KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor HelderTexelWieringen en Anne Paulowna No. 3756. Woensdag 10 Februari 1909. 87ste Jaargang. Bureau: Spoorstraat. Telefoon 59. Bureau: Koningstr. 29. Interc.-Telefoon 50. Tweede Blad. N ieu wsber ichten. HELDER, 9 Februari. Wy vestigen hierby de aandacht op de nu onlangs in werking getreden nieuwe en zeer gunstige bepalingen voor de aanneming van vrywilligers by het leger. In de eerste plaats behoeft men zich voor taan niet meer zooals vroeger voor zes jaren te verbinden, maar Blechts voor vier jaren. En bovendien mag de vrijwilliger, zoo hy zulks verlangt, na het eerste jaar zelve zijn verbintenis verbreken, wanneer hy liever in de burgermaatschappij mocht willen terug- keeren. Men kan dus als het ware één jaar op proef dienen en het leger weder verlaten wanneer men in den dienst geen vooruitzich ten mocht zien. Voor dat eerste jaar ontvangt men eene premie van f30, miliciens van f40, vooruit te betalen, welke premie verder voor ieder jaar f30 bedraagt. Maar ten tweede zijn er groote voordeelen verbonden aan de vrij willige dienstneming wanneer men den rang van onderofficier of korporaal bereikt, wat voor ieder jongmensch van eenigen ijver en goeden wil niet moeilijk valt. Niet alleen dat men dan de hoogere soldy ontvangt, maar bovendien ontvangt de vrij williger, die onderofficier is geworden, na 6 jaar dienst eene premie van f 180, en heeft men het tot korporaal gebracht, van f 120. De aanmelding staat open voor alle Neder landers van 16 tot 36 jaren, ook al zyn ze reeds als milicien in dienst. Voor dienstne ming bij de verschillende korpsen kan men zich aanmelden bij de commandeerende offi cieren. Bad- en Zweminrichting te Helder. Vreemd moge het schynen, nu over baden en zwemmen te denken en te schrijven, maar toch by nader inzien zal dat vreemde moeten wyken. Clolyk velen onzer gewoon zjjn maat regelen te nemen, opdat het ons in het barre seizoen niet aan de hoogst noodige winter provisie zal ontbreken, kan het toch niet absurd genoemd worden in Februari eens te spreken over de bad- en zweminrichting, die 't Departement Helder der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen van den zomer wenscht tot stand te brengen in de Koopvaarders- binnenhaven. Het spreekt van zelf, dat een inrichting, waarvoor ongeveer f5000.— be- noodigd is, niet door het Depart. alleen be kostigd kan worden. Daarvoor is de steun Tan tcIo burgoro ui* onno gorauento noodig. Die steun heeft de commissie reeds in groote mate ondervonden, daar reeds voor een be drag van f4115.— op de lyst is geteekend. Veel is dus toegezegd, maar we zyn er nog niet, er moet nog een kleine duizend gulden in aandeelen van 10 of 50 gulden genomen worden. De teekeeningen zyn, behoudens hoogere goedkeuring gereed, zoodat de eerste paal geslagen kan worden, zoodra het kapi taal volteekend en ontvangen is. Reeds eenige malen heeft de commissie met de leden van 't Dopart. Helder vergaderd, om alles te bespreken en 't was eenparig, toen besloten werd nogmaals by de goedgezinde burgers aan te kloppen, om de laatste duizend te verkrijgen. De gelden voor de bad- en zweminrichting genieten een rente van 30 °J0 'sjaars en zullen volgens een vast plan uit geloot worden. De commissie, die in 't na jaar reeds een bedrag van f4115.mocht bijeenzamelen, leeft in 't stil vertrouwen dat, nu weldra de Binnenhaven zal weerklinken van 't* geklop, de nog ontbrekende som volgen zal. Er is berekend, dat drie maanden noodig zyn voor de aftimmering, zoodat het beslist is, dat men begin Maart moet beginnen. In do laatstgehouden vergadering is besloten de verschillende aandeelhouders tot een r~ gadering byeen te roepen, teneinde een en ander nog eens te bespreken. Wij vertrouwen, dat velen aan de roepstem gehoor zullen geven. Over het groote belang voor de ge zondheid zullen we nu niet spreken, maar wel willen we er nog even op wijzen, dat tal van plaatsen als Alkmaar, Amsterdam, Haarlem, Tiel enz. reeds lang een bad- en zweminrichting hebben, waar zoowel jongens als meisjes, mannen als vrouwen de zwem kunst met voorliefde beoefenen. J. Klay. t Onder vele bljjken van deelneming werd op de begraafplaats Nieuw Eik en Duinen te 's-Gravenhage ter aarde besteld het stoffslyk overschot van den heer