KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor Helder, Texel, Wieringen en Anne Paulowna
No. 3694.
Zaterdag 18 Juli 1908
86ste Jaargang.
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
UitgeversBERKHOUT Co., te HELDER.
Bureaux: Spoorstraat eu Koningstraat.
Uit het Buitenland.
Nieuwsberichten.
Na de Kermis.
Het Geheim van den int Rojal.
Bureau: Spoorstraat.
Telef, 59
Bureau: Konlngstr. 29.
Intere.-Telef. 50.
Abonnement
Vliegend Blaadje p. 3 m. 50 et., fr. p.'post 75Jet., Buitenl. f 1.25
1 Zondagsblad37* 45 0.75
Modeblad 55 80 0.90
Maait.Bloemlezing» 60 85/:» >0.90
Voor 't Buitenland bg vooruitbetaling.
Advertentlftn
van 1 tot 4 regel*25 Cent.
Elke regel meer6
Bewfis-exemplaar2l/s
Vignetten en groote letters worden naar plaatsroimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
Met meerderen of minderen luister wordt
in Vlaamsch-België jaarlfiks den herdenkdag
van den Gulden-Sporenslag, in 1302 bfi
Kortrfik geleverd, herdacht.'t Is een Vlaamsoh
ieeet bij uitnemendheid, waarbfi herdacht
wordt het feit dat door dien slag belet werd
dat Vlaanderen aan een? vreemde mogendheid
verviel. Vol trots wfist de Vlaming U te
Brugge het gedenkteeken voor Breydel en de
Coninck herinnering aan de groote helden uit
dien strijd. En telken jare is de herdenking
van den Gulden-Sporenslag aanleiding tot het
honden van betoogingen voor do rechten van
het Vlaamsch in België. Men wil volkomen
gelijkstelling van het Vlaamsch met het
Fransch. 't Is een betooging waaraan alle
Vlaamschgezinden van elke party meedoen.
Met het vooruitaicht op de mogelijkheid
van de overname van de Congo door België
hebben de Vlamingen te Antwerpen dit jaar
eene motie aangenomen waarin gjj eischen
en verlangen:
1. Dat in geval Congo wordt overgenomen
het Nederlandsch er op gelijken voet met
Fransch worde gesteld
2. Dat door de aanneming van het wets
voorstel Coremans, de kloof, die tnsschen
hoogere en lagere standen in Vlaanderen
bestaat, zooveel mogelijk verkleind worde
3. Dat door de vervlaamsching van de
Hoogeschool te Gent voor het Vlaamsche
volk de mogelijkheid eener hoogere opleiding
in en door sijne taal worde opengesteld.
Volhouden, jongens, 't is nw recht I
De Belgische minister van den arbeid heeft
in eene vergadering van Katholieken te Bergen
meegedeeld dat hij aich beaig hield metle.
eene hersieDing van de wet op de arbeiders-
pensioenen, teneinde te gemoet te komen aan
genite grieven en aan een grooter aantal
ouden van dagen pensioenen te kunnen toe
kennen 2e. eene betere organisatie van
iuduslrie- en arbeidsraden, teneinde zooveel
mogelijk een einde te maken aan de conflicten
tuseoben kapitaal en arbeid3e. eene
reorganisatie der scheidsrechterlijke raden
4e. zekere wijzigingen in de wet op de
Zondagsrust5e. uitwerking van een wet op
de mijnwerkers-pensioenen.
Het einde van de langdurige besprekingen
in de Portugeesche Kamer over de civiele
lijst (het inkomen) van het Koninklijk Huis
is geweest, dat deze ten bedrage van 365
contois ia aangenomen.
In het Hoogerhuia (senaat of le kamer)
gaf do vaststelling der lijst aanleiding tot
heftige tooneelen.
Twee leden maakten het zoo heftig dat zij
elkaar tot een dnel uitdaagden. Dat zijn ook
argnmenlen waarmee men strijdt, naar 't
schijnt. Een der afgevaardigden noemde het
geven van voorschotten aan den koning zooals
gebenrd was, diefstal. De minister protesteerde
heftig tegen deze uitlating. De zitting moest
geschorst worden.
President Faillières heeft een heel pro
gramma af te werken op zfin reis naar het
Noorden. Zaterdag vertrekt hij van Duinker
ken op het slagschip »Vérité", begeleid door
een pantserkruiser en een drietal torpedojagers.
Don 22sten zal hij te Kopenhagen zijn, den
24sten te Stockholm, den 27sten te Reval,
waar hg aan boord gaat van het jacht van
den Czaar. Van 81 Juli tot den 2en Augus
tus zal bij Christiania bezoeken. Overal gala
diners eu ontvangst door de respectieve staats
hoofden.
In Fransch-Congo gaat het minder goed.
