KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor Helder, Texel, Wieringen en Anne Peulownem No. 3832 Woensdag 8 November 1909. 87ste Jaargang. Uit het Buitenland. Verbroken Zegels. Nieuwsberiohten. 't Vliegend Blandje p. 3 m. 50 ct., fr. p. post 75 ct., buitenland f 1.25 Pre- {Zondagsblad» 37)» 45 fO.75 miën J Modeblad 55 65 f 0.90 (Voor het buitenland bij vooruitbetaling.) Advcrtentièn van 1 tot 4 regels 25 cent. Elke regel meer6 Bewijs-exeinplasr2J Vignetten en groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag. Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder. Bursaux: Spoorstraat en Koningstraat. Interc.-Telefoon 50. Omtrent het proces Ferrer ondervraagd verklaarde, naar de bladen mededeelen, de nieuwe Spaansche minister van oorlog dat hy de terechtstelling volkomen in den haak vond. Alleen had de vorige regeering er wat te lang mee gedraald 1 Onder de protesten tegen Ferrer's terecht stelling is er ook een van.Moulay Hafid, aldus meldt de Tangersche correspondent van den «Matin". Men kent de houding van den sultan tegenover den roghi en de wreedheden gepleegd op diens mede aanvoerders. En wat schrijft men omtrent dezen baas nu Wat!' zoo zoude hy hebben uitgeroepen, nadat hy zich de artikelen over het gebeurde in de Europeesche bladen in vertaling had laten voorlezen, »er wordt geprotesteerd, wan- necr ik erkende opstandelingen die zich ge wapenderhand hebben verzet tegen hun wettige regeering en die zich aan nog grooter wreed heden jegens mijn onderdanen hebben schuldig gemaakt de hand laat afhakken, en men zou geen aanmerking maken op Spanje, dat een man ter dood laat brengen, die door geheel Europa voor onschuldig wordt gehouden I De Spaansche regeering is dus nog barbaarscher dan do Marokkaansche En toch, aan den anderen kant schynt Moulay nog zoo kwaad niet. Hij heeft wer- kolyk naar de Rifstammen een gezantschap gezonden, dat daar aandringt op het opgeven van het verzet en het beëindigen van den oorlog met Spanje. De Matin-vorslaggever ondervroeg het hoofd van het gezantschap en deze meende dat do stammen die nu reeds 4 maanden in het veld zyn, welhaast genoeg zullen hebben van den oorlog, temeer, daar zy aan alles gebrek moesten lijden, na de verwoesting van hun huizen en den te veld staanden oogst. Ze verlangen ook hun akkers weer te gaan bebouwen. Diplomatiek voegde bjj or bjj, dat deze bloedige veldtocht misschien voorkomen ware, zoo Spanje den wjjzen raad van den sultan hadde gevolgd om niet te voorbarig te zijn met de ontginning dor mynen. Als de Kabylen niet naar goeden raad willen luisteren zendt Moulay Halid denkelijk een leger. Het gezantschap sprak met lof over don Spaanschen bevelhebber. Van Spaansche zyde ligt in de laatste dagen de operatie stil. Ook dat wettigt het vermoeden dat wo aan 't eind van den veldtocht zijn en dat Spanje eigenlijk de zending van Moulay Hafid heeft bewerkstelligd. In een particulier schrijven uit Athene van 20 Oct., aan het Hbld. ter inzage verstrekt staat omtrent de huidigen toestand in Athene tWy beleven zeer moeilyke oogenblikken vol gevaar voor ons ongelukkig land. De schuld van do politici, maar niet minder die van don koning en de prinsen heeft de natie aan den rand van den afgrond gebracht. Wij zjjn in volslagen revolutie. De militaire bond regeert het land. Er is geen kamer, geon regeering, geen koning meerDat zou voor een tijdje niet zoo slecht zijn, indien al die heeren van het comité voorzichtige en gematigde menschen waren, maar als altoos, staan er een aantal heethoofden naast, die tot het uiterste kunnen overgaan. Het is ernstig te vreezen dat de koning, al deze vernederingen die hij dagelijks on dergaat, moede, besluiten zal om de regee ring neer te leggen. Dan komt voor de Grie kenland de chaos of de bezetting door een andere mogendheid. «Het is werkelijk treurig en wy zyn daar door in voortdurende, ontzettende spanning. Een uitbarsting is elk oogenblik mogelyk. De atmosfeer is zoodanig overladen met elec- triciteit, dat er slechts een kleinigheid noodig is, om alles te doen ontbranden. «Op den dag toen enkele afgevaardigden tegen het wetsontwerp wilden optreden, waarby de prinsen buiten het leger worden gesloten, had hot comité alles in