KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor Helder, Texel, Wierlegen en Anne Peulowne
HET TESTAMENT.
No. 3559.
Woensdag 27 Maart 1907.
35ste Jaargang.
Uit het Buitenland.
Nieuwsberichten.
Bureau: Spoorstraat.
Telef. 59.
Bureau: Koningstr. 29.
Intere.-Telef. 50.
Aan onxe abonné's buiten
de gemeente wordt beleefd
verzocht 't verschuldigde abonnementsgeld
Vliegend Blaadje en Zondagsblad le kwar
taal 1907 te willen overmaken per Post
wissel of in postzegels vóór 5 April,
zullende anders daarover met 5 cents ver
hooging per post worden beschikt.
Postwissels voor dat doel behoe
ven slechts met een zegel van 21/, Ct.
beplakt te worden.
't Blijkt dat de Dooma door niet het voor
beeld te volgen van hare voorgangster, meer
zal bereiken dan deze. De (Nowoje Wremija"
mocht terecht schrijven: De oppositie is niet
gevaarlijk want het gematigde deel wenscht
vruchtbaren parlementairen arbeid te verrich
ten." En de regeering gaat veel verder mee
dan men verwachtte. In de Doema-zitting
las de Octobristenleider Roditsjef een voor
stel voor waarin hij zeide: De minister van
binnenlandsche zaken heeft in 1906 aan de
Rijksdoema belooft den hongersnood te zul-
len bestrijden; hij heeft dat niet gedaan. Wjj
erkennen dat de Doema de uitvoerende macht
niet kan uitoefenen, maar dat zij de regee-
ring kan dwingen om de bedoelingen van
haar regeeringsverklaring te verwezenlijken.
De regeering verklaarde het met deze uit
legging eenB te zijn!
Daarop stelde Roditsjef voor de zaak van
de ondersteuning van de leiders aan hongers
nood te scheiden van die der werkeloosheid.
De Sociaal-democraten bestreden dit en wil
den eene commissie uit de Doema om het
volk voor te lichten over de regeeringspoli-
tiek, wat met 132 stemmen véér werd ver
worpen.
Stolypin verklaarde dat de wetten tot on
dersteuning van de lijdenden aan hongersnood
gebreken hebben en de uitvoering ervan
eveneens. De regeering is echter bereid om
een rapport te publiceeren over alle tot dus
ver genomen maatregelen ter afdoening van
de hierop betrekking hebbende ingediende
interpellaties. Nadat minister Stolypin zijn
instemming met het voorstel Roditsjef had
betuigd, werd dit met groote meerderheid
aangenomen. De toegevende houding der
regeering verbaasde de K. D.-partjj. Zij bad
blijkbaar zooveel meegaandheid niet verwacht.
Maar de goede verstandhouding tusschen
regeering en meerderheid zal er bjj winnen
en het land eveneens.
In Roemenië is 'tweer zeer rumoerig. De
boeren zjjn hier en daar in opstand, plunde
ren eigendommen en steken in dorpen en
steden huizen in brand. Zjj houden treinen
en trams aan en eischen verdeeling der lan
derijen.
Botha is in Engeland en wordt daar druk
gevierd.
Hjj verklaarde dat Brit en Boer in Trans
vaal wenBchen dat het Britsche volk hen zal
vertrouwen en het hun mogelijk zal maken,
hunne aangelegenheden te regelen, zooals zjj
zelf het best oordeelen.
De twee Huizen van het Parlement in
Transvaal verklaarden enkele rechten te zul
len onthouden aan de Britsch-Indiërs die in
Transvaal wonen. Dit besluit is niet overeen
komstig den wensch der Engelsche regeering.
De gouverneur verklaarde dat hy het be
sluit alleen dan zou handhaven als de koning
het goedkeurde. De oppositie verklaarde zich
met de regeering tot onderhandelen bereid.
Het parlement iB uiteengegaan tot half Juni.
De heer T." Wessel, leerling der Zee
vaartschool alhier, slaagde hg het te
's-Gravenhage gehouden examen, voor
derden stuurman groote stoomvaart.
Uitvaart luitenant Nlx.
Vrijdagmiddag is op de alg. begraaf
plaats te Hoofddorp ter aarde besteld het
ljjk van den le-luit. T. J. Nix. De be
grafenis geschiedde met militaire eer.
Behalve de muziek van het 10 reg.
infanterie uit Haarlem was aanwezig een
deputatie officieren, bestaande uit kapt.
Van der Pand en de le-luitenants J. C.
Rgk en K. J. Weber.
