KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor HelderTexelWieringen en Anna PaulownaM No. 3646. Zaterdag 25 Januari 1908. 36ste Jaargang. Uit het Buitenland. Nieuwsberichten. De Harwich-boot ia aaavaring. Bureau: Spoorstraat. Telef. 59. Bureau: Koningstr. 29. Intere.-Telef. 50. Hoewel men het in Frankrijk eenigezins wil verbloemen, moeten toch de zaken voor Moulay Hafld er nog zoo slecht niet voor staan. Mag men de berichten uit de Engel- sche en Duitache bladen gelooven, dan staat het er voor hem beter voor dan voor den sultan, Abd-el-Azis. Ten zuiden en van Fes neemt zjjn aanhang toe en de eene plaats na de andere roept hem tot sultan uit. Te Fez schijnt volkomen legee- ringsloosheid te heerachen. De bevolking heeft de voorraad schuren der regeering leeggeplun derd, onder bedreiging de enkele wachters te dooden, zoo zg zich verzetten. De familiele den van de ministers, die den snltan naar Rabat volgden, zjjn in de groote moskee ge vlucht. Eigenlek heeft de tjjding van de afzetting van den snltan en verheffing van Moulay Hafid niemand verrast, bericht de correspon dent van de fBerl. Loc. Ans." te Tanger. 't Was reeds lang te voorzien dat het volk zich krachtig verzetten sou tegen een Fran- sche overheersching en een sultan, die het een vreemd bestuur wilde opdringen. De Fransche overwinningen scbjjnen ook nog al overdreven voorgesteld te sgn. Een oud-gevangene van Raisoeli verklaarde dat de toestand in Marokko spoedig in orde zjjn zou, zoo Frankrijk er toe besluiten kon, Marokko zgn eigen zaakjes te laten opknap- Cn en Moulay Hafid als sultan te erkennen. tegenovergesteld geval voorziet hg een al- gemeenen strjjd, die duizenden het leven zal kosten. 't Is nu maar de vraag wat Frankrgk doen salden ouden vorst trouw blgven, hem des noods met geweld van wapenen op zjjn troon zetten, of den nieuwen vorst als zoodanig er kennen. In 't laatste geval zou zonder twjjfel Moulay Hafld het land binnen betrekkelgk korten tjjd tot rust brengen. In 't eerste ge val ja, dan sohrjjven we misschien nog een jaar lang over de Marokko-kweBtie. Herhaalde malen brak in den laatsten tgd in de voornaamste gebouwen van St. Peters burg brand uit. Deze week nog tegelijkertijd in het paleis van grootvorst Wladimir en in het ministerie van ondorwgs. Slechts met groote inspanning konden zjj worden gebluscht. Men denkt bjj deze branden nu aan het op treden der Terroristen. Van verschillende kanten wordt in Rusland oppositie gevoerd tegen de marinebegrooting. Zoo keurt de conservatieve Nowoja Wremga de groote toegevendheid af tegen buitenland- sche firma's. Uit den Japansohen oorlog trekt men geen lesBen, zegt het blad, wat betreft scheepsbouw en geschut-constructie. De in Engeland gebouwde pantserkruiser „Rurik" is volkomen onvoldoende. Ook ontbreekt een afgerond reorganisatieplan voor de vloot. In verschillende bladen wordt gesproken over de waarschijnlijkheid van een conflict tusschen Doema en regeering. De «Nowoja Wremga" meent dat daardoor de toestand nog slechter sal worden en de ontevredenheid zal toenemen. Bij de voortgezette behandeling van het proces tegen de verdedigers van Port-Arthur gaan deze voort met te doen zooals de jongens doen, wanneer een spel tegenvalt: r't Is jou schuld". De rechtsche leden der commissie van zeventien, die te Brussel vergaderden om hunne houding te bespreken tegenover het Cocgo-ontwerp, echgnen nog al van gevoelen te verschillen. Oud-minister Beernaert voerde een felle critiek tegen het ontwerp terwjjl Woeste het verdedigde. Op de desbetreffende vragen van het commissielid Cooremans heeft de Congo- administratie geantwoord, dat zg wel dwang uitoefent op de zwarte bevolking om te dat zg daarbij met zaohtheid te werk gaat. Zonder barschheid of hardheid poogt «ij den neger te doen begrijpen, dat arbeiden voor hem een verplichting is tegenover den Staat en tegenover zich zelf. Dat klinkt weer anders dan de Engolschen ons willen doen gelooven. De hoofden der vrije Anglicaansche Kerk zullen de Yereeniging voor hervormingen in den Congo, officieel