J. Klay, ridder der Militaire Willemsorde, laatstelyk chef by de machinefabriek Becker en Co. te Soerabaja, vroegor behoorende tot het vaste korps by den marine stoomvaartdienst. Met den inspecteur van dezen tak van marinedienst, den kapitein-luitenant, ter zee J. H. Gyzen en den chef van bureau stoom wezen by het departement van marine den officier-machinist Fauel, stonden vele of ficieren en verdere leden van hot machinisten-korps aan de groeve om een laatsten afscheidsgroet te brengen aan den thans ontslapen kloeken man, die zich reeds op jeugdigen leeftijd, als machinist 3e klasse het kruis voor Moed, Beleid en Trouw waardig maakte, door by de operatie tegen Analaboe in 1878, bij een klewangaanval der Atjehers den toemaligen luitenant ter zee C. Vreede, die met den vyand handgemeen was, te ontzetten door het neerleggen van diens aanvallers en daarna zelf aangevallen, zich tot het laatste ver dedigde totdat hij door een klewanghouw over schedel en rug zelf zwaar werd gewond. Onder de vele bloemstukken, welke de lykbaar dekten, was er ook een van kolonel Vreede, die door ziekte verhinderd was den redder van zyn leven, perBoonlyk de laatste eer te komen bewijzen. Het vergaan van de „Stork". Lyden van de bemanning. Er zijn thans bijzonderheden bekend ge worden omtrent het vergaan van de kleine bekende bark .Stork" van de Hudsons Bay Company, in November 1.1. Zooals onze lezers zich zullen herinneren dankt deze kleine bark haar bekendheid aan het feit, dat zy voor eenige jaren, toen zij met een groote waarde pelteryen aan boord, op reis wai van de Hudson Bay naar Londen, nog be houden arriveerde, nadat er reeds tot 92 pCt. herverzekering op was betaald en r haar hopeloos over tijd beschouwde. Zy had toen, door ys verhinderd de reis voort té zetten, op de Charlton-eilandon overwinterd. Thans heeft het kleine, sterke schip wer- kelyk zyn einde gevonden. Op zyn thuisreis werd het in de Hudson Straat door zwaar weer overvallen. Daar- by kwam dat een groote hoeveelheid ijs de vaart belemmerde en ofschoon de bemanning al haar kracht en kunde aanwendde om het schip te behouden, strandde het ten laatste op de Lisbon Shoals en giDg totaal verloren. De tien man equipage en drie passagiers begaven zich in de booten en slaagden er na veel moeite en gevaar in Rupert House te bereiken, een hundelspoBt van de Hud sons Bay Company op het vasteland, doch hier was dc voorraad proviand zoo klein, dat zy er niet konden blyven. Vergezeld door 14 Indianen als gidsen en medereizigers gingen zy scheep in vier ka- noes, en na een ontzettende, wanhopige worsteling van acht dagen met de zee en het ys, kwamen zy aan te Moose Factory, 120 myl van Rupert House. Vier weken wachtten zij hier op het dicht vriezen der rivier, en toen trokken de tien zeelieden, met vier Indiaansche gidsen er op uit om te trachten de spoorwegverbinding te bereiken, uitgerust met sneeuwschoenen en voorzien van proviand voor acht dagen Maar de koude was ontzettend. Voormen New Port, 140 myl van Moose Factory ge legen, bereikte, hadden reeds zeven van de tien zeelieden den tocht opgegeven en waren uitgeput en mot vorstwonden aan handen en voeten teruggekeerd. Er bleven slechts drie man en de gidsen over om den gevaarlyken tocht verder te maken. Zij kwamen op de rivier Ahiliki goed vooruit, maar toen be gon de sneeuw te dooien en konden zij op hun sneeuwschoenen byna niet verder. Zy bezaten geen tenten, alleen dekens om zich tegen de bittere koude en de sneeuw te beschutten. Als de nacht inviel, maakten zy van kreupelhout een groot vuur aan om hun doornatte kleeren te drogen. Voor voed sel vertrouwden zy op het toeval en vrien delijke Indianen. Toch gaven zy den tocht niet op en be reikten eindelijk, op den achtsten dag, het doel van hun reis, do spoorwegverbinding aan de Frederich House-rivier, waar zij, voor 't eerst na de schipbreuk, warme ka mers en bedden vonden en behoorlijk voed sel om zich te herstellen van de doorgestane ellende. De andere schipbreukelingen wachten in Moose Factory tot de winter voorby is, om dan de thuisreis te aanvuafden. Nog een overlevende gered. Uit Messina wordt het volgende gemeld dd. 5 dezer: Gisteren liepen eenige officieren in de Via Dardones. Plotseling hoorden ze kreten, die onder den grond vandaan