gewyzigde Verordening, regelende deze jaar
wedden.
B. en W. werd in overweging gegeven,
wijziging der Verordening ter hand te nemen.
Zoowel in de tweede als in de derde afd.
werd door een lid voorgesteld ook de jaar
wedden van den eersten en tweeden klerk
met f 100 en alzoo den post met f 600 te
verhoogen.
Dit vond evenwel weinig bijval. Inde
derde afd. werd, mede naar aanleiding van
het ingekomen adres van de betrokken amb
tenaren, in overweging gegeven aan B. en
W., eene regeling te ontwerpen, waarbij de
jaarwedden worden bepaald als volgtHoofd
commies f1500—f1800; commiezen f 1100
f 1500; adjunct-commiezen f 700—f 1100 en
klerken f 400—f 700.
Het door B. en W. voorgestelde maakt
eene wijziging van de verordening, regelende
de tractementen der ambtenaren ter secre
tarie, noodzakelijk. Met den wensch, dat die
verordening 1 Januari 1908 in werking zal
treden zullen zy rekening houden.
De heer Jaring stelt voor dezen post met
f 200 te verhoogen, om de klerken Jouwstra
en Strabbing ieder f 100 verhooging van
salaris toe te kennen. Met algemeone
stemmen besluit men alzoo.
Volgn. 58, art. 13. Onderhoud en
aankoop van meubelen (f240.j.
In alle afdeelingen werd voorgesteld, dezen
post met f500 te verhoogen, ten einde in
de gelegenheid te zijn, door het aankoopen
van nieuwe meubelen en gordynen, aan de
Raadszaal een beter aanzien te geven.
B. en W. hebben tot verbetering van het
meubilair der raadszaal indertijd een voor
stel gedaan. Dit werd evenwel niet aange-
De heer Krynen doet het voorstel dezen
post met f 500 te verhoogen, hetgeen met
15 stemmen wordt aangenomen. Tegen stem
den de heeren Van den Berg, Terra en
Hartsinck.
Volgn. 67, art. 21. Kosten van verga
deringen (f250.
In de lste afdeeling stelde een lid voor,
dezen post te verminderen met f175. Spe
ciaal op de uitgaven voor rijtuigen meende
de voorsteller dat bezuinigd zou kunnen
worden, daar vele raadsleden daarvan geen
gebruik maken.
B. en W. verwijzen hierbij naar hetgeen
door hen bij volgnummer 51a «Presentie
geld enz." is gezegd.
De heer Feenders stelt voor den post voor
de rjjtuigen met f 50 te verminderen,
stemmen verklaarden zich er voor en 8 tegen.
Voor stemden de heeren Krynen, Feenders,
Oortgysen, Verfaille, Koch, Grunwald, De
GenB en Jaring, terwijl de heeren Zander
Bok buiten stemming bleven. Alzoo zou
in de volgende vergadering dit voorstel op
nieuw aan een stemming onderworpen moeten
worden, doch later trok de heer Feenders
zyn voorstel in.
Volgn. 69, art. 1. Kosten van toezicht
en van invordering der plaatselijke
las tingen.
Ook by dit volgnummer bracht in de 2de
afd. een der leden het tractement van den
Gemeente-ontvanger ter sprake, hetwelk z.i.
noodzakelijk verhoogd dient te worden. Van
andere zijde werd dat niet wenschelijk ge
acht, met het oog op de te verwachten
voorstellen der Controlenrs-commissie. De
weinige activiteit dezer Commissie werd door
enkele leden der 2de afd. zeer sterk gelaakt.
B. en W. zeggen, dat de jaarwedde van
den gemeente-ontvanger reeds bij volgnum
mer 51 werd behandeld.
De heer Grunwald geeft zyn afkeuring te
kennen, dat de Voorzitter der Commissie
geen voortgang maakt. Hij zal daarom het
voorstel indienen de commissie met 2 leden
uit te breiden. De heer Van den Berg
wil nog een stap verder gaan, de Commissie
ontbinden en alsdan een nieuwe benoemen.
Volgn. 76, art. 9. Kosten van den
Vischafslag (f2350.—).
Evenals bij volgn. 25 der Inkomsten, kwam
ook bij dit volgnummer het tractement der
ambtenaren ter sprake, naar aanleiding van
het verzoek van den marktmeester en den
vischafslager tot regeling hunner jaarwedden.
In de lste afd. stelde een lid voor, den
marktmeester en den afslager elk f100.
meer salaris te geven. Een ander lid be
pleitte de noodzakelijkheid eener salarisre
geling, met het oog op hunne dienstjaren.
In de 2de afd. werd eene verhooging van
de jaarwedden der beide genoemde ambte
naren niet wenschelyk geacht. Bovendien
gaf een lid in overweging, van den post
#voor het uitreiken van penningen" (f 300.
een gedeelte te schrappen, omdat thans in
't geheel geen penningen meer worden uit
gereikt. In de 3de afd. werd voorgesteld
B. en W. uit te noodigen, eene salarisrege
ling te ontwerpen ter tegemoetkoming aan
het verzoek der adressanten De ;Boer en
Oetelmans.
B. en W. merken op, dat de hierbedoelde
f800 voornamelyk is bestemd voor het schoon
houden van het lokaal. Kort geleden heeft
de Raad dit salaris nog verhoogd en daar
om bestaat nu geen reden tot vermindering.
