lil
KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
WAARSCHUWING.
voor Helder, TexelWieringen en Anne Paulowna
No. 3599.
Woensdag 14 Angustns 1907.
35ste Jaargang.
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BERKHOUT Co., te HELDER.
Bureaux: Spoorstraat en Koningstraat.
Uit het Buitenland.
Nieuwsberichten.
HILDEGARD.
Bureau: Spoorstraat.
Telef. 59.
Bureau: Konlngstr. 29.
Interc.-Telef. 50.
At.lt
Abonnement
Vlijend Blaadje p. 3 m. 50 ct„ fr. p.Jpost 75 et., Buitenl. f 1.25
IZondagsblad37'45 »^0.75
Modeblad. >J 55 80 >0.90
Mnzik. Bloemlezing» »»60»»»»85» >0.90
Voor 't Buitenland bjj vooruitbetaling.
Aavertentlön
van 1 tot 4 regels25
Elke regel meer6
Be wjj s-exemplaar2l/
Vignetten en groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Cent.
Advertentiën moetenuiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGS MORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
Projeotielen, Scherven, Ban
den, loodon Kogels, enz., af
komstig van de Schietoefeningen der Ar
tillerie, welke gevonden worden op de
Zandplaat Onrust of op de Texelsohe
kust, of die uit zee worden opgevischt,
sgn 's Rjjks eigendom. Hg, die zich deze
voorwerpen toeeigent, is derhalve strafbaar
volgens de wet.
Het oprapen en vervoeren van geladen,
niet gesprongen projeotielen, is levens
gevaarlijk, ook voer de omgeving van bem,
die zulks verricht.
De Commandeerende-Officier
van het 4e Regiment Vesting-
Artillerie
T. C. DB BORDES.
Zooals wjj reeds in ons vorig nummer
met een enkel woord mededeelden, beeft de
beaohieting van Casablanca de geheele
Marokkaansche qnaestie weer aan de orde
gesteld.
Casablanca ie door de Fransohen bezet
maar die bezetting heeft heel wat menechen-
levens gekost. Een groot aantal joodsche
bewoners van Casablanoa er wonen onge
veer 2000 joden in die stad werden gedood
de straten lagen vol doode Mooren en de
FVansche soldaten, die bjj het eerste gevecht
l werden, rijn aan de gevolgen hunner
ding besweken.
- daarbjj bljjft het niet. Verschillende
in, dat ook in andere plaatsen
het< fanatisme dér Mooren iB opgewekt. Het
smoorde reeds lang onder de asch. De haat
der Marokkanen tegen de EnropeeBohe chris
tenen is groot en oit de ontvangen berichten
blijkt ten duideljjkste, dat er een algemeene
bewegingontstaan is om Marokko van de
christenen te bevrijden. Die haat is thans
tot een uitbarsting gekomen. De Mooren
roepen thans om den bevrijder, om Raisoeli,
die het land zal verlossen van de Nasareners.
De vraag is na maar wat moet Europa doen
De Fransche regeering in samenwerking
met Spanje de vrjje hand laten, Marokko
besetten en de Kabylen met een groote
troepenmacht ten onder brengen
Dit ion de gemakkelijkste oplossing zijn,
wanneer niet de naijver onder de Europeeaohe
mogendheden zoo groot was, dat sij eikaars
bedoelingen wantrouwen en daardoor elkaar
niet de vrjje hand kannen laten, al werd door
Frankrijk ook beloofd de bepalingen van de
Aote van Algeciras te soUen nakomen.
Ernstig overleg en kraebtige samenwerking
is dringend noodig om de moeielijkheid, die
in Marokko is ontstaan, uit den weg te rnimen.
In elk geval moeten maatregelen genomen
worden ter bescherming der plaatsen, waar
de Europeesche bewoners na worden bedreigd
door Moorsohe benden.
Aan Frankrijk en Spanje is op de confe
rentie te Algeciras de opdracht gegeven bij
dergelijke gelegenheden op te treden.
Frankrijk sal dos een expeditie naar Marokko
moeten uitrusten, maar groot sjjn de moeieljjk-
beden daaraan verbonden. Het kan, ja de
havenplaatsen besetten, doch het binnenland
doordringen gaat met groote bezwaren ge
want als de Mooren zich in het ge-
terugtrekken dan zijn zij onoverwin-
De geschiedenis van Algiers, de
egen Abdel Kader, heeft geleerd met
hoeveel bloed en tranen de onderwerping van
sulk een volk gepaard gaat. De Marokkaansche
qnaestie zal daarom nog veel offers kosten.