steunen. Aan de Engelsche regeering zal tevens verzocht worden dat zg bij België zal aandingen een anexatie-ontwerp op te maken met absolute controle door het volk en het parlement. Is dit ontwerp niet tijdig ingediend, dan moet de Engelsche regeering ern beroep doen op de mogendhedon tot gezamenlijk optreden in de Congo kwestie. Redenende belaugen der Engelsche onder danen in die streken mogen niets verkort worden en rustverstoringen in het Congogebied zouden de veiligheid in de aangrenzende Engelsche bezittingen kunnen in gevaar brengen, wat Engeland niet dulden sal. Negus Menelik heeft de scheidingslijn in 't Zuiden van zgn gebied aanvaard, zooals die door den Engelschen gevolmachtigde hem was voorgesteld. Tegen den aanleg van een spoorweg in zijn riik door Frankrijk heeft de Negus nogal ernstige beswaren. Hij wil het liever met eigen geld doen; nog zoo dom niet De Duitsche Rijkskanselier Yon Bülow weigerde in den Rjjksdag te antwoorden op de interpellatie der socialisten omtrent de verklaring over kiesrecht door hem als Pruisisch minister-president in den Landdag afgelegd. Naar aanleiding van botsingen in de laatste dagen voorgekomen en straatdemostra- ties, waarschuwde hg dat de oanleggers ervan tot verantwoording zouden kunnen worden geroepen. Yerschillende teekenen wijzen er op dat de linkerzijde niet vastaaneengesloten meer is en dat een deel van het regeeringsbloo zgn trouw aan den rijkskanselier geheel zal ir, 24 Januari. We zagen in het meubelmagazgn van den heer A. Klopper, Loodsgracht 60, een werkelijk zeer mooi slaapkamer-ameu blement van eiken hout met een versiering van ivoor en zwart hout ingslegd. Daar dit ameublement geheel in de werkplaat sen van genoemde firma alhier ie ontwor pen en vervaardigd, komt hun daarvoor een compliment toe. Het ontwerpen van nieuwe modellen ie niet zoo gemakkelijk. De firma is hierin uitmuntend geslaagd. Wjj raden onze lezers aan, het ameuble ment in de uitstalling te gaan zien. Te 's-Gravenhage is overleden de oud hoofdinspecteur van administratie, kolonel W. H. L. Vogel. Onder zeer groote belangstelling heeft de teraarbestelling plaats gehad van den 18-jarigen J. Pierik uit de Javastraat te Amsterdam, die de vorige week op de Zuiderzee door het jjs zakte en verdronk. De veelbelovende jongen had juist de vorige week examen gedaan als 3e stuur man en een dag voor zgn dood was een feestje gevierd, naar aanleiding van dit feit, waarvoor ook juffrouw Brouwer, wier broer met een zuster van den verdronkene gehuwd is van Ameland was overgekomen. De geredde 22-jarige broeder van het slachtoffer volgde in een der drie rijtuigen. Zgn beide handen waren verbonden, zooals men weet, wondde hg zich bg zgn pogin gen tot redding aan het scherpe jjs. Een tragische bijzonderheidde omge komene had zgn jas zgn broeder toege worpen, hem zeggende, dat hg moest trachten Juffrouw Brouwer te redden. Hgzelf wanhoopte aan zgn redding en beval zich Gode aan... en toen verdween de 18-jarige in de diepte. Scheepsnamen. Door den Minister van Marine is be paald, dat aan het op 's Rjjks werf te Amsterdam in aanbouw zjjnde gastrans- portvaartuig, de naam zal wórden-gegeven van Amsterdam", terwgl het op die werf in aanbouw zjjnde stoomloodsvaartuig zal worden genaamd Stoomloodsvaartuig no. 6". Voorts zullen de namen der reeds be staande stoomloodsvaartuigen worden ge- wjjzigd en wel«Inspecteur Generaal Twent" in «Stoomloodsvaartuig no. 1" (Inspecteur Generaal Twent)«Jan Span jaard" in «Stoomloodsvaartuig no. 2." (Jan Spanjaard); «Rotterdam" in «Stoom loodsvaartuig no. 3« (Rotterdam); «Helle- voetsluis* in «Stoomloodsvaartuig no. 4< (Hellevoetsluis)«Reserve* in «Stoomloods vaartuig no. 5* (Reserve). Te Maastricht is ingebroken bg den rechter de Wit en bg notaris Merckelbach. Bg den eenen is, zoo meldt men, gestolen f 100, bjj den ander f 400. De daders zgn onbekend.. 