In gezon den. M. de R. Ik ben het volkomen met den heer De Geus eens, dat door middel van de pers geen debat moet plaats hebben van Raads leden en bevreemdt het mij ten zeerste, dat de heer De Geus, tegen zijn eigen raadgeving in, znlks nu door zijn schrijven zelf doet. Mijn bedoeling was alleen, hetgeen z e e r d u i d e 1 y k uit rojjn ingezonden stuk was te lezen, een nadere toelichting te geven ter verduidelijking der cjjfers zonder meer. Dankond voor de verleende ruimte, Acht nd, D. H. GRUNWALD. Door den heer W. Biersteker is het navol gende schryven aan den heer A. P. Staalman verzondqp Helder, 15 Februari 1909. Den Heer A. P. Staalman, Helder. WelEdelG. HeerI Tot mjjne verwondering ontving ik tot heden van U nog geen antwoord op mijn schrijven, dd. 21 Januari 1.1. 't Zal mij aangenaam zyn, alsnog binnen 8 dagen van U te vernemen of U het aange boden debat over beginselen aanneemt, terwijl ik zoo vrij zal zijn, bij langer stilzwijgen uwerzijds, het er voor te houden dat U het aangeboden debat irtet aanneemt. Inmiddels hoogachtend, W. Biersteker. Van den heer A. P. Staalman ontvangen wy het volgende ter plaatsing Den WelEd. Heer W. Biersteker Alhier. WelEd. Heer. In dadelijk antwoord op Uw schrijven van zooeven, kan ik niet nalaten U wederkeerig van myn bijzondere verbazing te doen bljjken. Immers op 21 Januari gaf ik U kennis, dat ik nu ontvangst o. a. van het Beginsel program of beginselverklaring, van Uw Kies- vereeniging, U nader zou kennis geven) van myn dellnitiovo beslissing. Bü Uw schrijven vab 22 Januari, gaf U nu als Uw persoonlijke meening tp kennen, dat dit Beginselprogram of deze Beginsel verklaring met het debat tusschen mij en een der Uwen, niets te maken heeft. U houdt my ten goede, dat ik dit antwoord heb be schouwd als een uitvlucht Uwerzijds. Nu ik intusschen bemerk, dat U dit schrijven inder daad als ernstig bedoeld wilt beantwoord zien, bet volgende U vroeg rnjj ,een debat over de beginselen met een der onze n". Gaarne heb ik dat aanvaard, mede omdat ik alsdan zou kunnen kennis nemen van de begiusehn der Heldersche Vrijzinnigen, welke nog nooit zijn geopenbaard en waardoor ik, misschien ontijdig, tot do conclusie kwam, dat de Heldersche Vrijzinnigen eone begln- sellooze party of groep vormen. De politiek, zoo beweert ge in Uw schrij ven van 22 Januari, is aan geen plaats of diBtrict gebonden. Met Uw verlof, Geachte Heer, de Hel dersche vrijzinnige politiek is dat wèl. Immers Uw Kiesvereeniging is niet aangesloten by èènige politieke party en voert dus een politiek, geheel op eigen gelegenheid. Zij moet dus hebben fundamenteels beginselen, die haar onderscheiden van alle andere vrijzinnige Partyen. Waar kan ik nu de formuleering van deze U w beginselen vinden en wanneer zjjn deze duor Uw, allóónstaande, Kiesvereeniging aan- die kennen, voor en aleer met U een debat aan te gaan over Uwe beginselen. Te zeggen: .dat heeft er niets mee te maken is een absolute dwaasheid. Gy zelf wilt spreken over: .Waarom Vrij zinnig en waarom nietChristen-Demokraat?' Gy kunt dat. wjjl mijne beginselverklaring, gedrukt voor U ligt. En ik zou alzoo moeten spreken over: «Waarom Christen-Demokraat en waarom niet Vrijzinnig? terwjjl ik met geen mogelijkheid kan bevroeden, ook niet uit de begiuselloozo houding van Uw Kies vereeniging, wat Uw Vrijzinnig be g i n s e 1 bevat. Zonder geringschatting van de betcekcnis van Uw politieke persoonlijkheid, waag ik het te zeggen, dat het voor de Kiezers, noch ook voor my, van genoegzaam belang is te weten, wat U persoonlijk als de Vrijzinnige beginselen gelieft aan te duiden. De raudselachtige en geheimzinnige Vrij zinnige beginselen Uwer .liberale" Kies- vereeniging moeten wy kennen. Nog eens verzoek ik U daarom beleefd, Schetsen uit de Rechtzaal. Ze wist Met haar spitsig gezichtje tnnrde zij naar den grond, on zjj wiegelde, met vertoon van grooto deernis, 't hoofd hoen en-weer Wie de grjjze, smalle oogen had kunnen zien, zou gemerkt hebben, dat t daarin vonkte van belsch genot. Maar Wies zorgde ervoor, dat d'r vriendin dat niot bespeuren kon. Zy veegde nu en dan met haar zakdoek over de oogen. Het medelyden scheen haar te overstelpen De andere stond by do tafel. Tot haar lippen toe waren wasbleek. Ze klemde de tanden op elkaar. Ze drukte de hand tegen het wild, stormachtig bonzende hart. Wan hoop en matelooze smart vochten in haar met elkander. En nog wou ze niet gelooven .Ze liegen 't zei ze met haar schorre stem. ,Ze verzinnen 't om my te tergen Om te stoken tusschen Han en my 't Is gelogen Vriendin knikte nu weitjes, en een glimlachje speeldo om haar moud. Als