In Spanje is men lang niet eensgezind,
welke houding moet aangenomen worden in
dese moeieljjke aangelegenheid. In de pers
wordt duidelijk het krachtige verlangen uit
gesproken dat Spanje zich niet in het Marok
kaansche wespennest steken zal en sommige
l keuren scherp het Engelsche optreden
van Frankrijk in dé Marokkaansche quaostie
af. De regeering is wel wat onder den indrnk
van die Btemming. De minister van oorlog
verklaarde, dat slechts 500 man gemobiliseerd
worden en dat de geruchten over het samen
trekken van troepenafdealingen aan de Zuidkust
valsch zjjii.
En in een offleieuae verklaring wordt ge
zegd dat Spanje wel maatregelen zal nemen
ter bescherming van de Spaansche onderda
nen, maar dat overigens fde houding" van
Spanje zoo zal wezen, dat onder geen voor-
'sel daarin de wensch naar inmenging of
bezetting van Marokkaansch
Uit Moskou wordt weer eens een bommen-
zaakje vermeld. Naar de politie bericht, werd
haar medegedeeld, dat bommen gemaakt wer
den in de werkplaatsen der Keizerlijke Tech
nische School. Er werd onmiddellijk een on
derzoek ingesteld, waarbij 4e juistheid der in
lichtingen bleek niet alleen, maar tevens ze
kerheid werd verkregen aangaande een ver
binding met viUabewoners nabij Moskou. Ook
werd nu huiszoeking gedaan en 5 bommen
met zeer groot ontploffingsvermogen, alsmede
600 lonten, werden gevonden. Naar aanlei
ding van een en ander zjjn 20 menschen aan
gehouden. Behalve de bommen vond de poli
tie ook nog een aantal verboden geschriften.
Dit bericht wijst er wel op, dat het in
Rusland nog niet rustig is, maar geeft geen
zekerheid van geheel waar te zijnmen tracht
de overheid aan te setten, om tegenstanders
te vervolgen en de reactionnairen ter wille
te zijn. Zoo blijkt nu, dat de beschuldiging
van hoogverraad en samenzwering tegen den
Czaar van 55 Doema-leden op zeer losse gron
den berustte.
Thans is in die samenzwerings-zaak de acte
van beschuldiging bekend geworden, en daar
uit blijkt, hoezeer de beschuldiging destijds
werd aangedikt, om een reden te hebben tot
optreden tegen de Doema.
De aanklacht wordt ingebracht tegen 5 per
sonen wegens voorbereiding van den aanslag,
tegen 13 anderen wegens daarbij verleende
hulp. Uit de beschuldiging blijkt, dat voor
een aanslag op het leven van den Csaar door
geen der beklaagden ernstige toebereidselen
zijn gemaakt. Alles wat daarop betrekking
heeft, beperkt zioh tot een verhaal over een
gesprok tusschen den beschuldigde Naumof
met een kozak over de inrichting van het
paleis, en over het nomen van zanglessen
door Naumof om lid te kunnen worden van
de keizerlijke hofkapel.
Het geheele grootsch opgezette samenzwe
ringsproces sohijnt te zullen uitloopen op een
berg, die een muisje het levenslicht doet zien.
Helder, 13 Aag. 1907.
De heer H. Lak alhier, is Zaterdag
te 'a-Gravenhage geslaagd voor het examen
handteekenen (akte L.O.).
De eerste!
De matroos Stevens, gedeserteerd van
Hr. Ms. Gelderland" te New-York, heeft
zich deze week reeds te 's-Gravenhage aan
gemeld. Hg werd naar het Wachtschip
te Willemsoord overgebracht. Er zullen
wel meer volgen
Stoombootdienst Texel-Helder.
Het is ernst geworden met de plannen der
commissie en op 15 Augustus a s. zal door
haar voorloopig een hunrboot, do «Baron
Ringers', in de vaart worden gebracht. De
tarieven zjjn gesteld op le kajuit retour f 0.80,
tweede kajuit retour f 0.50, dus een belang-
rijke verlaging in vergelijking met die, geldig
voor den bestaanden dienst, hoewel dit tarief
sinds 15 Juni 1.1. reeds verminderd was tot
resp, f 1.— en f 0.60.
De heer Bosman, directeur van den tegen-
woordigen dienst, is het antwoord niet schuldig
gebleven en zal nu de reizigers vervoeren
tegen resp. f 0.50 en f 0.30, dus tegen d e
helft van het bovengenoemde reeds ver
laagde tarief.
Zoo zal dan de strijd worden begonnen
en voorhands is het nog niet te zeggen, wie
liet winnen zal. De Texelaren worden door
de commissie in een artikel in de
plaatselijke bladen gewezen op hun plioht,
den nieuwen dienst krachtig te steunen.