0e MiHioanen-Juffrouw. De HollandBche Tbérèse Humbert. De millloenen-juffrouw is overleden. Onder dezen naam was Jannetje Struyk ééns de be roemde oplichtster, die a grand Manière ju- weelen oplichtte en leefde als een Thérèse Humbert, waohtende op de erfenissen en crediet vragende en nemende op 'n gefixeerde toekomst. Haar heldenstuk was dejuweelenoplichting voor f 115.000 van de firma Bosch. Jannetje Struyk werd hiervoor in den nacht van 28 op 24 Augustus 1882 te Rotterdam in heohtenis genomen, nadat van te voren eon rechterlijk verhoor had plaats gehad. Als voornaamste personen in dit verhoor tra den o. a. op den voorgrond de juweliers Bosch uit Amsterdam, mej. Bosch en de man, die de millioenen-dame zich tot «levensgezel" had gekozen. Tijdens het geheele verhoor bleef Jannetje koud als jjs, maar toen zege- ingen werd genomen, spatte de bom van ar gemoed uiteen. Nu, er was reden voor iar aanhouding. Bjj de juweliers Bosch te Amsterdam had ze in Juni en Juli 1882 veel kostbaarheden gekocht en betaald, voor eon waarde van wel f 7000. De heer Bosch ging haar daar door volkomen vertrouwen en toen ze daar om nieuwe juweelen enz. bestelde, een be drag van f 115.000 vertegenwoordigend, leverde de juwelier haar die af. Toch bleef hg op z'n hoede, toen juffrouw Struyk niet direct betaalde. Den 24en Juli zou de leve ring plaatB hebben. De zoon van den heer Bosch vertrok met de kostbaarheden naar Rotterdam, in eon vcrzegold pakket. De broe der vun de slimme dame zou uit Apeldoorn komen en f 100.000 medebrengen I De heer Bosch vond juffrouw Struyk nog te bed; hg mocht echter in de slaapkamer komen. Daar zette hg op verzoek van de millioenendame het kistje neer en zou toen even in een aan grenzende kamer waohten, tot zg was opge staan en zich gekleed had. Hg deed dit Zg deed dit ook En toen de heer Bosch weer in de slaap kamer mocht terngkomen was het kistje ver dwenen. Juffrouw Strnyk zei: het was in orde en... ze zou later wel betalen, hensoh, hjj kon er op rekenen. Men begrijpt, wat er volgde. De heer Bosch werd boos, kwaad, woest, maar de oplichtster bleef kalm. Toen de juwelier al boozer werd, nam ze selfs 'n scheermes, waarmee se hem telg f wilde Heusch 't geld kwam, zei Jannetje En op haar aanwijzingen trok de heer Bosch naar Apeldoorn, naar Zutphen, naar Amers foort, om het daar te innen 1 Natuurlijk zon der succes. Toen werd bg het gerecht een aanklacht ingediend. De zaak maakte na tuurlijk veel opgang. In schouwburgen wer den stukken gespeeld onder den titel: «De Millioenen-jufirouw". Ia de laatste jaren kon men de éénmaal beroemde en weelderige millioenenjnffronw hier en daar op een stoep bedelende aan treffen. Cud, kromgebogen, vuil en vervallen er uitziende, keek ze schuchter op naar don voorbijganger, om met een hoofdbuiging zjjn „pitié" af te smeeken. Ze scheen in zooverre nog steeds door de weelde Jte worden aangetrokken, dat ze bg voorkeur plaats nam op de stoep van het Koninklijk Paleis in de Mores en Aaronstraat, of bij een ander groot en deftig gebouw. Met de oude, verwoeste figuur, die toch soms sluw nog uit haar oogen gluren kon, moeBt men, vooral in het barre jaargetijde, wel medelijden krijgen. Ze werd dan ook nogal bedacht, 't Waren vooral de naar het post kaBtoor wandelende demi-mondaines, die haai uit solidariteitsgevoel mogelijk steeds gaven. Dan kwam op 't verweerde gezicht nog weer even een rimpeling van vreugde, en voldoening, dankte de millioenenjnffrouw diep- onderdanig. Als het donker werd, strompelde ze op 'r kruk weg naar het slop, waar ze leefde, tot dat se, nitgepnt, naar het Binnengasthnis werd- overgebracht Jannetje Struyk heeft zwaar geboet voor wat ze der wereld heeft aangedaan. Een vreeselljke dood Men schrgft uit Penampaan, d.d. 8 December aan het »N. v. d. Dag voor Ned. Indië Eene patrouille van Penampaan (Gajoe Loeos), onder commando van den sergant Stoop, wilde den 27en Nov. j.1. naar haar bivak terugkeeren en nam daartoe baren weg over den z.g. Boer-ni-Gadja. Plotseling werd de patrouille geatta queerd door een reusachtige olifant, welke door de kudde uitgeworpen was. Toen de soldaten, die eerst uit elkander gestoven waren, zich weer verzameld hadden, miste men den Menadoneeschen korporaal Supit, no. 