KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor HelderTexelWieringen en Anne Paulowna
No. 3756.
Woensdag 10 Februari 1909.
87ste Jaargang.
Bureau: Spoorstraat.
Telefoon 59.
Bureau: Koningstr. 29.
Interc.-Telefoon 50.
Tweede Blad.
N ieu wsber ichten.
HELDER, 9 Februari.
Wy vestigen hierby de aandacht op de
nu onlangs in werking getreden nieuwe en
zeer gunstige bepalingen voor de aanneming
van vrywilligers by het leger.
In de eerste plaats behoeft men zich voor
taan niet meer zooals vroeger voor zes jaren
te verbinden, maar Blechts voor vier jaren.
En bovendien mag de vrijwilliger, zoo hy
zulks verlangt, na het eerste jaar zelve zijn
verbintenis verbreken, wanneer hy liever in
de burgermaatschappij mocht willen terug-
keeren. Men kan dus als het ware één jaar
op proef dienen en het leger weder verlaten
wanneer men in den dienst geen vooruitzich
ten mocht zien.
Voor dat eerste jaar ontvangt men eene
premie van f30, miliciens van f40, vooruit
te betalen, welke premie verder voor ieder
jaar f30 bedraagt. Maar ten tweede zijn er
groote voordeelen verbonden aan de vrij
willige dienstneming wanneer men den rang
van onderofficier of korporaal bereikt, wat
voor ieder jongmensch van eenigen ijver en
goeden wil niet moeilijk valt.
Niet alleen dat men dan de hoogere soldy
ontvangt, maar bovendien ontvangt de vrij
williger, die onderofficier is geworden, na 6
jaar dienst eene premie van f 180, en heeft
men het tot korporaal gebracht, van f 120.
De aanmelding staat open voor alle Neder
landers van 16 tot 36 jaren, ook al zyn ze
reeds als milicien in dienst. Voor dienstne
ming bij de verschillende korpsen kan men
zich aanmelden bij de commandeerende offi
cieren.
Bad- en Zweminrichting te Helder.
Vreemd moge het schynen, nu over baden
en zwemmen te denken en te schrijven, maar
toch by nader inzien zal dat vreemde moeten
wyken. Clolyk velen onzer gewoon zjjn maat
regelen te nemen, opdat het ons in het barre
seizoen niet aan de hoogst noodige winter
provisie zal ontbreken, kan het toch niet
absurd genoemd worden in Februari eens te
spreken over de bad- en zweminrichting, die
't Departement Helder der Maatschappij tot
Nut van 't Algemeen van den zomer wenscht
tot stand te brengen in de Koopvaarders-
binnenhaven. Het spreekt van zelf, dat een
inrichting, waarvoor ongeveer f5000.— be-
noodigd is, niet door het Depart. alleen be
kostigd kan worden. Daarvoor is de steun
Tan tcIo burgoro ui* onno gorauento noodig.
Die steun heeft de commissie reeds in groote
mate ondervonden, daar reeds voor een be
drag van f4115.— op de lyst is geteekend.
Veel is dus toegezegd, maar we zyn er nog
niet, er moet nog een kleine duizend gulden
in aandeelen van 10 of 50 gulden genomen
worden. De teekeeningen zyn, behoudens
hoogere goedkeuring gereed, zoodat de eerste
paal geslagen kan worden, zoodra het kapi
taal volteekend en ontvangen is. Reeds
eenige malen heeft de commissie met de
leden van 't Dopart. Helder vergaderd, om
alles te bespreken en 't was eenparig, toen
besloten werd nogmaals by de goedgezinde
burgers aan te kloppen, om de laatste duizend
te verkrijgen. De gelden voor de bad- en
zweminrichting genieten een rente van 30 °J0
'sjaars en zullen volgens een vast plan uit
geloot worden. De commissie, die in 't na
jaar reeds een bedrag van f4115.mocht
bijeenzamelen, leeft in 't stil vertrouwen dat,
nu weldra de Binnenhaven zal weerklinken
van 't* geklop, de nog ontbrekende som volgen
zal. Er is berekend, dat drie maanden noodig
zyn voor de aftimmering, zoodat het beslist
is, dat men begin Maart moet beginnen. In
do laatstgehouden vergadering is besloten de
verschillende aandeelhouders tot een r~
gadering byeen te roepen, teneinde een en
ander nog eens te bespreken. Wij vertrouwen,
dat velen aan de roepstem gehoor zullen
geven. Over het groote belang voor de ge
zondheid zullen we nu niet spreken, maar
wel willen we er nog even op wijzen, dat
tal van plaatsen als Alkmaar, Amsterdam,
Haarlem, Tiel enz. reeds lang een bad- en
zweminrichting hebben, waar zoowel jongens
als meisjes, mannen als vrouwen de zwem
kunst met voorliefde beoefenen.
J. Klay. t
Onder vele bljjken van deelneming werd
op de begraafplaats Nieuw Eik en Duinen
te 's-Gravenhage ter aarde besteld het
stoffslyk overschot van den heer J. Klay,
ridder der Militaire Willemsorde, laatstelyk
chef by de machinefabriek Becker en Co.
te Soerabaja, vroegor behoorende tot het
vaste korps by den marine stoomvaartdienst.