kwamen. In alleryl werden soldaten ontboden, die dadelyk de handen aan 't werk sloegen. Er werd den geheelen nacht door gewerkt aan het opruimen van puin. Eendelyk slaagde men er in een opening te maken, die groot genoeg was om een mensch door te laten. Een paar soldaten kropen door het gat en vonden beneden in de ruines van een koekbakkerswinkel een man, ternauwernood by kennis, maar overigens ongedeerd. Hy had zich gedurende 37 dagen gevoed met koekjes en likeur. Uit de Heldersche samenleving, door P. N. v. R. IN DEN NACHT. Met twaalf forsche slagen verkondigt de Westorkerk bet uur van middernacht, oogenblikkelyk stemmen nog twee Heldersche kerkklokken byna gelijktijdig in en heel uit do verte klinkt het klokje aan de Hoofd gracht, nauwely ks hoorbaar,ietwat haastig, zoo, dat de op elkaar volgende klanken zoo goed als zonder rusten weergalmen op 'toogen- blik dat een zachte regen naar omlaag valt, op de Btraatsteenen spat en de stilte van den ingetreden nacht door niets anders onder broken wordt. Een politie-agent beent met regelmatige stappen langs de gracht, in de richting van het bureau, waar een warme kachel en ge zellig brandend gaslicht hem wachten; twee wielryders, in gebogen houding op hun zadels, met omhooggeslagen jaskragen, natterig van 't hemelwater, snorren over het pleintje, ver dwijnen vliegcnssnel langs het verhoogde Dijkje, en een visscherman, in blauwe trui, een gedeukt hoedje op het hoofd en hooge Jaarzen tot over de knieën, loopt heel kalmpjes, trekt en blaast aan hot korte tabakspijpje zoo genoeglyk alsof dat vieze, koude weer hem niets aangaat, terwyl aan den over kant, langs de Kerkgracht, een vigelante voortrolt, in slaperig drafje getrokken door den zwarten vierpooter die met 't oog op het gevorderde uur blykbaar naar den stal verlangt. Overigens is de omgeving in het westelijk ■deel stil; de straten schynen verlaten en de talryke huizen lyken als onbewoond. Hier en daar zyn luiken zorgvuldig ge sloten of ginds zyn gordynen geheel neer gelaten en slechts smalle lichtstrepen dringen flauw door de kieren van enkele verdiepin gen, om zwakjes te concurreeren met het heldere avondlicht onzer lantaarns die nog Zoo rustig en vol schynen alsofMaar wacht, twee figuren, twee stemmen nade ren langzaam, worden eindelijk duidelijk en hoorbaar, en als zy aanstonds in het licht van de hooklantaarn komen, zien we r en vrouw; hy, onverschillig slenterende, de pet op 't achterhoofd, de handen op den De aardbeving van 22 Januari. Op den 22en Januari werd door alle groote Europeesche metereologische waarnemings posten een groote aardbeving gemeld, die in den morgen van dien dag op een afstand van ongeveer 4009 K.M., in oostelyke rich ting, moest hebben plaats gehad. De opgave omtrent richting en afstand wezen een lyn aan, die loopen moest van Omsk in Siberië over Turkestan en Perzië, naar Bender Ab- bas aan de Perzische golf. Iets naders werd omtrent die aardbeving niet vernomen, zoo dat men moest aannemen, dat zy gewoed had in een der vele woestynen of onbewoonde streken, die onder de gonoemde lyn gelegen zyn. Dit wordt thans bevestigd. De .Fraekf. Ztg." verneemt, dat het observatorium te Poelkowo, in de nabyheid van Tsarskoje Selo, geconstateerd hoeft, dat het middenpunt der aardbeving gelegen is op de plaats, waar de 36en graad N.B. samenkomt met den 45en graad O.L. Dit is niet ver van Astrabad in Perziëde aangegeven plaats wordt op de kaart als woestenij aangeduid, wat verklaart waarom er niet vroeger berichten over die aardbeving ontvangen zyn. De verstrooide professor. De Stockholmsche bladen deelden mee volgende anecdote omtrent de verstrooidheid van den onlangs overleden Zweedschen pro fessor in de philosophie Borelius. Op een dag, dat de professor de straat op ging, verzocht een zyacr vrouwelyke huisgenooten hem haar een flesch »eau de Cologne' mede te brengen en wetende hoe de professor er aan toe was scherpte zy hem nog in, het toch vSoral niet te vergeten. De professor zal nu toch eens toonen, dat zyn huisgenooten hem voortdurend ten onrechte van vergeetachtigheid en verstrooidheid rug, in den mond een .tydpasseering" waarop aanhoudend gekauwd wordt en waarvan by tusschenpoozen een bruinkleurig speeksel op straat terechtkomt, spattend in het nat stecnen zyn pilosche