KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor Helder, Texel, Wierlegen en Anne Peulowne HET TESTAMENT. No. 3559. Woensdag 27 Maart 1907. 35ste Jaargang. Uit het Buitenland. Nieuwsberichten. Bureau: Spoorstraat. Telef. 59. Bureau: Koningstr. 29. Intere.-Telef. 50. Aan onxe abonné's buiten de gemeente wordt beleefd verzocht 't verschuldigde abonnementsgeld Vliegend Blaadje en Zondagsblad le kwar taal 1907 te willen overmaken per Post wissel of in postzegels vóór 5 April, zullende anders daarover met 5 cents ver hooging per post worden beschikt. Postwissels voor dat doel behoe ven slechts met een zegel van 21/, Ct. beplakt te worden. 't Blijkt dat de Dooma door niet het voor beeld te volgen van hare voorgangster, meer zal bereiken dan deze. De (Nowoje Wremija" mocht terecht schrijven: De oppositie is niet gevaarlijk want het gematigde deel wenscht vruchtbaren parlementairen arbeid te verrich ten." En de regeering gaat veel verder mee dan men verwachtte. In de Doema-zitting las de Octobristenleider Roditsjef een voor stel voor waarin hij zeide: De minister van binnenlandsche zaken heeft in 1906 aan de Rijksdoema belooft den hongersnood te zul- len bestrijden; hij heeft dat niet gedaan. Wjj erkennen dat de Doema de uitvoerende macht niet kan uitoefenen, maar dat zij de regee- ring kan dwingen om de bedoelingen van haar regeeringsverklaring te verwezenlijken. De regeering verklaarde het met deze uit legging eenB te zijn! Daarop stelde Roditsjef voor de zaak van de ondersteuning van de leiders aan hongers nood te scheiden van die der werkeloosheid. De Sociaal-democraten bestreden dit en wil den eene commissie uit de Doema om het volk voor te lichten over de regeeringspoli- tiek, wat met 132 stemmen véér werd ver worpen. Stolypin verklaarde dat de wetten tot on dersteuning van de lijdenden aan hongersnood gebreken hebben en de uitvoering ervan eveneens. De regeering is echter bereid om een rapport te publiceeren over alle tot dus ver genomen maatregelen ter afdoening van de hierop betrekking hebbende ingediende interpellaties. Nadat minister Stolypin zijn instemming met het voorstel Roditsjef had betuigd, werd dit met groote meerderheid aangenomen. De toegevende houding der regeering verbaasde de K. D.-partjj. Zij bad blijkbaar zooveel meegaandheid niet verwacht. Maar de goede verstandhouding tusschen regeering en meerderheid zal er bjj winnen en het land eveneens. In Roemenië is 'tweer zeer rumoerig. De boeren zjjn hier en daar in opstand, plunde ren eigendommen en steken in dorpen en steden huizen in brand. Zjj houden treinen en trams aan en eischen verdeeling der lan derijen. Botha is in Engeland en wordt daar druk gevierd. Hjj verklaarde dat Brit en Boer in Trans vaal wenBchen dat het Britsche volk hen zal vertrouwen en het hun mogelijk zal maken, hunne aangelegenheden te regelen, zooals zjj zelf het best oordeelen. De twee Huizen van het Parlement in Transvaal verklaarden enkele rechten te zul len onthouden aan de Britsch-Indiërs die in Transvaal wonen. Dit besluit is niet overeen komstig den wensch der Engelsche regeering. De gouverneur verklaarde dat hy het be sluit alleen dan zou handhaven als de koning het goedkeurde. De oppositie verklaarde zich met de regeering tot onderhandelen bereid. Het parlement iB uiteengegaan tot half Juni. De heer T." Wessel, leerling der Zee vaartschool alhier, slaagde hg het te 's-Gravenhage gehouden examen, voor derden stuurman groote stoomvaart. Uitvaart luitenant Nlx. Vrijdagmiddag is op de alg. begraaf plaats te Hoofddorp ter aarde besteld het ljjk van den le-luit. T. J. Nix. De be grafenis geschiedde met militaire eer. Behalve de muziek van het 10 reg. infanterie uit Haarlem was aanwezig een deputatie officieren, bestaande uit kapt. Van der Pand en de le-luitenants J. C. Rgk en K. J. Weber. Bü Kon. besluit van 23 dezer zyn o. a. benoemd tot ridder in de orde van Oranje-Nassau H. de Booy, oud-luitenant ter zee 1ste klasse, voorzitter van het Amsterdamsche comité voor de herdenking van den 300-jarigen