Met den inspecteur van dezen tak van
marinedienst, den kapitein-luitenant, ter zee
J. H. Gyzen en den chef van bureau stoom
wezen by het departement van marine den
officier-machinist Fauel, stonden vele of ficieren
en verdere leden van hot machinisten-korps
aan de groeve om een laatsten afscheidsgroet
te brengen aan den thans ontslapen kloeken
man, die zich reeds op jeugdigen leeftijd, als
machinist 3e klasse het kruis voor Moed,
Beleid en Trouw waardig maakte, door by
de operatie tegen Analaboe in 1878, bij een
klewangaanval der Atjehers den toemaligen
luitenant ter zee C. Vreede, die met den
vyand handgemeen was, te ontzetten door
het neerleggen van diens aanvallers en daarna
zelf aangevallen, zich tot het laatste ver
dedigde totdat hij door een klewanghouw
over schedel en rug zelf zwaar werd gewond.
Onder de vele bloemstukken, welke de
lykbaar dekten, was er ook een van kolonel
Vreede, die door ziekte verhinderd was den
redder van zyn leven, perBoonlyk de laatste
eer te komen bewijzen.
Het vergaan van de „Stork".
Lyden van de bemanning.
Er zijn thans bijzonderheden bekend ge
worden omtrent het vergaan van de kleine
bekende bark .Stork" van de Hudsons Bay
Company, in November 1.1. Zooals onze lezers
zich zullen herinneren dankt deze kleine
bark haar bekendheid aan het feit, dat zy
voor eenige jaren, toen zij met een groote
waarde pelteryen aan boord, op reis wai
van de Hudson Bay naar Londen, nog be
houden arriveerde, nadat er reeds tot 92
pCt. herverzekering op was betaald en r
haar hopeloos over tijd beschouwde. Zy had
toen, door ys verhinderd de reis voort té
zetten, op de Charlton-eilandon overwinterd.
Thans heeft het kleine, sterke schip wer-
kelyk zyn einde gevonden.
Op zyn thuisreis werd het in de Hudson
Straat door zwaar weer overvallen. Daar-
by kwam dat een groote hoeveelheid ijs de
vaart belemmerde en ofschoon de bemanning
al haar kracht en kunde aanwendde om het
schip te behouden, strandde het ten laatste
op de Lisbon Shoals en giDg totaal verloren.
De tien man equipage en drie passagiers
begaven zich in de booten en slaagden er
na veel moeite en gevaar in Rupert House
te bereiken, een hundelspoBt van de Hud
sons Bay Company op het vasteland, doch
hier was dc voorraad proviand zoo klein,
dat zy er niet konden blyven.
Vergezeld door 14 Indianen als gidsen en
medereizigers gingen zy scheep in vier ka-
noes, en na een ontzettende, wanhopige
worsteling van acht dagen met de zee en
het ys, kwamen zy aan te Moose Factory,
120 myl van Rupert House.
Vier weken wachtten zij hier op het dicht
vriezen der rivier, en toen trokken de tien
zeelieden, met vier Indiaansche gidsen er
op uit om te trachten de spoorwegverbinding
te bereiken, uitgerust met sneeuwschoenen
en voorzien van proviand voor acht dagen
Maar de koude was ontzettend. Voormen
New Port, 140 myl van Moose Factory ge
legen, bereikte, hadden reeds zeven van de
tien zeelieden den tocht opgegeven en waren
uitgeput en mot vorstwonden aan handen en
voeten teruggekeerd. Er bleven slechts drie
man en de gidsen over om den gevaarlyken
tocht verder te maken. Zij kwamen op de
rivier Ahiliki goed vooruit, maar toen be
gon de sneeuw te dooien en konden zij op
hun sneeuwschoenen byna niet verder. Zy
bezaten geen tenten, alleen dekens om zich
tegen de bittere koude en de sneeuw te
beschutten. Als de nacht inviel, maakten zy
van kreupelhout een groot vuur aan om
hun doornatte kleeren te drogen. Voor voed
sel vertrouwden zy op het toeval en vrien
delijke Indianen.
Toch gaven zy den tocht niet op en be
reikten eindelijk, op den achtsten dag, het
doel van hun reis, do spoorwegverbinding
aan de Frederich House-rivier, waar zij,
voor 't eerst na de schipbreuk, warme ka
mers en bedden vonden en behoorlijk voed
sel om zich te herstellen van de doorgestane
ellende.
De andere schipbreukelingen wachten in
Moose Factory tot de winter voorby is, om
dan de thuisreis te aanvuafden.
Nog een overlevende gered.
Uit Messina wordt het volgende gemeld
dd. 5 dezer:
Gisteren liepen eenige officieren in de Via
Dardones. Plotseling hoorden ze kreten, die
onder den grond vandaan kwamen. In alleryl
werden soldaten ontboden, die dadelyk de
handen aan 't werk sloegen. Er werd den
geheelen nacht door gewerkt aan het opruimen
van puin. Eendelyk slaagde men er in een
opening te maken, die groot genoeg was om
een mensch door te laten. Een paar soldaten
kropen door het gat en vonden beneden in
de ruines van een koekbakkerswinkel een
man, ternauwernood by kennis, maar overigens
ongedeerd. Hy had zich gedurende 37 dagen
gevoed met koekjes en likeur.
