KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor HelderTexel, Wieringen en Anna Pa No 3712 Zaterdag 12 September 1908 36ste Jaargang. Uit het Buitenland. Nieuwsberichten. Eet Geheim van den loot Royal 34) Bureau: Spoorstraat. Telefoon 59. BureauKoningstr. 29. Interc.-Telefoon 50. Vliegend Blaadjf :g (Zondagsblad Modeblad I Muzik. Bloemlez. ABONNEMENT s p. 3 ra. 50 ct., fr. p. post 75 ct., Buitenl. fl.25 45 f 0.75 37* 55 80 60 85 Voor 't Buitenland bij vooruitbetaling. fo.»o f 0.90 Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag. Uitgevers: BERKHOUT Co., te HELDER. Bureaux: Spoorstraat en Koningstraat. ADVERTEMTIEN Van 1 tot 4 regels25 cent. Elke regel meer 6 Bewijs-exemplaar2* Vignetten en groote letters worden naar plaatsruimte betekend. Ad verten tién moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VAIJDAGSMOEGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezored zijn. Moulay Hafid, laat ons maar zeggen de nieuwe sultan in Marokko, schijnt een man te zijn die de meening is toegedaan, dat de kat een graatje toekomt. Zijne getrouwen iiebben zware dagen achter den rug en mochten nu wel eens een ontspanninkje 1 Vier dagen lang hebben zij feest gevierd er waren een 1000-tal notabelen te gast en onder hen behoorde ook de bekende Raisouli. In alle voorname plaatsen, op een drietal na, is Moulay Hafid als sultan uitgeroepen. En Abd-el-AziB Hij zon geen goed Muzel man zijn, als hij zich niet wist te schikken in zijn noodlot. Wij spraken in ons vorig overzicht al van een toelage, door Moulay aan zijn broer te verleenen. Daar zal het wel op uitloopen nu. De gezanten, die Abd- el-Azis naar Tanger zond, waarschijnlijk met de bedoeling tot het maken van een beding als hierboven, werden door Moulay's ver tegenwoordiger met de grootste welwillend heid ontvangen. Rest nu alleen maar de Marokko-zaak in Europa. Een officieus artikel in de «Petit Parisien" deelt mee dat men in Berlijn zich rekenschap geelt van den onaangenamen in druk, dien het optreden van Duitschland (met ziju gehaaste vootstellen tot erkenning van Moulay Hafid) gemaakt heeft. Ongeveer alle lauden, zegt het blad, hebben geantwoord, dat ze de Fransch-Spaansche voorstellen zullen afwachten en onderzoeken. Te Berlijn heeft men den Frauschen gezant medegedeeld dat men ook daar die voorstellen wachtte en bereid is in vriendschappelijken geest samen te werken om tot overeenstemming te komen. Dinsdag vergaderde de Fransche minister raad onder leiding van den president der Republiek. Minister Pichon deelde het ant woord der Spaansche regeering op de Fran scbe voorstellen omtrent de internationale waarborgen aan Moulay Hafid te vragen, moe, waaruit bleek, dat de onderhandelingen hebben geleid tot volkomen overeenstemming tusacheu Frankrijk en Spanje over den inhoud der nota, die aan de mogendheden zal wor den voorgesteld. De Matin verzekert dat de nota niets zal bevatten omtrent het terug geven aan Frankrijk van de kosten, die het gemaakt heeft voor de pacificeering van Marokko. Deze kwestie heeft een bijzonder karakter en behoort alleen door Frankrijk te worden geregeld. Maar misschien zijn niet alle diplomaten het hierover eens. En nu de toonaangevende pers Het Rus sische blad de «Nowoje Wremija" zegt dat alleen Frankrijk en Spanje kunnen aanspraak maken op een overheerschende rol in Ma rokko en het blad keurt Duitschland's hou ding af. Voor het geval van oneenigheid zijn Rusland en Engeland besloten Frankrijk krachtigen steun te verleenen. Wij hopen dat die steun alleèn mondeling of schriftelijk zal moeten worden verleend, t Zal wel niet zoo hoog loopen. In Noord-Amerika meent men dat in Duitschlands houding niets af te keuren valt. Verschil van meening, ziet men. Zoowel in toonaangevende kringen in Engeland als in de werkliedenvergaderingen in Duitschland en Engeland, komt men op tegen de bewering als zou Engeland en Duitschland elkander willen bekampen. Zoo hier als daar wordt gezegd, dat der volkeren meening lang niet