Verder zegt zjj, dat «de verlaging der tarie
ven alleen is een lokaas voor de goedgeloovige
menschen, en dat zjj, die zich door dit lokaas
laten verleiden, later boronw zullen hebben,
want dat het voordeel, dat zij meenen te behalen
door gebruik te' maken van de boot der firma
Bosman slechts denkbeeldig is, en later met
rente op rente zal moeten worden terug
betaald, wanneer de firma Bosman de strjjd
mocht winnen1.
Het laat zich begrijpen, dat heel Texel
zich bezig houdt met deze zoo belangrijke
kwestie; de Texelaren worden nu voorheete
varen geplaatst
Naar aanleiding van de loopende geruchten,
dat de (Kampioen" niet meer zeewaardig z.ni
zijn, publiceert de firma Bosman, dat dcor de
experts J. W. Tideman en H. Goedkoop, een
verklaring van zeewaardigheid is afgegeven,
welke verklaring door haar is toegezonden aan
de gemeente-besturen van Helder en Texel.
Overval op Celebes.
Een nader bericht meldt
De patrouille werd tjjdens de bereiding
van het eten overvallen door een bende
van 300 man. Bjj de vluchtenden werden
de hielpeezen doorgehakt, daarna werden
ze gruwelijk afgemaakt.
De tweede officier, die bg de overvalling
in Mori gedood werd-, ie de 2e-luitenant
R. E. Kiès, die eerst 14 September 1905
officier was en den leeftijd van 27 jaar
bereikte.
Db zeeslang.
Een der lezers van de Tel. op Terschel
ling schrjjft aan dat blad
Mag ik u even meedeelen, dat ik hier
bgna al m'n logé's en kennissen van den
vasten wal den eersten dag van hun ver-
bigt op 't eiland 'n zeeslang laat zien.
Volmondig beamen ze, als ik 't hun wgs,
dat ze 't ding zagen en heel doideljjk de
ontzettend snelle vaart van 't dier opmer-
ten.
Wat is dat dan voor 'n ding
Heel eenvoudig 'n vlucht wulpen, bonte
pieten of andere strandvogels, doch vooral
de duikereenden.
van soms
js de op
pervlakte van 't water, zoodat de met
deze eigenaardigheid onbekende toeschou
wer zeer zeker meent dat zich iets door 't
water beweegt, en vooral ook door de
golvende beweging denkt aan de >zeeslang".
Diefstal.
Aan boord van het s.s. „Hilversum",
liggende in de haven te Zaandam, is teo
nadeele van den kok op dat schip een som
van f 94 ontvreemd. Als verdachte is door
de politie in arrest gesteld een 15-jarige
jongen uit Helder, die als mossroomjongen
voorloopig in dienst was genomen, om
bg gebleken geschiktheid te worden aan
gemonsterd. Bg zgn arrestatie werd nog
een bedrag van f 55 in zgn bszit gevonden.
Het overige geld was door hem in Am
sterdam verteerd.
Tragische historie.
Uit Amsterdam meldt men
Onlangs maakten wjj melding van hot
droevig einde van een vreemdelingenpaar,
waarvan de man 40 jaar oud ongeveer, als
verdacht van diefstal van phyaische instru
menten te Utrecht, alhier gearresteerd en
voorloopig opgesloten werd. Een paar dagen
na zjjne arrestatie ontving hjj bezoek van
zjjn 30-jarige gezellin en den ochtend vol
gende op dit bezoek werd de man dood in
zjjn cel en de vrouw ontzield gevonden in
de woning Bnurt IJ IJ, waar zjj eenige weken
te voren intrek hadden genomen.
Omtrent dezen, Duitsch sprekenden, vreem
deling, vernamen wjj, dat hjj van beroep
Ze vliegen in 'n lange sliert va
25 M. dicht op elkaar vlak langs
decorateur was, die naar een nieuw procédé
in zjjn vak zocht.
Hem ontbraken echter do middelen om
zjjn ondersoek voort te zetten. Rljjkbaar over
tuigd van te zullen bereiken wat hjj zoebt,
vervoegde de schuchtere man zoo heeft
bjj zich steeds hier betoond zich bjj den
bekenden decorateur van het Paleis voor
Volksvljjt met het voorstel om in diens ruim
atelier zjjn vinding te volmaken; en eenige
proeven aldaar genomen deden inderdaad iets
verwachten.
Doch hoe belangwekkend en aanlokkeljjk
een en ander den heer Maandag ook voor-
kw.m, kon hjj persoonljjk den vreemdeling
niet verder behulpzaam zjjn. De heer Maan
dag verwees hem naar den heer Benneke,
zjjn oud-leerling en thans decorateur alhier.
