat ge het niet zyt, be
gon hy weer. Ik was zeker niet kalm bly-
ven zitten, wanneer een by me geBtoken
had.
Elisabeth glimlachte.
Ik denk, dat ik luid gejammerd zou
hebben, totdat de pyn wat verminderde.
Zy sliep zoo rustig, antwoordde zy, met
een blik op de kleine Lili.
Verder wilde het gesprek niet vlotten en
ten laatste heerschte er een volkomen stilte,
zoodat men Lili's regelmatige ademhaling kon
hooren. Edgar wierp nu en dan zydelingsche
blikken op Elisabeth, wier gelaat een bjjna
angstige uitdrukking begon aan te nemen.
Een paar malen scheen het, dat zy wilde
spreken, maar zy bedaoht zich telkens weer.
Hy bleef zitten en waohtte met heimelyk ge
noegen, doch eindelijk stond hy op.
Geduldig zyt ge toch, anders zoudt ge my
reeds lang weggezonden hebben.
Ik ben onbeleefd en onhandig geweest,
zeide Elisabeth terneergeslagen. Ik zon u
wel verzocht hebben om heen te gaan, maar
ik wist niet, hoe go myn verzoek zoudt op-
Ja, ik begryp het wel 1 Ge hebt het er
op toegelegd, dat ik van verveling zou heen-
gaan, maar dat ging zoo gemakkelijk niet,
zeide hy laohend, en ernstig vervolgde hy
Maar tooh was het my aangenaam hier te
zitten, hetzy ge spraakt of zwoegt. Voor de
tyd had ik een
langen tijd
n rust om my 1
gevoel van i
dar dat ik a
Hy groette en ging heen. Op eanige sohre-
den afstands keek hy nog eens naar haar
om. Blykbaar was se in gedachten verdiept,
terwyl ze het groene takje heen en weer be
woog, doch nu om haar eigen gloeiende wan
gen te verkoelen.
Toen Edgar op den straatweg kwam, zag
hy de dames met Otto en Fiorelli van de
wandeling terngkeeren. De schoone Italiaan,
liep tusschen de beide dames en scheen in
eec voortreffelijke luim te zyn. De wind woei
hem Laura's sluier in het gelaat, hy pakte
dien met den mond vast en beet er met zyn
schitterend witte tanden in. L&nra laohte
om zyn uitgelaten vroolykheid, terwyl Fanny
hem verwonderd en nienwsgierig aankeek,
alsof hy een vreemd dier was. De jonge
dames waren niet zoo terughoudend als Eli
sabeth. Zy veroorloofden hem mee te gaan
tot aan de denr en noodigden hem zelfs uit
om binnen te komen.
VII.
Het was een mooie, heldere dag. De fami
lie Bergenau zon bezoeken in de stad gaan
brengen en zat reeds in het rytuig. De licht
gekleurde ruime japonnen der jonge dames
namen zooveel plaats in, dat Otto nauwelijks
kon zitten en men niet kon ontdekken, van
waar het fijne kinderstemmetje kwam, dat
riepAdieu, Elisabeth I toen het rytuig weg
reed.
Elisabeth bleef een korte poos aan de tuin
deur staan om het gezelschap na te oogen,
toen plotseling een aangenaam klinkende stem
dicht by haar oor in het Franseh zeide
Heet ge Elisabeth?
Zjj schrikte en keek om. Een slanke jonge
dame stond voor haar en hield de grooto,
zwarte oogen op haar gericht.
Hoe was ze in den tuin gekomen Elisa
beth had immers zelf de hand aan de tuin
deur. Plotseling herinnerde zij zich een ont
moeting uit haar kinderjarendat was met
een vreemd meisje, donker van uitzicht. Dat
meisje was ook zoo overwacht naast haar
opgedoken. Verward keek Elisabeth by af
wisseling naar het tuinhek en naar de
vreemde jonge dame.
Deze lachte, waarbij h*ar schitterend witte
tanden haar fraais bruine gelaatskleur nog
beter deden uitkwamen.
Langs dien weg ben ik gekomen, zeide
zy en zy wees op een heining, die de beide
tuinen scheidde. Ik vond een deurtje, dat
misschien jaren lang gesloten is geweest,
want het dunrde lang eer ik een sleutel
vond, die paste. Het slot was verroest, ik
verwondde myn vingers, maar ik wilde hier
komen, en hier ben ik nu.