overeenstemt, met deze van tijd tot tijd weer opduikende alarmecrende berichten. En 't wordt met klem gezegd dat een oorlog tusschen beide landen b.v., een onzinnige daad zijn zou, die voor de welvaart van beide landen een noodlottig gevolg zou hebben. Wij mogen ons verheugen dat dit inzicht zich in hoe langer hoe breeder kring baan breekt. Als het volk den oorlog niet wil, zal hij in onzen tijd ook niet zoo gauw uitbreken. Anderhalve maand geleden heeft de minister van justitie in Denemarken ontslag genomen, na een lange campagne die tegen hem ge voerd werd en waarbij hij telkens beschul digd werd van oneerlijkheid. De minister president heeft hem zoo lang mogelijk de hand boven het hoofd gehouden. Nu komt uit Kopenhagen het bericht dat de oud minister zich ter beschikking der juistitie is komen stellen en bekend heeft dat hij den staat en enkele particuliere maatschappijen voor 9 milliocn bestolen heeft. De gelden tot dek king hiervan zijn evenwel voorhanden, 't Is begrijpelijk dat het feit in Denemarken groote ontroering heeft gewekt. Volgens de „Bürsenzeitung" heeft minister Stolypin den president van de Rijksdoema Chomjakoff medegedeeld, dat de geruchten omtrent een opheffing van de Doema van alle grond ontbloot zijn. De regeering houdt zich integendeel bezig met uitwerking van wetsontwerpen op het plaatselijk zelf bestuur en de vrijheid van drukpers, die in de aanstaande zitting zullen worden ingediend. Er heerscht weder een zeer oproerige geest onder de boeren in het gouvernement Kief, zich uitende in brandstichtingen van de woningen der landeigenaars en van voor raadschuren. In de stad Kief is een boin- menfabriek ontdekt en werden groote voor raden hommen enontplofbare stoffen gevonden. HELDER, 11 September. De heer J. Langhorst, onderwijzer alhier, heeft niet gunstig gevolg examen af gelegd voor de hoofdacte. De agenten van politie J. de (Hopper, J. Nuot en J. F. Jacques, alhier, zijn te Arnhem geslaagd voor het politie-diploma; de beide laatsten met bijzondere nanteokening. Programma van het concert, te geven door het Staf- hnizickkorps van de Kon. Marine, op Zondag 13 September, 's namiddags van 4fiUj uur, in het Park achter het Paleis 1. Souveuir de Louvain. Marclie L. Ganivez. militaire. 2. Ouverture, Guillaume Teil. Rossini. 3. La Valide du Stang, Valse. Mauras. 4. Entr' acte de 1'op La Cli. Oounod. Colombe. arr. A. L. Hazobroek. 5. Grande Fantaisie de 1'op Ambr. Thomas. Stamlet. 6. Intermezzo. E. Gillet. 7. Chickeu chowder. Giblin. Nsdsrlard e.n Vfmozuala. Naar aanleiding van hetgeen Nedorland- sche persstemmen, in zake het bestaand con flict, in het midden brachten, teekent de „Amigoe" aan, dat het een «hartelust (is) te kunnen grasduinen in den weelderigen overvloed van berichten over Cura^ao in de Nederlandsclie pers". De uitzetting van den minister-resident uit Curacjao, schroef liet blad, heeft do ge moederen wakker geschud. Een ieder gevoeld Curaqao is in nood. Wat het blad nog meer verheugde, was, dat de liooge regeering in Nederlend thans overtuigd scheen, wat men op Curafao reeds maanden geleden wist, dat met minnelijke schikking weinig gedaan kan worden, maar dat liet aoodig zal wezen, met kracht van wapenen voor Curagai recht te eischen. .Ons dunkt, schreef het blad dan naar aan leiding van de uitzending van «Iieemskerck" en «Friesland", dat het gereed maken en uitzenden van 2 oorlogsschepen, zoodat hier over 3 flinke krachten kan worden beschikt, ons reeds de daden toont, welke wij mogen verwachten. De onbehoorlijke, beruchte «Nota" van Ve nezuela werd volgons den kabel reeds in Den Haag ontvangen en het antwoord aan Gastro is reeds verzonden, maar wordt na ontvangst aldaar eerst door de Ilollandsche Regeering openbaar gemaakt. Zoodra de oorlogsschepen zullen zijn aange komen, zullen wij nog wel andere daden zien, wie weet reeds hoe spoedig. Nu dezer dagen de heer De Reusin Nederland aankomt, kun nen de plannen zoo breed mogelijk worden op gezet. De volgende week kan menig