Een afdeel ing soldaten, uitgezonden om be
lasting te ineen, werd vermoord. Een colonne
van 300 Senegaleezen is uitgezonden om de
bevolking tot onderwerping te brengen.
Uit Marokko als altgd tegenstrijdige berich
ten. Dank zfi het geld, dat sultan Abd-el-Azis
u i t «gn schatkist nam en waarover de
groote bladen nog altgd disputeeren hoe het
er in gekomen is is hg met ajjn leger
kunnen oprukken. Moulay Hafid moet versteld
gestaan hebben van dezen durf. Men zegt dat
zijn moed hem al een beetje in de schoenen
gezonken is. Eerst de eene sultan veld win
nend, dan weer de andere, 't kan nog lang
daren zoo.
De Porte heeft ook weer eenB in den sak
getast. In Monastir en Resna sloegen de sol
daten tot mnitery over en riepen de consti
tutie uit. Een hooggeplaatst officier werd ver
moord. De aanleidende oorzaak was het niet
uitbetalen der soldij. Toen de Porte 60000
Turksche ponden had geleend en de soldaten
daarmee betaald, was de mniterg echter niet
nit. De soldaten wilden ook hervormingen en
wilden behooren tot de Jong-Turksche partg.
De Sultan benoemde een nienwon bevelheb
ber, die daarop plotseling ziek werd, wat ook
overkwam aan een anderen, in zfin plaats
aangewezen. Niemand schijnt er op gesteld te
zgn zich in Macedonië op te offeren aan de
Bulgaarsche bonden of aan de Jong-Turksche
beweging, 't Baantje is te hachelijk en te
ondankbaar. Met de hervormingsplannen, die
miBBchien rust zullen brongen, schiet het ook
niet op. 't Heet nu, dat Rusland zal voor
stellen een gouverneur voor 7 jaar met uit
gebreide volmacht en het besteden der inkom
sten van Mecedonië aan de plaatselijke be
hoeften. 't Laatste zal nog 't minste naar den
zin van den Snltan te Konstantinopel zgn.
Helder, 17 Jali.
Mejuffrouw B. H. Giltjes, alhier,
heeft te Utrecht met gunstig gevolg exa
men afgelegd als apothekers-bediende.
De Rijksmiddelen.
Wees het overzicht van de Rijksmiddelen
in de laatste maanden op een teruggang der
inkomsten, zoodat het totale bedrag over de
eerste vfif maanden van 1908 reeds meer dan
een millioen gulden lager was dan dat ovor
hetzelfde tijdvak van 1907, thans schijnt er
gelukkig een einde te zijn gekomen aan deze
depressie, tvnminste do maand Juni bracht
dit jaar ruim f121,000 meer op dan verleden
jaar. Hiermudo is wel niet het bedrag dat
wy bg 1907 ten achter waren aangezuiverd,
doch het verschil is in ieder geval weer terug
gebracht tot f 895,000.
Men vatte echter het feit vooralsnog niet
al te optimistisch op. Immers, de oorzaken
van dezen omkeer ten goede nagaand, zien
wg, dat deze voor het grootste gedeelte te
danken is aan een zeer hooge stijging der
steeds wisselvallige successierechten. De meer
constante middelen brachten voor het meeren-
deel ook in de vorige maand nog vrij veol
minder op dan verleden jaar.
De verschillende rubrieken over de maand
Juni vergelijkende zien wg dat in de vorige
maand meer werd ontvangen dan in Juni
1907 op de grondbelasting f 210,000, het per-
s.meol f122,000, vermogenbelasting £11,000,
op het accijns op gedistilleerd f 53,000, op
bieren on azfinen f 3000, op geslacht] f 50 10,
op successierechten f 399,000, domeinen f 7000
en postergen f 48,000.
Daartegenover staat oen mindere opbrengst
in de besproken maand van dit jaar, verge
leken met Juni 1907, op de bedrijfsbelasting
van f 34,000, op de invoerrechten van f 48,000,
op den snikeraccfins van f 356,000, wfinaccyns
f 28,000, zoutaccijns f 21,000, op de zegelrech
ten f 32,000, registratierechten f 82,000 hypo
theekrochten f 8000, op de rgkstelegrafen f 1500,
Staatsloterij f 83,000, jacht- en visscheryakten
f 5000 en loodsgelden f 33,000.
In het eerste halfjaar van 1908 werd op
de volgende middelen meer ontvangen dan in
hetzelfde tijdperk van verleden jaar: grond
belasting f 154,000 personeel f 123,000, suc
cessierechten £1,142,000, posterijen f 122,000.
