en wielrijders in vliegende vaart naar de Maliebaan rennen om het lossen van het eerste vreugdeschot persoonlijk te bunnen waarnemen. Inmiddels hadden de kooplui, die hun voorraad oranjestrikken en knoopen onder het geroep vanoranjeoranje kwamen venten, 't heel druk. De bulletins, die de bladen met loffelijken spoed door de stad verspreidden, werden den colporteurs als 't ware ontrukt. Inmiddels hadden de voor het Koninklijk Paleis geposteerde agenten 't ook volhandig met de bevredi ging der algemeene vurige belangstelling; zeiven opgewonden van blijdschap, procla meerden zij als 't ware den volke met trots de groote gebeurtenis. De burgeni zelve hield zich lang op voor het Koninklijk Paleis. Van 7 uur tot den tijd, waarin de scholen aangingen, bewoog zich slechts een kleine menigte in de om geving van het ruiter standbeeld. Langza merhand groeide het aantal wachtenden aan, maar men kon 't bemerken en men kon 't hooren: allereerst moest de stilte van de Koninklijke kraamkamer worden geöerbiedigd. Dat was treffend mooi en nog mooier de lieve aanhknkelijkheid van het volk. De eerste vraag die men hoorde was niet: Wat is het?, maarZijn Kraamvrouw en kind wel? Wat familiaar misschien, maar des te hartelijker. De volksdemon stratie in Nederland en in de residentie in de eersto plaats pleegt zich bij zulke ge legenheden te uiten in den vorm van een ongekunsteld liefdebetoon, zonder uitbun digheid of overdryviug. Dadelijk na het bekend worden der blijde tijding werden aan de gevels van vele huizen de vlaggen ontplooid en de trams reden met de bekende vlaggetjes uit de remises. Alles draagt oranje, tot de paarden voor de rijtuigen en wagens toe. (N. R. Ct.) De Herauten in den Haag. Het. was een gelukkige gedachte van het Haagsche feest-coraité ter viering der blij de gebeurtenis om de burgerij der residen tie op tegelijkertijd feestelijke en tevens plechtstatige wijze van het heugelijk feit der geboorte van de Oraiyetelg terstond te doen verwittigen door de aloude bood schappers by dergelijke voor stad en land zoo gewichtige gebeurtenisssende herau ten in feestgewaad, vergezeld door bazuin- zers, luide uitschettereud dé aanstaande ver kondiging der blijde mare, die dan plech tig van de oorkonde afgelezen werd. Om 9 uur, terwijl kanongebulder het heu gelijk feit den volke verkondigde, reden zij uit, de vier Herauten, in hun mooie klee- djjen op de fiere paarden een kranigen in druk makend. Twee trompetters reden ter zijde van ieder der boodschappers. Op vooraf vastgestelde punten werd stil gehouden en voorlezing gedaan der procla matie. Die tocht was op alle punten van de stad een waar succes. Wanneer de kleine stoet aankwam ont stond er een stilte onder de menigte, af wachtend de dingen die komen zouden. Dan schetterde het koper. Met luider stem werd de proclamatie afgelezen en een da verend „Leve de Koningin!", „Leve de Prinses!" weergalmde door de lucht. En verder trok de stoet, heraldisch te ruggevend de tijden van weleer, thans her levend onder omstandigheden, die de ma nifestatie hebben gemaakt tot een der schoonste oogenblikken uit de geschiede nis der residentiestad. Onbeschrijflijk was de jubel, welke weer klonk uit de dicht opeengepakte schare op de Groenmarkt en in de omgeving van het Stadhuis, de heraut daar aangekomen af steeg en met de bazuinblazers op het bordes van het stadhuis, waar in oude tijden steeds alle afkondigingen geschiedden van groot publiek belang, zich van zijne bljjde bood schap kweet. Dat was een mooi oogenblik, waarvan de indruk nog verhoogd werd door dat de burgemeester met zijne wethouders op het plechtig moment eveneens zich naar buiten begaven en staande op het bordes getuigen waren van de