geboortedag van Michiel Adriaanszoon de Ruyter A. Wérumens Buning, letterkundige wonende te Zürich P. K. Dommisse, archivaris van de gemeente Vlissingen, en mr. J. Smit Azn., voorzitter van het bestuur van de Zeevaartschool te Vlissingen is bevorderd tot commandeur in de orde van den Nederlandschen Leeuw, de adjudant in buitongewonen dienst van Hare Majesteit de Koningin, gepensionneerd vice-admiraal en oud-minister van marine, A. G. Ellis; is bevorderd tot groot-officier in de orde van Oranje-Nassau de vice-admiraal J. Wentholt; is benoemd tot commandeur in de orde van Oranje-Nassau de schout-by-nacht, W. Romer zyn benoemd tot ridder in de orde van Oranje-Nassau de luitenants ter zee lste klasse G. W. de Leur en A. F. J. Roms- winckel is toegekend a. de gouden eeremedaille van de orde van Oranje-Nassau aan den commandeur der scheepmakers bjj 'sryks werf te Amsterdam H. Bondt; b. de zilveren eeremedaille van de orde van Oranje-Nassau aan den opperachipper P. C. Vliek den oppertorpodist J. Hellondoorn den opperschryver A. M. Louis den bottelier-majoor N. Rjjff den sergeant-majoor der mariniers M. van den Dungen don sergeant-konstabel W. Wiggerts den sergeant-torpedomaker N. Ryk den sergeant-stuurman H. Timmerman den amanuensis van het scheikundige laboratorium C. M. L. Kouw den commandeur der schilders op 'sryks werf te Willemsoord P. d-i Beurs den bode by het departement van marine H. Th. Koning; den gepenaionneerden loodschipper der lste klasse G. Kaale den loodsschipper der lste klasse L. van der Eyk c. de bronzen eeremedaille van de orde van Oranje-Nassau aan: den korporaal-ziekenverpleger C. L. Simons den korporaal der mariniers. E. T. Visser do matrozen der lste klasse A. W. Freeken, C. H. Timmering en J. Oppelaar; de mariniers der lste klasse A. P. Krygsman en J. Hilligehekken den modelmaker by 's rjjks werf te Amster dam, H. Bruns den werkman by de reserve-magazynon te Amsterdam, W. Heidoorn den blokmaker by 's ryks werf te Willems oord, G. Nobbes den zeilmaker by 's ryks werf te Hellevoet- sluis, H. van der Sluis Een schaap van den heer P. Wiers te Nieuwe Niedorp bracht 22 dezer 6 levende jongen ter wereld. Volgens des kundigen een ongekend voorval. Ons vee in Zuid-Afika! De heer Hs. v. d. Linden, Rgksveearts te Amsterdam, ontving reeds per jongsts mail het verzoek met de a. s. najaarsver zending voor Zuid-Afrika een 5-tal stuks, zoowel stieren als vrouwelijk fokvee aan te koopen en mede te verschepen. Verder deeldt de heer Van der Linden mede Het in de laatste jaren uitgezonden Hollandsche vee heeft op aldaar gehouden tentoonstellingen zjjn werkelgk verdienden roem, om bjj een schoonen vorm het melk- rgkste vee ter wereld te zgn, flink gehand haafd, zoodat ook in verband met rjjkeljjk gevallen regens, veel vraag naar ons vee verwacht kan worden. Daar de >goedbe- talendes Afrikaander evenwel alleen le klasse vee verlangt, dat bovendien inge schreven is in het stamboek en bekroond op eenige tentoonstellingen, zjj het wel iu het belang van onze fokkers, die aan hem verkoopen willen, met deze wenschen rekening te honden. Naar de Ameraf. Ct. vertelt, had een boer uit Soest 300 eieren verkocht aan een zoogenaamde firma te Amsterdam, die volgens een advertentie een paar duizend eioren kon gebruiken tegen Hinken prjjs. Van betalen kwam echter niets. De boer ging naar Amsterdam, informeerde bg de politie, kreeg weinig troost, zocht de firma zelf op en kreeg te hooren, dat deze alleen des Zaterdags uitbetaaldedat was een regel en daarvan werd nooit afgeweken. „Nu," zei de man, „ik kom dan wel eens terug, maar kan de firma misschien nog meer eieren gebruiken, ik heb er nog 1500, die ik tegen denzelfden prgs aanbied." „Zend maar zooveel als u wilt, maar kom asjeblief op Zaterdag afrekenen. Thuis gekomen, pakt ons boertje voor een gewicht van 1500 eieren netjes steenen in een mandonder hooi, boven hooi, aan de kanten hooi, en zendt dit aan de „Firma". De „eieren" mochten echter alleen afgegeven worden, indien de eerst geleverde 300 betaald werden. De