broek is wat hoog opgehaald, wordt in bedwang gehouden door een brceden lederen gaatjesriem, die het blauw-wit gestreepte boezeroentjes-lichaam op de helft heeft verdundhet .bonkertje", voor zien van fluweelen kraag, schyut knoopeloos en wor$t door den wind nu eens gesloten dan weer geopend; zy, met een huismutsje losjes op het hoofd, de handen verborgen onder een verkleurd boezelaar dat gedeel telijk een geruiten onderrok bedekt, waarvan een klein tipje op de straatsteenen sleept, dweilende in water- en modderplasjes, zij stapt een weinig achterwaarts naast hem, pinkt nu en dan een traan uit de oogen, kleine waterige kijkers, die angstig rondzien als de regen heviger wordt en de wind uit het Zuid-Westen meehuilt. .Gaan nou naar de pelissie", zegt hy plots met diepe basstem en vervolgt dan sarrend: ga nou as je lef heb; daiir hei-je 'tburo; stap maar gerust binnen en zeg dan dat ik je op je sm 1 geslagen heb en vertel dan meteeus datte we al vijftien jaar as de hond en de kat leve of durf je nietHa, ha, ha, hi, hi 1 Daarna ernstig: ,Ga maar gerust hoor en vraag dan meteen offe ze je houwen willen, om te maffen op de brits, want ik wil d'r 'n eind an make, begrepen je loopt me de heele avond al achter m'n hielen om te kyke of 'k niet Zeg, as 'k 'n borrel wil drinken dan heb ik jou niet noodig, versta jeMaar dc maat is nou vol en van nacht zfi-je je fortuin moeten zoekende boêl kan je meekrijgen en de jongensnou, die opvreters geef ik je cadoik heb lang genoeg voor jou en voor die apen gewerkt en daarom Dat pensioentje wat ik heb, is precies voldoende om mezelf te onderhoudenik zal me wel redden, gaan d'r stiekum van door, zoodatte we alle twee 'n kant uitgaan Ja, of je al schreeuwt en zuchtgisteren hei-je me huid nog volgescholden omdat ik 'n spatje had gedronken en die brutale jongen van je 'n oplawaaier voor z'n test gaf.,., 't Zit me hier alkyk erishier Zij, een jong, tenger vrouwtje met bleek- magere wangen, loopt zwijgend, bedrukt-ondor- danig naast hem voort, als merkt ze niet hoe wrevelig, ontstemd zyn gelaat is en luistert ook niet naar het mopperig gesprek, dat hy schuldigden. Hy ging dus, alvorens zyn te doen, naar een andere Commissies te doen, naar een winkel en kocht daar een flesch .eau de Cologno», die hij voor allo zekerheid in de hand hield. Hy bleef daarna een oogenblik staan voor een winkelkast van een boekhandelaar en toen by daar een pas verschenen philisophisch werk zag liggen, ging hy -den winkel binnen om het te koopen ofschoon zyn eigen boek handelaar precies tegenover woonde. In den winkel bekeek hy het boek, zette intusschen de flesch op de toonbank en wandelde eenige oogenblikken later naar huis met het boek in de hand, maar zonder flesch. 's Middags tan tafel zeide de dame, voor wie hy de eau de Cologne' zou koopen: .Ge hebt natuurlijk mijn boodschap vergeten //Wel neen', antwoordt de geleerde: .Hier heb ik de flesch' en begon intusschen al zyn zakken uit te halen, natuurlyk zonder de flesch te vinden. Ten slotte kwam hij op de gedachte, dat hy ze in den boekwinkel had laten staan en het dienstmeisje werd uitge zonden om ze te gaan halen. Het meisje giDg natuurlyk naar den boekwinkel, waur de professor gewoonlyk kocht, maar vernam daar, dat er geen flesch was blyven staan. Toen zij met die boodschap thuis kwam, kreeg ze een flinken uitbrander van den ge leerde, die haar verweet, dat zy in het geheel niet in den winkel was geweest en hem eenvoudig voor de mal stond te houden. Het meisje hield echter stokstyf vol, dat zy er wel was geweest en daarom besloot de pro fessor zelf nog eens naar den winkel te gaan. ffIs mijn dienstmeisje zooeven hier geweest?" vroeg hy daar. .Neen», luidde het antwoord. .Dat dacht ik wel", zeido professor en ging voldaan naar huis, maar zonder flesch. Daar het meisje echter bleef by hare bewering, dat zy in den winkel ge weest was, zou de professor nu met haar daarheen gaan. Toen zy aan den boekwinkel kwamen hield het meisje hem vast by zijn jas, in de meening, dat hy den verkeerden boekwinkel binnen wilde gaan en nu werd het misverstand opgehelderd. ,Ja, dan heb je geen schuld, nu zullen wy maar weder naar huis gaan' en professor en dienstmeisje gingen terng. Tehuis werd het geval verteld. •En waar is de flesch dan werd