KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor HelderTexel, Wieringen en Anna Pa
No 3712
Zaterdag 12 September 1908
36ste Jaargang.
Uit het Buitenland.
Nieuwsberichten.
Eet Geheim van den loot Royal
34)
Bureau: Spoorstraat.
Telefoon 59.
BureauKoningstr. 29.
Interc.-Telefoon 50.
Vliegend Blaadjf
:g (Zondagsblad
Modeblad
I Muzik. Bloemlez.
ABONNEMENT s
p. 3 ra. 50 ct., fr. p. post 75 ct., Buitenl. fl.25
45 f 0.75
37*
55 80
60 85
Voor 't Buitenland bij vooruitbetaling.
fo.»o
f 0.90
Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
Uitgevers: BERKHOUT Co., te HELDER.
Bureaux: Spoorstraat en Koningstraat.
ADVERTEMTIEN
Van 1 tot 4 regels25 cent.
Elke regel meer 6
Bewijs-exemplaar2*
Vignetten en groote letters worden naar plaatsruimte betekend.
Ad verten tién moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VAIJDAGSMOEGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezored zijn.
Moulay Hafid, laat ons maar zeggen de
nieuwe sultan in Marokko, schijnt een man
te zijn die de meening is toegedaan, dat de
kat een graatje toekomt. Zijne getrouwen
iiebben zware dagen achter den rug en
mochten nu wel eens een ontspanninkje 1
Vier dagen lang hebben zij feest gevierd er
waren een 1000-tal notabelen te gast en
onder hen behoorde ook de bekende Raisouli.
In alle voorname plaatsen, op een drietal
na, is Moulay Hafid als sultan uitgeroepen.
En Abd-el-AziB Hij zon geen goed Muzel
man zijn, als hij zich niet wist te schikken
in zijn noodlot. Wij spraken in ons vorig
overzicht al van een toelage, door Moulay
aan zijn broer te verleenen. Daar zal het
wel op uitloopen nu. De gezanten, die Abd-
el-Azis naar Tanger zond, waarschijnlijk met
de bedoeling tot het maken van een beding
als hierboven, werden door Moulay's ver
tegenwoordiger met de grootste welwillend
heid ontvangen.
Rest nu alleen maar de Marokko-zaak in
Europa. Een officieus artikel in de «Petit
Parisien" deelt mee dat men in Berlijn zich
rekenschap geelt van den onaangenamen in
druk, dien het optreden van Duitschland (met
ziju gehaaste vootstellen tot erkenning van
Moulay Hafid) gemaakt heeft. Ongeveer alle
lauden, zegt het blad, hebben geantwoord,
dat ze de Fransch-Spaansche voorstellen
zullen afwachten en onderzoeken. Te Berlijn
heeft men den Frauschen gezant medegedeeld
dat men ook daar die voorstellen wachtte
en bereid is in vriendschappelijken geest
samen te werken om tot overeenstemming te
komen.
Dinsdag vergaderde de Fransche minister
raad onder leiding van den president der
Republiek. Minister Pichon deelde het ant
woord der Spaansche regeering op de Fran
scbe voorstellen omtrent de internationale
waarborgen aan Moulay Hafid te vragen,
moe, waaruit bleek, dat de onderhandelingen
hebben geleid tot volkomen overeenstemming
tusacheu Frankrijk en Spanje over den inhoud
der nota, die aan de mogendheden zal wor
den voorgesteld. De Matin verzekert dat de
nota niets zal bevatten omtrent het terug
geven aan Frankrijk van de kosten, die het
gemaakt heeft voor de pacificeering van
Marokko. Deze kwestie heeft een bijzonder
karakter en behoort alleen door Frankrijk
te worden geregeld. Maar misschien zijn niet
alle diplomaten het hierover eens.
En nu de toonaangevende pers Het Rus
sische blad de «Nowoje Wremija" zegt dat
alleen Frankrijk en Spanje kunnen aanspraak
maken op een overheerschende rol in Ma
rokko en het blad keurt Duitschland's hou
ding af. Voor het geval van oneenigheid zijn
Rusland en Engeland besloten Frankrijk
krachtigen steun te verleenen. Wij hopen
dat die steun alleèn mondeling of schriftelijk
zal moeten worden verleend, t Zal wel niet
zoo hoog loopen. In Noord-Amerika meent
men dat in Duitschlands houding niets af te
keuren valt. Verschil van meening, ziet men.
