KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor HelderTexel, Wieringen en Anna Paulowna. No 3811 Zaterdag- 21 Augustus 1909 37ste Jaargang. Bureau: Spoorstraat. Telefoon 59. Bureau: Koningstr. 29. Interc.-Telefoon 50. Tweede Blad. Nieuwsberichten. HELDER, 20 Augustus. Uit het Verslag van den toestand der gemeente Helder over 1908. Het lager onderwijs in de gemeente Helder. Het aantal leerlingen op de openbare Bcholen 1 tot en met 8 bedroeg 3167op de School met den Bjjbel 430, en op de R.-C. Meisjesschool 271. 1600 leerlingen, op de lagere school ont vingen kosteloos onderwas. De koBten van het lager onderwijs bedroe gen f 112.479,36®. Het Rjjk droeg daartoe f51.430,— bij. De School met den Bijbel ontving een Rijks-subsidie van f7018.29. De Roomsch- Kath. Meisjesschool een Rijks-subsidie van f 4920.69. Aan het verslag van de commissie van toezicht op het lager onderwijs, ontleenen wij verder het volgende Het verschijnsel, dat zich met dén enkele uitzondering sedert 1903 heeft voorgedaan, n.1. het teruggaan van het aantal school gaande kinderen, moet ook nu weder worden opgemerkt; in het afgeloopen jaar is het aantal kinderen, die de verschillende scholen bezochten, van 3911 tot 3868 teruggeloopen en dus met 43 of 1.1 °/0 verminderd, terwijl sedert 1 Januari 1903, toen er 4131 school gaande kinderen waren, hun aantal met 263 of 6.8 teruggegaan is. Het aantal leer lingen van de school met den Bijbel is in dat tijdsverloop vooruitgegaan van 337 tot 430 of 27.6 waarvan de helft of 46 alleen gedurende het laatste jaar. De commissie klaagt over de vele veran deringen, die in het personeel plaats hebben. Zjj ziet echter een lichtpunt en hoopt, dat de verbetering van de tractementen der open bare onderwijzers, die door den gemeente raad in zijn vergadering van 10 October tot Btand werd gebracht, minder groote veran deringen in het personeel zal tengevolge hebben. De voornaamste verbeteringen waren, dat de onderwijzers een minimum salaris van f 600.zouden genieten met verhooging van f50.— telkens na 2, 5, 8, 11, 14, 17, 20 en 25 dienstjaren, waardoor het maximum op flUOO gebracht werd voor onderwijzers zon der hoofdacte, terwijl dat voor onderwijzers met hoofdacte en met verplichte hoofdacte nog respectievelijk f 100.en f200.— boo- ger wm ook de jaarwedden der hoofden onderging een wijziging, doordat de maxima voor de hoofden der scholen 1 en 2 op f 1300.die der scholen 3 tot en met 7b op f 1600 en dat van school 8 op f 1800. gebracht werd. Ook bij de openb. school voor meer uit gebreid lager onderwijs wordt teruggang in het aantal leerlingen waargenomen. Het aantal leerlingen toch is van 430 tot 410 gevallen. Er kwamen toch in den loop va» het jaar 106 leerlingen, n.1. 71 j. en 35 m. bij, terwjjl er 85 j. en 41 m. vertrokken. Van deze gingen er 38 naar andere plaatsen, terwijl er 28 de school verlieten, omdat zjj aan de leerplicht voldaan haddenverder vertrokken er 7 naar de Rjjks Normaalschool, 14 naar openbare lagere scholen, 4 naar de bijzondere scholen, 3 naar de Zeevaartschool en 32 naar de Hoogere Burgerschool alhier. Het middelbaar onderwijs. De R. H. B. School telde op 31 Decem ber 1908 105 mannelijke en 28 vrouwelijke leerlingen, terwijl 2 mannelijke en 5 vrou welijke leerlingen voor enkele lessen waren ingeschreven. Aan 11 mannelijke en 3 vrouwelijke leer lingen werd kosteloos onderwjjs gegeven, en werden aan hen eveneens de boeken en leermiddelen kosteloos van Rijkswege ver sterkt. Opmerkelyk bljjkt het feit, dat zoo weinig leerlingen de vjjfde klasse bereiken, d. w. z. het eind-examen afleggen. Zoo telde de school bjj het begin van den cursus 19071908 30 leerlingen in de eerste klasse, doch slechts 10 in de vjjfde klasse. Hei eind-examen werd «Igtljegd door 6 leer lingen, die allen geslaagd zjjn. De cursus 1908—1909 werd geopend met 140 leerlingen, een cjjfer, dat tot heden nog niet werd bereikt. De commissie vestigt de aandacht op het feit, dat bjj het overgangs examen van de eerste naar de tweede klasse, 13 van de 43 leerlingen niet voldaan hebben. De Zeevaartschool telde in 1908 43 leer lingen in de stuurlieden-afdeeling. Op 31 December 1908 telde de school 19 leerlingen in