gereedheid, om do Kamer te overmeesteren en alle afge vaardigden gevangen te nemen. Gelukkig is men er bytyds ingeslaagd, een catastrophe te voorkomenmaar de Kamer biedt een deerniswaardig schouwspel. Niemand durft meer het woord te nemen "Volgens dezen schryver moest men dus op verrassingen voorbereid zyn en hij heeft goed gezien. Uit de berichten blykt dat Vrydag een marine-officier met een aantal onderofficieren en manschappen aan het muiten is geslagen, zich meester heeft gemaakt van het arsenaal te Salamis, en met de torpedo booten die hy onder zyne bevelen wist te krygen een geregelde Blag leverde tegen de vloot, die by Keratzinos voor anker lag. Tybaldos, zoo heet de marine-» FEUILLETON. 27, In de stemming van een armen zondaar stond hy op straat, toen zyn oom by den bankier was binnengegaan. Tegen den avond zou hy zyn oom in diens hotel opzoeken. Hy wilde in die vrye uren terug naar Fransje om haar gerust te stellen- In zyne woning had men tydens zijn af wezigheid stellig een wissel aangebodenhy was daardoor juist heden van «Heinrichshof" teruggekeerd en wel met leege zakken, want zyn administrateur had hem niet uit de ver legenheid knnnen helpen. Ach de wereld is zoo mooi, zuchtte by, maar alleen voor wie geld heeft! Ik hoopte, dat Robert my vandaag zou kunnen betalen, wat hy schuldig isik moet by eenige kameraden gaan aankloppen, maar daarmee zal ik ook geen geluk hebben en 't ge laat, waarmee mijn oom my van avond zal ontvangen, zie ik nu reedsDe oude goede WaldmUller verzocht mjj zeer spoedig terug te komen om te zaaien. En daarloopt nu de benydo, jonge majo raatsheer rond en zoekt geld voor een wissel, dien hy zonder nadenken heeft onderteekend Het gelaat, waarmee de oom zijn neef dien avond ontving, was voor dezen niet troostryk. Je hebt er op losgeleefd, alsof or op jo akkers enkel dukaten groeidenEn ik uit den militairen bond, die zoo men weet hervormen wil, getreden omdat het hervormen hem te langzaam gaat. Hy verklaarde tot minister van marine te willen worden be noemd om de hervormingen wat te bespoe digen. Binnen 24 uur antwoord of geweld. De troepen bleven de regeering trouw en beschoten daarop met de pantserschepen de torpedobooten, die het vuur beantwoordden. Do laatste berichten wyzen er op dat de regeering de overhand zal behouden. De oproerige officieren verlieten later de torpe dobooten en vluchtten. Alle schepen, behalve de torpedojager Velos" waarop Tybaldos en drie andore officieren aan boord zyn, zijn naar het arsenaal teruggekeerd. Ook de werklieden en de matrozen van de werf te Salamis hebben zich weer overgegeven. Van Tybaldos vermoedt men dat hy met zijn Bchip naar een buitenlandscbe haven is ge stevend. Een aantal regimenten zyn gemo biliseerd en te Athene aangekomen. Het aantal dooden bij de gevechten is gelukkig niet groot. Aan boord van het slagschip «Hydra" werden twee matrozen gedood en twee gewond door het vuur van de torpodovernielers, terwijl 3 of 4 muiters gedood werden en twee gewond, 't Zal den eersten tyd in Griekenland nog wel woelig blijven. HELDER, 2 November. Verbetering. In het raadsverslag, voorkomende in het vorig nummer is oen fout geslepen, die nood zakelijk verbetering eischt. Daarin komt voor, dat het voorstel van den heer Van den Berg, betreffende de voorgestelde motie van den heer Biersteker, omtrent de rechtstoestand van de ambtenaren, werd verworpen en de motie aangenomen. Dit is foutief. Het voorstel van den heer Van den Berg tot uitstel van behandeling werd aangeno men, zoodat in de volgende zitting de motie in behandeling komt. Zij luidt aldus «De Raad der gemeente Heldor overwe gende, dat het wenachelyk is de rechts positie van gemeente-ambtenaren en beambten .te regelen; «Verzoekt B. W. deze aangelegenheid zoo spoedig mogelijk aan de orde te stellen en gaat over tot de orde van den dag." Bram Eldering in Casino. 