gevraagd. .Drommels, die hebben wij vergeten maar ik eet niet verder, voor ik ze gehaald heb*. En weder ging de professor op het pad. Nu kreeg hij de fiesch en met deze, stijf in de rechterhand geklemd, stapte hy huiswaarts. Vlak voor zijn deur werd ^hy door een stu dent gegroet Borelius greep naar zijn hoed en de flesch met huar geurigen in houd lag op de Btraatsteenen. ingezonden. sparing van ruim f 4000 wordt verkregen. Bij de onkostenrekening voor machinale kracht is begrepen een post, groot f650, voor on derhoud .d.w. z. eventueele reparatien) go- durende 90 dagen, dat er kolen worden ge lost. Dat dit bedrag zeer ruim is genomen, zal niemand kunnen tegenspreken. Een be drag aan onkosten van f7 per dag is on denkbaar en mag deze hooge onkostenraming zeker voor rekening worden gelaten van den voorzichtigeti gasdirecteur, die gewoon is do onkostenrekening niet te laag te stellen, waardoor echter de winst in de gemeentekas grooter wordt en ik stel mij voor de onkos ten nooit f650 zullen bedragen, waardoor dus de besparing nog grooter wordt. Als men nagaat, dat liet machinale lossen in Schiedam in 1906 hoeft gekost 35 cent per ton en in 1907 30 cent, terwyl dit vroeger zonder machinale losinrichting 84 een', per ton bedroeg, en de lossing, zooals dte thans hier geschiedt, 90 cent per ton kost, zal men kunnen bogrypen, dat, waar voor de gemeente zooveel voordeel te be halen is, de groote meerderheid van don Raad met de voorstellen van B. en W. is meege gaan, te meer daar het gasverbruik zich nog steeds uitbreidt, dus het kolenverbruik ver meerdert, waardoor de onkostenrekening naar verhouding steeds kleiner wordt. Wat den verderen inhoud betreft omtrent de lichters, die kolen voor de gasfabriek uit Amsterdam zouden halen, waardoor de kolen booten niet noodig zouden hebben bier te komen lossen kan toch niet ernstig gemeend zyn. Een dergelijke lossing zou de gemeente immers veel duurder te staan komen, dan wanneer de booten hier gelost worden. Waar wij mogen verwachteu, dat binnen niet al te langen tyd de fabriek zeker 12<>00 ton kolen zal noodig hebbon, daar zullen de losse werklieden zeker kunnen verdienen, wat zij thans by mechanische lossing moeten missen. Ik achtte het noodig bovenstaade ter ver duidelijking mee te deelen. U, M. de Redacteur, beleefd dankend voor de verleende plaatsruimte. Uw dw. dr. D. H. GRUNWALD. Naar aanleiding van een ingezonden stok in uwe courant van j.1. Vrydag van bet be stuur der vereeniging van losse werklieden Onderling Belang", dacht ik het noodig de daarin genoemde gegevens nader aan te vul len ter verkryging eener juiste bcoordeeling. Toen de mechanische losinrichting in de Raadszitting van 31 Maart 1908 voor het eerst ter tafel werd gebracht, werden er in dat jaar 6000 ton gaskolen verbruikt en zou volgenB die berekening hot verschil tusschen hand- en machinale kracht f695 bedrugen niet alleen, doch er volgt meer. De kolen- loodden toch, die, onafhankelijk van het doar- stellen eener automatische losinrichting, ge bouwd zullen moeten worden, vorderen een bedrag van f 20.000. De rente en aflossing daarvan, bedragende f 1200, zijn mede be grepen in de rente en afschryving der auto matische losinrichting, zoodat de feitelijke be sparing niet is f 695, doch f 1200 -f- f 695 f 1895 by een verbruik van 6000 ton kolen. Het gasverbruik gaat echter enorm voor uit en het is mij bekend, dat dit jaar reeds 9000 ton gaskolen zullen worden aanbesteed, waardoor by mechanische lossing eene be- brommend, soms met knarsende tanden in zichzelf vervolgt. Neen, ze hoort weinig of niets van hetgeen hy binnensmonds zegt en geheel onder den indruk van wat gebeu- zal let ze zelfs niet eens op de steegjes en straten waar zy beiden doorgaan, hy met groote stappen, ongevoelig voor de gevolgen van zyn wilzy byna achter hem aan, ver suft door zijn scherpen toon, moe van 't gaan over glibberige wegen, verdrietig over het verleden, den tyd toen hy haar door honingzoete woorden van liefde en trouw had verleid. Toen was-ie matroos by de K. N. M., matroos met één ankertje op z'n mouw en met een ongunstig gedrag. Maar, goed, toegevend als zo was, kwam het niet in haar hoofd om bijtydsHy beloofde immers het beste, cn dat kleine traktementje, och, dat kon zy makkelyk verdubbelen met wasBchen