60479. Na een oogenblik gezocht te hebben, vond men achtereenvolgens het geweer, den veldzak en de veldflesch van den kor poraal. Verder het spoor, door het dier gemaakt, volgende, vond de patrouille het bg het bekken afgerukte rechterbeen van den man. Men kan zich voorstellen, welken indruk deze vondst op commandant en manschappen maakte. Daar lang dralen op de plaats hoogst gevaarlgk kon worden voor de overigen, vervolgde men den marscb, de gevonden voorwerpen meevoerende. Het been werd den volgenden dag op het kerkhof te Penampaan begraven, ter wgl eene nieuwe patrouille uitging om het overigo gedeelte van het lgk op te zoeken. De vlag en saluutschoten. Onlangs werd in een der Semarangeche correspondenties van het So?r. Hbld. me degedeeld dat de Chineesche commodore het niet hgschen der Chineesche vlag op de welkomstbatterjj te Batavia als een onbeleefdheid had beschouwd en daarom te Semarang zoover uit den wal was blgven liggen, dat het wisselen van saluutshoten voorloopig uitgesloten was. De Semarang- sche autoriteiten hadden, dat vernemende, stilletjes een Chineesche vlag van een der kruisers laten leenen en den draak doen uitwapperen, toen de commodore, gerust gesteld, met zgn schepen op de reede verscheen. Dat is, naar aan het Soer. Hbld. van bevoegde zjjde verzekerd wordt, met recht een blunder geweest. Onze reglementen schrgven ter zake voor, dat wel op de schepen, die het saluut geven of beant woorden de nationale vlag van het vreemde oorlogsschip wordt geheschen, doch niet van do batterijen aan den wal. Elders is dat andersde Engelsche reglementen schrgven o. a. het hgschen der vlag ook voor op saluutbattergen te land de Duit sche en Fransche Reglementen weer niet. Nu is het Chineesche eskader nog nie verder buitenslandsch geweest dan in Er- gelsche koloniën en heeft de commodore gemeend dat de eerbewijzen van Fort Can - ning te Singapore, ook door de welkomst- batterg te Batavia moesten worden gebracht. Hg verkeerde blgkbaar in de meening met een internationaal gebruik te doen te beb- n, wat het niet is. In plaats van een drakenvlag te lescer, zegt het «Soer. Hbld"., had men te Se marang den commodore een reglement op d3 eerbewijzen in onze koloniën moeten zenden. John R. Walsh, veroordeeld wegens handelingen als president van de Chicago National Bank, was nog iets meer dan een gewone falsaris en bank- breker. Men kent toch wel het boek van Up- ton Sinclair, «The Jungle", door Wibaut in het Hollandsch vertaald voor de Wereld bibliotheek, «De Wildernis". Het aes- grjjpend verhaal speelt in Chicago, in groot, mooi en verdorven Chicago. Men ontmoet er tal van figuren in, zoowel uit de wereld de? slagersknechts, als der sfcaderegeerders, die door hun financieele speculaties de heele wereld naar hun pijpen te laten dansen. Zonder veel moeite zou men het portret ven iemand als deze John R. Walsh daar in kunnen terugvinden. >Boss" uoemt meu zoo iemand in Amerika; Walsh was de boss, de baas van Chicago. Het zon een karakterstadie van bet verrassendste pers pectief kunnen worden, dezen man en zgn loopbaan uitvoerig te teekeneu. Hg kwam in 1847 uit Ierland naar de Ver. Staten en begon zgn brood te ver dienen als krantenjongen, hetgeen ieder schjjnt te moeten doen, die het daar tot iets wil brengen. Hg klom op tot directeur van den «Western News Comp.", ging in bankzaken over. kocht tal van financieele lichamen, handelde liefst in kranten, als «Chicago Inter Ocean", Herald", «Post", «Chronicle". Daardoor belandde weer in de politiek geen Amerikaansche zaken man, die daar buiten blgft. Hg is nn 70 jaar, flinke, niterlgk sym pathieke oude-heer, met gladgeschoren ge zicht, dat wat te jong Igkt onder zgn wit aar. Hg was dé man in Chicagozgn bank een paleis var marmer re{ de stad. Het vonnis, uitgesproken na een proces, dat twee jaar heeft geduurd, luidt vjjf jaar Het gevecht iB pas begonnen," z> de boss met een fijn lachje, toen de ui! spraak bekend was. De Engelsche justitie treedt met strengheid op tegen postzegelvervalschers. Er zgn op dit terrein Aug'us