In gezon den.
M. de R.
Ik ben het volkomen met den heer De
Geus eens, dat door middel van de pers
geen debat moet plaats hebben van Raads
leden en bevreemdt het mij ten zeerste, dat
de heer De Geus, tegen zijn eigen raadgeving
in, znlks nu door zijn schrijven zelf doet.
Mijn bedoeling was alleen, hetgeen
z e e r d u i d e 1 y k uit rojjn ingezonden stuk
was te lezen, een nadere toelichting te geven
ter verduidelijking der cjjfers zonder meer.
Dankond voor de verleende ruimte,
Acht nd,
D. H. GRUNWALD.
Door den heer W. Biersteker is het navol
gende schryven aan den heer A. P. Staalman
verzondqp
Helder, 15 Februari 1909.
Den Heer A. P. Staalman,
Helder.
WelEdelG. HeerI
Tot mjjne verwondering ontving ik tot
heden van U nog geen antwoord op mijn
schrijven, dd. 21 Januari 1.1.
't Zal mij aangenaam zyn, alsnog binnen
8 dagen van U te vernemen of U het aange
boden debat over beginselen aanneemt, terwijl
ik zoo vrij zal zijn, bij langer stilzwijgen
uwerzijds, het er voor te houden dat U het
aangeboden debat irtet aanneemt.
Inmiddels hoogachtend,
W. Biersteker.
Van den heer A. P. Staalman ontvangen
wy het volgende ter plaatsing
Den WelEd. Heer W. Biersteker
Alhier.
WelEd. Heer.
In dadelijk antwoord op Uw schrijven van
zooeven, kan ik niet nalaten U wederkeerig
van myn bijzondere verbazing te doen bljjken.
Immers op 21 Januari gaf ik U kennis,
dat ik nu ontvangst o. a. van het Beginsel
program of beginselverklaring, van Uw Kies-
vereeniging, U nader zou kennis geven) van
myn dellnitiovo beslissing.
Bü Uw schrijven vab 22 Januari, gaf U
nu als Uw persoonlijke meening tp kennen,
dat dit Beginselprogram of deze Beginsel
verklaring met het debat tusschen mij en
een der Uwen, niets te maken heeft. U houdt
my ten goede, dat ik dit antwoord heb be
schouwd als een uitvlucht Uwerzijds. Nu ik
intusschen bemerk, dat U dit schrijven inder
daad als ernstig bedoeld wilt beantwoord
zien, bet volgende
U vroeg rnjj ,een debat over de
beginselen met een der onze n".
Gaarne heb ik dat aanvaard, mede omdat
ik alsdan zou kunnen kennis nemen van de
begiusehn der Heldersche Vrijzinnigen, welke
nog nooit zijn geopenbaard en waardoor ik,
misschien ontijdig, tot do conclusie kwam,
dat de Heldersche Vrijzinnigen eone begln-
sellooze party of groep vormen.
De politiek, zoo beweert ge in Uw schrij
ven van 22 Januari, is aan geen plaats of
diBtrict gebonden.
Met Uw verlof, Geachte Heer, de Hel
dersche vrijzinnige politiek is dat wèl. Immers
Uw Kiesvereeniging is niet aangesloten
by èènige politieke party en voert dus een
politiek, geheel op eigen gelegenheid. Zij
moet dus hebben fundamenteels beginselen,
die haar onderscheiden van alle andere
vrijzinnige Partyen.
Waar kan ik nu de formuleering van deze
U w beginselen vinden en wanneer zjjn deze
duor Uw, allóónstaande, Kiesvereeniging aan-
die kennen, voor en aleer met U een debat
aan te gaan over Uwe beginselen.
Te zeggen: .dat heeft er niets mee te
maken is een absolute dwaasheid.
Gy zelf wilt spreken over: .Waarom Vrij
zinnig en waarom nietChristen-Demokraat?'
Gy kunt dat. wjjl mijne beginselverklaring,
gedrukt voor U ligt. En ik zou alzoo moeten
spreken over: «Waarom Christen-Demokraat
en waarom niet Vrijzinnig? terwjjl ik met
geen mogelijkheid kan bevroeden, ook niet
uit de begiuselloozo houding van Uw Kies
vereeniging, wat Uw Vrijzinnig be
g i n s e 1 bevat.
Zonder geringschatting van de betcekcnis
van Uw politieke persoonlijkheid, waag ik
het te zeggen, dat het voor de Kiezers,
noch ook voor my, van genoegzaam belang
is te weten, wat U persoonlijk als de
Vrijzinnige beginselen gelieft aan te duiden.
De raudselachtige en geheimzinnige Vrij
zinnige beginselen Uwer .liberale" Kies-
vereeniging moeten wy kennen.
Nog eens verzoek ik U daarom beleefd,
Schetsen uit de Rechtzaal.
Ze wist
Met haar spitsig gezichtje tnnrde zij naar
den grond, on zjj wiegelde, met vertoon van
grooto deernis, 't hoofd hoen en-weer
Wie de grjjze, smalle oogen had kunnen
zien, zou gemerkt hebben, dat t daarin
vonkte van belsch genot. Maar Wies zorgde
ervoor, dat d'r vriendin dat niot bespeuren
kon. Zy veegde nu en dan met haar zakdoek
over de oogen. Het medelyden scheen haar
te overstelpen
De andere stond by do tafel. Tot haar
lippen toe waren wasbleek. Ze klemde de
tanden op elkaar. Ze drukte de hand tegen
het wild, stormachtig bonzende hart. Wan
hoop en matelooze smart vochten in haar
met elkander. En nog wou ze niet gelooven
.Ze liegen 't zei ze met haar schorre
stem. ,Ze verzinnen 't om my te tergen
Om te stoken tusschen Han en my 't Is
gelogen Vriendin knikte nu weitjes, en
een glimlachje speeldo om haar moud.