Deze zegde, na herhaalde proefnemingen in
zjjn atelier, don vreemdeling hulp en voor
loopig financieelen steun toe. Hjj huurde een
flink lokaal, kocht een groot doek, waaraan
dan de vreemdeling klenr en gloed zou geven
door zjjn vinding. De artist zelf was over
don uitslag zoo voldaan, dat hjj de proef ook
in Duitschland wilde genomen zien. Daartoe
is hot helaas niet gekomen.
Plotseling verneemt de heer B., dat de zoo
vol illusies zjjnde kunstbroeder, wegens dief
stal van instrumenten te Utrecht alhier aan-
gohouden is en reeds eene volledige beken
tenis afgelegd heeft. Toen was ook de schuch
tere en vreesachtige houding van den vreem
deling verklaard.
Een of twee dagen na den geljjktjjdigen
dood der vreemdelingen ontvangt de heer B.
een brief van den man, waarin hem aller
eerst harteljjk dank wordt betuigd voor de
belangloos verleende hulp, die hjj nu niet
meer, zooals hjj gehoopt en verwacht had,
zou kannen vergoeden. De doode bood hem
in plaats daarvan, benevens de kostbare in
strumenten, die voor de uitvinding van het
procédé benoodigd zjjn ook zjjn vinding als
bjj uiterste wilsbeschikking aan.
Goon korting moor.
Naar wg vernemen hebben alle groote
kleedingmagazjjnen te Amsterdam, zich
contractueel verbonden met ingang van
1 October a.s., te breken met de gewoonte
van het toestaan van een korting op de
bg hen gekochte goederen.
Aan niemand zal, na genoemden datum,
deze faciliteit meer worden verleend. Dos
ook niet meer aan leden van ambtenaars-
of andere vereenigingen.
De telkens voorkomende misbruiken,
zoowel als de talrjjke aanvragen tot het
toestaan van korting, hebben de firma's
doen beslniten, deze overeenkomst te trefien.
(„Telegraaf')
Dolle koa.
Een dolle koe heeft Vrjjdag heel wat
consternatie teweeg gebracht in de Ned.
Gist- en Spiritusfabriek te Delft. Het brul
lende beest, dat, naar wg in de »D. Ct."
lezen, van 't Haantje kwam hollen, sprong
van de Lepelbrug in het water, kroop er
weer net zoo gauw nit en rende toen de
Spiritusfabriek in, het geheele terrein over,
over kolenhopen, door gangen, plaatsen,
enzsteeds vervaarlgk brullend en in
woeste vaart. Overal waar het ziedende
dier verscheen, stoven de arbeiders uiteen,
zoodat het ten slotte een algemeene sauve-
qui-peut werd. Het was onmogeljjk het
razende dier te grgpen, wie zich in haar
nabgheid had gewaagd, zou vermorzeld zgn
geworden.
Intusschen heeft de koe haar uitstapje
met den dood moeten bekoopen. De hee-
ren Koumans en Van Osselen en eenige
anderen hebben het razende dier ten slotte
met de grootste omzichtigheid door een
lading revolverkogels neergeveld, waarna
een militair, toen het beest zich weer op
richtte, het met een geweerkogel afmaakte.
Een vreeselgk ongeluk is nabjj het
Roode Hek te Schiedam gebeurd.
Een 5-jarig kereltje, Jan van der Stap,
die dicht bg de ouderlgke woning nabjj
het Roode Hek speelde, zag zgn moeder
aankomen en liep haar tegemoet, daarbjj
de rails van da electrische tram overste
kende Ongelukkigerwijze struikelde hg en
viel, juist op het oogenblik, dat een tram
zou passeeren.
Wel remde de wagenbestuurder uit alle
macht, maar het onheil kon niet voorko
men worden, de wielen gingen over de
beentjes en sneden die formeel af, terwijl
ook een armpje zoo goed als afgereden
werd.
Wat de moeder gevoelde, die daar haar
jongste kind zoo deerljjk zag verminken,
moet ontzettend zgn geweest, met geweld
moest zg worden naar huis geb-acht, waar
zjj letterlijk als een waanzinnige moest
worden in bedwang gehouden.
Aanprijzing van sabotago.
De »Vrjje Socialist" meldt dat tegen
den anarchist Kloosterman een vervolging
is ingesteld wegens aanprijzing van sabo
tage. De overweging, op grond waarvan
rechtsingang tegen hem is verleend, luidt
»dat hg te Rotterdam op 30 Juni 1907
in een openbare vergadering, het daar aan
wezig zgnde publiek mondeling heeft op
geruid tot plegen van opzettelijke en we
derrechtelijke vernieling van eens anders
goed, door in die vergadering ongeveer het
navolgende te zeggen:
onder sabotage wordt bedoeld: lang
zaam, slecht, verkeerd werken, de boel ver
nielen én wel zoo dat de patroons geen
vat kunnnen krijgen op de arbeiders men
kan tal van onwettige middelen doen zon
der dat de patroons daar iets tegen kun
nen uitrichten. De patroon is tegen dezen
oorlog niet bestand, men kan bgv. een
marmeren plaat per ongeluk zoo plaatsen
dat ze valt, waardoor de patroon schade
Ijjdt; bjj werkzaamheden kan (per onge
luk) een mand uit den haak schieten, kor
tom in elk geval kan men zgn patroon
benadeelen, zonder dat hg op den arbeider
vat krjjgt.