belangrijk be richt ons aangenaam komen verrassen. Wij maken ons sterk, dat wij hier op Cnraijao een recht geestdriftig Koninginnefeest zullen vie ren, vol dankbaarheid en trots, dat Curaiyao nog steeds is en vooreerst wel blijven zal een der vele kolonies van het vrije, dappere Ne derland, beroemd en benijd om zijn wijze en voorzichtige manier van koloniseeren. Het uitzenden van oorlogsschepen kost schat ten geld, reden waarom misschien andere na ties, die tegenover Venezuela in een dergelijk geval verkoerden als ons Moederland, van het zenden van zulke dure oorlogsschepen tot nog toe afzagen maar Nederland heeft getoond, dit gaarne over te hebben voor Cu- ra<;ao. Als om strijd sporen de Nederlandsclie bladen aan tot een krachtig optreden, met veel meer macht dan vroeger ooit te toon werd gespreid, de leden zoowel der Tweede als der Eerste Kamer vragen de Regeering met spoed ons ter hulp te komen. En de Regeering zelf, nu zij maar eenmaal op de hoogte is van onzen toestand, toont zich vol strekt niet schraal en schriel, maar met fier heid wordt verklaard, door den Minister, dat men onze nationialc eer zal weten hoog te houden''. Wij lezen in de Daily Mail In officiecle kringen te Londen wordt de o vertuiging sterker, dat de Eugelsche, Fransche en Ainerikaansche regeering binnenkort stap pen znllen nemen om de Venezolaansche re geering in te prenten, dat het noodig is, overeenkomsten te eerbiedigen. Naar de Londensche correspondent van de Birming- ham Daily Post gelooft, zijn er op dat stuk tusschen Washington, Londen en Parijs reeds nota's gewisseld. Waarschijnlijk zal de Neder landsclie regeering, in verband met de erva ring van de laatste weken, deelen in wat de grootere mogendheden misschien te Caracas gaan doen. In elk geval staat het vast, dat meu spoedig een besluit zal nemen over wat men doen zal. In een hoofdartikel over Venezuela zegt de New York Herald (Amorikaausche uit gave) dat do Duitschc gezant te Caracas nagenoeg de oenige gezant is dio nog bij president Gastro in de gunst staat. En dat zal wsl niet lang meer blijven, nu hem de Nederlandsclie belangen zijn toevertrouwd en president Castro hem niet toelaat (vrij uit) met de Nederlandsclie regeering van gedach ten te wisselen. Den Braziliaanschen gezant geeft hij geen verlof, de Turksche belangen te behartigen. De wolken pakken zich boven Venezuela samen, meent de N. Y. Herald. (N. Rott. Ct.) Frans Rosisr. De correspondent van het H.blad meldt Til de groote wachtkamer waren do direc trice, mevrouw de weduwe Pijper en onkele zusters reeds bijeen, brachten melk en cho colade aan voor de deelnemers aan de klop jacht en voor de helden van den nacht. Ik heb ze beiden gesproken. Twee stoere vastberaden kerels in pilo-werkpakken ge kleed. Ze zijn broeders en heeten PieterBos Janzoon, 34 jaar oud, en Jacobus Bos Jan zoon, 32 jaar oud. Zij vertelden ons liet volgende Door den burgemeester van Opperdoes waren ze aan gesteld om 's nachts op den loer te liggen. Ze hadden postgevat bij een grintpad naar den spoordijk, waren ieder met een flink mes eu Pieter bovendien met een hooivork ge wapend, welke afdoend gebleken wapenen ons werden getoond. 't Zal tusschen half een en een uur van nacht zijn geweest, toen Piet wat hoorde aankomen en zijn broer tot waakzaamheid aanmaande. En jawel, even later kon hij bij den maneschijn waarnemen, dat iemand over den spoordijk keek of het aan den kant van Opperdoes wel veilig was. De nieuwsgierige Frans Rosier bemerkte het onraad en weck terug, maar toen sprongen de gebroe ders Bos vooruit en „werda* schreeuwde Pieter, zijn hooivork vooruit houdende. «Ik beri een patiënt", zei de aangehoudene. „Dan ben jij Frans Rosier!" schreeuwde Pieter en sprong met zijn broer vooruit. «Pas op, want ik schiet*, krijschte Frans, en hij mankte de beweging van schieten met eenhark die hij bij zich had. Maar Pieter Bos verzekerde FrunB, dat hij hem de hersens zou inslaan. Toen deed Rosier nog een zwakke poging tot ontsnapping. Hij