In die zes maanden brachten dit jaar minder
op de bedrijfsbelasting f 233,000, vermogens
belasting f123,000, bet mgnrecht f12,000,
invoerrechten f 339,000, suikeraccgns f 189,000,
wgnaccgns f 64,000, accijns op het gedistilleerd
f 279,000, soutaccgns f 57,000, biereo eu azgnen
f 54,000, geslacht f 85.000, de gonden en zil
veren werken f 27,000, zegelrechten f 154,000,
registratierechten f 161,000, hypotheekrechten
f 10,000, domeinen f 408,000, rgkstelegrafen
£31,000, de Staatsloterij f82,000, jacht- en
visschergakten f 4000 en loodsgelden f 128,000.
De geheele opbrengst tot 1 Juli 1908 was
f 75.894.858.87' tegen f 76.790.028,15' in het
eerste halfjaar van 1907.
Jeukpoederwerpers.
Er loopeu jongens in Amsterdam rond
die er aardigheid in schijnen te heb
ben, wandelaars metjeukpoeder te
werpen. Zaterdagavond althans hebben een
paar damesin de Damstraat dit ondervonden.
Terwjjl zg rustig liepen te wandelen werd
een harer, een ongeveer 20-jarig meisje,
door een opgeschoten jongen met derge
lijke stof in 't gelaat geworpen, zoo dat
zg, dol van de jeuk, zich naar de apotheek
»De Eenhoorn1' heeft begeven, om zich te
laten behandelen. Doordat het meisje er
vlug bg was, zal zg geen nadeelige gevol
gen van deze baldadigheid ondervinden,
maar naar wg hoorden, kunnen de gevolgen,
vooral wanneer men er mee door blgft
loopen, soms zeer onaangenaam zgn.
Het Haarl. Dgbl. spreekt tegen, dat
te Oudewater de vrouw van Jut is ver
moord. Deze leeft nog gezond en wel to
Haarlem.
Op bevel van den officier van justitie
te Utrecht, wordt door de politie te Barne-
veld streng ondorzocht of het in brand ge
raken van het 13-jarig dochtertje van den
ploegbaas v. d. B. aldaar, ook aan nalatig
heid der ouders moet worden toegeschreven.
Het arme bind, inmiddels reed3 overleden,
werd nameljjk door haar moeder gedwon
gen, 's avonds te half twaalf, toen de'ouders
reeds te bed waren,-nog kousen te stoppen,
bg welk werkje de brandende petroleum
lamp over haar lichaam gevallen is.
Inbraak.
Woensdagnacht is ingebroken in het
ka -toor der Handelsvennootschap voorheen
Muller en Co., Poelestraat te Groningen.
Vermist wordt ongeveer f 2500 aan bank
papier en specie. De kantoren en maga
zijnen waren onbewoond. De daders zgn
onbekend.
Men schrijft uit Neuzen aan de
Middb. Crt.
De schipper alhier, die wegens gemoeds
bezwaren weigert het aan de Rjjbsverze
keringsbank wegens premie voor de onge
vallenwet verschuldigde te betalen, omdat
hg verzekering in strgd acht mat de
ordinantiën Gods, en wiens inboedel het
vorig jaar werd verkocht tot het verschul
digde bedrag er was, zag Zaterdag de
mannen der wet weer versebguen, om zjjn
inboedel te veilen. Het ging als het vorig
jaar. Enkele godsdienstige boeken werden
geveild, nadat 2 stoelen waren verkocht,
en hiervoor bood een van elders gekomen
vriend zooveel als 't verschuldigde bedrag,
benevens ruim f45 wegens kosten. Als de
uclupper, wat te vermoeden is, steeds bg
zgne meening blgft, kan dat jaarlgks voor
hem een dnur grapje zgn.
Van een dienstmeisje, een burgemeester
en een gemeenteraad.
Men schrgft aan de >Telegraaf"
De gemeente-ontvanger van Krabb^ndgbe
(Zuid-Boveland) had den laatsten tgd een
aantal zgner dorpsgenooten aanstoot gege
ven door zgn particulier leven. O.m. nam
men hem kwalijk den vriendschappelgken
omgang mét zgn dienstbode, met wie hg
soms wandel- en fietstochtjes maakte. Hem
was daarom de vorige wtek door het ge
meentebestuur een schrgven gezonden,
waarin hg met ontslag werd bedreigd, in
dien hg in het vervolg niet een drietal
nauwkeurig in dit schrgven omschreven
voorwaarden nakwam. De derde dezer
voorwaarden bevatte den eisch, zgu dienst
bode to ontslaan. De gemeente-ontvanger
verklaarde zich bereid, twee der voorwaar
den na te komen, doch hg weigerde zgn
dienstbode, die, naar hg schreef, hem tronw
en eerlgk dient, weg te zenden.
Door den burgemeester werd daarom
Zaterdag in een voltallige raadsvergadering
hst voorstel gedaan, den gemeente-ontvan
ger ontslag te verleenen.