Als ze 't niet zóó zeker, zoo allerstelligst
geweten had, dan zou de manier, waarop
Jet weigerde to geloovenDat hy, dat
haar Hun Maar Wies stond vast in d r
schoenen. Had, diep in zich, de veilige
rustheid van 't gewisse harer waarschuwing
Van tonomstooteljjk-ware dat do vinnige
vijandschap van biltere jaloezie, die in haar
geleefd had toen dat Hans en Je.tmot elkaar
waren en bleven Dat haar woeste, met
ijzeren kracht onder schyn-vriendschap ver
borgen haat prikkelde, streelde, bevredigde.
.Zeg dan toch iets,* riep arme Jet uit, en
haar stem klonk na als een smeekende. Ze
strekte do handen naar de andere uit
Ze smeekte ervoor om iets te hooren, waaraan
zij zich kon vastklampen Omdat 't voedsel
gaf aan haar twyfelAan hot restje van
vertrouwen In den man, aan wien zy, nu ruim
een jaar geleden, haar heolo loven, haar
toekomst had gegeven Die haar tronwen
zou wanneer enkele beletsolen uit den weg
waren geruimd Als de familie, vol voor-
oordeclen, tot kalmte zou zyn gekomen
Zoodat hun in z n zaken, z n winst, niet zou
worden benadeeld Ze had hem geloofd
En wanneer iets in z'n houdingIets
stuggera, iets stroevens, iets weifelend* en
verlogcns ook welHaar in don laatsten
tijd wel eens ongerust maakte, dan walgde
my deze, zwart op wit, toe te zenden, met
opgave van den datnm, waarop zy door Uwe
Kiesvereeniging zijn aanvaard.
Zoodra ik Uw beginselverklaring heb ont
vangen, zal ik mij gaarne bereid verklaren
tot debat. En wanneer ik deze thans niet
ontvang binnen 8 dagen, om nu ook eens
een tormyn te Btellen, zal ik 't er voor
honden dat de Liberale Kiesvereeniging
Helder", geen beginselprogram heeft zooals
ik steeds vermoedde.
In afwachting, hoogachtend,
STAALMAN.
Helder, 15 Februari 1909.
Mynheer de Redacteur
Verzoeke nogmaals oenige ruimte, ter be
antwoording van het Bestuur van .Onder
ling Belang". -•
M. de R., ik ben verplet 1 Niet onder de
aangevoerde argumenten, doch onder de grove
(ik wcnsch niet te citeeren uit Staalman s
woordenboek .Extra Tyding") onwaarheden,
welke dat bestuur zich durft permiteeron.
1. Niets is aangevoerd tegen het bekend
zijn van de leden met bet streven van 't
toenmalig bestuur, om te komen tot bonds-
formeering op den grondslag van het bestaande
H B. Reglement.
M. de R., gelieve het volgende eens zeer
duidelyk af te drnkken:
.Als hier sprake is van een revolution-
nairen grondslag, dan hebben do vcreeni-
gingen O. B te A'dara, O. B. te den H.
en Wilhclmina te Ii'sluis, steeds op dien
grondslag gestaan, want het H.B.-r qjloment
is by het begin van onze organisatie tot
stand gekomen, mitsdien zyn alle voor
gaande bestuursleden revolutionnairen,
waaronder ook een groot gedeelte van het
tegenwoordig bestuur te dezer plaatse."
2. Niets is weerlegd omtrent de behande
ling en de aanneming der Bondsstatuten. en
het daarop aanvragen der Kon. goedkeuring.
By het uitbrengen van myn verslag over
het verhandelde op de Bondsvergadering van
11 April 1908, heeft niet één lid het ver
langen te kennen gegeven, met de aangeno
men Statuten nader in kennis te worden
gebracht, omdat de strekking van het H. B
reglement aan de meostcn hunner bekend
was.
Indien op het revolutionaire, belichaamd
in de aangenomen Bondsstatuten, nog verder
door het bestuur mocht worden ingegaan,
dan verzoek ik de Redactie beleefd, die sta
tuten alsdan te willen afdrukken.
Mjjne conclusie nemende, kom ik tot het
volgende
En daarom een Bond bestaat en heeft
altyd bestaan en mitsdien heeft de Voorzit
ter van A'dam absoluut het recht, als
Bondsvoorzitter op te treden.
Zyn optreden als Voorzitter grond zich op
meer en beter recht, dan het optreden
van Staalman als Voor z.-S e o r.-A d-
viscur, want dit r o c h t is gegrond
op nog geen 4e gedeelte van het aan
tal 1 c d o n van O. B
M. de R., w a a r h e i d j e 8 en g r o v o
onjuistheden strijden in hun stuk om
den voorrang; daarmede in verband de
volgende vragen:
1. Van welke organisatie zyn de
Veroeoigingen te A-, den H. en H'slnis dan
toeh wel afdeelingen?
2. Wanneer door mij de juiste uitga
ven van die gewraakte vergadering op
Zaterdag worden opgegeven en minder
dan f 100. blijken te zyn, wil dan het
bestuur bekend maken waar het overige
gt-deelte isgeb even en mocht die bron
gevonden worden, is zy dan bereid dat over
schot to storten in de kas van „Liefda
digheid naar Vermogen?'-"
(Het bestuur verklaarde pertinent deze
kosten op minstons f100.