firma, die liever 300 eieren betaalde dan 1500, betaalt en ontvangt de netjes ingepakte „harde" eieren. Hst eerste kievitsei. Door den werkman Johannes Veenstra te Parrega, werd 22 Maart het eerste kievitsei gevonden en direct door bemid deling van den heer C. Reitsma per post verzonden aan H. M. de Koningin. (»L. O») Ons klimaat. H. schrgft aan de Zutph, Ct. De lentemaand brengt ons in den regel nog al eens onstuimig, buiig weder; het spreekwoordMaart roert zgn staart", komt dan ook meestal tot zgn recht. Zulks is ook thans het geval, inzonderheid wat het laatste twaalftal dagen betreft. Het was daarbjj gedurende den loop der maand dooreengenomen een tweetal graden te koud voor het jaargetgde. De temperatuur van de eerste helft der maand Maart, nor maal 38°,5 Fahr. bedroeg thans 36°,5. Het verschil in temperatuur, wat dit tijdsverloop vau Januari en Maart betreft, is dit jaar vooral wel opmerkelijk. De tem peratuur van 1 tot 15 Januari, normaal rnim 32°, was ditmaal 40°, zoodat het thans, terwjjl het volgens den normalen stand zes en een halve graad zachter zgn moest, drie en een halve graad kouder was in de eerste helft van Maart dan in de eerste he'ft van Januari, beiden over het geheel genomen. Er kwam trouwens alstoen geen dag voor waarop de tempe ratuur beneden het vriespunt daalde, ook viel er alleen een weinig sneeuw op den 4den Jan.Maart telde echter tot heden reeds twaalf dagen met sneeuw en hagel buien. Wel een bewjjs der veranderlijkheid van het klimaat van ons vaderland. Het vergaan der >Berlin". De zBerlin" was. naar wg uit Londen vernamen, door de Great Eastern, in eigen verzekering genomen. Alleen toen zg het vorige- jaar hersteld werd, had de scheeps bouwmaatschappij haar voor f 6,400,000 verzekerd. Wat de verplichting tot schade vergoeding betreft, kan de Great Eastern Spoorwegmaatschappij langs gerechteljjken weg verzoeken, dat hare verbintenissen wegens verlies van levens tegenover de nabestaanden van de omgekomen passagiers tot 15 p. st. per ton worden beperkt, onder voorwaarde, dat geen font of schuldige nalatigheid werd begaan. De 15 p. st. in dit geval 26,625 p. st. worden dan door de rechtbank onder de nagelaten be trekkingen verdeeld. Het gelukt den reeders echter zelden, deze beperking door te zetten. (Verzekeringsbode.) De Jóna. Aan boord van de Jéna, of liever van het wrak van de Jéna, is Vrjjdag weer een pa niek geweest. Een aantal mannen was bezig uit het rnim van het voorschip de muoitio wog te halen, toen er een ontploffing werd gehoord. Er was kortsluiting ontstaan in de geleidraden voor het electrische licht en daar door knapte er een lamp, maar dat begreep niemand en daar de schrik de menschen nog in de beenen zit, dachten zjj niet anders of meteen zou het voorschip uit elkaar springen en de matrozen vlogen naar het gat van den uitgang, kropen langs de touwen het schip af, en holden weg over de wanden van hot dok. Er waren werklieden bezig, het dok te herstellen, dat, naar men zich herinneren zal, kort na de groote ramp, stukgeschoten is om het zinken te verhaasten. Die werklieden werden aangegrepen door de vluchtdrift der matrozen en zy begonnen mee te rennen. Zy kwamen de werkplaatsen langs de kade bin nenvallen met het gerucht vau een ontplof fing en niet zoo gauw hadden de arbeiders van de werkplaatsen het woord ontploffing gehoord, of zij sprongen als muizen naar bui ten. Het dunrde niet lang of de oorzaak van do knal was gevonden. Er was geen gevaar by. Maar het duurde lang, voor de werklie den van de rykswerkplaatsen bereid waren, het dok weer te naderen, waarin de verminkte, maar boosaardige Jéna gevangen ligt. Een van de manschappen is by de vlucht naar beneden gevallen en gewond. De Jéna en de tucht. Een zeeofficier schrgft aan de Jouraal des Débats een brief, die zeker indrnk zal maken. De zeeofficier schryft ongeveer aldos Ik kan de behoefte niet weerstaan, uit te schreeuwen wat ieder weet en wat niemand zeggen wil. Een volk dat niet in verval is moet de waar heid kunnen hooreD, ook de wreede, de