Ieder arbeider moet dit echter zelf doen,
zoodat men niet door zgn kameraad of
onderkruiper kan worden verraden."
Mr. Du Quesne zal als verdediger op
treden.
Aan de Jamfabriek te Breda, is Vrij
dagmiddag een verschrikkelijk ongeluk
gebeurd. Een jongen van 15 a 16 jaar,
aldaar werkzaam, is door een machine ge
grepen, eenige malen mee rondgeslingerd
en was bgna onmiddellijk een lgk.
De jongen, Lojjens geheeten, was aan
een loshangende riem van een vliegwiel
gaan hangen hg werd toen rondgeslingerd,
is misschien wel honderdmaal in de rondte
gecirkeld, telkens bonsend tegen den muur.
Het onderdeel van zgn lichaam is tot
pap geslagen. Door 't opschorten der klee-
ren is hg geworgd.
Ons Plantsoon.
De eerste morgentrein is juist het station
binnengeredenblazond-znchtend schjjnt de
locomotief even «op verhaal" te komen van
haar morgenrit door het Noordeljjk deel
reizigers dringen en worstelen om het poortje
te borieken, waar oen portier handen te kort
komt om zjjn plicht te doeD. «Wat een volk,
wat een volk roept een pakjesdrager, een
klein mannetje, wiens haren reeds zjjn ver
grijsd in den strijd om een koffer of pak
te veroveren, Ja, er is misschien voor ons
een buitenkansje, bromt een tweede collega,
die nog vlag een lading tabak in zjjn mond
doet verdwjjnon. «Dragen, mijnheer? DrageD,
mevrouw Handen worden uitgestoken,
armen zwaaien om den reizigers een wenk
te geven tot bevrijding van hun lasten.
«Dank je, vriend, dit tsschje draag ik zelf,
maar je kan mjj toch van dienst zjja. Weet
jij hier voldoende den weg om mij met alles
op de hoogte te breDgen De pakjesdrager
salueert even, brengt de buitensporige groote
duimen op de biezen van zjjn pantalon en
zegt: «Ik ben hier geboren, mijnheer, alsoo
tot uw dienst I" Reiziger en pakjesdrager
verliezen zieh uit de drukte van menschen
aan het station. Met een houding als wjjlen
Bismarck wandelt de „weewjjzor" naast den
langen, mageren reisiger, wiens wandelstok
voortdurend in voorwaartsohe beweging rond
draait om plotseling in de richting van het
plantsoen tot stilstand te komen.
«Wat is dat, déér?" «Dat, dat is ons
plantsoen, mijnheer." De magere reiziger rekt
even zjjn zwanenhals en staart als een wezon-
loose naar de plek, die hom als «plantsoen"
werd aangewezen. De verzameling boomen
schijnt hem spottend, uitdagend toehet iB
alsof zij hun groene hoofden bjj elkaar brengen,
om in een harmonisch koor uit te galmen
«Hel is niet onze schuld dat wjj hier, als
gekroonde palen moeten staan". Een dun,
jong boompje, buigt zioh even voor den
vreemdeling en schijnt hem toe te i
«Ik kan u niet inlichten, mijnheer,
my'n buurman, hier links, kan u meer z< w_
hy is hier geplant evenals ik, jong, tenger
en vol levenssap, doch nu kromt hjj van
ouderdom naar voren, zie maar 1" De reiziger
kjjkt naar den ouden stameen gevoel van
medeljjden bevangt hemhoog, krom, on-
practiach gesnoeid, staat hjj daar, kwjjnende
als de ongelukkige, wiens lot onverbeterlijk
is. ,Laten wjj deze. plek verlaten, zegt
de reiziger tot zjjn wegwjjzer, «breng mjj
nu eens daar, waar de kinderen vanFloralia
een plaatsje hebben. Wat blieft u?
Floralia..... Die woont hier niet, mjjnheer.,...
Watzjjn bier geen bloemperken De pak
jesdrager kjjkt verlegen voor richhjj waagt
het niet zjjn heer aan te zien, »En," vervolgt
de vreemdeling nieuwsgierig, «hoe laat is
hier concert? Waar staat hier den tempel
der musiek De pakjesman versainelt al
zjjn moed. Concert? Wjj hooren hier nooit
een toon, mjjnheer."