8. Wanneer die conferentie met H'sluis
te R'dam bad door gegaan, zou dan Staal
man met eeu abonnement op den
Spoorweg zijn maag hebben gevuld,
óf nam hy zijn brood in een k o r s t j e s-
zakje mee
Kreeg hij bovendien geen vergoeding voor
zyn aan dat doel besteden tijd
4. Heeft Staalman nooit geen enkele
belooning van de Vereeniging O. B.
aangenomen?
5. Waar blyft myn loon en myne
voorgeschoten gelden? Antwoord
hier nu eens op, dankbare, bravo en
eorlyke zoogenaamde Christo-
lyke arbeidors-bestuurs-1eden
van oen Neutrale VakvereenigingI
M. de R., aan gevleugeldo woorden als
algemeen belang van cn met name voor deze
gemeente, wil ik my niet schuldig maken
die zyn goed voor iemand, die vermeent in
hoogero sfeeren te zweven,"van waaruit hy
het recht meent te hebben iemand onscha
delijk to maken, door op hem het r o o d e
stempel te drukken óf in te deelen by r e v o-
lutionairen.
Zeer waarschijnlijk denkt het Bestuur van
O. B,, mij hierdoor den moud te snoeren (in
figuurlijken zin), doch dan kan ik hun wèl
verzekeren, dat zy den plank geheel mis
zyn
Een feit is het echter, dat het bestuur
door den inhoud van zyn stak getoond
heeft, nog op een zeer laag peil van opvoe
ding te staan en ook dat, wie durft raken
aan Staalman en zyn aanhang, wordt uitge
maakt als sprekende onwaarheden enz. enz.,
al doet men zulks op rechtsgronden, die
echter weggedoezeld wordenterwyl zy op
hun beurt, poseeren als de vertrapte on
schuld.
Ten slotte, M. de R., dringt nog iets in
myn brein op den voorgrond, hetwelk de
dankbaarheid van De Waard, tegenover don
de werklieden goedgezinde Ministers, volko
men kenschetst. Wy leefden in 1905, het
verkiezingsjaar voor leden van de 2e Kamer
der Staten-Generaal, dat op een avond De
Waard zich te mynen huize vervoegde. Gij
zult zeggen, lezers, dat deed hij waarschijnlijk
meer en dat is dan ook zoo, maar nu had
hij daarmede eene byzondere bedoe
ling.
Tot goed begrip van een en ander het
volgendeDe Waard en Van Brederode
zaten deBtyds beide als leden in de G. V. V.
niet alleen, doch vertegenwoordigde daarvan
het Bestuur (voorzitter en secretaris).
In verband nu met die functie, zou men
geneigd zijn te veronderstellen, dat door hen
eenigen invloed op de werklieden, waarvan
zy de vertrouwen8-manncn waren, zou kunnqp
worden uitgeoefend, althans dit werd ver
ondersteld door den WelEd. gestr. heer
Moorrees, luit. ter zee le kl., toenmaals
dienende aan boord van Hr. Ms. „Marnix'
Genoemde heer wendde zich in vertrou
wen tot De Waard, bouwende op zyn
dankbaarheid tegenover het vele goede,
dat door Zijno Excoll. den Minister van
Marine, Ellis, voor de werklieden was tot
stand gebracht, of hy (De Waard) zyn in
vloed op dc werklieden wilde aanwenden,
om eene eandidatuur van Minister Ellis voor
dit district niet alleen mogelyk te maken,
doch ook te trachten hem uIb afgevaardigde
gekozen te krygen.
Waarin bestond nu de heerlijke gave
van het op prijs stollen van dit ver
trouwen en do dankbaarheid van De
Waard Hierin lezers, dat hij boide heeft
verraden!!
Dat was de byzondere bedoeling
van zijne komst ten mynent. Hij had daarin
blykbaar ook myne hulp uoodig.
Dit is de eenige maal dat ik mij heb ge
leend tot het verrichten van h a n d 1 a n-
gersdiensten en waarvan my heden
ten dage nog leedgevoel bekruipt.
Doch tér zakeDe Waard deelde my
mede, met welke middelen (het worken op
zyn gevoel van dankbaarheid) ge
noemde heer hem had trachten over tc halen
voor bovengenoemd doel.
Hy trildo van verontwaardi
ging hiervan (en van walgen heeft de man
zeer veel lasten rustte niet voor en
aleer ik myn jas aangetrokken had, ten
einde met hem tc gaan naar Staalman
(hiervoor gevoelde ik zeer weinig, om niet
te zeggen nihil) om. dezen laatsto d e e 1-
genoot van het door een ander in hem
gestelde vertrouwen te maken.
Met het natuurlyk en bekende
gevolg in .Extra Tyding'
Als de vos een passie preekt,
boer pas op je ganzen!
Na vooraf aan het Bestuur van O. B.
den welwillenden raad te hebben gegeven
toch vooral by do opgewekte en vastberaden
I gang, Staalman mede te nemen, teneinde,
i uls zij komen te struikelen of vallen, hy in
staat is hen tegen te houden of op to rapon,
wil ik het hierbjj laten.
U, M. do R., beleefd dankend voor de
j verleende plaatsruimte teeken ik
Hoogachtend,
D. VAN BREDERODE.
ond-Secretaris O. B.
Lezing Oosterbaan.
Naar aanleiding van een opmerking in
onderstaand stuk, geven wij den heer Boon
toe, dat het den schijn had alsof wy met
opzet dc repliek van den heer Oosterbaan
hadden weggelaten. Indien hy echter op de
boogto was met de wijze van drukken van
ons blad, dan zou hy hebben toegegeven, dat
wy toen geen grooter plaatsruimte aan hot
toch al uitgebreide verslag konden inmiraon.
