KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor Helder, Texel, WIerIngen en Anne Paulowna
ONTKOMEN
No 3929
Zaterdag 8 Ootober 1910.
88ste Jaargang.
't Vliegend Blaadje p. 3 m.50ct., fr. p post 75 ctbuitenland 11.25
Pre- Zondagiblml i 37* 45 (0.75
miën Modeblad 55 65 (0.90
(Voor het buitenland bij vooruitbetaling.)
Advertentiën van 1 tot 5 regels 30 cent.
Elke regel meer6
Bewijs-exmnpl&ar-i
Vignetten en groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Interc.-
Telefoon BO.
Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
Uitgever C. DE BOER Jr. (v./h. BERKHOUT t Co.), Helder.
Eerste Blad.
UIT HET BUITENLAND.
Er zijn twee antwoorden gekomen op de
klachten der «bekakte" journalisten, zoo meldt
Reuters agentschap uit Berlyn. 't Eene is van
den politic-president en niet zeer wel
willend. By gebrek aan een byzonder recht
voor berichtgevers, zoo zegt hy, moeten deze
oploopen en samenscholingen ook principieëel
vermyden. By de voorvallen in Moabit konden
alle berichtgevers een plaats krygen bij de
politie, zoodat deze hen kon beschermen. En
dan vervolgt hy: «Ik zelf hecht er groote
waarde aan dat berichtgevers eene goede plaats
krygen, want objectieve berichten, op grond
vun eigen aanschouwing, zyn het beate ver
meermiddel tegen onjuiste berichten, die stel
selmatig telkens na een kras optrede'! der
politie van belanghebbende zijde worden v er-
spreid". Daar schiet men niet veel mee opl
Het andere antwoord is meer bevredigend
De onderstaatssecretaris zond nameDS den ryks-
kanselier aan de buitenlandsche persvereoni-
ging een zchry ven, waarin wordt meegedeeld,
dat de rijkskanselier hetgeen den vier heeren
is overkomen betreurt, dat naar het gebeurde
door don minister van binnenlandsche zaken
een onderzoek zal worden ingesteld, en verder,
dat byzoodore maatregelen tot bescherming
der pers op 't oogenblik in bespreking zyn.
Ook te Keulen had een botsing plaats lus-
•cben politie en stakende aardwerkers. De
politie, die werkwilligen huiswaarts geleidde,
werd Dinsdagavond door stakers aangevallen
en met straatsteenen gebombardeerd.
De Koning en Koningin van België brengen
een bezoek aan Weenen en worden daar met
groote hartelijkheid ontvangen.
In België bespreekt men thans de vraag of
koning Albert by den aanvang der zitting
van bet parlement een troontrede zal uitspreken.
De ministerraad zal binnenkort de questie
behandelen. De «XXe Sèeole" meldt dat zeer
waarschynlyk eene troonrede zal worden ge-
boaden. De .Inddpendance" juicht bet toe dat
de regeerende vorst op die manier in recht-
etrecksche verbinding zal treden met de volks
vertegenwoordiging. 't Is een ongezochte ge
legenheid om de plannen van 't kabinet ecnB
uit een te zetten en in het debat, by de be
handeling van de memorie van antwoord, kan
dan gevoegelyk van gedachten gewisseld wor
den over de algemeene politiek.
Het zoo juist verschenen officieele rapport
over den algemeenen toestand in de Congo-
kolonie is zeer gunstig. De Independance'
wijst op de bereikte resultaten met de onver
mijdelijk geachte hervormingen in het beheer.
Geleidelijk wordt in de gewenscbe richting
voortgcarbeid, daar een plotselinge omme
keer in het bestaande stelsel geljjk zou staan
met den ondergang van de geheeie onderne
ming. Uit het rapport blykt, dat de onrust
barende geruchten over bet toenemende
vreemdelingental in Katanga sterk overdre
ven zyn.
De politie aldaar is op een sterkte van
1900 man gebracht; bet Belgische gezag doet
zich voldoende gelden om den indruk te ves
tigen van een daadwerkelijke bezetting.
Krachtig worden de pogingen tot kolonisa
tie voortgezet; toch is de Belgische immi
gratie nog niet voldoende voor België's over
wicht in Katanga.
Zondag werden in geheel Spanje betoo
gingen gehouden als protest tegen de anti-
clericale politiek der regeering. De telegrammen
schynen wel onder censnur te staan maar er
blykt toch duidelyk uit, dat de oppositie een
machtig leger vormt. Orde verstoringen kwa
men niet voor. Alleen in enkele plaatsen
hadden schermutselingen plaats met tegen-
betoogers, die te hardhandig en te luidruchtig
optraden.
In Portugal's hoofdstad Lissabon is eene
revolutie uitgebroken. Alle communicatie met
de stad is verbroken, maar draadlooze tele
grammen uit de omgeving brachten het be
richt dat het koninklijk paleis door oorlogs
schepen wordt gebombardeerd.