de voorbereidende afdeeling. Voor den derden stuurmansrang werd door 19 adspi- ranten examen gedaan 10 slaagden, 4 werden afgewezen voor de theorie, 5 voor de praktjjk. De Burgeravondschool had op het einde van 1908 246 leerlingen. Wegens plaatsgebrek moesten 18 adspiranten worden afgewezen, hoewel zij aan de eischen van toelating hadden voldaan. De Landbouw-wintercursus te Koegras werd bezocht door 12 leerlingen, die idlen in het landbouwbedrijf werkzaam waren. Meer en meer beginnen de belanghebben den te gevoelen, dat een zekere mate van wetenschappelijke ontwikkeling van den land bouwer hoog noodig is. De ambachtsschool telde op 31 Dec. 1908 73 leerlingen, waarvan 54 in het smids vak, 16 voor timmerman en 8 voor meubel maker werden opgeleid. Aan het verslag van de Kamer van Koop handel en Fabrieken over 1908, ontleenen wjj het volgende betredende de uitkomsten der ZeevisscherlJ. Het is sedert jaren geen opgewekte bezig heid een overzicht te schrjjven van de vis- scherijtoestanden in deze gemeente. Telkens toch valt achteruitgang te constateeren en, bedriegen ons de omstandigheden niet, dan «al daarin do eerste jaren geen verbetering zjjn te bespeuren. in het afgeloopen jaar was die achter uitgang grooter, dan in eenig jaar te voren. Verschillende oorzaken kunnen biervoor worden aangevoerd. De voornaamste is wel, dat de visch langzamerhand onze kusten verlaat, tengevolge van het visschen met stoomtrawlers en dergeljjke vaartuigen. Deze zijn zelfs reeds gedwongen om, willen zjj met eenige vangst terugkeeren, naar de West kust van Engeland te gaan. De in deze gemeente thuis belioorende vischschuiten zjjn te klein om dergeljjke rei zen te doen. Door de slechte resultaten der laatste jaren gaan de grootste hier thuiB behoorende botters en schuiten in de wintermaanden niet meer als voorheen naar de Noordzee, maar trachten, evenals de kleinere vaartuigen, garnalen te visschen. De vangsten daarvan worden gekookt rechtstreeks aan den kooper afgeleverd. Bracht de te voren hier thuisbehoorende stoomtrawler een paar maanden zjjn vangst in het afslaggebouw, thans behoort hjj in eene andere gemeente thuis en brengt ook daar de visch aan de markt. Was de haringvangst in het afgeloopen jaar niet ongunstig, de betrekkelijk lage prijzen maakten, dat de finantieele resultaten niet groot waren. Ansjovis werd haast niet gevangen. Uit de hieronder volgende opgaven bljjkt, dat het aantal vaartuigen, dat met de ge vangen visch alhier ter markt kwam, 210 meer was dan in 1907. In tegenstelling daar van bedroeg de ontvangst bjjna f51000. minder. Deze cyfers toonen aan, dat de vangsten in het afgeloopen jaar minder waren dan die in het voorgaande, maar daardoor ook, dat de visscherman zjjn zwaar en gevaarvol be roep weder slechter beloond zag. Dat in tegenstelling met onze verwachting spoedig verbetering moge komen in dezen toestand Het totaal bedrag van de alhier aange brachte en afgeslagen zeevisch was in 1899 f 381.502.65 in 1904 f 803.714.40 1900 379.444.35 1905 296.017.84 1901 f 358.049.40 1906 297.855.50 1902 312.276.30 1907 274.291.10 1903 289.259.05 1908 223.532.70 Het aantal vaartuigen, dat met de gevan gen visch alhier ter markt kwam, bedroeg: in 1899 12725 in 1904 10640 f 1900 10720 1905 8140 1901 9500 1906 7520 1902 9653 1907 7540 1903 10150 1908 7750 De zeevisscherjjvloot in deze gemeente be stond op 31 December 1908 uit: 41 botters 1 koogaarts 13 blazers 2 haringloggers. 10 schokkers 169 vletten. 6 aken 1 jol 1 jacht 1 sloep 2 schuiten Armwezen te Helder. Over 1908 werden door het Burgerlijk Armbestuur ondersteund 271 hoofden van gezinnen en 78 eenloopende personen. De uitgaven bedroegen f 18644.67®. In het Weeshuis werden 54 kinderen ver pleegd. De uitgaven bedroegen f 12857.55 of ruim I 228 per verpleegde. De uitgaven rechtstreeks uit de gemeente fondsen betaald, ten behoeve van het arm wezen, bedroegen over 1908 Voor bezoldiging of belooning van genees-, heel- en verlos kundigen f 2000. Kosten van verpleging van krank zinnigen in gestichten 13519.08® Subsidiën aan instellingen van weldadigheid en onderstand, te weten Verpleegkosten Zie kenhuis .f 17298.64® Kosten Apotheek en Geneesmiddelen v. behoeftigen 2577.88® Burgerl. Armbestuur 17793.75 Algemeen Weeshuis 6950.