Om hem genoegen te' doen zullen wy nu
zyn (aanvullond) verslag hier laten
volgen
M. d. R. 1
Naar aanleiding van het verslag van de
openbare vergadering van „Vaderland en
Oranje", zy het my vergund dón kleine
optnerking to maken. Tot verwondering van
velen noemde dit verslag wel de beden
kingen en opmerkingen van de verschillende
debaters, inaar was niets opgenomen van de
repliek van den heer Oosterbaan. Al iB dit
gewis de bedoeling niet, zoo laadt toch dit
verzwygen een schijn van partijdigheid op
zich. Om nu die schijn weg te nemen, acht
ik een kleine aanvulling niet onnoodig en
ook niet zonder belang, nn de hr. Oosterbaan
zich genoopt zag in zijn antwoord op te
komen voor de eer van niemand minder dan
Calvijn cn tevens met nog meer klem het
goed recht der christelijke school moest be
pleiten. Daarom vertrouw ik dan ook, dat
U onderstaande regelen wol in Uw blad
zult willen opnemen.
Zy zyn niet geschreven om verdere re
pliek uit te lokken, maar bedoelen alleen
een aanvulling van het verslag te geven en
daardoor aan den eisch van biilykhcid en
onpartijdigheid te voldoen.
Na de verschillende debaters kwam de
heer Oosterbaan weer aan het woord. Met
nadruk wees hij op de grove vergissingen
op historisch gebied, die de eerste debater,
Dr. Albada, gemaakt had. Neen Zwingli was
geen liberaal, maar wel degelyk een der
Hervormers evenzeer als Luthcr cn Calvyn.
En hoe van deze laatste kon gezegd worden,
dat hij zoo velen naar den brandstapel ge
zonden had of in gevangenissen opgesloten,
was spreker een raadsel. Wel konien Calvyn's
tegenstanders altyd met de geschiedenis van
Servet, ofschoon Calvyn's schuld in dezen
verre van historisch zeker is, maar van éón
ander goval ook maar hebben zy nooit ge
schreven of gesproken. Ook is Calvijn niet
opgotreden tegen de Liberalen (die er niet
waren,, maar tegen de Libertijnen, een bende
loszinnige en losbandige lieden, die alle wetten
met voeten traden. Ten zeerste raadde spreker
dr. Albada aan eens te lezen het werk
Libertijn en Calvinist", geschreven door prof.
Naber, die, ofschoon een overtuigd liberaal,
zich iu dezen geheel aan de zy de van Calvyn
schaart.
Aan den heer Verstegen werd ten ant-
woord gegeven, dat bij het Kamerdebat over
i do werkeloosheid de heer Troolstra niet zulk
een mooie rol gespeeld had. Zyn eigen partij-
genooten als Dr. Gorter en ook de Duitschc
„Vorwarts" hadden zjjne houding ten zeerste
afgekeurd.
i üok vond spreker het vreemd, dat een
sociaal-democraat, die immers altyd voor de
kleine luiden opkomt, zoo smadelyk kon
spreken van een voormalig barbier, die nu
tot burgemeester benoemd was. Maar de lin
kerzij schynt maar niet te begrypen, dat het
billijk is, dat ook andoren dan hun partij-
genooten benoemd worden.
Daarna beantwoordde de spreker de be
denkingen van den heer Rusting. Zeker het
is een eero voor dc voorstanders van het
i Chr. Onderwys, dat zij zoovele millioenen
daarvoor geofferd hebben. Wat hebben de
leden van den Bond ooit voor hun scholen
geofferd? Onverdraagzaamheid zou de bij
zondere school kweeken. Onwaar, want juist
blykt telkeus in het leven, dat zy, die een
welgevestigde overtuiging hebben, het ver
draagzaamst kunnen zijn tegenover anders
denkenden. Ook kan verdraagzaamheid niet
geleerd worden op do school, zij zetelt
niet in het hoofd, maar in het hart. Wat zou
anders ook der openbare school in dezen een
verwijt treffen, want geen party is de vorige
eeuw zoo onverdraagzaam en lyranniek ge
weest als de Liberale partij. Maar wat is de
kwestie? Wy willen niet weten van neutraal
onderwys. Een uwer voormannen, steeds een
strijder voor do openbare school, de heer
Hubregtse, heeft aan 't eind van zyn loop
baan erkend, dat neutraal onderwys een on
mogelijkheid is. En nu laten wy u het recht
uw kiuderen naar uw school te zendon, maar
wy eischen voor ons het recht op, om onze
kinderen naar de Chr. school te zenden. Wij
willen hun geven het beste voedsel en de
beste kleeding die te onzer beschikking staat,
maar dan nog veel meer dat onderwijs, dat
naar onze innige overtuiging het beste is,
omdat het hun leert dat het beginsel van
alle wysbeid is gelegen in de vreeze des
Heeren. Wy doen dit omdat wy dit beloofd
hebben reeds bij den doop onzer kinderen,
dat is ons recht maar tevens onze dure ver
plichting en ik ontzeg u, mannen van den
Bond. het recht u te plaatsen tusschc ons en
onze kinderen. Die kinderen, het zyn de onze
en wy hebben zo op te voeden en wel op te
voeden in de vreeze en vermaning des Heeren
en daarom eischen wij en blyven voor hen
eischcn Christelyk Onderwijs.
Ten slotte hield spreker tegenover den heer
Staalman staande, dat nu de tijd voor andere
parlyformatio nog niet gekomen was, maar
dat de rechterzijde moest blijven samenwerken
om hare rechten te handhaven en te ver
dedigen.
Met dank voor de plaatsing,
J. C. BOON.
Helder, 15 Febr. '09.