Zoowel in toonaangevende kringen in
Engeland als in de werkliedenvergaderingen
in Duitschland en Engeland, komt men op
tegen de bewering als zou Engeland en
Duitschland elkander willen bekampen. Zoo
hier als daar wordt gezegd, dat der volkeren
meening lang niet overeenstemt, met deze
van tijd tot tijd weer opduikende alarmecrende
berichten. En 't wordt met klem gezegd
dat een oorlog tusschen beide landen b.v.,
een onzinnige daad zijn zou, die voor de
welvaart van beide landen een noodlottig
gevolg zou hebben. Wij mogen ons verheugen
dat dit inzicht zich in hoe langer hoe breeder
kring baan breekt. Als het volk den oorlog
niet wil, zal hij in onzen tijd ook niet zoo
gauw uitbreken.
Anderhalve maand geleden heeft de minister
van justitie in Denemarken ontslag genomen,
na een lange campagne die tegen hem ge
voerd werd en waarbij hij telkens beschul
digd werd van oneerlijkheid. De minister
president heeft hem zoo lang mogelijk de
hand boven het hoofd gehouden. Nu komt
uit Kopenhagen het bericht dat de oud minister
zich ter beschikking der juistitie is komen
stellen en bekend heeft dat hij den staat en
enkele particuliere maatschappijen voor 9
milliocn bestolen heeft. De gelden tot dek
king hiervan zijn evenwel voorhanden, 't Is
begrijpelijk dat het feit in Denemarken groote
ontroering heeft gewekt.
Volgens de „Bürsenzeitung" heeft minister
Stolypin den president van de Rijksdoema
Chomjakoff medegedeeld, dat de geruchten
omtrent een opheffing van de Doema van
alle grond ontbloot zijn. De regeering
houdt zich integendeel bezig met uitwerking
van wetsontwerpen op het plaatselijk zelf
bestuur en de vrijheid van drukpers, die in
de aanstaande zitting zullen worden ingediend.
Er heerscht weder een zeer oproerige geest
onder de boeren in het gouvernement Kief,
zich uitende in brandstichtingen van de
woningen der landeigenaars en van voor
raadschuren. In de stad Kief is een boin-
menfabriek ontdekt en werden groote voor
raden hommen enontplofbare stoffen gevonden.
HELDER, 11 September.
De heer J. Langhorst, onderwijzer
alhier, heeft niet gunstig gevolg examen af
gelegd voor de hoofdacte.
De agenten van politie J. de (Hopper,
J. Nuot en J. F. Jacques, alhier, zijn te
Arnhem geslaagd voor het politie-diploma; de
beide laatsten met bijzondere nanteokening.
Programma
van het concert, te geven door het Staf-
hnizickkorps van de Kon. Marine, op Zondag
13 September, 's namiddags van 4fiUj uur,
in het Park achter het Paleis
1. Souveuir de Louvain. Marclie L. Ganivez.
militaire.
2. Ouverture, Guillaume Teil. Rossini.
3. La Valide du Stang, Valse. Mauras.
4. Entr' acte de 1'op La Cli. Oounod.
Colombe. arr. A. L. Hazobroek.
5. Grande Fantaisie de 1'op Ambr. Thomas.
Stamlet.
6. Intermezzo. E. Gillet.
7. Chickeu chowder. Giblin.
Nsdsrlard e.n Vfmozuala.
Naar aanleiding van hetgeen Nedorland-
sche persstemmen, in zake het bestaand con
flict, in het midden brachten, teekent de
„Amigoe" aan, dat het een «hartelust (is)
te kunnen grasduinen in den weelderigen
overvloed van berichten over Cura^ao in de
Nederlandsclie pers".
De uitzetting van den minister-resident
uit Curacjao, schroef liet blad, heeft do ge
moederen wakker geschud. Een ieder gevoeld
Curaqao is in nood.
Wat het blad nog meer verheugde, was,
dat de liooge regeering in Nederlend thans
overtuigd scheen, wat men op Curafao reeds
maanden geleden wist, dat met minnelijke
schikking weinig gedaan kan worden, maar
dat liet aoodig zal wezen, met kracht van
wapenen voor Curagai recht te eischen.
.Ons dunkt, schreef het blad dan naar aan
leiding van de uitzending van «Iieemskerck"
en «Friesland", dat het gereed maken en
uitzenden van 2 oorlogsschepen, zoodat hier
over 3 flinke krachten kan worden beschikt,
ons reeds de daden toont, welke wij mogen
verwachten.
De onbehoorlijke, beruchte «Nota" van Ve
nezuela werd volgons den kabel reeds in Den
Haag ontvangen en het antwoord aan Gastro
is reeds verzonden, maar wordt na ontvangst
aldaar eerst door de Ilollandsche Regeering
openbaar gemaakt.
Zoodra de oorlogsschepen zullen zijn aange
komen, zullen wij nog wel andere daden zien,
wie weet reeds hoe spoedig. Nu dezer dagen
de heer De Reusin Nederland aankomt, kun
nen de plannen zoo breed mogelijk worden op
gezet.