— 44620.28 Totaal .„60139.36® De schuld van de gemeente Helder, be droeg op 1 Januari 1909 f 1.556.600 of ruim 55.per hoofd. Wegens diefstal ontslagen. Maandagmiddag zjjn in den Grand Bazar de la Paix in Den Haag een 12-tal winkel juffrouwen ontslagen wegens diefstal van winkelwaren. De politie heeft de zaak in handen. De diefstallen zjjn reeds sinds langen rk gJPd0egd en vertegenwoordigen aanzien- Dinsdag werden weer 9 winkeljuffrouwen in dienst van den Grand Bazar de la Paix op staanden voet ontslagen. De gestolen goederen zjjn hoofdzakelijk lanufacturen, ondergoederen, enz. Een der in dezen diefstal betrokkenen heeft zich wel voor circa f 500 aan kleederen en snuisterijen toegeëigend. Dat deze dieverjjen niet zoo spoedig aan 't licht kwamen, is daarin ge- legen, dat zo met ruiling gepaard gingen b.v. een centuur voor een paar handschoe nen, enz., waardoor de controle zeer moeilijk werd. Door onderlinge verwjjten is het complot ontdekter volgden huiszoekingen. Men ver wacht nog meer onthullingen. (Avondp.) Belastingontduiking. Een koopvrouw te Ohligs, die zich bedee- len liet, verloor dezer dagen, toen zjj op negotie uit was, 22,000 mk. aan effecten. Zjj stelde de politie met het verlies in kennis en kreeg haar eigendom terug. Maar tegeljj- kertjjd stelde de overheid een vervolging wegens belastingontduiking tegen haar in. Verdronken. August Spoorer, een achttienjarig jongeling, is Maandagmiddag bjj een poging om den waterval van den Niagara over te zwemmen verdronken. Men zegt dat hjj een paar meters verder kwam dan kapitein Webb indertijd, maar zjjn einde was hetzelfde. Na een moedige worsteling en na er gedeeltelijk in geslaagd te zjjn, om de groote rotsen, waartegen de waterval opspat, te mjjden, werd hjj door groote baren bjj de draaikolken gegrepen en andore geslingerd, hem schieljjk. Nie- van do eene rots naar Zjjne krachten begaven hem schieljjk. mand kon hem hulp brengen, en nadat hij vele malen ondergedoken en weer bovengeko men was, trok de maalstroom Spoorer in do diepte. 0e watersnood te Berlijn, tengevolge van het springen van een hoofd buis, die alleen op de plaats des onhoils watersnood veroorzaakte, heeft Dinsdagmid dag vjjf uur geduurd. Toen de leiding niet meer gaf, liep alles naar de telefoon, om den watertoren op te bellen. De telefoonjuffrouwen werden radeloos. Wanneer men eindeljjk aansluiting had gekregen, moest men verne- niet met ze dat nog i t zekerheid te '!gl6° viel, wanneer het gebrek verholpen zou zijn. Het onaangenaamst werden de fabrieken in het gebied van watersnood getroffen. Zjj konden niet vorderen. In de groote koffiehuizen was het een op schudding, toen de gasten geen glas water bjj de koffie kregen. En dan moest men er maar niet over gaan peinzen, waarmee de vuile vaten gespoeld en gewasschen werden 1 In de vischreservoirs kon natuurljjk geen stroomend water meer loopen, zoodat de forel len ijlings geslacht moesten worden, ofschoon men niet wist. of de gasten de dieren 's avonds wel alle zouden opeischen. Hier en daar be hielp men zich mot put- en welwater. In de ziekenhuizen, waar het water zulk een onmis baar ding is, zat men er ook mee in. Wat er in de huishoudens omgegaan is, valt alleen maar te bevroeden. Tallooze menschen hadden niet alleen geen water om te drinken, maar ook niet om koffie te zetten. Toen er eindeljjk water in de huizen kwam, liep dit nog grootendcels weg of veroorzaakte overstrooming, aangezien in vele huizen de kranen opengelaton waren. De hongerende voorvechsters. Niet goed raad weten de Engelsche auto riteiten met de gevangen genomen suffraget tes, die maar steevast blijven weigeren in de gevangenis te eten en te drinken. Dezer dagen moesten tien dezer ongezeggelijke dames worden ontslagen, omdat men toch de ver antwoordelijkheid niet aandorst haar de laten doodhongeren. Zjj hadden van veertien dagen tot twee maauden vrijheidsstraf opgeloopeu in haar yver voor de goede zaak van het vrouwenkiesrecht en van den dag harer op sluiting af alle voedsel geweigerd. Twee ge huwde vrouwen waren erbij. De pers zwjjgt het hongeroproer der suf fragettes dood. Niemand