Na langdurende, in het openbaar gehou
den, discussie, waarbfi door den burge
meester minder vleiende dingen over het
dienstmeisje werden gezegd, werd het voor
stel van den Voorzitter van den Raad met
algemeene stemmen verworpen, zoodat én
gemeente-ontvanger én dienstmeisje in hun
respectieve betrekkingen big ven.
De Westminster Gazette bevat een
g-:elgk verhaal van haar Kaapstadschen
correspondent. Te Durban zou men den
22en Juni toonen wat de brandweer ver
mag. Een huis werd opgezet en met pe
troleum begoten, en drie kinderen twee
jongens van 9 en 7, de kinderen van een
hoofdman van de brandweer, en een jon
gen van 8, de eenige zoon van een spuit
gast werden er in gebrachtdie zouden
volgens de regelen der kunst gered wor
den. Door een misverstand werd het ge
bouw even te vroeg in brand gestoken.
En de drie kinderen zgn erbfi omgekomen
Twee sprongen er uit het raam en werden
door den val gedood, het derde verbrandde.
De luchtreis van Zeppelin.
De groote 24-nnrs tocht van Zeppelin
is gestaakt. In Constanz heerschte groote
opwinding. Om twaalf uur waren de torens,
daken, straten en pleinen dicht bezet. Om
twee nur ging het luchtschip de hoogte
in, ofschoon de opsfcfiging eerst om 4 nur
werd verwacht. 40 000 toeschouwers en
tul van schoolkinderen jubelden den lucht
reiziger toe. Het was prachtig weer. Aldus
luidt een telegram van 2 nur 10 minuten
Een telegram van 3 uur 50 minuten zegt
Graaf Zeppelin kwam weer terngengiug
in cirkels boven de stad". Een telegram
van 4 uur 8 min. luidt
>Om 4 uur werd het luchtschip weder
i:i zgn hal geborgen". Een Reutertelogram
meldt dat door het breken van een onder
deel van de machine de reis moest worden
onderbroken. Maar de heer Zeppelin hoopte
w-'er te kannen opstggen.
Een nietig voorval dus. Maar dat toont
hoe avontuurlijk vooralsnog een oorlog
met luchtballons zou zgn.
Of zou het gebroken schroefje eea voor
wendsel zgn
Te Manheim en in andere steden had
de bevolking zich al klaar gemaakt om
Zeppelin een schitterende ontvangst te be
reiden. Dat beeft echter niet mogen zgn
Berlgu, 15 Juli. Naar het >Berliner
Tageblatt" uit Friedrichshafen verneemt,
vindt de lange tocht van Zeppelin heden
avond te zeven uur plaats. ZeBtien personen
onder wie drie militairen, nemen er aan
ihsel. Majoor Sperling en kapitein Jena
'/gn aangewezen als commandanten der
beide luchtschepen.
Friedriphshafen, 15 Jali. Zeppelin zat
lieden niet opstjjgeu. De ballon is te elf
uur bg het naar buiten brengen uit de bal
aan het Btnur beschadigd.
HOE WAGENBEWONERS LEVEN,
door P. N. v. R.
(Vervolg.)
Nauwelijks liad ik hot kamp der kermis
reizigers bereikt, of uit den eersten wagon
kwam juist een reeds bejaarde vrouw met
een door de zon verbrand gelaat, donkere
oogen en glad-vettig zwart haar, dat als twee
gordijntjes op haar gerimpeld voorhoofd zicht
baar was. Haar beide buitensporig groote,
grove handen hielden krampachtig een braad
pan vast, waaruit een onaangenaam warme
speklucht opwalmde. Op hot gras ter ver
koeling geplaatst, werd de inhoud door middel
van een onzindelijk stukje hout herhaaldelijk
gekeerd en vervolgens rondgedeeld aan een
paar mannen, eenige vrouwen en een zestal
kinderen. De pan met het overgebleven vet
verhuisde onder den wagen, waarna een
smulpartij begon. Dikke boterhammen met
een flinke hoeveelheid boter verdwenen op
gulzige wijze in de groote en kleine monden,
die onafgebroken in beweging waren, lompo
stukken spek, bruin-zwart gebraden, volgden
en met een groote kop koffie werd het maal
in de open lucht besloten.
Een der mannen nam een pruim zware
tabak uit een geelkoperen doos, kauwde
daarop eenige malen cn zeide met diepe
stem »'t Is vandaag weer belgegaan
langs de Btraat. Me pooten zijn lam van 't
draaien de eene mop volgt de ander, maar
vangen ze houwen allemaal de deur vast
en as d'r geen winkels waren, die altijd
wat geven, dan kon je verrvan gebrek.