De volgende week kan menig belangrijk be
richt ons aangenaam komen verrassen. Wij
maken ons sterk, dat wij hier op Cnraijao een
recht geestdriftig Koninginnefeest zullen vie
ren, vol dankbaarheid en trots, dat Curaiyao
nog steeds is en vooreerst wel blijven zal een
der vele kolonies van het vrije, dappere Ne
derland, beroemd en benijd om zijn wijze en
voorzichtige manier van koloniseeren.
Het uitzenden van oorlogsschepen kost schat
ten geld, reden waarom misschien andere na
ties, die tegenover Venezuela in een dergelijk
geval verkoerden als ons Moederland, van
het zenden van zulke dure oorlogsschepen
tot nog toe afzagen maar Nederland heeft
getoond, dit gaarne over te hebben voor Cu-
ra<;ao. Als om strijd sporen de Nederlandsclie
bladen aan tot een krachtig optreden, met
veel meer macht dan vroeger ooit te toon
werd gespreid, de leden zoowel der Tweede
als der Eerste Kamer vragen de Regeering
met spoed ons ter hulp te komen. En de
Regeering zelf, nu zij maar eenmaal op de
hoogte is van onzen toestand, toont zich vol
strekt niet schraal en schriel, maar met fier
heid wordt verklaard, door den Minister, dat
men onze nationialc eer zal weten hoog te
houden''.
Wij lezen in de Daily Mail
In officiecle kringen te Londen wordt de
o vertuiging sterker, dat de Eugelsche, Fransche
en Ainerikaansche regeering binnenkort stap
pen znllen nemen om de Venezolaansche re
geering in te prenten, dat het noodig is,
overeenkomsten te eerbiedigen. Naar de
Londensche correspondent van de Birming-
ham Daily Post gelooft, zijn er op dat stuk
tusschen Washington, Londen en Parijs reeds
nota's gewisseld. Waarschijnlijk zal de Neder
landsclie regeering, in verband met de erva
ring van de laatste weken, deelen in wat de
grootere mogendheden misschien te Caracas
gaan doen. In elk geval staat het vast, dat
meu spoedig een besluit zal nemen over wat
men doen zal.
In een hoofdartikel over Venezuela zegt
de New York Herald (Amorikaausche uit
gave) dat do Duitschc gezant te Caracas
nagenoeg de oenige gezant is dio nog bij
president Gastro in de gunst staat. En dat
zal wsl niet lang meer blijven, nu hem de
Nederlandsclie belangen zijn toevertrouwd en
president Castro hem niet toelaat (vrij uit)
met de Nederlandsclie regeering van gedach
ten te wisselen. Den Braziliaanschen gezant
geeft hij geen verlof, de Turksche belangen
te behartigen. De wolken pakken zich boven
Venezuela samen, meent de N. Y. Herald.
(N. Rott. Ct.)
Frans Rosisr.
De correspondent van het H.blad meldt
Til de groote wachtkamer waren do direc
trice, mevrouw de weduwe Pijper en onkele
zusters reeds bijeen, brachten melk en cho
colade aan voor de deelnemers aan de klop
jacht en voor de helden van den nacht. Ik
heb ze beiden gesproken. Twee stoere
vastberaden kerels in pilo-werkpakken ge
kleed. Ze zijn broeders en heeten PieterBos
Janzoon, 34 jaar oud, en Jacobus Bos Jan
zoon, 32 jaar oud.
Zij vertelden ons liet volgende Door den
burgemeester van Opperdoes waren ze aan
gesteld om 's nachts op den loer te liggen.
Ze hadden postgevat bij een grintpad naar
den spoordijk, waren ieder met een flink mes
eu Pieter bovendien met een hooivork ge
wapend, welke afdoend gebleken wapenen
ons werden getoond.
't Zal tusschen half een en een uur van
nacht zijn geweest, toen Piet wat hoorde
aankomen en zijn broer tot waakzaamheid
aanmaande. En jawel, even later kon hij bij
den maneschijn waarnemen, dat iemand over
den spoordijk keek of het aan den kant van
Opperdoes wel veilig was. De nieuwsgierige
Frans Rosier bemerkte het onraad en
weck terug, maar toen sprongen de gebroe
ders Bos vooruit en „werda* schreeuwde
Pieter, zijn hooivork vooruit houdende.
«Ik beri een patiënt", zei de aangehoudene.
„Dan ben jij Frans Rosier!" schreeuwde
Pieter en sprong met zijn broer vooruit.
«Pas op, want ik schiet*, krijschte Frans,
en hij mankte de beweging van schieten met
eenhark die hij bij zich had. Maar
Pieter Bos verzekerde FrunB, dat hij hem de
hersens zou inslaan. Toen deed Rosier nog
een zwakke poging tot ontsnapping. Hij liet
zich in een sloot vallen, om een ander stuk
land te kunnen bereiken, maar tegelijkertijd
waren de kranige gebroeders Bos bij hem.