Nadere berichten meldden daarop, dat het
paleis omsingeld is en dat in de straten
hevige vechtpartijen plaats hebben. Een deel
van het leger, de artillerie en geheel de
Marine heeft zich by de revolutie aange
sloten. De party van het Hof heeft meer
malen het bewys gegeven laks te zyn en
(hans zal zy geen weerstand kunnen bieden
aan den opstand.
Na de laatste verkiezingen bleek doidelyk,
dat de Portngeesche monarchie op zeer losse
schroeven stond en dat de overgang van de
monarchie tot de republiek zeker te wachten
FEHJIX.X.EIT o rsf.
De sterren verspreidden genoeg licht om
den weg te onderscheiden, maar ik geloot,
dat ik niet verdwaald zou zyn, zelfs al ware
de naoht pikdonker geweest. Toen ik de rotsen
naderde, hoorde ik het eentonige golvengeklots
en nu zag ik een kreupelbosch, waardoor ik
lichten zag flikkeren. Door eene kleine opening
kwam ik onder de boomen, en hier leidde een
kiezelpad my naar een groot, aanzienlijk huis.
De gangdeur stond open, en by het licht van
binnen herkende ik den dokter in zynen groven
kiel en het kapje, zooals ik hem den eersten
keer in het laboratorium gezien had.
Zoo, zyt ge daar eindelyk, ik heb u ver
wacht, zeide bqj, my zyno hand toestekende.
Ik vatte haar en in een oogwenk beving my
een eigenaardig gevoel van verlichting. By
de aanraking van zijne hand, by den klank
zyner stem, schenen rust en veiligheid by my
terug te keeren. Hy nam mijne reistasch over,
geleidde my naar binnen, cn terwyl ik in de
rid verlichtte kamer met hem praatte, dacht
spoedig niet meer aan de bittere, brandende
vragen, die ik hem wilde stellen. Zoodra
ik den drempel overschreden had, verdween
myne angst en gejaagdheid, het was mij te
was. De republikeinsche leider, Alfonso Costa,
blijkt goed gezien te hebben toen hy na de
verkiezingen verklaarde dat deze verkiezingen
wel de laatste zouden zyn in de Portugeesche
monarchie gehouden, tenware de koning on
middellijk het parlement ontbond. Dit echter
zou de republikeinsche meerderheid vast nog
doen aangroeien.
De Times" bevat reeds verschillende mede-
deelingen
De koning, zoo zegt het Engelsche blad,
werd zeer scherp veroordeeld, wyl hy sedert
zijn komst aan de regeering een volslagen
gemis toonde aan belangstelling voor do
politieke quaeBties, wyl hy door zyn particulier
leven de achting moest verliezen van hen,
op wier aanhankelijkheid hy had kunnen
rekenen, en door de goedkeuring van de
anti-clericale maatregelen der regeering den
steun verloor van alle goede katholieken,
die trouw wilden blyven aan hun kerk.
Daarom meent de Times", dat niet alleen
de officieren van leger en vloot, doch zelfs
conservatieven en katholieken de hand hebben
gehad in de voorbereiding van den opstand.
Dat de opstand door velen was voorzien
blykt ook daaruit dat verschillende Portu
geesche families reeds te voren hun geldolyke
bezittingen naar het buitenland over brachten.
(Zie vervolg in ons 2e blad).
NIEUWSBERICHTEN.
HELDER, 7 October.
Helders Belang
Woensdagavond hield deze vereeniging
een algemeene vergadering in «TivoliDe
opkomst der leden was niet groot. De heer
Biersteker, als waarnemend voorzitter, opent de
byeenkomst met een woord van welkom, zegt
dat wellicht velen, zooal niet met verlangen,
dan toch wel met eenig ongeduld naar eeD
algemeene vergadering zullen hebben uitge
zien; dat 't bestuur echter van meening was
niet eer een algemeene vergadering te moeten
uitschryven, voor en aleer het met een vol
ledig verslag omtrent de financiëele toestand
by de vergadering kon komen. Die toestand
heeft 't bestuur, tengevolge van «de groote
zaak", de Helderscho feesten, veel zorg, veel
rompslomp, ook veel onaangenaamheden be
zorgd, doch het is thans zoo gelukkig met
eon volledig overzicht on wat meer zegt,
met een definitieve oplossing ter vergadering
te kannen komen.
Gelnkkig kan er, wat 't werken der ver
eeniging betreft, ook nog op andere dingen
gewezen worden, die door de vereeniging
zyn ter hand genomen. Daartoe wijst hij
alleen maar hierop, dat er, door de reclame
zuilen een einde is gekomen aan de vroegere,
ellendige aanpl&kkery. Behalve, dat 't thanB
op een aierlykor wyze geschiedt, is 't ook
uit een financieel oogpunt niet onvoordeelig
en kan 't binnen korten tyd een zaak zyu,
die baten voor de vereeniging kan afwerpen.
Daarna leest de secretaris, de heer J. J.
M.Smit, de notulen der laatstgehouden algem.
vergadering, nl. die van Woensdag 24 Febr.
1909, welke onveranderd worden goedge
keurd.