ze 't niet zóó zeker, zoo allerstelligst geweten had, dan zou de manier, waarop Jet weigerde to geloovenDat hy, dat haar Hun Maar Wies stond vast in d r schoenen. Had, diep in zich, de veilige rustheid van 't gewisse harer waarschuwing Van tonomstooteljjk-ware dat do vinnige vijandschap van biltere jaloezie, die in haar geleefd had toen dat Hans en Je.tmot elkaar waren en bleven Dat haar woeste, met ijzeren kracht onder schyn-vriendschap ver borgen haat prikkelde, streelde, bevredigde. .Zeg dan toch iets,* riep arme Jet uit, en haar stem klonk na als een smeekende. Ze strekte do handen naar de andere uit Ze smeekte ervoor om iets te hooren, waaraan zij zich kon vastklampen Omdat 't voedsel gaf aan haar twyfelAan hot restje van vertrouwen In den man, aan wien zy, nu ruim een jaar geleden, haar heolo loven, haar toekomst had gegeven Die haar tronwen zou wanneer enkele beletsolen uit den weg waren geruimd Als de familie, vol voor- oordeclen, tot kalmte zou zyn gekomen Zoodat hun in z n zaken, z n winst, niet zou worden benadeeld Ze had hem geloofd En wanneer iets in z'n houdingIets stuggera, iets stroevens, iets weifelend* en verlogcns ook welHaar in don laatsten tijd wel eens ongerust maakte, dan walgde my deze, zwart op wit, toe te zenden, met opgave van den datnm, waarop zy door Uwe Kiesvereeniging zijn aanvaard. Zoodra ik Uw beginselverklaring heb ont vangen, zal ik mij gaarne bereid verklaren tot debat. En wanneer ik deze thans niet ontvang binnen 8 dagen, om nu ook eens een tormyn te Btellen, zal ik 't er voor honden dat de Liberale Kiesvereeniging Helder", geen beginselprogram heeft zooals ik steeds vermoedde. In afwachting, hoogachtend, STAALMAN. Helder, 15 Februari 1909. Mynheer de Redacteur Verzoeke nogmaals oenige ruimte, ter be antwoording van het Bestuur van .Onder ling Belang". -• M. de R., ik ben verplet 1 Niet onder de aangevoerde argumenten, doch onder de grove (ik wcnsch niet te citeeren uit Staalman s woordenboek .Extra Tyding") onwaarheden, welke dat bestuur zich durft permiteeron. 1. Niets is aangevoerd tegen het bekend zijn van de leden met bet streven van 't toenmalig bestuur, om te komen tot bonds- formeering op den grondslag van het bestaande H B. Reglement. M. de R., gelieve het volgende eens zeer duidelyk af te drnkken: .Als hier sprake is van een revolution- nairen grondslag, dan hebben do vcreeni- gingen O. B te A'dara, O. B. te den H. en Wilhclmina te Ii'sluis, steeds op dien grondslag gestaan, want het H.B.-r qjloment is by het begin van onze organisatie tot stand gekomen, mitsdien zyn alle voor gaande bestuursleden revolutionnairen, waaronder ook een groot gedeelte van het tegenwoordig bestuur te dezer plaatse." 2. Niets is weerlegd omtrent de behande ling en de aanneming der Bondsstatuten. en het daarop aanvragen der Kon. goedkeuring. By het uitbrengen van myn verslag over het verhandelde op de Bondsvergadering van 11 April 1908, heeft niet één lid het ver langen te kennen gegeven, met de aangeno men Statuten nader in kennis te worden gebracht, omdat de strekking van het H. B reglement aan de meostcn hunner bekend was. Indien op het revolutionaire, belichaamd in de aangenomen Bondsstatuten, nog verder door het bestuur mocht worden ingegaan, dan verzoek ik de Redactie beleefd, die sta tuten alsdan te willen afdrukken. Mjjne conclusie nemende, kom ik tot het volgende En daarom een Bond bestaat en heeft altyd bestaan en mitsdien heeft de Voorzit ter van A'dam absoluut het recht, als Bondsvoorzitter op te treden. Zyn optreden als Voorzitter grond zich op meer en beter recht, dan het optreden van Staalman als Voor z.-S e o r.-A d- viscur, want dit r o c h t is gegrond op nog geen 4e gedeelte van het aan tal 1 c d o n van O. B M. de R., w a a r h e i d j e 8 en g r o v o onjuistheden strijden in hun stuk om den voorrang; daarmede in verband de volgende vragen: 1. Van welke organisatie zyn de Veroeoigingen te A-, den H. en H'slnis dan toeh wel afdeelingen? 2. Wanneer door mij de juiste uitga ven van die gewraakte vergadering op Zaterdag worden opgegeven en minder dan f 100. blijken te zyn, wil dan het bestuur bekend maken waar het overige gt-deelte isgeb even en mocht die bron gevonden worden, is zy dan bereid dat over schot to storten in de kas van „Liefda digheid naar Vermogen?'-" (Het bestuur verklaarde pertinent deze kosten op minstons f100. 8. Wanneer die conferentie met H'sluis te R'dam bad door gegaan, zou dan Staal man met eeu abonnement op den Spoorweg zijn maag hebben gevuld, óf nam hy zijn brood in een k o r s t j e s- zakje mee Kreeg hij bovendien geen vergoeding voor zyn aan dat doel besteden tijd 4. Heeft Staalman nooit geen enkele belooning van de Vereeniging O. B. aangenomen? 