De heer Van Breda doet het voorstel om
het salaris van den marktmeester en afslager
elk met f 50 te verhoogen. De heer Bok
zegt, dat zij nog niet voldaan zullen zyn,
want zy vroegen [in hun adres vaststelling
van een salarisregeling. -. Met 14 stemmen
wordt het voorstel aangenomen. Tegen stem
den de heeren Van Neck, Van den Berg,
Krynen en Verfaille.
Volgn. 78, art. 1. Onderhoud van
huizen, torens, poorten en dergelijk
(f2325.—).
Vanwege B. en W. werd voorgesteld dezen
post alsnog met f130 te verhoogen, met het
oog op noodzakelijke vernieuwing van den
gang in het Algemeen Weeshuis.
In de tweede afd. oordeelde men het alge
meen wenschelijk, de onder dit volgnummer
gebrachte posten te plaatsen op de volgnum
mers waar ze feitelijk behooren, z
«onderhoud gebouwen gemeentereiniging" op
de begrooting van den Reinigingsdienst enz.
B. en W. antwoordden hierop
Ten onrechte wordt gezegd, dat dit voor
stel van ons is uitgegaan. Met het oog op
bezuiniging hebben wij de hierbedoelde f130
(die i/s gedeelte uitmaken van de totale kos
ten) niet op de begrooting uitgetrokken,
ofschoon de verbetering van den gang in
het Weeshuis door ons zeer wenschelyk wordt
geacht.
Wy zullen evenwel zooveel mogelijk met
de gemaakte opmerking rekening houden.
Volgn. 79, art. 2. Dag- en Week
gelden der werklieden, enz. (f2550.—).
In alle afdeelingen werd voorgesteld geen
fiets voor den Opzichter aan te schaffen voor
f90, doch f50 uit te trekken voor huur van
een rywiel, ten dienBte van het Bureau van
Gemeentewerken. In de tweade afd. wenschte
een lid een bedrag uit te trekken van f 10,
voor «onderhoud van een fiets", eigendom
zijnde van den Opzichter.
B. en W. zeggen met het denkbeeld om
voor het bureau van gemeentewerken een
rijwiel in huur te nemen ad f 50 per jaar,
ieh te kunnen vereenigen.
De heer Jaring stelt voor den post met
40 te verminderen en alsdan geen fiets
aan te schaffen, maar er een te huren. Nie
mand verklaarde zich daar tegen.
Volgn. 81, art. 2. Onderhoud van
wegen en voetpaden (f660.
In de eerste afdeeling werd door een lid
voorgesteld dezen poBt met f140 te verhoo
gen, tot het plaatsen van banken aan- en
het verfraaien van den Kerkhofweg.
B. en W. achten de tegenwoordige beplan
ting van den Kerkhofweg voldoende en
meerdere uitgaven, b.v. voor het plaatsen
van zitbanken niet verantwoord.
De heer Krynen maakt de opmerking, dat
het publiek de banken niet waardeert, bly-
ns de baldadigheid cn vernieling.
Volgn. 82, art. 3. Onderhoud van
wandelplaatsen en plantsoenen (f 684.—
In de tweede afd. werden bezwaren ge
opperd tegen het opdragen der beplanting
aan de Heidemaatschappij. In dezelfde afdee
ling verklaarde één lid zich tegen de ver
hooging met f200, indien dat bedrag moet
dienen voor aanplant van jonge boomen, op
grond van het feit, dat jonge boomen, geplant
tusschen de bestaande, steeds dood gaan.
Beter ware het volgens bedoeld lid, de boo-
uit te dunnen, daar zij lang9 de ver
schillende grachten veel te dicht op elkaar
8 taan.
Zoowel in de eerste als in de tweede afd.
werd door een lid voorgesteld f600 uit te
trekken als eerste termijn voor verbetering
van het Spoorplantsoen, volgens het plan
van den architect Springer te Haarlem. In
de tweede afd. vond dit voorstel bij enkele
leden steun, terwijl anderen voteeringen vau
het voorgestelde bedrag niet gewenscht
achtten.
Met belangstelling werd in de tweede afd.
het rapport van de Heide-maatschappij om
trent de vernieuwing van de laan om de
Marinewerf tegemoet gezien.
B. en W. merken hierbij op, dat de meer
dere uitgaaf van f 200 door hen is voorge
steld in de overtuiging dat het uitgetrokken
bedrag te gering iB voor arbeidsloonen en
het inplanten van nieuwe boomen in gedeel
ten als b.v. aan den Parallelweg. Het ligt
in verband met het rapport van de Heide-
Maatschappij niet in de bedoeling nieuwe
boomen te planten, daar waar de Maatschap
pij dat ontraadt.
Het voorstel om f600 uit te trekken als
eerste termyn voor verbetering van het
Spoorplantsoen is afzonderlijk behandeld en
verworpen.
De heer Oortgijsen heeft het rapport van
de Heide Maatschappij gelezen van de ver
beteringen, die zij voorstelt kennis genomen,
doch mocht men overgaan tot die verbete
ringen dan wenschte hij dat deze niet aan
genoemde maatschappij opgedragen werden,
want het aanplanten en snoeien is bedroevend.
De Voorzitter laakt het, dat op dusdanige
wijze over de maatschappij voor aanplan
ting bij uitnemendheid gesproken wordt.
Hij acht den heer Oortgijsen geen bevoegd
beoordeelaar.
De heer Van Wingerden meent ook, dat
de personen belast met de aanplanting niet
voor hun taak berekend zijn.
Volgn. 85, art. 6. Onderhoud van
havens, vaarten, kaaimuren, enz.
(f1300.—).