voorlezing. Daar, op die plek, waar sinds eeuwen het hart van het ste delijk leven klopt, verhief zich de plechtig heid tot eene grootschheid, waarvan de beteekenis diep gevoeld werd door allen, die er van getuige mochten zijn en het Hoera, dat de afkondiging bezegelde heeft daar indrukwekkender dan ergens elders op den tocht der vreugde-boodschappers geklonken. Uit Den Haag. Een der redacteurs van de N. Rott. Courant schrijft het volgende uit den Haag, d.d. 80 April In het Paleis. Gistermiddag was op het Paleis alles in diepe rust. Na het treffen van de eerste beschikkingenen het verzenden der officieele kennisgevingen van de geboorte, is Prins Hendrik eindelijk gaan slapen, en heeft ook de Koningin-Moeder zich voor het eerst weer rust gegund, overtuigd dat het alles goed gaat in de roode salons, waarde kraamkamer is. Daar, aan den achterkant van het paleis, met het uitzicht op deu prachtig in blad gekomen tuin, dringt niets door van het feestrumoer in de stad. Ook ten paleize dus een weldadige ontspanning in de overtui ging, dat daar nu weer een Oranje-Kindje in Neerlands bakermat is neergelegd, en dat de zoete moederweelde de Koningin beloont voor de weer spoedig vergeten, lange en moeilijke uren. Want, inderdaad, de lange duur der be valling begon ongerustheid te wekken. En het is waarschijnlijk vooral te danken aan de tact en volkomen openhartigheid, waar mede Hr. Ms. particuliere secretaris, jhr. Van Geen, en later ook de opperhofmaar schalk, graaf Van Bylandt, de vertegen woordigers van de groote pers voortdurend geruststellend heeft ingelicht, dat de be zwaarlijke stemming onder de menschen niet hier en daar in paniekjes is overgegaan. We mogen nu wel een en ander van dezen voortreffelijkeu maatregel vertellen. Aan de vertegenwoordigers van de Times, de Daily Mail, de Daily Chronicle,Le Journal, Berliner Tageblatt, Local Anzeiger, Het Algemeene Correspontiebureau voor Neder- landsche dagbladen en van de Nieuwe Rot- terdamsche Courant, later nog aangevuld door een redacteur van het Handelsblad en de Nieuwe Courant, had jhr. Van Geen verlof gegeven om hein op alle uren van den dag en nacht inlichtingen te komen vragen, ter voldoening van de zoo recht matige belangstelling bij het Nederlandsche volk en verder van heel Europa. Zoo hadden wij reeds Woensdagochtend vroeg op het paleis vernomen, dat de blijde gebeurtents ter vermelding waarvan vele journalisten immers reeds weken en weken lang in den Haag vertoefden, nu toch, naar de doktoren hoopten, in vervulling zou komen. Sedert hadden de mannen van de pers geen rustig oogenblik meer, want ieder wilde zich immers beijveren om het groote bericht zoo snel mogelijk mede te deelen aan zijn blad. En zoo waarlijk, de meesten hunner zijn sedert hun ontwaken op Woensdag ochtend niet uit de kleeren geweest. Trouw hebben zij hun meer dan vijftig uren meegemaakt, en de langste tijden daarvan op de zoo uiterst welwillend te hunner beschikking gestelde kamer van jhr. Van Geen zelf. Hier, of in den an tichambre te zamen, hebben zij het Woens dagnacht, Donderdagochtend, Donderdag avond, Donderdagnacht zien worden. Met steeds witter gezichten en in machtelooze gezakte houdingen bleven zy zitten, om den zooveel tijd weer uit den dommel geschrikt, wanneer daar stappen klonken door de corridor van het geheimzinnig stille paleis. Dan kwam, zijn vermooidheid bedwingend en onverstoord bereidvaardig de particuliere secretaris weer uit de adjudantenkamer naar ons toe. En steeds beklemmender voor do oververmoeide journalisten klonk zijn telkens glimlachend herhaalde mede- deeling de heeren zullen nog geduld moeten hebben, maar de doktoren zijn tevreden over den toestand van de Koningin. En