liet zich in een sloot vallen, om een ander stuk land te kunnen bereiken, maar tegelijkertijd waren de kranige gebroeders Bos bij hem. De kans voor Rosier was verkeken. Blijk baar bang voor „wapengeweld* riep hij «Ik geef me over, 'k ben moe. Anders zou je zien wie ik was. Maar ik heb in geen vijf dagen te vreten gehad 4 Frans bleek inderdaad door het opjagen vrijwel te zijn uitgeput. Hij liet zich gewil lig uit de sloot trekken en als arrestant tus schen de gebroeders Bos meêvoeren naar bet gesticht, ruim twintig minuten gaans. Ze hielden hem stevig vast en Pieter drukte de groote punten der hooivork tegen Frans' borst ten betooge dat verzet wel eenigszins gevaarlijk was «Al had ie dood gemoeten, mijnheer*, zei Piet, «we hadden 'm niet laten loopen.' In ieder geval is dit optreden van twee man in den diepen nacht tegenover een ge- vreesden en gevaarlijken boef als Rosier kranig en lofwaardig. Te hopen is, dat de gebroeders Bos een behoorlijke premie zullen krijgen voor hun moedige houding, waardoor zij ons land en in het bijzonder Noord-Hol land hebben bewaard voor meer angst en on rust, die bedenkelijke verhoudingen gingen aannemen. En de ontsnapping van Frans nit Medemblik zou allicht door nieuwe misdaden zijn gevolgd. De gebroeders Bos werden door allen, die in het gesticht in den laten nacht nog bijeen waren, gelukgewenscht en moesten 's morgeus bij den directeur terugkomen. Buiten het hek stond nog een talrijke menigte de holden op te wachten en bracht hun een hoeraatje. Bij de overbrenging had Rosier weinig last van publiek. De meeste menschen hielden zich elders op, maar die hem zagen uitten meestal verwensehingen aan zijn adres. Hij kon ongestoord binnenkomen, en men kan zich denken, dat zijn terugkomst tusschen de twee zoo merkwaardig gewapende lieden een groote en blijde verrassing was voor alle ge- stichtsmensclïen. Wij vernamen nader van een der doctoren, dat Frans er ellendig slecht uitzag en uitgo- put scheen. Hij was eerst naar het badhuis, daarna dadelijk naar de versterkte afdeeling overgebracht. Hij bekeude dadelijk na zijn ontvluchting in het huis van den directeur te ziju ingeslopen en daar tot den bewusten Zondagnacht te hebben vertoefd. De huis houdster had hem onbewust op zolder ge sloten. Daarna bad hij zich op het gestichtster rein weten schuil te houden. Kleeren had hij nu pas in dien nacht gestolen. Hij was ook werkelijk den weg gevolgd dien de honden hadden genomen, met de schuit over de sloot door de wei en het koolland. Toen zag hij ecu Roetje (schuurtje) en daar vond hij een pilo pak om eindelijk zijn négligé te bedek ken. Ook een stuk brood at hij daar op, en nam de hark mede waarmee hij was gewa pend en even later in den strik liep, dien de gebroeders Bos hem hadden gespannen. Het snel verspreide goede nieuws van Frans Rosier's arrestatie, bracht in Medemblik en in alle plaatsen langs de spoor naar Hoorn groote verluchting en gerustheid. '8 Nachts waren in Medemblik reeds de autoriteiten opgescheld en 's morgens hing hier en daar de vlag uit Automobialongevai Dinsdagavond geraakte op de Voorstraat te Utrecht de motor van een automobiel uit Rotterdam defect, waardoor de inzittenden genoodzaakt worden uit te stappen. Wyl het voertuig op de tramrails stond, wenkte de eigenaar van de auto den wagenbestuurder van een naderend tramrijtuig stil to houden, doch dit sein werd door den wagenvoerder niet bemerkt, ten gevolge waarvan de tram wagen tegen de auto aanbotste. Door den geweldigen schob werd de motor van de auto in werking gebracht en snorde het voertuig zonder bestuurder over de straat, nu eens links zweukende dan weder rechts. Gelukkig werd de „losgebroken" auto spoedig achterhaald en kon de motor worden stop gezet. Een haltepaaltje van de tram was met een auto in aanraking geweest en afge knapt. Het tramverkeer ondervond door dit ongeval groot oponthoud. De eigenaar van de auto zal intusschen de gemeente aansprakelijk stellen voor de aan zijn voertuig berokkende