In de tweede afd. werd er op gewezen,
dat onder dit volgnummer is nitgetrokken
een post van f750 voor vernieuwing van
den kaaimuur langs het Molenplein. De nood
zakelijkheid dezer vernieuwing, aldus werd
opgemerkt, is goeddeels een gevolg van het
werken van de schroef der stoomboot .Anna
Cornelia", welke daar ligplaats heeft. In dat
verband werd verwezen naar het voorstel
onder volgn. 19 eo werd het billijk geacht,
dat de reederij der boot iets in de kosten
bydroeg, zy bet dan ook bij wijze van huur
van den grond.
Voor de opmerking hier gemaakt ver
wijzen B. en W. naar volgn. 19. «Hef
fing voor het gebruik van openbare gronden
en wateren."
Over dit punt wordt niet verder van ge
dachten gewisseld.
Volgn. 87, art. 8. Onderhoud van
klokken, horloges, speelwerken, enz.
(f50.-).
Een lid der eerste afdeeling wenschte een
onderzoek te zien ingesteld naar de oorzaak
van den onregelmatigen gang der toren
uurwerken. Hij stelde voor, voor de kosten
van dat onderzoek f 50 uit te trekken. In
de tweede afd. werd door een lid voorgesteld
den post met f60 te verhoogen, voor het
aanschaffen vau 2 of 3 klokken ter grootte
b.v. van 50 cM. in diameter, teneinde deze
te plaatsen in de bovenlichten der politie
bureaus Molenplein, Westplein en Binnen
haven.
B. en W. kunnen met het voorstel tot het
instellen van een deskundig onderzoek geheel
klokken op
i, vinden
Het aanbrengen van
verschillende punten in de
zy niet noodzakelijk.
De heer Feenders vraagt eenige inlichtin
gen over dit deskundig onderzoek, doch de
de heer Jaring zegt, dat zoodanig onderzoek
niet noodig is, want ieder is overtuigd, dat
de uurwerken ondeugdelijk zijn. Het voor
stel om voor dit doel f50 uit te trekken,
wordt verworpen met 11 tegen 7 stemmen.
Een voorstel van den heer Oortgijsen, om
f60 beschikbaar te stellen tot het plaatsen
van 2 k 8 klokken wordt eveneens verwor
pen en wel met 15 tegen 3 stemmen.
Volgn. 88, art. 9. Onderhoud van
begraafplaatsen en kosten van begraving
(f 1450.—).
In de eerste afd. werd herinnerd, dat
de vorige begTOOting de jaarwedde van den
doodgraver met f100 is verhoogd, terwijl ter
voorziening in de behoefte aan assistentie
van den doodgraver f200 werd toegestaan.
Een en ander werd voldoende- en een vaste
werkman overbodig geacht. Vermindering van
den post met f268 werd daarom voorgesteld.
Een voorstel van gelijke strekking werd ge
daan in do tweede afd., waar tevens ge
vraagd werd, wélke werkman met het werk
op de begraafplaats zou worden belast. In
de derde afd. had men tegen de uitgetrok
ken bedragen geen bedenking, mits de om-
schryving «arbeidsloonen van den werkman
voor het onderhoud van de begraafplaats",
worde gewyzigd aldus: «arbeidsloonen voor
onderhoud van de begraafplaats".
B. en W. merken op, dat de uitgebreid
heid van de begraafplaats het beslist noodig
maakt, dat een vaste arbeider voor de meer
dere werkzaamheden wordt aangewezen. Zy
blijven dus hun voorstel handhaven.
De heer Verfaille dringt aan om een
instructie voor den doodgraver te ontwerpen,
waarin zijn werkzaamheden omschreven zijn
en den tijd wordt, aangegeven, dat hij in
dienst is. De Voorzitter zal den wenk over
wegen.
Volgn. 94, art. 2. Jaarweddon van
de agenten van politie (f16.580.
Bij dit volgnummer kwam ter Bprake het
adres van de agenten van politie, tracte-
mentsverhooging verzoekende. Naar aanlei
ding van het in dit adres aangevoerde, ver
klaarden meerdere leden der eerste afdeeling,
dat zij niet geneigd zouden zijn, op het
raadsbesluit, betreffende het verbinden eener
toelage aan het bezit eener Politiediploma,
terug te komen. Intusschen werd opgemerkt
dat de post met f25 verminderd dient te
worden, wegens de ontslagname van den
agent Westers, die voor eene tractements-
verhooging van f25 in aamerking zou zijn
gekomen. Een ander lid stelde voor, de
jaarwedden der agenten van politie met f50
te verhoogen, wat een verhooging van den
post met f 1050 medebrengt. Gelijk voorstel
werd in de derde afd. gedaan, terwijl in de
tweede afd. door enkele leden op wyziging
der salarisregeling werd aangedrongen.
B. en W. brengen in herinnering, dat de
laatste wijziging in de regeling van de politie
agenten is vastgesteld by Raadsbesluit van
25 October 1906, en zy vinden geen vrijheid
thans nieuwe verhoogingen voor te stellen.
De heer Feenders stelt voor dezen post
met f1050 te verhoogen en te brengen op
f 175 80, om uit die meerdere som aan elk
der politeagenten een salarisverhooging van
f50 toe te kennen. Met 12 tegen 6 stem
men wordt dit voorstel aangenomen. Tegen
stemden de heeren Oortgysen, Verfaille, De
Geus, Van Neck en De Ven.
Volgn. 96, art. 8. Belooning aan brand
meesters en verdere bedienden by de
brandspuiten (f800.
