KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor Helder, Texel, Wioringon en Anna Paulowna
Nieuwjaarsgroet.
Het Recht der Vrouw.
No. 3845
Zaterdag 18 December 1909
37ste Jaargang.
't Vliegend Blandje p. 3 m. 50 ct, fr. p. post 75 ct, buitenland f 1.25
Pre- J Zondagsblad 37$ >>>*45* f 0.75
miënModeblad »»»55»»»»65» f0.90
(Voor het buitenland bij vooruitbetaling.)
Advertentiën van 1 tot 4 regels 25 cent
Elke regel meer. 6
Bewys-exemplaar2$
Vignetten en groote letters, worden naar plaatsruimte berekend.
Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder.
Bureaux: Spoorstraat en Koningstraat.
Interc.-Telefoon 50.
Eerste Blad.
■jaag* Zij, die zich met 1 JANUARI a.s.
op dit blad abonneeren, ont
vangen de tot dien datum
verschijnende nummers
GRATIS. DE UITGEVERS
Aan onze abonné'w buiten
de gemeente wordt beleefd
verzocht 't verschuldigde
abonnementsgeldvliegend 8laadje,
Zondagsblad en Modeblad 4e
kwartaal 1909 te willen overmaken per
postwissel of aan postzegels vóór 5
Januari, zullende anders daarover
met 5 cents verhooging per post wor
den beschikt.
Postwissels voor dat doel behoeven
slechts met een zegel van 2l/> cent be
plakt te worden.
Onze lezers, die met 1 Januari a.s aan
Familie, Vrienden of Begun
stigers in onze Courant een
Welkomstgroet
willen plaatsen, worden beleefd uitge-
noodigd hunne opgaven aan ons Bureau
SPOORSTRAAT tijdig in te
zenden.
DE UITGEVERS.
Uit het Buitenland.
De Belgische Senaat heeft in een verga
dering, die door prins Albert werd bijgewoond,
met grooto meerderheid van stemmen 71
tegen 22 het militaire wetsontwerp aan
genomen en zich dus met het beginsel van
don persoonlijken dienstplicht en mot de uit
spraak der Kamermeerderheid vereenigd. De
Senaat zette haast achter het werk, daar
koning Leopold den weosch had te kennen
gegeven zoo spoedig mogelijk het ontwerp
persoonlijk te onderteekenen.
De verkiezingskoorts heeft blijkbaar ver
schillende Engelschon aangegrepen. De socia
listische candidaat Blatchford is bevangen
door Germanenvrees en wel in die mate, dat
hij een wapenkreet slaakt tegen de volgens
hem allerzins duidelijk gebleken anti-Engel-
Bche gezindheid der Daitschers.
Volgens hem zint men in Duitschland
dagelijks op middelen om Engeland te
veroveren. Eiken avond wordt op ieder
Duitsch oorlogsschip een dronk uitgebracht
op den dag dat de Duitsche vloot de Engelsche
in de Noordzee zal verslaan", orakelt hij. In
Duitschland is men ontstemd over dergeljjko
uitingen, en prins Heinrich van Pruisen heeft
zelfs in een telegram aan dr. Lunn, candidaat
voor het parlement, die bewering een onbe
schaamde leugen'' genoemd. De prins voegde
er aan toe: «De geest in onze marine laat
een dergelijke gedachte of daad niet toe. Wjj
ceren en eerbiedigen onze Britsche kameraden
en zyn er trotsch op met hen op goeden
voet te zijn". Wy gelooven dat te veel aan
dacht geschonken wordt aan de woorden van
een opgewonden politicus. Het meorendeel
der Engelscjhen is wijzer en, gelukkig nuch
terder.
De Mecklenburgsche ridderschap heeft zoo
men weet de voorstellen eener grondwet ver
worpen. 't Was voor de fendale heeren ge
makkelijker zonder te regeeren. Naar men
zegt is de hertog zoor ontstemd over do houding
der ridderschap en hoeft hij het plan opgevat
eene werkelijk moderne grondwet te geven
over de hoofden der ridderschap heen.
Hoe hy dat zal aanleggen?
In den Dnitschen Rijksdag is omtrent deze
zaak een interpellatie aangekondigd. Drio
afgevaardigden zullen den Rijkskanselier de
volgende vraag stellen:
Denkt de kanselier aan de verwachting,
die de Bondsraad in zijn zitting van 26 October
1875, aangaande de Mecklenburgsche grond
wet tegenover de regeering van Mecklenburg
heeft uitgesproken, thans verdere gevolgeD te
geven, nadat intUBBchen de Mecklenburgsche
regeeringen aan den Landdag hebben ver
klaard, dat met het oog op de houding der
ridderschap verdere onderhandelingen voor
het oogenblik onmogelijk zijn, dat zjj de hoop
op een overeenstemming hebben opgegeven,
en dat zy bij de besprekingen in den Rijksdag
het tot nog toe ingenomen standpunt tegen
een bemoeiing van het Rjjk niet meer kannen
handhaven.'