tren- rige, waarheid. Er zullen commissies benoemd worden, enquêtes zullen worden ingesteld en dat zal uitloopen op alles en op niets. De bladen, de ministers, zullen getuigschriften uitreiken van heldenmoed wjj zullen zwellen van trots, en morgen zal onze toestand ver ergerd zyn. De onmiddellyke oorzaak van de ontploffing op de Jéna" zal verborgen bljjven de schul digen, alB die er zijn, de getuigen, zyn dood de plaats van het onheil is verwoest. Maar daar ligt ook niet de oorzaak van al onze ongelukken. Of het betreft de «Sully" de .Farfadet". de «Lutin", de #Kabyle", de tChamois", en zooveel andere rampen,, de al lereerste oorzaak, dat is het personeelwy maken geleerden, wy maken geen mannen meer. De werktuigen op de oorlogsschepen, kan nonnen, ketels, worden altjjd maar samen- gestelder. Elk nieuw werktuig vereischt meer zorgzaamheid en toewyding van die er over gaat. Maar terwjjl de eischen voor het be dienend personeel hooger worden, gaat het zedelyk peil van het personeel der marine schrikbarend achteruit. Inzeggingen, plicht, gehoorzaamheid, dat zjjn onde lorren, die alleen voor achterlijke stumpers wat beduiden. De dienstdoende wacht slaaptdie de ronde moet doen laat het Da of staat te rooken. Er gebeurt een ongeluk. En als het ongeluk gebeurt dan is de beman ning meteen dol geworden. De manschappen springen de uitgangen door on vallen te plet ter in het dok. De mannen van de (Satiren" zjjn gevlucht en hebben hun schip aan de vlammen overgelaten men denkt er niet over de ruimen onderwater te laten loopen, de paniek heeft ieder aangegrepen. Die paniek is verklaarbaar: dat is het in stinct voor zelfbehoud, dat ons op de vlucht drjjft als de dieren. Maar als zjj daaraan toe geven, dan is het toch ook oagerjjmd ons boven de dieren verheven te achten. Ja, er zjjn enkele dappere mannen geweest bjj het ongeluk mot de Jéna", maar het waren heel enkelende massa was laf. Als er geen officieren en gegradueerden waren geweest, dan waB de .Suffren" in de lucht gevlogeD. De havenarbeiders, die niets geen gevaar liepen, zjjn het arsenaal uitgehold, in schaamachtige verbjjstoring. Zjj gaven er zich wol rekenschap van, dat alB er eens wat te doen was in het arsenaal, dat zjj er dan voor al niet meer moesten zjjD. Dat is de |trenrige waarheid. Wat er ge beuren moet, dat is de oude begrippen over plicht en opofiering horstellen. Om stipt een order op te volgen behoeft men niet juist een geleerde te zjjn, maar om te kannen gehoor zamen in zelfverloochening, daarvoor moet men een man zjjn in den edelen zin van het woord. Dat leert men niet op onze scholen en hier ligt de oorzaak van al onzen tegen spoed. Nog is de ondergrond van onze man schappen goed en genezing is mogeljjk. Maar als die genezing niet ter hand wordt genomen, dan is onze marine verloren. Dan kan men de vloot wel sparen. De Rnijter-feesten. Zaterdag is op verschillende plaatsen in ons land de herdenking van den 300sten ge boortedag van Michiel Adriaensz. de Rujjter op plechtige wjjze gevierd. Te Amsterdam hebben H. M. de Koningen en H. M. de KoningiD-Moeder de feesten met hunne hooge tegenwoordigheid vereerd. Burgeljjke en militaire autoriteiten ontvin gen H.H. M.M. aan het Centraal-Station, vanwaar te half elf naar de Nienwe Kerk werd gereden. Bjj haar verachjjnen en op den rit werden de Koninginnen harteljjk toe gejuicht. Zjj werden bjj don ingang der kerk ver welkomd door den voorzitter van het Amster damsche Do Rujjter-comité en den voorzitter en secretaris der regelingscoinmissie. De ver tegenwoordigers dor vreemde mogendheden en de deputaties nit den vreemde zaten ter rechterzyde van het podium waarop de Koninginnen gezeten waren. Het k Capella-koor onder leiding van Anton Averkamp zong Psalm 90 van Swee- linck en een oud Hollandsch lied. De heer Charles Boissevain sprak de feest rede uit. Het Capella-koor zong daarna: rWilt heden na treden" en (Gedencclank van Valerius. Onder het spelen van het orgel en gevolgd door den heelen schitterenden stoel begaf zich H.M. naar het grafgesteente