De winkels betalen voor alle burgers, begrijp
je en daar steunen ze maar op. Je mag nog
liever een harmonica hebben en een wijf die
kan zingen en liedjes verkoopec, dan loop
je bg die lui achterin en in ieder geval trek
je veel meer de aandachtDaar hei-je
nou de wandluis, die kleine wandluis met
z'n harmonica, hij kruipt in alle café's en
verdient dan geld als waterMaar spelen
dat-ie kan 't is een liefhebberijje moet
'm hooren werken met z'n bassen, 't is pre
cies een kerkorgel."
In de nabijheid van oen anderen wagen
zaten eenige mannen te dobbelen. Kaarten
werden handig geschud en rondgedeeld
hoopjes zilvergeld lagen op een bordje, dat
in het midden van hun kring stond.
Een groote, zware kerel met lange knevels
en hoogrood gelaat scheen gelukkig en ge
durig te wiunen. Zjjn oogen schitterden van
voldoening als kwartjes en dubbeltjes hem
toekwamen.
Nog één guldentje en ik ben bankroet*,
riep een der spelers.
f/Jjj bankroet?.... Dat lieg je mottige;
je kadt zooeven nog tien pop in je vessiezak'.
Lieg ik hetLieg ik hetDoen
nog er is je smoel open en ik steek je aan
't mes. lamstraal. Het ia mijn laatste gulden
hierzoo, voel me zakken maar
„Ik' schei or uit», riep de groote man, de
gelukkige speler. f't Kan zoo wel, ik win
twaalf gulden en twintig cent.»
,Wat?I Wou je er nou uitscheien, ge-
moone hufter Nou dat je ons geld
binnen hobt Als je niet meer speelt,
dan zal je trakteeren, dan geef je een
paar kan.»
«Goed, ik spring er in." (Naar de open
staande deur van den wagen): .Vrouw, is
er nog wat in de llesch Kijk er is gauw
Niks meer Dan motje even halen.
Hier hei-je een achterwiel».
De aangesproken vrouw heeft twee groote
flesschen uit den wagen gehaald en gaat,
blootshoofd, met een vuil rood jak cn oen
glimmenden zwarten rok, beide slordig aan
het corpulente lichaam, op stap; twee kinderen,
een meisje en een jongen, zonder hoofddeksel
en op blooto voeten, dragen ieder een fleBch
en laten zich trekken aan een gescheurde
strook van den rok. Het jongetje heeft een
akelig zeer hoofd, een onkenbuar gezicht
door aangegroeid vuilde voeten en beenen
zjjn bruin-zwart, schjjnen gehard om over
steenen en oneffenheden voort te gaan. Het
meisje, schuivende met de bloote voeten door
het losse grint, heeft slechts een hemd en
een miniatuur vrouweujakje aan.
,Loop een beetje vlugger, dan kan je je
strot ook eens smeren, vrouw", roept de
groote man het drietal na, dat in de richting
Binnenhaven voortgaat.
„Dan mot ik ook 'n borrel hebben, moeder*
zegt het kliorachtige ventje, terwijl hij de
ledige flesch even naar den mond brengt.
Vader, v-a-d-e-r kryg ik dan ook
oen spatje vraagt een tienjarige jongen,
met lange broek en knoopenloos vestje aau
het vermagerde lichaam.
«Hoor je dat, Jean, die jongen vraagt
een borrelLus jij dat goedje ook al,
kleine bl
iOf-ie ze lust? Probeer 't eens met 'm.
Hij zuipt vandaag of morgen nog meer dan
ik zelfEn-ie weet op z'n duimpje hoe
dat goedje heet. Zeg er is, m'n jongen, m'n
liefje, hoe noem jfi dat vocht wat je moeder
haalt
Dat heet.... een prop, een lik, een hap,
een drop, een piereverschrikker, een druppie,
een neutje, een
BravoDat is een jongen, dat is nog er
is een kerelGa zoo maar door en je
vaar zal plezier van je hebben", zegt een
oude m&u, die, met een z.g. oliepijp in den
mond heel gemoedelijk had staan luisteren.
't Is intusachen laat geworden, zoodat ik
besluit om weldra het terrein te verlaten,
doch niet vóór ik persoonlijk gezien heb hoe
dat verwilderd, onbeschaafd volkje den oumis-
baren slaap geniet."
In de wagens schijnt men een begin te
maken met het ontkleeden van kinderen.
Hier en daar komen ze geheel naakt te
voorschyn, loopen en springen nog eenige
malen over het grasveld, om ten slotte onder
de wagens, op een harde, onzindelijke matras
te kruipen, gedekt door eenige groote zakken,
een stuk zeil of een hoop vodden, die zooeven
nog als kleedingstukken waren uitgetrokken.
Een jonge vrouw is bezig om een zestal
kinderen, geheel naakt, in een zak te helpen
kruipende op handen en voeten verdwijnen
de kleintjes door de opening, die zoo wijd
mogelijk wordt gespannen.