Uit den Omtrek.
Texel, 15 Februari.
Donderdag j 1. waren eonige blazerschuitjes
op ongeveer 3 uur beoosten Texel. By het
naar don wal zeilen kwamen alle over een
ondiepe plaats, behalve de T.X. 17, schipper
G. Plaatsman. Door den feilen Oostenwind
viel het water Bterk, zoodat het scheepje
niet weg kon. Den volgenden dag zat het
vast in het ys, en de bemanning, vader on
twee zoons, wist langs zeer moeielyken weg
te voet den wal te bereiken.
Zondag is het vaaatuig door twee andere
blazors bcvryd en behouden in de haven
binnengebracht.
De afdeeling «Texel" van het „Witte
Kruis" telt thans 625 lodeD, of 184 meer
dan een jaar te voren. Tot secretaris is her
kozen de heer L. J. Kikkert te Den Bnrg.
Tot bestuursleden op dc andere dorpen zijn
gekozen de heeren C. J. Roeper (Waal), JVI.
de Waard lOndeschild), M. Kikkert (Ooster-
end), C. Kuip Jr. (Koog), K. Kuiper (Den
Hoorn) en P. Stoepker iKierland) in plaats
van de aftredende en niet herkiesbare leden
de heoren J. de Jongh, Pastoor Zoetmullcr,
J. Daalder Dz., J. Mak, Q. Huijser en D.
Dros.
Het nieuwe gesticht van Weldadigheid,
een sieraad voor Den Burg en een zeer doel
matig gebouw voor de verpleegden, is j.1.
Vrydag door hst Bestuur der Gemeente over
gedragen aan het Armbestuur met een keu
rige toespraak van den Burgemeester.
Hulde werd gebracht aan den ontwerper,
den heer Krynen, en aan den aannemer P.
Zoetelief.
Wieringen.
.Harmonie" gaf Zaterdag en Zondag j.1.
haar tweede uitvoering, de eerste avond voor
ougfhuwden, de tweede voor gehuwde kunst
lievende leden.
Beide avonden was een talrijk publiok
opgekomenhet programma bevatte een
zevental muzieknummers en het tooneelspol:
»'t Was maar een loods" werd flink uitge
voerd, de muziek getuigde van yverige studie,
evenals het tooneelspel waarin zeer moeilyke
rollen voorkwamen. Het waren beiden zeer
gezellige avonden en zeor zeker keerden
alle bezoekers voldaan huiswaarts.
Zondagmorgen werd het lijk van een der
op 5 Februari j.1. verongelukte visschors
n.1. dat van Jan Bais Jbz. gevonden, lig
gende nabij den djjk van Polder Waard
Nieuwland. Het is naar de woning der oudera
vervoerd en Dinsdag te Westerland ter aarde
besteld.
Anna Pauiowna.
Zondagmiddag 14 Febr. vergaderde .Lief
dadigheid naar Vermogen* in Veerburg. Na
opening der vergadering door don beer D.
C. Rezelmun, lezing en goedkeuring der
notulen, las de voorzitter een schrijven
den heer J. Oostra, waarin deze bedankt
voor lid en bestuurslid der vereeniging, we
gens vertrek uit de gemeente. Tevens be
dankt mevr. Oostra voor wykcommissaris.
Besloten wordt den heer Oostra schriftelyk
te bedanken voor het vele, dat deze voor
de vereeniging heeft gedaan.
Uit de rekening en verantwoording van
den penningmeester, den heer C. Huiberts,
blykt dat er 1908 is nitgegeven f541,14, dat
is f 305 meer dan aan contributie is ontvan
gen. Op 1 Januari 1909 bezat de vereeniging
nog f 105.86. Do bescheiden, gecontroleerd
door de heeren R. Dekker en K Appel, wer
den volkomen in orde bevonden, waarna de
de rekening, onder dankbetuiging aan den
penningmeester, werd goedgekeurd.
Door den achternitgang der finantiën werd
besloten het verstrekken van versterkende
middelen tot het meest noodzakelijke te be
perken en te trachten het ledental nit te
breiden. Hiertoe zullen de wykcommissaris-
sen medewerken, terwyl in het vervolg het
bestuur elke maand eenmaal zal vnrgaderen
om de uitgaven met de kas in overeen
stemming te houden. Uit het jaarverslag van
den secretaris blykt, dat op 1 Januari 1909
de vereeniging i68 leden telde en dat in
1908 veel hulp is verleend aan herstellende
zieken, door het verleonen van melk, eieren,
vleesclk en wyn. Tot bestuurslid werd her
kozen de heer Jb. Bakker, die de benoeming
aanneemt en gekozen de heer H. Visser,
die de benoeming aanneemt voor een jaar.
Tot wyk> ommissarissen werden herkozen de
heeren K. Appel, C. Tysen, A. de Graaf
en mej. Van IJzendoorn en gekozen de dames
A. J. Sipman cn T. Koster—Rozelman.
Bij de rondvraag informeert de heer A.
de Boer of de vereeniging nog f 15 subsidie
aan .Gezinsverpleging" geeft. Voorzitter ant
woordt, dat het bestuur van meening is, dat
niet meer te moeten doen. Aldus wordt met
algemeene stemmen besloten. De heer H.
Visser vraagt of 't niet wenschelyk zon zyn,
subsidie aan 't gemeentebestuur te vragen
Voorzitter antwoordt dat de vereeniging voor
dit jaar nog geld genoeg heeft en vertrouwt,
dat de financiën door den voorgestelden maat
regelen wel beter zullen worden. Hierna
sluiting.
Dr. Toxopeus, predikant by de Nederl.