schade, die z.i. voorkomen had kunnen worden, als de wagen bestuurder beter op de baan had uitgekeken. Bij raming is die schade voorloopig op f 2000 geschat, het bedrag zal echter door deskun digen nader worden vastgesteld. Een Individu. Een individu te 's-Graveuhage, dat al sinds geruimen tyd des avonds de omgeving van de Van de Spiegelstraat onveilig maakte door het plegen van voor de openbare eer baarheid in hooge mate kwetsende hande lingen, is Dinsdagavond door het kordate optreden van een dame, bewoonster van ge noemde straat, door de politie ingerekend. Bedoelde dame, die reeds meermalen de handelwijze van den aangehoudene had moeten aanschouwen, al zij '9 avonds alleen of in gezelschap van haar dochter naar huis ging, betrapte hem Dinsdagavond in de Hugo de Grootstraat, terwyl een andere dame hem passeerde. Zij greep den man daarop by den arm en leverde hem over aan den politie agent, die op het Prins Hendrikplein is ger posteerd. Deze bracht den man over naar het politiebureau aan het Alexanderplein, waar hy een voorloopig verhoor onderging en waar ook de beide bovenbedoelde dames werden gehoord. Van Honden en Kinderen. Uit de dorre cijfers der gemeentelijke sta; tistiek zijn soms kostelijke eu kostbare lessen te trekken, die ons een diepen blik doen slaan in liet menschelijk gemoed. Zoo valt in Amsterdam iets te loeren uit de hondenbelastingstatistiek en do statistiek van de kinderen op de openbare en bijzon dere lagere scholen. Die leerlingen nemen Amsterdam haast niet toe. De openbare lagere scholen gaan het laatste jaar nog moer in leerlingental achteruit dan de bij; zondere vooruithet aantal schoolkinderen in Amsterdam is van 1906 op 1907 gedaald van 91,409 tot 90,740. Tusschen de jaren 1903 en 1906 zijn de schoolkinderen nauwe lijks in "antal toegenomen En in datzelfde tijdvak 19031906 zijn de belastingpenning-honden van 13,358 in aantal gestegen tot 14,205Amsterdammers, ziot naar de honden en betert u. Is daaruit nu niet af te leiden, dat blijk baar in Amsterdam de hondonliefde de kin derliefde vervangt Een mooi ding voor de gemeentekashonden betalen geld, kinderen kosten geld. En doet dit dus niet een diepen blik in het menschelijk gemoed slaan Als in Amsterdammer geen kind kan liefhebben, gaat hij hondenbelasting betalen. Laat nu niet een nog beter cijferaar ons komen voorrekenen, dat vermindering van het aantal kinderen niet noodzakelijk oen ge - volg moet zijn van minder geboorten of dat gewikste hondenbelasting-specialiteiten, de' hondenbelasting de hoogte in kunnen jagen zonder dat het aantal honden grootor wordt. Want wat hebben wij aan statistieken, als wij: er geen mooie conclusies uit trekkon mogen («H.blad".) Hij had berouw 1 Een oud-koloniaal, dio de medaille draagt voor 12 J-jarigon dienst, een boom-van-'n-korol,. op wiens geheelc leven niets aan te merken viel, een man die, buiten hot pensioen ad; f 200, laatsteljjk in zijn betrekking f 15 per weck verdiende en kortelings werd aange steld als bewaker in de gevangenis, stond voor do Ainsterdamscho rechtbank te weenen als een kind. In een roes met een vriend in een café in de Van Woustraat te Amster dam, bad hij de drie biljartballen in zyn zak gestoken en mot zijn vriend voor f 3.50 te gelde gemaakt. Er werd tegen hem 3 maanden gevan genisstraf geëischt. Automobilisme. De redactrice van de „Hollandsclie Lelie freule Anna de Savornin Lobman, heeft het thans aan den stok met de automobilisten. In een antwoord op een ingezonden stuk had freule Lohman niet meer of minder dan hot volgende gezegd: Ronduit verklaar ik, dat mij élk uuto- ongeluk, dat een rijken auto-bezitter over komt, innig genoegen doet als zijnde de ge rechte straf voor de volslagen vrijheid welke heden ten dage den auto bezitters wordt ge laten alleen omdat zij door hun rijkdom de macht in handen hebben hunne naasten, en de dierenwereld, meedoogenloos te ver moorden, en zich dan uit de voeten te maken. Oog om oog en tand om tand. Elk auto- ongeluk doet my in de handen wrijven van genoegen; hoe voornamer en rijker de slacht offers, hoe beter!" Natuurlijk blijft uit de benzine-kringen pro test niet nit, In „De Auto" komt de heer B. Evert Lugard tegen deze „kwaadaardige dwarsbeet" op en verwijt de redactrice, dat ze spuwt met venijn en gooit met zwadder. Maar waarom? 