van De Rojjter en onthulde daar een eenvoudigen steen aan gebracht aan het voeteinde van het monument, waarop latjjnache spreuk. Daarop werden door vertegenwoordigers der vreemde mogendheden en deputaties de huldebljjken op het graf neergelegd. Portugal een zilveren anker. Groot-Brittannië en Dnitschland een krans namens de Britsche en Duitsche oorlogsmarine. Spanje en Frankrjjk idem. België namens het Belgische leger. Denemarken een massief gouden beukontak voorzien van het Deensche wapen en een toepasselijke inscriptie. Hongarjje een krans van zilver en op de bladen ervan zjjn gegraveerd de namen der door de Ruyter nit de galeien bevryde Hon- gaarsche predikanten. Op een gouden band staat diens naam met een opdracht in het Latjjn. Het aantal kransen of huldeblijken van ver schillende Nederlandsche vereenigingen was groot. Aan het déjeuner ten paleize zaten aan de gezanten, die in opdracht hunner regee- riogen tegenwoordig waren in de Nieuwe Kerk, alsmede de daartoe behoorendo depu taties en Kooinkljjke Marine. Tot de vreemde gezanten hield H. M. eene toespraak in de Fransche taal. In het Paleis voor Volksvljjten de schouw burgen werden voorstellingen gegeven met toespraken. Te Haarlem Het kerkconcert, waarbij met medewerking van Orelio e.a. do Ruyter Cantate werd uit gevoerd, was drnk bezocht, en slaagde dus uitstekend. Ook de kinder-optocht was heel aardig. De jeugd had voornamelijk in De Ruytera jeugd gebeurtenissen gegrasduind, er waren ver scheidene ljjnbaanwielen in den stoet, niet minder dan drie torenspitsen en op één daar van stond een eohte jongen, al maar zwaaiend met zjjn mutsVoorts schepen, ridders, boe- rinnekes, Pierrots, Tirolers en Italianen, en een heel mooie groep van zestien gedragen, opgetuigde scheepjes, De Ruyter'a vloot voor stellende. De stoet trok duizenden kijkers, de Groote Markt was zoovol dat het tram verkeer moest worden gestaakt. 's Avonds was het op de Markt niet min der vol bjj de vertooning der lichtbeelden nit De Ruyter's leven, gevolgd door een bioscoop voorstelling, terwjjl eerst het Sted. Muziek korps, vervolgens het Doopsgezind Zangkoor een uitvoering gaf. In Da Ruyters geboortestad is het feest op uitnemende wjjze geslaagd. Van alle schepen en huizen woei de vlag. Onze vloot was flink vertegenwoordigd. Daar lagen do pantserschepen (Friesland' en (Piet Hein', de moniter ,Reinier Claeszen», de torpedobooten G 5, 6, 7 en 8, de twee vlugge witte marinekotters (Boelen' on (Vooruit* en dan het gewone Vlissingsche wachtschip de ,Bulgia*. Op de reede lagen de vreemde oorlogsschepen. Te 12.15 arriveerde Z. K. H. de PrinB der Nederlanden met gevolg. De Prins reed rechtdoor naar de Noordzeeboule- vard, verliet aan den voet van den oprit zjjn rjjtnig, en wandelde gevolgd door zjjn adju danten, die een grooten krans droegen en vergezeld van de heeren Djjckmeester en Ellis, naar het standbeeld van Admiraal De Ruyter, waarvoor Z. K. H. het militair saluut bracht. De heeren Beyerman en Fryling werden aan Z. K. H. voorgesteld, die daarop den krans van zjjne adjudanten overnam en persoonljjk het huldeblijk aan den voet van het standbeeld vastmaakte. Een deputatie van de vereeniging van ond- strjjders van zee- en landmacht in Nederl.- Indië woonde deze plechtigheid bjj. Bjj den lnnch op het stadhuis hield de burgemeester van Vlissingen een toespraak. Vervolgens had de eerste steenlegging voor de Zeevaartschool plaats waarbjj een tweetal toespraken werden gehouden die door den Prins beantwoord werden. In de Nieuwe Kerk werd in tegenwoordig heid van Z. K. H. eene cantate uitgevoerd. Het glaspnnt van den dag vormde de schitterende historische optocht, een optocht waarschijnijjk eenig in de geschiedenis van Vlissingen. De Prins verliet te 8.30 de stad waar men nog lang feestvierde. Fonds De Ruyter-Medallle Maandagavond is de akte gepasseerd voor de slichting (Fonds voor de De Rnyter-me- daille", gevestigd te Amsterdam. Het doel is om, nit een daartoe bjjeen te brengen fonds, iedere vjjf jaren uit te reiken een medaille, genaamd »De Ruyter-medaille", aan iemand, 't sjj man of vrouw, die zich, liefst in het laatst verloopen tijdvak van vjjf jaren, bjjzonder verdienstelijk heeft gemaakt op het gebied van seevaart of zeewezen in den ruimsten zin des woords. Die verdiensten knnnen zjjn b.v. van teohnischen aard (uit vindingen, verbetering van toeetellen enz.); van wetenschappeljjken aard (ontdekking van voor de zeevaart van belang zjjnde meteoro logische, astronomische of geophysische wetten of verschjjnselen enz.)van economischen aard (bevordering van Nederlandsche bedrjj ven ter zee enz.)van philanthropischen aard (bevordering van het geluk en verbetering van het levenslot van zeevarenden en hnn nabestaanden). Eere-Yoorzitter isZ. K. H. Hendrik Wladimir Albrecht Ernst, Prins der Neder landen, Hertog van Mecklenbnrg enz. enz. Voor de eerste maal zjjn benoemd tot be stuurde» de heeren S. P. v. Eeghen, A. G. Ellis, Heldring, J. B. A. Jonckheer en S. F. Scheurleer. De (De Rujjter-medaille" wordt nitgereikt bjj voorkeor aan Nederlanders. Mocht even tueel in het buitenland iemand die onder scheiding bjj uitstek verdienen, dan kan de medaille ook aan dezen worden uitgereikt, in aanmerking genomen niet alleen, dat de zeeheld, wiens naam de medaille draagt, over al heeft rondgezworven en meermalen aan vreemde vorsten zjjn hulp heeft verleend, maar daarenboven, dat zjjn naam als die van weinig andere landgenooten, alom met roem bekend is. De medaille zal geslagen worden in gond en in zilver. Als regel wordt aangenomen, dat zjj wordt nitgereikt in gond, doch mocht de persoon, aan wien ze wordt toegewezen, de waarde ervan liever grootendeels in gang bare mant ontvangen, dan zal, indien daartoe de wensch aan het bestuur der stichting schriftelyk wordt te kennen gegeven, de medaille in zilver worden uitgereikt en zal aan den begiftigde het verschil in waarde tusschen een gouden en een zilveren medaille worden uitbetaald. Bjj uitreiking zoowel van de gonden als van de zilveren medaille wordt tevens aan geboden een op perkament geschreven oor konde, voorzien van een segel met het por tret van Michiel Adriaensz. De Ruyter, en bevattende een getnigschrif, waarin de redenen van toekenning nader ontvouwd worden. De medaille zal aan de eene zjjde dragen het borstbeeld van Michiel Adriaensz. De Ruyter en aan de andere zjjde den naam van den begiftigden, met een toepasseljjke inscriptie. Hot bovenbedoelde eereteeken is reeds toegekend in gond: aan de heeren A. E. Arkenbont Schokker, insp. voor de zeevaartH. C. Haackc, oud gezagv.N. van Wjjck Joriaanse, gezagv.L. H. A. Lamie, gep. kapt. t. z. A. C. Zeeman, hoofdinspect. d. Zeevaart in N.-I.A. J. M. A. ridder r. d. Does de Bjjl, insp. id.L. J. Lambach, hoofdagent der K. P. M. te Batavia; P. J. Rosegaarde Bisschop, hoofdagent bjj de Java-China- Japanljjn in zilver: aan de gezagvoerders J. B. Kessler, D. Hubert, H. le Clercq, J. B. Harthoora, J. H. Hondius van Herwerden, en aan den machinist bjj de gonv. marine in Suriname A. J. May Boëtnis in brons aan den schipper van de red dingboot M. v. d. Klooster en H. J. J. Kress, oud opp.-stuurman bjj de Kon. marine. FHTTILLHTOM". 2) Met eiken voetstap scheen zjjn voornemen hem meer te drukken. Zoo spoedig mogeljjk wilde hjj het maar volbrengen, daar hjj de nitvoering toch niet kon achterwege laten. Eindeljjk had hy de villa gevonden, die hjj zocht Een hoog jjzeren hek scheidde den tuin van den pnblieken weg. Wilfred Jordan opende de deur vpn 't hek, richtte zjjne schreden over het grintpad naar het huia en schelde aan. (Ik word verwacht", zei de jonkman haas tig, terwjjl hjj met ongeduld den onderzoe kenden blik verdroeg, welken de bediende bjj het opendoen op hem wierp. «Mevrouw heeft bezoekmaar als mjjn- heer verwacht wordt, zal ik eens gaan vra gen." Hjj wierp een blik in de portiersloge, om zich te overtuigen, dat de man met dien mantel, op wien wel iets viel aan te merken, onder toezicht achterbleef, en ging toen de trap op, waarvan de treden met een rooden loopor waren belegd. Wilfred Jordan had dien