Bü Kon. besluit van 23 dezer zyn
o. a. benoemd
tot ridder in de orde van Oranje-Nassau
H. de Booy, oud-luitenant ter zee 1ste
klasse, voorzitter van het Amsterdamsche
comité voor de herdenking van den 300-jarigen
geboortedag van Michiel Adriaanszoon de
Ruyter
A. Wérumens Buning, letterkundige wonende
te Zürich
P. K. Dommisse, archivaris van de gemeente
Vlissingen, en
mr. J. Smit Azn., voorzitter van het bestuur
van de Zeevaartschool te Vlissingen
is bevorderd tot commandeur in de orde
van den Nederlandschen Leeuw, de adjudant
in buitongewonen dienst van Hare Majesteit
de Koningin, gepensionneerd vice-admiraal en
oud-minister van marine, A. G. Ellis;
is bevorderd tot groot-officier in de orde
van Oranje-Nassau de vice-admiraal J.
Wentholt;
is benoemd tot commandeur in de orde van
Oranje-Nassau de schout-by-nacht, W. Romer
zyn benoemd tot ridder in de orde van
Oranje-Nassau de luitenants ter zee lste
klasse G. W. de Leur en A. F. J. Roms-
winckel
is toegekend
a. de gouden eeremedaille van de orde
van Oranje-Nassau aan den commandeur der
scheepmakers bjj 'sryks werf te Amsterdam
H. Bondt;
b. de zilveren eeremedaille van de orde
van Oranje-Nassau aan den opperachipper
P. C. Vliek
den oppertorpodist J. Hellondoorn
den opperschryver A. M. Louis
den bottelier-majoor N. Rjjff
den sergeant-majoor der mariniers M. van
den Dungen
don sergeant-konstabel W. Wiggerts
den sergeant-torpedomaker N. Ryk
den sergeant-stuurman H. Timmerman
den amanuensis van het scheikundige
laboratorium C. M. L. Kouw
den commandeur der schilders op 'sryks
werf te Willemsoord P. d-i Beurs
den bode by het departement van marine
H. Th. Koning;
den gepenaionneerden loodschipper der lste
klasse G. Kaale
den loodsschipper der lste klasse L. van
der Eyk
c. de bronzen eeremedaille van de orde
van Oranje-Nassau aan:
den korporaal-ziekenverpleger C. L. Simons
den korporaal der mariniers. E. T. Visser
do matrozen der lste klasse A. W. Freeken,
C. H. Timmering en J. Oppelaar;
de mariniers der lste klasse A. P. Krygsman
en J. Hilligehekken
den modelmaker by 's rjjks werf te Amster
dam, H. Bruns
den werkman by de reserve-magazynon te
Amsterdam, W. Heidoorn
den blokmaker by 's ryks werf te Willems
oord, G. Nobbes
den zeilmaker by 's ryks werf te Hellevoet-
sluis, H. van der Sluis
Een schaap van den heer P. Wiers
te Nieuwe Niedorp bracht 22 dezer 6
levende jongen ter wereld. Volgens des
kundigen een ongekend voorval.
Ons vee in Zuid-Afika!
De heer Hs. v. d. Linden, Rgksveearts
te Amsterdam, ontving reeds per jongsts
mail het verzoek met de a. s. najaarsver
zending voor Zuid-Afrika een 5-tal stuks,
zoowel stieren als vrouwelijk fokvee aan
te koopen en mede te verschepen.
Verder deeldt de heer Van der Linden
mede
Het in de laatste jaren uitgezonden
Hollandsche vee heeft op aldaar gehouden
tentoonstellingen zjjn werkelgk verdienden
roem, om bjj een schoonen vorm het melk-
rgkste vee ter wereld te zgn, flink gehand
haafd, zoodat ook in verband met rjjkeljjk
gevallen regens, veel vraag naar ons vee
verwacht kan worden. Daar de >goedbe-
talendes Afrikaander evenwel alleen le
klasse vee verlangt, dat bovendien inge
schreven is in het stamboek en bekroond
op eenige tentoonstellingen, zjj het wel
iu het belang van onze fokkers, die aan
hem verkoopen willen, met deze wenschen
rekening te honden.
Naar de Ameraf. Ct. vertelt, had een
boer uit Soest 300 eieren verkocht aan
een zoogenaamde firma te Amsterdam, die
volgens een advertentie een paar duizend
eioren kon gebruiken tegen Hinken prjjs.
Van betalen kwam echter niets. De boer
ging naar Amsterdam, informeerde bg de
politie, kreeg weinig troost, zocht de firma
zelf op en kreeg te hooren, dat deze alleen
des Zaterdags uitbetaaldedat was een
regel en daarvan werd nooit afgeweken.
„Nu," zei de man, „ik kom dan wel eens
terug, maar kan de firma misschien nog
meer eieren gebruiken, ik heb er nog 1500,
die ik tegen denzelfden prgs aanbied."
„Zend maar zooveel als u wilt, maar
kom asjeblief op Zaterdag afrekenen.
Thuis gekomen, pakt ons boertje voor
een gewicht van 1500 eieren netjes steenen
in een mandonder hooi, boven hooi,
aan de kanten hooi, en zendt dit aan de
„Firma". De „eieren" mochten echter
alleen afgegeven worden, indien de eerst
geleverde 300 betaald werden. De firma,
die liever 300 eieren betaalde dan 1500,
betaalt en ontvangt de netjes ingepakte
„harde" eieren.