't Volgende punt van de agenda luidt:
rekening en verantwoording van den pen
ningmeester. De voorzitter herinnert er aan,
•lat deze rekening en verantwoording door
een commissie uit 't bestuur, bestaande uit
de H.H. Möller en Buhse is nagezien en het
verslag van haar goede bevinding aan het
overige bestuur heeft uitgebracht. Het is
thans de bedoeling, na kennisneming van
dit verslag, de goedkeuring ervan te erlangen
van de algemeene vergadering. Dit financiëel
verslag over 1909 luidt als volgt:
Batig saldo 1908 f 73,56
Ontvangsten 1909283,65*
Totaal
Uitgaven (hieronder begrepen de
uitgaven voor de gidsen Helder).
Nadeeiig saldo
f 357,21*
563,99
f 206,77*
Balans Feesten.
Ontvangsten f 9783,73
Uitgaven 10990.18
Nadeeiig saldo. f 1206.45
Totaal nadeeiigf 1413.22*
Renteloos voorschot1400.00
Thans nog nadeeiigf 18,22*
Ter opheldering van dit verslag der finan
ciën werd door den voorzitter nog meegedeeld,
dat' het le nadeeiig salde voornamelijk moet
worden toegeschreven aan het geheel afbetalen
van de post .gidsen van den Helder», van
welke gidsen echter nog een kleine 3000
onverkocht zyn, en van welker verkoop zeker
nog nog wel revenuen zyn te verwachten.
Wat het renteloos voorschot van f 1400
betreft, 't bestuur meende geen betere af
moede als een veroordeelden misdadiger, wien
plotseling genade wordt aangekondigd. Dokter
Waldstein behandelde my als oen volkomen
gast. Hoe weldadig was de gemoedsrust, die
zyn vriendelyk wezen my bezorgde, na het
door^bstane leed 1 Ik zou m\j zelfs tegen myn
geweten verzet hebben, zoo het my een woord
van waarschuwing had willen toefluisteren.
Nadat hij my myne kamer gewezen had ver
zocht hy my, deel te nemen aan een avond
maal, dat gereed stond, daar ik dit, niettegen
staande het late uur, wel noodig zon hebben,
na de vermoeienissen van de reis. Ik nam dit
gaarne aan. Hy verwijderde zich, om van
kleeding te verwisselen, maar keerde spoedig
terug, waarop ik hem in de eetkamer volgde.
Arglistige duivel! Ik meende weder in zyn
gezicht het grynzende, hatelyke lachje te zien,
maar legde toch mynen arm in den zynen on
ging vertrouwend en geloovig met hem mede.
Listige, doortrapte booswicht. Wanneer hy
nog een dag wachtte, dan was het misschien
te laat. Zoo ik toen zyn duivelsche slimheid
had geweten, dan sou ik hem verworgd hebben,
niettegenstaande hy een ond man was.
Wy gingen naar beneden door een gang,
waar aan hot einde de bediende in het zwart
met het onheilspellend gezicht ons eene deur
ontsloot. Ik was toen niet in eene stemming
om veel op te letten, maar toch viel my het
voorkomen van de kamer ia het oog, waar
wy nu binnenkwamen. De muren waren met
donkergroene tapy ten behangen, op welke eene
teekening met goud, kabalistische figuren
scheen voor te stellen. Op den grond lag een
zacht purperrood tapyt, en het eene einde
lossing te kunnen vinden om uit de «débacle*
te geraken, vooral ook om de vereeniging
door een drukkende schuldenlast niet vleugel
lam te slaan, dan door dit tekort door een
renteloos voorschot te dekken. Later, wan
neer de vereeniging er financieel weer wat
beter voorstaat: wanneer verschillende bron
nen, door 't bestuur op te sporen, wat beter
gaan vloeien wanneor we ons by ons werken
wat meer laag by den grond houden en geen
utopistische plannen moer zullen gaan najagen,
zal dat renteloos voorschot naar de moening
van het bestuur, binnen afzienbaren tyd wel
kunnen worden ingelost
Na nog medegedeeld to hebben, dat deze
rekening en verantwi ording acht dagen ter
inzage heeft gelegen voor de leden, van
welke gelegenheid echter door geen der leden
van de vereeniging is gebruik gemaakt,
vraagt de voorzitter, wie naar aanleiding
van dit verslag van den penningmeester het
woord verlangt.
De heer van der Bilt acht deze oplossing,
om *t te kort te dekken door een renteloos
voorschot, waarvan de lasten geheel zullen
gedragen worden door de leden van het be
stuur niet de beste. Hy vindt 't wel heel
mooi van 't bestuur en zeker verdient 't
daarvoor een woord van dank van de ver
eeniging, maar hy vindt 't niet de juiste weg
voor een koninklyk goedgekeurde vereeniging,
om de schulden, door de veroeniging gemaakt,
op de hals van 't bestuur te schuiven. Zoo
doende zal men in 't vervolg heel moeielyk
nieuwe bestuurders voor z'n vereeniging
kunnen krygen. Hij vraagt of er geen andere
manier is, om uit deze impasse te geraken,
b.v. door aandeelen van f 50, waarvan dan
jaarlyks één of meer zouden kannen worden
uitgeloot. Nog vraagt deze spreker naar den
financieelen uitslag van de «Kunstavonden'
welker opbrengst hij dezen avond met nihil
heeft hooren noomen.