blik bemerkt en zjjne wangen werden rood van schaamte en wrevel. Hoe weinig tjjds was het geleden, dat de besehaafde kringen in hot huis zjjner ouders gaarne verkeerden en hjj als zoon des huizes werd behandeld met de oplettendheid, die men hem schuldig wasl «Mevrouw de barones laat u verzoeken binnen te komen. U is immers de teeken- onderwjjzer?" Jordan volgde den bediende, die zjjn hoed en mantel zonder verlof in bewaring nam, naar de eerste verdieping. Dopr een fraai versierde voorkamer kwam hjj in een klein, maar weelderig ingericht boudoir, waar een flink vnnr in den haard brandde. Op de teruggeslagen gordjjnen kaat ste het purper van den avondhemel zich terug en wierp op het fluweel een v loed van robjjn- klenrig licht. Op de tafel stond een vaas met de kost baarste orchideeën en rozen, een dergeljjke bloemenpracht prijkte op de schoorsteenman tel Daast de zacht tikkende pendnle. Zelfs do bloemen hanger, die boven de sofa in den hoek heen en weer schommelde als een flad derende vlinder, was vol met heerljjk geu rende seriDgen en takken vol bloesems. Wilfred Jordan, die zjjne donkere aohter- kamer vergeleek met deze gezelligo mooie kamer, had een gevoel alsof hjj in een andere wereld was overgeplaatstzjjne zinnen waren om zoo te zeggen betooverd. De weosch kwam bjj hem op, hier alleen te kannen bljj- ven te midden van dit robjjnklenrige licht, dat hem zoo weldadig aandeed, te midden van de welriekende geuren, die zyne zinnen streelden. Met de rechterhand leunende op de mol lige bekleeding van een armstoel, stond hjj met half gesloten oogen en liet den vrjjen loop aan sjjne geprikkelde verbeelding die zjjn ademhaling koortsachtig deed versnel len. Het oude zoete sprookje der eerste liefde klonk hem daarbjj in de ooren. Levendig kwam hem alles weder voor den geest. Hjj zag een paar donkere oogen en roodo lippen, die hem bekoorljjk tegonlonkten, en zoo sterk was de indrnk van dezen droom in wakenden toestand, dat de jonkman met een zucht zjjn vrije hand over de oogen streek, om zich tot de werkeljjkheid te roepen. Een gevoel van aDgst greep hem plotseling aanhet was of by gewaarschuwd werd om den gevaarljjken bodem te ontvluchten, waar zjjn beter gevoel zoo snel was verdwenen. Doch reeds was het te laat. In de aangren zende kamer verstomde het gelnid der stem men. En daar hoorde hjj lichte voetstappen, vergezeld van een zacht japongernisch. Wilfred liet zjjn hand zaUen. De denr ging open en de roode portières werden open geslagen. Een slanke dame hoog van gestalte, stond op den drempel. Haar hoofd was omljjst door fijne krulletjes brain haar, waarbjj het gelaat als wit albast afstak. De schoone roode lip pen kwamen daartegen des te bekoorljjker nit, terwjjl de indruk van haar voorkomen nog werd versterkt door haar amandel vor- mige donkere oogen, beschaduwd door lange wimpers. Een trek op haar gelaat, die haar grenzelooze zelfzncht en prikkelbaarheid verried, gaf daaraan een pikante uitdruk- king. Op dit eigenaardige schoone hoofd viel het purperroode licht der ondergaande zon on zette daaraan een verblindende bekoorlijk heid bjj. «Ik heb n even laten wachten Wilfred Jordan werd in zyn droomerjjen te snel gestoord, om de waarneming zjjner oogen onmiddelljjk tot bewustzjjn te brengen doch de klank van haar stem trilde door tot in zyn hart. Hy schrikte op, pjjnljjk aangedaan. Op zjjho plaats staan bljjvende, boog bjj het lichaam □aar voren, als iemand die verblind is door een onverwacht licht, of als iemand die ver stijfd is van schrik. Alleen de mondhoeken trokken zenuwachtig alsof hjj wilde lachen en niet kon. Mevrouw Von Karstenbrook had achteloos den sleep van haar japon opgenomen. Nu richtte zjj den blik naar den jonkman, die daar zwygend on onbeweegljjk stond. Wat is dat?" mompeldo zjj, een paar schrede^ nader komende. rZoa dat..." «Elfride!" Onbewust was deze naam over zjjne lip pen gekomendoch na het uitspreken er van gevoelde hy onmiddelljjk spjjt. De jonge vrouw opende en sloot herhaalde malen de oogende zennwachlige trek op haar gelaat