De reiziger is één verbazing. »Niet één
toon, en dat in een gemeente, waar zooveel
wordt geofferd om die heerljjke kunst te
dienen! Foei, het iB schande! Met verdrietig
gelaat overziet de vreemdeling nogmaals
«ons plantsoen" en zegt eindeljjk: «Maar,
man 1 is hier dan geen behoorljjk aangelegen
plantsoen Is hier geen park of plek waar
Helder trotsch op kan wjjzen
De pakjesman licht even zjjn sportpetje op,
laat de handen beurtelings over elkander
wrjjven en zegt, grjjnzend«Wjj hebben nog
een park aan de Vischmarkt«En déór
is het stellig fraaier dan hier?" vraagt de
vreemde heer. ,Laat mjj dat zien 1"
«Wat is dat dAar voor een gebouw t
«Dat is de nieuwe school, mjjnheer...." «Zoo,
zoo, en waar bevindt zich nu het door u be
doelde park De pakjesdrager wjjst met
lachende tronie den vinger naar de wildernis
die voor de school is aangebracht. «Is dat
een park Zeg, mannetje, denk jjj met mjj
te spotten, of dacht je dat ik lnst heb om
mjjn tjjd te besteden aan zulke stads-verfraai-
ingen Breng mjj spoedig hier vandaan, zoo
vlug mogeljjkziet ge zelf niet hoe die boo
men ons aanstaren?
Eenige uren hierna zien wjj den reiziger
en zjjn pakjesdrager-wegwjjzer weder aan het
station. «Hoe laat gaat de eerstvolgende trein
naar Alkmaar «Zoo dadoljjk, mijnheer",
antwoordt een ambtenaar."
Het «locaaltje" van 2 n. 'a m. zet zich in
beweging. In den linkerhoek van een coupé
2de kl. zit onze reiziger op het gelaat een
bodenkeljjke uitdrukking. Wrevelig staart hjj
voor zich; de gordjjntjes heeft hjj als «wa
terdicht" gesloten. Toen de laatste boom aan
den Parallelweg hem nog even uit dankbaar-
beid toeknikte, begon de natuurvriend, onze
reiziger, luidkeels te lachen en riep«Dat
moet nu verfraaiing heeten 1 Een groote ge
meente, waar niet eens een behoorljjk plant
soen is aangelegd Foei, foei, wat schande
Als had de machinist die woorden gehoord
zoo liet hjj, als teeken van instemming, een
oorverdoovend gefluit hooren bjj het
reu der linieforten van Helder.
FEUILLETON.
18)
En weder stapte hjj in de kamer rond en
drukte de handen tegen het hoofd, waariu
het hevig bonste en klopte.
De nootlottige gedachte, hem op listige
wij» door den Booze ingeblazen, verliet hem
echter niet meer. Tevergeefs sprak de stem
van zgn geweten, tevergeefs verzette zjjn
verstand zich. Het denkbeeld van een vrjj
en onafankrijjk bestaan, het genieten van al
het sohoone dezer wereld lokte hem zooaao,
dat zjjne kracht om zich er tegen te verzetten
steeds minder werd en hjj eindeljjk voor de
sterke verzoeking bezweek. Hjj trachtte de
stemmmen in zjjn binnenste tot zwjjgen te
brengen met de gemompelde woorden:
Ja, Edu&rd, mjjn geliefde vriend, ik wil
je berittingen beheeren, zooals je dat zelf
zondt gedaan hebbenik wil ze beschouwen
erfenis, door je liefde aan mjj geschon-
na je dood heb je voor mjj gezorgd
i overtuigd, dat je niet boos op mjj
bent.
Toen de morgen aanbrak, stond zjjn ramp-
salig besluit vast. Dooh hjj gevoelde, dat hjj
snel moest handelenhjj moest zjjn terngkeer
tot het pad der waarheid onmogeljjk maken,
weer aan het wankelen ge-
En hjj wilde, hjj moest rjjk
r zjjn geheele leven niet
hjj nn in de allereerste plaats
ken; nog n
en ik ben
Aan zjjne moeder, zjjne arme, ongelukkige
moeder, moest hjj schrjjven, Eduard's hand
schrift nabootsende wjj weten, hoe goed
hjj dit kon om haar den dood van Karei
Brinken te melden. Do gedachte aan de vree-
seljjke smart, welke sjjne moeder zou moeten
ljjden, greep zjjn geweten zoo erg aan, dat
hjj een oogenblik op het punt stond om van
zjjn misdadig plan af te zien en voor hem
was het dan ook niet gemakkeljjk om voor
eeuwig afstand te doen van sjjn geboorte
grond, doch hjj stond voor de kenzein het
buitenland te leven als dq rjjke heer Römer,
of in het vaderland als Karei Brinken een
vergeten bestaan te hebben.