De Voorzitter antwoord, dat de voorge
stelde regeling 't bestuur de beste voorkwam,
en wat de «Kunstavonden" betreft, de com
missie, die hiervoor bestond, heeft unaniem
ontslag genomen en het bestuur stelt zich
voor, deze zaak alsnog zoo te reorganiseer en,
dat ook daarvan betere finuuciëele uitkomsten
zyn te verwachten. Wat de .Gidsen van
den Helder betreft, waarvan de heer v. d.
Bilt nog gevraagd had, of ze niet wat goed-
kooper konden worden verkocht, om ook
daarvan nog een goede bate te kunnen ver
wachten, zegt de Voorzitter toe, dat dit ook
reeds een punt van overweging bij 't bestuur
heeft uitgemaakt om deze .gidsen" beter aan
den man te brengen. Zoo zyn er nog wel
meer zaken aan te wyzen, waardoor de ver
eeniging er financiëel beter voor zal komen
te staan. En dit is ook noodig. Er valt nog
veel in 't belang van onze gemeente on du-
ook voor ons te doen. Maar daarvoor is
noodig, dat we voel meer steun zullen moeten
hebben uit de burgery. We moeten bedacht
zyn op uitbreiding van 't ledental en een plan
is in overweging om een permanente com
missie te benoemen, die zich enkel ten taak
stelt 't aanwerven van nieuwe leden. Tot
een vereeniging als de onze moesten eigen-
lyk alle burgers van den Helder toetreden.
In andere plaatsen is dat zoo, zoo moet 't
ook in den Helder gaan.
Nadat de commissie uit 't bestunr nog
mededeeling hoeft gedaan, dat ze alle de be
scheiden van den penningmeester in goede
orde heeft bevonden en eon woord van dank
heeft gebracht aan dezen laatste voor zyn
accuraat beheer, stelt de voorzitter aan do
vergadering voor den penningmeester te
dechargeeren. Ook de voorzitter richt oen
woord van warmen dank aan den penning
meester voor hetgeen hy in het afgeloopen
jaar voor de vereeniging heeft gedaan. Als
er één lichtzijde is in de donkere dagen, die
wij achter ons hebben, zoo zegt de voor
zitter, dan is het wel de keurige en accurate
administratie van den thesaurier, die hy too-
wenscht nog lang voor de voreoniging werk
zaam te mogen zyn. Op de vraag, of men
het nog noodig acht, dat een commissie uit
den boezem der vergadering nogmaals de
rekening en verantwoording na zal zien, ant
woordt men ontkennend, zoodat de penning
meester onder dankzegging voor zyn richtig
beheer wordt gedechargeerd.
t Volgende punt van de agenda is de ver
kiezing van een voorzitter. Hiertoe over
gaande, verkrygt de heer Biersteker 14 van
de 17 uitgebrachte stemmen. Op den heer
Oortgysen waren twee, op den heer van der
Bilt één stem uitgebracht. De heer Biersteker
laat zich de benoeming welgevallen onder
dankzegging voor 't in hem gestelde ver
trouwen en een beroep doende op den steun
van heel de vereeniging.
Bij punt 5 van de agenda: verkiezing van
3 bestuursleden, wegens periodieke aftreding
van de heeren H. Buhse en W. A. Möller
van de kamer was verborgen door een groen
fluweelen gordyn. In het midden van de kamer
stond eene tafel mot uitgezochte spyzen. De
kamer werd Blechts verlicht door eene, van
du zoldering afhangende lamp, welke eon
helder, gelijkmatig licht verspreidde. Dat vele
groen en goud, want zolfs het kristal en porse
lein op tafel was van deze kleur, en de kaba
listische figuren maakten eerst een onaange-
namen indruk op mij, maar toen myn gastheer
zich nederzette en mij verzocht plaats te nemen,
verdween spoedig elk ander gevoel dan dat
van kalmte en welbehagen. Dien geheelon
dag had ik geen eetlust gehad, nu echter was
ik hongerig en liet mij de voorgezette spyzen
dus goed smaken. De bediende vertoonde zich
alleen maar om de borden en schotels weg
te nemen, terwyl de dokter slechts weioig
sprak, om my niet in myne bezigheden tu
storen. Eindelyk had ik my genoeg verkwikt
en de bediende nam alles weg, behalve den
wyu. Hiervan stonden verschillende soorten
klaar met kelken van ouderwetschen vorm.
Ik zag ook een kleine gouden flacon van
schoon, gedreven work, de hals sloot met een
deksel, waarin een groote smaragd was gezet.
Deze flacon stond ter rechterzyde van den
dokter, en was niet geopend.