Hst eerste kievitsei.
Door den werkman Johannes Veenstra
te Parrega, werd 22 Maart het eerste
kievitsei gevonden en direct door bemid
deling van den heer C. Reitsma per post
verzonden aan H. M. de Koningin.
(»L. O»)
Ons klimaat.
H. schrgft aan de Zutph, Ct.
De lentemaand brengt ons in den regel
nog al eens onstuimig, buiig weder; het
spreekwoordMaart roert zgn staart",
komt dan ook meestal tot zgn recht. Zulks
is ook thans het geval, inzonderheid wat
het laatste twaalftal dagen betreft. Het
was daarbjj gedurende den loop der maand
dooreengenomen een tweetal graden te
koud voor het jaargetgde. De temperatuur
van de eerste helft der maand Maart, nor
maal 38°,5 Fahr. bedroeg thans 36°,5.
Het verschil in temperatuur, wat dit
tijdsverloop vau Januari en Maart betreft,
is dit jaar vooral wel opmerkelijk. De tem
peratuur van 1 tot 15 Januari, normaal
rnim 32°, was ditmaal 40°, zoodat het
thans, terwjjl het volgens den normalen
stand zes en een halve graad zachter zgn
moest, drie en een halve graad kouder
was in de eerste helft van Maart dan in
de eerste he'ft van Januari, beiden over
het geheel genomen. Er kwam trouwens
alstoen geen dag voor waarop de tempe
ratuur beneden het vriespunt daalde, ook
viel er alleen een weinig sneeuw op den
4den Jan.Maart telde echter tot heden
reeds twaalf dagen met sneeuw en hagel
buien.
Wel een bewjjs der veranderlijkheid van
het klimaat van ons vaderland.
Het vergaan der >Berlin".
De zBerlin" was. naar wg uit Londen
vernamen, door de Great Eastern, in eigen
verzekering genomen. Alleen toen zg het
vorige- jaar hersteld werd, had de scheeps
bouwmaatschappij haar voor f 6,400,000
verzekerd. Wat de verplichting tot schade
vergoeding betreft, kan de Great Eastern
Spoorwegmaatschappij langs gerechteljjken
weg verzoeken, dat hare verbintenissen
wegens verlies van levens tegenover de
nabestaanden van de omgekomen passagiers
tot 15 p. st. per ton worden beperkt, onder
voorwaarde, dat geen font of schuldige
nalatigheid werd begaan. De 15 p. st.
in dit geval 26,625 p. st. worden dan
door de rechtbank onder de nagelaten be
trekkingen verdeeld. Het gelukt den reeders
echter zelden, deze beperking door te zetten.
(Verzekeringsbode.)
De Jóna.
Aan boord van de Jéna, of liever van het
wrak van de Jéna, is Vrjjdag weer een pa
niek geweest. Een aantal mannen was bezig
uit het rnim van het voorschip de muoitio
wog te halen, toen er een ontploffing werd
gehoord. Er was kortsluiting ontstaan in de
geleidraden voor het electrische licht en daar
door knapte er een lamp, maar dat begreep
niemand en daar de schrik de menschen nog
in de beenen zit, dachten zjj niet anders of
meteen zou het voorschip uit elkaar springen
en de matrozen vlogen naar het gat van den
uitgang, kropen langs de touwen het schip
af, en holden weg over de wanden van hot dok.
Er waren werklieden bezig, het dok te
herstellen, dat, naar men zich herinneren zal,
kort na de groote ramp, stukgeschoten is om
het zinken te verhaasten. Die werklieden
werden aangegrepen door de vluchtdrift der
matrozen en zy begonnen mee te rennen. Zy
kwamen de werkplaatsen langs de kade bin
nenvallen met het gerucht vau een ontplof
fing en niet zoo gauw hadden de arbeiders
van de werkplaatsen het woord ontploffing
gehoord, of zij sprongen als muizen naar bui
ten. Het dunrde niet lang of de oorzaak van
do knal was gevonden. Er was geen gevaar
by. Maar het duurde lang, voor de werklie
den van de rykswerkplaatsen bereid waren,
het dok weer te naderen, waarin de verminkte,
maar boosaardige Jéna gevangen ligt.
Een van de manschappen is by de vlucht
naar beneden gevallen en gewond.
De Jéna en de tucht.
Een zeeofficier schrgft aan de Jouraal des
Débats een brief, die zeker indrnk zal maken.
De zeeofficier schryft ongeveer aldos Ik kan
de behoefte niet weerstaan, uit te schreeuwen
wat ieder weet en wat niemand zeggen wil.
Een volk dat niet in verval is moet de waar
heid kunnen hooreD, ook de wreede, de tren-
rige, waarheid. Er zullen commissies benoemd
worden, enquêtes zullen worden ingesteld en
dat zal uitloopen op alles en op niets. De
bladen, de ministers, zullen getuigschriften
uitreiken van heldenmoed wjj zullen zwellen
van trots, en morgen zal onze toestand ver
ergerd zyn.
