KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor Helder, Texel, Wierlngen en Anna Paulowna
No. 3706.
Zaterdag 22 Augustus 1908.
86ste Jaargang.
Uit het Buitenland.
Nieuwsberichten,
iet Geheim van hen lont fiojal.
Bureau: Spoerstraat
Telef. 59.
Bureau: Kenlngstr. 29.
Intere.-Tulef. 50.
Frans Joseph, keiser-koning van Oostenryk-
Hongarye, herdacht Woensdag zjjn 78sten
verjaardag. In verband met het 60-jarig
regeerings-jnbilenm is doze dag in gansch de
monarchie met grooten luister en opgewekt
heid gevierd geworden. Veel, seer veel heeft
de gryse keizer in zyn leven ondervonden,
.'k Heb wat al gesnor van buien
Over deze mats zien gaan",
mag hg met Hnygens in Scheepspraat"
zeggon, doch hg mag zich ook verheugen
in de meest ondubbelzinnige liefde van zyn
volk. De keizerstad Weenen was ieestelyk
versierd, op het Prater hadden muziekait-
voeringen plaats als inleiding tot de feesten,
door 30 militaire muziekkorpsen. Een der
eerste daden van den keizer op zyn verjaardag
was het besluit, waarby amnestie verleend
wordt aan allen die zich schuldig maakten
aan majesteitschennis. De reeds veroordeelde
personen worden ontslagen uit de gevangenis,
de aanhangige zaken worden opgeheven.
Voorts worden alle gevangenisstraffen tot
twee weken, en alle boeten tot 150 kronen,
benevens de rechtsgevolgen van straften tot
3 maanden geschonken, en aan 752 gestraften
de rest hunner gevangenisstraf kwijtgescholden.
In de Wiener Abendpost" wordt ter ge
legenheid van den verjaardag in het licht
gestold, hoe gezegend 's keizers lange regeering
voor hot ryk geweest is en hoe ontzaglijk
veel het land den gryien vorst te danken
heeft. «Teneinde het hem mogelyk te maken
een zoo verheven doel te bereiken en de
voortdurende verjonging van de monarchie
tot stand te brengen," zoo vervolgt het blad,
iwat bovenal noodig handhaving van den
vrede en daarop was steeds het strofen van
den vorst gericht. Dank zjj het hooge aanzien,
dat de keizer geniei in den raad der volken
un vorsten, is het hum gelukt dit onschatbare
goed niet alleen aan zyn ryk te verzekeren,
maar tevens als machtig beschermer van den
Europeeschen vrede op te treden. Een vurig
gebed richten de burgers van dit uitgebreide
ryk tot den Almachtige, dat het Hem moge
behagen hunnen keizerlyke gebieder nog
langen tyd in gezondheid en kracht voor
lieu te behouden."
Nu er nog van tyd tot tyd gestookt wordt
om de verhouding tusachen Engeland en
Duitschland minder vriendschappelyker te
doen worden, vooral in Engeland, en in ver
band daarmee met groote belangstelling
gevolgd de samenkomst der regeerende sl
hoofden dezer twee landen, en nu ook weer
gesproken wordt van noodzakelijke (oorlogs)-
vlootuitbreiding in Engeland, wat volgens
sommigen nu juist niet op vredelievende
gezindheid wees, is het wel van belang te
vernomen wat een Engelsch minister, n.1.
Churchill, minister van handel, sei bjj de
mynwerkers botooging te Swansea. Men mag
daarby veronderstellen dat de minister zelfs
sprak om gehoord te worden. Hjj zeide dan:
«Ons land is een eiland. Geen enkele
regeering dio in de toekomst aan het roer
zal komen kan ook maar één stap afwijken
van de vlootpolitiek, die ons voor een inval
van buiten beveiligen moet. Maar ik moet
daar onmiddellijk bijvoegenEr is geen
botsing van belangen te vreezen tnsschen
Engeland en Daitschland. In alle deelen der
wereld behooren Duitschers tot onze beste
afnemers. Zoo hen eenig leed werd aange
daan, weet ik niet, hoe wjj de nadeelen voor
ons handelsverkeer weder zonden kannen
goed maken.
«Een strijd tusschen de beiden landen sou
geen ander resultaat kunnen bobben, dan
eon der ontzettendste catastrophen uit de
geschiedenis. Er zyn menschen die moenen
dat het in het belang van den handel zon
zyn te stryden. Maar dat is volkomen
i njuist. Een stry'd van een maand, zou meer
rykdom vernietigen, dan do handel in vjjf
jaren kan aanbrengen."
Zoo is het juist. Hoe dieper het besef door
dringt, dat de oorlog voor den handel en de
nijverheid en das ook voor het bestaan van
honderdduizenden een ramp is, hoe gemakke
lijker hy zal kannen worden voorkomen. De
minister mocht dan ook gerost zeggendn
Daitschland zjjn geen tienduizend menschen,
die ernstig over zulk een helsche en vervloekte
misdaad (als een oorlog tnsschen Daitschland
en Engeland) denken en in Engeland zeker
nog minder."