weot goed, wat met wezens die zoo hardnekkig bljjven volhouden aan te vangen. Den langsten tijd gedurende welke men een suffragette liet hongeren bedroeg zeB dagen en zeven uren. Toen moest men haar wel, meer dood dan levend loslaten. Een pressie waarvoor zelfs de Russische gevan genis-autoriteiten wijken verdragende Britsche evenmin. Wat willen de suffragettes met haHr hon- gerkuur bereiken Het kiesrecht Indirect wel. Doch direct is het weigeren van levens middelen een protest tegen het opsluiten van politieke misdadigers als hoedanig de dames zich beschouwen te zamen met boeven en tegen de vernedering die zjj in de gevangenis moeten ondergaan het dra gen van boevenpakken en het geneeskundig onderzoek door mannelijke artsen. Zachtjes-aan maakt de suffragettestrjjd, met zulke krasse raindelen gevoerd, wel indruk in den lande. Men begint zich af te vragen of de regeering niet meer met eigenwijsheid dan met wijsheid tegen de ageerende dames op treedt. Bij het koppig volhouden van beide kanten komt de sympathie licht bjj de lijden de partij. Bevolking in Frankrijk, Dr. Jacques Bertillon bespreekt in de Fi garo de opgaven van geboorte, sterfte en huweljjk in Frankrjjk voor het jaar 1908. Bertillon is er slecht over te spreken. Van 1859 tot 1868 werden er in Frankrjjk ieder jaar een millioen kinderen geboren. Van 1868 tot 1886, in achttien jaar dus, is dat millioen gestadig verminderd met 100,000. In dat tijd perk ving het getal, dat de geboorten aan gaf, aan met het cjjfer 9. Daarop volgt een tjjd- perk van 20 jaren (1887 tot 1906), waarin het getal der geboorten aanvangt met een 8. En sedert twee jaren moeten wjj, om het getal aan te geven, beginnen met een 7. Als dat zoo doorgaat, zegt Bertillon, dan begin nen we over een jaar of 15 met een 6. En dan? Dan, dan heeft Frankrijk opgehouden te bestaan. Er zijn menschen die zich gaarne troosten en zeggen dat gebeurt overal. Het is niet zoo 1 Het gebeurt alleen maar in Frankrijk. Integendeel, overal neemt bet volstrekte aantal geboorten toe. Alle volken wassen, behalve wjj. Nooit is die aanwas sneller ge gaan dan in onzen tjjd, behalve in Frankrijk Bertillon maakt ten slotte reclame voor de Alliance nationale pour l'accroissoment de la population. Waarschuwend steekt hjj zjjn vinger op en zegt: Frankrjjk heeft den rijksten bodem van de aarde en telt maar 74 inwoners op den vierkanten kilometer. Duitschland telt er meer dan 120, en het neemt ieder jaar met een millioen inwoners toe (882,624 in 1907.) Op een gegeven oogen- blik zal Duitschland het belacheljjk vinden, een kostelyk land naast zich te hebben dat bjjna leeg staat. Duitschland zal het inpakken en er mee handelen als met Polen, do grond eigenaars de deur uit zetten en echte Teu- tonen er in. Een paradijs voor rooksters. In de publieke restaurants in New-York verbiedt een ongeschreven wet den dames het rooken, en het pjjnljjke tooneel, waarbij een Engelsche arristocrate, die, niets ver moedend, in het restaurant van haar hotel een geurige sigarotte aanstak en deswege door den directeur van de inrichting botweg de zaal werd uitgestuurd, ligt nog versch in het geheugen. Maar daarom rookt de .smarte* Ameri- kaansche volstrekt niet minder dan haar soortgenoote in de oude wereld. Thans eindeljjk wil een groot luxe-restau rant, dat voor de reusachtige som van 2'/a millioen dollar aan de Broadway wordt ge bouwd en in September zal worden geopend, den smokende New-Yorkeringen in een van tjjn talrjjke zalen een behaagljjk Buen Ketiro aanbieden. Dit paradjjs voor rooksters belooft in zjjn soort eenig te worden. De eigenaars van het nieuwe gebouw hebben alleen voor de aan kleeding van dit rooksalon 75,000 dollar uit getrokken. Maar daarvoor zal het dan ook zoo weelderig, zoo stemmingsvol en uitslui tend op het meest geraffineerde nicotinegenot aangewezen worden, dat het zjjns gelijke niet heeft in de geheele wereld. De geheele inwendige inrichting wordt in Assyrischen stijl gehouden, en vrouweljjke bedienden in Babylonischo dracht zullen de zaal doorzweven met prachtige bronzen schalen, gevuld met de kostelijkste sigaret ten, om die den achoonen rooksters aan te bieden. Een ruim gesorteerde winkel van