De onmiddellyke oorzaak van de ontploffing
op de Jéna" zal verborgen bljjven de schul
digen, alB die er zijn, de getuigen, zyn dood
de plaats van het onheil is verwoest. Maar
daar ligt ook niet de oorzaak van al onze
ongelukken. Of het betreft de «Sully" de
.Farfadet". de «Lutin", de #Kabyle", de
tChamois", en zooveel andere rampen,, de al
lereerste oorzaak, dat is het personeelwy
maken geleerden, wy maken geen mannen
meer. De werktuigen op de oorlogsschepen,
kan nonnen, ketels, worden altjjd maar samen-
gestelder. Elk nieuw werktuig vereischt meer
zorgzaamheid en toewyding van die er over
gaat. Maar terwjjl de eischen voor het be
dienend personeel hooger worden, gaat het
zedelyk peil van het personeel der marine
schrikbarend achteruit.
Inzeggingen, plicht, gehoorzaamheid, dat
zjjn onde lorren, die alleen voor achterlijke
stumpers wat beduiden. De dienstdoende wacht
slaaptdie de ronde moet doen laat het Da
of staat te rooken. Er gebeurt een ongeluk.
En als het ongeluk gebeurt dan is de beman
ning meteen dol geworden. De manschappen
springen de uitgangen door on vallen te plet
ter in het dok. De mannen van de (Satiren"
zjjn gevlucht en hebben hun schip aan de
vlammen overgelaten men denkt er niet over
de ruimen onderwater te laten loopen, de
paniek heeft ieder aangegrepen.
Die paniek is verklaarbaar: dat is het in
stinct voor zelfbehoud, dat ons op de vlucht
drjjft als de dieren. Maar als zjj daaraan toe
geven, dan is het toch ook oagerjjmd ons
boven de dieren verheven te achten.
Ja, er zjjn enkele dappere mannen geweest
bjj het ongeluk mot de Jéna", maar het
waren heel enkelende massa was laf. Als
er geen officieren en gegradueerden waren
geweest, dan waB de .Suffren" in de lucht
gevlogeD. De havenarbeiders, die niets geen
gevaar liepen, zjjn het arsenaal uitgehold, in
schaamachtige verbjjstoring. Zjj gaven er zich
wol rekenschap van, dat alB er eens wat te
doen was in het arsenaal, dat zjj er dan voor
al niet meer moesten zjjD.
Dat is de |trenrige waarheid. Wat er ge
beuren moet, dat is de oude begrippen over
plicht en opofiering horstellen. Om stipt een
order op te volgen behoeft men niet juist een
geleerde te zjjn, maar om te kannen gehoor
zamen in zelfverloochening, daarvoor moet
men een man zjjn in den edelen zin van het
woord. Dat leert men niet op onze scholen
en hier ligt de oorzaak van al onzen tegen
spoed. Nog is de ondergrond van onze man
schappen goed en genezing is mogeljjk. Maar
als die genezing niet ter hand wordt genomen,
dan is onze marine verloren. Dan kan men
de vloot wel sparen.
De Rnijter-feesten.
Zaterdag is op verschillende plaatsen in
ons land de herdenking van den 300sten ge
boortedag van Michiel Adriaensz. de Rujjter
op plechtige wjjze gevierd.
Te Amsterdam
hebben H. M. de Koningen en H. M. de
KoningiD-Moeder de feesten met hunne hooge
tegenwoordigheid vereerd.
Burgeljjke en militaire autoriteiten ontvin
gen H.H. M.M. aan het Centraal-Station,
vanwaar te half elf naar de Nienwe Kerk
werd gereden. Bjj haar verachjjnen en op
den rit werden de Koninginnen harteljjk toe
gejuicht.
Zjj werden bjj don ingang der kerk ver
welkomd door den voorzitter van het Amster
damsche Do Rujjter-comité en den voorzitter
en secretaris der regelingscoinmissie. De ver
tegenwoordigers dor vreemde mogendheden
en de deputaties nit den vreemde zaten
ter rechterzyde van het podium waarop de
Koninginnen gezeten waren.
Het k Capella-koor onder leiding van
Anton Averkamp zong Psalm 90 van Swee-
linck en een oud Hollandsch lied.
De heer Charles Boissevain sprak de feest
rede uit.
Het Capella-koor zong daarna: rWilt
heden na treden" en (Gedencclank van
Valerius.
Onder het spelen van het orgel en gevolgd
door den heelen schitterenden stoel begaf zich
H.M. naar het grafgesteente van De Rojjter
en onthulde daar een eenvoudigen steen aan
gebracht aan het voeteinde van het monument,
waarop latjjnache spreuk. Daarop werden door
vertegenwoordigers der vreemde mogendheden
en deputaties de huldebljjken op het graf
neergelegd.
Portugal een zilveren anker.