't Was aardig bezet in Casino" Vrydag- avond, toen door prof. Bram Eldering uit Keulen en het Hop-trioG. Hop, leeraar aan de muziekschool alhier, alt, J. Brugge, Purmerend, piano en J. Messias uit Amster dam (violoncel) optraden. Zeker, de heele zaal kon vol geweest zijn maar er is in den laatsten tyd nog al wat to doen en 't was begrypelyk dat het gebodene alleen ten volle genietbaar zou zyn voor de kenners en goed geschoolde beoefenaars die, ge lukkig voor de ondernemers van dezen avond onze plaats toch nog al bezit. .Viool- virtuoos' stond van Bram Eldering op 'n aanplakbiljet. En dat ïb hy. Het stuk .Cha conne" van Joh. Seb. Bach stelt eischen die alleen voor 'n zeer hoog staand kunstenaar te bereiken zyn. Geen wonder dat Da de uitvoering van dit verbazend moeilijk stuk een donderend applaus opging en de viool virtuoos werd teruggeroepen. En ook na de pauze na een Adagio en een UDgarischo Tanz, was het publiek een en al enthousiast over de groote gaven van prof. Eldering. Het applaus bedaarde eerst toen hy een extra nummer gaf. Het Hop-trio heeft zich doen kennen in do beide kwartetten als een gezelschap dat er zijn mag, en waarnaar het een genoegen is te luisteren. De heer Brugge toonde zich op den Bechstein-vleugel een meester. We hebben hem den geheelen avond bewonderd. In het «Adagio" van Bargiël, voor de pauze, had de heer Messias gelegenheid zijne jroote kunstvaardigheid op de violoncel te aten bewonderen. Ook hem viel warm applaus ten deel. Na 't laatste kwartet brachten de aanwe zigen nog een luide bijvalsbetuiging aan de musici voor het heerlijke genot dien avond verschaft dat was dubbel en dwars ver diend. Oefening Kweekt Kunst. De Scherm- en Gymnastiek-vereeniging j Oefening Kweekt Kunst" gaf jl. Zaterdag avond in ,CaBino' een uitvoering, wuar men wederom kon opmerken, dat in deze ver- eeniging met ambitie de gymnastiek wordt beoefend en de directeur, de heer Van Loo, uitstekend voor zijn taak is berekend. De werkzaamheden van de damesafdeeling trok ken buitengewoon de aandacht. Met gratie en zeer correct voerde zij een serie vrije oefeningen en stokoefeningen uit, en werkte aan de harren. De hoofdafdeeling turnde op het paard, aan de barren, aan het rek en gaf eenige stok- en vrije-oefeningen. Kranig was het werken aan het paard en het rek, terwyl flink de stok- en vrije-oefeningen werden uitgevoerd. Deze oefeningen werden afgewisseld met een paar luimige voordrach ten en het geheel met een bal besloten. Goed afgeloopen. By het vertrek van het mailstoomschip «Oranje" uit. de nieuwe sluis te IJmuiden knapte een staaldraad af en sloeg één der talrijke toeschouwers tegen het hoofd. In bewusteloozen toestand werd de getrof fene in een sluiswoning gedragen waar bleek dat alleen eenige uitwendige verwondingen ontstaan waren. De vreemde schildwacht. In ons vorig nummor deelden wij op gezag van het «Nws." mede, dat een soldaat vun de hoofdwacht zich zeur woest aanstelde, toen hij by den kolonel-plaatselyk-commandant op het rapport verschijnen moest en vernam, dat hij gestraft zou worden voor het niet toelaten van politie op de kleine steentjes voor het Paleis, tydens de opstootjes van de Ferrer-betooging der vrije-socialiBten. 't Is echter niet gebleken, meldt genoemd blad nu dat de millicien een dreigende hou ding tegenover kolonel Brocx aannam, even min was hem ten laste te leggen, dat hy anderen met zijn wapen bedreigde. De soldaat was, zooals wij ook reeds mede deelden, in zeer overspannen toestand. Daarom heeft de kolonel hem diciplinair laten straffen. Hij kreeg twee dagen provoost. Een dure hond Voor den kantonrechter te 's Gravenhago verscheen een man wiens kwaadaardige hond oen politieagent, terwyl deze het dier voorby reed op zijn rywiel, aanviel en beet, tenge volge waarvan de beambte van het rywiel viel, zyn fiets leelyk beschadigd werd en ook zyn kleederen schade bekwamen. De agent Btelde zich een feit dat op een kantongerechtzitting tot dusver nog niet was voorgekomen tevens civiele party en eischte dat do beklaagde hem f7 zou uitbe talen voor geleden schade. De beklaagde merkte op dat als de agent dadelijk na het gebeurde schadeloosstelling had gevraagd, hij doze niot geweigerd zou hebben. Maar den kantonrechter prees het zeer in de beambte dat deze zulks niet ge daan had. klaarblykelyk om don schijn niet op zich te laden dat het hem slechts om geld te doen was en zyn ambtsplicht eerst in do tweede plaats by hem in aanmerking kwam. En staande de terechtzitting moest bekl., op last van den kantonrechter, dit bedrag aan den verbalisant uitbetalen. Bovendien