Herv. Gemeente, komt als no. 2 voor op 't
twaalftal to Bellingwolde, prov. Groningen.
Aan bergloon voor het hout, afkomstig
van de „Roma", is in deze gemeente uitbe
taald ruim 2200 gulden.
Jet van zichzelve Dat ze laag, verachte
lijk, gemeen genoeg was om hem, tegenover
haarzelve, te wantrouwen- Ze wist wel dat
hy een zwakkeling was, - week, slap van
kurakter, een, die door opwelling beheerscht
wordt en dien men zoo gcmakkelyk, zoo licht
kon leidon, voegen naar Uw wil, vooral wan
neer men er door streelde wat hem aange
naam was. Toen zo Han begon to zien als
zoodanig, had haar grooto liefde voor hem
een knukje er door gekregen Maar in
haar was, toen, zoo opbloeiend een zacht,
teer, haast moederlijk gevoel van hem te
beschermen, te helpen, te steunen, en dat
had haar nog meer dan vroeger aan 'm doen
hechten. De vrouw van resolute kordaatheid
had, wel eens geglimlacht om zijn onbeholpen
weifelen Hinken op twee gedachten
Maar toen had 't in haar gezegd.
Je kunt hem zoo nattig zyn, aanvullen
wat m nu nog ontbreekt aan kracht van wil,
van doorzetten Totdat zijn karakter niet
gevoegd heeft naar die leiding en 't beste
in hem door Uw invloed zich ontplooid
heoftJet kon in hem niets van gebreken
zien. Zo geloofde dat haar Han ook wel een
flinke kerel was, maar de opvoeding van zyn
bekrompen, pietluttige, nuargeestig-ouder
wetsclie ouders had t beste in hem onder
drukt... Dat zou zy, Jet, nu wéér opwekken.
En dio taak vond ze zóó heerlijk, dat zy
nog gelzkkiger dan vroeger was door hun
altyd samenzyn. Dat ze nog mindor dan
vroeger verlangde naar de familie, de kennis
sen, de vriendinnen, die haar in den steek
hadden gelaten, den rug hadden toegekeerd,
vanwege haar .wilden echt' met Han do
Voogd, den zoon van brave, gegoede, recht
schapen, door-en-door net-fatsoenlijke men-
schen Zy, zelve meisje van beschaving
en nit behoorlijken kring
Je weet toch heol goed zei Wies, de
vriendin, en savoureerde zy haar eigen woor
den, Jet strak aankykend, dat ik me nooit
aan de wereld gestoord heb hó Als
je eens wist... Als jo wist... Wat ik
heb moeten hooren van moe en van Kees,
en van oom Anton Van allemaalDat
ik by jou aan buis kwamOom Anton
liet me weten, dat-ie me verder niet weer
verkoos te ontvangenEn moe heeft 't
eens op d r zenuwen gehad, zoodat Kees
dol word van njjdigheid en zoo hard schreewde
dat zyn zuster net zoo'n slet was als d'r
vriendin
Wies hield op, want de andere word ver-
radelyk bleek. Die had, gedurende de marte
ling, in baar zakdoek zitten byten om niet
uit te brullen, te balderen de pjjn, die haar
werd berokkend door de giftige woorden
Maar nu zag vriendinneken kwam er
onheilspellende vaalheid over Jet d'r wangen
en gravw was de tint van haar voorhoofd.
Zy sprong op, vriendin van do wondende,
giftige troostwoorden, en waschte Jet met
water-en-azijn. Durfde, voor 't oogenblik,
niets meer zeggen
Toen kwam Jet bij. Ze zoende baar en
beloofde straks terng te komen Misschien
tegen den avond Als Han weer rtaar 't
kantoor was Zij drukte de yskoude hand
der arme vriendin. En zy ging, toen, haastig
wegwant ze wou voor geen geld ter
wereld, nu, Han de Voogd ontmoeten
Toen hy thuis kwam, om koffie te drinken,
lag zy op de canapé, met 't gezicht naar
den muur toe. De bandon vóór het gelaal
gedrukt. Hy lette er eerst niot op. Hy dacht,
dat ze voorbyguand hoofd pijntje of zoo zou
hebben Hij begon koffie in to schen
ken. Zich broodje te smeren, 't Bordje
tegenover hem, aan tafel, bleef onaangeroerd.
Zeg, Jet* zei hij eindelijk, halt-hopend
dat ze maar slapen zouWant in hem
was 't niet kalm, niet gerustHij had
een bang drukkend voorgevoel van iets, dat
op komst was Zeg Jet, ben je niet lekker?
Eet je niks
Jet zei geen woord, maar toch was ze
wakker merkte hy. De lust om z'n broodje
verder op te peuzclon, verging 'm. Hij schoof
op z'n stoel heen en weerLiot 't ei,
dat-ie wou gaan pellen, over de tafel rollen,
stond toen opGing naar Jet toe. Boog
zich over haar heen
Deinsde terugTwee koude handen
hadden zyn polsen gegrepen. Twee wilde
oogon staarden hem uan Hij zag een wit
vrouwengelaat, waar de losgewoelde bruine
haren om zwierden, dwarrelden Z(j tuurde
en zy keek Zo doorboorde z'n oogen met
haar blik en poogde te schouwen tot diep,
diep in z'n zielMet de ragfijno tastzin
dor vrouw, in wie alles siddert aan komend
leed Wier liefste dreigt vermorseld tc
worden Hy was niot bestand tegen dien
blik. Hy ontweek hem. Hy trachtte zyn polsen
te bevrjjden Hij wist nu, dat ze wist
I Alles wistEn zij, Jet, bleef, met ijzeren
greep, z'n polsen vasthouden, t Vuurde, 't
dreigde in buar wilde oogen Ze wou du
wetenLezen in die zielEn ze liet
hem, plotseling los. Bleef zitten op de canapé.