stallen te reinigen 1 En zeker is het de vermelding voor philatellisten waard, dat er zelfs of- ficieele postbeambten zgn, die aan den on eerleken handel meedoen. Een postzegel, die graag in verzamelingen wordt opge nomen, is de Broenei-postzegel, het is een Laboean-postzegel, met het woord Broenei overgestempeld. In Broenei, aan de Bor- neo'scbe noord-westkust wonen 51 blanken opgave van de «Colonial Offiöe Liet' van 1907. De postzegels van dit rgk zgn nooit erkend door Post-Unie, zoodat ze feitelgk waardeloos zgn, van af bet stand- pont beschouwd van een nauwkeurig ver zamelaar. Niettemin staan zij dertig gulden per stel geprgsd in de philatelistische prijs couranten. Iemand, die van Laboean een bezoek bracht aan 3roenei dat het Venetië van het Oosten heet, omdat de primitieve woningen er op palen in den modder staan vond een soort postkantoor en een Chineezen postambtenaar, die meedeelde, dat de 1 ct. en 5 ct. postzegels van Broeoei uitverkocht waren, doch dat hg er privé nog eenige te koop had Drie jaar geleden opende een Itali- aansche gravin de Contessa Fabricotli te Londen een modezaak. De zaak ging goed maar is nu te koop, want de contessa is Vrgdag getrouwd met een Italiaanschen baron, baron Charles Aliotti, Italiaanech diplomaat, zegt het bericht. Bg het huwelgk tegenwoordig waren o.a. prinses Hatzfeldt, chtgenoote van den Duitschen gezant, en de markies di San Ginliano, de Italiaansche gezant, waaruit men zien kan, dat m»n tegen woordig een winkel kan houden en in een stand verkeeren, waarin men dat vroeger minderwaardig vond. Trouwens, in Engeland zgn er heel wat hoog-adelgke heer en en dames, die openlgk ot rimelgk een winkel honden. Een reusachtig restaurant. New-York zal weldra het grootste res taurant van de geheels wereld beritieo. Het wordt gebouwd aan Broadway en zal plaats bieden aan 4000 menecheD. De tuin op het dak met eeo vgver van 5 meter middellijn, zal een getrouwe na bootsing zgn van den tuin der Triauons te VersailleB. Ook daar zullen 4000 men- echen kannen plaatB nemen. In den winter zal deze tuin met glas bedekt worden en alle zgden zgn afgesloten zoodat men dan een volledigen wintertuin zal hebben. Daar zullen groote concerten word-n ge geven. Men hoopt dit reuzen-restaurant tegen het einde van dit jaar te kunnen openen. Ter hoogte van het vuurschip is aan den Hoek van Holland Woensdagmorgen om kwart voor vjjven tijdens dikken mist een aanvaring geweest tusschen het stoomschip „Amsterdam", van Harwich naar den Hoek van Holland en het stoomschip „Axminster", komende van New-York. De Amsterdam" is aan bakboordzijde achter de brug getroflen en kreeg een groote scheur onder water. De f Axminster" werd aan het voorschip getroffen, maar wist tijdig de waterdichte schotten te sluiten, waardoor het schip drijvende bleef. De passagiers van de .Amsterdam" zijn in sloepen van boord naar de .Axminster" gebracht, die op een afstand van vijf scheeps lengten lag. De «Axminster" stoomde naar de kusten had nog geen loods aan boord. Op ongeveer een mijl afstand van de kust heeft de stoom- loodsboot .Jan Spanjaard" de vijftig passa giers overgenomen en behouden aan den Harwich-steiger aan wal gebracht. De .Amsterdam" is den Waterweg bin nengekomen met een groote scheur dwars scheeps, is aan den steiger geweest, heeft een weinig stukgoed gelost en is later afin den Zuidwal omhoog gezet. Toen de .Amsterdam" van Harwich ver trok was het mooi, helder weer. De mail is geborgen en geland, en reeds met den trein verzonden. Te oordeelen naar de ingekomen berich ten, heeft de .Arasterdam" getracht den Waterweg te bereiken door eerst zoo nauw keurig mogeljjk op het vuurschip „Maas" aan te sturen en vervolgens op de voorhan den teekens verder gegaan. Zou dit onder gewone omstandigheid zonder ongevallen wel gelukt zijn, thans, nu mag worden aangenomen dat de mond van den Waterweg bijna ge blokkeerd wordt door voor anker liggende stoomschepen die niet wagen naar binnen te gaan, is het draaien niet geslaagd, althans niet op de gowenschte wijze. Het kwam in