5. Waar blyft myn loon en myne voorgeschoten gelden? Antwoord hier nu eens op, dankbare, bravo en eorlyke zoogenaamde Christo- lyke arbeidors-bestuurs-1eden van oen Neutrale VakvereenigingI M. de R., aan gevleugeldo woorden als algemeen belang van cn met name voor deze gemeente, wil ik my niet schuldig maken die zyn goed voor iemand, die vermeent in hoogero sfeeren te zweven,"van waaruit hy het recht meent te hebben iemand onscha delijk to maken, door op hem het r o o d e stempel te drukken óf in te deelen by r e v o- lutionairen. Zeer waarschijnlijk denkt het Bestuur van O. B,, mij hierdoor den moud te snoeren (in figuurlijken zin), doch dan kan ik hun wèl verzekeren, dat zy den plank geheel mis zyn Een feit is het echter, dat het bestuur door den inhoud van zyn stak getoond heeft, nog op een zeer laag peil van opvoe ding te staan en ook dat, wie durft raken aan Staalman en zyn aanhang, wordt uitge maakt als sprekende onwaarheden enz. enz., al doet men zulks op rechtsgronden, die echter weggedoezeld wordenterwyl zy op hun beurt, poseeren als de vertrapte on schuld. Ten slotte, M. de R., dringt nog iets in myn brein op den voorgrond, hetwelk de dankbaarheid van De Waard, tegenover don de werklieden goedgezinde Ministers, volko men kenschetst. Wy leefden in 1905, het verkiezingsjaar voor leden van de 2e Kamer der Staten-Generaal, dat op een avond De Waard zich te mynen huize vervoegde. Gij zult zeggen, lezers, dat deed hij waarschijnlijk meer en dat is dan ook zoo, maar nu had hij daarmede eene byzondere bedoe ling. Tot goed begrip van een en ander het volgendeDe Waard en Van Brederode zaten deBtyds beide als leden in de G. V. V. niet alleen, doch vertegenwoordigde daarvan het Bestuur (voorzitter en secretaris). In verband nu met die functie, zou men geneigd zijn te veronderstellen, dat door hen eenigen invloed op de werklieden, waarvan zy de vertrouwen8-manncn waren, zou kunnqp worden uitgeoefend, althans dit werd ver ondersteld door den WelEd. gestr. heer Moorrees, luit. ter zee le kl., toenmaals dienende aan boord van Hr. Ms. „Marnix' Genoemde heer wendde zich in vertrou wen tot De Waard, bouwende op zyn dankbaarheid tegenover het vele goede, dat door Zijno Excoll. den Minister van Marine, Ellis, voor de werklieden was tot stand gebracht, of hy (De Waard) zyn in vloed op dc werklieden wilde aanwenden, om eene eandidatuur van Minister Ellis voor dit district niet alleen mogelyk te maken, doch ook te trachten hem uIb afgevaardigde gekozen te krygen. Waarin bestond nu de heerlijke gave van het op prijs stollen van dit ver trouwen en do dankbaarheid van De Waard Hierin lezers, dat hij boide heeft verraden!! Dat was de byzondere bedoeling van zijne komst ten mynent. Hij had daarin blykbaar ook myne hulp uoodig. Dit is de eenige maal dat ik mij heb ge leend tot het verrichten van h a n d 1 a n- gersdiensten en waarvan my heden ten dage nog leedgevoel bekruipt. Doch tér zakeDe Waard deelde my mede, met welke middelen (het worken op zyn gevoel van dankbaarheid) ge noemde heer hem had trachten over tc halen voor bovengenoemd doel. Hy trildo van verontwaardi ging hiervan (en van walgen heeft de man zeer veel lasten rustte niet voor en aleer ik myn jas aangetrokken had, ten einde met hem tc gaan naar Staalman (hiervoor gevoelde ik zeer weinig, om niet te zeggen nihil) om. dezen laatsto d e e 1- genoot van het door een ander in hem gestelde vertrouwen te maken. Met het natuurlyk en bekende gevolg in .Extra Tyding' Als de vos een passie preekt, boer pas op je ganzen! Na vooraf aan het Bestuur van O. B. den welwillenden raad te hebben gegeven toch vooral by do opgewekte en vastberaden I gang, Staalman mede te nemen, teneinde, i uls zij komen te struikelen of vallen, hy in staat is hen tegen te houden of op to rapon, wil ik het hierbjj laten. U, M. do R., beleefd dankend voor de j verleende plaatsruimte teeken ik Hoogachtend, D. VAN BREDERODE. ond-Secretaris O. B. Lezing Oosterbaan. Naar aanleiding van een opmerking in onderstaand stuk, geven wij den heer Boon toe, dat het den schijn had alsof wy met opzet dc repliek van den heer Oosterbaan hadden weggelaten. Indien hy echter op de boogto was met de wijze van drukken van ons blad, dan zou hy hebben toegegeven, dat wy toen geen grooter plaatsruimte aan hot toch al uitgebreide verslag konden inmiraon. Om hem genoegen te' doen zullen wy nu zyn (aanvullond) verslag hier laten volgen M. d. R. 1 Naar aanleiding van het verslag van de openbare vergadering