Woeleud door de losgeraakte haren. Wryvend
over haar schedel, alsof ze wou temperen
wat daar giug schroeien Ging folteren
mateloos wee Ze zag hem aan en t om
hnlp, om erbarming kermende, dat in die oogen
kwam, trof hem
Hij behoefde niets te zeggen, maar hy was
bang voor baar, Han de Voogd. Ze had
in dit jaar zeker overwicht op hem ge
kregen, cn dat uitte zich nu iu angst, in
bleue schuwheid van karaklerloozen zwakke
ling. Hy durfde baar niet aanzien. -Ik zal
wat halen voor je hierover, by den apotheker'
mompelde»by. Je bent zoo opgewonden
Als je als jo precies weetEn hy
ging de deur uit. Liep snel de straat
Keek nog oeus om, of zo hem misschien
achterna liep Sloeg een zijstraat in
Ging een café binnen, waar hy heelemaal
achteraan, waar je 'm niot van de straat af
kon zien zitten, een plaatsjo nam Praatte
zich in, dat 't het bost was om Jet maa
laten kalmeoren; te laten bobuilon Voor
geen goud ter wereld zou hy, nu, terug zijn
gegaan naar d r toe.
Een kennis van 'm stond te biljarten. Was
net-precies klaar met zijn vijftig punten.
Streek by hem neer. Han was heel beroerd
van de scène. Had anders niet de gewoonte
om zoo vroeg te borrelen maar bestelde er
nu een om op verbaal te komen. Hy en de
kennis van het biljart gingen rustigjes zitten
praten. De ander hield er een jolig-luchlige
beschouwing van dingen op na Och wat
zulke perkara's heeft men nu eenmaal
als een mensch .solide gaat worden. Han
moest tooh niet zoo tragisch opnemen
Was die nu heelemaal gek, of een groentje,
ondanks zyn twee-en-dertig jaren „Dit
meisje van jou is een aardig goudvinkie!
riep de kennis van 't biljart uit maar
kerel, trek toch niet zoo'n doodgravers-snuit
Je laat alles zooals t is. Je trouwt kalm
je krijgt do duitjesJe laat Jet in d'r
woning Alles blyft by 't tegenwoordige
Als Jet weet dat je allos laat by 't tegen
woordige Sapristi, over drie dagen vindt
se je den patensten kerel van de wereld,—
geloof mei
Even had 't Han gezegd: Die kent Jet
nietDie weet niet, dat zeMaar hij
pakte nog een borrel. Han begon zichzelf
belachelijk, een joggie te vinden Hy zag
nu de dingen, den heelen toestand anders
in, rooskleuriger, leuker, geruststellend.
Hy vroeg blanco briefpapier en enveloppo.
Volgde advies van biljart-kennis Schreef
Jet een brief van drie kantjes Vliegens
vlug Ziet een kruier roepen Had 't
epistel nog eens willen overlezen, maar
vrind, die hem van ouds kende, trok hem
't papier uit de hand. Riep «Vooruit! Weg
ermeê I* En terwyl de kruier naar Jet d'r
woning liep, gingen Han en de café-kennis,
een partytje van vyftig spelen... Dat zou
'm opfrisschen 1
Zy stond dien middag op 't punt om weg
te gaan. Zy had den brief van hem, van
Han, gesloten ec op den schoorsteenmantel
gelegd.
Zy peuterde aan een knoopje van haar
handschoen, dat maar niet dicht wou En
verbaasde cr zich zelf over, dat zy nu, met
dat wat onherroepelijk by haar vaststond in
't vooruitzichtTerwyl io over een uur
Over een half uur misschien. Dat zy nu met
zoo'n handschoen in de weer was Zuchtc
er zelf over, maar kón niet andersToen
werd er gescheld. Bracht de kruier den brief
van Hun
Toen las zy. Kwamen haar de woorden
vóór dc oogen dat «niets immers behoefde
te veranderen' Dat ,zy voor elkander
bleven wat zij geweest waren, dat gansche
jaar, ondanks en ook na dit huweljjk met
die andere, onvermijdelijk voor zyn zaken;
waar vergrooting van kapitaal voor noodig
was. Anders zou hy Wel driemalen las
z|j die woorden over. En toen kwam haar
ook vóór den geest dat woord van Wies, haar
vriendin, van dien ochtend. Zo had moeite
Jet, om te begrypen, nu, den zin dier woor
den, precies, want 't was dof in haar hoofd
geworden, alsof iem ind er een slag op had
gegeven, waardoor iets gebroken was in
haar hersens
Maar >|j nam don brief voor Han, dien zy
straks geschreven had, van den schoorsteen
mantelverscheurde hem met felle grijp
vingers en duwde de snippers in haar sak.
Toen met Han z'n brief in de hand ge
Bnrgerlijke Stand der gemeente Texel.
Van 7 Febr. tot en met 12 Febr. 1909.
GEBORENArie z.v. Pieter Huizinga en
Dieuwertje Schaap (den Burg) Jan z.v. Johan-
nes Gieles en Dienwertje Kuiper.
ONDERTROUWD: Leendort den Braven
en Krina Knol (Eierland).
GETROUWDJan Witte (WeBtergeest)
en Johanna Cornelia Witte (Spang1.
OVERLEDEN: Geone.
Levenloos aangegevenéén.
Kijkjes uit mijn venster.
In 't voorbijgaan.