aanvaring met een stoomschip dat ter hoogte van het vuurschip lag geankerd en dat reeds gebleken ie het stoomschip «Axminster" te zijn van New-York naar Rotterdam bestemd. De .Amsterdam" werd zoo zwaar getrof fen, dat ze slechts drijvende werd gehouden op de waterdichte schotten, waarom de ge zagvoerder het kennelijk voor de passagiers veiliger heeft geacht hen met de sloepen op het aangevaren schip over te brengen. De .Amsterdam", gelukte het intusschen den Waterweg binnen te komen, waar het schip om zinken te voorkomen, bjj de loodshaven op strand werd gezet. Een der passagiers, die de aanvaring van de .Amsterdam" meemaakte, vertelde daarvan het volgende Het was Dinsdagavond mooi, helder weer toen wij in Engeland aan boord gingen, en wc trokken dus allen weldra rustig te kooi. Woensdagochtend, toen ik om vier uur aan dek kwam, was het dik van mist. Er s'onden twee mannen op den uitkijk. Een oogenblik later zat ik in het salon te ontbijten, toen we een stoot voelden. Dit gebeurde op 5 Eng. mijl van de kust. En weinige seconden later volgde een tweede schok, onheilspellend hevig, met het geluid van een dikke glas ruit, die wordt ingeslagen. Wjj kregen den indruk, dat er tot dit oogenblik niet lang zamer werd gevaren dan anders. Geljjk met dien tweeden stoot ontstond er onder de opvarenden een hevige beroering. We hoorden schreeuwen en jammeren, ieder dacht dat zjjn laatste oogenblik gesla gen was. En alles vloog naar dek. Ook het personeel scheen van streekop vragen werd niet geantwoord, of met een .don 'tknow"! Maar toch gingen een paar bedienden de hutten af om de slapenden te wekken, die ten deele in nachtgewaad naar boven vlucht ten. We zochten zwemgordels, deden die aan, en drongen op naar de reddingbooten. Maar sommigen, die deze booten in hun zenuw achtigheid niet konden vinden, werden niet op weg geholpen. Het hoogere gezag echter scheen rustig het hoofd erbjj te honden. Bovendien bleef het schip drijven, en ook het electrisch licht blee/ aan. Wat er gebeurd was, zagen wij niet, zóó als het mistte. Maar nu vernamen we, dat we geloopen waren op het Amerikaansche s. s. „Axminster", van New-York op weg naar Rotterdam, met vrachtgoed, dat daar voor anker lag wegens hot dikke weer. Er lagen tal van schepen voor anker. De kapitein liet onderzoeken en vernam dat het schip water nam. Bjj de reddingbooten was het een hevig gedrang. Vier of vjjf menschen sprongen er reeds in, voor ze neergelaten, warendoch zjj moesten er weer uit. En het kostte heel wat overreding om gedaan te krijgen: ladies first. Er waren 56 passagiers, met verschei den dames. Een zuigeling werd van hand tot hand in de boot gelaten. Inmiddels kalmeerden de menschen. Met onze zwemgordels aan werden we overgeroeid naar de .Axminster". Het was een kalm? zee. Maar aan boord van de Amerikaan be duidde men ons, onze zwemgordels om te houden, wjjl het ook daar not quite safe was. Toch schenen de waterdichte schotten het water buiten te houden. Wjj, „geredden" hielden een collectie voor de Amerikaansche bemanning. Het bleef dik van mist. De kapitein be sloot nu echter voorzichtig op te stoomen, de omstandigheden in aanmerking genomen. Dat gebeurde een drie mjjl. De .Axminster" durfde echter niet binnengaan. Toen hoor den we het signaal van de loodsboot Jan Spanjaard. Die kwam langs zjj, zette een loods over om de „Axminster" binnen te brengen. En wjj gingen over. De bemanning van de loodsboot kunt u niet genoeg in de hoogte steken! Wat een prachtkerels. En zoo hartcljjk! Ze zetten koffie voor ons, gaven ons hun laatste Bigaren. En wjj vernemeD, dat de situatie wel heel gevaarljjk was ge weest. Maar één ding hoorden we met schrik. Een man met een boot van de „Ams^rdam" zou zjjn afgedreven. Zjjn makkers zeiden echter, dat hij een uitstekend zeeman is, die het wel klaar zou spelen. Na ons, zjjn de postzakken in de boot ge laten. Eén meisje was er in nachtgewaad met niets dan een mantel om. Maar wij hiel pen elkaar voort. Wie te weinig kleeren had leende van anderor overdaad. Eén heer viel flauw van emotie