De Engelsche bladen betuigen algemeen
hunne instemming met de woorden van hnn
minister, 't Is niet altyd zoo geweest, se zijn
wyzer geworden. Gelukkig I
In Marokko is 't een wespennest en 't zal
er misschien nog lang een blijven. Niet alleen
dat uit het Zuiden der Fransche kolonie Al
giers berichten komen over een aanstaanden
heiligen oorlog tegen de Franschen, maar ook
de berichten nit Marokko zelf zyn vaag en
wyzen op nog voortdurende onrast. Twee
stammen, die elkaar bekampen en slachtoffers
maken. Onveiligheid overal, tot zelfs in de
onmiddellijke buurt van Tanger. De postdi-
rectour aldaar, benevens een Engelscbman en
twee Spanjaarden waren op jacht en zagen
zich genoodzaakt naar de stad bericht te zen
den dat hut hun onmogelijk was torng te
koeren wegens de vyandelyke houding der
stammen.
Helder, 21 Aug.
Woensdag j.1. is onderhandsch aan
besteed door de directie der marine te
WiLemsoord De uitbreiding van het logies
voor onderofficieren aan boord van het
Wachtschip. Minste inschrijver J. Steeman
voor f6148.
Bericht aan zeevarenden.
Mededeeling omtrent wrsk zNinian
Paton". Ligging nieuwe watertoren te
Helder. Zeegat van Texel. Volgens
mededeeling van den commandant van
Hr. Mu. opnemingsvaartuig »Raaf" is het
wrak van het s.s. zNinian Paton" in de
Noorder-Haaksgronden, waarvan beide
masten en de schoorsteen hoog boven
hoogwater uitsteken, bjj minder helder
zicht een zeer goed merk ter verkenning
voor vaartuigen van om de Noord komend",
bestemd naar het Westgat of het Schul-
p^ngat. Ligging ongeveer52 gr. 57'
59" N.b. en 0 gr. 17' 35" W.l. (4 gr. 35'
29" O 1. van Greenwich).
De ligging van den ijzeren vlaggestok
op den nieuwen, 40 M. hoogen watertoreu
te Helder is bepaald op ongeveer52 gr.
57' 29" N.b. en 0 gr. 7' 29" W.l. (4 gr.
45' 35" O.l. van Greenwich).
Vit8cherlJ.
Dr. Hoek deelt in de Mededeolingen (van
Juli) over Visschery het volgende mode over
de vloot van stoomtrawlers van West-Europa.
Het Engelsche departement (Board) vau
landbouw en visachery heeft dezer dagen een
opgave verspreid van het aantal der stoom
trawlers, die in 1907 in havens van westolyk
Europa ingeschreven waren. Die opgave iB
als volgt:
België 23. Denemarken 5, waarvan 4 in
de havens van hot land zelf en by de Faeroe-
eilanden, 1 by IJsland. Duitschland 239, alle
jn Noordzeehaveus 12 waren nog niet gereed
tegen het eind van het jaar. Fraokryk 224
12 waren nog niet gereed tegen hot eind van
het jaar en 1 was verongelukt; 9 (met inbe
grip van een, die opgelegd was) waren in
Noordzee-havens ingeschreven en 7Q te Bou-
logne. Nederland 81. Noorwegen 20. Portugal
13het aantal is by K.B. beperkt tot het
aangegeven getal. Spanje 12—18. Zweden 11.
Het Yereenigd Koninkryk Engeland en Wales
1317, Schotland 297 en Ierland 6.
By deze opgave wordt niet medegedeeld,
op welke wyze de inlichtingen verkregen zyn.
Voor Nederland stemt het aantal (81) vry
goed overeen mpt dat, hetwelk volgens hot
Verslag van den Staat der Nederlandscho Zee-
visscherijen (over 1906) op 1 Maart 1907 ia
ons land in gebruik zon zyn geweest, n.1. 78.
Volgens dat verslag bedroeg op J. Maart
1907 het geheele aantal met stoom of motoren
voorziene vaartuigen der Nederlandscho vis-
schersvloot 121, en wel: 1 stoomlogger, 78
stoomtrawlers, 23 stoombunsloepen, 1 motor
sloep, 2 motorbooten, 15 stoombooten, 1 sleep
boot, totaal 121.
Uit een opstel in de Mededoelingen (Juli)
van dr. H. C. Redeke, over de voortplanting
en het trekken van de bot.