vorderde de ambtenaar van hot O. M. wegens het niet zorg dragen, dat eon gevaarlijke hond, onder beklaagdes hoede staande, geen schade zon kunnen aanrichten, tegen bekl. f5 boete. Do kwade bui van het lieve beest zal den eigenaar dus waarschynlyk f 12 kosten. Aanval van een zwarte kraai. Als een merkwaardig bewys dat de groote zwarte kraai zelfs menschen durft aanvallen, moge vermeld worden, dat twee patiënten in de liglial van 't gesticht de Brinkgreve (by Deventer) zulks is overkomen. Eén patiënte kon den vogel van haar hoofd veijagen, maar een andere werd dusdanig in het voorhoofd gepikt, dat zij verbonden moest worden. Haddon de zusters de kraai niet herhaalde lijk verdreven, dan waren den zieke misschien de oogen uitgepikt. («Dev. Dbl. De moord te Surhuizum. De beide aangehoudenen hebben bekend den moord te hebben gepleegd. Een gevaarlijke reis. Twee Fransche aëronauten, mej. Marvingt en de heer Garnier, volbrachten een gevaar lijke reis. Ze stegen Dinsdag to Nancy op by goed weder. Een krachtige wind dreef hen over de Vogezen en toen in de richting van de Noordzee. Tegen den avond bereikten ze het Kanaal, en ze meenden veilig naar Engeland to kunnen oversteken. De ballon daalde echter, dreef even boven den water spiegel en raakte meermalen de golven. Do reizigers waren doornat en vreesden het ergste. De storm dreef echter den ballon naar Southwold, waar mej. Marvingt uit het schuitje sprong en een enkel brak. De ballon steeg opnieuw omhoog, geraakte, nadat hy nog eenige mylen was voortgedreven, in de boomen verward en werd totaal vernield. Do reiziger kwam er goed af. Orkaan in Frankrijk. Een buitengewoon hevige orkaan heeft de Fransche kust, vooral die van Beneden-Nor- mandië geteisterd, overal rouw en ontzetting verspreidend. Zwaar heeft Grand Camples- Bains te lyden gehad, maar er waren ook nog andere plaatsen die byna oven zwaar bezocht werden. Van verschillende zyden komen berichten over scheepsrampen van meer of minderen ernstigen aard. Zoo werd o.a. ook een Neder- landsch schip, de «Zuiderzee", bij Etretat door den storm op het strand geworpen. De dijken hebben zwaar te lyden gehadeen ge deelte van den dijk, die de moerassen van Dol beschermt, werd over een lengte van 30 K.M. vernield. Het zeewater drong de pol ders binnen en het vee in de weiden verdronk. Ook de Vendée en in het bijzonder het district Sables d'Olonne, werd zwaar geteis terd. Huizen werden weggeslagen, do te velde staande oogst vernield, de verbindingen ver broken. In het kanton Mothe-Achard alleen zyn 14 bruggen vernield en elf wegen onbruik baar gemaakt, alle op grooten afstand van de zee. St. Malo is half overstroomd. Op het Stads plein staat het water zoo hoog, dat mon met schuitjes kan rondvaren. Generaal Röderer, die de kazerne had bezocht, werd verrast door de overstrooming, en er moesten tafels in het water worden gezet, waarover de generaal kon loopen opdat hij niet door de watervlakte van de kazerne behoefde heen te waden. Soortgelyke berichten worden uit een groot aantal plaatsen geseind, gelukkig echter val len er, voor zoover bekend is, geen persoon lijke ongelukken te betreuren. Mijnontploffing. Londen, 29 Oct. Het staat thans vast, dat 22 personen, onder welke vyf redders, den dood hebben gevonden bij een ramp in de Darren-mijn. Diamant gevonden. Berlyn, 30 Oct. Een telegram uit Johan- nesburg van heden meldt, dat in de Voor spoedmijn een diamant gevonden is van 116 karaat. De vinder heeft tot nog toe ieder aanbod tot verkoop afgewezen. Ferrer's nalatenschap. Uit Barcelona wordt aan de «Matin" go- meld, dat Ferrer zijne kinderen zoo goed als onterfd heeft. Hy laat hun elk niet meer dan de 2000 pesetas na, waartoe hy volgens de wet verplicht is en verbindt er het ver zoek aan, de som niet aan te nemen. Het leeuwendeel van Ferrer's fortuin komt aan een bekend anarchist, die te Liverpool woont, en aan zijne minnares Soledad Villafranca. Ferrer laat drie dochters na: Trinidad, Paz en Sol. Van de twee eersten is in don laatsten tijd herhaaldelijk sprake geweest. De derde Sol is door Ferrer, volgens den correspondent van de Matin", al sedert hare prilste jeugd aan haar lot overgelaten. Militaire oefeningen in Japan. Van den Japanschen soldaat