Het gesprek van Waldstein was voor my
belanglijker en boeiender dan ooit, en ik hoorde
met een half droomerig genoegen naar zyne
woorden. De invloed van de vreemde gouden
letters aan den muur brachten my, om zoo
te zeggen, in eene bedaarde opgewondenheid,
welke ik wel verlangd had dat altyd had
mogen voortduren. Het fluweelen gordijn, dat
en wegens hel vertrek van den heer L H.
Feenders, worden de eerstgenoemde twee
heeren herkozen met 16 en 15 steramen en
tot dorde bestunrslid wordt gekozen de heer
G. A. C. Kroeb, die, evenals de bovenge-
noemden, de verkiesing aanneemt.
Zij worden door den voorzitter met hun
benoeming gelukgewenscht; deze zegt blyde te
zyn, dut 't bestuur thans weer voltallig iB
en hoopt dat 't mot nieuwer, moed en nieu
wen luBt aan don arbeid zal gaan, tot meer
deren bloei van onze gemeente. Speciaal
richt by hier 't oog op Huisduinen; de bloei,
de opkomst van Huisduinen is ook voor den
Helder van groot belang en onze vereeni
ging kan en moet voorzeker hieraan haar
aandacht wijden en alle medewerking ver-
leenen. Reeds heeft een lid van 't bestuur
deze zaak aanhangig gemaakt in den Raad
onzer gemeente en het bestunr van .Heldors
Bolang" heelt een platte grond van Huis
duinen in zyn bezit met alle gegevens, die
noodig zyn, om in 't belang van Huisduinen
werkzaam te kunnen zyn. Ten bewyxe dat
't begluur ook in deze niet stilzit, deelt hij
aan do vergadering nog mee, dat 't bestunr
reeds ten vorige jare plannen had beraamd
tot 't stichten van een naamlooze vennoot
schap tot exploitatie van eon groot pension
op Huisduinen, om zoodoende te trachten
Huisduinen als badplaats wat meer aantrek
kelijk te maken.
Bij 't laatste punt, de rondvraag en slui
ting, komen nog verschillendo punten aan
de orde, zaken, welkor behartiging aan 't
bestuur worden opgedragen en die allen
zullen en kunnen strekken om 't doel der
vereeniging .Verfraaiing en bevordering van
den bloei dor gemeente Helder* nader te
verwezenlijken.
Van de moeste punten blijkt 't, dat 't
bestunr ze bereids op 't werkprogram had
staan; van de andere wordt dankbaar noti
tie genomen. Nadat door de voorzitter nog
op verschillende zaken was gewezen, waarin
de vereeniging met succes was werkzaam
geweest, en hy een woord van dank had
gebracht aan al degeneu, die tydens de fees
ten van hun goeden wil hadden blyk gege
ven, bovenal aan de pers, werd de verga-
doring onder dankzegging aan de opgekomen
leden gesloten.
Scheepsbouw.
Op '8 Ryksweri to Amsterdam is deze week
de kiel gelegd van een der beide mynenleggers,
waarvan de bouw by de begrooting voor het
dienstjaar 1910 is toegestaan.
De schipbreuk van de „Jantina Agatha".
Aan het reisverhaal van den matroos Vo
gelzang in het .N. v. h. N." zyn de vol
gende bijzonderheden ontleend:
Het was voor de schipbreukelingen van
de «Jantina Agatha" in Blacklead natuurlijk
om dood te ^;aan van verveling. Bijna den
heelen dag in het halfdonker bij elkander
te zitten en niets te doen te hebben, dat is
haast niet uit te houden, en waar ook het
leven in de Eskimo-kolonie zonder veel af
wisseling was, daar by bon ook al de eene
dag net was als de andere, daar is het te
begrijpen, dat Vogelzang al dagen lang van
te voren genoot, evonals zyne makkers, van
het vooruitzicht, dat zy, zoo gauw er open
water te zien zou zyn, met de booten er op
uit zouden gaan om voorraad te halen. Zalm
en eieren en wat er al zoo meer in Baffin-
land voor het menu te krygen zon zijn.
De expeditie, die door de Eskimo's was
voorbereid en nitgernst, stond onder leiding
van een Eskimo en bestond nit twee booten,
elk bemand met 8 man en bovendien nog
bevattende twee sleden en 16 trekhonden.
Men vertrok don lsten Juni. Het was
zoo vertelt de schrijver mooi weer, maar
wy hadden geen goeden wind om te zeilen
en moesten dus eerst eenige uren roeien
voor we zeil konden opzetten. Pas waren
de zeilen gehescben of een der mannen riep
a white Whatel, een witte walvisch. On
middellijk werd ur op geschoten, maar het
dier verdween in de diepte zonder dat we
het weder zagen.
De reis ging naar Kaketou, waar de boo
ten werden vastgelegd en eenige jagers aan
land gingen om te zien of er niet wat van
hun gading was. 't Viel niet mee. Wel za
gen ze sporen van beren, maar de dieren
zelf niet en alles wat er geschoten werd,
waren wat zeehonden, aan welks vleesch wy
ons te goed deden. Daarna gingen we slapen.