Nog altijd staat het Rijksland Elzas-Lotha-
ringen onder do uitzonderingswet. Geen der
talrijke pogingen aangewend om het land to
doen behandelen op gelyken voet als de
andere staten, is tot hiertoe gelukt. Ook de
nieuwe Rijkskanselier zal te dezen opzichte
het oude en verouderde systeem bljjven vol
gen. Dat bleek duidelijk uit eene verklaring
die hij hieromtrent in den Rijksdag ailegde.
De Pruisische hand drukt nu eenmaal zwaar
dat gevoelt Polen telkens opnieuw, dat
blijft Elzus gevoelen.
Wat Engeland zoo spoedig na den oorlog
en de onderwerping deed, de Zuid-Afrikaan-
sche staten een eigen regeeringen zelfbestuur
geven, heeft Duitschland bjjna veertig jaren
na den oorlog nog niet gedaan. Hot begrijpt
nog altoos niet, dat vertrouwen schenkeu
lokt tot vertrouwen geven, dat de uitzonde
ringstoestand, nu eens krachtiger, dan weer
zwakker, maar altoos gehandhaafd, aanlei
ding moet geven tot verbittering en verwij
dering, waar juist de vrijheid, het zelfbestuur
en gematigd, tactvol, verstandig optreden
toenadering en aansluiting zouden brengen.
De Rijksdag heeft in tweede lezing de
snppletoire begrooting voor 1909, ten bedrage
van 522 millioen, noodig geworden tot dek
king van het tekort, aangenomen.
Ook in Duitschland zyn heethoofden, die
het niet kunnen verkroppen dat de betrek
kingen tusschen Duitschland en Frankrijk
van zoo vredeliovendon aard zijn. Do ,Tagl.
Rundschau' deelde mee dat de Duitscho
staatssecretaris vun buitenlandsche zaken,
Von Schön, nadat hij zyn rede over Marokko
had gehouden, iemand naar den Franschen
gezantschapssecretaris had gezonden met de
vraag «of hij nog nadere verklaringen wensch-
te.» M. a. w. de Marokko-rede was aldus op
bevel van Frankrijk uitgesproken. Openlijk
heeft Vou Schön in den Rijksdag nu geant
woord op die laffe aantijging. Hij zei
-Ik maak van deze gelegenheid gebruik om
het zeer eigenaardige bericht van sommige
bladen tegen te spreken, al zon ik instructies
voor hetgeen ik gezegd heb en nog wildo
zeggen, hebben ontvangeu van den vertegen
woordiger van een vreemde mogendheid. Dat
is een ongehoorde aantyging. Zoo iets zou
bijna landverraad genoemd kunnen worden.
Met den grootsten nadruk kom ik op tegen
deze brutale leugen
Levendige toejuichingen volgden op die
verklaring.
Over de verhouding tusschen Rusland en
Japan maakt het Russisch Telegraaf-agent-
schap een stuk openbaar, waarin wordt mel
ding gemaakt van een in den laatsten tijd
in de pers heerschende gespannen stemming,
welke haar ontstaan zou danken aan geruch
ten omtrent een dreigend conflict tusschen
Rusland en Japan, waarvan de uitworking
zich in het bijzonder zou doen gevoelen in
de Russische grensprovinciën in hot verre
Oosten, en waarvan de particuliere onder
nemingsgeest eveneens de gevolgen zou ouder
vinden.
Hiertegenover verklaart de Regeering per
tinent, dat de geruchten omtrent ecnigerlei
verwikkeling tusschen Rusland en Japan
geheel ongegrond zyn.
Sedert het einde van den jongsten oorlog,
vier jaar geleden, zijn door de Regeeriug
een gansche reeks van internationale over
eenkomsten gesloten, welke beoogden de-
sporen van vijandschap uit te wisschen, die
door den krijg zyn achtergelaten en een
vreedzame ontwikkeling van de politieke en
staathuishoudkuudige betrekkingen tusschen
beide staten vergemakkelijken.
Nieuwsberichten.
HELDER, 17 December.
Met ingang van 1 December j.1. is
bevorderd tot kommies to water le kl., de
kommies t/w. 2e kl. II. Klein, aau boord
van de stoomboot Zeemeeuw
Inbraak.
Op brutale wyze is Woensdag in den vroegen
morgen, omstreeks 5 uur, bij den sigaren
handelaar E. H. Kocbtik aan de Weststraat
ingebroken. De dieven hebben met oen val-
schen sleutel de deur geopend en daarna de
winkellade, waarin omstreeks 6 gulden aan
geld en een zilveren horloge was, benovens
een kistje sigaren gestolen. De lade werd
in den loop van den dag in de werfgracht
en het ledige sigarenkistje aan de Spoorgracht
gevonden.