Groot-Brittannië en Dnitschland een krans
namens de Britsche en Duitsche oorlogsmarine.
Spanje en Frankrjjk idem.
België namens het Belgische leger.
Denemarken een massief gouden beukontak
voorzien van het Deensche wapen en een
toepasselijke inscriptie.
Hongarjje een krans van zilver en op de
bladen ervan zjjn gegraveerd de namen der
door de Ruyter nit de galeien bevryde Hon-
gaarsche predikanten. Op een gouden band
staat diens naam met een opdracht in het
Latjjn.
Het aantal kransen of huldeblijken van ver
schillende Nederlandsche vereenigingen was
groot.
Aan het déjeuner ten paleize zaten aan
de gezanten, die in opdracht hunner regee-
riogen tegenwoordig waren in de Nieuwe
Kerk, alsmede de daartoe behoorendo depu
taties en Kooinkljjke Marine.
Tot de vreemde gezanten hield H. M. eene
toespraak in de Fransche taal.
In het Paleis voor Volksvljjten de schouw
burgen werden voorstellingen gegeven met
toespraken.
Te Haarlem
Het kerkconcert, waarbij met medewerking
van Orelio e.a. do Ruyter Cantate werd uit
gevoerd, was drnk bezocht, en slaagde dus
uitstekend.
Ook de kinder-optocht was heel aardig. De
jeugd had voornamelijk in De Ruytera jeugd
gebeurtenissen gegrasduind, er waren ver
scheidene ljjnbaanwielen in den stoet, niet
minder dan drie torenspitsen en op één daar
van stond een eohte jongen, al maar zwaaiend
met zjjn mutsVoorts schepen, ridders, boe-
rinnekes, Pierrots, Tirolers en Italianen, en
een heel mooie groep van zestien gedragen,
opgetuigde scheepjes, De Ruyter'a vloot voor
stellende. De stoet trok duizenden kijkers,
de Groote Markt was zoovol dat het tram
verkeer moest worden gestaakt.
's Avonds was het op de Markt niet min
der vol bjj de vertooning der lichtbeelden nit
De Ruyter's leven, gevolgd door een bioscoop
voorstelling, terwjjl eerst het Sted. Muziek
korps, vervolgens het Doopsgezind Zangkoor
een uitvoering gaf.
In Da Ruyters geboortestad
is het feest op uitnemende wjjze geslaagd.
Van alle schepen en huizen woei de vlag.
Onze vloot was flink vertegenwoordigd. Daar
lagen do pantserschepen (Friesland' en (Piet
Hein', de moniter ,Reinier Claeszen», de
torpedobooten G 5, 6, 7 en 8, de twee vlugge
witte marinekotters (Boelen' on (Vooruit*
en dan het gewone Vlissingsche wachtschip
de ,Bulgia*. Op de reede lagen de vreemde
oorlogsschepen. Te 12.15 arriveerde Z. K. H.
de PrinB der Nederlanden met gevolg. De
Prins reed rechtdoor naar de Noordzeeboule-
vard, verliet aan den voet van den oprit zjjn
rjjtnig, en wandelde gevolgd door zjjn adju
danten, die een grooten krans droegen en
vergezeld van de heeren Djjckmeester en
Ellis, naar het standbeeld van Admiraal De
Ruyter, waarvoor Z. K. H. het militair saluut
bracht. De heeren Beyerman en Fryling
werden aan Z. K. H. voorgesteld, die daarop
den krans van zjjne adjudanten overnam en
persoonljjk het huldeblijk aan den voet van
het standbeeld vastmaakte.
Een deputatie van de vereeniging van ond-
strjjders van zee- en landmacht in Nederl.-
Indië woonde deze plechtigheid bjj.
Bjj den lnnch op het stadhuis hield de
burgemeester van Vlissingen een toespraak.
Vervolgens had de eerste steenlegging voor
de Zeevaartschool plaats waarbjj een tweetal
toespraken werden gehouden die door den
Prins beantwoord werden.
In de Nieuwe Kerk werd in tegenwoordig
heid van Z. K. H. eene cantate uitgevoerd.
Het glaspnnt van den dag vormde de
schitterende historische optocht, een optocht
waarschijnijjk eenig in de geschiedenis van
Vlissingen.
De Prins verliet te 8.30 de stad waar men
nog lang feestvierde.
Fonds De Ruyter-Medallle
Maandagavond is de akte gepasseerd voor
de slichting (Fonds voor de De Rnyter-me-
daille", gevestigd te Amsterdam.