Nadat we weer wakker waren, vertrokken
wo weer. We moesten ons eerst met veel
moeite een weg bannen door het ijs, dat
meer samengedreven was en toen we in
open water waren gekomen, kregen we ge
legenheid om een betjoek te schieten, die
geslacht werd en waarvan alleen het vel
het andere einde der kamer verborg, was
achter my, en myn gezicht was naar den
ouden man gekeerd, wiens fantastische be
schouwingen ik een aandachtig oor leende.
Ik geloofde volkomen veilig te zyn en ver
schrikte dus niet, geen mijner spieren bewoog
zich, toen ik meende dat de goheimzinuige
geur zich weder in de kamer verspreidde.
Mijne oogen zochten het aangezicht van den
dokter, en nu bemerkte ik dat hy, terwyl hy
my aankeek, zyne hand uitstrekte naar de
flacon met smaragden deksel. Hy opende baar
werktnigelyk, cn schoof haar over de tafel
naar my toe, terwyl hy my te gelyker tyd
beduidde, dat ik haar aan moest nemen.
Ik deed dit en, de richting van zijne oogon
volgende, zag ik achter my om.
Het groene gordyn was in het midden ge
scheiden, en Mina Waldstein stond in de
oponing. Zy had een sneeuwwit kleed aan,
dat in bevallige plooien om haarlichaam golfde.
Het Bchoono blonde haar was los, en hing
van hare schouders tot op den grond neder,
terwyl zij met nitgestrekton arm vreesachtig
en angstig naar haren vader zag. Zij wbb
doodsbleek, bewoog zich slechts langzaam en
aarzelend naar voren, en geen trek verried,
dat zy van myne tegenwoordigheid bewnst
was. Toen zy op twee schreden afstands van
mynen stoel genaderd was, zag ik in hare
hand een beker van goud, met smaragden in
gelegd, welke behoorde by de flesch, die ik
in myne hand hield. Eene doodsche stilte
volgde. Ik zag naar den dokter. Hij stond op,
en gaf my door een teeken te kt
ik den beker, welke zyne dochter vi
werd meegenomen. De rest Beten we op
een ysschol liggen omdat we de booten niet
wilden overladen met dit minderwaardig
vleesch.
Nadat we eenige dagen gezeild hadden,
kwamen we op de hoogte, waar we de
«Jantina Agatha" verloren hadden. Op de
kust daartegenover werden de booten aan
land getrokken en gingen we met z'n allen
op de berenjacht. We hadden wel succes,
want er werden een paar ijsberen geschoten,
waarvan het vleesch ons zoo heorlyk smaakte,
dat één van het gezelschap er zich ziek
aan at.
Den anderen dag gingen we in de booten
de golf over en schoten wo in twee dagen
twaalt herten (rendieren) waarvan het vleesch
en de buiden in de booten werden geladen.
Daar de booten nu hun vracht hadden, ste
venden we weer huiswaarts, maar onderweg
zagen we nog een paar walrossen, waarvan
één geharpoeneerd en naar een ijsblok ge
trokken werd. Daar zoo'n walrus nog al 'n
groot beest is, duurde het villen een heele
tyd; van het vleesch werd maar weinig
meegenomen. Even later werd nog een wal
visch, een zoogenaamde noordkaper gescho
ten. Met alle 16 man en 16 honden gelukte
het om het dier op eon jjsschol te trekken,
waarna de Eskimo's mot groote handigheid
het dier uit elkaar snedon on er de zenuwen
uit haalden, die als garen voor het aaneun-
naaion der kleederen gebruikt worden. Do
mannen en de honden aten nog eens hun
bnikje vol en de rest bleef liggen. De heele
expeditie had 14 dapen geduurd.
Een week later ging het weder zeewaarts
en onze matroos was weer van de party.
Veel omslag scbynt er by het afscheidnemcn
van de Eskimo's en hun familie grwoonljjk
niet te worden gemaakt, maar toen hy zag,
•Ut oeu der Eskimo's zyn vrouw vaarwel
kuste, schoot hem het gemoed toch vol en
was hy een heelen tyd mot zyn gedachten
by zijn betrekkingen in Europa. Geen won
der! Het was nu al eenige weken open
water cn er werd steeds getrouw uitgezien
naar de zee, maar nog steeds was er geen
schip te zien en de teleurstelling werd met
den dag grooter.
Nog niet lang had ditmaal de tocht ge
duurd of mon zag eenige zeemeeuwen dio
landwaarts vlogen. Daar moesten dns eieren
zyn en zoo werd in dio richting koers gezet
en kwam men by een steile kust, waarboven
op men eieren verwachtte. In die verwach
ting werd men niet beschaamd. En het was
ook hier eerst een smulpartij op de plaats
zelf, voordat men er aan dacht ook wat naar
de boot te brengen.