wordt ook in vredeatyd veel geëischt, naar westersche begip- pon zeker veel te veel. Laatstelyk werd door de divisie van Osaka een militaire marsch van omstreeks 48 kilo meter gemaakt, grootendeels in de brandende zon, terwijl de manschappen met hun volle bepakking, d. w. z. een gewicht van onge veer 36 K.G. hadden te torsen. Voor den af marsch was door de regiments commandanten aan den troep medegedeeld, dat aan het regiment, hetwelk geen of de minste achterblijvers had, de overwinnig zou worden toegekend. De lieden deden hun uiterste best en bleven oververmoeid voortstrompelen^ tot zy er by neervielen. Zes soldaten overleden onder weg en by twintigtallen waren de gevallen van bewusteloosheid te tellen. Veertig achterblijvers werden per trein naar het hospitaal te Taksjaka vervoerd, waar velen tengevolge van de doorgestane vermoeienis- Ben krankzinnig werden. In de Japansche bladen werd tegen deze onzinnige wyze van oefenen geprotesteerd, maar het departement van oorlog gaf daarop te kennen, dat men zeer zeker medelijden moest hebben met de ongelukkige slachtof fers, doch dat het hier een heel gewoon geval betrof, waarin zwakkelingen het aflegden, en de sterkeren in staat waren vol te houden. Dat was nu eenmaal zoo de gewone loop van zaken. Een eigenaardig geschenk. By gelegenheid van de Hudson-foesten in Amerika heeft de Keizer van Japan aan de stad New-York geschonken niet meer of min der dan drie honderd kersenboomon, een ge- Bchenk dat Japansche tuinlieden bezig zyn te plaatsen langs den River Drive, don mooien weg langs de Hudson. De Japansche kers is by zonder geschikt voor allee- en stratenboom en men is er van overtuigd dat vele Amerikaansche steden dit voorbeeld zullen volgen. Waarschynlyk komen aan dezen boom geen eetbare vruchten, anders was het leed niet te overzien. Tooneel en kritiek. Een Londensch blad heeft ruzie met een tooneelonderneming, omdat de recensies niet gunstig genoeg uitvielen. Wat meer schijnt voor te komen De tooneeldirectie stuurt geen advertenties moor aan dat blad. En wel aan bladon, die meer goedgunstig oordeelen. Een heel relletje in de Londonsche pers. Ingezonden stukken, enz. Wat moet ik nu doen?, vraagt een lezer in de verdrukking aan de redactie van zijn krant. Lees ik een advertentie van dien schouw burg en een kritiek, dat moet ik aannemen dat de kritiek gekocht is met do advertentie en dus gcenerlei waarde heeft. Lees ik eon advertentie zonder kritiek, dan denk ik dat de kritiek is achterwege gebleven, omdat zij te ongunstig was, en dus heb ik geen reden my te storen aan de be taalde aanpryzing in de advertentiekolommen. Lees ik een kritiek zonder advertentie, dan heb ik reden te vreezen, dat de reeën- sent tegen .de tooneelonderneming is inge nomen. En lees ik noch een kritiek, noch een advertentie, dan weet ik van de heele ver tooning van het spel niet af, wat geenszins in het belang der tooneelonderneming kan zyn. Onze conclusie tooncclondernemers moes ten zich niet met de interne aangelegen heden van een krant bemoeien. (Hbld.) OE WEEK. 80 October. Het voor Amsterdam allertreurigste bericht, dat de heer Van Leeuwen aan H. M. ontslag heeft verzocht uit zyn ambt van Burgemeester der hoofdstad (met ingang van 1 Januari a.s.) kwam nu eens niet als «donderslug uit on- bewolkten hemel". Men wist, dat mr. Yan Leeuwen al sinds zeer lang hunkerde naar het oogenblik, waarop hy zich den al-te- drukkenden last van de schouders zou kun nen lichten. Dat hij toch de leidsels in han den hield, was een groot offer, door hem ge bracht terwille van de stad, waar hij een schat van werkkracht, toewyding, energie aan heeft geschonken. Mannen als mr. Van L. geven dea kamp niet gauw op en worden door moeilijkheden, tegenstand, slechts ge prikkeld om vol te houden, te volharden Doch alles heeft een grens! Tegen wind molens vechten is geen bezigheid voor zulko figuren. En vruchteloos te worstelen om ver beteringen te bereiken, wolke zich steeds verder van U schynen te verwyderen: de moedigste van ons allen krygt daar ten leste genoeg van. Burgemeester Van Leeuwen zou wellicht, ondanks allerlei verdrietelijkheden en tegen werking, tóch nog op zyn post gebleven zyn, had hy kans gezien om allengs den toestand