Het doel is om, nit een daartoe bjjeen te
brengen fonds, iedere vjjf jaren uit te reiken
een medaille, genaamd »De Ruyter-medaille",
aan iemand, 't sjj man of vrouw, die zich,
liefst in het laatst verloopen tijdvak van vjjf
jaren, bjjzonder verdienstelijk heeft gemaakt
op het gebied van seevaart of zeewezen in
den ruimsten zin des woords. Die verdiensten
knnnen zjjn b.v. van teohnischen aard (uit
vindingen, verbetering van toeetellen enz.);
van wetenschappeljjken aard (ontdekking van
voor de zeevaart van belang zjjnde meteoro
logische, astronomische of geophysische wetten
of verschjjnselen enz.)van economischen
aard (bevordering van Nederlandsche bedrjj ven
ter zee enz.)van philanthropischen aard
(bevordering van het geluk en verbetering
van het levenslot van zeevarenden en hnn
nabestaanden).
Eere-Yoorzitter isZ. K. H. Hendrik
Wladimir Albrecht Ernst, Prins der Neder
landen, Hertog van Mecklenbnrg enz. enz.
Voor de eerste maal zjjn benoemd tot be
stuurde» de heeren S. P. v. Eeghen, A. G.
Ellis, Heldring, J. B. A. Jonckheer en
S. F. Scheurleer.
De (De Rujjter-medaille" wordt nitgereikt
bjj voorkeor aan Nederlanders. Mocht even
tueel in het buitenland iemand die onder
scheiding bjj uitstek verdienen, dan kan de
medaille ook aan dezen worden uitgereikt,
in aanmerking genomen niet alleen, dat de
zeeheld, wiens naam de medaille draagt, over
al heeft rondgezworven en meermalen aan
vreemde vorsten zjjn hulp heeft verleend,
maar daarenboven, dat zjjn naam als die van
weinig andere landgenooten, alom met roem
bekend is.
De medaille zal geslagen worden in gond
en in zilver. Als regel wordt aangenomen,
dat zjj wordt nitgereikt in gond, doch mocht
de persoon, aan wien ze wordt toegewezen,
de waarde ervan liever grootendeels in gang
bare mant ontvangen, dan zal, indien daartoe
de wensch aan het bestuur der stichting
schriftelyk wordt te kennen gegeven, de
medaille in zilver worden uitgereikt en zal
aan den begiftigde het verschil in waarde
tusschen een gouden en een zilveren medaille
worden uitbetaald.
Bjj uitreiking zoowel van de gonden als
van de zilveren medaille wordt tevens aan
geboden een op perkament geschreven oor
konde, voorzien van een segel met het por
tret van Michiel Adriaensz. De Ruyter, en
bevattende een getnigschrif, waarin de redenen
van toekenning nader ontvouwd worden.
De medaille zal aan de eene zjjde dragen
het borstbeeld van Michiel Adriaensz. De
Ruyter en aan de andere zjjde den naam
van den begiftigden, met een toepasseljjke
inscriptie.
Hot bovenbedoelde eereteeken is reeds
toegekend
in gond: aan de heeren A. E. Arkenbont
Schokker, insp. voor de zeevaartH. C.
Haackc, oud gezagv.N. van Wjjck Joriaanse,
gezagv.L. H. A. Lamie, gep. kapt. t. z.
A. C. Zeeman, hoofdinspect. d. Zeevaart
in N.-I.A. J. M. A. ridder r. d. Does de
Bjjl, insp. id.L. J. Lambach, hoofdagent
der K. P. M. te Batavia; P. J. Rosegaarde
Bisschop, hoofdagent bjj de Java-China-
Japanljjn
in zilver: aan de gezagvoerders J. B.
Kessler, D. Hubert, H. le Clercq, J. B.
Harthoora, J. H. Hondius van Herwerden,
en aan den machinist bjj de gonv. marine in
Suriname A. J. May Boëtnis
in brons aan den schipper van de red
dingboot M. v. d. Klooster en H. J. J. Kress,
oud opp.-stuurman bjj de Kon. marine.
FHTTILLHTOM".
2)
Met eiken voetstap scheen zjjn voornemen
hem meer te drukken. Zoo spoedig mogeljjk
wilde hjj het maar volbrengen, daar hjj de
nitvoering toch niet kon achterwege laten.
Eindeljjk had hy de villa gevonden, die
hjj zocht Een hoog jjzeren hek scheidde den
tuin van den pnblieken weg.
Wilfred Jordan opende de deur vpn 't hek,
richtte zjjne schreden over het grintpad naar
het huia en schelde aan.
(Ik word verwacht", zei de jonkman haas
tig, terwjjl hjj met ongeduld den onderzoe
kenden blik verdroeg, welken de bediende
bjj het opendoen op hem wierp.
«Mevrouw heeft bezoekmaar als mjjn-
heer verwacht wordt, zal ik eens gaan vra
gen."
Hjj wierp een blik in de portiersloge, om
zich te overtuigen, dat de man met dien
mantel, op wien wel iets viel aan te merken,
onder toezicht achterbleef, en ging toen de
trap op, waarvan de treden met een rooden
loopor waren belegd.
Wilfred Jordan had dien blik bemerkt en
zjjne wangen werden rood van schaamte en
wrevel.