In de tweede afdeeling werd de wensche-
lijkheid uitgesproken, de Verordening op het
brandwezen te wijzigen, wat door meerdere
leden werd beaamd. In overweging werd
jegeven, de diverse posten betreffende de
jrandweer te combineeren.
B. en W. maken hierby de opmerking, dat
ien enkele aanduiding wordt gegeven, welke
wijziging van de verordening op het brand
wezen gewenscht wordt, en het daarom moeie-
lijk is aan de hier gemaakte opmerking gevolg
te geven. Wat het combineeren van de ver
schillende posten betreft, daartoe geeft het
voorgeschreven model der begrooting geene
aanleiding.
Hierbij heeft niemand iets op te merken.
Volgn. 100, art. 1. Kleeding en uitrnsting
van de agenten van politie, enz. (f 1400).
Door B. en W. is voorgesteld dezen poBt
met f200.te verhoogen, voor het huren
van 4 rijwielen, k f50.per stuk, voor de
agenten. In alle afdeelingen kon men zich
daarmede vereenigen. In de derde afdeeling
werd gevraagd, of het in de bedoeling ligt,
de verschillende hier gevestigde rijwielen
verhuurders in de gelegenheid te stellen,
naar de levering mede te dingen.
In de eerste zoowel als in de derde afd.
werd geklaagd dat de agenten, wat hunne
kleeding betreft, geen bijster imposanten in
druk maken. Meer nauwkeurig toezicht bij de
levering van de uniformkleeding werd niet
overbodig geoordeeld.
B. en W. antwoordden hierop:
Het is ons voornemen alle rijwielenhande-
laren tot inschrijving toe te laten.
Wat de kleeding der agenten betreft, zullen
wij met de gemaakte opmerking rekening
houden.
Over dit punt heeft geen discussie plaats.
Volgn. 101, art. 2. Onderhoud der
wachthuizen, mitsgaders licht en brand
stoffen voor deze (f 1150.—).
Een lid der tweede afdeeling merkte op
dat, in vergelijking met 1906 de kosten van
schoonhouden steeds hooger worden;in 1906
f 145.in 1908 f 225.—. Zuinig beheer
werd daarom aanbevolen.
B. en W. zeggen, dat tot nog toe werd het
schoonhouden der politiebureaux tegelijk met
dat van de overige gemeentegebouwen in één
bestek openbaar aanbesteeddaardoor konden
de kosten van elk onderdeel niet nauwkeurig
worden opgegeven. Nu het schoonhouden van
de scholen niet meer wordt aanbesteed, heeft
dat van de politiebureaux in eigen beheer
plaats.
Over dit punt wordt niet verder gesproken.
Volgn. 104, art. 5. Onderhoud der lan
taarns en verdere kosten voor verlichting
(f 11.325.—).
In de tweede afd. werd door een lid opge
merkt, dat de verlichting aan de Bassinbrug
verbeterd kan worden, door verplaatsing van
een der lantaarns van de Willemsbrug. Een
ander lid in dezelfde afdeeling drong aan op
aansluiting der gasleiding naar Huisduinen.
Nu de hoofdbuis naar de Waterleiding is
gelegd, zou eene zij-spruit naar het dorp
Huisduinen eene lengte vereischen van 800
meter. Gerekend tegen f5.per meter, zou
dit, hoewel een belangrijk bedrag, kunnen
gedekt worden door besparing van hetgeen
thans wordt uitgegeven voor de ontsteking
en het onderhoud der petroleumlantaarns en
door aansluiting van muntgasverbruikers. In
overweging werd gegeven, den Directeur der
Gasfabriek hiervan een project te doen maken.
B. en W. beloven, dat zij met den Direc
teur der gasfabriek zullen overleggen wat
deze kan worden gedaan.
Omdat over dezen post enkel opmerkingen
werden gemaakt, volgde geen bespreking.
Volgn. 105, art. 9. Buitengewone uit
gaven ten behoeve der politie, schrijfioo-
nen aan het Commissariaat van politie,
enz. (f 735.
In de eerste en derde afd. werd opgemerkt,
dat het bedrag van f 25.nitgetrokken voor
gratificatie Politiediploma f 40.moet zijn,
aangezien de eenige agent hier, in het bezit
van het diploma, tevens eene bijzondere
aanteekening heeft, waarvoor f15.— meer
wordt toegekend. In de tweede en derde
afd. werd er op gewezen dat de post, toelagen
aan den Alg. Ned. Politiebond, ad f 10.
tweemaal op de begrooting voorkomt, onder
dit volgnummer en onder volgn. 161. De post
dient dus met f 10.— te worden verminderd.
Enkele leden der tweede afd. wenschten
ingelicht te worden omtrent den post «Toe
lage aan den Commissaris voor het verrichten
van schrijfwerk».
Het antwoord van B. en W. luidt:
De hier gemaakte opmerking omtrent de
byzondere aanteekening is juist; evenals die
betreffende het tweemaal vermelden van de
toelage aan den Alg. Ned. Politiebond Wij
ziging van den post achten wij intusschen
onnoodig. Wat aangaat .toelage voor schrijf
werk" herhalen wy wat door ons in het
rapport op de begrooting voor 1907 werd
gezegd: .Het bedrag van f200.is ruim
«20 jaren geleden den Commissaris van politie
«toegekend om een klerk uit te sparen*.
De toelichting van B. en W. was voor
de leden voldoende.