voor de hoofdstad beter te makeneene toe komst op gezonde basis te kunnen voorbe reiden. Doch de „heeren in Den Haag" wer ken zóo langzaamby het vraagstuk der regeling van de gemeente-financiën, in 's Lands Raadszaal, schynt het stadium van „afdoe ning" nog in zóó ver verschiet te liggen, dat ook de geduldigste er moodeloos onder moet worden, temeer waar de toestand voor ceno stad als AmBterdam steeds bedenkelijker, meer-gecompliceerd wordt. Als daar nu by-komt het al-meer dalen van het intellectueel peil van den Raad, uit welken het D. B. moet worden saamgesteld het vermeerderen der elementen, in dion Raad, welke in schamper vittenin albedil- leryin het verafgoden van hun eindeloozo reeksen van eischen en grieven en wenscheu, waar h. i. altijd gemeente-geld voor moet beschikbaar zyn, hun raadsheerlijk heil zoe ken. Ja, ja, dan behoeft er toch maar heel weinig te gebeuren om iemand als mr. Van Leeuwen tot heengaan te doen beslui ten I Toch moet er, dunkt me, nog eene omstandigheid zyn geweest, welke by den burgervader de druppel was, die den emmer deed overloopen. Als de scheidingsure slaat, dan zal de heer Van L., daaromtrent klanui wyn schenken. Do indirecte" oorzaken zyn, gelijk gezegd, ieder bekend. Totdat de naam van den nieuwen burgemeester in de „Staats courant" verschynt, krygen wo nu dag-aan- dag gissingen en geruchten. Reeds is de oud-minister Cremer, de president der „Ned. Handelsmaatschappij", gedoodverfd als mr. Van Ls opvolger. Ik geloof er voorshands niets van. Zoowel do hoer Cremer als andore „eerste klas-mannen" zullen niet gemakkelijk voor het zware, ondankbare ambt te vinden zyn I De Regeering staat hier tegenover eene uiterst lastige keuze. Een burgemeester van Amsterdam moet bereid zyn gedurende eonige jaren tyd, werk kracht, aanzienlijke geldsommen te offeren aan hot algemeen belang. Geen inspanning en geen materiëel offer mag hem baast te groot wezen, wil hy zyn hooge betrokking naar eisch vervullen. Na vele uren van af- mattenden geestes-arbeid moet hy klaar staan om vroolyk en frisch; met kloeke speechen en in opgewekte houding zyne „representatieve plichten" te vervullen Dag in, dag uitEn, ter afwisseling, moet hy zich dan, op het Prinsenhof, op soms vlegelachtige manier laten bejegenen, bevit ten op schamperen toon laten verdacht- maken door menschen, die de klok zoo'n beetje hoorden luiden, doch niet weten waar de klepol hangt. Of wel: wier mandatarissen eerst tevreden zyn wanneer burgemeester, liefst het heele college van D. B., er epns lekkertjes van-langs heeft gekregen By de jongste Begrootingsbeschouwingen heeft men daar, in hoofd- zoowel als in hofstad, weêr merkwaardige staaltjes van te hooron gekregen. Het „Binnenhoije-Bpelen" van don Raad neemt gaandeweg groteske afmetingen aan. En het goede, practischo werk raakt, verdrongen door de „politiekerjj", welke den Raad binnensloop, heelemaal op den achtergrond. De Rotterdamsche vroeden geven nog het beste voorbeeld van practisch inzicht en gezond verstand Een man van beteekenis aan te treffen, die niet uit kleine eerzucht of jjdelheid, doch nit waar, waarachtig plichtsbesef de taak van hoofd eener gemeente als Amster dam op zich wil nemen: 't zal minister Heemskerk nog menig uurtje van hoofd brekens kosten, voordat 't zoover is 1 Het vooruitzicht dat de heer Coljjn (die den 7n October uit Indië is vertrokken, do November-debatten in de Tweede Kamer zal kunnen bywonen is bemoedigd voor hen, die reeds een absoluut-onbeduidend Indisch debat voorzagen. Minister De Waal Malefy't mag zich thans .trainen" voor de aanstaande ont moeting, in het Parlement met den man, dio bekend is als een, die niet bepaald «malsch" is in zyne wyze van optreden. En de heer Idenburg «en villégiature," ter voorbereiding vao zyne taak als ttoewanbesaarDe heer Malefijt zal nog wel eens met zekeren wee moed aan de rustige dagen van zyn landolyk burgervaderschap terugdenken Dat generaal De Meester commandant van het veldleger zou worden was een ,secret de Polichinelle." Het zich tot welverdiend .otium" terugtrekken van generaal Kool wordt zeer betreurd, niet het minst ten Hove, waar de nog zoo kranige en krasse opperoffleier tot de «personae gratissimae" behoort. De rubriek der diverse misdrijven, oven .rjjk" als elke overige week des jaars, werd ditmaal «opgeluisterd" door het wegvouron van een komplete brandkast met inbond uit een der Utrechtsche stations. De h.h. inbrekers van allerlei soort trachten elkaar den loef af te steken in onbeschaamdheid en «tech nische vervolmaking" van hun edel bedrjjf. 