Hoe weinig tjjds was het geleden, dat de
besehaafde kringen in hot huis zjjner ouders
gaarne verkeerden en hjj als zoon des huizes
werd behandeld met de oplettendheid, die men
hem schuldig wasl
«Mevrouw de barones laat u verzoeken
binnen te komen. U is immers de teeken-
onderwjjzer?"
Jordan volgde den bediende, die zjjn hoed
en mantel zonder verlof in bewaring nam,
naar de eerste verdieping.
Dopr een fraai versierde voorkamer kwam
hjj in een klein, maar weelderig ingericht
boudoir, waar een flink vnnr in den haard
brandde. Op de teruggeslagen gordjjnen kaat
ste het purper van den avondhemel zich terug
en wierp op het fluweel een v loed van robjjn-
klenrig licht.
Op de tafel stond een vaas met de kost
baarste orchideeën en rozen, een dergeljjke
bloemenpracht prijkte op de schoorsteenman
tel Daast de zacht tikkende pendnle. Zelfs do
bloemen hanger, die boven de sofa in den
hoek heen en weer schommelde als een flad
derende vlinder, was vol met heerljjk geu
rende seriDgen en takken vol bloesems.
Wilfred Jordan, die zjjne donkere aohter-
kamer vergeleek met deze gezelligo mooie
kamer, had een gevoel alsof hjj in een andere
wereld was overgeplaatstzjjne zinnen waren
om zoo te zeggen betooverd. De weosch
kwam bjj hem op, hier alleen te kannen bljj-
ven te midden van dit robjjnklenrige licht,
dat hem zoo weldadig aandeed, te midden
van de welriekende geuren, die zyne zinnen
streelden.
Met de rechterhand leunende op de mol
lige bekleeding van een armstoel, stond hjj
met half gesloten oogen en liet den vrjjen
loop aan sjjne geprikkelde verbeelding die
zjjn ademhaling koortsachtig deed versnel
len.
Het oude zoete sprookje der eerste liefde
klonk hem daarbjj in de ooren. Levendig
kwam hem alles weder voor den geest. Hjj
zag een paar donkere oogen en roodo lippen,
die hem bekoorljjk tegonlonkten, en zoo sterk
was de indrnk van dezen droom in wakenden
toestand, dat de jonkman met een zucht zjjn
vrije hand over de oogen streek, om zich tot
de werkeljjkheid te roepen.
Een gevoel van aDgst greep hem plotseling
aanhet was of by gewaarschuwd werd om
den gevaarljjken bodem te ontvluchten, waar
zjjn beter gevoel zoo snel was verdwenen.
Doch reeds was het te laat. In de aangren
zende kamer verstomde het gelnid der stem
men. En daar hoorde hjj lichte voetstappen,
vergezeld van een zacht japongernisch.
Wilfred liet zjjn hand zaUen. De denr
ging open en de roode portières werden open
geslagen.
Een slanke dame hoog van gestalte, stond
op den drempel. Haar hoofd was omljjst door
fijne krulletjes brain haar, waarbjj het gelaat
als wit albast afstak. De schoone roode lip
pen kwamen daartegen des te bekoorljjker
nit, terwjjl de indruk van haar voorkomen
nog werd versterkt door haar amandel vor-
mige donkere oogen, beschaduwd door lange
wimpers. Een trek op haar gelaat, die haar
grenzelooze zelfzncht en prikkelbaarheid
verried, gaf daaraan een pikante uitdruk-
king.
Op dit eigenaardige schoone hoofd viel het
purperroode licht der ondergaande zon on
zette daaraan een verblindende bekoorlijk
heid bjj.
«Ik heb n even laten wachten
Wilfred Jordan werd in zyn droomerjjen
te snel gestoord, om de waarneming zjjner
oogen onmiddelljjk tot bewustzjjn te brengen
doch de klank van haar stem trilde door tot
in zyn hart.
Hy schrikte op, pjjnljjk aangedaan. Op zjjho
plaats staan bljjvende, boog bjj het lichaam
□aar voren, als iemand die verblind is door
een onverwacht licht, of als iemand die ver
stijfd is van schrik. Alleen de mondhoeken
trokken zenuwachtig alsof hjj wilde lachen
en niet kon.
Mevrouw Von Karstenbrook had achteloos
den sleep van haar japon opgenomen. Nu
richtte zjj den blik naar den jonkman, die
daar zwygend on onbeweegljjk stond.
Wat is dat?" mompeldo zjj, een paar
schrede^ nader komende. rZoa dat..."
«Elfride!"
Onbewust was deze naam over zjjne lip
pen gekomendoch na het uitspreken er van
gevoelde hy onmiddelljjk spjjt.
De jonge vrouw opende en sloot herhaalde
malen de oogende zennwachlige trek op haar
gelaat was dnideljjker te zien.
(Dat wiBt ik niet," sprak zjj halfiaid.