,Je leit op m'n pens sallemander
gaan van me af, want ik stik» gilt het uit
den zak.
Als jullie je smoel niet dicht houwt, dan
sleep ik den zak in het kanaal versta je
En als jij je kop niet houwt, Bertus, dan
ram ik je plat hoor.»
De zakopening wordt dichtgedraaid, de
kinderstemmen zwijgen, en slechts beschut
door den onderkant van den wagen slapen (I)
zes kinderen, rust zoekende op een kaal,
koud grasveld, na een dag van gedwongen
komediespelbedelen om geld voor vader
en moeder, die een gering voordeel hebben
van de ellendige schepsels, op reeds jeugdi
gen leeftijd gekweekt om in de toekomst
een zwervend leven door te brengen.
Nadat nog eenige kinderen in een nabij-
staande hooiberg zijn gedrongen, daar ge
heel bedolven als beesten moeten slapen,
volgen nog een aantal kinderen de zakkuur,
die daar straks mijn verbazing, myn afschuw,
mijn modelijden had gewekt.
Ik zie nog hoe meisjes en jongens van
rijpen leeftijd op matrassen, zakken of lompen,
zonder de geringste schaamte, zich te slapen
Welk een diep treurig, beestachtige toestand
onder den blooten hemel in een beschaafd
land, waar wetten schijnen te ontbreken, die
kunnen gelden om te voorkomen, om tegen
te gaan, dat zooveel jeugdige levens door
ouderlijken dwang moeteD lijden.
Door onvermijdelijke omstandigheden aan
een leerplichtwet onttrokken, groeien zy op
zonder onderwijs, zonder noodzakelijke tucht,
zonder kennis van datgene, wat hen tot be
schaafde menschen zou kunnen vormen.
Alleen in het slechte, onreine, onzedelijke
zien zy hun jaren vermeerderen en eenmaal
op lateren leeftyd kunnen deze verwilderde
menschen terugzien op een afgelegden levens
baan, welke zoo in 't oog loopend verschilt
met die, waarop wjj ons thuis gevoelen de
maatschappelijke samenleving, waar orde en
plicht worden gehandhaafd.
De petroleumlampen, de lantaarns, al het
licht is haast gebluscht in de wagens, waarin
alleen de vaders en moeders, de ouden en
oudsten, alsook vele zuigelingen, zoo aanstonds
in den slaap zuUen overgaan.
Hier en ginds nog een stem, een vloek,
een verwenBching, een zucht eu het
woelig tooneel van daar straks heeft opge
houden. Slechts do honden onder en bij de
wagens geven bij tusschenpoozen blijken dat
er levende wezens zijn, dat er eigendommen
staan, die bewaakt moeten worden. De trouwe
dieren op den dag soms jammerlijk mishan
deld, zyn stellig de laatste die een beurt
krygen om te rusten.
(Wordt vervolgd).
FEUILLETON.
18)
Eindelyk kwam men weer op den moordenaar.
tVÏMcher Joost had immers een dochtertje
achtergelaten, niet waar Wat is er van dat
kind geworden?" vroeg een der boeren, die
niet zooveel van de geschiedenis wist als de
anderen.
>Dat moet je aan Marie vragen", antwoordde
RochnB met een zywaartschen blik op de
keukendeur, waar do kleine ronde gestalte
der waardin zichtbaar werd. tDie weet het
wel. Zy praat er liefst niet over, want zy is
de zuster van Joost's vrouw. Maar de geschie
denis is genoeg bekend. Een bnnrvronw, vrouw
Rickes heeft het arme wicht by zich geno
men tot een dag na de vlucht van Joost.
Toen kwam Marie en nam het kind mee om
het naar bloedverwanten te brengen, die diep
in den HonsrUck woonden. En dat was goed,
want daar wm de misdaad niet bekend ge
worden als het meisje eenmaal volwassen
zou zfin, zon zy in de afgelegen Btreek niet
in opspraak komen. Die voorzichtigheid bleek
later onnoodig; het arme wicht is daar al
spoedig gestorven, en dat was maar het beste".
Ondertusschen hoorde men bniten een ge
zang en gejubel, dat steeds sterker werd en
naderbfi scheen te komen. Ouden en jongen
kwamen van de bergen terug en weldra sou
een stroom van bezoekers de herberg wel
vullen.
Hnbert was niet meer in een Btemming om
naar vroolyk gesnap te luisteren of er aan
deal te nemen. Hfi stond dus op en wilde
naar zyn kamer vragen. By den uitgang van
het vertrek herkende hy Grates. Gaarne zon
hy hem gesproken hebben over hot gehoorde,
maar ziende, dat de onde man sliep, ging hy
verder en liet zich door de waardin zyn ka
mers op de bovenverdieping aanwfizen.