't Is voor schryver heel moeilijk dat nit te maken. „Is 't misschien, omdat automobielen door haar opjagend stof uw witte japon begroezeld hebben Dat kan echter geen oorzaak zijn van «deze, uwe giftige generalisatieDaarom vraagt de heer Lugard verder: „Wilt u mij nu, Hooggeachte Freule, eenige voorlichting geven, daar ik als automobilist mij niet be wust bon uw toorn verdiend te hebben Microben en bankpapier Drs. Parlington en Park bobben zich serieus bezig gehouden met het onderzoek van bankbilletten, op de aanwezigheid van microben De billetten bleken een nitnemenden cul tuurbodem voor ziektekiemen te zijnde onderzoekers hebben er diphtheritis-bacillen op gekweekt en bevonden, dat deze er een maand lang op kunnen leven. De muntstukken zijn minder gevaarlijk dan het papier, het metaal schynt een slecht terrein voor de microben te zijn. Dr. Park heeft gevonden, op een penning 26 bacteriën, op een zilverstuk 40 bacteriën, doch 1250 bacteriën op een redelijk zindelijk bankbillet, en 73,000 op een voile banknoot. (M. t. d. V.) Roods Sinaasappelen. De „Lyon medical" deelt het geval mode, dat een jong meisje te Petersburg bij het eten vau een z.g. bloedappel plotseling een kreet van pijn slaakte en bloed opgaf. Zij had namelijk de afgebroken punt van een injectie-spuitje ingeslikt, die zich in den appel bevond. Bij onderzoek bleek de punt nog een zekere hoeveelheid eener roode aniline kleurstof te bevatten. De partij onderzoekende, waarvan de be wuste sinaasappel afkomstig was, werd ge constateerd dat allo vruchten waren ingespoten met een oplossing van saccharine en roode aniline, een reeds sedert lang bekend procédé, waarmede men aan gewone sinaasappelen het aanzien van bloedappelen geeft, omdat deze laatste gewild zyn en daarvoor hoogere prijzen gedongen worden. Dergelijke gevaarlijke praktijken behooren niet met geldelijke boete, doch door gevan genisstraf beteugeld te worden (M.t.d.V.) Baden. In Engelscho bladen staat een verhaal van badende badgasten te Bournemouth, die hun kleeren aan het strand hadden achtergelaten, doch toen zij uit het water terugkwamen al hun kleedingstukken verdwenen vonden. Het was een poets van de speelscho zee; want op die plek had een instorting plaats gehad en de kleeren lagen bedolven onder een dikke i««g zand. Er was geen graven aanzoodat de baders in de costumes van Adam en Eva (in bal lingschap) per huurrijtnigjes zich naar hun hotels en pensions moesten laten rijden. De bevolking in China. In China is voor het eerst van regeerings- wege een lieusche volkstelling gehouden en daaruit bleek, als men de opgaven kan ver trouwen, dat het hemelsche ryk 428,214,000 zielen telt, dus ongeveer een derde van het aantal bewoners der aarde. Het aantal iu China wonende buitenlanders bedraag 69,852. FEUILLETON. k li Ook vond hij een brief, dien hij bijna on bewust by zich nam. Wat Hubert nu bij dit kaarslicht zag, was niet bemoedigend, niets dan vaste steenen zag hij rondom. Ten ge volge van het licht opende de heer Von Beuren nu ook de oogen en keek Hubert een poosje strak aan. Toen stond hij op en zeide ruw: «Voor den drommel! Weg met die oude geschiedenisIk wil er niet meer aan denkenOnze redding, dat is het voor naamste 1" Doch in gepeins bleef hij staan, een geruimen tijd. En toen tot zich zelf spre kende zeide hij «Een hoogere Rechter zal den moord berechten wij znllen spoedig ge noeg voor Hem moeten verschijnen." Alsof zyn gedachten plotseling van richting waren veranderd, vroeg hy opeens aan Hu bert: „Heb je den uitgang gevonden?" Neen." «Je had flink moeten voortwerkenWe kunnen toch niet hier blijven verhongeren sterven „Dat zal wel ons lot zijn." Onmogelijk Laat