weer voor enkele uren zakten de mannen van de bladen in hun loomheid terug. Als het opnieuw nacht was geworden kwam de opperhofmaarschalk de heeren zelf medeelen, dat er een avondmaal in een der zyfeamers voor hen was aangericht. Het souper gaf wat afwisseling, werd in weer wat oplevend internationaal discours gerekt, gerekt, tot jhr. Van Geen verscheen en weer glimlachend, ja, Eelhaast veront schuldigend kwam zeggenGeduld, meine herrschaften, gedüld. Of dan weer: „Ik zou de heeren heusch raden zich in hun hotels wat te gaan verfrisschen, een paar uur te rusten. Voor het vermelden van de groote gebeurtenis beloof ik u, te zullen waar schuwen." Evenwel, de journalisten aarzelden. Men kan niet weten als de geboorte nu eens onverwacht plaats had. En de een voor den ander durfde het niet te wagen. Tot de vermoeienis het bewegenloos zit- 3en in steeds hetzelfde vertrek ondragelijk werd, en zij besloten te zamen weer even wat rond te wandelen, even, gekleed, wat op bed te gaan liggen in het hotel De Zalm, waar de overige correspondenten gebivakkeerd bleven. Al spoedig buiten het paleis geen rust en zoo ging men, den een na den ander terug, de Koningspoort door. Sommige der buitenlandsche collega's lieten zich aan vankelijk door de atmosfeer van het hof inspireeren. Zy schreven daar eindeloos door hun Fransche, Duitsche en Engelsche telegrammen, waarbij den lezers geen detail- ja zelfs geen mogelijkheid werd gespaard. Een der Telegraaf-Correspondenten schrijft uit Den Haag: In het Paleis. In het Paleis was het den ganschen nacht zeer rustig. Uiterlijk is er niets waar te nemen. Van 2 uur af gisternacht hebben w\j in de kamer yan jhr. Van Geen zitten wachten, na in de wachtkamer een souper, aangeboden door hofmaarschalk graaf Van Bylandt, te hebben genuttigd, babbelend, slapend en hopend. Van uur tot uur hebben we op goed nieuws gewacht, totdat de dag begon en eenige buitenlanders 't te kwaad kregen, die verstoord uitriepen „C'est en- core pour la nuit prochaine 1" Om kwart na zessen komt nog jhr. Van Geen binnenwippen en verzekert ons, dat er nog niets is, heusch niets. We verzinken in een akelig niets doen, onze zenuwen houden ons wakker, het hoofd is warm en toch rillen we, zietdaar, meer dan 50 uren achtereen, dat wij geen van allen uit de kleeren zijn geweest, hoogstens één of twee uurtjes hebben gesluimerd Het Paleis schijnt te slapen, geen gerucht wordt waar genomen Uit arremoe gaan we aan het venster staanplots scheuren de wolken, de zon komt doorZou het de Oranjezon zijn? Weer regent het. Weer komt de zon. Daar in de hoogte wordt gestreden. Is dat een voorbode? Om kwart voor zeven komen de lakeien ons uit 's heerens Van Geen's kamer ver jagen, die wordt schoongemaakt. Nu zien wij weer uit op de Koningspoort. Intusschen heeft de zon overwonnen. Nu is het volle dag, allen zijn klaar wakker, weten niet wat uit verveling te doen. Wat hooren we daar plotseling Geloop, geren, is dat niets Een livrei-knecht zien we de binnenplaats overrennen, volgt een hofdame. Elegant toilet, blootshoofd. Wat nu. Wij kunnen het niet langer uithouden. Stormen naar de gang, vallen op een dienstknecht, die van boven komt neervallen en ons toeroept „Het is een Prinseseen Prinseseine Prinzessin uue Princessea Princess klinkt het rondom ons. We staan ver stomd. Nu al, vragen we ons af. Het be richt valt ijskoud op ons, niettegénstaande we zoo lang wachtten. Daar komt jhr. Van Geen, doet deftig nerveus. In eens staan we met ons twaalven rondom hemDe sympathieke secretaris Harer Majesteit be vestigt het bericht. Geboorte 7 uur 3 min. en bovendien het eerste bulletin, geredi geerd door prof. Kouwer en dr. Roes- sing: Hare Majesteit maakt het uitnemend. Den