was dnideljjker te zien. (Dat wiBt ik niet," sprak zjj halfiaid. ,Toen men mjj beloofde mjj den teekenon- derwjjzer te zenden, kon ik niet vermoe den «En ik zou aan die nitnoodiging nooit ge hoor gegeven hebben," antwoordde hjj met onvaste stem, zonder liet oog van haar schoon gelaat te kunnen afwenden, (als ik geweten had, wie ik hier als mevrouw Von Karsten- "brook zon terugvinden nooit Na een korten inwendigen strjjd schudde zjj hot pjjnljjk gevoel van den toestand af. «Welkom dan, Wilfred Jordan!" Zjj bood hem de hand, doch hjj raakte die niet aan. Toen lachte zjj zacht. ,Is mjjn levenslot u dan zoo geheel onbe kend gebleven?" (Geheel! Ik wist genoeg, toen ik vernam, dat ge met nw mama naar Baden-Baden waart gereisd om in het huweljjk te treden," antwoordde hjj kort. Zjj knikte. (Het was mjjn laatste kansNatnor- ljjk hebt ge toen haat tegen mjj opge vat." Zwjjgend haalde hjj de schouders op. De betooverende werking, welke de heerljjke geur der orchideeën en rozen op hem oefende, dwong hem al hare bewegingen te volgen, toen de jonge vrouw spottend de armen op de borst krniste en tegen de sofa leonend, hem met hare donkere oogen vorschend aan keek, terwjjl ze tot hem zeide: (Ge hebt mjj gehaat o zoo hartgrondig gehaat, omdat volgens uw inzicht de schuld geheel bjj mjj lag. Maar hebt gjj dan nw plicht tegenover mjj vervuld? Laat mjj eerst uitspreken", sprak zjj met drift, t:en hjj iets wilde zeggen, dk wil u eerst het gebeurde voor oogen stellen, en daarbjj het geheugen wat opfrisschen. De mannen vergeten zoo verbaeend spoedig eigen misslagen, wanneer zjj door een vrouw teleurgesteld worden. En, als ik dan van weerszjjden de rekening heb opgemaakt, kunt gjj aan het woord komen". Hjj maakte een beweging, alsof hjj de kamer wilde verlatendoch zjj greep hem bjj den pols, zoodat hjj moest bljjvuD. «Op het oogenblik is het mjj duideljjk, dat ge een anderen teekenonderwyzer zult nemen dan Wilfred Jordan," zeide hjj scherp ge noeg om zich zeiven te waarschuwen voor de bekoring, die van deze vrouw uitging. (Is het u zoo slecht gegaan?" vroeg zjj zacht. Doch onmiddelljjk daarna wierp zjj het hoofd in den nek en lachte. «Kjjk eens aan... en dan wilt ge mjj nog verwjjten doen 1 Dwaas! Hjj beet zich op de lippen. Het tooneel van straks met juffrouw Schnitzer trad hem weer duideljjk voor den geest; hjj balde de vuisten. «Ge hebt geljjk. Ik alleen heb verkeerd gehandeld, of beter gezegd ik heb verkeerd willen handelen tegenover u," zeide hjj bit ter. «Dit wederzien bewjjst het: Buurkinde ren mogen elkaar beminnen en elkaar trouw zweren en van elkaar gaan, de dwaze droomerjjen uit hun hart rakken en een rjjk huweljjk sluiten. Ja, de rjjke man mag zelfs zoo zjjn, dat een deugdzaam trotscb meisje hem anders volstrekt niet zon begeeren; hjj mag een caricatnnr zjjn van kracht, gezond heid, manneljjken trots en levenslost, doch hjj moet een paleis knnnen bewonen als dit." Glimlachend viel sjj hem in de rede met de woorden(En waarom hebt gjj niets ge daan om te voorkomen, dat ik mjj zelve moest verkoopen? Waarom zjjt ge niet de erfge naam van nw oom geworden? O, ik heb daaromtrent mjjne betrouwbare inlichtingen." In plaats van te antwoorden, perste Wil fred Jordan de lippen op elkaar, als wilde hjj daarmee het opbruisend gevoel van ver bittering in zjjn gemoed smoren. Met ver achting haalde hjj de schouders op. (Antwoord mjj" sprak de jonge vrouw op gebiedenden toon. (Om mjj te kannen be zitten hadt ge nw eigen trots en de kinder achtige vyandigheid van nw zwakhoofdigen oom wel kannen overwinnen; dat kan niet betwist worden. Als ge uw kunstenaarslui men en geniale grillen niet hebt willen ter zjjde zetten, hoe hebt gjj dan van mjj kun nen verlangen, dat ik, zonder verzet mjj zon onderwerpen aan mjjn lot in de armoedige onderlyke woning? Ik beminde n. Met het vooruitzicht op een onbezorgde toekomst aan uw zjjde had ik gaarne een paar jaar wil len wachten. Maar gjj hebt niet daarnaar gehandeld." (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1907 | | pagina 1