,Toen men mjj beloofde mjj den teekenon-
derwjjzer te zenden, kon ik niet vermoe
den
«En ik zou aan die nitnoodiging nooit ge
hoor gegeven hebben," antwoordde hjj met
onvaste stem, zonder liet oog van haar schoon
gelaat te kunnen afwenden, (als ik geweten
had, wie ik hier als mevrouw Von Karsten-
"brook zon terugvinden nooit
Na een korten inwendigen strjjd schudde
zjj hot pjjnljjk gevoel van den toestand af.
«Welkom dan, Wilfred Jordan!"
Zjj bood hem de hand, doch hjj raakte die
niet aan.
Toen lachte zjj zacht.
,Is mjjn levenslot u dan zoo geheel onbe
kend gebleven?"
(Geheel! Ik wist genoeg, toen ik vernam,
dat ge met nw mama naar Baden-Baden
waart gereisd om in het huweljjk te treden,"
antwoordde hjj kort.
Zjj knikte.
(Het was mjjn laatste kansNatnor-
ljjk hebt ge toen haat tegen mjj opge
vat."
Zwjjgend haalde hjj de schouders op. De
betooverende werking, welke de heerljjke
geur der orchideeën en rozen op hem oefende,
dwong hem al hare bewegingen te volgen,
toen de jonge vrouw spottend de armen op
de borst krniste en tegen de sofa leonend,
hem met hare donkere oogen vorschend aan
keek, terwjjl ze tot hem zeide:
(Ge hebt mjj gehaat o zoo hartgrondig
gehaat, omdat volgens uw inzicht de schuld
geheel bjj mjj lag. Maar hebt gjj dan nw
plicht tegenover mjj vervuld? Laat mjj eerst
uitspreken", sprak zjj met drift, t:en hjj iets
wilde zeggen, dk wil u eerst het gebeurde
voor oogen stellen, en daarbjj het geheugen
wat opfrisschen. De mannen vergeten zoo
verbaeend spoedig eigen misslagen, wanneer
zjj door een vrouw teleurgesteld worden. En,
als ik dan van weerszjjden de rekening heb
opgemaakt, kunt gjj aan het woord komen".
Hjj maakte een beweging, alsof hjj de
kamer wilde verlatendoch zjj greep hem
bjj den pols, zoodat hjj moest bljjvuD.
«Op het oogenblik is het mjj duideljjk, dat
ge een anderen teekenonderwyzer zult nemen
dan Wilfred Jordan," zeide hjj scherp ge
noeg om zich zeiven te waarschuwen voor
de bekoring, die van deze vrouw uitging.
(Is het u zoo slecht gegaan?" vroeg zjj
zacht. Doch onmiddelljjk daarna wierp zjj het
hoofd in den nek en lachte. «Kjjk eens aan...
en dan wilt ge mjj nog verwjjten doen 1
Dwaas!
Hjj beet zich op de lippen. Het tooneel
van straks met juffrouw Schnitzer trad hem
weer duideljjk voor den geest; hjj balde de
vuisten.
«Ge hebt geljjk. Ik alleen heb verkeerd
gehandeld, of beter gezegd ik heb verkeerd
willen handelen tegenover u," zeide hjj bit
ter. «Dit wederzien bewjjst het: Buurkinde
ren mogen elkaar beminnen en elkaar trouw
zweren en van elkaar gaan, de dwaze
droomerjjen uit hun hart rakken en een rjjk
huweljjk sluiten. Ja, de rjjke man mag zelfs
zoo zjjn, dat een deugdzaam trotscb meisje
hem anders volstrekt niet zon begeeren; hjj
mag een caricatnnr zjjn van kracht, gezond
heid, manneljjken trots en levenslost, doch
hjj moet een paleis knnnen bewonen als dit."
Glimlachend viel sjj hem in de rede met
de woorden(En waarom hebt gjj niets ge
daan om te voorkomen, dat ik mjj zelve moest
verkoopen? Waarom zjjt ge niet de erfge
naam van nw oom geworden? O, ik heb
daaromtrent mjjne betrouwbare inlichtingen."
In plaats van te antwoorden, perste Wil
fred Jordan de lippen op elkaar, als wilde
hjj daarmee het opbruisend gevoel van ver
bittering in zjjn gemoed smoren. Met ver
achting haalde hjj de schouders op.
(Antwoord mjj" sprak de jonge vrouw op
gebiedenden toon. (Om mjj te kannen be
zitten hadt ge nw eigen trots en de kinder
achtige vyandigheid van nw zwakhoofdigen
oom wel kannen overwinnen; dat kan niet
betwist worden. Als ge uw kunstenaarslui
men en geniale grillen niet hebt willen ter
zjjde zetten, hoe hebt gjj dan van mjj kun
nen verlangen, dat ik, zonder verzet mjj zon
onderwerpen aan mjjn lot in de armoedige
onderlyke woning? Ik beminde n. Met het
vooruitzicht op een onbezorgde toekomst aan
uw zjjde had ik gaarne een paar jaar wil
len wachten. Maar gjj hebt niet daarnaar
gehandeld."
(Wordt vervolgd).