Wjj hebben getracht aan te toouen, dat
alleen in de Noordzee paaiende botten en
boteieren voorkomen. Dat de jonge larven al
groeiende den langen weg van het zonte naar
het zoete water weten af te leggen en daar
bij de ongeveer terzelfder plaatse in de open
Noordzee geboren schollarven achter zich
laten, is ook voor ons, die de feiten met eigen
oogen hebben aanschouwd, een wonderlijk
verschijnsel. Wat is de drijvende kracht by
dezen trek Hebben de jonge botjes een nens
voor verschillen in zoutgehalte of lokt hen
meer do hoogere temperatuur van de ondiepe
Zuiderzee aan Of beide Of is dit alles
alleen instinkt
Wy weten hiervan n>g zoo goed als niets
en kunnen alleen door voortgezet nauwkeurig
onderloek, hopen wy, mettertijd op al dese
vragen een antwoord geven. Maar aanneme
lijk ook voor den ongeloovigen leek wordt
de geheele hofgeschiedenis toch wel, indien
men bedenkt, dat de bot slechts seer in het
klein doet, waf we na weten dat de aal op
zoo groote schaal verrichtgeboren worden
in verafgelegen gedeelten van de zee, als larven
naar de kast zwemmen en opgroeien tot vollen
wasdom in het brakke of zoete binnenwater.
Zoowel de aal als de bot zoeken tegen dat
zy ryp geworden zyn |hnn geboorteplaats weer
op. Wy hebben positieve bewyzen, dat de
botten in den voortplantingstyd nit de Zuider
zee naar de Noordzee trekken.
Emigratie naar Brazilië.
De minister van Buitenlandsche Zaken
brengt in de St.-Ct. ter kennis van hen,
die naar Brazilië willen emigreeren, dat
in dat land uitsluitend behoefte is aan land
bouwers.
Aan landverhuizers naar Brazilië wordt
voorts aangeraden, zich voorloopig slechts
te vestigen in de staten Parada en Rio
Grande do Sul.
Soldij-verhooging 1
Door de Regeering is bjj de Tweede
Kauier ingediend een wetsontwerp tot ver
hooging van de Oorlogsbegrooting voor
1908 met een bedrag van f109.350, ten
einde te kunnen overgaan tot een alge-
meene herziening der soldjjen van de mili
tairen beneden den rang van officier.
Het wetsontwerp heeft onder meer ten
doel, de positie van het kader te verbete
ren ten einde daardoor zoowel tegemoet
te komen aan grootendeels billjjke klachten,
als te geraken tot een behoorljjke aanval
ling der onderofficiersrangon.
De Minister is beslist van meening, dat
de kracht van een leger als het onze voor
een groot deel schuilt in de hoedanigheid
en de toewjjding van het kader. Dit kader
heeft eohter, z i. ook het recht, dat de
natie bljjken geeft de diensten, die het be-
wjjst, naar behooren op prjjs te stellen.
Het is do bedoeling deze verhoogingen
van jaarwedden en soldjjen te doen ingaan
op 1 October a.s.
Nederland en Venezuela.
Het Haagsche Correspondentiebureau
meldt aan het Hbl.
H. t is gebleken dat de uitlatingen iu
de Amerikaansche pers, omtrent het geschil
met Venezuela, vrjjwel overeenstemmen
met de verwachtingen welke het onderhoud
van onzen Minister van Buitenlandsche
Zaken mat den Amerikaauschen gezant
bjj ons hof, den heer Beaupre, in den
lande heeft gewekt. Men mag als vrjj zeker
aannemen, dat Amerika de beste gezind
heid tegenover Nederland in het geschil
heeft aan den dag gelegd en geen verzet
van die mogendheid is te verwachten tegen
de maritieme maatregelen, waartoe Neder
land bjj het voortduren van het geschil
zou moeten overgaan, waarin elke bezetting
vau Venezolaansch grondgebied nitteraard
ligt buitengesloten.
Curapao verkoopen?
Op het officieuse gedeelte van de»New-
York Times", staat een artikel, waarin het
plan wordt opgeworpen dat Nederland het
eiland Curagao aan Amerika zou afstaan,
voor geld, goede woorden en een prachtige
protectie in Nederlandsch-Ind
De sohrjjver schjjnt met de toestanden
ginds uitmuntend op de hoogte te zyn.
Hg ziet in het eiland en niet ten on
rechte een prachtig strategisch operatie-
punt tegen alle omringende landen. Niet
te vergeten Veaezuela 1
Hjj spreekt er in den breede over, aan-
toonend bet héél kleine belang van Neder
land, de 35 jiar lange twisten en twee
drachten, de niet zéér eervolle concessies,
die Nederland voortdurend moet doen aan
haar vlagen haar eischen, het geld,
dat aan het eiland weggesmeten is
en nu weer de laatste moeilijkheden, die
met geen tonnen gouds te betalen zullen
zyn. Er zit geen imperialistische politiek
in het schrjjven, het lykt eer een goed
opgezette causerie van iemand, die op de
hoogte is. Het denkbeeld is o.i. de over
weging waard. Goed- of kwaadschiks.
het moet er toch eenmaal van komen als
de Vereenigde Staten met hun Panama
kanaal gereed zyn. (>Tel".)