Den volgenden morgen was Hans Gorgel
al vroeg by de hand, en bfi het eerste hanen
gekraai verliet hy het huis om den tocht naar
Beorenhof te ondernemen. Hy had nog niet
lang geloopen, toen hy Grates aantrof, die
zich aanbood om hem als gids te dienen. Hans
Gorgel maakte gaarne gebruik van dit aanbod
en weldra waren zy in een belangwekkend
gesprek gewikkeld, torwfil zy langs heuvel
en bosch voortstapten. Zy hadden het over
den kapitein Von Beuren en zyn oppasser
Wenz, die op zoo geheimzinnige wfize het
laven verloor.
VIJFTIENDE HOOFDSTUK.
Dencelfden Zondagochtend, waarop het slot
Benrenhof zulk een ongewoon bezoek te wach
ten atond, zat de heer Von Beuren in gedach
ten verzonken by zyn schrijftafel. Hy had
zich als eigenlyke woonruimten de beide ka
mers in den zfivleugel gekozen, waar ook de
vroegere bezitter gewoond had die vertrek
ken waren het eenvoudigst ingericht.
Sedert den nacht, waarin de stoutmoedige
vreemdeling zoo overwacht in zyn afzondering
was doorgedrongen, had zich een oDrost van
hem meester gemaakt, die hy tevergeefs trachtte
te overwinnen. Twintig jaren lang had hy
zich heer en meester gevoeld Die onde ge
beurtenissen zonden wel vergeten zynwie
kon nu nog iets met hem uit te staan hebben
Zoo dacht byen toch Toch vooldo
hy zich ongewoon angstig en ongerust.
By de onverwachte verschoning van den
vreemdeling was nog een andere omstandig
heid gekomen, die hem opwond. Terwyl hy
vroeger meest alleen in zyn slot en in den
tnin had rondgewandeld en nooit naarAmmi
had gevraagd, al kreeg hy haar een geheelen
dag niet te zien, had hy gisteren meermalen
naar haar gevraagd, steeds ongednldiger naar
haar verlangd. Zyn dienaar Nickel had eerst
ontwfikend geantwoord, toen echter een vruch-
telooze poging gedaan om het meisje in den
grooten tuin op te zoeken. Ten laatste kreeg
hy van zyn steeds heftiger wordenden heer
de opdracht, haar ook buiten te gaan zoeken
en haar zoo spoedig mogelfik by hem te
breDgen.
Nickel was dos heengegaan en de slotheer
wachtte; uur na unr verliep zonder dat
de uitgezonden dieuaar terugkeerde. Dat
Ammi zonder afin toestemming het slot ver
laten had, maakto hem woedenddoch zyn
vloeken en verwenschen veranderden niets in
den toestand. Het bleef stil om hem heen.
Voor het eerst in vele jaren voelde hy de
eenzaamheid als een zwaren last op hem
drnkken. Toen het eindelfik avond werd,
zonder dat Ammi terugkeerde, werd hfi stil.
Met gebogen hoofd en wankelende schreden
ging hy naar zyn slaapvertrek. Eindelfik
hoorde hy het openen en slniten van deuren,
gevolgd door lichte voetstappen in de gangen
de wegloopster was weer thnis.
Nogmaals kwam zfin toorn op, maar het
was nu te laat morgen zou hfi Ammi tot
rede brengen en nu eenigssins gerustge
steld, omdat hfi nn niet het eenige levende
wezen in het groote gebouw was, poogde hfi'
to gaan slapen.
Tevergeefs I De slaap, waaraan zfin lichaam
groote behoefte had, ontvluchtte hem on ter
wyl hfi rusteloos in zfin bed woelde, kwam
hem voor het eerst sedert vele jaren «fin
vroeger leven in schrille kleuren voor den
geest.
Wat had hfi op het spel gezet en wat
had hfi bereikt?
Voor geen miBdaad was hfi teruggedeinsd
en door een waarlfik duivelsch geluk begun-
etigd, meende hfi aan het doel zfiner zondige i
wenschen te zyn gekomen eD nu moest hfi
ervaren, dat plotseling het geheele gebonw
van zfin gedroomd geluk ineenstortte door
zfin eigen schuld, zfin eigen zwakheid. En
hfi had zoo lang gemeend, dat hfi tegen alles
gewapend wasl
Hfi Btiet een hoonlach uit I Hfi zag zich
weer aan het begin van zfin loopbaan als
Heer von BenrenNickel, dien hfi geheel
vertrouwd achtte, had hfi zonder lang bezin
nen het beheer van het kasteel en alles over
gegeven. Goed voorzien van geld was hfi te
paard gestegen en de wfide wereld ingereden
om in eene of andere groote stad eens goed
van het leven te genieten. Trotsch en vol
stonten overmoed had hfi Benrenhof verlaten,
maar na eenige maanden was hfi teruggekeerd,
verouderd, knorrig en naar lichaam en geest
verouderd. Naar Weenen, de groote keizer
stad, was hfi gegaan, en daar al aardig op
weg geraakt om den naam Von Benren in
aanzien te brengen in de levonslustige en
verkwistende kringen der edellieden. Plotse
ling had er toen iets plaats, dat hem met
geweld, als met een fizeren vuist, weer terug-
slingerde in het niet, in een eeuwige, pfin-
Ifike verlatenheid.