De kans voor Rosier was verkeken. Blijk
baar bang voor „wapengeweld* riep hij «Ik
geef me over, 'k ben moe. Anders zou je
zien wie ik was. Maar ik heb in geen vijf
dagen te vreten gehad 4
Frans bleek inderdaad door het opjagen
vrijwel te zijn uitgeput. Hij liet zich gewil
lig uit de sloot trekken en als arrestant tus
schen de gebroeders Bos meêvoeren naar bet
gesticht, ruim twintig minuten gaans. Ze
hielden hem stevig vast en Pieter drukte de
groote punten der hooivork tegen Frans'
borst ten betooge dat verzet wel eenigszins
gevaarlijk was «Al had ie dood gemoeten,
mijnheer*, zei Piet, «we hadden 'm niet laten
loopen.'
In ieder geval is dit optreden van twee
man in den diepen nacht tegenover een ge-
vreesden en gevaarlijken boef als Rosier
kranig en lofwaardig. Te hopen is, dat de
gebroeders Bos een behoorlijke premie zullen
krijgen voor hun moedige houding, waardoor
zij ons land en in het bijzonder Noord-Hol
land hebben bewaard voor meer angst en on
rust, die bedenkelijke verhoudingen gingen
aannemen. En de ontsnapping van Frans nit
Medemblik zou allicht door nieuwe misdaden
zijn gevolgd.
De gebroeders Bos werden door allen, die
in het gesticht in den laten nacht nog bijeen
waren, gelukgewenscht en moesten 's morgeus
bij den directeur terugkomen. Buiten het hek
stond nog een talrijke menigte de holden op
te wachten en bracht hun een hoeraatje.
Bij de overbrenging had Rosier weinig last
van publiek. De meeste menschen hielden
zich elders op, maar die hem zagen uitten
meestal verwensehingen aan zijn adres. Hij
kon ongestoord binnenkomen, en men kan
zich denken, dat zijn terugkomst tusschen de
twee zoo merkwaardig gewapende lieden een
groote en blijde verrassing was voor alle ge-
stichtsmensclïen.
Wij vernamen nader van een der doctoren,
dat Frans er ellendig slecht uitzag en uitgo-
put scheen. Hij was eerst naar het badhuis,
daarna dadelijk naar de versterkte afdeeling
overgebracht. Hij bekeude dadelijk na zijn
ontvluchting in het huis van den directeur
te ziju ingeslopen en daar tot den bewusten
Zondagnacht te hebben vertoefd. De huis
houdster had hem onbewust op zolder ge
sloten.
Daarna bad hij zich op het gestichtster
rein weten schuil te houden. Kleeren had hij
nu pas in dien nacht gestolen. Hij was ook
werkelijk den weg gevolgd dien de honden
hadden genomen, met de schuit over de sloot
door de wei en het koolland. Toen zag hij
ecu Roetje (schuurtje) en daar vond hij een
pilo pak om eindelijk zijn négligé te bedek
ken.
Ook een stuk brood at hij daar op, en
nam de hark mede waarmee hij was gewa
pend en even later in den strik liep, dien
de gebroeders Bos hem hadden gespannen.
Het snel verspreide goede nieuws van Frans
Rosier's arrestatie, bracht in Medemblik en
in alle plaatsen langs de spoor naar Hoorn
groote verluchting en gerustheid.
'8 Nachts waren in Medemblik reeds de
autoriteiten opgescheld en 's morgens hing
hier en daar de vlag uit
Automobialongevai
Dinsdagavond geraakte op de Voorstraat te
Utrecht de motor van een automobiel uit
Rotterdam defect, waardoor de inzittenden
genoodzaakt worden uit te stappen. Wyl het
voertuig op de tramrails stond, wenkte de
eigenaar van de auto den wagenbestuurder
van een naderend tramrijtuig stil to houden,
doch dit sein werd door den wagenvoerder
niet bemerkt, ten gevolge waarvan de tram
wagen tegen de auto aanbotste. Door den
geweldigen schob werd de motor van de
auto in werking gebracht en snorde het
voertuig zonder bestuurder over de straat,
nu eens links zweukende dan weder rechts.
Gelukkig werd de „losgebroken" auto spoedig
achterhaald en kon de motor worden stop
gezet. Een haltepaaltje van de tram was
met een auto in aanraking geweest en afge
knapt. Het tramverkeer ondervond door dit
ongeval groot oponthoud.
De eigenaar van de auto zal intusschen
de gemeente aansprakelijk stellen voor de
aan zijn voertuig berokkende schade, die z.i.
voorkomen had kunnen worden, als de wagen
bestuurder beter op de baan had uitgekeken.