Ministerraad.
De vergadering van den Ministerraad,
Piasdag te 3 nar begonnen, werd 's avonds
voortgezet en dnarde tot middernacht.
De Venezolaansche qnaestie hoofdzakelyk
w»rd behandeld.
De Minister van Buitenlandsche Zaken
confereerde met de Koningin op Het Loo.
Blijde verwachting.
De buitenlandsche bladen bevatten Za
terdag een telegram nit Apeldoorn, mel
dende dat Hare Majesteit de Koningin in
gezegende omstandigheden zou verkeeren.
Het bleek ons, dat te Apeldoorn dit
gerucht algemeen geacht wordt waarheid
te bevatten. De gelukkige gebeurtenis zou
tegen Febrnari-Maart mogen worden tege
moet gezien. Het Hof zou behoudens
byzondere omstandigheden den winter
op Het Loo doorbrengen. Het trekt de
aandacht dat Hare Majesteit zich meer
dan ooit in acht neemt en zelfs maar zel
den een rytoer maakt. Wjj maken niette
min van dit bigde bericht slechts onder
voorbehoud melding, daar wjj er recht-
streeksche bevestiging niet van kannen
geven. (N. C.)
Een vreemde geechiedenis.
Veertien dagen geleden hnurde te Alkmaar
iemand, die zeide grossier in sigaren te
zyn, een huis op de Ondegracht. Zyn gezia
zon later komen, maar hy nam alvast
intrek in het perceel. By verschillende
winkeliers deed hy bestellingen. Zoo is
bekend, dat hy bjj een stoffeerder vitrages,
bjj een ander linoleum, een karpst en een
looper voor f 49, bjj een derde ook een
karpet voor f21, bjj een vierde nog een
karpet voor f 22.50, bjj een zilversmid
vaasjes en een pendule, bjj een rjjwiel-
handelaar een damesrywiel met lantaarn
voor f 88.50, bjj 'n anderen rijwielhandelaar
een heerenfiets voor f 65, bjj een schoenen
magazijn een paar heeron- en dameslaarsjes
voor f 11, bjj een ander schoenenmagazijn
een paar heerenbottines voor f 6 25, bjj
een heeren-kleedermaker een kostunm met
een demi-saison kocht.
De voorwerpen werden alle bezorgd in
het hnis, dat de man gehunrd had. Hjj
nam ze zelf in ontvangt. De leveranciers
moesten Zaterdag maar met de kwitanties
komen. Toen ze kwamen, stond er een
bordje voor het raam, waarop „afwezig".
Buren hadden den man met verschillende
pakjes en met de beide fietsen het huis
zien verlaten. Later kreeg de huiseigenaar
een telegram nit Haarlem, waarin hjj
meldde, dat hy niet kon komen, tengevolge
van een heuglijke familiegebeurtenis. Zyn
echtgenoote en zyn inboedel zou n.1. reeds
Donderdag zyn gekomen.
Een vorstelijke gift.
Ten huize van een der diakenen der
Ned Herv. kerk te Enkhuizen is bezorgd
door iemand die onbekend wenscht te blij
ven een gift van f1000, voor de restau
ratie der Groote Kerk aldaar. Dit bedrag
is aan de kerkmeesters afgedragen. Een
voorbeeld ter navolging.
Ned. Hervormde Kerk.
Men schjjft aan de N. Rott. Ct.
De over het geheele land tot stand ge
komen organisatie van vryzinnige hervorm
den zal binnenkort worden versterkt door
de hulp van de pers. Het centraal comité
heeft besloten tot de uitgave van een week
blad, waarin de belangen der vrijzinnigen
in de kerk naar eisch kunnen worden be
sproken. De redactie van dit propaganda
blad, waarvan de oprichting in de verga
dering van vrjjz. herv. predikanten (in
April van dit jaar, te Amsterdam) tegen
den verplichten doop reeds ia aangekon
digd, zal bestaan nit de volgende vyf pre
dikanten C. J. A. Bosch, te Limmen
D. Eilerts de Haan, te Heilo; dr. C. J.
Niemeyer, te Bolswarddr. J. C. Pool,
te Alkmaardr. C. Hille Ris Lamberts,
te Jorwerd. Een aantal bekwame en in-
vloedr jjke mannen in de kerk hebben hunne
medewerking toegezegd. Het eerste num
mer zal verschjjnen in het begin van Oct.
Ned. Fabriek van Werktuigen en
Spoorwegmateriaal.
De malaise aan deze fabriek te Amster
dam is aan het toenemen. Naar men ver
neemt zullen binnenkort ook aan de afd.
wagenmakerij een groot aantal werklieden
ontslagen worden.