dames sigaretten en damessigaren ligt naast het salon, en iedere mistress en miss, die er trek in heeft, kan haar sigarettentaschje, dat iedere rookster aan een langen, dunnen ket ting draagt, met ieder verlangd gewas vullen. In de zaal voor rookende dames staan met kostbaar brokaat bedekte divans gereed, om de rooksters voor een droomerig doorgesoesd uurtje te ontvangen. Maar dit is niet alleshet zachte geklater van fonteinen en de gedempto muziek van fluiten en harpen, welker bespelers verborgen zjjn achter een wand van palmen en bloemen, zullen de bezoeksters, in vcreeniging met de geurige wolkjes der sigaretten, in een echt Oostersche .dolce far niente'-Btemming brengen. Slechts eenige olifanten, giraffen, nijlpaar den, ibissen en heilige katten ontbreken, om de stoffeering nog Babylonischer te doen zjjn. Maar dat komt over een paar jaar ook nog wel. 't Zal dan tevens ook wel verboden worden, de gewjjde rookzaal anders te be treden dan in Babylonisch costuum, op san dalen en gehuld in een helkleurigen bad handdoek. Ingezonden. Geachte Redactie! Met een beknopt antwoord aan den heer D. v. d. Aarde te plaatsen in uw veelgelezen blad, zult u onB ten zeerste verplichten, en brengen we u bij voorbaat onzen harteljjken dank. We kennen een man, die door een venijnig gedicht, Zjjn onschuld wil toonen en stellen aan 't licht, En mede beproeft hij dit schijnbaar geluk Door het plaatsen van een ingezonden stuk. Maar och arme 1 in dit mengelwerk, Blijkt zijn verklaring weer niet sterk. Want om maar even zuiver aan te toonen, Dat wij hem onverdiend gingen honen, Als karakterloos, blijft hij er in steken, En zoolang dus 't onjuiste ons niet is gebleken, Is het schrijven doelloos en geheel zonder waarde, Wat wjj vinden onderteekend door D. v. d. Aarde. We zullen dus de rjjmelarjj van den heer D. v. d. Aarde, verder maar laten rusten, alsmede de fraaie intermezzo over onze erken telijkheid ook aan den heer P. Nolting, om daardoor in 't gevlei te komen. Bij wien Bjj den heer Nolting natuurlijk. Men zij echter bedacht, dat de heer Nolting, toen we zjjn arbeid erkenden, alreeds als lid der Tweede Kamer gezakt was, en deze ons dus niet meer behulpzaam kon zjjn. Intusschen is deze val voor ons van minder gewicht, dan voor hen, die liever hun troost bjj de vrij zinnigen zoeken. Doch dit staat bjj ons vast, dat wjj hulp vragen van mannen, die onze belangen willen dienen, afgezien van welke kamerfractie of richting zjj behooren. Wjj onderschrijven evenmin als v. d. Aarde, de christelijke over tuiging of het chr.-dem. beginsel van den heer Staalman, en dat weet gij, en daardoor is uw geheele betoog door en door lasterlijk. Maar we hebben het waarschijnlijk geacht,dat de heer Staalman onze belangen kon en wilde bevorderen, en dit is zeer juist gebleken want daardoor komt ons deze promotie, hoe gering dan ook, ten goede, en ook u. En dat die promotie zoo laag was, is toch zeker niet te wijten aan den door u zoo gehaten heer Staalman, die voor ons hoog verheven blijft boven uw laster, en wij zullen dan ook ons door u genoemd fyngevoelig karak ter toonen, en dat hoog houden tegenover uwe karakterloosheid, waarvan gij tot heden in gebreke bljjft, om het tegendeel aan te toonen, en wat uit ons verder antwoord nog meer op den voorgrond zal treden. Voor we echter op uw verder betoog in gaan, zjj door ons erkend, dat u, dit aan- toonendo in uw gedicht, in Hoorn en niet in den Helder en dus ook niet op de vergadering is geweest, waar de heer Staalman werd be noemd tot adviseur van „Ordelijk Vooruit". Hier hebben wjj dus een ondoordachte fout begaan, zijn in deze onjuist geweest in onze beweringen, wat wjj volmondig erkennen. Tevens danken we u, dat ge erkent, er op een latere veigadering mee in kennis te zjjn gesteld, en dat ge tevens kennis hebt geno men van het antwoord van Z.Exc. den Minis ter, en dat u toen nog een goed gezind lid was. Later dus niet meer Daarover aan stonds. Eerst even het waarom I Volgens uwe be wering heeft u aanleiding gevonden in de publiciteit van dat antwoord, wat volgens u met algemeene stemmen aanvaard was, doch waaraan geen publiciteit zou worden gegeven. In onze notulen der vergadering van 