Als je vroeger zoo eens langs de Spoor-
gracht ging en je kwam dan aan den hoek,
waar het bordje .Vischmarkt' je aandacht
trok, dan Laat ik echter zw(jgen over
het verleden en liever opmerken, dat in het
heden, de omgeving daar aanmerkelijk is
verbeterd. De onregelmatige beplanting van
toch niet-groeiende boomen is verdwenen
do oppervlakte, eens een modderveld by
uitnemendheid, ligt nu droog door de flinke
verharding, natuurlijk in 't belang van het
verkeer en zoodat ook de Heldersche school
jeugd uit die wjjk volop kan draven en
stoeien de oude schutting, voorheen armoe
dig afstekende by het daaraan gesloten fraaie
schoolgebouw, bestaat niet meer en is ver
vangen door eéne nieuwe op den voorgrond
zyn de overgebleven boomen op afdoende
wyze beschermd door een eenvoudig hek,
dat vandaag of morgen door de schilderkwast
een beter aanzien zal krijgende vaste
grond daarbinnen is zelfs onderhanden ge
nomen en door dezen zichtbaar omgewoelden
toestand zullen wc in de komende zaai- en
groei maanden van een nieuw, frisch loven
getuige zijn
Wie lacht daar over het vooruitzicht van
een aardig, lief plekje aan de Spoorgracht
In den spjjkerharden grond, te midden van
een aantal stumperigo boomen, prachtige
vergeet-my-nietjes, heerlijk riekende rozen,
zachtkleurige teóre viooltjes, perken van
allerlei snhoone bloemen, planten en jonge
boompjes
Jawel,'kan je begrijpen, we zullen uw ge-
gedachten eens even ontnuchterenvan dat
alles komt niets, heelemaal niets, verstaan 1
Zoo'n hof van alles en nog wat, zoo maar
aan den weg Ha I ba ha 1 van do dikken
en gullen, Hil hi I hi 1 van de mageren
en scherpen. Pp pp ppoetsj van
degenen die zich oumogelijk kunnen goed-
houden.
Vroolijkheid rechts, links, medelyden
hier, daar en ginds, schouderophalen van
velen, naar 't voorhoofd wyzen van sommi
gen
De hilariteit is bedaard en van het kalme
oogenblik willon wo gebruik maken om nog
eens even te doen uitkomen, dat or aan de
Vischmarkt in den laatBten tijd heel wat is
verricht om de oude indrukken zoo goed als
to verdringen door het geheel een ander
aanzien te geven, maarnu men toch zoo
actief bezig was, had ik in stilte gehoopt
dat er wat meer zorg zon besteed zjjn ge
worden aan den voorgrond. Met een handje
geld had de gemeente daarvan wel iets an
ders kunnen achapen. Of is het gras zoo
vreeselijk duur, het gras waarmee men
zoo eenvoudig, maar niet minder sierljjk kan
aanleggen als wat groene planten en jonge
boompjes daarbij worden gevoegd, zonder te
denken aan kostbare bloemen
Zoo'n eenmaal aangelegen plek aan den
openbaren weg kan jarenlang meedoen en
beslist afgesloten voor het publiek, doch
vooral niet vergeten voor geregeld onder
houd is zy dan ongetwyfeid een aanwinst
voor de verfraaiing dezer gemeente, waar
toch waarlijk geen overvloed vau natuurschoon
wordt aangetroffen en waar zeer zeker nog
zooveel tot stand dient gebracht te worden
om de aantrekkelijkheid al meer en meer te
verhoogen.
klemd ging zjj de straat op. En wie haar
nu zag en een uur geleden had geobserveerd,
die zon allicht gezegd hebbenMaar dat is
een andere vrouw 'n Héél andere.
En in menig opzicht zon zij gelyk hebben
gehad
U schijnt* zei do rechter-commissaris, die
de inBtructic had te voeren in do ernstige
zaak van poging tot vergiftiging, reeds ten
deele gelukt. «U schynt den ernst, de betee-
kenis van het misdrijf, waarvan gy beschul
digd wordt, niet te besefièn
De vrouw, die tegenover hem zat, knikte
even met het bleeke, vermagerde hoofd en
de koele, wat-droevige oogon ran levens
moede Zeker wel, zij begreep 't beat
Jet wat zjj beproefd had, dien avond van
den briefMen weet welToen 't haar
gelukt was, vergift ergens te krygen
Tegen de muizen in haar woningVergift,
dat bestemd was om Han, als-ie weer koffie
kwam drinken
,Gjj bekent dus ten volle uw misdryf
vroog de rechter-commissaris, na enkele
oogenblikken. Zy knikte nogmaals. Zonder
een seconde van weifelen. ,En hebt g|j er
geen berouw van vroeg Z.E.A.
Toen kwam er een smadend, modelijdend
schamper glimlachje op het gelaat der vrouw...
Ze durfde lachen.
De rechter werd rood van-drift. En de
griffier keek haar aan met fel-verontwaar-
digde oogenEene krankzinnige of een
redelijk monster, zooals
Maar de verdachte bleef nog glimlachen.
En trotseerde den blik der beide leden van
de magistratuur
Rechter en griffier keken elkaar eens even
tjes aan: Wat zeg-je me van zoon... Maar
't deerde, 't krenkte de beklaagde niet. Die
wist wel wat haar glimlachje beteekendo
Geen cynische onverschilligheid van redelijk-
verstompte Maar welWat 'n vraag
tegenover het onpeilbare ljjdentegenover
do onduldbaro zicle-foltoring, waarvan ik
langzaam maar zeker bezwijk Wat de
scherpe blik van den rechter heelemaal niet
schynt te bespeuren Daarom glimlachte
ze
MaItrb Corbeau.