De politie is met een en ander in kennis
gesteld eu wy hopen, dat het haar gelukken
mag den dader op te sporen.
Afloop aanbestedingen.
Door Burgemeester en Wethouders alhier,
werd Woensdag ten Raadhuize in het open
baar aanbesteed
Het onderhoud der gemeente-gebouwen,
bruggen, riolen, enz.
Ingekomen 7 biljetten, vanP. Korll* f4335
Th. v. d. Sterr f4323; I. L. v. Os f 4229;
E. v. d. Plas f3950; S. Meijers f3840; I).
de Cock f 3824 en J. Steeman f 3823.
II. Het onderhoud van verf-, glas- en
behangwerk aan de gemeente-gebouwen, enz.
Ingekomen 12 biljetten, van: J. Franke
f875; J. Tiolrooy f869; J. Lak f860; Góbr.
de Boor f842; S. Schellinger f833; J. de
Kok f828; M. Kaleveld f819; J. A. Zegel
f810; Ant. v. Pelt f798; J. Bakker f780;
H. de Wit f 778 en Gebr. Hoogerduijn f 657.
III. De levering van zand en het vervoer
vau materialen.
Ingekomen 4 biljetten, van:
S« CM' H-W fe
c. ®s; cLg'
I II li *1
H. Wyker f0.7/ f0.29 f 0.50* f0.29 f0.20
C. Burgers f0.65 f 0.28 f0.48 f 0.28 f 0.25
P.C. Rijkers f 0.95 f0.30 f0.49 f 0.30 f 0.30
J. Stroomer f0.90 f 0.40 f 0.60 f 0.40 f0 50
De "gunning zal later worden bekend ge
maakt.
By de directie der Marine alhier, werd
Woensdag in het openbaar aanbesteed:
I. Het ledigen en ruimen gedurende de
jaren 1910, 1911 en 1912, van: a. de vuil
nisbakken van do oorlogsschepen, marine-
hospitaal, hoofd- en werfwaebt, kazerne,
bakkerij, cantine en provoost en van de
stoombarkassen nabij de zeedoksluis; b. de
vuilnisbakken op de werf zoomede een ijzeren
kist voor de schilderswerkplaats.
Ingekomen 4 biljetten, van: A. Overtoom
f1500; Jb. Makelaar f1500; J. Kalf f 1000
en W. Kaan f 850 per jaar.
II. Het weghalen van mot en krullen van
het etablissement Willemsoord, gedurende het
jaar 1910.
Ingekomen 2 biljetten, van
C. Tol mot f2.28 krullen f 0.29 p. M8.
K. Prins 2.39 f 0.21
Persil.
Als 't zoo doorgaat wordt het wasschen
met al zijne wederwaardigheden overbodig.
Althans het ouderwetsohe wasschen. Wat
zal dat een gemakkelijk leventje worden
Bij de firma de Bie-Biersteker in de Keizer
straat staat een reclame voor een nieuw
waschmiddel .Persil' geheeten. Jo kookt het
goed on de wasch is in een oogcnblikje
klaar. En wat er niet al gewusschen kun
wordenStukken linnengoed, katoon en wol
besmeerd met inkt, met chocolade, met bosch-
bessensap zijn foor de helft helder wit gc-
wasachen. 't Ia kras.
Achter in een kastje stijgen de dampen
om do overhemden enz omhoog dat 't een
lust is. Blijkbaar komen ze daar gestreken
en wel te voorschijn. Maar dat zal wèl
alleen in 't kastje, niet in de werkelijkheid
zoo zyn.
By Kon. Besl. van 13 dezer is, met
ingang van 1 Januari, benoemd tot schoolop
ziener in het a'rondissement Modemblik, W.
F. Smits, to Texel.
By Kon. besluit van 7 dezer is benoemd
tot reserve-2e luit. bij de Art. der Laod-
weer, de heer H. Valkenburg te Rijswyk
(Z.-H.)
Spoorweg van Ewycksluis Schagen.
Naar wij uit goede bron vernemen, zyn
de moeilijkheden, die zich voor den spoorweg
Van EwijcksluisSchagen hebben voorge
daan, vrywel opgelost.
In het voorjaar van 1910 kan de aanbe
steding der werken worden tegemoet gezien.
Men schat dat het werk ongeveer in een
jaar opgeleverd kan worden.
Een inktwerper.
Naar het ,H. D." verneemt moet er Maan
dagavond omstreeks 81/* uur weer oen dame
tot do onaangename ontdekking gekomen
zijn, bij de spoorwegviaduct op den Zylweg
te Haarlem, dat zij het slachtoffer is geworden
van een inktwerper.
Op rug en linkerzijde ontdekte zij blauwe
inktvlekken op haar wit tricot wintermanteltje.
Op de rolschaats.
In do Kalvcrstraat te Amsterdam bleven
Dinsdagavond toen 't klokje aanlig naar
middernacht marcheerde do voorbijgangers
plotseling paf staan van 't nieuwe.