En hjj koos den weg der sonde en van 1t
schitterende onbekrompen leven.
De brief aan zjjn moeder was geschreven,
en aan den gemachtigde van het handelshuis
Römer had Karei bevelen gezonden. Van
Eduard's bagage behield hjj alles, wat hjj
noodig had om zich voor te doen alsEduard
Römer. Zjjn eigen kleeren en papieren pakte
hjj in, om se als een laatste aandenken aan
zgn eigen moeder tc zenden. Dit alles verrichtte
hjj met een kalmte en overleg, dat hjj er
zelf van jjsde.
Hjj ging verder op het pad der zonde en
van het bedrog. Op Eduard's reispas veran
derde hjj 't woord /bruin" in «blond", daar
sjjn blond haar hom anders in moeiljjkheden
zou kunnen brengenoverigens kwam zjjn
signalement vrjj goed overeen met dat van
zgn overleden vriendhjj kon den reispas
met gerustheid als zjjn eigene gebruiken.
Hjj wilde Ednard Römer zjjnvoortaan
zullen wjj hem in dit verhaal zoo noemen.
Den volgenden dag bevond Eduard Römer
zich aan boord van den mailstoomer «Wel
lington", met bestemming naar Indië, naar de
i haven van Madras.
Onwillekeurig moest hjj terugdenken aan
de zeereis naar Aden. Welk een onderscheid
tnsschen toen en nnl Welk een verandoring
in zjjn leven was er in die weinige dagen
gokomen l Met zjjn vriend had hjj al de ont
vangen reis-indrukken besproken, zjj hadden
hunne gedachten aan elkaar medegedeold
hjj had zich verheugd, als de ernstige, matte
gelaatstrekken van Eduard levendiger werden,
of als een warme handdruk hem zoide, hoo
gelukkig Eduard zich in zjjn nabjjheid gevoelde.
Nu zat hjj alleen op het dek, met strakken
blik starende in de eindelooze verte, en hjj
voelde zich eenzaam en verlaten. Vroeger
was hjj arm aan aardsche goederen, vroeger
had hjj slechts weinig geld in den sak, tor-
wjjl hjj dorstte naar de genietingen dezer
wereld nu bezat hjj rjjkdommenhjj kon
allcB genieten wat do wereld aanbiedt l En
toch was hjj ernstig, ja bjjna droef gestemd
hjj scheen opeenB vele jaren ouder ge
worden.
Zjjn natuurljjke opgeruimdheid was ver
vlogen en had plaats gemaakt voor het
drukkend bewnatzjjn eener zware schuld. Do
droefenis om den verloren vriend was het
niet alleen die zjjn geest verlamde, het wa
ren de folteringen, die zjjn geweten hem
roods deed ljjden, nu de eerste opwinding
plaats maakte voor kalmer nadenken.
Met kracht poogde bjj dien druk van zieh
af te wentelenhjj had immers niemand be
nadeeld dan Hildegard, en die was volledig
gewaarborgd door het orfdeel dat zjj
vangen had. Te Madras zoo hjj ook voor
zjjn moeder zorgenhjj zon de villa bjj de
Brockpoort voor haar aankoopen en aan b
ton geschenke geven. Ja, hjj zon Eduard's
naam eere aandoen.
Ook trachtte hjj plannen voor zjjn toe
komst te ontwerpen. Hjj bezat nn rjjkdom
men, waarom zon hjj geen schitterende huis
houding opzetten en zjjn leven geheel Daar
zjjn smaak inrichten? Maar zonden die kwel
lende gedachten zich ook laten verjagen Zou
hjj niet altjjd en overal vervolgd worden door
die verschrikkeljjke inwendige stem, welke
hem telkens toeriep
Ge zjjt een misdadiger, ge zjjt een eer-
looze I
Hjj loosde een diepe zucht.
Als het mogeljjk geweest ware, zou hjj nu
nog alles ongedaan gemaakt hebben, zou bjj
de gebeurtenissen van de laatste dagen als
een hooien droom afgeschnd hebbendoch
hot was te laat. De brieven, die den dood
van Karei Brinken mededeelden, waren op
weg naar Hambnrgmet nanw keurigheid be
rekende hjj, wanneer ze daar zouden aanko
men en sjjne moeder zonden treffen als een
bliksemstraal nit den helderen hemel. En als
hjj nn de waarheid bekende, moest hjj zich-
zelven aan het gerecht overleveren als «chrift-
vorvalscher en bedrieger; voor zjjn armo
moeder zou dat nog erger zgn dan detjjding
van zjjn vermeenden dood. Terugtreden was
das niet mogeljjkhjj moest voortgaan op
deu ingeslagen weg, met schnld beladen moest
hjj als Eduard Römer zjjn leven voortsleepen,
steeds bevreesd voor het ontdekken der waar
heid, zelfs bjj het genot van alles wat zjjn
rjjkdommen hom konden verschaffen. Geluk
on vrede zon hjj nimmer vinden, tevergeefs
had hjj den vreeseljjken misstap begaan.