van „Vaderland en Oranje", zy het my vergund dón kleine optnerking to maken. Tot verwondering van velen noemde dit verslag wel de beden kingen en opmerkingen van de verschillende debaters, inaar was niets opgenomen van de repliek van den heer Oosterbaan. Al iB dit gewis de bedoeling niet, zoo laadt toch dit verzwygen een schijn van partijdigheid op zich. Om nu die schijn weg te nemen, acht ik een kleine aanvulling niet onnoodig en ook niet zonder belang, nn de hr. Oosterbaan zich genoopt zag in zijn antwoord op te komen voor de eer van niemand minder dan Calvijn cn tevens met nog meer klem het goed recht der christelijke school moest be pleiten. Daarom vertrouw ik dan ook, dat U onderstaande regelen wol in Uw blad zult willen opnemen. Zy zyn niet geschreven om verdere re pliek uit te lokken, maar bedoelen alleen een aanvulling van het verslag te geven en daardoor aan den eisch van biilykhcid en onpartijdigheid te voldoen. Na de verschillende debaters kwam de heer Oosterbaan weer aan het woord. Met nadruk wees hij op de grove vergissingen op historisch gebied, die de eerste debater, Dr. Albada, gemaakt had. Neen Zwingli was geen liberaal, maar wel degelyk een der Hervormers evenzeer als Luthcr cn Calvyn. En hoe van deze laatste kon gezegd worden, dat hij zoo velen naar den brandstapel ge zonden had of in gevangenissen opgesloten, was spreker een raadsel. Wel konien Calvyn's tegenstanders altyd met de geschiedenis van Servet, ofschoon Calvyn's schuld in dezen verre van historisch zeker is, maar van éón ander goval ook maar hebben zy nooit ge schreven of gesproken. Ook is Calvijn niet opgotreden tegen de Liberalen (die er niet waren,, maar tegen de Libertijnen, een bende loszinnige en losbandige lieden, die alle wetten met voeten traden. Ten zeerste raadde spreker dr. Albada aan eens te lezen het werk Libertijn en Calvinist", geschreven door prof. Naber, die, ofschoon een overtuigd liberaal, zich iu dezen geheel aan de zy de van Calvyn schaart. Aan den heer Verstegen werd ten ant- woord gegeven, dat bij het Kamerdebat over i do werkeloosheid de heer Troolstra niet zulk een mooie rol gespeeld had. Zyn eigen partij- genooten als Dr. Gorter en ook de Duitschc „Vorwarts" hadden zjjne houding ten zeerste afgekeurd. i üok vond spreker het vreemd, dat een sociaal-democraat, die immers altyd voor de kleine luiden opkomt, zoo smadelyk kon spreken van een voormalig barbier, die nu tot burgemeester benoemd was. Maar de lin kerzij schynt maar niet te begrypen, dat het billijk is, dat ook andoren dan hun partij- genooten benoemd worden. Daarna beantwoordde de spreker de be denkingen van den heer Rusting. Zeker het is een eero voor dc voorstanders van het i Chr. Onderwys, dat zij zoovele millioenen daarvoor geofferd hebben. Wat hebben de leden van den Bond ooit voor hun scholen geofferd? Onverdraagzaamheid zou de bij zondere school kweeken. Onwaar, want juist blykt telkeus in het leven, dat zy, die een welgevestigde overtuiging hebben, het ver draagzaamst kunnen zijn tegenover anders denkenden. Ook kan verdraagzaamheid niet geleerd worden op do school, zij zetelt niet in het hoofd, maar in het hart. Wat zou anders ook der openbare school in dezen een verwijt treffen, want geen party is de vorige eeuw zoo onverdraagzaam en lyranniek ge weest als de Liberale partij. Maar wat is de kwestie? Wy willen niet weten van neutraal onderwys. Een uwer voormannen, steeds een strijder voor do openbare school, de heer Hubregtse, heeft aan 't eind van zyn loop baan erkend, dat neutraal onderwys een on mogelijkheid is. En nu laten wy u het recht uw kiuderen naar uw school te zendon, maar wy eischen voor ons het recht op, om onze kinderen naar de Chr. school te zenden. Wij willen hun geven het beste voedsel en de beste kleeding die te onzer beschikking staat, maar dan nog veel meer dat onderwijs, dat naar onze innige overtuiging het beste is, omdat het hun leert dat het beginsel van alle wysbeid is gelegen in de vreeze des Heeren. Wy doen dit omdat wy dit beloofd hebben reeds bij den doop onzer kinderen, dat is ons recht maar tevens onze dure ver plichting en ik ontzeg u, mannen van den Bond. het recht u te plaatsen tusschc ons en onze kinderen. Die kinderen, het zyn de onze en wy hebben zo op te voeden en wel op te voeden in de vreeze en vermaning des Heeren en daarom eischen wij en blyven voor hen eischcn Christelyk Onderwijs. Ten slotte hield spreker tegenover den heer Staalman staande, dat nu de tijd voor andere parlyformatio nog niet gekomen was, maar dat de rechterzijde moest blijven samenwerken om hare rechten te handhaven en