Uit een der cafés stapte een echtpaar
goed in de dertig de straat op, of liever...
reed do straat op. Myr.heer en mevrouw
waren namelijk op de rolschaats, en voort
ging het keurig en gelijkmatig in de streek
over het gladde asphalt.
Om 't komische om 't nieuwe van het
geval werd gelachen. Maar alles is een quaestie
van gewoonte, en wie weet of over een
jaar bijv. niet half uitgaand Amsterdam even
per rolschaats een biertje gaat drinken.
Het aantal jongelui, dat onzo asphalt-
straten boscbaatst, neemt nu al met den dag
toe en zij verplaatsen zich met groote snel
heid.
Uitgeleverd en... ontsnapt!
Begin September van dit jaar wist een
19-jarige bediende van den rywiolhandelaar
Van dor Byl op het Waterlooplein zich in
gezelschap van een twintigjarig meisje uit
de voeten te maken met een bedrag vau
f2150. Dit geld kreeg hy in zijn bezit door
bij de Incassobank een valsche cheque tot dat
bedrug ten name van zijn patroon te innen.
Geruimen tijd tia de verdwijning van bet
jonge paar kwam de politie er achter, dat
beiden zich te Ziirich ophielden. De uitleve
ring van den jongen man werd govraagd en
verkregen ton opzichte van het meisje
bestonden hiertoe geen termen en zou de
ontrouwe bediende door twee marech&ussées
van de Duitsche grens naar Amsterdam wor
den overgebracht. Zoover is het echter niet
gekomen. By Abcoude heeft het jongemensch
Dinsdagmiddag kans gezien uit don trein te
springen, vermoedelijk uit het raampje van
het privaat. Hij schynt er heelhuids afge
komen le zyn, althans iu den vooravond is
hij te Amsterdam geweest bij de moeder van
het meisje, dat met hem naar 't buitenland
gevlucht was. De moeder, wonende op do
Plantage Lynbaansgracht, deelde een en ander
aan do politie mede, toen deze later op den
avond een onderzoek kwam instellen. Zy
voegde er by, dat zij den jongen man de deur
had gewezen.
De vrijkaart.
Reiziger uitstappend aan een klein station
in de provincie Utrecht, heeft by het pas-
seeren van de contróle een heer met hoogon
hoed als voorman.
De contróleur: Biljet als't u blief, meneer.
De heer met hoogen hoedIk heb een
vrijkaart.
ContróleurMag ik oven zien meneer
Heer (na zyn zakken te hebbon doorzocht)
Ik heb 'm met by mij.
Contróleur Duar heb ik niet mee te maken
meneer.
Heer (met gedempte stem)Ik ben de
Minister van
Contróleur: Ja. dat gaat mij ook niet aan,
meneer. Uw vrijkaart, of uw biljet, als 'tu blieft.
HeerNou, nou, ik zal het met den chef
wel in orde maken.
De Minister (niet de heer Heomskerk)
werd doorgelaten, en bracht het -in orde''
met den stationschef, die voor een Minister
meer ontzag had dan de oneerbiedige controleur.
(,Utr. Cf.
Stuurlieden-examens.
Den Ilaag. Geslaagd voor groote stoom
vaart eerste stuurman do beer G. vau der
Kooyderde stuurman de heeruy C. Fuber,
K. H. Hemkes en B. P. van Dyk Blok.
De Indische plannen van Prins Hendrik.
Het schijnt, dat men in onze Oost-Indische
koloniën de plannen, om een algemeene uit-
noodiging aan Prins Hendrik der Nederlanden
tot een uitgebreid bezoek, geenszins heeft
laten varen.
Naar wy van meer dan één zyde uit Indië
vernemen, heeft men, in verband met de
wisseling van don landvoogd, voorloopig deze
plannen laten rusten, omdat men er zoo kort
vóór zyn optreden moeilyk den Gouverneur-
Generaal Van Heutsz voor kon spannen. De
bedoeling schijnt evenwel te zyn, zich aan
stonds de medewerking van Z.Exc. ldenburg
verzekeren.
En dan zou mon het te water laten van
het nieuwe slagschip De Zeven Provinciën"
willen afwachten, ten einde Z.K.H. den Prins
in de gelegenheid te stellen aan boord van
dezen nieuwen bodem do reis naar Indië te
ondernemen.
MarinecIJfers.
Do «Matin" geeft eenige cyfors, welke
een indruk geven van hetgeen een moderne
marine wel kost.
In 1870 betaalde de Staat voor oen scheeps-
kanon van 27 c.M. fr. 28,000iD '81 kostte
hetzelfde type fr. 80,000 en in 1905 fr. 115,000.
Elk stuk van 30 c.M. van de Danton" zal
fr. 120,000 kosten.