Uit de Heldersche
samenleving,
door P. N. v. R.
IN DEN NACHT.
Met twaalf forsche slagen verkondigt de
Westorkerk bet uur van middernacht,
oogenblikkelyk stemmen nog twee Heldersche
kerkklokken byna gelijktijdig in en heel uit
do verte klinkt het klokje aan de Hoofd
gracht, nauwely ks hoorbaar,ietwat haastig, zoo,
dat de op elkaar volgende klanken zoo goed
als zonder rusten weergalmen op 'toogen-
blik dat een zachte regen naar omlaag valt,
op de Btraatsteenen spat en de stilte van
den ingetreden nacht door niets anders onder
broken wordt.
Een politie-agent beent met regelmatige
stappen langs de gracht, in de richting van
het bureau, waar een warme kachel en ge
zellig brandend gaslicht hem wachten; twee
wielryders, in gebogen houding op hun zadels,
met omhooggeslagen jaskragen, natterig van
't hemelwater, snorren over het pleintje, ver
dwijnen vliegcnssnel langs het verhoogde
Dijkje, en een visscherman, in blauwe trui,
een gedeukt hoedje op het hoofd en hooge
Jaarzen tot over de knieën, loopt heel kalmpjes,
trekt en blaast aan hot korte tabakspijpje
zoo genoeglyk alsof dat vieze, koude weer
hem niets aangaat, terwyl aan den over
kant, langs de Kerkgracht, een vigelante
voortrolt, in slaperig drafje getrokken door
den zwarten vierpooter die met 't oog op
het gevorderde uur blykbaar naar den
stal verlangt.
Overigens is de omgeving in het westelijk
■deel stil; de straten schynen verlaten en de
talryke huizen lyken als onbewoond.
Hier en daar zyn luiken zorgvuldig ge
sloten of ginds zyn gordynen geheel neer
gelaten en slechts smalle lichtstrepen dringen
flauw door de kieren van enkele verdiepin
gen, om zwakjes te concurreeren met het
heldere avondlicht onzer lantaarns die nog
Zoo rustig en vol schynen alsofMaar
wacht, twee figuren, twee stemmen nade
ren langzaam, worden eindelijk duidelijk en
hoorbaar, en als zy aanstonds in het licht
van de hooklantaarn komen, zien we r
en vrouw; hy, onverschillig slenterende,
de pet op 't achterhoofd, de handen op den
De aardbeving van 22 Januari.
Op den 22en Januari werd door alle groote
Europeesche metereologische waarnemings
posten een groote aardbeving gemeld, die in
den morgen van dien dag op een afstand
van ongeveer 4009 K.M., in oostelyke rich
ting, moest hebben plaats gehad. De opgave
omtrent richting en afstand wezen een lyn
aan, die loopen moest van Omsk in Siberië
over Turkestan en Perzië, naar Bender Ab-
bas aan de Perzische golf. Iets naders werd
omtrent die aardbeving niet vernomen, zoo
dat men moest aannemen, dat zy gewoed
had in een der vele woestynen of onbewoonde
streken, die onder de gonoemde lyn gelegen
zyn.
Dit wordt thans bevestigd. De .Fraekf.
Ztg." verneemt, dat het observatorium te
Poelkowo, in de nabyheid van Tsarskoje Selo,
geconstateerd hoeft, dat het middenpunt der
aardbeving gelegen is op de plaats, waar de
36en graad N.B. samenkomt met den 45en
graad O.L. Dit is niet ver van Astrabad in
Perziëde aangegeven plaats wordt op de
kaart als woestenij aangeduid, wat verklaart
waarom er niet vroeger berichten over die
aardbeving ontvangen zyn.
De verstrooide professor.
De Stockholmsche bladen deelden mee
volgende anecdote omtrent de verstrooidheid
van den onlangs overleden Zweedschen pro
fessor in de philosophie Borelius. Op een
dag, dat de professor de straat op ging,
verzocht een zyacr vrouwelyke huisgenooten
hem haar een flesch »eau de Cologne' mede
te brengen en wetende hoe de professor er
aan toe was scherpte zy hem nog in, het
toch vSoral niet te vergeten.
De professor zal nu toch eens toonen, dat
zyn huisgenooten hem voortdurend ten onrechte
van vergeetachtigheid en verstrooidheid
rug, in den mond een .tydpasseering" waarop
aanhoudend gekauwd wordt en waarvan by
tusschenpoozen een bruinkleurig speeksel op
straat terechtkomt, spattend in het nat
stecnen zyn pilosche broek is wat hoog
opgehaald, wordt in bedwang gehouden door
een brceden lederen gaatjesriem, die het
blauw-wit gestreepte boezeroentjes-lichaam op
de helft heeft verdundhet .bonkertje", voor
zien van fluweelen kraag, schyut knoopeloos
en wor$t door den wind nu eens gesloten dan
weer geopend; zy, met een huismutsje
losjes op het hoofd, de handen verborgen
onder een verkleurd boezelaar dat gedeel
telijk een geruiten onderrok bedekt, waarvan
een klein tipje op de straatsteenen sleept,
dweilende in water- en modderplasjes, zij
stapt een weinig achterwaarts naast hem, pinkt
nu en dan een traan uit de oogen, kleine
waterige kijkers, die angstig rondzien als de
regen heviger wordt en de wind uit het
Zuid-Westen meehuilt.