en werken voor anderen. Stryken? Ze was vier jaar eerste strykster geweest, daar, waar de élite van Amsterdam kwam om boorden, manchetten en overhemden glas hard te laten behandelon De eerste jaren ging dan ook alles naar wensch van beiden. Hy deed z'n uiterste best en zy, 't scheen wel eenB een wed ijver wie van hen het meest kon verdienen en deze welvaart hield eerst op toen hij met een kloin pensioentje den dienst verliet en langzamerhand het jeneverdrinken zyn eenigst genot word om den workoloozen tijd te ver- dry ven. Aanvankelijk was 't één slokkie védr 't middagmaal, maar haast onopgemerkt had deze gewoonte grooter omvang genomen, zóó qrg, dat hij het pensioengeld geheel aan drank verslond en zy voor twee kinderen «met veel moer yver dan vroeger moest ploeteren om .rond te komen" Elk» avond zat-ie aan de ronde tafel te drink» en te zwetsen over Atjch, Lombok, China en andere herinneringen, was gaarne ge zien onder de vaste klantjes, omdat-ie zoo rondborstig gul kon zeggen aannemen 1 voor mijn rekening zóóveel klaartjes." En als-ie dan thuis kwam, vroolyk en laat als de studenten te Leiden of Delft, dikwijls vergezeld cf liever .gebracht* door zyn ge trouwen, dan was het: ,zeg, oüwe, zou je niet 'n beetje voor ons halen Niet? O, dat's niks hoor, dan .verpats* je die branie kragen maar dr is, spie moet er wezen en 'n druppie wil ik hebben, versta-je of anders.' Dan sloeg-ie met z'n vuisten op tafol, dat de kopjes rinkelden, de melkkan omrolde en de suiker uit 't potje wipte. En gaf ze daar nog niet om, dan beukten-ie alles kort en klein, liep dan woest op haar toe om z'n kracht aan haar afgetobd lichaam te beproeven. .Déér, daar, heb je d'r nog een en dadr, nog een toe omdat je je b k houdt en niet eens schreeuwt voor al die patsen en stompen.' Woedeqd stormde hy dan naar de bed stede, waar een jongen en een meisje on schuldig sliepen. Maar dun was zy hom vóór, om wanhopig te beschermen wat zy lief, oneindig liefhad, ondanks do ellende van een leven dat haar troosteloos, onverbidde lijk voortzweepte. 't Regent nog steeds en de grys-zwarte wolken, daar boven in 't luchtruim jageude, schynen gedurig met een massa hemelwater te dreigen, terwyl de wind, iets minder in kracht dan straks, zoo nu en dan gelegon- heid geeft dat al die zwevende plekken tot stilstand komen om zich behoorlyk op te lossen in groote droppels, zoodal de daken, de huizen, de straten gaan glimmen van zooveel nat. In een lange, stille, donkere straat druipt reeds langer dan een half uur het water van een gestapelden inboedel, een hoeveelhèid meubelen, een kachel, beddegoed en andere voorwerpen, zichtbaar onverschillig neerge worpen op de kleine straat, voor do ge sloten luiken van een klein woonhuisje, waur- van de buitendeur geopend is en waardoor het zwakke schynsel van een brandend petro leumlampje de gele steentjes bestraalt. Met veel lawaai komt een kast door de verlichte opening, een fraai gepolitoerde hooge kast, waarlangs de regen terstond begint te parelen, te biggelen als waren die twee gladde deur tjes de wangen van een hopeloos wezen, dut zich uitgeworpen ziet uit don kring waar het zooveel jaren onmisbaar was. Een naai machine volgt, komt met een plof op de matras, die gedeeltelijk over de straatgoot ligt, de doorstrooming verhindert en zelfs een plasje in bedwang houdt. Twee lange kachel pijpen, waaruit de vlokken roet opdwarrelen, vallen met hollen klank naast do gebroken bloempotten, die, gedeelteyk gevuld, een paac geknakte geraniums en een bladerloos, mi plantje hebben verloren, onschuldige natuur kinderen, vertrapt, half bedekt door eer hoopje kleeden en matten, die slapwaterig zwaar nog een verroest kinderledikantje ondersteunen tegen den drang van een klein hellend kastje, waarop de ronde tafel elk Mynheer de Redacteur Beleefd verzoek ik u, onderstaand stukje te willen plaatsen. „Onder menschen". Aangezien in den laatsten tyd door inge zonden stukjes en berichten zoo nu en dan eens een kykje achter do schermen genomen kan worden wat het Loodswezen en de loods- vaartuigen betreft, werd myne aandacht zoo meer en meer gedreven nuar hot leven der mannen aan boord van die vaartuigen. Meermalen was ik in de gelegenheid ken nis te maken met loodsen uit den aard my- ner werkzaamheden te