Volgn. 108, art. 5. Jaarwedde voor
den keurmeester van brood, vleesch en
visch (f 45.
In de eerste afd. werd gevraagd waarom
B. en W. den post voor een keurmeester,
voor 1907 door den Raad uitgetrokken tot
een bedrag van f 1300, niet op de begrooting
hebben gebracht. In de tweede afdeeling werd
eenparig voorgesteld, opnieuw flSOO uit te
trekken, overeenkomstig het besluit van het
vorige jaar. In de derde afdeeling werd bij
dit volgnummer ter sprake gebracht het adres
van de afd. Helder der Holl. Maatschappij
van Landbonw, een snbsidie verzoekende van
f 1200 voor een veearts. Meerdere leden wa
ren van oordeel dat het gewenscht is, op het
verzoek van «Landbouw* in te gaan en daar
door te bevorderen dat zich in deze gemeente
een veearts vestigt. Aan het subsidie zou
dan de verplichting kunnen worden verbon
den, dat de veearts zich voor vleeBchkeuring
ter beschikking der gemeente moest stellen.
Verder achtte men het wenschelijk een hulp
keurmeester aan te stellen, wien dan door
den veearts bijstand kon worden verleend.
Andere leden vonden het meer gewenscht
dat èn de veearts èn de hulpkeurmeester in
onmiddelyken dienst der gemeente zouden
zijn en konden daarom het verleenen van
subsidie aan «Landbouw* niet goedkeuren.
Hoe dit dan ook nader besloten worde, alge
meen was men van eene meer verscherpte
keuring gediend en werd daarom voorgesteld
den post met f1955, dus tot f2000, te ver
hoogen, te specificeeren als volgtjaarwedde
veearts f 1000, laboratorium voor idem f200,
hulpkeurmeester f 700, instrumenten voor
idem f100.
B. en W. wenschen aangezien eene regeling
voor den keuringsdienst door het Rijk aan
hangig is gemaakt, alvorens nadere voorstellen
te doen, af te wachten welke voorschriften
zullen gegeven worden. Met 't oog daarop
hebben zij het bedrag niet op de begrooting
voor 1908 gebracht.
Wat betreft het voorstel van de Hollandsche
Maatschappij van Landbouw, daarmede zou
den zy zich in geen geval kunnen vereenigen.
De heer Zander geeft zijn leedwezen te
kennen, dat B. en W. de f1200 voor een
keurmeester dit jaar niet op de begrooting
hebben gebracht; het doet hem evenwel ge
noegen, dat volgens het afdeelingsverslag er
raadsleden zyn die overtuigd zyn van het
nut van een keurmeester. Hij wenschte, dat
de post op f2000 werd gebracht. De heeren
Terra en Krijnen willen aan het verzoek
van de Holl. Maatschappij v. Landbouw vol
doen en aan deze vereeniging f1200 toestaan,
opdat zij een veearts kan aanstellen, die
verplicht wordt een hulpkeurmeester terzijde
staan. De Voorzitter en de heer Van
Neck verklaren zich tegen zoodanige schik
king. De heer Grunwald doet het voorstel
den post met f1955 te verhoogen en te
brengen op f2000, dan kan men later
slissen op welke wijze de keuringsdienst ge
regeld zal worden. Met 15 tegen 3 stemmen
wordt dit voorstel aangenomen. Tegen stem
den de heeren Van Neck, De Ven en Van
Wingerden.
Volgn. 111, art. 8. Kosten, voortvloei
ende uit de Woningwet (f1300.—).
Door B. en W. is nader voorgesteld den
opzichter Verheul eene vaste aanstelling te
geven, waarmede algemeene instemming werd
)etuigd.
Volgn. 112, art. 1. Jaarwedden der
onderwijzers (f 82.400.
In de tweede afdeeling maakte een lid de
opmerking, dat bij de verhooging der trac
tementen van het onderwijzend personeel
geen advies aan de Schoolcommissie wordt
gevraagd, ofschoon art. 8 der Verordening
van 3 December 1906 dit duidelijk voorschrijft.
Door B. en W. wordt toegegeven dat
ditmaal aan de bedoelde bepaling geen toe
passing is gegeven. De verhoogingen zullen
echter niet worden toegekend vóór dat aan
de voorschriften is voldaan.
Verdere discussie heeft hierover niet plaats.
Volgn. 116, art. 4. Kosten van het
herhalings-onderwijs (f 1300.—).
In alle afdeelingen werd opgemerkt, dat
ize post met f 100 moet worden vermin
derd, wegens de ontslagname van mej. Vis
Dieperinck als onderwijzeres aan de Herha
lingsschool.
B. en W. wisten bij de opmaking der be
grooting nog niet, dat'mej. Vis Dieperinck
uit deze betrekking ontslag zou vragen.
Algemeen wordt goedgevonden den post
te brengen op f1200.
Volgn. 117, art. 5. Kosten van
instandhouden van schoollokalen
onderwijzerswoningen (f 3864.90).
Een lid der eerste afdeeling noemde dezen
post buitengewoon hoog, en zou den post
gaarna lager geraamd zien. In de derde afd.
werd er over geklaagd dat de urinoirs in
school 8 nog altijd verre van reukeloos zijn.
Het is B. en W. niet gelukt te vernemen
op grond waarvan zou kunnen blijken, dat
de noodige zuinigheid uit het oog wordt
verloren.
Door den gemeentebouwmeester is voor
gesteld de urinoirs en de privaten in school
No. 8 doorloopend te maken, maar met 't
oog op de groote kosten ad f 685.hebben
zij gemeend voor dit doel geen gelden te
3eten aanvragen.