Maar ook de prijs dor projectielen is ge
weldig gestegen. Een stalen projectiel van
440 K.G. van hetzelfde schip kost per stuk
fr. 1880. Wanneer een dezer nieuwe Dread-
noughts gedarende vijf minuten al zyn kanon
nen laat spelen, is er voor 500,000 fr. ver
schoten, nog afgezien van de koston door
slijtage veroorzaakt, welke men niet gering
moet achten, duar de moeste van deze zware
stukkon geschut na oen betrekkelyk gering
aantal schoten onbruikbaar worden.
Een vijfvoudige moord.
Te Jully, in het Fransche departement
Yonne, is een vyfvoudige moord gepleegd.
Op een hoeve aldaar zyn de boer Ferrières,
zyn vrouw, oen dienstmeisje en twee stal
knechts vermoord gevonden. Een derde stal
knecht. die zwaar gewond werd, kon de politie
aanwyzingen geven en zoo werden de moor
denaars gevat.
Het zyn twee jonge knechts van den pach
ter, 19 en 16 jaren oud. Zy werden gevat
op het oogenblik dat zy uit een trein stapten
om zich op Zwitserscli gebied te begeven.
Blériot gewond.
Een ontzaglyke menschenmenigte woonde
te Konstantiuopcl de opstijging van Blériot
by. De scherpe Noordenwind slingerde de
monoplan tegen een huis. Blériot stortte van
een hoogte van 6 M. en word, op verscheidene
plaatsen gewond, naar het ziekenhuis over
gebracht. Zyn toestand is niet gevaarlijk.
De machine werd ernstig beschadigd.
Blériot wildo aanvankelijk wogons den
ongunatigen wind zijn vliegtocht uitstellen.
Tienduizenden juichton Blériot by zijn ver
schijning geestdriftig toe en hy liet zich tot
een opstyging verleiden.
In de gevangenis.
In geen enkele gevangenis der wereld is
men voor zyn pleizior opgesloten. Maar in
een Russische het allerminst. Het leven
wordt daar den opgesloten gevangene, en
den politieke nog veel meer dan den crimi-
neele, tot eun hel gemaakt. En vooral de
genen, die alleen op verdenking van poli
tieke woelingen worden opgesloten, en soms
maanden en jaren moeten wachten voor
dat hun zaak onderzocht wordt, >sind
libel dran", om met Heine te spreken.
Over de ellendige toestanden in de Peter
en Paulsvesting en SchlUsselburg zijn dikke
boekdoelen volgeschreven, die doen denkon
aan de griezeligste verhalen uit de middel-
eeuwsche lijfstraffelijke rechtspleging. Daar
vindt men gevangenen, die jaren lang hun
cel niet mochten verlaten, om in de open
lucht te komen. Dagen en jaren gingen voor-
by de gevangene zit denkend en zoekend
in zyn cel, naar de rodenen die tot zyn
opsluiting aanleiding kunnen gegeven hebben
en niemand deelt hem mede hoe lang het
nog duren zalvan iedere gemeenschap met
de buitenwereld is hy afgesloten, en hy ziet
alleen den nooit sprekenden, norschen, ruilen,
cipior, die hem het schamele maal komt
brengen. Dat zyn de oubliettes van Peters-
burg, die geen ander einde kennen, dan de
dood, krankzinnigheid of Siberië. En wie
naar Siberië ging, mocht zich gelukkig achten
hij ontkwam ten minste aan het gevaar,
gek le worden van angst en vertwijfeling.
De willekeur in de behandeling der poli
tieke gevangenen in Rusland is spreekwoor
delijk gewordenen na alles wat Herzer,
Stepniak, Leo Deutscli en anderen daarover
geschreven hebben is er nog niets veranderd.
Nu en dan bespreekt de radicale pers een
of meer gevallendan wordt aan een der
Doemaleden eenig bewijsmateriaal toegezon
den, met verzoek een interpellatie te honden.
In de eerste en tweede Doema geschiedde
dit nog al eens. Maar in de «heerendoema"
komt ook dat niet meer voor. Wat helpt
het ook?
Hot blyft alles toch zooals het was. En
ingrijpende hervormingen in Rusland, die
met de verandering van den geheelen toe
stand wellicht ook in hot gevangeniswezen
wyziging zouden kunnen brengen, laten op
zich wachten.
Dit alles komt weder in de herinnering
door de gebeurtenissen, die uit Kief worden
gemeld, uit de Lukjanof-gevangenis. Daar
hebben 40 politieke gevangenen, die tot de
intellectueeleu behooren, een der gevangen
bewaarders niet de door dezen geeisclite
.hoogachting' betoond. Toen die ambtenaar
die cellen betrad, zyn zij niet dadelijk op
gestaan. En het gevolg daarvan was eun
meer dan gruwelijke behandeling. Al dadelyk
werden de britsen verwijderd uit de cellen,
zoodat do gevangen de nachten op den vloer
moesten doorbrengen. De toch al magore
gevangeniskost werd tot water en brood
verminderd. Do nachttonnen mochten niet
worden geledigd, moesten tol straf dag en
nacht blyven staan, zoodat een ondraaglijke
stank in de cellen heorschte. Dientengevolge
werden vele opgcalotenon ziek. De andere
ambtenaren trokken mot den zich gekrenkt
gevoolende één lyn, en werkten mede oiu
de gevangenen te .treiteren". De directeur
hief de benoeming van een oudste, starost,
op, die voor de verdeeling der levensmid
delen te zorgen had. Door al deze vexaties
ontstond natuurlijk groote ontevredenheid
en deze leidde weder tot nieuwe maatregolon
van den directeur. Totdat ton slotte de ge
vangenen een .hongerstaking" begonnen.