.Gaan nou naar de pelissie", zegt hy plots
met diepe basstem en vervolgt dan sarrend:
ga nou as je lef heb; daiir hei-je 'tburo;
stap maar gerust binnen en zeg dan dat ik
je op je sm 1 geslagen heb en vertel dan
meteeus datte we al vijftien jaar as de hond
en de kat leve of durf je nietHa,
ha, ha, hi, hi 1 Daarna ernstig: ,Ga maar
gerust hoor en vraag dan meteen offe ze je
houwen willen, om te maffen op de brits,
want ik wil d'r 'n eind an make, begrepen
je loopt me de heele avond al achter
m'n hielen om te kyke of 'k niet
Zeg, as 'k 'n borrel wil drinken dan heb ik
jou niet noodig, versta jeMaar dc maat
is nou vol en van nacht zfi-je je fortuin
moeten zoekende boêl kan je meekrijgen
en de jongensnou, die opvreters geef
ik je cadoik heb lang genoeg voor jou en
voor die apen gewerkt en daarom Dat
pensioentje wat ik heb, is precies voldoende
om mezelf te onderhoudenik zal me wel
redden, gaan d'r stiekum van door, zoodatte
we alle twee 'n kant uitgaan Ja, of je
al schreeuwt en zuchtgisteren hei-je
me huid nog volgescholden omdat ik 'n spatje
had gedronken en die brutale jongen van je
'n oplawaaier voor z'n test gaf.,., 't Zit
me hier alkyk erishier
Zij, een jong, tenger vrouwtje met bleek-
magere wangen, loopt zwijgend, bedrukt-ondor-
danig naast hem voort, als merkt ze niet hoe
wrevelig, ontstemd zyn gelaat is en luistert
ook niet naar het mopperig gesprek, dat hy
schuldigden. Hy ging dus, alvorens zyn
te doen, naar een
andere Commissies te doen, naar een winkel
en kocht daar een flesch .eau de Cologno»,
die hij voor allo zekerheid in de hand hield.
Hy bleef daarna een oogenblik staan voor
een winkelkast van een boekhandelaar en
toen by daar een pas verschenen philisophisch
werk zag liggen, ging hy -den winkel binnen
om het te koopen ofschoon zyn eigen boek
handelaar precies tegenover woonde. In den
winkel bekeek hy het boek, zette intusschen
de flesch op de toonbank en wandelde eenige
oogenblikken later naar huis met het boek
in de hand, maar zonder flesch. 's Middags
tan tafel zeide de dame, voor wie hy de
eau de Cologne' zou koopen: .Ge hebt
natuurlijk mijn boodschap vergeten //Wel
neen', antwoordt de geleerde: .Hier heb
ik de flesch' en begon intusschen al zyn
zakken uit te halen, natuurlyk zonder de
flesch te vinden. Ten slotte kwam hij op de
gedachte, dat hy ze in den boekwinkel had
laten staan en het dienstmeisje werd uitge
zonden om ze te gaan halen. Het meisje giDg
natuurlyk naar den boekwinkel, waur de
professor gewoonlyk kocht, maar vernam
daar, dat er geen flesch was blyven staan.
Toen zij met die boodschap thuis kwam,
kreeg ze een flinken uitbrander van den ge
leerde, die haar verweet, dat zy in het geheel
niet in den winkel was geweest en hem
eenvoudig voor de mal stond te houden. Het
meisje hield echter stokstyf vol, dat zy er
wel was geweest en daarom besloot de pro
fessor zelf nog eens naar den winkel te
gaan. ffIs mijn dienstmeisje zooeven hier
geweest?" vroeg hy daar. .Neen», luidde
het antwoord. .Dat dacht ik wel", zeido
professor en ging voldaan naar huis, maar
zonder flesch. Daar het meisje echter bleef
by hare bewering, dat zy in den winkel ge
weest was, zou de professor nu met haar
daarheen gaan. Toen zy aan den boekwinkel
kwamen hield het meisje hem vast by zijn
jas, in de meening, dat hy den verkeerden
boekwinkel binnen wilde gaan en nu werd
het misverstand opgehelderd. ,Ja, dan heb
je geen schuld, nu zullen wy maar weder
naar huis gaan' en professor en dienstmeisje
gingen terng. Tehuis werd het geval verteld.
•En waar is de flesch dan werd gevraagd.
.Drommels, die hebben wij vergeten maar
ik eet niet verder, voor ik ze gehaald heb*.
En weder ging de professor op het pad. Nu
kreeg hij de fiesch en met deze, stijf in de
rechterhand geklemd, stapte hy huiswaarts.