Natuurlijk is dat de vreemde signora
uit het Traneahuis, dacht Elisabeth. Hoe kon
ik zoo onnoozel zyn
Carmela keek zoo vrijmoedig rond, alsof
zy met haar blik den geheelen tuin van
mevrouw Bergenau iu bezit wilde nemen, en
toen Elisabeth geen antwoord gaf, zeide zy
eindelijk
Verstaat ge geen Franseh
Ja, een weinig, luidde het schuchtere
antwoord. Zyt ge niet signora Fiorelli?
Carmela Fiorelli, prima donna assoluta,
overal waar ik versohyn, antwoordde de zan
geres vroolyk.
Dan hebt ge reeds kennis gemaakt met
de familie hier, en behoeft ge uw vingers
niet te bezeer en om hier te komen. Wanneer
ge mevrouw en de familie met een bezoek
wilt vereeren, zyt ge welkom als gs door de
deur van het tuinhek aan den straatweg bin
nenkomt.
Daarby wees ze naar den inrjj en naar
het breede bordes voor het huis, waarvan
de treden met bloeiende planton waren ver
sierd.
Ja, maar op dit oogenblik dos ik noch
mevrouw Bergenau, noch haar familie de eer
aan ze te bezoeken, antwoordde de signora
met een spotachtigen trek om den mond.
Die trek herinnerde Elisabeth weer leven- j
dig aan de kleine vreemde, die niettogen- j
staande haar lompen zoo trotssh was. Zy j
waagde het niet te vrageD, waarom zy hier
gekomen was en onzeker of zjj gaan of j
blijven moest, keek zy de zangeres tor sluiks
nieuwsgierig aan.
Weet ge, waarom ik door het deurtje
in de heining ben gekomen Ik wilde u
zien 1
By deze vreemdklinkende verklaring wend
de Elisabeth het hoofd om, als kon zy die
woorden niet geloovende signora keek haar
verwonderd aan en zweeg een oogenblik.
Ge zyt gelyk een kind, zeide zjynader-
tredende, zoodat zy Eliaabeth weer in het
gelaat kon zien. Maar ik kan het met my
zeiven niet eens worden, of ge hetzelfde kind
zyt, dat ik vroeger gekend heb.
De Italiaanzche l.gd. de b.id. handen op
heur schouders en keek haar diep in de
X,
Elisabeth zeker van haar zaak,
doch zy wis» niet, of die fraai gekleede dame
wilde herinnerd worden aan het kind, dat
zonder hoed in de straten rondslenterde.
Elisabeth, herhaalde de zangeres pein
zend. Zyn er in Denemarken veel meisje*»
die Elisabeth heeton
Dat was ik 1 fluisterde Elisabeth nau
welijks hoorbaar. Doch de zangers# had het
toch gehoord.
Dus ben je het werkeljjk? riep Car
mela en zy strekte de armen naar haar uit.
Mjjn kleine schroomvallige vriendin uit den
Rozenburgerslottuin I
Elisabeth sloeg de armen om haar hals en
de beide ouderlooze kinderen, die elkaar soo
kort gekend hadden en zoo lang gescheiden
waren geweest, lagen als zustor in elkanders
armen.
Heb je me dan op het eerste gezicht
herkend vroeg Carmela.
Oogenblikkelyk 1 antwoordde Elisabeth.
Juist ais toen staat ge vandaag onverwacht
voor my. Ik herkende je ook aan je oogen en
aan je lange wimpers.
Waarom zweeg je dan
Elisabeth sloeg beschroomd ds oogen neer.
Nu weet ik het, dwaas kind, zeide
Carmela, die eindelyk haar aarzelen begreep.
Je herinnert je, dat ik Troeger in lompen
gekleed was en blootvoets liep. Wat komt
dat er op aan Schoentjes van marokijnleder
en zyden japonnen maken ons niet geluk-
kig.
Zy loosde een zucht en vervolgde
Herinner je je nog die malle dametjes,
die zoo styf voortwandelden en dis je zoo'n
deftig bezoek in den slottuin brachten? Wat
zou er Tan die twee geworden zyn
Ds eene is verloofd met Ottto Berge
nau, den zoon des buizes.
Is het mogelyk riep Carmela uit. Dat
was zeker die kleine deftige, maar wat is
er geworden van die andere? die dikke,
plompe
Die is niet meer dik en plomp ant
woordde Elisabeth met een lichte auoht.
Dan is zy zeker ook al verloofd 1
Ja, met baron Edgor Lindenskjold.
Met een baron I Is dat geen mésalli-
anse
Een mésalliance is het zeker, Carmela.
(Wordt vervolgd).