in de boot. Later zagen we de .Amsterdam" ons voorbjj varen, nog steeds verlicht. Het is een hevige schrik geweest, maar wo zijn er gezegend afgekomen! Het aanvankelijk vermoeden, dat alle op varenden van de .Amsterdam", zooals de kapitein, de loods en de overige passagiers dachteD, op de. .Axminster" zouden zijn overgebracht, is helaas niet bewaarheid Nader bleek dat één sloep, toen er een ge deelte bagage ingeladen was, met den zeeman Jac. Upson losgeraakt is. Hjj heeft lang rond gezworven, maar is eindeljjk gelukkig aan de Noorderpior geland. Hij had achter uit een wrikgat iu de boot gemaakt en haar zoo bestuurd. Hjj liep langs de pier naar den wal. Later heeft de loodsboot .Hellevoetsluis" nog een zwervende sloep met 7 personen van de bemanning opgepikt. Maar het bleek uit de overtollige bagage in de „Amster dam", dat er een sloep met vermoedeljjk nog 12 opvarenden ronddrijft in den dikken mist op zee. De verslaggever van de «N. Rott. Ct.« schreef Woensdagavond aan zjjn blad We zijn nu weer aan den Hoek, en.we wachtenal gelooft de een voor den ander ook niet aan de mogeljjkheid dat de sloep met de vermiste opvarenden van de .Amster dam", althans zoo lang het donker blijft, hier binnen zal komen. En die pijnlijke onzekerheid, de gruwzame gedachte, dat daar nn in dien garen, donkeren niistnacht een aantal schipbreukelingen in een open roeiboot wellicht stuurloos rondvaren over de zee, geeft hier weer iets van dezelfde lugubere stemming uit de schrikkelijke Febru ari-dagen van de ramp met de Berlin. Alles herinnert er aan. Dezelfde autori teiten, dezelfde journalisten, dwalen weer over de steigers en door de leege stations wachtkamers. En buiten is het zóó vreeseljjk naargeestig in den kouden mist, die alle uit zicht beneemt, en die de telegraaflijnen, de wegen, de spoorwegperrons, hekken en velden kilwit maakt van rijp. Vanmiddag, juist nadat de laatste berichten voor het avondblad waren afgezonden, is er nog even een oogenblik van hoop geweest. Uit den mond van den Waterweg klonk het gefluit van een boot. En omdat er immers geen enkel schip in- of uitgaat met dit ge- vaarljjke weer, moest het wel een van de zoekende booten wezen, die terugkwam. Yan de pieren en langs het kanaal kwamen de menschen verlangend opzetten. Maar in de steden kan men zich geen voorstelling maken van zoo'n dikken miBt over het water, die als een muur van compakten, grijs-witten nevel op den wal staat, en waardoorheen ge, op den uitersten rand staande, zelfs niet, vlak onder u, den waterweg kunt zien. Ge heel verholen voor wie langs don kant mee kwam het staag fluitende vaartuig binnen. En de geankerde schepen, die niet naar buiten durven, antwoordden met een aanhoudend gelui van hun bellen. Daar blieB de misthoorn zjjn klageljjk gejammer doorheen. Maar menschen, die vertrouwd zjjn mot .de zoe, hebben een bjjzonder instinkt. En weldra was het bekend aan den wal, dat die blazende boot de zeesleepboot .Gouwzee" was, terugkomend van haar onderzoekingstocht. Aan het hoofd van Berghaven kwamen de menschen samen. Zjj waren van verlangen gespannen, maar zjj zwegen of er niat eenig goed nieuws zou worden geroepen van de brug der merende boot. Doch het bleef stom. Nn lag de .Gonwzee" aan den steiger, en de bemanning sprak geen woord. Enkel schudde een oude zeeman mistroostig het hoofd. En toen wisten de wachtenden het.niets, niemand, weer niemendal", gromde het volk. Toen bleef het weer stilen in den muur van mist was geen verwegen. Daarachter lag het schrikkelijk raadsel van de zwervende open boot op zee, met al die menschen. Want het aantal vermisten klimt steeds. Thans weet men, dat er in die eene roeiboot minstens acht-en-twintig menschen samen zjjnéén matroos, drie stewardessen, de chief-steward, twee stokers en één-en-twintig passagiers, onder wie minstens nog één vrouw. De eenige bevaren man in de sloep is dus de matroos. Maar wat zal hjj vermogen met &1 die onervaren menschen in zjjn boot? Zal hjj haar moedeloos laten drjjven op eb en vloed En misschien zoo, noordwaarts uit, aan