te ver dedigen. Met dank voor de plaatsing, J. C. BOON. Helder, 15 Febr. '09. Uit den Omtrek. Texel, 15 Februari. Donderdag j 1. waren eonige blazerschuitjes op ongeveer 3 uur beoosten Texel. By het naar don wal zeilen kwamen alle over een ondiepe plaats, behalve de T.X. 17, schipper G. Plaatsman. Door den feilen Oostenwind viel het water Bterk, zoodat het scheepje niet weg kon. Den volgenden dag zat het vast in het ys, en de bemanning, vader on twee zoons, wist langs zeer moeielyken weg te voet den wal te bereiken. Zondag is het vaaatuig door twee andere blazors bcvryd en behouden in de haven binnengebracht. De afdeeling «Texel" van het „Witte Kruis" telt thans 625 lodeD, of 184 meer dan een jaar te voren. Tot secretaris is her kozen de heer L. J. Kikkert te Den Bnrg. Tot bestuursleden op dc andere dorpen zijn gekozen de heeren C. J. Roeper (Waal), JVI. de Waard lOndeschild), M. Kikkert (Ooster- end), C. Kuip Jr. (Koog), K. Kuiper (Den Hoorn) en P. Stoepker iKierland) in plaats van de aftredende en niet herkiesbare leden de heoren J. de Jongh, Pastoor Zoetmullcr, J. Daalder Dz., J. Mak, Q. Huijser en D. Dros. Het nieuwe gesticht van Weldadigheid, een sieraad voor Den Burg en een zeer doel matig gebouw voor de verpleegden, is j.1. Vrydag door hst Bestuur der Gemeente over gedragen aan het Armbestuur met een keu rige toespraak van den Burgemeester. Hulde werd gebracht aan den ontwerper, den heer Krynen, en aan den aannemer P. Zoetelief. Wieringen. .Harmonie" gaf Zaterdag en Zondag j.1. haar tweede uitvoering, de eerste avond voor ougfhuwden, de tweede voor gehuwde kunst lievende leden. Beide avonden was een talrijk publiok opgekomenhet programma bevatte een zevental muzieknummers en het tooneelspol: »'t Was maar een loods" werd flink uitge voerd, de muziek getuigde van yverige studie, evenals het tooneelspel waarin zeer moeilyke rollen voorkwamen. Het waren beiden zeer gezellige avonden en zeor zeker keerden alle bezoekers voldaan huiswaarts. Zondagmorgen werd het lijk van een der op 5 Februari j.1. verongelukte visschors n.1. dat van Jan Bais Jbz. gevonden, lig gende nabij den djjk van Polder Waard Nieuwland. Het is naar de woning der oudera vervoerd en Dinsdag te Westerland ter aarde besteld. Anna Pauiowna. Zondagmiddag 14 Febr. vergaderde .Lief dadigheid naar Vermogen* in Veerburg. Na opening der vergadering door don beer D. C. Rezelmun, lezing en goedkeuring der notulen, las de voorzitter een schrijven den heer J. Oostra, waarin deze bedankt voor lid en bestuurslid der vereeniging, we gens vertrek uit de gemeente. Tevens be dankt mevr. Oostra voor wykcommissaris. Besloten wordt den heer Oostra schriftelyk te bedanken voor het vele, dat deze voor de vereeniging heeft gedaan. Uit de rekening en verantwoording van den penningmeester, den heer C. Huiberts, blykt dat er 1908 is nitgegeven f541,14, dat is f 305 meer dan aan contributie is ontvan gen. Op 1 Januari 1909 bezat de vereeniging nog f 105.86. Do bescheiden, gecontroleerd door de heeren R. Dekker en K Appel, wer den volkomen in orde bevonden, waarna de de rekening, onder dankbetuiging aan den penningmeester, werd goedgekeurd. Door den achternitgang der finantiën werd besloten het verstrekken van versterkende middelen tot het meest noodzakelijke te be perken en te trachten het ledental nit te breiden. Hiertoe zullen de wykcommissaris- sen medewerken, terwyl in het vervolg het bestuur elke maand eenmaal zal vnrgaderen om de uitgaven met de kas in overeen stemming te houden. Uit het jaarverslag van den secretaris blykt, dat op 1 Januari 1909 de vereeniging i68 leden telde en dat in 1908 veel hulp is verleend aan herstellende zieken, door het verleonen van melk, eieren, vleesclk en wyn. Tot bestuurslid werd her kozen de heer Jb. Bakker, die de benoeming aanneemt en gekozen de heer H. Visser, die de benoeming aanneemt voor een jaar. Tot wyk> ommissarissen werden herkozen de heeren K. Appel, C. Tysen, A. de Graaf en mej. Van IJzendoorn en gekozen de dames A. J. Sipman cn T. Koster—Rozelman. Bij de rondvraag informeert de heer A. de Boer of de vereeniging nog f 15 subsidie aan .Gezinsverpleging" geeft. Voorzitter ant woordt, dat het bestuur van meening is, dat niet meer te moeten doen. Aldus wordt met algemeene stemmen besloten. De heer H. Visser vraagt of 't niet wenschelyk zon zyn, subsidie aan 't gemeentebestuur te vragen Voorzitter antwoordt dat de vereeniging voor dit jaar nog geld genoeg heeft en vertrouwt, dat de financiën door den voorgestelden maat regelen wel beter zullen worden. Hierna sluiting. Dr. Toxopeus, predikant by de Nederl. Herv. Gemeente, komt