De directeur gaf toen bevel aan de wacht,
iederen staker, die voor de vensters of voor
de deur verscheen, onmiddellijk neer le
schieten. Een der gevangenen werd door
een geweerschot aan het hoofd gewond; cu
ala straf daarvoor gaf de directeur last de
geheelo groep opnieuw te beknibbelen, op
lovensmiddelen en vryheid.
De moeder van een der gevangenen, die
van een en ander kennis kreeg, zond een
verzoekschrift aan den gouverneur.
Het resultaat daarvan was onverwacht.
Op last van den gouverneur werd aau
de gevangenen pennen, papier en inkt ont
nomen, om elke betrekking met de buiten
wereld onmogclyk te makendan konden
zy zulke dwaasheden niet weder uithalen.
Bovendien werd een der gevangenen op
gruwelijke wyze afgeranseld. Toen de an-
dero gevangenen zich daarover beklaagden,
gaf do directeur beveldat de .politieken"
voortaan niet meer alle weken Bchoon lin
nengoed zouden krygen, maar tweemaal per
maand, voorloopig gedurendo drie maanden...
Aldus geschied in het jaar 1909, in do
beschaafde" twintigste eeuw, in Kief, in
het Heilige Russische Ryk.
Zeldzame advertentie.
By lezing van de advertentiekolommen
der bladen stuit men herhaaldelijk op zon
derlinge dingen, maar een zoo merkwaardige
advertentie als dezer dagen in de .Times"
voorkwam, zal men zelden ontmoeten. Daar
was iemand, die een millionnair zocht, be
reid hem voor eenige jaren eeu millioen
pond ter beschikking to stellen. Was dat de
advertentie van een gek of van een grappen
maker? Van geen vun beide, zegt de .Daily
Maildie zich met den adverteerder in ver
binding stelde. Het was een heel verstandig
man, vertelt dit blad, die werkelyk een ge-
zonde redeneering er op nahield. Er zijn,
zoo zette hy uiteen, zoovele millionnairs, die
eigenlyk geen raad weten met hun geld. Er
zyn slechts enkelen, die pleizior van hun ryk-
dom lfebben. Zy hebben hun geheele loven
besteed om schatten to vergaren en hebbon
geen belangstelling voor iets anders. Uit ge
woonte maken zij steeds meer geld, zonder
echter er van te genieten. Het is hen eigenlyk
tot last. Na meen ik echter, dat dit niet zoo
behoeft te zyn' dat geld een zegen kan we
zen. En ik heb nu een plannetje opgemaakt,
om de rente van een millioen, -10,000 p, por
jaar, nuttig te besteden. Dit plan zou ik graag
tot uitvoering brengen, vandaar mijn adver
tentie. Tot dusver was deze man, die zoo
graag milliouair wou zjjn, er nog niet in ge
slaagd een rykaard te vinden, die zyn be
middeling wilde aanvaarden om hem van
deD last zijner millioenen te ontdoen, maar
hij bleef goede hoop houden.
't Is zeker to hopen, dat de man zal slagen
al was het alleen als bemoedigend voorbeeld
voor anderen, die eveneens overtuigd zyn,
dat zy door nuttige wyze millioenen zouden
kunoen besteden en ook gaarne bereid zyn
ongelukkige millionnairs te helpen, by het
besteden van hun fortuinen.
FEUILLETON.
3)
Maar des namiddags kwam het besef ver
pletterend terug.
Het was ongeveer drie uur toen zy zware
voetstappen in de gang vernam eu ruwe
mannenstemmen naar iets hoorde vragen.
In angstige spanning opende zij de deur om naar
buiten te zien.
Twee stevige mannen stonden in de gang.
Zij brachten een net bewerkte doodkist de
laatste woning voor haar Lina, die met de
jonggeborene daarin zou rusten.
Veratyfd van schrik sperde de oude vrouw
de oogen open. Zy uitte oen kreet, die door
het geheele huis weerklonk, sloeg de handen
op het grijze hoofd, dat zij tegelijkertijd to
gen den muur stiet, alsof zij het wilde ver
brijzelen.
De kreet lokte haar schoonzoon, die de
sterfkamer zooveel mogelijk had vermeden, in
het vertrek.