me zien, waar je hebt gehukt en gewoeld 1" Hij liep naar de plaats, waar Hubert gewerkt had, deze volgde hom met de lantaarn. «Vervloekt", mompelde Wenz en luid ver volgde hij«De opening zou groot genoeg geweest zyn om ons door te laten, maar de moeite is vergeefsch geweest. Hier aan dezen kant is geen uitweg te vinden. Wij moeten liet op de oude plek daar achter ons beproe ven. Kom, laten wy aan het werk gaan Hij greep de lantaarn en liep naar den an deren kant van het gewelf, door Hubert op den voet gevolgd. Toen zij hun vroegere zit plaats voorbijkwamen, nam Ilubert weer liet houweel op. en zijn lotgenoot, zijn voorbeeld volgend, nam de schop. Daarna gingen zij verder. Aan de plek gekomen, begon Hubert met nieuwe kracht in het puin te houwen, terwijl zijn lotgenoot met de schop de los- gehouwen steenen verder op zy werkte. Een poosje waren zij zoo aan den gang, toen Hubert den slotheer hoorde uitroepen «Ik heb zoo'n dorst, ik kan niet meer." Hubert keerde zich om en zag, dat ziju lotgenoot zich nauwelijks kon staande hou den, al leunde hij op zijn schop. De kracht zijner overspannen zenuwen was uitgeput, en nu hij zich afgemat gevoelde, overmees terde hem een groote vrees. Wenz zag het verschrikkelijke van hun toestand in, en be greep dat al hun pogingen tot bevrijding vergeefsch waren. „Eet een stuk brood!" zei Hubert. „Ik heb niets meer, maar dat hindert me weinig. Het is de dorst dio mij kwelt", luidde het zachte, klagende antwoord. Hubert legde zijn houweel neer en bracht den dorstige naar den vochtigen rotswand met begeerige haast lekte Wenz de weinige droppels op, die daar aan den wand te vin den waren. Vol medelijden rustte Huberts blik op den ouden, gebroken man, die na een lange poos eenigszins verkwikt was, en nu begon te spreken. «Ik heb juist de derde wuskaars aange stoken, het moet weer nacht zijn." „Nacht! Altijd nacht! Hoe lang zouden we hier nog moeten blijven „Dat weet God alleen." Alle hoop is toch uiet vervlogen, wel Meen je werkelijkdatwe hier," .Ik hob weinig hoop", antwoordde Ilubert. ,Maar ik wil al het mogelijke doenen vorder werken." „Ik kan niet meer... mijn krachten zijn uitgeput." Ga dan maar zitten", sprak Hubert vol medelijden. «Bid, opdat de goede God ons genadig zijIntusschen zal ik werken." Weder mochten vele uren zijn voorbijge gaan. Rusteloos had Hubert gewerkt, maar allengs begon liy den moed te verliezen. Alle inspanning scheen vergeefsch. Hoeve ft stee non en puin hij ook loshakte en wegschepte, steeds stortten weer steenen en puin neder, en ten langen leste was de hoop puin nog grooter dan bij het begin van zijn arbeid. Wanhopig wiep Hubert het houweel neer. Al zijn werk was nutteloos geweest en als cr geen hulp kwam, waren zij reddeloos ver loren. Mismoedig nam hij de lantaarn op en keerde terug naar de plek, waai- zijn lotge noot was gebleven. Vermoeid ging hij op een steenbrok zitten. Het licht in de lantaarn is uitgebrand. Hij neemt de laatste kaars en steekt die aan. De nievwe dag de Zondag moest al lang zijn aangebroken. Tot den avond zou het licht branden en dan zou het met hen gedaan zijn. Een diepe zucht ontsnapt zijn borst. Nu ziet hij naar zijn lotgenoot. Deze ligt roer loos op den grond, met het hoofd op een steen, terwijl de roode uniformjas hem tot hoofdkussen dient. «Hij slaapt", mompelde Hubert, nadat hij een poos naar de ademhaling had geluisterd. Hij liet het hoofd op de borst zakken en verviel in gepeins. Hij dacht aan Amini, zyn geliefde, die hij wel nooit zal wederzien. Hoe kort had hun geluk geduurdZijn hart bloedt bij deze gc-1 dachte en zijn oogen vullen zich met tranen. Alles is nu voorbijDat kortstondig geluk schijnt hem een droom. Hij denkt aan zijn kinderjaren, toen een liefhebbende moeder voor hem zorgde, aan zyn jongelingsjaren, waarin hij zich moest inspannen om den stryd om het bestaan te kunnen strijden. Toen stond zijn lieve moeder hen niet meer ter zijde. Hy ziet de dierbare doode, en zooals zij in haar leven hem aankeek, zoo