heer Van Geen worden 12 handen te gelijk toegestoken, dan ineens een rust. Weg zyn de heerenWij zyn gebleven. Wij, die sinds meer dan drie weken de wacht hielden, die tijden zoo van nabij met de Koninklijke familie meeleefden, de schakel waren als 't ware tusschen Hen en het volk, wij wilden meer weten en waren even onbescheiden, wij bleven. Al dadelijk con stateerden we, dat wy persmenschen het eerst het bericht vernamen, de hoofdportier en z'n lakeien wisten van niets en zelfs in den rechtervleugel van het paleis was het nieuws nog niet doorgedrongen. Velen van het personeel sliepen nog. Maar naast de knappe medjpi, de voor treffelijke zusters, waakten de Koningin- Moeder en de Prins. Of liever Prins Hendrik, door de emotie der laatste dagen overmand, was tegen vijven op een veldbed in de nabij heid van H. M. gewone slaapkamer waar de gebeurtenis plaats greep - gaan rusten. Om 6 uur werd Hij geroepen. De Koningin- Moeder verliet Haar dochter geen oogenblik. Haar optreden boezemde vertrouwen en kalmte in, bovendien toonde zich H. M. zelf uiterst kalm. Zonder dat eenig gerucht naar buiten op de gangen was doorgedron gen, was H. M. Koningin Wilhelmina om drie minuten over zevenen, op bijna 29- jarigen leeftijd Moeder geworden van een gezonde, flinke dochtereen oranjespruit, die begroet werd door de traditioneels oranjezon, die ook Haar Moeder by de ge boorte toelachte. De Prins is de eerste, die het nieuws komt mededeelen op de gang. De tranen in de oogen, holt hij naar beneden, roept slechts een PrinsesDat weergalmt door het oude, groote stille paleis, van onder tot bovendan plots wordt hij weer Koninklijke Hoogheid. Stram militair neemt hij de eerste felicitaties in ontvangst van H. M.'s adjudanten. De Koningin zelve ver neemt het nieuws met een glimlach, sluit daarop de oogen, om Haar heen is het rustig. Zuster De Haan, belast met de verzorging van het Prinsesje, doet haar werk, de Koningin-Moeder assisteert persoonlijk. Nie mand anders mag er bij. Prof. Kouwer toont zich verheugd op de gang, daar verneemt men, dat het 'n zeer voorspoedige bevalling was, zonder kunstmiddelen. Dr. Roessingh is nerveuser dan zijn collega, men waant zich niet meer in een paleis, aan een Hof, er is geen etiquette meer. Enkele momenten slechts. Hofmaarschalk graaf Van Bylandt geeft zijn bevelen en weldra is het weer rustig terwijl daar buiten de jubeltonen gaan werklinken. H. M. is gezond, heeft rust noodig. De Prinses woog zeven pond. In het Palels. Andero journalisten in de antichambree van jhr. Van Geen ten paleize schetsten reeksen van malkanders min of meer ge- ljjkende portretten uit tijdverdrijf, vertelden elkander de ervaringen van hun rusteloos reizend en trekkend jourualistenbestaan. En vooral de heeren, die de blijde gebeur tenis aan het Spaansche hof, met haar eigenaardige openbaarheid hadden bijge woond, vonden de algemeene belangstelling. De details van het pasgeboren konings kindje, dat daar door don president-minister aanstonds op een groot zilveren blad werd rondgedragen door het paleis om het de honderden, daar in de zalen verzamelde autoriteiten en journalisten te vertoonen, hoorden enkele op bijzonderheden beluste buitenlanders gretig aan, en zij betreurden het wel, dat de tradrities aan ons hof ge lukkig bescheidener, ingetogener, gereser veerder zijn dan in Madrid, enminder Spaansch Een waarlijk critiek moment kwam Woensdagavond. Toen drongen ook eindelijk tot ons in het paleis de geruchten van buiten door, dat er inderdaad een Prinses zou zijn geboren. Waren er immers geen bulletins verspreid, was de grenadiers kazerne niet geïllumineerd, liepen de mili tairen niet in groot tenue, had de vlag dan niet van de