7 Juni 1909 is naar waarheid weergegeven, dat ook het geven van publiciteit met algemeene stemmen was aangenomen. Nu kunnen wij ons echter moeilyk begrij pen, dat u er bezwaar tegen kon maken, omdat ge op den avond dat het request ver zonden werd aan ZJSxc. den Minister van Marine, met den meesten lof hebt gesproken over het werk en de moeite door den heer Staalman voor ons gedaan. Dat ge diezelfde persoon thans belaster en beliegt is slechts een getuigenis tegen zelf en verraadt uwe karakterloosheid, waar over we schreven, en waart gij verpersoon lijkt in den door;u omschreven vuurspuwenden Nu iets over uw royement. Dat ge u daar over bezwaard gevoelt is zeker niet ernstig gemeend, want dan hadt ge als goed gezind lid nooit zoo ettelijke malen het stelsel van „laten we de boel maar deelen, er komt toch nooit wat van* op den voorgrond ge- Bchoven tegenover bestuur en leden. Waarop uw royement berust en gerechtvaardigd was? De laatste alinea van art. 22 van reglement zegt,In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, zal door hot bestuur zooveel mogeljjk naar omstandigheden ge handeld worden, en later aan de leden vergadering door stemming onderwerpen.' Hierop zijt ge voorloopig door het bestuur geroyeerd op grond van art. 9, wat zegt: Een lid, die zich niet houdt aan de sta tuten of reglementen der vereeniging, kan door het bestuur tot ontslag in eene leden vergadering worden voorgedragen. Ook zjj, welke een wangedrag aan den dag loggen, de meerderheid van stemmen beslist en wordt zulk lid hiervan schriftelijk kennis gegeven, door den voorzitter en secretaris onder- teekend'* Hier nam het bestuur den maatregel tot royement, wat daarna door alle leden werd goedgevonden, door sommigen zelfs met do bevestiging: «als dit niet gebeurd had, was ik geen lid gebleven*, en naar do meening van allen, zjjt ge, naar aanleiding van den inhoud en de strekking van artt. 3, 4 en 5, buiten uw reglement opgetreden, door stuk ken te plaatsen, en mede te onderteekenen met hen, die het doel en streven der ver eeniging zoeken afbreuk te doen. Gaarne houden ook wij ons aanbevolen bij den geaebten redacteur van dit blad, of wjj soms in deze niet in de Ijjn waren dit royement te be stendigen. Nog beweert u aan het slot van uw artikel dat er een periode is geweest, ongeveer twee jaar geleden, dat niemand der onzen durfde to erkennen, te zjjn de voor zitter der vereeniging »0. V."I Ook deze bewering is, evenals uw geheele betoog, vlak bczjjden de waarheid. Het gold toen een ingekomen antwoord van Z.Exc. den Minister, op een schrjjven van geljjke strekking als ons laatste request, doch zonder toelichting. Dit antwoord nu was van het Departement van Marino foutief gericht, niet aan den voorzitter der vereeniging ,0. V.', doch aan het hoofdbestuur van «O. V.*, en dat bestond hier niet, en er was dus ook niet een zoodanige voorzitter te vinden, doch lafer werd dit stuk dan ook afgegeven aan den tegenwoordigen voorzitter der vereeniging ,0. V.*, te Willemsoord, ten wiens name ook het verzoek was verzonden. Zoo, mjjnheer d. Aarde, is de onomwonden waarheid in deze zaak, waarmedo ge bet in geen enkel geval erg nauw schjjnt te nemen. Het is dus niet erg vereerend voor u, dat ge uw leu genachtig betoog eindigt met niet meer te zullen ingaan op een eventueele principieele scheldparty, die ge aan anderen toeschrijft, die u duchtig onderhanden namen, in to gaan. Want heusch I ook wjj laten gaarne het oor deel aan den lezer, en eindigen, met u de verzekering te geven, dat het oude spreek woord nog altjjd van kracht is. „Al is de leugen nog zoo snol, de waarheid achter haald ze wel', en we voegen er aan toe, tot schande van u, die de waarheid en het recht verkracht, uit persoonlijke overwegin gen en bedoelingen. U, M. de R., nogmaals beleefd dankende voor de plaatsing, teoken wij ons Het Bestuur der vereeniging «O. V." C. Wielixoa, Voorzitter. H. Kwast, Secretaris. H. G. Fontei.w, Penningm. Gorbea, Colonia New-Transvaal, Chili. Mjjnheer de Redacteur I Beleefd verzoek tot opname van deze regels in uw veelgelezen blad. Toevallig kwam mjj uw Vliegend Blaadje" in handen, van 7 April 1909, waar ik een brief in vond uit