In verband met het ongeluk, den
machinist Vriens, Zaterdagavond met den
laatsten trein van M. Gladbach bjj Roer
mond overkomen, werd de leerling-machi
nist in arrest gMteld. Hij is echter Dins
dagmorgen op vrjje voeten gelaten. S. heeft
o.m. verklaard, dat de machinist van de
treeplank der machine zon gevallen zyn.
Het onderzoek in dezen wordt jjverig
voortgezet.
Zondagnacht werd een koetsier van
de heer B., te Arnhem, aan den straat
weg te Oosterbeek aangehouden door den
burgemeester en twee veldwachters, die
aan den weg hadden gevonden een jonge
vrouw, die bleek een snede aan den hals
te hebben en zoo ergerlyk was mishandeld,
dat ze niet verder kon. Zooveel wist men
nit haar te krjjgen, dat ze te Velp woonde
en door iemand, met wien ze uit was ge
weest, was mishandeld. De koetsier, bege-
leid door politie, reed haar naar Yelp, waar
haar lang verwaohte thuiskomst iu dezen
toestand groote consternatie wektehaar
moeder kreeg een zenuwtoeval. Denzelfden
nacht werd de dader, een Oosterbeeker,
aangehouden.
In da tram overleden-
Een 62-jarige dame uit Wateringen, die
per Staatsspoor, in gezelschap van een
verpleegster naar Den Haag reisde, om
daar in een ziekeninriehting te worden
opgenomen, overleed op de reis. Haar man,
die telegrafisch van het overigden werd in
kennis gMteld, bracht het ljjk zjjner eeht-
geuoote van het Staatsspoorstation per
rjjtuig naar zyn woning.
Een Haagsch echtpaar was om zyn
twaalfjarig zoontje op den laatsten dag der
vacantie een pleizier te doen, Maandag
naar Leiden gegaan. Na een paar mnseums
te hebben bezichtigd zochten ze het buiten
en kwamen des avonds moe langs den
Rynsburgerweg om den trein te krjjgen.
Het zoontje liep echter achter de boomen
langs den weg en meende, door de duis
ternis misleid, daar achter een stukje groene
wei te zien, waarin hjj zich nog even wilde
vermeien. Maar o jammer, het bleek een
sloot te zyn, overdekt met eendenkroos,
't knaapje zakte er tot de kin in. Vader
die hem nasprong daalde tot de heupen
naar de diepte en moeder, die dit schouw
spel niet kon aanzien, nam een kloek be
sluit en sprong beiden na. Na spartelden
ze alle drie in 't slobberig nat, waar ze
echter Bpoedig door een paar Leidache
mannen worden uitgehaald. Ze misten ech
ter den eerstvolgenden trein, omdat ze een
droog pak moesten aantrekken, en namen,
toen zjj eindelyk in den trein zaten zich
voor, nooit weer naar Leiden te gaan.
(N. v. d. D.)
De man, die bjj de ontploffing van
Lovelaoe's luchtballon op de Fransch-En-
gelsche tentoonstelling te Londen, zich met
zyn heldhaftige pogingen om de levend
verbrande Miss Hül nit de vlammen te
redden zoo deerljjk brandde, is bezweken.
Zaterdagmiddag vertrok een markt-
trein vol reizigers uit Nottingham in En
geland naar Mansfield. De machinist deed
na een ernstige ziekte voor het eerst weer
dienst. Even voorbjj Nottingham werd hjj
met lamheid geslagen. Het volgende sta! i -
on, waar de trein moest stoppen, reed hjj
voorbjj. Was de trein niet door een zelf
werkende inrichting op een zyspoor geleid
een botsing met een sneltrein ware onver
mijdelijk geweest. De stoker bracht den
trein tot stilstand. De machinist lag bewe
ging- en spraakloos op den vloer van de
locomotief.
De Engelsche bladen halen een aantal
gevallen aan van machinisten, die op d-j
locomotief of dadelijk na het verlaten
daarvan ziek zyn geworden of dood *ielf
soms tengevolge van overwerken, of ook
omdat zjj voor hun gevaarljjken dienst üiet
afgekeurd waren, ondanks de kwaal die zjj
hadden.
Een mijnongeluk.
Londen, 19 Augustus. Gisteravond had
een ontploffing plaats in een schacht van
de Maypole Colhery by Wigan. Zeventig
mijnwerkers zyn in de mjjn bedolvende
schacht is gevuld met schadelijke dampen,
zoodat de redders niet in staat zyn de
mannen, die in de mjjn zyn opgesloten,
te bereiken.
Een telefoon-bericht van de mjjn, dat
hedenochtend ontvangen werd, meldt dat
de hoop op redding moest worden opge
geven. Hartroerende tooneelen vallen voor
aan de mjjnopening, waar een menigte
diepbedroefde verwanten wacht op berichten
omtrent de vermisten.
0e Kapitein van Köpenick.