Vlak voor zijn deur werd ^hy door een stu
dent gegroet Borelius greep naar zijn
hoed en de flesch met huar geurigen in
houd lag op de Btraatsteenen.
ingezonden.
sparing van ruim f 4000 wordt verkregen.
Bij de onkostenrekening voor machinale kracht
is begrepen een post, groot f650, voor on
derhoud .d.w. z. eventueele reparatien) go-
durende 90 dagen, dat er kolen worden ge
lost. Dat dit bedrag zeer ruim is genomen,
zal niemand kunnen tegenspreken. Een be
drag aan onkosten van f7 per dag is on
denkbaar en mag deze hooge onkostenraming
zeker voor rekening worden gelaten van den
voorzichtigeti gasdirecteur, die gewoon is do
onkostenrekening niet te laag te stellen,
waardoor echter de winst in de gemeentekas
grooter wordt en ik stel mij voor de onkos
ten nooit f650 zullen bedragen, waardoor
dus de besparing nog grooter wordt.
Als men nagaat, dat liet machinale lossen
in Schiedam in 1906 hoeft gekost 35 cent
per ton en in 1907 30 cent, terwyl dit
vroeger zonder machinale losinrichting 84
een', per ton bedroeg, en de lossing, zooals
dte thans hier geschiedt, 90 cent per ton
kost, zal men kunnen bogrypen, dat, waar
voor de gemeente zooveel voordeel te be
halen is, de groote meerderheid van don Raad
met de voorstellen van B. en W. is meege
gaan, te meer daar het gasverbruik zich nog
steeds uitbreidt, dus het kolenverbruik ver
meerdert, waardoor de onkostenrekening naar
verhouding steeds kleiner wordt.
Wat den verderen inhoud betreft omtrent
de lichters, die kolen voor de gasfabriek uit
Amsterdam zouden halen, waardoor de kolen
booten niet noodig zouden hebben bier te
komen lossen kan toch niet ernstig gemeend
zyn. Een dergelijke lossing zou de gemeente
immers veel duurder te staan komen, dan
wanneer de booten hier gelost worden.
Waar wij mogen verwachteu, dat binnen
niet al te langen tyd de fabriek zeker 12<>00
ton kolen zal noodig hebbon, daar zullen de
losse werklieden zeker kunnen verdienen,
wat zij thans by mechanische lossing moeten
missen.
Ik achtte het noodig bovenstaade ter ver
duidelijking mee te deelen.
U, M. de Redacteur, beleefd dankend voor
de verleende plaatsruimte.
Uw dw. dr.
D. H. GRUNWALD.
Naar aanleiding van een ingezonden stok
in uwe courant van j.1. Vrydag van bet be
stuur der vereeniging van losse werklieden
Onderling Belang", dacht ik het noodig de
daarin genoemde gegevens nader aan te vul
len ter verkryging eener juiste bcoordeeling.
Toen de mechanische losinrichting in de
Raadszitting van 31 Maart 1908 voor het
eerst ter tafel werd gebracht, werden er in
dat jaar 6000 ton gaskolen verbruikt en zou
volgenB die berekening hot verschil tusschen
hand- en machinale kracht f695 bedrugen
niet alleen, doch er volgt meer. De kolen-
loodden toch, die, onafhankelijk van het doar-
stellen eener automatische losinrichting, ge
bouwd zullen moeten worden, vorderen een
bedrag van f 20.000. De rente en aflossing
daarvan, bedragende f 1200, zijn mede be
grepen in de rente en afschryving der auto
matische losinrichting, zoodat de feitelijke be
sparing niet is f 695, doch f 1200 -f- f 695
f 1895 by een verbruik van 6000 ton
kolen.
Het gasverbruik gaat echter enorm voor
uit en het is mij bekend, dat dit jaar reeds
9000 ton gaskolen zullen worden aanbesteed,
waardoor by mechanische lossing eene be-
brommend, soms met knarsende tanden in
zichzelf vervolgt. Neen, ze hoort weinig of
niets van hetgeen hy binnensmonds zegt en
geheel onder den indruk van wat gebeu-
zal let ze zelfs niet eens op de steegjes
en straten waar zy beiden doorgaan, hy met
groote stappen, ongevoelig voor de gevolgen
van zyn wilzy byna achter hem aan, ver
suft door zijn scherpen toon, moe van 't
gaan over glibberige wegen, verdrietig over
het verleden, den tyd toen hy haar door
honingzoete woorden van liefde en trouw
had verleid. Toen was-ie matroos by de
K. N. M., matroos met één ankertje op z'n
mouw en met een ongunstig gedrag. Maar,
goed, toegevend als zo was, kwam het niet
in haar hoofd om bijtydsHy beloofde
immers het beste, cn dat kleine traktementje,
och, dat kon zy makkelyk verdubbelen met
wasBchen en werken voor anderen. Stryken?