Bij raming is die schade voorloopig op f 2000
geschat, het bedrag zal echter door deskun
digen nader worden vastgesteld.
Een Individu.
Een individu te 's-Graveuhage, dat al sinds
geruimen tyd des avonds de omgeving van
de Van de Spiegelstraat onveilig maakte
door het plegen van voor de openbare eer
baarheid in hooge mate kwetsende hande
lingen, is Dinsdagavond door het kordate
optreden van een dame, bewoonster van ge
noemde straat, door de politie ingerekend.
Bedoelde dame, die reeds meermalen de
handelwijze van den aangehoudene had moeten
aanschouwen, al zij '9 avonds alleen of in
gezelschap van haar dochter naar huis ging,
betrapte hem Dinsdagavond in de Hugo de
Grootstraat, terwyl een andere dame hem
passeerde. Zij greep den man daarop by den
arm en leverde hem over aan den politie
agent, die op het Prins Hendrikplein is ger
posteerd. Deze bracht den man over naar het
politiebureau aan het Alexanderplein, waar
hy een voorloopig verhoor onderging en waar
ook de beide bovenbedoelde dames werden
gehoord.
Van Honden en Kinderen.
Uit de dorre cijfers der gemeentelijke sta;
tistiek zijn soms kostelijke eu kostbare lessen
te trekken, die ons een diepen blik doen
slaan in liet menschelijk gemoed.
Zoo valt in Amsterdam iets te loeren uit
de hondenbelastingstatistiek en do statistiek
van de kinderen op de openbare en bijzon
dere lagere scholen. Die leerlingen nemen
Amsterdam haast niet toe. De openbare
lagere scholen gaan het laatste jaar nog
moer in leerlingental achteruit dan de bij;
zondere vooruithet aantal schoolkinderen
in Amsterdam is van 1906 op 1907 gedaald
van 91,409 tot 90,740. Tusschen de jaren
1903 en 1906 zijn de schoolkinderen nauwe
lijks in "antal toegenomen
En in datzelfde tijdvak 19031906 zijn
de belastingpenning-honden van 13,358 in
aantal gestegen tot 14,205Amsterdammers,
ziot naar de honden en betert u.
Is daaruit nu niet af te leiden, dat blijk
baar in Amsterdam de hondonliefde de kin
derliefde vervangt Een mooi ding voor de
gemeentekashonden betalen geld, kinderen
kosten geld. En doet dit dus niet een diepen
blik in het menschelijk gemoed slaan Als
in Amsterdammer geen kind kan liefhebben,
gaat hij hondenbelasting betalen.
Laat nu niet een nog beter cijferaar ons
komen voorrekenen, dat vermindering van
het aantal kinderen niet noodzakelijk oen ge -
volg moet zijn van minder geboorten of dat
gewikste hondenbelasting-specialiteiten, de'
hondenbelasting de hoogte in kunnen jagen
zonder dat het aantal honden grootor wordt.
Want wat hebben wij aan statistieken, als wij:
er geen mooie conclusies uit trekkon mogen
(«H.blad".)
Hij had berouw 1
Een oud-koloniaal, dio de medaille draagt
voor 12 J-jarigon dienst, een boom-van-'n-korol,.
op wiens geheelc leven niets aan te merken
viel, een man die, buiten hot pensioen ad;
f 200, laatsteljjk in zijn betrekking f 15 per
weck verdiende en kortelings werd aange
steld als bewaker in de gevangenis, stond
voor do Ainsterdamscho rechtbank te weenen
als een kind. In een roes met een vriend
in een café in de Van Woustraat te Amster
dam, bad hij de drie biljartballen in zyn zak
gestoken en mot zijn vriend voor f 3.50 te
gelde gemaakt.
Er werd tegen hem 3 maanden gevan
genisstraf geëischt.
Automobilisme.
De redactrice van de „Hollandsclie Lelie
freule Anna de Savornin Lobman, heeft het
thans aan den stok met de automobilisten.
In een antwoord op een ingezonden stuk
had freule Lohman niet meer of minder dan
hot volgende gezegd:
Ronduit verklaar ik, dat mij élk uuto-
ongeluk, dat een rijken auto-bezitter over
komt, innig genoegen doet als zijnde de ge
rechte straf voor de volslagen vrijheid welke
heden ten dage den auto bezitters wordt ge
laten alleen omdat zij door hun rijkdom
de macht in handen hebben hunne naasten,
en de dierenwereld, meedoogenloos te ver
moorden, en zich dan uit de voeten te maken.
Oog om oog en tand om tand. Elk auto-
ongeluk doet my in de handen wrijven van
genoegen; hoe voornamer en rijker de slacht
offers, hoe beter!"
Natuurlijk blijft uit de benzine-kringen pro
test niet nit, In „De Auto" komt de heer B.