Maarschalk Maurits van Saksen, de ver
overaar van Maastricht, was na het slniten
van den vrede met verscheidene zfiner offi
cieren weer in Weenen aaugekomen. Hfi
hoorde van het verblfif van zfin vroegeren
kapitein Von Benren, en eenige heeren van
zfin gevolg hadden zich naar zfin woniBg be
geven om den vroegeren kameraad te begroe
ten en voor den volgenden dag nit te noodigen
in het kwartier van den maarschalk. Hfi was
evenwel niet thuis, maar kwam spoedig te
hooren welk gevaar hfi door een gelukkig
toeval was ontloopen. Een panische schrik
overviel hem, en toen de officieren den
volgenden dag terugkwamen was de heer
Von Benren verdwenen. Onder voorwendsel
van dringende zaken had hfi Weenen nog
denzelfden nacht verlaten.
Wat hem in Weenen overkwam, kon hem
overal gebeuren, dacht hfi, toen hfi den groo
ten weg afdraafde. Naar Müacben wilde hfi,
om daar terug te vinden, vrat hfi in Weenen
moest achterlaten. Hoe dichter hy echter bfi
München kwam, hoe meer hfi vreesde voor
eene ontmoeting met ondo krijgsmakkers
en hfi reed verder. Hfi durfde niet eens door
de stad, maar zocht langs zfiwegen Augsburg
te bereiken. In deze groote handelsstad kon
hfi ook volop genietenmaar plotseling
viel het hem in, dat een van zfin vroegere
kameraden een Augtborger was, dien hfi daar
gemakkelfik kon ontmoeten.
Verder moest hfi 1 Steeds verder 1
Alsof hfi werd voortgedreven door een on
zichtbare macht, vervolgde hfi zfin reis, steeds
somberder gestemd. Eindelfik vermeed hfi zelfs
iedere stad, ieder groot dorp; en langs
omwegen kwem hfi na vele moeilfikheden
weer aan de Moezel en op het slot Benren
hof.
Nickel sohrok, toen hfi plotseling zfin heer
zoo veranderd terugzaghfi werd bang voor
den somberen man met den boezen, onheil-
spellenden blik. De slotheer lette echter aan-
vankelfik geheel niet op zfin dienaar. Hfi dacht
slechts aan zichselven, en verheugde zich,
omdat hfi nu in veiligheid was. In zfin eigen
bnis kwam hfi weer op zfin gemak, bemerkte
Nickel, die zfin angst voor den gebieder nu
ook voelde verminderen.
Weldra kwam er meer leven op het slot.
Nickel moest metselaars horen, en de mnur
om den tnin en het park werd aanmerkelfik
verhoogd en iedere uitgang vernauwd tot een
poortje, hoog en breed genoeg om één man
door te laten. Door deze vestingachtige in
metseling van zfin gebied en een paar reus
achtige honden, die hfi door Nickel liet koo-
pen, geloofde hfi beveiligd te sfin tegen alle
indringers.
De geestelfike van het naburige dorp was
intnsschen gestorven en door een jongeren
ambtsbroeder opgevolgd. Naar dezen zond de
heer Von Benren zfin dienaar Nickel met een
groot pakket acten, betrekking hebbende op
zfine landerfien, en met een brief, waarin hfi
den geeatelfiken heer het beatnnr van zfine
landgoederen opdroeg.
Kort daarna kreeg Nickel de opdraoht,
Marie, de waardin nit het Zeltinger gerechts
huis, naar Benrenhof te ontbieden. Marie
kwam en had een lang onderhond met den
slotheer, waarna zfi naar huis terugkeerde,
zonder dat de verwonderde dienaar iets aan
gaande het doel van haar bezoek had kunnen
te weten komen.
Eenige weken later verscheen een vreemde
boerin met een klein kind voor de slotpoort
en verlangde den heer Von Benren te spre
ken. Tot groote verbazing van Nickel liet zfin
heer de vreemdelinge niet alleen binnenkomen,
maar haar ook een kamer aanwfizen, met de
mededeeling, dat de vronw met het kind voor
taan in het slot zon wonen.
(Wordt vervolgd).