Wilhelm Voigt heeft Zondag zyn intrek
genomen bjj zjjne zuster, juffrouw Menz,
die iu de Berlynsche voorstad Rixdorf
een winkeltje in zeep heeft. Maandagavond
zon hjj echter een gestoffeerde kamer huren,
geen slaapstee meer, als waarin hy vroeger
verblijf moest houden. Daar zal hy op
zyn gemak de brieven en telegrammen,
die voor hem aankomen, lezen en bezoekers
te woord Btaanjuist zooals een beroemd
man pleegt te doen. Zyn plan moet zyn,
om ergens een klein boerderijtje te huren
en daar zyn levensavond kalm te besluiten.
Op de bank heeft hjj al een aardig som
metje, hem door vrienden en vereerders
dadelyk na het gebeurde te Köpenick
gesohonken, staan, en voor de rest kan hjj
leven van de lijfrente, die een vermogende
vriendin, geljjk men weet, aan hem zal
uitkeeren. Zjjne verloofde, de 42-jarige
wed. Elise Riemer, is hem trouw gebleven
en heeft hem met open armen ontvangen.
Op de vraag, hoe hjj er toe gekomen
was. het stukje te Köpenick nit te halen,
antwoordde Voigt, dat hjj vertoornd was
op de heele samenleving, omdat men hem
wegens een inbraak een veel te zware
straf had opgelegd. Toen hjj die straf in
het tuchthuis had uitgezeten, was er
plotseling een wrok in hem opgekomen,
en in die stemming had hjj de overrom
peling van de gemeetekas te Köpenick
voorbereid en uitgevoerd
Ingezonaen,
31 Augustus 1908.
Alom in den lande heeft men besloten un
maakt men toebereidselen om den verjaardag
van H. M. onze geliefde Koningin Wilhel-
mina zooveel mogelijk feestelijk te herdenker:.
Zal Helder achterwege bljjven
Neen, niet waar? «Helders Belang" heeft
al reeds «iets" gedaan in deze richting.
Van anderen hoort men totaal niets.
Ondergeteekende heeft daarom gemeend,
voor zoover zyn krachten dit toelaten, des
avonds een gecostnmeerde en verlichte fiets-
optocht te organiseeren.
Fietsrijders en -rgdBters (zy zgn in onze
gemeente talrijk), steunt mg, helpt mg in deze
richting iets schoons tot stand te brengen;
het Heldersche publiek aal U er zeer zeker
dankbaar voor sjjn.
Zjj, die dan genegen zgn mede te werken
tot het welslagen mijner pogingen, gelieven
mjj hiervan in kennis te stellenalsdan kan
nen de te volgen weg met elkander besproken
worden en verdere saken j
Binnenhaven.
De Sportman
G. KOEDIJKER.
FEUILLETON.
28)
T W EE-EN-TWINTIGSTE HOOFDSTUK.
Hubert Walbot had zgn ambt aanvaard.
Voel had hg te doen, waardoor zgn tgd bijna
geheel inbeslag genomen werd. Als schrijver
was hem de schoolmeester van hjt dorp, een
stil ond man, toegevoegd, die des morgens de
kinderen onderwees en des middags bjj den
rechter schreef. In hem vond Hubert weldra
een goeden steun, soodat hg weer eenige vrge
uren kreeg. Hoe gaarne zou hg naar Beuren-
hof gegaan zgn om do geliefde zjjns harten
weder te zien. Hg moest echter dit vorlangeq
beteugelen, want hg begreep, dat hg na zgn
eerste bezoek bg den menschen schuwen slot
heer eenigen tgd moest laten verstrijken, voor
hg opnieuw bg hem ging aankloppen.
Zgn vrge uren besteedde de jonge man met
aan Ammi te denken en haar portret gereed
to maken. Tegelijkertijd voelde hg zich ge
drongen tot afwerken van het portret vau
den somberen slotheer, sooals hg hem in dien
avontuurlijken nacht had gezien. De boosaar-
digo blik van den man had zich diep in zgn
ziel gegriftzonder het te willen kreeg het
gelaat de leeljjke, dreigende uitdrukking, die
hg dien nacht had opgemerkt. Al had de heer
Von Beuren zich bg een later gesprek met
Hubert in een verrasssend beter licht vertoond,
al gevoelde de joDge man ook, dat Ammi's
pleegvader verschooning verdiende het was
hem niet mogelijk dat gelaat vriendelijker on
menacheljjker uit te beelden dau hg het de
eerste maal zwg. Verrassend snel gelukte het
werk en weldra staarde het portret van don
slotheer hem met een waarlijk verschrikkendo
gelijkenis aan. Een onverklaarbaar gevoel van
«'rees kwam over hem, toen hg zgn werk be-
schouwde. Het was hem alsof hg tegenover
een gevaarlijken vjjand stond, tegen wien hg
alle krachten moest inspannen, om hem te
overwinnnen, onschadelijk te maken. Maar
ten slotte moest hg toch lachen om die ge
dachten en zette hg bet portret omgekeerd
tegen den wand.