Toen hy de doodkist voor zich zag, bleof
hy een oogenblik als verstyfd staan.
«Zoo zal ik ook eens ter ruste gelegd
worden," dacht hy.
En bleek en sidderend, doodelijk bevreesd
voor zijn toekomstig lot, stond hy daar en
zag niets anders dan deze lualste woning van
bijzonderen vorm hy zag de oude vrouw niet,
die in haar wanhoop meer dood dan levend met
het gezicht tegen den muur gedrukt stond.
HOOFDSTUK II.
«Ik betuig u mijn deelneming, beste Rudisch
met uw zwaar verlieB 1"
De chef van de groote tapisserie-zaak
drukte hem de baud. «Gy moet het als man
dragen, en ik hoop om u, dat gij 11 niet zoo
willeloos aau uw droefheid zult overgeven,
als gij nu doet."
Dit werd gezegd, omdat de tweede boek
houder in gebogen houding met rood be-
schreide oogen voor hem stond en zich bijna
niet staande kon houden. Hij was juist uit
do kork gekomen, waar een zielmis voor
Lina en het kind was gehouden, die den vori-
gen dag begraven waren.
De deelneming van den anders zoo afge
meten handelsraad deed hem goed. Hij be
schouwde zich zelf plotseling als een gewichtig
persoon, omdat de gestrenge chef zich ver
waardigde hem moed in te spreken. Dit
overwèldigde hom zoo, dat hy geen ander
antwoord kon vi tulen dan eeu dof gesnik
zoo moest hij met geweld de weer opwellende
tranen terug dringen.
•Nu, nu," zeide de handelsraad welwillend,
begin maar Diet te schreien. Uw droefheid
doet u in mijn oogen eer aan zeker. Ik
begrijp ook, dat zij nog te nieuw is, om toe
gankelijk te maken voor verstandigon troost
Maar in den toestand, waarin gy u nu be
vindt, deugt gy niet voor degelijken arbeid.
Het zal dus bet beste zijn, dat ik u nog een
paar dagen vry geef, opdat gy uw kalmte
en bedaardheid terug krijgt."
Rudisch dankte met een diepe buiging en
hield daarby zyn van breeden rouwband voor-
zieneu hoogen hoed ver van zich. Ily be
schouwde zichzelf in zyn rouwkleeding en
als weduwnaar al een belangryk persoon.
Ik heb ook gehoord," voegde de chef or
goedkeurend by, «dat de begrafenis zeer dof-
tig is geweest."
Bescheiden toestemmend boog de boekhou
der en mompelde zacht: «Dat ia immers nog
het eenige bewijs van liefde, dat men den
dooden kan geven."
Juist,'' bevestigde de chef. ,Als gy voor
uw omstandigheden maar niet te veel hebt
gedaan."
De boekhouder bleef zwijgen.
Nu, nu," zeide de cbef veolbcteekenend.
•Ik weet het wol, ik kan hot my wol voor
stellen. Maar uw vrouw moot heel wat ver
diend hebben Niet waar Dan is het in
orde, dat gy zoo hebt gedaan."
En Weer beantwoordde Rudisch deze woor
den met een stomme buiging en deed dit nog
eens, toen de handelsraad er byvoegde .Gij
bebt al uw plichten vervuld, beste Rudisch.
Dit kan u in uw droefheid tot troost ver
strekken. En nu" -- hy wenkte welwillend
met de hand «zorg, dat gy overmorgen
weer kalm en bedaard zyt."
Een laatste, zeer diepe buiging en de boek
houder verwijderde zich. Met eenigszins min
der bescheiden houding, doch altijd nog zeer
terneergeslagen, trad hij by den plaatsver
vanger van den chef, den eersten boekhou-
kouder, binnen en meldde dezen, dat de chef
hem voor heden en morgen had vrygegeven.
Bijna dezelfde woorden werden hier ge
sproken als bij den handelsraad, doch met
dit verschil, dut Rudisch aU tweede boek
houder met den procuratie-houder op intie
mer voet verkeerde, en het gesprek niet
beperkt bleef bij het geloden verlies, maar
ook do eerato gevolgen er van besproken
werden.
,En hoe denkt gy nu verder to leven,
Rudisch vroeg de procuratie-houder, nadat
het onderwerp van sterven en begraven uit- I
geput was. «Met de oude vrouw Of alleen
,Met haar natuurlijk," antwoordde
Rudis h vlug, alsof dit de natuurlijkste zaak
was. Ik kan haar nu zy alles hoeft verloren,
toch niet alleen laten."
Zeker," stemde de procuratie-houder toe.