als no. 2 voor op 't twaalftal to Bellingwolde, prov. Groningen. Aan bergloon voor het hout, afkomstig van de „Roma", is in deze gemeente uitbe taald ruim 2200 gulden. Jet van zichzelve Dat ze laag, verachte lijk, gemeen genoeg was om hem, tegenover haarzelve, te wantrouwen- Ze wist wel dat hy een zwakkeling was, - week, slap van kurakter, een, die door opwelling beheerscht wordt en dien men zoo gcmakkelyk, zoo licht kon leidon, voegen naar Uw wil, vooral wan neer men er door streelde wat hem aange naam was. Toen zo Han begon to zien als zoodanig, had haar grooto liefde voor hem een knukje er door gekregen Maar in haar was, toen, zoo opbloeiend een zacht, teer, haast moederlijk gevoel van hem te beschermen, te helpen, te steunen, en dat had haar nog meer dan vroeger aan 'm doen hechten. De vrouw van resolute kordaatheid had, wel eens geglimlacht om zijn onbeholpen weifelen Hinken op twee gedachten Maar toen had 't in haar gezegd. Je kunt hem zoo nattig zyn, aanvullen wat m nu nog ontbreekt aan kracht van wil, van doorzetten Totdat zijn karakter niet gevoegd heeft naar die leiding en 't beste in hem door Uw invloed zich ontplooid heoftJet kon in hem niets van gebreken zien. Zo geloofde dat haar Han ook wel een flinke kerel was, maar de opvoeding van zyn bekrompen, pietluttige, nuargeestig-ouder wetsclie ouders had t beste in hem onder drukt... Dat zou zy, Jet, nu wéér opwekken. En dio taak vond ze zóó heerlijk, dat zy nog gelzkkiger dan vroeger was door hun altyd samenzyn. Dat ze nog mindor dan vroeger verlangde naar de familie, de kennis sen, de vriendinnen, die haar in den steek hadden gelaten, den rug hadden toegekeerd, vanwege haar .wilden echt' met Han do Voogd, den zoon van brave, gegoede, recht schapen, door-en-door net-fatsoenlijke men- schen Zy, zelve meisje van beschaving en nit behoorlijken kring Je weet toch heol goed zei Wies, de vriendin, en savoureerde zy haar eigen woor den, Jet strak aankykend, dat ik me nooit aan de wereld gestoord heb hó Als je eens wist... Als jo wist... Wat ik heb moeten hooren van moe en van Kees, en van oom Anton Van allemaalDat ik by jou aan buis kwamOom Anton liet me weten, dat-ie me verder niet weer verkoos te ontvangenEn moe heeft 't eens op d r zenuwen gehad, zoodat Kees dol word van njjdigheid en zoo hard schreewde dat zyn zuster net zoo'n slet was als d'r vriendin Wies hield op, want de andere word ver- radelyk bleek. Die had, gedurende de marte ling, in baar zakdoek zitten byten om niet uit te brullen, te balderen de pjjn, die haar werd berokkend door de giftige woorden Maar nu zag vriendinneken kwam er onheilspellende vaalheid over Jet d'r wangen en gravw was de tint van haar voorhoofd. Zy sprong op, vriendin van do wondende, giftige troostwoorden, en waschte Jet met water-en-azijn. Durfde, voor 't oogenblik, niets meer zeggen Toen kwam Jet bij. Ze zoende baar en beloofde straks terng te komen Misschien tegen den avond Als Han weer rtaar 't kantoor was Zij drukte de yskoude hand der arme vriendin. En zy ging, toen, haastig wegwant ze wou voor geen geld ter wereld, nu, Han de Voogd ontmoeten Toen hy thuis kwam, om koffie te drinken, lag zy op de canapé, met 't gezicht naar den muur toe. De bandon vóór het gelaal gedrukt. Hy lette er eerst niot op. Hy dacht, dat ze voorbyguand hoofd pijntje of zoo zou hebben Hij begon koffie in to schen ken. Zich broodje te smeren, 't Bordje tegenover hem, aan tafel, bleef onaangeroerd. Zeg, Jet* zei hij eindelijk, halt-hopend dat ze maar slapen zouWant in hem was 't niet kalm, niet gerustHij had een bang drukkend voorgevoel van iets, dat op komst was Zeg Jet, ben je niet lekker? Eet je niks Jet zei geen woord, maar toch was ze wakker merkte hy. De lust om z'n broodje verder op te peuzclon, verging 'm. Hij schoof op z'n stoel heen en weerLiot 't ei, dat-ie wou gaan pellen, over de tafel rollen, stond toen opGing naar Jet toe. Boog zich over haar heen Deinsde terugTwee koude handen hadden zyn polsen gegrepen. Twee wilde oogon staarden hem uan Hij zag een wit vrouwengelaat, waar de losgewoelde bruine haren om zwierden, dwarrelden Z(j tuurde en zy keek Zo doorboorde z'n oogen met haar blik en poogde te schouwen tot diep, diep in z'n zielMet de ragfijno tastzin dor vrouw, in wie alles siddert aan komend leed Wier liefste dreigt vermorseld tc worden Hy was niot bestand tegen dien blik. Hy ontweek hem. Hy trachtte zyn polsen te bevrjjden Hij wist nu, dat ze wist I Alles wistEn zij, Jet, bleef, met ijzeren greep, z'n polsen vasthouden, t Vuurde, 't dreigde in buar wilde oogen Ze wou du wetenLezen in die zielEn ze liet