Na verloop van een paar weken zocht Hu
bert op een zekeren avond den ouden herder
Giates op. Deze was des daags met sgn kudde
den berg opgegaan om er de nachten in zgn
horderswagen door te brongen. Hubert deelde
den oude zgn gesprek met den slotheer mee,
en Grates luisterde met gespannen aandacht.
Voorai scheen hem belangrijk het uitgespro
ken vermoeden, dat de dader de kleerec van
zijn slachtoffer ergens had moeten verbergen
naby 4e plaats der misdaad. Grates hield
peinzend de hand tegen het voorhoofd, daarom
vroeg Hubert, of hg misschien in de bouw
vallen van den Mont Royal een verborgen
plek wist.
De herder werd zichbaar verlegen. Zeker
konden er zich tusschen de pninhoopen half
ingestorten ruimten bevinden, die ioch moei
lijk te vinden en te doorzoeken waron, zeide
hg. De oude werd nu zeer stil, en Hubert
stcorde hem niet door verdere vragen. Hg
wilde eerst nog van Ammi vertellen, en wat
er tnsschen hen beiden was voorgevallen,
doch de heer Von Beuren had zgn toestem
ming nog niet gegeven, daarom zweeg Hubert
er maar over. Zoodra hjj die toestemming
verkregen had, zon hjj het den oudo vertol
lendie zou er zeker zich over verheugen.
Daar Grates niets meer te zeggen had en
diep in gedachten bleet sitten, nam Habert
afscheid en keerde eaar huis terag.
Weer verliepen verscheidene dagen einde
lijk had Hubert den moed om weer naar
Benrenhof te gaan. Sedert zgn bezoek aan
den slotheer waren in het kasteel vele ver
anderingen gekomen. De geweldige ommekeer
bg den heer Von Beuren bleek duurzaam,
zgn beschikkingen omtrent de veranderde
huishouding werden niet herroepen maar
nauwkeurig uitgevoerd. De grootste verande
ring in bet kasteel was wel de vermeerdering
van zgn bewoners. Bg de drie eenzame huis-
genooten was een vierde persoon gekomen,
een aardige, flinke boerenvrouw, die Nickel
zonder laDg zoeken had aangenomen om aller
lei huishoudelijke bezigheden te verrichten,
als huishoudster dus.
De slotheer had de keus goedgevonden,
slechts een enkelen blik had hg op de gezoude,
steeds knikkende vrouw geworpen. Dit was
hem genoegbg beschouwde haar als onge
vaarlijk. Zg kon naar de keuken gaan, doch
Nickel moest bg zgn meester bljjven en kreeg
toen de volgende bevelen.Je laat het ge
heele slot reinigen, van den kelder tot den
solder. Alleen mjjn kamers bljjven onaange
roerd. Die vronw mag ze niet betreden. Zeg
haar datAls ik haar betrap op nieuwsgie
righeid, jaag ik haar onmiddellijk weg. Be
grepen
De vrouw, Barbertje geheeten, beloofde alles
en na ging men fllink aan het werk. Men
schen nit het dorp kwamen en veegden,
schnurden en poetsten, dat het een lost was.
Het kasteel werd flink gereinigd en vrouw
Barbertje swaaide daarbij den scepter. Het
kon wel niet anders, of sjj was in den loop
van eenige dagen meesteres over verschillende
sleutels. Zjj kende alle vertrekken, se had ze
alle doorloopen en bekeken. SlechtB twee
kamers maakten
uitzondering, en dat
hinderde haar geweldig. Nn zg reeds sooveel
.Mi.» had, wilde zg graag alles zien. Zjj
meende zelfs het recht hiertoe te hebben, en
in den loop der tweede week besloot sjj dan
ook een blik te werpen in de beide geheim
zinnige kamers,' die de menschenschuwe slot
heer sedert twintig jaar alleen bewoonde un
ook zelf in orde hield.
Wat sonden die kamers bevatten? Bergen
goud, misschien wel onmetelijke schatten. Dat
moet zjj zien. Zjj zon niets wegnemen, maar
ze moest dat alles eens bewonderen. Het
tweede vertrek, dat de slotheer in gebruik
had, kwam met een deur uit in de groote
voorhal, waar een breede trap met versierde
leuning naar de bovenverdiepingen voerde.
Niet ver van daar was een kamertje, dat
vroeger reeds als kenken was ingericht. De
dere kenken was te groot en te •fgelegeo.
Naast dit keukentje had sjj een paar kamers
gekregen, waar men ongezien kon in en uit
gaan. Het was dikwjjü genoeg lang stil in
het groote, uitgestrekte kasteel.