ziet zij ook nu op hem neer, nu dat het oogen- blik nadert, waarop hij mot haar vereenigd zal worden en hij wellicht ook zijn vader zal wedervinden, dien hij nooit gezien, nooit gekend heeft! Bijna onbewust greep zijn hand in den borstzak, waar hij het geladen pistool had geborgen, dat hem in geval van nood kon te pas komen. Maar zijn vingers raakten niet alleen het pistool aan, maar ook den brief, dien hij uit de jas onder het hoofd van den slapende had genomen, en die van den ver moorde afkomstig was. Hij haalde beide voor werpen uit zijn zak, legde het pistool bij zyn voeten op den grond en hield den brief bij het licht. Het schrijven was verzegeld en nog ou- geopend. Nu las hij het adres, doch hij ver trouwde zijn eigen oogen niet. Daar stond Aan Mevrouw Maria Walbot te Keulen aan den Rijn. Dat is de naam en do woonplaats van zyn moederDe schrijver van dien brief is wel licht Maar neen Dat is onmogelijk Dat zou ontzettend zijnZijn ontroering nauwe lijks meester verbreekt hij het zegel en ver slindt den inhoud. Reeds bij de eerste regels bemerkt hy, dut de schrijver zyn eigen vader was. De namen Walbot Von Beuren 1 schemeren hem voor de oogen. Hij moet zich bedaard houden om den juisten inhoud to begrijpen. Hij leest nu den brief, dien wij reeds kennen. En de oudorteekening Het was geen bedrog, zij luidt: Hans Von Beuren, genaamd Hans Walbot. Hij springt op en snakt naar adoin. Hij kan het nog maar niet begrijpen. Het kan niet waar zijn, immers, dan zouden de feiten geheel anders zijn dan hy tot heden had ge weten- De man, die twintig jaar geleden op den Mont Royal vermoord werd, was dan de werkolyke heer Von Beuren en zijn vader En de moordenaar „Daar ligt hij riep een stem in zyn bin nenste en hy wilde op den man aanvallen, die nog steeds achyubaar kalm op den grond lag en sliep. Zijn oog vlamde en met luide stem riep hij: «Man, sti op!" De slapende schrikt wakker, richt zich half op en kijkt verwonderd en boos naar den jonkman, die hoog opgericht voor hem staat en zijn bliksemend oog onafgewend op hem gericht houdt. •LuisterEn antwoordbeval Hubert. «De man, die twintig jaar geleden hier in de bouwvallen op den Mout-Royal verrader lijk werd doodgeschoten, was kapitein Von Beuren Wenz uitte een kreet van schrik, sloeg de handen ineen en staarde met ontsteld gelaat den spreker aan. Deze donderde hem toe „Zijn dienaal', de dragonder Wenz, was de moordenaar. Deze nam de plaats van zyn heer in en is nu hier gekomen om de laatste sporen van ziju misdaad te vernietigen." De laatste hoop, dio den misdadiger nog overbleef, was verdwenen. De man, die daar als rechter voor liem stond, wist alles. De brief, dien hij met gevaar voor eigen leven had gezocht, was in diens hand. Het was met hem afgeloopen, geen uitweg was meer mogelijk. „Erbarming! Verraad me niet!" smeekte de ellendige met opgeheven handen. „Lafaard 1snauwde Hubert hem toe. „Hoop slechts op erbarming van God, ik kan geen medelijden met je hebbenAntwoordhoe ben je in het bezit gekomen van den hoed en den mantel van don visscher uit Kevenig, die onschuldig werd veroordeeld Spreek Wenz liet het hoofd op de borst zakken en zweeg. «Voor de laatste maal antwoordge bood Hubert zoo dreigend in toon en gebaar dut Wenz sidderend bekende: „Ik heb ze uit de hut van Joost weggenomen." „Kende je die hut en dien man „Het was het huis van mijn ouders... JooBt wasmijn broer." „Monster Dnivelkreet Hubert en hij deinsde terug voor den misdadiger, die zulk een daad pleegde en jaren lang geleefd luid van de vruchten zyner gruweldaden Maar de jonge rechter wensclite nog meer te weten en vroeg: „Je bent hier gekomen om de kleoren van je slachtoffer te vernietigen en den brief, dien de kapitein zeker kort voor zijn dood gesclireven heeft. Wil je dat erkennen Doodsbleek sloeg Wenz de oogen op, maar hij zweeg. Daarom vervolgde Hubert: «Ken je den inhoud vau den brief „Neen." (Wordt vervolgdj.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1908 | | pagina 1