hem, plotseling los. Bleef zitten op de canapé. Woeleud door de losgeraakte haren. Wryvend over haar schedel, alsof ze wou temperen wat daar giug schroeien Ging folteren mateloos wee Ze zag hem aan en t om hnlp, om erbarming kermende, dat in die oogen kwam, trof hem Hij behoefde niets te zeggen, maar hy was bang voor baar, Han de Voogd. Ze had in dit jaar zeker overwicht op hem ge kregen, cn dat uitte zich nu iu angst, in bleue schuwheid van karaklerloozen zwakke ling. Hy durfde baar niet aanzien. -Ik zal wat halen voor je hierover, by den apotheker' mompelde»by. Je bent zoo opgewonden Als je als jo precies weetEn hy ging de deur uit. Liep snel de straat Keek nog oeus om, of zo hem misschien achterna liep Sloeg een zijstraat in Ging een café binnen, waar hy heelemaal achteraan, waar je 'm niot van de straat af kon zien zitten, een plaatsjo nam Praatte zich in, dat 't het bost was om Jet maa laten kalmeoren; te laten bobuilon Voor geen goud ter wereld zou hy, nu, terug zijn gegaan naar d r toe. Een kennis van 'm stond te biljarten. Was net-precies klaar met zijn vijftig punten. Streek by hem neer. Han was heel beroerd van de scène. Had anders niet de gewoonte om zoo vroeg te borrelen maar bestelde er nu een om op verbaal te komen. Hy en de kennis van het biljart gingen rustigjes zitten praten. De ander hield er een jolig-luchlige beschouwing van dingen op na Och wat zulke perkara's heeft men nu eenmaal als een mensch .solide gaat worden. Han moest tooh niet zoo tragisch opnemen Was die nu heelemaal gek, of een groentje, ondanks zyn twee-en-dertig jaren „Dit meisje van jou is een aardig goudvinkie! riep de kennis van 't biljart uit maar kerel, trek toch niet zoo'n doodgravers-snuit Je laat alles zooals t is. Je trouwt kalm je krijgt do duitjesJe laat Jet in d'r woning Alles blyft by 't tegenwoordige Als Jet weet dat je allos laat by 't tegen woordige Sapristi, over drie dagen vindt se je den patensten kerel van de wereld,— geloof mei Even had 't Han gezegd: Die kent Jet nietDie weet niet, dat zeMaar hij pakte nog een borrel. Han begon zichzelf belachelijk, een joggie te vinden Hy zag nu de dingen, den heelen toestand anders in, rooskleuriger, leuker, geruststellend. Hy vroeg blanco briefpapier en enveloppo. Volgde advies van biljart-kennis Schreef Jet een brief van drie kantjes Vliegens vlug Ziet een kruier roepen Had 't epistel nog eens willen overlezen, maar vrind, die hem van ouds kende, trok hem 't papier uit de hand. Riep «Vooruit! Weg ermeê I* En terwyl de kruier naar Jet d'r woning liep, gingen Han en de café-kennis, een partytje van vyftig spelen... Dat zou 'm opfrisschen 1 Zy stond dien middag op 't punt om weg te gaan. Zy had den brief van hem, van Han, gesloten ec op den schoorsteenmantel gelegd. Zy peuterde aan een knoopje van haar handschoen, dat maar niet dicht wou En verbaasde cr zich zelf over, dat zy nu, met dat wat onherroepelijk by haar vaststond in 't vooruitzichtTerwyl io over een uur Over een half uur misschien. Dat zy nu met zoo'n handschoen in de weer was Zuchtc er zelf over, maar kón niet andersToen werd er gescheld. Bracht de kruier den brief van Hun Toen las zy. Kwamen haar de woorden vóór dc oogen dat «niets immers behoefde te veranderen' Dat ,zy voor elkander bleven wat zij geweest waren, dat gansche jaar, ondanks en ook na dit huweljjk met die andere, onvermijdelijk voor zyn zaken; waar vergrooting van kapitaal voor noodig was. Anders zou hy Wel driemalen las z|j die woorden over. En toen kwam haar ook vóór den geest dat woord van Wies, haar vriendin, van dien ochtend. Zo had moeite Jet, om te begrypen, nu, den zin dier woor den, precies, want 't was dof in haar hoofd geworden, alsof iem ind er een slag op had gegeven, waardoor iets gebroken was in haar hersens Maar >|j nam don brief voor Han, dien zy straks geschreven had, van den schoorsteen mantelverscheurde hem met felle grijp vingers en duwde de snippers in haar sak. Toen met Han z'n brief in de hand ge Bnrgerlijke Stand der gemeente Texel. Van 7 Febr. tot en met 12 Febr. 1909. GEBORENArie z.v. Pieter Huizinga en Dieuwertje Schaap (den Burg) Jan z.v. Johan- nes Gieles en Dienwertje Kuiper. ONDERTROUWD: Leendort den Braven en Krina Knol (Eierland). GETROUWDJan Witte (WeBtergeest) en Johanna Cornelia Witte (Spang1. OVERLEDEN: Geone. Levenloos aangegevenéén. Kijkjes uit mijn venster. In 't voorbijgaan. Als je vroeger zoo eens langs de Spoor- gracht ging en je kwam dan aan den hoek, waar het bordje .Vischmarkt' je aandacht trok, dan Laat ik echter zw(jgen over het verleden en liever opmerken, dat in het heden, de omgeving