Ze was vier jaar eerste strykster geweest,
daar, waar de élite van Amsterdam kwam
om boorden, manchetten en overhemden glas
hard te laten behandelon
De eerste jaren ging dan ook alles naar
wensch van beiden. Hy deed z'n uiterste
best en zy, 't scheen wel eenB een wed
ijver wie van hen het meest kon verdienen
en deze welvaart hield eerst op toen hij met
een kloin pensioentje den dienst verliet en
langzamerhand het jeneverdrinken zyn eenigst
genot word om den workoloozen tijd te ver-
dry ven. Aanvankelijk was 't één slokkie védr
't middagmaal, maar haast onopgemerkt had
deze gewoonte grooter omvang genomen,
zóó qrg, dat hij het pensioengeld geheel aan
drank verslond en zy voor twee kinderen
«met veel moer yver dan vroeger moest
ploeteren om .rond te komen" Elk»
avond zat-ie aan de ronde tafel te drink»
en te zwetsen over Atjch, Lombok, China
en andere herinneringen, was gaarne ge
zien onder de vaste klantjes, omdat-ie zoo
rondborstig gul kon zeggen aannemen 1
voor mijn rekening zóóveel klaartjes."
En als-ie dan thuis kwam, vroolyk en laat
als de studenten te Leiden of Delft, dikwijls
vergezeld cf liever .gebracht* door zyn ge
trouwen, dan was het: ,zeg, oüwe, zou je
niet 'n beetje voor ons halen Niet?
O, dat's niks hoor, dan .verpats* je die branie
kragen maar dr is, spie moet er wezen en
'n druppie wil ik hebben, versta-je of anders.'
Dan sloeg-ie met z'n vuisten op tafol, dat
de kopjes rinkelden, de melkkan omrolde en
de suiker uit 't potje wipte. En gaf ze daar
nog niet om, dan beukten-ie alles kort en
klein, liep dan woest op haar toe om
z'n kracht aan haar afgetobd lichaam te
beproeven. .Déér, daar, heb je d'r nog een
en dadr, nog een toe omdat je je b k
houdt en niet eens schreeuwt voor al die
patsen en stompen.'
Woedeqd stormde hy dan naar de bed
stede, waar een jongen en een meisje on
schuldig sliepen. Maar dun was zy hom
vóór, om wanhopig te beschermen wat zy
lief, oneindig liefhad, ondanks do ellende van
een leven dat haar troosteloos, onverbidde
lijk voortzweepte.
't Regent nog steeds en de grys-zwarte
wolken, daar boven in 't luchtruim jageude,
schynen gedurig met een massa hemelwater
te dreigen, terwyl de wind, iets minder in
kracht dan straks, zoo nu en dan gelegon-
heid geeft dat al die zwevende plekken tot
stilstand komen om zich behoorlyk op te
lossen in groote droppels, zoodal de daken,
de huizen, de straten gaan glimmen van
zooveel nat.
In een lange, stille, donkere straat druipt
reeds langer dan een half uur het water van
een gestapelden inboedel, een hoeveelhèid
meubelen, een kachel, beddegoed en andere
voorwerpen, zichtbaar onverschillig neerge
worpen op de kleine straat, voor do ge
sloten luiken van een klein woonhuisje, waur-
van de buitendeur geopend is en waardoor
het zwakke schynsel van een brandend petro
leumlampje de gele steentjes bestraalt. Met
veel lawaai komt een kast door de verlichte
opening, een fraai gepolitoerde hooge kast,
waarlangs de regen terstond begint te parelen,
te biggelen als waren die twee gladde deur
tjes de wangen van een hopeloos wezen, dut
zich uitgeworpen ziet uit don kring waar het
zooveel jaren onmisbaar was. Een naai
machine volgt, komt met een plof op de matras,
die gedeeltelijk over de straatgoot ligt, de
doorstrooming verhindert en zelfs een plasje
in bedwang houdt. Twee lange kachel
pijpen, waaruit de vlokken roet opdwarrelen,
vallen met hollen klank naast do gebroken
bloempotten, die, gedeelteyk gevuld, een paac
geknakte geraniums en een bladerloos, mi
plantje hebben verloren, onschuldige natuur
kinderen, vertrapt, half bedekt door eer
hoopje kleeden en matten, die slapwaterig
zwaar nog een verroest kinderledikantje
ondersteunen tegen den drang van een klein
hellend kastje, waarop de ronde tafel elk
Mynheer de Redacteur
Beleefd verzoek ik u, onderstaand stukje
te willen plaatsen.
„Onder menschen".
Aangezien in den laatsten tyd door inge
zonden stukjes en berichten zoo nu en dan
eens een kykje achter do schermen genomen
kan worden wat het Loodswezen en de loods-
vaartuigen betreft, werd myne aandacht zoo
meer en meer gedreven nuar hot leven der
mannen aan boord van die vaartuigen.
Meermalen was ik in de gelegenheid ken
nis te maken met loodsen uit den aard my-
ner werkzaamheden te Vlissingen, Rotterdam,
IJmuiden en Helder, en ook ooggetuige van
menig moeilijk werk, by 't aandoen der
verschillende havens.
Door het vele schrijven werd ik dan ook
geprikkeld eens van bevoegde zyde zoo het
een en ander daaromtrent persoon lyk te ver
nemen.