Niemand spreekt hier verder over zoodat
de post onveranderd blijft.
Volgn. 118, art. 7. Kosten van het
aanschaffen en onderhouden van school-
meubelen (f 1590,86.—
Door B. en W. wordt voorgesteld uit dezen
post f215.86, te beBteden met het doel de
scholen van matten, vloerzeilen, karaffen en
drinkglazen te voorzien. Algemeen kan men
zich hiermede vereenigen.
Een lid der tweede afdeeling maakte aan
merking op de aangeschafte schoolbanken
en wenschte banken, die aan alle eischen
voldoen.
B. en W. antwoordden hierop, dat het
model van de thans gebruikt wordende school
banken destijdB in overleg met den toen-
maligen Districts-schoolopziener is ingevoerd.
Ook de tegenwoordige titularis heeft met dit
model zyne instemming betuigd.
Nadere bespreking over dit punt blijft
achterwege.
Volgn. 119, art. 8. Kosten van het
aanschaffen en onderhouden der school
boeken, enz. (f5050).
Een lid der tweede afd. wenschte te ver
nemen, waardoor de kosten der schoolbehoef-
ten voor school 8 zooveel hooger zyn dan
voor de andere scholen. Kunnen, zoo werd
gevraagd, de buitengewone benoodigdheden
niet door de ouders der leerlingen worden
betaald
B. en W. merken op, dat uit den aard
der zaak de behoefte aan schoolboeken en
verdere leermiddelen aan de opleidingsschool
No. 8 grooter is dan aan de andere scholen.
Daartegenover staat dat de ouders ook hoo
ger schoolgeld betalen, zoodat van eene
afzonderlijke betaling van de benoodigdheden
door de ouders geen sprake kan zijn.
Blijkens het stilzwijgen der leden was men
met het antwoord van B. en W. tevreden
gesteld.
Volgn. 120, art. 9. Kosten van ver
lichting en verwarming en van het
schoonhouden der schoollokalen (f 6200).
Deze post werd in de eerste afdeeling zeer
hoog geacht. In overweging werd gegeven,
een afdoende contróle in te stellen op de
levering der brandstoffen.
Ook B. en W. achten eene behoorlijke
controle gewenBcht en zullen niet nalaten te
trachten daarin te voorzien.
Volgn. 129, art. 3. Kosten der Bur
geravondschool (f7.900).
In de derde afd. werd voorgesteld het
tractement van den Directeur der Burger
avondschool op f1600 te handhaven. Het
van f400, dat door het bestuur der
Vereeniging //Ambachtsschool" wordt betaald
als bijdrage in het tractement van den Direc
teur, zou alsdan op een ander volgnummer
verantwoord moeten worden, b.v. volgn. 28.
Dit werd geacht in het belang van den be
trokken ambtenaar, zonder dat de gemeente
er eenig nadeel van heeft.
B. en W. zeggen, dat bij bet verleenen
van het subsidie aan de Ambachtsschool in
beginsel is besloten, dat het salaris vanjden
Directeur der Burgeravondschool met f400.
zou verminderd worden, wanneer hy als
Directeur der Ambachtsschool optrad.
In tegenstelling met de hier uitgesproken
meening gelooven zy dat tegen deze regeling
geene grondige bezwaren kannen ingebracht
worden, omdat de vermindering van het
salaris als Directeur der Burgeravondschool
geen invloed zal hebben op de berekening
van het aan hem later toe te kennen pen-
ïen.
De heer Jaring brengt de vermindering
van het salaris van den Directeur der Bur
geravondschool ter sprake en wenscht eer
andere regeling, opdat bedoelde titularis ge
waarborgd blijft zijn tegenwoordig salaris te
blijven behouden. De Voorzitter is van het
zelfde gevoelen en zegt een nader voorstel
toe waarbij deze kwestie geregeld wordt.
Volgn. 185, art. 5. Kosten van ver
pleging in godshuizen en elders (f16.650).
De door B. en W. voorgestelde aanschaf
fing van een nieuwe brancard van f 150
ontmoette in geen der afdeelingen beden
king. In de eerste afdeeling werd voorge
steld om de bureaux van politie van brancards
te voorzien, teneinde bij eventueele ongeval
len een ving en doelmatig transport te ver
zekeren. Dit voorstel werd eenigszins onder
vangen door de mededeeling dat B. en W.
voornemens zyn, de oude brancard uit het
Ziekenhuis te stationneeren in het bureau
Molenplein.
In de tweede en derde afd. werd afgekeurd
dat B. en W. de posten voor vleesch
melk, op de begrooting van het Ziekenhuis
voorkomende respectievelijk met f300 en
f 100 hadden verminderd. Met het oog op
de duurte der levensmiddelen, wenschten
meerdere leden de raming der Commissie
het Ziekenhuis te volgen en den post
dus met f 400 te verhoogen.
De verminderingen door B. en W. op de
begrooting van het Ziekenhuis aangebracht,
zyn gebaseerd op de uitgaven over het eerste
halfjaar 1907 gedaan.
De heer Jaring merkt op, dat door de
lagere raming van vleesch en melk de Com
missie toch niet gebonden is en vrij blijft
het verstrekken van het noodige, hetgeen
door den Voorzitter beaamd wordt.
Volgn. 137, art. 8. Subsidie aan het
Algemeen Weeshuis (f6950).