Dat heb ik ook niet anders verwacht. Maar
werkelyk zyn oog gleed over de welge
vormde gestalte van den jongen schooneri
man, en by verstomde. Hij kon hem, die
eerst den vorigen dag zijn vrouw had begra
ven, toch niet zeggen, dat hy er aan twij
felde, hom altjjd als een eenzaam treurende
te zien leven. >Maur werkelyk," herhaalde
hij, zijn gedachten een andere richting geven
de en zijn woorden voorzichtig kiezende, om
hot gevoel van den ander niet te kwetsen,
«het is niet zoo eenvoudig, als men zich
voorstelt. Maar het is zeer mooi van u, hot
strekt u tot groote eer, mynheer Rudisch,
dat gy nu de zorg op u neemt, den levens
avond eener arme, oude, eenzame vrouw zoo
aangenaam mogeljjk te maken. Of kan uw
schoonmoeder soms van haar eigen geld
leven
Rudisch schudde het hoofd. ,Neeu," zeide
hij zuchtend. Het bleef onbeslist, of deze
zucbt uit medelyden met de oude vrouw
voortkwam, of dat hij zijn ontstaan had te
danken aan het feit, dat hy nu voor haar
onderhoud moest zorgen. Haar geld is reeds
lang weg. Maar misschien zal zy, ook om iets
te doen, oen gedeelte der woning verhuren. Het
zal my weliswaar niet aangenaam zijn, vreemde
gezichten in huis te zien, maar wat zal ik er
tegen kunnen doen Niets. De meubelB behoo-
hoorou nu weer aan mjjn schoonmoeder."
Nn weer?" vroeg do procuratie-houder
scherp toeluisterend. «Iloezoo: nu weer?"
,Wel, sedert den dood mjjner vrouw,"
luiddo het antwoord.
Hebben die meubels dan uw vrouw be
hoord vroeg hij weer.
Ja,' zeide Rudisch zonder uarzeleD. «Haar
moeder," voegde hij er ophelderend by, .heeft
haar alles, zoo als het daar staat, als huwe
lijksgeschenk gegeven."
.Schriftelijk
«Ja, schriftelijk. Zy heeft haar daarmede
verrast, het moest by haar uitzet gevoegd
worden.'
Hm hm." De procuratie-houder be
woog het hoofd heen eu weer on vroeg toen
beluugstellend ,En is uw vrouw werkelyk
vroeger gestorven dan bet kind
•Ja," zeide Stephan met een diepen zucht.
.Twee uur eerder."
.Twee uur eerder herhaalde de procu
ratie-houder. ,Nu, beBte Rudisch, dan is uw
urmo schoonmoeder nog meer te beklagen,
want dan behoort haar niets meer. Niet het
minsto van de geheele nalatenschap."
•Ja, maar wien dan Rudisch zag hem
verbaasd aan.
«U 1" klonk het vaste antwoord. >U alleen
«Mij Rudisch stond verbaasd. »Maar
hoe dan Waarom
Als eenig rechtmatig erfgenaam van uw
kind. En dit kind was de eenige rechtmatige
erfgenaam van zijn moeder."
Rudisch begreep het niet dadelyk. Hy Btond
op en staarde den procuratie-houder verbluft
aan.
«Het is zooals ik zeg. Ieder advokaat zal
dit bevestigen."
Een donkere blos bedekte eensklaps de
wangen van Stephan en bewees, dat deze
onverwachte mededeeling hem niet zoo kalm
liet, als hy wilde schynen. Hot was hem
voor hy het nog besefte als was een last,
die hem zwaar drukte, van hem weggenomen.
Toen hy afscheid had genomen van den
procuratie-houder, was zyn eerste gang naar
een advokaat, die hem het zoo even gehoorde
bevestigde.
In gepeins verzonken sloeg hy den weg
naar zyn eenzame woning in, waaruit de be
nauwde geur van wierook en waskaarsen
nog niet geheel was verdwenen.
Critisch, met dezelfde scherp onderzoekon-
de blikken, waarmede hy alles had opgeno
men, toen hij als vryor voor de eerste maal
in do woning der buide vrouwen was geko
men, met het voornemen bezit te nemen van
dit uangename tehuis, ging hy nu van ver
trek naar vertrek en bezag alles nauwkeurig.
Hij kon tevreden zyn. De beide kamers,
het spreekvertrek, de keuken on de voor
kamer alles was zoo goed ingericht, als
het in een flinke burgerwoning paste. I e
meubels waren nog uit den tjjd, dertig juar
geleden, toen zijn schoonmoeder haar man,
een goed beklanten, goed betaalden heeren
kleermaker bad getrouwd. Zy waren solie 'e,
van goede kwaliteit, en bezaten nog groote
waarde. Wat er aan sierlijkheid ontbrak, werd
door soliditeit vergoed. Al die kasten, tafels,
stoelen, bedden en van kussens voorziene
meubels in de salon, de grooto glazenkast
met porselein- en zilverwerk, de oude Bpie-
gels, uurwerken, schilderyen, tapijten en de
vergulde gordijnroeden, vormden met elkaar
een deftig burgerameublement, dal door ieder
een mocht gezien worden.
(Wordt vervolgd.)