't Wordt zoetjes-aan óók een soort van .sport," en wie tyd van leven heeft, zal op dit gebied in onze wondere, veelbewogen dagen nog krasse staaltjes te hooren krygen!... Want wie het verwyt verdienen van niet «met hun tyd meó te gaan," onze boefjeB en gauw dieven stellig nietl... Ma. Antonio, moest ook bij den bankier het verwyt hooren, dat ik me om niets heb bekommerd, terwijl ik lnidens je vaders wensch je tot je vyf-en twintigste jaar met raad zou bjjstaan. Ik kende den ouden Waldmüller als een bekwaam landbouwer, maar wist niet, dat hij van ouderdom zoo zwak geworden was en ter wille van jou zyn plicht verzuimde. De onder- opzichter moet reeds lang verklaard hebben, dat hy die verwaarloozing van het landgoed niet meer kon aanzien. De bloedverwanten hebben dus volkomen gelykzy verlangen curateele voor jou en een ander beheer. Ik zal je niet kunnen beschermen, want by al je verkwisting moet je ook nog wisselschul den hebben. Vóór alles wil ik echter van daag dien baron Rennert eens leeren kennen, over wien de bankier my ook reeds gespro ken heeft. Otto kon geen woord vinden om zich te rechtvaardigen. Om den avond te korten nam zyn oom hem mee naar de opera: maar de schoone muziek klonk hem slechts als eene verwarring van tonep in het oor. Daarna gingen zy naar het restaurant en hier zocht zyn oom een plekje waar hij in bet half duister alles goed kon gadeslaan. De kameraden zyn achter, zeide Otto, toen zyn oom hem vragend aankeek. Oom en neef dronken samen een flesch wyn. Otto dronk echter weinig, hy groette zijne kameraden, die binnenkwamen en door het voorste vertrek naar eene achterzaal gin gen. Beschroomd vroeg hy eindelyk zyn oom of hij hem aan hen moest voorstellen. Hij wensente dit, was het antwoord, daar hy in verscheidenen van hen zonen van oude vrienden had erkend. Het was reeds later dan elf uur. Beiden traden door den corridor in twee kamers, waar een dozjjn cavalerie-officieren van ver schillende regimenten in de vroolijkste luim bij den champagne verzameld waren. Mijnheer Von Schimmelplenoig was geheel thuis in dezen kring; een uur verstreek en in dien tijd was de helft van het gezelschap verdwenen. De eene officier na den anderen was in de aangrenzende kamer getreden door de nu gesloten deur, waarachter zeer opge wonden stemmen klonken. Otto gaf zyn oom eindelyk een wenk en leidde hem eveneens in die richting. De ver dwenen officieren zaten in die sndere kamer om do tafel. Men speelde hoog, daarvan ge tuigden de op de tafel liggende sommen voor een ouden, uiterst elegant heer, wiens jeug dige kleeding scherp afstak by zijn zichtbaar geblanket gelaat. Met de witte handen de banknoten heen en weer schuivende toonde hy een werkelijk indrukwekkende, aristocra tiscbe kalmte, terwyl de oogen der officieren met inspanning op do kaarten gericht waren. Zyn sigaar rookend, stond mynheer Von Schimmelpfennig, met een gelaat alsof hem het Bpel zeer interesseerde, achter de heeren, waarvan eenigen tor sluiks Otto aankeken, als begrepen zy niet hoe hy er toe kwam zyn oom hier ook binnen te leiden, waar oom en neef toch onmogelyk by elkaar be hoorden. Intusschen nam de oom gaarne don schjjn aan of zyn oudere leeftijd hem nog niet tegen dwaasheden behoedde. By het op nemen van een nieuw spel kaarten liet hy zich aan baron Rennert voorstellen en sprak geruimen tyd zeer onderhoudend met hem. De avond ging om, het gezelschap werd grooter, de champagne wekte de gemoederen meer en meer op. Mijnheer Von Schimmel pfennig dronk slechts met kleine teugjes uit zyn glas, maar scheen onrustig te worden en sloeg Otto gade. die natuurlijk niet mede- speelde, maar toch zyne zorgen scheen verge ten te hebben. Eindelijk gebeurde wat de oom verwachtte. Baron Rennert, de onderhoudendste van het gezelschap, nam na een pauze de bank over. Hy legde zyn dik gevulde portefeuille vlak voor zich, nam de kaarten, hanteerde ze met