Wat betreft de vermindering van ver
schillende posten op de begrooting van het
Weeshuis, werden in de tweede en derde
afd. eenige opmerkingen gemaakt. In de
tweede afd. kon men zich met de zienswijze
van B. en W. vereenigen, behalve wat den
post «voeding" aangaat. Ten dezen wenschte
men de raming van het bestuur te volgen.
Een lid der derde afd. deed gelijk voorstel
betrekking tot dezen post en wenschte
bovendien f 150 meer uit trekken voor ge
neeskundige hulp, welke post door B. en W.
van f250 tot f 100 werd verminderd. Door
meerdere leden der derde afd. werd twyfel
uitgesproken ten aanzien van het voldoende
der voeding van de weezen. «Meer vet in
het eten" werd niet overbodig geoordeeld.
In de tweede afd. vroeg een lid inlichtin
gen omtrent verschillende onduidelijkheden,
het Weeshuis betreffende. Zoo o.a.Hebben
bij het opmaken der begrooting de regentes
sen daarin geen medezeggenschap gehad
Dit werd afgeleid uit de omstandigheden dat
de begrooting alleen door de regenten is onder
teekend. Onder welk art. dor Wet op de
Armbesturen valt dit Weeshuis Als het
Weeshuis is eene zelfstandige stichting,
waarom staat er dan niet op de begrooting
een post voor onderhoud van het gebouw
Indien het Weeshuis is eene gemeentelijke
instelling, vormen dan de regenten en regen
tessen eene Commissie volgens art. 54 der
Gemeentewet Bestaat er voor deze instel
ling geene Verordening, waaruit zou kunnen
blijken de rechten en plichten van den vader
en de moeder, alsmede de werkkring van
regenten en regentessen?
Volgens art. 15 der Wet op de Armbe
sturen kau aan Gedeputeerde Staten toestem
ming gevraagd worden tot andere belegging
der gelden. Indien de raad in dezen mag
ingrijpen, dan werd in overweging gegeven,
over te gaan tot het doen van dat verzoek.
Is uit de geschiedenis ook na te gaan, hoe
deze inrichting aan de bedoelde kapitalen
komt? Zoo ja, dan werden daaromtrent in
lichtingen gevraagd. Indien de kapitalen
bovenbedoeld op andere wijze werden belegd
dan op het Grootboek, b.v. in hypotheken,
zooals de Nutsspaarbank hare kapitalen be
legt, dan zou daarvan, a 4 eene rente te
behalen zyn van f 2624, terwijl men nu maar
21/S °/e verkrijgt, zijnde f 1640. Andere wijze
van belegging werd daarom ernstig in over
weging gegeven. Als onder de uitgaven ook
mocht voorkomen een post voor extra tafel
geld aan de suppoosten, zooals dit ook ge
schiedde in 1906, dan werd voorgesteld dezen
post niet toe te staan.
B. en W. antwoordden hierop
Voor de vermindering der posten verwyzen
wy naar onze toelichting op volgnummer 136
der begrooting. In 1906 was het aantal ver
pleegden even groot, als voor 1908 wordt
geraamd, en op grond daarvan meenden wy,
dat hoogere raming van het bestuur niet
door ons moest worden gehandhaafd.
Het bedrag, uitgetrokken voor geneeskun
dige hulp, is door ons verminderd, op grond
dat de ontsmetting van het Weeshuis, na
het voorkomen van roodvonk in 1906, uit
dezen uitgaafspost was betaald.
Klachten over de voeding der weezen zijn
niet ingekomen. Met vertrouwen meenen
en W. deze aangelegenheid aan het bestuur
van het Weeshuis te kunnen overlaten.
Wy behouden ons voor, nader terug te
komen op de hier gedane vragen betreffende
de verhouding van het bestuur van het
Weeshuis tot de gemeente.
Deze aangelegenheid wordt niet verder
besproken, alleen maakt de heer Van den
Berg de opmerking dat de post voor voeding
lager is geraamd dan de Commissie het deed,
hetgeen hij niet goedvindt. De Voorzitter
zegt dat deze is gebaseerd op de begrooting
van 1906, niettemin is het Bestuur vry en
door niets gebonden.
Volgn. 159, art. 14. Kosten van ex
ploitatie van de Waterleiding f15108.
Door B. en W. werd nader voorgesteld
dezen post met f 210 te verhoogen, teneinde
daaruit te bestrijden de kosten van openbare
drinkfonteinen, overeenkomstig het vroeger
door den Heer Bok ingediende voorstel.
Algemeen kan men zich hiermede vereenigen.
B. en W. merken op, dat het bedoelde
voorstel niet van hen is uitgegaan, integendeel
wenschen zij, indien de Raad mocht besluiten
tot het aanschaffen van drinkfonteinen, de
kosten daarvan uit de nog te sluiten geld-
leening te bestrijden.
De heer Verfaille dringt er op aan, dat
bij het plaatsen der kranen er ook één dient
geplaatst te worden in den omtrek van de
binnenhaven. Hij acht het gewenscht, dat
daar dan ook ten gerieve van de bewoners
van het Koegras tegen den kostenden prijs
drinkwater verkrijgbaar zal worden gesteld.
De Voorzitter zegt deze zaak te zullen
overwegen.
Daarna brengt de Voorzitter nog het voor
stel om f 200 crediet aan de Comm. voor
de bedrijven toe te staan, in stemming. Dit
wordt evenwel verworpen.