Vlissingen, Rotterdam, IJmuiden en Helder, en ook ooggetuige van menig moeilijk werk, by 't aandoen der verschillende havens. Door het vele schrijven werd ik dan ook geprikkeld eens van bevoegde zyde zoo het een en ander daaromtrent persoon lyk te ver nemen. Niet lang zou myn geduld op proef wordi gesteld. Op een Dinsdag, kort geleden nog, werd de kans my schoon. Reizende met den trein RotterdamHelder, komende station Velsen, ontwaarde ik juist de mannen, in hunne uniform my wel bekend. Ik stapte uit myn coupé 2de klasse, hen volgende by hut instijgen van hun uitgezocht karretje. De Velserbrug overgaande en hun blikk» vestigende op het by de papierfabriek lig gend stoomschip, begon het gesprek over de wederwaardigheden in hun werkkring. Met aandacht en volle belangstelling was ik toehoordernog één oogenblik cn ik waagde my, aangezien de kans my goed scheen, in hun gesprek te mengen. Ik bracht hen terug naar de verschillende ingezonden stukjes, cn op myn vraag of het geen daarin werd medegedeeld waarheid was, werd my geantwoord: .Mynheer, al wat er geschreven is, is zuivere waarheid, nog veel meer zou daaraan toegevoegd kunnen wor den. Wy zyn de inzenders daar recht dank- voor; wij kunnen en mogen zelf niets komen wij nog eens by een chef met feiten, dan wordt het met een Jantje van Leiden afgemaaktdo inspecteur krygt men niet to sproken en die bljjft dus onkundig vun menige verkeerde handeling." Een schipper zou veel in het belang kun nen medewerken, maar die beeft er zelf geen belang by. Zijn verblijf, zijn slaapplaats is behoorlyk gevrijwaard voor alle vuil. Bovendien, om nu eens iets te noemen, de loodsen worden geregeld om do vjjf jaren gekeurd en vaak eerder herkeurd. Die keu ring geschiedt lichamelijk zoowel voor do oogen als voor doofheid. Dit alles blyft voor een schipper uitge sloten, en die draagt toch ook een verant woordelijkheid met zichnu vraag ik u, zyn wy als opvarenden gewaarborgd, als een schipper daarvan vrygesteld wordt Wij loodsen, zeggen menigmaal, als de schipper het niet hoort of ziet, dan zien de gekeurde loodsen het ook niet. Wy zouden u nog veel meer kunnen zog- u in, O. a. over het geven van conduiten en welke personen daarvoor soms gerechtigd zyn willekeurige handelingen, wachtregeling aan boord, enz. enz. Verbeeldt u, een loods, chef der wacht zynde, de verantwoordelijk heid hebbende, heeft vaak niets te vertellen. Het ware te wenschen dat onze superieuren in alle deze dingen eens ingrepen. Wij staan buiten den dienst op hot En- gelsche Kanaal, maar u kunt heel best be grijpen dat het minder aangenaam is om met 16 tot 19 menschen, soms dagen achter een in een hok, waar zoo dagelijks gekookt en gestoomd wordt, dag en nacht te moeten vorkeeren, en daardoor een minder aango- name atmosfeer moet heerschen, die onmo gelijk in het belang der gezondhoid van de opvarenden kan zyn. Inspecteur of commissaris moesten zelf een paar berfstreizen medemaken, dèn zouden zy een beter oordeel over de dingen krygen en in plaats van zulk een vaartuig vol to proppen als haring in een ton, zouden zy op een kruispost, als Dungeness met ver bazend veel verkeer iwaar de menschen menigmaal des nachts geroepen worden uit vrees voor aanvaring, en wanneer die plaats heeft, de helft der opvarenden er by om komt), drie, in plaats van twee schoeners op het Engelsche Kanaal laten varen art. 7 van het Bjjz. Reglement op den loods- dienst geeft hun het recht er toe. Dan zou elke schoener bemand kunnen worden met 8 loodsen, schipper en leerlingen (of matrozen), en zoo worden ingericht, »lat de belangen der volksgezondheid daarmede gehandhaafd werden, in t.et belang der op varenden. Dan zou tevens te allen tjjde loodsen voor Amsterdam in het Engelsche Kanaal aanwezig zyn. Wanneer dan de eerste schoener zyn vol aantal loodsen heeft overgezet, gaat hy naar huis, de tweede daar reeds zynde, gaat aan het beloodsen en de derde vertrekt tege lijkertijd van zyn standplaats, wanthier ging de fluit, en met een .mannen, straks zijn we by moeder', naderden wjj het station Helder. De heeren namen heel beleefd afsoheid van my en stapten uit. Ook ik stapte uit, met het doel voor oogen, dit stukje te schrjjven, en het onder de oogen der belanghebbenden te brengen, hopende dat het succes moge hebben in het belang