Ammi en de slotheer waren beiden in dt n
tuin en Nickel was besig met huishoudelijk
werk. Vronw Barbertje had tjjd genoeg om
haar nieuwsgierigheid te bevredigen zonder
nadeel voor haar huiswerk.
Zjj keek door het sleutelgat en bemerkte,
dat aan den binnenkant geen sleutel in de
deur stak. Toen begon sjj met het grootste
gednld den eenen slentel na den anderen te
beproeven, en eindeljjk paste er een, het slot
knarste. Nog een krnk omgedraaid en de deur
zon open zijn, doch sjj dnrfde niet. Bevend
van vreugde keerde zjj naar de keuken terag.
Het slot was nn geen hinderpaal meer. Zjj
sou nu een mooie gelegenheid afwachten om
verder te onderzoeken. Gelukkig kwam die
gelegenheid reeds den volgenden dag. Onge
veer drie nar in den namiddag werd er luid
geklopt aan de ingangspoort van het kasteel
en de vrooljjk verraste Nickel liet den heer
rechter van Zeltingen binnen om hem bjj sgn
ïeester aan te dienen.
Vronw Barbertje stond op de loer, alle
Blentelgaten in het rond dienden haar om te
bespieden. Zjj overzag den salon en zag Ammi
blozend den tnin in gaan bjj het noemen van
den jongen bezoeker.
De heer Walbot werd binnengeleid en nam
plaats tegenover den huisheer. Helaas kon
vrouw Barbertje niets van het gesprek op
vangen, want Nickel verscheen .om haar een
uurtje gezelschap te houden. Dit was volstrekt
niet naar haar zin en spoedig had zjj een
karweitje voor hem. Hjj moest brandhout hak
ken voor de keuken, want zjj had rog slechts
een paar bontjes. Zoo marcheerde Nickel af
en was vronw Barbertje van zjjn gezelschap
bevrjjd.
Weer glnnrde sjj nu door het sleutelgat in
den salon en zag dat de heer Walbot atscheid
Dam van haar meester en den tnin
Eon poosje nog, toen stond
Beuren ook op; in de tnindenr
hij zjjn gast na en sloeg ten laatste denself
den weg in als dese.
«Nn aan het werk", dacht zjj. Spoedig stond
zjj weer voor de geheimzinnige deur en haalde
den kostbaren slentel te voorschjjn. Zjj stak
dien in het slot en draaide hem om. Hoe
voorsichtig zjj dit ook deed, toch ging het
niet zonder eenig knarsen. Zjj ontstelde er
wel van, doch vooruit 1 nu moest het ge
beuren. Zjj opende de deur en daar sag sjj
nu rond in het geheimzinnige vertrek. Met
beklemd hart trad sjj binnen, o, wat viel dat
tegen 1 Wat sjj sag, was niet veel bjjsonders.
Het vertrek was meer lang dan breed. Het
licht kwam deels door de deur van de aan
tuin inging,
heer Von
grenzende kamer, die half openstond, deels
door twee ronde gaten iu de lnikeu voor hot
eenige venster. In een hoek stond een groot
ledikant met hemel zonder gordjjnen het bed
daarin lag tameljjk verward. Ook zag ze een
paar stoelen, waarop verscheidene kleeding-
stnkken dooreen lagen, schoenwerk, ach
teloos onder de menbels geworpen dat was
alles I Maar neen, één wand van de kamer
was betimmerd met kasten. In die kasten
moest dan het geheim steken, dacht vrouw
Barbertje. In één kastdeur stak de sleutel, en
daarom begon sjj onmiddelljjk haar ondersoek.
Een blik overtuigde haar, dat er niets in lag
dan kleedingstnkken, zooals de heer Von
Bsnren ze dageljjks droeg, anders niets 1
Geen goud, niet eens de leege sakken I
De sleptel paste ook op de tweede kast.
Daar zsg het er al iets beter uit, hoewel haar
een dompige modderlucht in den neus kwam.
Kleedingstnkken, rjjk met gond en sjjde be
slikt, hingen hier in soo'n menigte, dat bjj
het openen der deur velen op den grond vielen.
Verschrikt maar toch vol bewondering bracht
Barbertje ze weer op hnn vroegere plaats,
terwjjl zjj de andere kleedingstnkken intus-
schen nieuwsgierig doorvoelde. Ze vond echter
niets dan mooie, maar oude kleeren. De derde
kast had denselfden inhoud. Dan de vierde
en laatste kast. Een zonderling beklemd ge
voel overviel haartoch draalde ze niet lang.
Zjj opende de kasten week ontsteld
terag. Uit de donkere ruimte zag zjj iets
vuurroods te voorschjjn komen.
„Een roode jasl" riep se, en zich herstel
lende ging ze weer naar de kast. Het was
soo. Er hing niets anders dan een roodlaken-
sche jas met blanwe opslagen.
(Wordt vervolgd.)