daar aanmerkelijk is verbeterd. De onregelmatige beplanting van toch niet-groeiende boomen is verdwenen do oppervlakte, eens een modderveld by uitnemendheid, ligt nu droog door de flinke verharding, natuurlijk in 't belang van het verkeer en zoodat ook de Heldersche school jeugd uit die wjjk volop kan draven en stoeien de oude schutting, voorheen armoe dig afstekende by het daaraan gesloten fraaie schoolgebouw, bestaat niet meer en is ver vangen door eéne nieuwe op den voorgrond zyn de overgebleven boomen op afdoende wyze beschermd door een eenvoudig hek, dat vandaag of morgen door de schilderkwast een beter aanzien zal krijgende vaste grond daarbinnen is zelfs onderhanden ge nomen en door dezen zichtbaar omgewoelden toestand zullen wc in de komende zaai- en groei maanden van een nieuw, frisch loven getuige zijn Wie lacht daar over het vooruitzicht van een aardig, lief plekje aan de Spoorgracht In den spjjkerharden grond, te midden van een aantal stumperigo boomen, prachtige vergeet-my-nietjes, heerlijk riekende rozen, zachtkleurige teóre viooltjes, perken van allerlei snhoone bloemen, planten en jonge boompjes Jawel,'kan je begrijpen, we zullen uw ge- gedachten eens even ontnuchterenvan dat alles komt niets, heelemaal niets, verstaan 1 Zoo'n hof van alles en nog wat, zoo maar aan den weg Ha I ba ha 1 van do dikken en gullen, Hil hi I hi 1 van de mageren en scherpen. Pp pp ppoetsj van degenen die zich oumogelijk kunnen goed- houden. Vroolijkheid rechts, links, medelyden hier, daar en ginds, schouderophalen van velen, naar 't voorhoofd wyzen van sommi gen De hilariteit is bedaard en van het kalme oogenblik willon wo gebruik maken om nog eens even te doen uitkomen, dat or aan de Vischmarkt in den laatBten tijd heel wat is verricht om de oude indrukken zoo goed als to verdringen door het geheel een ander aanzien te geven, maarnu men toch zoo actief bezig was, had ik in stilte gehoopt dat er wat meer zorg zon besteed zjjn ge worden aan den voorgrond. Met een handje geld had de gemeente daarvan wel iets an ders kunnen achapen. Of is het gras zoo vreeselijk duur, het gras waarmee men zoo eenvoudig, maar niet minder sierljjk kan aanleggen als wat groene planten en jonge boompjes daarbij worden gevoegd, zonder te denken aan kostbare bloemen Zoo'n eenmaal aangelegen plek aan den openbaren weg kan jarenlang meedoen en beslist afgesloten voor het publiek, doch vooral niet vergeten voor geregeld onder houd is zy dan ongetwyfeid een aanwinst voor de verfraaiing dezer gemeente, waar toch waarlijk geen overvloed vau natuurschoon wordt aangetroffen en waar zeer zeker nog zooveel tot stand dient gebracht te worden om de aantrekkelijkheid al meer en meer te verhoogen. klemd ging zjj de straat op. En wie haar nu zag en een uur geleden had geobserveerd, die zon allicht gezegd hebbenMaar dat is een andere vrouw 'n Héél andere. En in menig opzicht zon zij gelyk hebben gehad U schijnt* zei do rechter-commissaris, die de inBtructic had te voeren in do ernstige zaak van poging tot vergiftiging, reeds ten deele gelukt. «U schynt den ernst, de betee- kenis van het misdrijf, waarvan gy beschul digd wordt, niet te besefièn De vrouw, die tegenover hem zat, knikte even met het bleeke, vermagerde hoofd en de koele, wat-droevige oogon ran levens moede Zeker wel, zij begreep 't beat Jet wat zjj beproefd had, dien avond van den briefMen weet welToen 't haar gelukt was, vergift ergens te krygen Tegen de muizen in haar woningVergift, dat bestemd was om Han, als-ie weer koffie kwam drinken ,Gjj bekent dus ten volle uw misdryf vroog de rechter-commissaris, na enkele oogenblikken. Zy knikte nogmaals. Zonder een seconde van weifelen. ,En hebt g|j er geen berouw van vroeg Z.E.A. Toen kwam er een smadend, modelijdend schamper glimlachje op het gelaat der vrouw... Ze durfde lachen. De rechter werd rood van-drift. En de griffier keek haar aan met fel-verontwaar- digde oogenEene krankzinnige of een redelijk monster, zooals Maar de verdachte bleef nog glimlachen. En trotseerde den blik der beide leden van de magistratuur Rechter en griffier keken elkaar eens even tjes aan: Wat zeg-je me van zoon... Maar 't deerde, 't krenkte de beklaagde niet. Die wist wel wat haar glimlachje beteekendo Geen cynische onverschilligheid van redelijk- verstompte Maar welWat 'n vraag tegenover het onpeilbare ljjdentegenover do onduldbaro zicle-foltoring, waarvan ik langzaam maar zeker bezwijk Wat de scherpe blik van den rechter heelemaal niet schynt te bespeuren Daarom glimlachte ze MaItrb Corbeau.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1909 | | pagina 2