der mannen, waarvoor myne achting hoog is. U, dankzeggende, mynheer do redacteur, voor de verleende plaatsruimte. Een Rotterdammer. oogenblik kan kantelen. Een geborduurd schilderij, voorstellende .Geloof, Hoop en Liefde" slingert nydig over do vierkante kachel, valt met gebroken glas op den weg om, na nog een vinnige trup, geheel onken baar te rusten tusschen kolenbak en petro- leumkan, die passend by elkander zijn terecht gekomen. ,Nu heb ik genoeg on kan zy de rest houwen maar wacht, dat naaimachine ooet ik niet hebben hierHet merk Singer" wordt buiten gezocht, rinkolt door het ledige voor-vertrek tegen dun poot van een schuiftafel, die byna bezwykt onderden last van een berg kleederen, eenige schoenen en een paar hoedendoozon. .Die koffer, ja, die mot ik nog van boven halendaar heb ik m'n work-bullon in ge stopt, en dan dat zakje met Zondagsche klee ren Laat ik 't niet vergeten, want as ze 't morgen d'r is vond, dun zou ze in d'r vuisie lachen over m n onnoozelbeid om die plumes te vergetenWaar zou ze nou zitten By d r zuster Natuurlyk, en dat krng zal wel zeggenkom maar zoolang hier met je kinderen tot-ie goed en wei vertrokken is met 't bootje laat 'ra stikken, die zuiplap, laat 'm stilletjes gaan en gaan jij met je jongens naar z'n moeder in Rotterdam, die ul lang gezegd heb: as-ie je slaat of verlaat, kom dan maar hierik zal wel voor je kinders zorgen en jjj gaat 'r by uit werkenZy naar Rotterdam en ikmorgenochtend dan fluit-iehu-hu-hu en ik gaan met m'n rommeltje gepakt naar Mokum, waar 'k by m'n pensioentje wel 'n baantje zal krygen. Jongens, wat zal ik daar 'n meheor worden en 'n leventje krijgenas oude vrijgezel zal ik de blom metjes Zou 'r nog 'n huppie in 't fleschie zyneven kjjkenik heb 't gisteren nog voor d'r weggestopt, want as-zo maar wist Ja, er is nog wat in hè, wat is dat goedje toch lekker, 't doet ju van binnen zoo goedjammer, dat 't zoo duur is Kijk er zit nog 'n mondjo in kerel, wat 'n smaak 1Nog oen druppie, zoo, en nou anpakkenalles doen ik in den wagen van den kromme, die me aanstonds komt helpen, 'n goeie knul, 'n liefhebber van hm, hm waarom ook niet Laat 'm drinken hy is vrygezel en dat kan wat lyen Ha, bon je daar, kromme Stap maar binnen, ouwe jongen, t Is hier 'n stal, hè ik wacht al op jo. Hei-je de kar d'r by Mooi zoo. Ja, ik had die rommel nog niet buiten moeten gooien, daar hei jo geljjk in, maar ik werd vaonacht natuurlyk weer af gehaald en thuisgebracht door je weet wol Ze is by d'r zuster enMaar enfin, ik was razend as 'n stier; er zat n Bputje in en daar ligt de boel, drijfnatZou ik 't hier maar niet verpatsen voor 'n fut je, dan kennen we nog een lollig daggie hebben morgen en dan gaan ik met 't nachtbootje in plaats van strakkivs En als hy, by 't aanbreken van den dag, in gezelschap van den .kromme", achter een hoogbeladen handwagen de straat doorgaat, dan zijn in do nabijheid van het nog geslo ten huisje reeds een aantal buren, voorname- lyk vrouwen, by de hand om hot tw< etal na te oogen en de natto inboedel to bokyken met de opmerkingen .Eindelijk heb-io dan z n zin, die slam pamper." Zou-ie hier vandaaan gaan?" Welja, mensch, hy smeert 'm.' Dat ruimt hier op in do straat.' Maar z'n vrouw O, «lat is een knap vrouwtje, 'n werkezel en 'n door-en-door goed zieltje.* ■Ja die was veel te goed voor m, as ie mijn kerel was geweest, dan .Dat kan je nou makkelyk zeggon, joheb 'n goeie vent 'n sulletje, maar zeg je moet zoo n rakkerd maar eens tot je lust hebben .Zouen ze nou voor go»-d van elkaar gaan?" .Natuurlyk, dat huwelyk is vannacht ont bonden; hy gaat naar Mokum en zy naar Rotterdam., «Mokum? M-o-k-u-m? waar ligt dat gat? Daar heb ik nog nooit van gehoord. Niet Dat is Amsterdam, 'n bjjnaam- pie van Amsterdam, zie je." „Daar kan-ie opnieuw op-z'n-poot-spelen hier heeft-ie 't genoeg gedaan, en van nacht ik kon geen oog dicht doen van 't leven; hij smeet den boel op straat, zoo maar in den regenalles is hall gebrokenkyk er ia, daar ligt nog 'n geranium en daar hei-je nog 'n stuk van do koffiekan, en zie eens, 't overschot van 'n schildery, .geloof, hoop en liefde* Wat 'n smeerpoes*, j ,,'t Is een passend stel, hy en do krommo daar gaan ae, den hoek omik mag leien dat ie

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1909 | | pagina 1