Evert Lugard tegen deze „kwaadaardige
dwarsbeet" op en verwijt de redactrice, dat
ze spuwt met venijn en gooit met zwadder.
Maar waarom?
't Is voor schryver heel moeilijk dat nit
te maken.
„Is 't misschien, omdat automobielen door
haar opjagend stof uw witte japon begroezeld
hebben
Dat kan echter geen oorzaak zijn van
«deze, uwe giftige generalisatieDaarom
vraagt de heer Lugard verder: „Wilt u mij
nu, Hooggeachte Freule, eenige voorlichting
geven, daar ik als automobilist mij niet be
wust bon uw toorn verdiend te hebben
Microben en bankpapier
Drs. Parlington en Park bobben zich
serieus bezig gehouden met het onderzoek
van bankbilletten, op de aanwezigheid van
microben
De billetten bleken een nitnemenden cul
tuurbodem voor ziektekiemen te zijnde
onderzoekers hebben er diphtheritis-bacillen
op gekweekt en bevonden, dat deze er een
maand lang op kunnen leven.
De muntstukken zijn minder gevaarlijk
dan het papier, het metaal schynt een slecht
terrein voor de microben te zijn. Dr. Park
heeft gevonden, op een penning 26 bacteriën,
op een zilverstuk 40 bacteriën, doch 1250
bacteriën op een redelijk zindelijk bankbillet,
en 73,000 op een voile banknoot.
(M. t. d. V.)
Roods Sinaasappelen.
De „Lyon medical" deelt het geval mode,
dat een jong meisje te Petersburg bij het eten
vau een z.g. bloedappel plotseling een kreet van
pijn slaakte en bloed opgaf. Zij had namelijk
de afgebroken punt van een injectie-spuitje
ingeslikt, die zich in den appel bevond. Bij
onderzoek bleek de punt nog een zekere
hoeveelheid eener roode aniline kleurstof te
bevatten.
De partij onderzoekende, waarvan de be
wuste sinaasappel afkomstig was, werd ge
constateerd dat allo vruchten waren ingespoten
met een oplossing van saccharine en roode
aniline, een reeds sedert lang bekend procédé,
waarmede men aan gewone sinaasappelen
het aanzien van bloedappelen geeft, omdat
deze laatste gewild zyn en daarvoor hoogere
prijzen gedongen worden.
Dergelijke gevaarlijke praktijken behooren
niet met geldelijke boete, doch door gevan
genisstraf beteugeld te worden (M.t.d.V.)
Baden.
In Engelscho bladen staat een verhaal van
badende badgasten te Bournemouth, die hun
kleeren aan het strand hadden achtergelaten,
doch toen zij uit het water terugkwamen al
hun kleedingstukken verdwenen vonden.
Het was een poets van de speelscho zee;
want op die plek had een instorting plaats
gehad en de kleeren lagen bedolven onder
een dikke i««g zand.
Er was geen graven aanzoodat de baders
in de costumes van Adam en Eva (in bal
lingschap) per huurrijtnigjes zich naar hun
hotels en pensions moesten laten rijden.
De bevolking in China.
In China is voor het eerst van regeerings-
wege een lieusche volkstelling gehouden en
daaruit bleek, als men de opgaven kan ver
trouwen, dat het hemelsche ryk 428,214,000
zielen telt, dus ongeveer een derde van het
aantal bewoners der aarde. Het aantal iu
China wonende buitenlanders bedraag 69,852.
FEUILLETON.
k
li
Ook vond hij een brief, dien hij bijna on
bewust by zich nam. Wat Hubert nu bij dit
kaarslicht zag, was niet bemoedigend, niets
dan vaste steenen zag hij rondom. Ten ge
volge van het licht opende de heer Von
Beuren nu ook de oogen en keek Hubert
een poosje strak aan. Toen stond hij op en
zeide ruw: «Voor den drommel! Weg met
die oude geschiedenisIk wil er niet meer
aan denkenOnze redding, dat is het voor
naamste 1" Doch in gepeins bleef hij staan,
een geruimen tijd. En toen tot zich zelf spre
kende zeide hij «Een hoogere Rechter zal
den moord berechten wij znllen spoedig ge
noeg voor Hem moeten verschijnen."
Alsof zyn gedachten plotseling van richting
waren veranderd, vroeg hy opeens aan Hu
bert: „Heb je den uitgang gevonden?"
Neen."
«Je had flink moeten voortwerkenWe
kunnen toch niet hier blijven verhongeren
sterven
„Dat zal wel ons lot zijn."
Onmogelijk Laat me zien, waar je hebt
gehukt en gewoeld 1" Hij liep naar de plaats,
waar Hubert gewerkt had, deze volgde hom
met de lantaarn.