Brazilië, en nadat ik dien had gelezen, kon ik niet nalaten u te vcr- zoekon, of ik dien man (zonder naam) mocht beantwoorden, daar cr nog vele families door zijn schrjjven in het verderf konden raken. Ten eerste neem ik daaruit op, dat hjj een man is, die zich leent, om de mooie man te wezen bij den administrateur van die kolonie, om menschen te werven. Ik hoop, dat de lezers zijn brief nog eens overlezen en dan zullen zjj wel kunnen in zien, dat de schrijver van den brief er totaal niets van weet, want wanneer men een maand in den vreemdo is en men wordt naar een kolonie gezonden, dan kan men niets als ellende constateeren, en wat dan verder de toekomst is, daar kunnen wjj over meepraten, maar nog niet geheel. Wjj zijn 4 Juni 1908 in Chili aangekomen als kolonist, dns ruim zes jaren geleden, en velon van ons zjjn onafgebroken op hun land gebleven, maar het is nog lang geen rozen geur wat men hier ruikt, nu mogen de lezers zeggen .Chili is geen Brazilië", maar bij ons is één Hollander, die zjjn land in Brazilië heeft vaarwel gezegd, en verklaart, dat de gronden over het algemeen in Chili beter zjjn dan in Brazilië. Ten eerste moet ik de lezere attent maken, dat hjj, die niet met zwendel en bedrog op de hoogte is, zich de eerste jaren, iu Zuid- Amerika als kolonist, teleurgesteld gevoelt. Wat de rogeering aangaat, deze is solide, maar de administrateur of baantjesgast, die het toezicht over de kolonisten heeft, weet zeer goed, dat men wegens gebrek aan ti kennis en slechte postverbinding met de kolonie, niet zonder zjjn hulp met de regeeriDg in contact kan komen. De beambte kan han delen zoo hjj wil, maar op veel goeds heeft men niet te rekenen. Vandaar is een contract aanbevelingswaar dig, maar om het door te worstelen, is zeer zwaar. Daarom wil ik de lezers met het een en ander in kennis stellen, opdat zjj niet onbe zonnen op reis gaan en goed nadenken wat zjj doen. Ten eerste is de reis als emigrant niet te roemen. Het is een groot verschil met het eten, logies, behandeling, enz. of men als 3de klasse aan boord gaat of als emigrant. Als emigrant geljjkt men meer op 'n gevangene dan op 'n reiziger. Daar kunnen wjj het beste over oordeelen, omdat wjj al meermalen de zeereis hebben meegemaakt naar Afrika. Ook ben ik werkzaam geweest in Noord-Amerika Bij aankomst als kolonist, gaat men onder geleide van een aangestelde van de regeering, dat noemt de schryver vrjjlieid, wjj badden nog het voorrecht, dat wjj per spoor naar Gorbea konden komen, dat aan onze kolonie grenst. In 't begin was het wel wat moeilijk, maar het kon toch, wat in Brazilië geheel ontbreekt volgens zjjn schrijven. En dan bluft hjj op de regeering, maar dat kan hjj wel laten, want hem ontbreken al de benoo- digde gegevens. Wij ontvingen van de regeeriDg opcrediet een span ossen met kar en toebehooren, 2 koeien, een paard, een ploeg en zaad om te zaaien en andere gereedschappen, dus bet is duidelijk te begrjjpen, dat de sehrjjver van den brief er een doel mee heeft of het is hem in het hoofd geslagen, anders kon hjj zooiets niet doen. En dan 25 hectaren, waarvan 2 rivieren, een gedeelto bamboeriet, en oerwoud 1 Wjj, die het kunnen beoordeelen, roemen de men schen, die gevluoht zjjn uit zoo n land, want dat geeft bljjk van een helder verstand. In zoo'n land kan men geen toekomst vinden. Wjj ontvingen voor een familie zonder kin deren 70 hectaren, en voor ioder kind naar ouderdom, en toch, als velen van ons niet door do Ncd. Zuid-Afrikaanscho Spoorweg maatschappij waren gesteund, zouden zjj voor ons een voorbeeld zijn geweest, en hadden ook wjj"moeten vluchten, want 't eerste jaar moet men boomen hakken en hier en daar ruimte maken voor een huis of tuintje, dan is men verplicht te wachteD dat die gehakte boomen eenigszins gedroogd zjjn om die te kunnen branden. Is men gelukkig geweest branden, dan kan men beginnen, met niet verbrandende op te ruimen. Op dien grond kan men zaaien, maar dan islYsjftAi* zonder verdienste doorworeted. Wel is 't waar dat de regeering één jaar lang toelagen verstrekt, maar dat is te veel om te sterven te weinig om te leven, vooral als meu groote kinderen heeft. Zoo ziet men al spoedig onze beschaafde i