We zullen het dagboek niet verder vol
gen. We haalden er slechts enkele fragmen
ten nit aan, om to doon zien, hoe vol ont
beringen de overwinteringen onze Gronin
gers daar in die ouherbergzame oorden van
Noordoost Canada is geweest. Ze kunnen
er van navertellen, dat is zeker, maar naar
een herhaling verlangen zy niet. De eento
nigheid van het bestaan daar, het doellooze,
het lange waohten, het totale gebrek aan
afwisseling, dit alles maakte dat hun ver
langen naar Nederland op het laatst hnn te
machtig werd. Ze waren gelnkkig nog onder
dak by eon beschaafd man, een zendeling,
die hun in zyn woning naar verhouding veel
gemakken kon aanbieden, zoodat hun leven
nog niet geheel ondragelijk was, maar toch
onzegbaar groot moet de bljjdachap zyn ge
weest, waarmee zy de eerste zeilen van eon
zeeschip weer hebben begroet. Want Let
beteekende voor hen: redding, de terugkeer
naar hun familie, naar de beschaafde wereld.
De rivier ramp te New York.
Omtrent het rivier-ongeluk op de Hudson
by Now-York waarover wy in ons vorig
nummer reeds een bericht hebben opgenomen
bevatten de Londensche bladen nog uit
voeriger modedeelingen. Vooreerst heeft
schont-by-nacht Vreeland op de meest besliste
wyze laten tegenspreken, dat de gezonken
sloop to veel menschen aan boord zou hebben
gehad. Er waren 90 personen op de boot
toon dio zonk en van 61 weet men het lot.
Als oorzaak van het ongeluk wordt opge
geven, dut de volle sloep, die door een klein
sioomv&artuig naar het voor anker liggende
slagschip .New Hampshire'' werd gesleept,
daarbij in de deining was geraakt van een
groote passagiersboot. De sloep was toen om
gekanteld. Bet wus al donker toen het on
geluk gebeurde daarby was het water erg
onstuimig en ging er een zware getystroom.
Zelfs voor uitstekende zwemmers w&a het
een mueilyke taak, zich te redden. By hot
reddingswerk zyn verschillende kranige stukjes
verricht. De adelborst Chevalier, die het
bevel voerde over de sloep, die de volle boot
met Jantjes naar het oorlogsschip sleepte,
ging onmiddellijk te water on redde niet
uit de flacon vullen zon. Zijne oogen fonkelden
vnrig onder de witte wenkbrauwen, en ik
was gedwongen dit bevel op te volgen. Ik
trad naar Mina toe en goot den inhoud van
de flacon in den beker. De vloeistof was
kleurloos en helder als water, maar toen ik
haar inschonk, voelde ik dat de geur in de
lucht elk oogenblik sterker en drukkender
werd. Ik zag dat zy den drank aan hare
lippen bracht, en toen ontmoetten hare oogen
een oogenblik de myne. Eensklaps scheen de
geheeie kamer rond tny heen te dansen, een
vreemde, tooverachtige muziek klonk in myne
ooren, myn hoofd klopte onstuimig en ik zonk
bewusteloos voor hare voeten neder.
Het was klaar dag, toen ik nit myne be
zwijming ontwaakte. Ik lag op eene groote
canapé of rustbed, in eensierlyk gemeubileerde
kamer, met twee groote oponslaande Franscho
ramen, die het uitzicht hadden op een schoonen
tuin. Voor eene der vensters stond een schrijf
lessenaar, waarop dichtgekurkte flesschen.
Hut was een heerlyko dag, geen wolkje dreof
aan het heldere azuur van den hemel, en in
de verte zag ik de zee, waarop zich hier
en daar een wit zeil vertoonde, terwyl het
stille golfgeklots zachtkens tot mijn gehoor
doordrong. Voor het huis schenen rozen en
jssmyn naar boven te groeien, want ik kon
de acharlakenroode knoppen van de eerste cn
de witte sterren van de laatste te voorschijn
zien komen. Dit alles maakte echter geen
indruk op my, want het was mij onverschillig
waar ik mij bevond, of hoe ik er gekomen
was. Ik voelde door myne leden een loomheid
eu uitputting, alsof ik maanden lang er aan
minder dan 10 matrozen. Toen moest hy zelf,
ten doode toe uitgeput, uit het water worden
gehaald. Een matroos, Painter, redde vier
kameraden, maar verdronk toon zelf.
Admiraal Vreeland geeft voor het aantal
dooden 29 op, voor het aantal vermisten 12.
Scheepsramp.
Zondagmiddag is het onverhoeds op de
kusten van Engeland gaan stormen. Een ge
lukkig zeldzaam ongeluk overkwam in «le
Noordzee de stoomboot .Wolholmo" uit
Grimsby. Ze kanteldo. De bemanning kon
zich nog net in een reddingsboot bergen,
behalve de tweede-machinist, die onderin was
en mee de d.ieptn inging.
Uit een advertentie in «De Zeenwsche
Koerier"
Een tweede gediplomeerde Tandarts is
uan hel cabinet gehucht."
Welk Vlaamsch in Nederlandsch overge
zet zynde beduidtis aan de kliniek verbonden.
Kijkjes uit mijn Venster.
Kleinigheden.
5 October.
De groote grauwo stoenen van den hoo-
gen steiger worden door een zacht en vrion-
•lelijk zonlicht beschenen.