HOOFDSTUK VIII.
In Mislowice keerde de arme, zwaar be-
proofde Hildegard langzaam tot het leven te-
rug.
Sedert zjj weer geregeld kon denken, had
zjj tgdens hare ziekte menigmaal de moede
oogen gesloten met den wensch, dat zjj niet
meer zou ontwaken. Zjj had reeds zooveel
smarteljjks ondervonden, ze was nog jong
wat stond haar in een lang leven nog te
wachten Haar taak om op haar echtgenoot'n
goeden invloed uit te oefenen, scheen in haar
zwakte zoo reusachtig groot en onuitvoerbaar,
dat zjj er voor terug schrikte, en aan don
andoren kant gevoelde zjj, dat zjj hem nog
altjjd lief bad en dat zg sterven zou als zjj
wederom bewjjten van zjjn lichtzinnigheid
en ontrouw mocht krjjgen. Als zjj schjjnbaar
sluimerend daar nederlag, zag zjj tusschen
de halt gesloten oogleden haar Paal bij
haar bed zitten, zjj zag z'n schoon, edel
profiel en de uitdrukking van bange zorg
op zjjn bleek gelaat; dan vlamde de liefde in
haar hart op en zoo, slingerend tnB&chen
hoop en vrees, keerde Hildegard langzaam
tot het leven terug.
Hare jeugdige levenskracht en de zoele
zomerlucht bevorderden de genezingweldra
was zjj in staat aan den arm van haar ech
tenoot korte wandelingen te doen of kleine
rjjtoeren met hem te ondernemen. Bezoeken
aan de baren werden niet gebracht. Hilde-
gard's toestand en de rouw over haar vader
waren voldoend» verontschuldiging. Graaf
Paul was tegenover zjjne vrouw een voor
beeld van oplettendheid en liefde. Zoo moest
iedereen wel donken, dat zjj het echte, stille
huiaeljjk geluk gevonden hadden.
Over het verleden werd niet gesproken,
al kwam de herinnering daaraan soms boven.
Hildegard had haars vaders erfdeel aanvaard,
de geldzorgen waren nu verdwenen: daar
onder leed het goed humeur van graaf Paul
dos niet meer, zooals vroeger 't geval was.
Alleen scheen het wel, of hjj somstjjds last
had van vervelingde vrooljjke gelagen met
zjjne luchthartige vrienden, de prikkelt
opwinding van het spel waren hem eene be
hoefte geworden. Het ontging niet aan Hilde
gard, hoe hjj dikwjjls verstrooid bjj haar zat,
terwjjl zjj trachtte hem te boeien door een
pnooi boek of door heerljjke muziek.
Van haar broeder Eduard had Hildegard
vernomeD, dat hjj met Karei Brinken op reis
was gegaan en geruimen tjjd buitenslands
zon vertoeven. Daar ontving zg onverwacht
een brief van mevrouw Brinken, haar in
aandoenljjke bewoordingen den plotaelingen
dood van haar zoon mededeelende, die voor
Hildegard bgna een broeder was geweest.
Zjj schreef dat Eduard voorloopig niet van
plan was naar Dnitschland terug te keeren,
dit wist zjj van zjjn gemachtigde. Zjj zelf
was een gebroken mensch en zjj verlangde
naar den dood. Diep ontroerd schreef Hilde
gard onmiddelljjk een brief vol deelneming
aan hare tante en een anderen aan haar broe
der; zjjn gemachtigde moeet voor de toezen
ding aan het jniste adres zorg dragen. Op
dezen laatsten brief ontving zjj nooit eenig
antwoord.
Zoo verliepen er dagen, weken en maan
den. Hildegard, nog altjjd zwak, had Mislo
wice niet verlaten. De meeste dames in de
nabuurschap waren gedurende den zomer naar
de baden of op reis geweost en voor de en
kulo dames, die thnis gebleven waren, gevoelde
de jonge gnuift weinig genegenheid. Dat do
graaf, als hjj een rjjtoer deed, soms bjj dezen
of genen onden bekende een bezoek bracht,
kon Hildegard niet verhinderen, maar in don
laatsten tjjd was het meermalen voorgekomen,
dat hjj eerst laat weer thnis kwam en dan
was zjjn blik den volgenden morgen niet open
en eerljjk, dos juist zooals in den vroegeren
boozen tjjd.
(Wordt vervolgd.)