Niet lang zou myn geduld op proef wordi
gesteld. Op een Dinsdag, kort geleden nog,
werd de kans my schoon. Reizende met den
trein RotterdamHelder, komende station
Velsen, ontwaarde ik juist de mannen, in
hunne uniform my wel bekend. Ik stapte uit
myn coupé 2de klasse, hen volgende by hut
instijgen van hun uitgezocht karretje.
De Velserbrug overgaande en hun blikk»
vestigende op het by de papierfabriek lig
gend stoomschip, begon het gesprek over de
wederwaardigheden in hun werkkring.
Met aandacht en volle belangstelling was
ik toehoordernog één oogenblik cn ik
waagde my, aangezien de kans my goed
scheen, in hun gesprek te mengen.
Ik bracht hen terug naar de verschillende
ingezonden stukjes, cn op myn vraag of het
geen daarin werd medegedeeld waarheid was,
werd my geantwoord: .Mynheer, al wat er
geschreven is, is zuivere waarheid, nog veel
meer zou daaraan toegevoegd kunnen wor
den. Wy zyn de inzenders daar recht dank-
voor; wij kunnen en mogen zelf niets
komen wij nog eens by een chef met
feiten, dan wordt het met een Jantje van
Leiden afgemaaktdo inspecteur krygt men
niet to sproken en die bljjft dus onkundig
vun menige verkeerde handeling."
Een schipper zou veel in het belang kun
nen medewerken, maar die beeft er zelf geen
belang by. Zijn verblijf, zijn slaapplaats is
behoorlyk gevrijwaard voor alle vuil.
Bovendien, om nu eens iets te noemen, de
loodsen worden geregeld om do vjjf jaren
gekeurd en vaak eerder herkeurd. Die keu
ring geschiedt lichamelijk zoowel voor do
oogen als voor doofheid.
Dit alles blyft voor een schipper uitge
sloten, en die draagt toch ook een verant
woordelijkheid met zichnu vraag ik u, zyn
wy als opvarenden gewaarborgd, als een
schipper daarvan vrygesteld wordt
Wij loodsen, zeggen menigmaal, als de
schipper het niet hoort of ziet, dan zien de
gekeurde loodsen het ook niet.
Wy zouden u nog veel meer kunnen zog-
u in, O. a. over het geven van conduiten en
welke personen daarvoor soms gerechtigd
zyn willekeurige handelingen, wachtregeling
aan boord, enz. enz. Verbeeldt u, een loods,
chef der wacht zynde, de verantwoordelijk
heid hebbende, heeft vaak niets te vertellen.
Het ware te wenschen dat onze superieuren
in alle deze dingen eens ingrepen.
Wij staan buiten den dienst op hot En-
gelsche Kanaal, maar u kunt heel best be
grijpen dat het minder aangenaam is om
met 16 tot 19 menschen, soms dagen achter
een in een hok, waar zoo dagelijks gekookt
en gestoomd wordt, dag en nacht te moeten
vorkeeren, en daardoor een minder aango-
name atmosfeer moet heerschen, die onmo
gelijk in het belang der gezondhoid van de
opvarenden kan zyn.
Inspecteur of commissaris moesten zelf een
paar berfstreizen medemaken, dèn zouden
zy een beter oordeel over de dingen krygen
en in plaats van zulk een vaartuig vol to
proppen als haring in een ton, zouden zy
op een kruispost, als Dungeness met ver
bazend veel verkeer iwaar de menschen
menigmaal des nachts geroepen worden uit
vrees voor aanvaring, en wanneer die plaats
heeft, de helft der opvarenden er by om
komt), drie, in plaats van twee schoeners
op het Engelsche Kanaal laten varen art.
7 van het Bjjz. Reglement op den loods-
dienst geeft hun het recht er toe.
Dan zou elke schoener bemand kunnen
worden met 8 loodsen, schipper en leerlingen
(of matrozen), en zoo worden ingericht, »lat
de belangen der volksgezondheid daarmede
gehandhaafd werden, in t.et belang der op
varenden.
Dan zou tevens te allen tjjde loodsen
voor Amsterdam in het Engelsche Kanaal
aanwezig zyn.
Wanneer dan de eerste schoener zyn vol
aantal loodsen heeft overgezet, gaat hy naar
huis, de tweede daar reeds zynde, gaat aan
het beloodsen en de derde vertrekt tege
lijkertijd van zyn standplaats, wanthier
ging de fluit, en met een .mannen, straks
zijn we by moeder', naderden wjj het station
Helder.
De heeren namen heel beleefd afsoheid
van my en stapten uit.
Ook ik stapte uit, met het doel voor oogen,
dit stukje te schrjjven, en het onder de oogen
der belanghebbenden te brengen, hopende
dat het succes moge hebben in het belang
der mannen, waarvoor myne achting hoog is.
U, dankzeggende, mynheer do redacteur,
voor de verleende plaatsruimte.
Een Rotterdammer.
oogenblik kan kantelen. Een geborduurd
schilderij, voorstellende .Geloof, Hoop en
Liefde" slingert nydig over do vierkante
kachel, valt met gebroken glas op den weg
om, na nog een vinnige trup, geheel onken
baar te rusten tusschen kolenbak en petro-
leumkan, die passend by elkander zijn terecht
gekomen.