«Vervloekt", mompelde Wenz en luid ver
volgde hij«De opening zou groot genoeg
geweest zyn om ons door te laten, maar de
moeite is vergeefsch geweest. Hier aan dezen
kant is geen uitweg te vinden. Wij moeten
liet op de oude plek daar achter ons beproe
ven. Kom, laten wy aan het werk gaan
Hij greep de lantaarn en liep naar den an
deren kant van het gewelf, door Hubert op
den voet gevolgd. Toen zij hun vroegere zit
plaats voorbijkwamen, nam Ilubert weer liet
houweel op. en zijn lotgenoot, zijn voorbeeld
volgend, nam de schop. Daarna gingen zij
verder. Aan de plek gekomen, begon Hubert
met nieuwe kracht in het puin te houwen,
terwijl zijn lotgenoot met de schop de los-
gehouwen steenen verder op zy werkte.
Een poosje waren zij zoo aan den gang,
toen Hubert den slotheer hoorde uitroepen
«Ik heb zoo'n dorst, ik kan niet meer."
Hubert keerde zich om en zag, dat ziju
lotgenoot zich nauwelijks kon staande hou
den, al leunde hij op zijn schop. De kracht
zijner overspannen zenuwen was uitgeput,
en nu hij zich afgemat gevoelde, overmees
terde hem een groote vrees. Wenz zag het
verschrikkelijke van hun toestand in, en be
greep dat al hun pogingen tot bevrijding
vergeefsch waren.
„Eet een stuk brood!" zei Hubert.
„Ik heb niets meer, maar dat hindert me
weinig. Het is de dorst dio mij kwelt", luidde
het zachte, klagende antwoord.
Hubert legde zijn houweel neer en bracht
den dorstige naar den vochtigen rotswand
met begeerige haast lekte Wenz de weinige
droppels op, die daar aan den wand te vin
den waren.
Vol medelijden rustte Huberts blik op den
ouden, gebroken man, die na een lange poos
eenigszins verkwikt was, en nu begon te
spreken.
«Ik heb juist de derde wuskaars aange
stoken, het moet weer nacht zijn."
„Nacht! Altijd nacht! Hoe lang zouden
we hier nog moeten blijven
„Dat weet God alleen."
Alle hoop is toch uiet vervlogen, wel
Meen je werkelijkdatwe hier,"
.Ik hob weinig hoop", antwoordde Ilubert.
,Maar ik wil al het mogelijke doenen
vorder werken."
„Ik kan niet meer... mijn krachten zijn
uitgeput."
Ga dan maar zitten", sprak Hubert vol
medelijden. «Bid, opdat de goede God ons
genadig zijIntusschen zal ik werken."
Weder mochten vele uren zijn voorbijge
gaan. Rusteloos had Hubert gewerkt, maar
allengs begon liy den moed te verliezen. Alle
inspanning scheen vergeefsch. Hoeve ft stee
non en puin hij ook loshakte en wegschepte,
steeds stortten weer steenen en puin neder,
en ten langen leste was de hoop puin nog
grooter dan bij het begin van zijn arbeid.
Wanhopig wiep Hubert het houweel neer.
Al zijn werk was nutteloos geweest en als
cr geen hulp kwam, waren zij reddeloos ver
loren. Mismoedig nam hij de lantaarn op en
keerde terug naar de plek, waai- zijn lotge
noot was gebleven. Vermoeid ging hij op
een steenbrok zitten.
Het licht in de lantaarn is uitgebrand. Hij
neemt de laatste kaars en steekt die aan.
De nievwe dag de Zondag moest al lang
zijn aangebroken. Tot den avond zou het licht
branden en dan zou het met hen gedaan zijn.
Een diepe zucht ontsnapt zijn borst. Nu
ziet hij naar zijn lotgenoot. Deze ligt roer
loos op den grond, met het hoofd op een
steen, terwijl de roode uniformjas hem tot
hoofdkussen dient.
«Hij slaapt", mompelde Hubert, nadat hij
een poos naar de ademhaling had geluisterd.
Hij liet het hoofd op de borst zakken en
verviel in gepeins.
Hij dacht aan Amini, zyn geliefde, die hij
wel nooit zal wederzien. Hoe kort had hun
geluk geduurdZijn hart bloedt bij deze gc-1
dachte en zijn oogen vullen zich met tranen.
Alles is nu voorbijDat kortstondig geluk
schijnt hem een droom. Hij denkt aan zijn
kinderjaren, toen een liefhebbende moeder
voor hem zorgde, aan zyn jongelingsjaren,
waarin hij zich moest inspannen om den stryd
om het bestaan te kunnen strijden. Toen
stond zijn lieve moeder hen niet meer ter
zijde. Hy ziet de dierbare doode, en zooals
zij in haar leven hem aankeek, zoo ziet zij
ook nu op hem neer, nu dat het oogen-
blik nadert, waarop hij mot haar vereenigd
zal worden en hij wellicht ook zijn vader
zal wedervinden, dien hij nooit gezien, nooit
gekend heeft!