de kust belanden Zal hjj roeien of het zeiltuig hebben opgezet Maar waar heen moet hjj koersen, nu 't zoo potdicht is om hem heen Toevallig langszjj komen van een der tientallen buitengaats voor anker liggende schepen 't Zjjn allemaal gis singen. Niemand weet het. Van de Gouwzee" hebben ze een twaalftal schepen gepraaid, ma&r nergens had men wat van de sloep gezien. De «Axminister" óók lag nog altjjd buiten. Zjj had bjj de aanvaring ook haar bel verspeeld, en maakte nu in den mist alarm door twee staven op elkander te slaan. En zeiden de zeelui 't is zoo bar koud op de zee. De menschen vertelden elkander onder het wachten allerlei bjj zonderheden. Het aantal passagiers van de «Amsterdam" was niet volledig bekend. Dat is weer als met de «Berlin", en het schjjnt verwonder lijk, dat men zich vóór het vertrek der booten hiervan geen rekenschap geeft, evenmin a s van de namen der opvarenden. Omdat men die niet weet, tast men weer in het duister naar de namen der vermisten. En slechts de telegrammen van ongeruste ver wanten aan de directie geven eenig licht. Men schat het aantal passagiers echter op 66, waarvan er 45 aanstonds gered zjjn, en 21 nog in de reddingboot. Ook weet men te vertellen, dat de „Amsterdam", niettegenstaande den dikken mist, weer met volle kracht heeft gevaren. Yan het lichtschip „Maas" toch werd bericht, dat de Harwichboot te twintig minuten vóór vjjven is gepasseerd dat wil zeggenprecies op tjjd. Dit klopt trouwens met tjjd en plaats van de aanvaring. Zondagmorgen, toen het óók zoo dik bniten was, kwam de «Amsterdam'' eveneens stipt op tjjd, te kwart vóór vjjven, binnen. Ten bewjjze, hoe dicht de miBt wel was, diene, dat de „Yarmonth", de .vleeschboot" van de Harwichljjn, die veel te laat aankwam, reeds in den Waterweg binnen, een sleepboot praaide, en vroeg„waar zijn we?" .In het Kanaal" waa het antwoord. Dit wist men niet op de brug. Er zjjn immers zelfs met zóó zeer ter plaatse vertrouwde booten al de „Wodan'' en de stoomreddingboot ongevallen gebeurd, hedenmiddag, door den mist. De .Wodan", die bjj de aan den grond gezette „Amsterdam" wilde a8sisteeren, liep op haar ankerketting, stootte lek, en zjj is nu ook opgezet. De stoomreddingboot beliep averjj door een aanvaring met een sleepbootje van Yolker en Bos. Doch, onder commando van den dapperen kapitein Jansen, was zjj daarna toch weer om te zoeken naar buiten gegaan. Tegen zessen kwam zjj in de Berghaven terug, helaas, óók tevergeefs. Ze was tot bij het vunrsohip geweest, had twee geankerde schepen gepraaid... niets, geen spoor van de sloep Schipper Jansen stampvoette even, toen hjj 't vertelde. Hjj zag het lot van de schip breukelingen ernstig in En inmiddels was de avond gevalle., had ,de pot" nog dichter gemaakt. De kustlichten, zelfs de stralen bundels van den vnurtoren, drongen immers haast niet door den mist. Zjj moesten het dus opgeven, de dappere zoekers. Wat wil je beginnen, om op de wijde zee, in aarde duiBter, dat je geen hand voor je uit kant zien, zoo'n nietig huikje te vin den En de menschen waren ontdaan als zo zich indachten in die angsten. Hoe komt het vroeg men zich af dat niet ieder van de officieren der «Amster dam" een reddingboot onder zjjn bestuur heeft genomen? Dat het leven van deze zeven en twintig aan een matroos is toever trouwd Men wist het niet. Men sprak van een paniek. Maar hoe strijdig hiermee zjjn de verklaringen der passagiers, die wjj spraken. Hun vertrouwen was zóó groot, dat zjj immers dankbaar van aller redding spraken, en eerst uit de avondbladen hebben vernomen van de acht en twintig, die in de boot, niet aan den wal zjjn ge komen. !én troost is er. Yolgens het voorschrift tenminste, moet er proviand van scheeps beschuit en water, en ook een kompas in iedere reddingboot wezen. Dat zjj tenminste geen honger behoeven te ljjden. Het ss. .Wodan" van L, Smit Co., dat Woensdagmiddag omstreeks drie uur werd uitgezonden om het ss. .Amsterdam" dat aan den zuiderwal te Hoek van Holland

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1908 | | pagina 1