groote kunstvaardigheid. «Attention, mes sieurs I" roepend, en terwyl de om de tafel zitttenden hunne inzetten deden en slechts op deze acht gaven, koerde hy de kaarten met de vlugheid van een gooofenden speler. Als was de oude Von Schimmelpfennig geheel door het spel meegesleept, plaatste hy zich achter den baron en de heeren toe lachend, die dit zagen, verklaarde hij helaas uiel genoeg geld by zich had om te kunnen meespelen. Het spel begon. Slechts geld en bankno ten lagen op de tafel voor de spelers. Het geluk was zeer afwisselend; de inzetten waren hoog, bedenkelijk hoog, naar het mijnheer Von Schimmelpfennig toescheen. Otto zat met een kameraad aan een zytafel te babbelen.' De diepste stilte heerschte, men vernam geen ademtocht. Baron Rennert won, maar verloor ten slotte aanhoudendherhaalde malen nam hy hooge banknoten uit de por tefeuille, doch altjjd met vriendelijk lachend gezicht. Voor de spelers lagen aanzienlijke sommen opgehoopt. Nog slechts tweemaalriep de baron lachend. Ik speel van avond zeer ongeluk kig! En weer nam hy de kaarten en gaf ze rond met dezellde sierlijke vingervaardig heid. Mynheer Von Schimmelpfennig scheen op dit oogenblik gewacht te Rebben. Hy volgde zyne bewegingen en betrapte hem weer bij hot keeren van een kaart. Toen nu het spel opnieuw begon, speelde de baron aanvauke- nog altyd ongelukkig. Dit moedigde de spe lers aanhooger werden de inzetten. Ook de officieren, aan de zijtafels gezeten, kwa men dichter by en reikten over de hoofden der inzittenden goudstukken en banknoten aan, om mee te spelen. Opgewonden werd bet spel. Geen woord viel, men keek slechts en verdubbelde de inzetten, toen de bankhouder toch eenige ge lukkige slagen gedaan had, en nu werd het spel zinneloos. De hartstocht was opgewekt, toen weer en weer de baron eenige geluk kige slagen deed en andere, nog gelukkiger dan deze, volgden, totdat alle kaarten afge nomen waren. Myne heeren, ik ben u revanche schul dig 1 klonk de stem van den baron, terwyl hy de kaarten schudde, eenigszinB zenuw achtig. De laatste 1 Ik neem eiken inzet aan, hoe hoog men ook gaan wil, De champagne-glazen werden opnieuw ge vuld en even snel geledigd. Men wilde de bank laten springen 1 Goed voor duizeud voor twee voor vyf duizendriep de een na den ander, terwijl allerlei kleine voorwerpen, by gebrek aan contant geld, werden ingezet. En de baron zag lachend, hooveol de spe- lers waagden om de bank te laten springen. Daar vielen de kaarten maar Blag op slag ten gunste van den bankhouder. Eenige heeren stonden op; met strakke oogen keken zy voor zich op de tafel, zich van hun verlies bewust, met gebroken moed, terwijl, anderen opgewonden opnieuw om strjjd hunne banknoten of goudstukken inzet ten en groote sommen als inzet aankondigden. De baron behield zyne onverstoorbare kalm te. Weer vielen de kaarten weer won en won hy, plotseling echter werd hy met forsche hand stevig by den schouder gegrepen. Valsch spelriep de stem van den heer Von Schimmelpfennig. Ge zjjt de slacht offers van een bedrieger, myne heeren Van hunne zitplaatsen opspringend, stonden dezen daar en staarden hem aan. Ook do baron was opgesprongen, toen Von Schim melpfennig zyn schouder losgelaten en de beide handen, de eene op de portefeuille, do andere op de kaarten gelegd had. Er ontstond eene pauze, waarin de officie ren, dicht naast elkaar staande, voor hunne inzetten bezorgd, deze zochten te redden. Von Schimmelpfennig stond nu rochtop tusschen hen. Mijne heeren, riep hy met luide stom, ik waak er voor dat geen penning van dit geld verdwyntbewaakt gy lieden den be drieger. Ik herkende hem reeds by myn bin nentreden. Zyn oogen zochten hem. Allen gingen in verwarring bij de tafel vandaan en keken de kamer zoekend rond baron Rennert was verdwenen. Geen opzien, myne heeren! U zoudt u zelf compromitteeron riep Von Schimmel pfennig, de eenigo die zyn kalmte behoudon had. Laat hem dus loopenZyn buit is hy kwjjt. Hy stak de hand met de portefeuille in de hoogte. Zwijgt dus over hetgeen hier is gebeurd. Wie hem aanklaagt, klaagt ook zichzelf aan, voegde hy er waarschuwend by. Bewaar dus het stilzwijgen. (Wordt vervolgd.) L CI

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1909 | | pagina 1