Hiermede is de artikelsgewijze behande
ling der begrooting afgehandeld en wordt
de vergadering voor eenigen tijd geschorst
tot het opmaken van het eindbedrag. Vooraf
wordt de rondvraag gedaan, waarbij de heer
Van Breda de aandacht vestigt op den slech
ten toestand der Achterstraat tusschen de
Houtsteeg en de Torenstraat.
De Voorzitter zegt een onderzoek toe.
Na de wederopening wordt de Begrooting,
bedragende in ontvangst en uitgaaf f499.372.67
met een post voor onvoorziene uitgaven van
f 3.283.67®, in stemming gebracht en aange
nomen met algemeene stemmen.
Vervolgens worden op voorstel van den
Voorzitter over 1908 de volgende gratifi
catiën en subsidiën toegekend, die uit den
post onvoorziene uitgaven voldaan zullen
worden
Aan de wed. D. Visser f 100.
Aan de wed. C. Mulder f 100.
Aan de Schildersvereeniging «Oefening
kweekt kennis" f 100.
Aan de afd. Helder van //Het Witte Kruis"
f 100.
Aan de Heldersche Wijkverpleging f 300.
Aan «Helders Harmoniekapel" f 75.
Deze subsidiën worden met algemeene
stemmen verleend. De heer Krijnen merkt
op, nu hier een ambachtsschool bestaat, de
subsidie voor de Schildersvereeniging geen
reden meer heeft en dus z. i. voor het laatst
moet worden toegekend.
Hierna wordt de openbare vergadering
gesloten en gaat de Raad over in geheime
zitting tot behandeling vaa eenige belasting-
reclames.
Ingezonaen.
Alkmaar, 29 Oot. 1907.
Mijnhter de Redacteur.
Beleefd verrook ik u het volgende lil uW
veel gelezen blad te willen plaatsen.
Stoombootdienst Texel—Nieuwedlep.
Toen ik het verslag van de vergadering,
gehouden tot vaststelling der Statuten voor
de Nieuwe Texelsche Stoomboot-Onderneming
las en de schitterende rede van den Voor
zitter der commissie, dokter A. Wagemaker,
kon ik een glimlach niet onderdrukken.
Wat slaat die man de plank mis en wat
kan men toch de menigte met groote woorden
vangen 1
Hy zegt o.a. reeds twee maanden
duurt de stryd met de firma Bosman
voort 1
De firma BoBman heeft met de stoomboot-
onderneming niets te makenmaar wèl de
Maatschappij //Alkmaar Packet',sooali
ieder op dedionstbiljetton lezen kan I
Zoo zoude ik u op meerdere onjuistheden
op ZEdl. rodevoering kunnen wyzen, ook op
de groote onzin hypotheek op het
Marsdiep, welke schitterende volzin met
groot applaus werd begroet.
Ik heb wel eens gehoord van hypotheek
op land en woonhuizen, maar nimmer op
zeestroomenl Het groote pnbliek
slikt echter zulke p i 11 e n in eene vergadering
met succes!
Maar nu ter zake. Zie hier in 't kort
de geschiedenis
Voor ruim 25 jaren, belastte de heer C.
Bosman op verzoek van den Burgemeester
Loman en eenige andere Texelsche heeren
zich met de exploitatie van den stoombootdienst
TexelNieuwediep, die onder leiding van den
Texelschen notaris Bruno Bok geheel
te niet was gegaanhoewel de dienst ge
noot eene subsidie der Posteryen, Ryks,
Provinciale en bovendien eene subsidie der
gemeente Texel.
Allengs werden door den heer C. B. ver
beteringen aangebracht.
Du raderstoomboot «Ada van
Holland* voorzien van een nieuwe sterke
machine, stoomverwarming en later eleotrisch
licht aangebracht. De reserve schuit werd ver
vangen eerst door de schroefboot «Flevo*
(gevaren hebbende tusschen Helder-HarliDgen)
later door de «Packet II*. Deze reserve
schroef booten voldeden niet, daar schroefbooten
»y hol water de vinnen uit het water slaan
en by de havens gevaar voor stranding op
leveren en bovendien hevig slingeren en stam
pen, dus werd de raderstoomboot nKampi-
oea< gekocht, een zeebootje, dat gevaren
heeft tossohen Norden en het eiland Norderney;
dit schip werd aan de werf alhier veel ver
beterd, later van electrizch licht voorzien en
met stoom verwarmd en heeft trouw
vyftien jaren lang zelfs by stormweer
hare diensten verricht, zonder eenig ongeval.
Dit jaar, by den overgang van de onder
neming in de groote Maatschappij A1 k m a ar-
Packet', bestond het plan voor den dienst
T e x e 1N i e u w e d i e p een groote nieuwe
salonraderboot te laten bouwen, die met den
zomerdienst 1908 in de vaart zoude
worden gebracht, toen ter kwader ure dokter
Wagemaker c.s. optraden en alles in de war
stuurde. Want wat is nu het geval?
De Texelaars moeten zich nu behelpen
met een schroefboot, met kleine kajuiten,
door petroleumlampen verlicht gedeeltelijk in
gericht als vrachtboot, terwyl als reserve
boot, het vrachtstoombootje «Texelstroom*
dienst moet doen.
Men kan sich behelpen met mooi stil weer,
maar ongelukken zyn by ruw-, winderig-
en stormweer en holle zee niet buitengesloten.
En ten tweede wagen de menschen hun
geld in eene onderneming, waarvan het
succee zeer twijfelachtig is, terwyl
om de geweneebte verbeteringen tot stand te
brengen en tegenslagen te kunnen weerstaan,