Daar, bjjna op het uiterste puntje, slentert
ccn mooie, jongo vrouw heen en weer. Zon-1
derlinge spullen klungelen om haar lyf.
Kleeren, die dwingen tot opmerken. Alles
groen. Ze sleept een rood-bruinen, dikken
dog aan een koord met zich. Is al vyf, zes
maal stil blyven staan. Buigend bver het
ijzeren hek. Om beter nog te kunnen ade
men in de vochtige zeelucht cn de geur
van 't aangestormde wier.
Maar vlak in d'r omgeving zit haar echt
vriend. Pioen-kleurig, glud-gcschoren snuitje.
Lorgnet op den arendsneus. Haardos laug
en sluik. Auto-pet met insigne. Bombazijnen
of fluweelen jasje, waarover een ruime man
tel van dambord-blokken-geel.
Hy maakt krabbeltjes.
Minstous een dozyn kinderen om hem beun.
,J6, ga nou wat op zy, de man kun
zoo niks zien."
«Baas, teeken my 'r is uilI"
«Jy komt er ook op."
Nietes."
Welles."
«Gossie, da's zonde, ik ben pas g?po-
tretteerd."
•is dat nou Rcmbrandt?'
Weet ik het!'
,Een verver souder werk."
Wat doet-ie dat gauw."
«En fyn."
Hoever is-ie nou al?"
Een zedig meisje, dat lang en zwygend
heeft toegezien, riep plots onbeschroomd
«Hy teekent de haven, de schepen, de
kazernes, de forten."
«Zoo?
Welja. Zie maar. Hier hei-je de Hars-
sens, het wachtschip, de mariniers
«Kott im Hiramell... Wenn jy nicht
dadelick Halo I Pin jelui hier toof
Ich hab wol dreimal
De vreemde snoeshsuin is nydig. Op zyn
papier ligt een druppel pruimensap en in de
rugholte had-ie een stomp gevoeld.
Oogenblikkelyk wenkt hjj de gras-groene
dame.
«Was?"
Zachtkens wordt gefluisterd.
't Is alsof de dog dat alleen verstaat. Het
monster-dier gromt en bromt. Allerakeligst.
Wat echter verrassend helpt, want onder
de hinderlijke omstanders komt de schrik
er in.
Sol noen kann ich..."
Aan den overkant, op don respectabelen
buitenhuid van de .Harssens" kuiert melan
choliek een geuniformde patriot. Verlangend
en aandachtig tuurt hy soms naar zyn con
frater aan deze syde. Op de hooge battcry.
Diens kin rust op de handen, gevouwen
over den loop van zyn gewoer. Hy heeft
wat men noemt 'n lauw leventje.
Het is zeer aardig om to zien.
Doch 't geeft volop stof tot nadenken.
Nietwaar, als in DuiUchland, in Engeland,
in Frankrijk, of waar ook, iemand sich zou
verstouten, om, zoo maar in 't gezicht van
Jan-en-alleman, nota bone, onder 't oog van
een paar sohildwaohten, sohetjes te maken
van zeehavens en nog wat, waaronder altjjd
wol wat defensie-aangelegenheden, die dan
dikwjjls voor hondordon van de hand gedaan
worden door bemiddeling van den oen of
anderen spionnagedionst, hij ging secuur
achter slot en grendel.
de koorts had gelegen en deze my nu eerst
verlaten had. Lichamelijk gevoelde ik my zoo
zwak, dat ik geen vinger bewegen kon, waarom
ik geheel werkeloos in do kamer en door het
venster rond zag. Ik was alleen. Toen kwam
my eensklaps als een electrische schok de
herinnering aan den avond van mijne aan
komst in Prolldu voor den geest. Myn vroeger
geloof, myn bünd vertrouwen in dokter Wald
stein, verdwenen om plaats te maken voor
bitteren haat en afschnw tegen den ouden
man. Maar myne lichaamszwakte verjjdelde
myn voornemen om op te slaan, en toen liet
my eindelyk gelakte my op den eenen arm
op te richten, voelde ik my zoo uitgeput, dat
ik bedwelmd en machteloos weder op de canapé
nederzonk.
Negen uren ligt hij daar reeds bewusteloos,
wanneer dat nog vyf aren langer duurt, dan
weet ik dat myne plannen gelukken zullen.
Dood en leven leven en dood hoe won-
derlyk zyt gy aan elkander verbondenDeze
woorden werden op een zachton, maar vasten
toon uitgesproken. Hoewel ik geen teeken van
leven gaf, had ik de stem van dokter Waldstein
herkend. Ik hield myne oogen dicht en lnisterde.
Denkelyk was hij alleen, want er volgde geen
antwoord, ik kon ook door het krassen van
zyne psn begrijpen, dat hy drnk schreef aan
zynen lessenaar. Vroeger sprak ik van myne
erge zwakte, maar tot myne groote vreugde
begon ik te bomerken, dat, terwyl ik mut
gealotene oogen nederlag, myn geest gedurig
sterker werd.
(Wordt vervolgd).
i