Rotterdamsche Beurs gewaaid En zoo waarlijk, nu en dan klonk door de zware paleismuren heen het gejuich van het volk, hoorden we duidelijk het Wil helmus zingen. Weet dan iedereen in stad en land wat ons ten paleize niet meegedeeld is? vroegen de ongeruste journalisten zich steeds angstiger af. „Myne heeren" kwam de particuliere secretaris nu met klem zeggen. „Ik verklaar u op myn eerewoord dat het een betreurenswaardig misverstand is. H. M. is welvarend en de doktoren zijn tevreden, maar u zult goed doen met rustig af te wachten en de voorbarige tydingen tegen te spreken. Een nieuwe dig. De Koningin rust, de Prins verfrischt jich op een wandeling in den tuin waar te arbeid aan de perken herbegint. Dan kinnen ook wij weer voor een poos ons eiil verlaten. Tot nieuwe berichten nieuwe onrust wekken. En op den dag volgt weer een nacht de verpoozing van het avondmaalthe poor Queen en de heer Van Geen, bleeker en bleeker, en onverstoorbaar hoffelijk en welgemoed„het gaat goed myne heeren, de doktoren zijn tevreden." Nu is het 3 uur. Het wordt 4 uur, 5 uur. De druilende ochtend komt weer door de kieren der gordijnen heen. De internationale pers verkeert in desolaten staat op het einde van haar krachten. Mais... la pauvre ReiveEn wij hervatten ons. Een onbe- schryfelyk gevoel van medelijden, de indruk van den historischen nachtZooals vre ons voelen is het moeilijk te beschrijven. Half zeven. De heer Van Geenlk raad de heeren nu voor het laatst nog wat te blijven. De doktoren zijn tevreden. O, eindeloosheid van angstig waken.Zeven uur, de huishouding in het paleis ii stipt weer begonnendaar komen stippen, sneller en sneller. De heer Van Geen, zich moeilijk meester: Messieurs j'ae 1'honneur hij stokt even... de vous communiquer, qu ne Princesse est néeEven een doodelijke stilte. Ontroerd drukken wij den secretaris de hant, om het historische nieuws voort te jager, over de wereld. Uit Amsterdam. Om 10 uur was de geheele stad in rijke* vlaggentooi. Overal, van ryks- en gemeente- gebouwen, kerktorens en scheepsmasten, ja zelfs van de kiosken woei de driekleur, en in de straten was het een vroolyke gang van met oranje getooide menschen. De saluutschoten. Omstreeks denzelfden tijd kwamen ook- aan het politieposthuis in de Roelof Hout straat de officieele niededeeling, en geholpen door schooljongens en dienstmeisjes, trokken de artilleristen de kanonnen naar buiten naar het met roode vlaggen afgebakende terrein, ter hoogte van de Emmastraat, waar de politie de honderden nieuwsgiergen in een wijd carré teruggedrongen had. Alle veranda's van de aangrenzende huizee ja zelfs de daken waren bezet met toesciou- wers. Geruimen tijd verliep nog met het treffen van maatregelen, gedurende welken een aantal jongelui, leerlingen van middelbare scholen, eene geestdriftige betooging hielden rondom een paar groote oranjevanen. Er waren twee kanonnen, een veldstuk van 6 cM. en een speciaal kanon voor sa luutschoten. Zij werden buitensten rand van het opgehoogde terrein geplaatst en gericht naar de zyde van den Amstelveen- schen weg. Ieder stuk werd bediend door drie man, terwyl het bevel in handen was van kapt. Gey van Pittius. Om tien minuten voor elven viel d-eu- nend het eerste schot voorbij een achttal photografen, die met hunne toestellei in gespannen verwachting op zij van de vuur linie geschikt stonden, en zich benutten dit historische moment op hunne platen vast te leggen. Een zware donder rolde over de warmoe- zerijen en de weiden, welke de stad van de zuidzijde begrenzen, zoodat de tuin knechts verrast opkeken, en .de koeien zich met onrustige staartbewegingen ver wijderden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1909 | | pagina 10