nette familie's tot een soort van verwaar- loozing overgaan, want de lezers kunnen wel nagaan, dat dit harde werk veel sljjtatie geeft voor al het opruimen van het zwarte, aangebrande hout, en daar moet man, vrouw kinderen aan helpen. Men ziet dan spoedig vreemde lappen op de kleereD, of gescheurde kleeren, kinderen op bloote voeten, zelfs vrouwen op bloote voeten, verbleokte en magere gezichten, vroegtijdig vergrjjsd haar, enz. en er wordt nog steeds geen cent verdiend, en wie weet wanneer. Als men het 3de jaar zooveel oogst dat men er van kan eten, en zaaizaad over heeft, dan heeft men niet te klagen, verder komen nog de diefstallen en sterfte onder 't vee, steeds zonder geldeljjke inkomsten. Zoo zjjn er nog onder ons, die verplicht waren om elders te gaan werken, wegens diefstal en sterfte van hun vee, want men kan beter, als men geen anderen kan koopen, een arm verliezen dan de ossen, want zonder ossen kan men niets op het land verrichteo. Over voeding en levenswjjze aal ik maar zwjjgen, want dat kan een ieder weldenkend lezer wel nagaan. Nu onze dagen wat beter worden, vragen wjj dikwjjls elkander af, h o e zjjn wjj er nog doorgekomen' of „hoe sjjn zjj er doorgekomen*. Ik Bchrjjf dit niet om medeljjden op te wekken of een aalmoes te vragen, daarvoor zjjn wjj al te lang uit Holland, maar uit reine vaderlandsliefde. Toch zjjn er wel families, die de tranen in de oogen schiet als zij den dag herdenken, 1 Mei 1903, t> zjj bun moederland vaarwel i als zij op hun kinderen neerzien, die rende 6 jaren niets geen onderwjjs noch van school, noch van kerk, wat I buiten de schuld der ouders is. Tei moeten de kinderen behulpzaam zjjn op 't land, om het schamele brood te verdienen, cn des winters kunnen de kinderen niet van de regen en slechte wegen; ten tweede, er is geen school noch kerk in de nabjjheid, e» zoo'n leven noemt de schryver vrjjbeid. Ook schrjjft hjj> dat zuiplappen en luiaards niet zijn te gebruiken, maar waar kunnen ze die wel gebruiken Ik ben in verschillende landen werkzaam geweest, maar hun beste verbljjf de Rijkswerkinrichting te Hoorn, Ook doet de sehrjjver een verhaal, dat ze stuk voor stuk 200 jaar worden, dan houdt bjj geen rekening met de gele koorts, de pokken, aardbeving, enz. Wel is waar, men raakt aan dezen wel gewoon hier te lande, maar het geeft geen verzekering tot hoogen ouderdom. Ik vermeen, dat de schryver iemand is, die in Zuid-Amerika thuis hoort, vandaar bezit hjj nog een zeker iets, wat hij niet in woorden kan brengen en volgens zjjn schrjjven, wat wel eens in Holland groot kapitaal en rente heeft opgebracht, of men zou op hem het oude spreekwoord kunnen toepassen Hjj huilt met de hongerige wolven, waarmee hjj in het bosch is', en neemt zjjn grooteten vriend of' bloedverwant tot zjjn prooi. Mjjn inziens zjjn zulke lui ongeloofbaar, en ik hoop, dat de lezers zich het hoofd niet warm laten maken door sjjn schrijven, want hjj is nog een leek als kolonist, wel is waar is er, volg™ de couranten, zeer veel werkeloosheid en een ieder moet toch leven, en vandaar zal er veel spanning in sommige families wezen, maar neem deze waarschuwing aan en overweeg Als ik nog iets zou moeten aanrt ik geen vriend van ben, dan zou ik aanraden om het reisgeld bjjeen te zamelen en naar Noord Amerika te gaan, maar houdt er reke ning mee, dat er in Noord-Amerika flinke, tot werken bekwame handen en flink gedrag geëischt wordt, en hjj of zjj, die dat bezitten, komen spoedig tot de ontdekking, dat hun verbljjf in Noord-Amerika beter na het zin is, dan workeloos in Holland te bljjven. Mijnheer de Redacteur, bjj voorbaat mjjn oprechten dank, voor de opname en verzoe kende andere bladen, om zoo spoedig mogeljjk den zwendel en hot bedrog tegea te gaan. Met achting, J. TIJMES, Colonia New-Transvaal, Gorbea, Chili. Heldersche Moppen» De held. A.Ik heb het dien kerel eens flink ge zegd. Hjj is tweemaal zoo groot en zoo dik als ik, maar ik heb hem uitgescholden voor al wat leeljjk is. B.En probeerde hjj niet je in je gezicht te slaan A.Neen, zeker niet. Toen hjj begon te antwoorden heb ik den telefoon aan de haak gehangen en bei

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1909 | | pagina 1