Bijna onbewust greep zijn hand in den
borstzak, waar hij het geladen pistool had
geborgen, dat hem in geval van nood kon
te pas komen. Maar zijn vingers raakten niet
alleen het pistool aan, maar ook den brief,
dien hij uit de jas onder het hoofd van den
slapende had genomen, en die van den ver
moorde afkomstig was. Hij haalde beide voor
werpen uit zijn zak, legde het pistool bij zyn
voeten op den grond en hield den brief bij
het licht.
Het schrijven was verzegeld en nog ou-
geopend. Nu las hij het adres, doch hij ver
trouwde zijn eigen oogen niet. Daar stond
Aan Mevrouw Maria Walbot
te Keulen aan den Rijn.
Dat is de naam en do woonplaats van zyn
moederDe schrijver van dien brief is wel
licht Maar neen Dat is onmogelijk Dat
zou ontzettend zijnZijn ontroering nauwe
lijks meester verbreekt hij het zegel en ver
slindt den inhoud. Reeds bij de eerste regels
bemerkt hy, dut de schrijver zyn eigen vader
was. De namen Walbot Von Beuren 1
schemeren hem voor de oogen. Hij moet
zich bedaard houden om den juisten inhoud
to begrijpen. Hij leest nu den brief, dien wij
reeds kennen. En de oudorteekening Het
was geen bedrog, zij luidt:
Hans Von Beuren,
genaamd Hans Walbot.
Hij springt op en snakt naar adoin. Hij
kan het nog maar niet begrijpen. Het kan
niet waar zijn, immers, dan zouden de feiten
geheel anders zijn dan hy tot heden had ge
weten- De man, die twintig jaar geleden op
den Mont Royal vermoord werd, was dan
de werkolyke heer Von Beuren en zijn vader
En de moordenaar
„Daar ligt hij riep een stem in zyn bin
nenste en hy wilde op den man aanvallen,
die nog steeds achyubaar kalm op den grond
lag en sliep. Zijn oog vlamde en met luide
stem riep hij: «Man, sti op!"
De slapende schrikt wakker, richt zich
half op en kijkt verwonderd en boos naar
den jonkman, die hoog opgericht voor hem
staat en zijn bliksemend oog onafgewend op
hem gericht houdt.
•LuisterEn antwoordbeval Hubert.
«De man, die twintig jaar geleden hier in
de bouwvallen op den Mout-Royal verrader
lijk werd doodgeschoten, was kapitein Von
Beuren
Wenz uitte een kreet van schrik, sloeg de
handen ineen en staarde met ontsteld gelaat
den spreker aan. Deze donderde hem toe
„Zijn dienaal', de dragonder Wenz, was de
moordenaar. Deze nam de plaats van zyn
heer in en is nu hier gekomen om de laatste
sporen van ziju misdaad te vernietigen."
De laatste hoop, dio den misdadiger nog
overbleef, was verdwenen. De man, die daar
als rechter voor liem stond, wist alles. De
brief, dien hij met gevaar voor eigen leven
had gezocht, was in diens hand. Het was
met hem afgeloopen, geen uitweg was meer
mogelijk.
„Erbarming! Verraad me niet!" smeekte
de ellendige met opgeheven handen.
„Lafaard 1snauwde Hubert hem toe. „Hoop
slechts op erbarming van God, ik kan geen
medelijden met je hebbenAntwoordhoe
ben je in het bezit gekomen van den hoed
en den mantel van don visscher uit Kevenig,
die onschuldig werd veroordeeld Spreek
Wenz liet het hoofd op de borst zakken
en zweeg.
«Voor de laatste maal antwoordge
bood Hubert zoo dreigend in toon en gebaar
dut Wenz sidderend bekende: „Ik heb ze uit
de hut van Joost weggenomen."
„Kende je die hut en dien man
„Het was het huis van mijn ouders...
JooBt wasmijn broer."
„Monster Dnivelkreet Hubert en hij
deinsde terug voor den misdadiger, die zulk
een daad pleegde en jaren lang geleefd luid
van de vruchten zyner gruweldaden Maar
de jonge rechter wensclite nog meer te weten
en vroeg:
„Je bent hier gekomen om de kleoren van
je slachtoffer te vernietigen en den brief,
dien de kapitein zeker kort voor zijn dood
gesclireven heeft. Wil je dat erkennen
Doodsbleek sloeg Wenz de oogen op, maar
hij zweeg. Daarom vervolgde Hubert: «Ken
je den inhoud vau den brief
„Neen."
(Wordt vervolgdj.