,Nu heb ik genoeg on kan zy de rest
houwen maar wacht, dat naaimachine
ooet ik niet hebben hierHet merk
Singer" wordt buiten gezocht, rinkolt door
het ledige voor-vertrek tegen dun poot van
een schuiftafel, die byna bezwykt onderden
last van een berg kleederen, eenige schoenen
en een paar hoedendoozon.
.Die koffer, ja, die mot ik nog van boven
halendaar heb ik m'n work-bullon in ge
stopt, en dan dat zakje met Zondagsche klee
ren Laat ik 't niet vergeten, want as ze
't morgen d'r is vond, dun zou ze in d'r
vuisie lachen over m n onnoozelbeid om die
plumes te vergetenWaar zou ze nou
zitten By d r zuster Natuurlyk, en
dat krng zal wel zeggenkom maar
zoolang hier met je kinderen tot-ie goed en
wei vertrokken is met 't bootje laat 'ra
stikken, die zuiplap, laat 'm stilletjes gaan
en gaan jij met je jongens naar z'n moeder
in Rotterdam, die ul lang gezegd heb: as-ie
je slaat of verlaat, kom dan maar hierik
zal wel voor je kinders zorgen en jjj gaat
'r by uit werkenZy naar Rotterdam en
ikmorgenochtend dan fluit-iehu-hu-hu
en ik gaan met m'n rommeltje gepakt
naar Mokum, waar 'k by m'n pensioentje
wel 'n baantje zal krygen. Jongens, wat zal
ik daar 'n meheor worden en 'n leventje
krijgenas oude vrijgezel zal ik de blom
metjes Zou 'r nog 'n huppie in 't fleschie
zyneven kjjkenik heb 't gisteren nog
voor d'r weggestopt, want as-zo maar wist
Ja, er is nog wat in hè, wat is dat
goedje toch lekker, 't doet ju van binnen
zoo goedjammer, dat 't zoo duur is
Kijk er zit nog 'n mondjo in kerel, wat
'n smaak 1Nog oen druppie, zoo, en nou
anpakkenalles doen ik in den wagen van
den kromme, die me aanstonds komt helpen,
'n goeie knul, 'n liefhebber van hm,
hm waarom ook niet Laat 'm drinken
hy is vrygezel en dat kan wat lyen Ha,
bon je daar, kromme Stap maar binnen,
ouwe jongen, t Is hier 'n stal, hè ik
wacht al op jo. Hei-je de kar d'r by
Mooi zoo. Ja, ik had die rommel nog niet
buiten moeten gooien, daar hei jo geljjk in,
maar ik werd vaonacht natuurlyk weer af
gehaald en thuisgebracht door je weet wol
Ze is by d'r zuster enMaar enfin,
ik was razend as 'n stier; er zat n Bputje
in en daar ligt de boel, drijfnatZou
ik 't hier maar niet verpatsen voor 'n fut je,
dan kennen we nog een lollig daggie hebben
morgen en dan gaan ik met 't nachtbootje
in plaats van strakkivs
En als hy, by 't aanbreken van den dag,
in gezelschap van den .kromme", achter een
hoogbeladen handwagen de straat doorgaat,
dan zijn in do nabijheid van het nog geslo
ten huisje reeds een aantal buren, voorname-
lyk vrouwen, by de hand om hot tw< etal
na te oogen en de natto inboedel to bokyken
met de opmerkingen
.Eindelijk heb-io dan z n zin, die slam
pamper."
Zou-ie hier vandaaan gaan?"
Welja, mensch, hy smeert 'm.'
Dat ruimt hier op in do straat.'
Maar z'n vrouw
O, «lat is een knap vrouwtje, 'n werkezel
en 'n door-en-door goed zieltje.*
■Ja die was veel te goed voor m, as ie
mijn kerel was geweest, dan
.Dat kan je nou makkelyk zeggon, joheb
'n goeie vent 'n sulletje, maar zeg je moet
zoo n rakkerd maar eens tot je lust hebben
.Zouen ze nou voor go»-d van elkaar gaan?"
.Natuurlyk, dat huwelyk is vannacht ont
bonden; hy gaat naar Mokum en zy naar
Rotterdam.,
«Mokum? M-o-k-u-m? waar ligt dat
gat? Daar heb ik nog nooit van gehoord.
Niet Dat is Amsterdam, 'n bjjnaam-
pie van Amsterdam, zie je."
„Daar kan-ie opnieuw op-z'n-poot-spelen
hier heeft-ie 't genoeg gedaan, en van
nacht ik kon geen oog dicht doen van 't
leven; hij smeet den boel op straat, zoo maar
in den regenalles is hall gebrokenkyk
er ia, daar ligt nog 'n geranium en daar
hei-je nog 'n stuk van do koffiekan, en zie
eens, 't overschot van 'n schildery, .geloof,
hoop en liefde* Wat 'n smeerpoes*,
j ,,'t Is een passend stel, hy en do krommo
daar gaan ae, den hoek omik mag leien
dat ie