KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor HelderTexel, Wlerlngen en Anna Paulewna.
f s"ö"iuxjEia?o2sr
Plicht en Liefde.
No 3936
Zaterdag 29 October 1910.
38ste Jaargang.
't Vliegend Blaadje p. 3 m.50ct., fr. p. post 75 ct., buitenland 11.25
1're- Zondagsblad 37* 45 0.75
iiiiën Modeblad i i i 55 t i i 65 i fO.flO
(Voor het buitenland bij vooruitbetaling.)
Advertentiën van 1 tot 5 regels
Klke regel meer
Bewjjs-exemplaar
Vignetten en groote letters worden i
r plaatsruimte berekend.
Intero.-
Telefoon BO.
Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
Uitgever C. DE BOER Jr. (v./h. BERKHOUT t Co.), Helder.
Bureaus i Spoorstraat en Koningstraat.
Eerste Blad.
UIT HET BUITENLAND.
De Fransche Kamer kwam Dinsdag bjjeen.
Rumoerig was 't er, maar Briand, of liever
de regoering, bleef don storm meester.
Bjj de opening dor zitting werd de prefect
dor politie, die binnentrad begroet door de
uiterste linkerzjjde met den kreet »er uit".
Er ontstond een onbeschrjjfljjk tumult, de
president zette den hoed op ten teeken dat
de zitting geschorst was. Toen de gemoederen
wat bedaard waren, werd de vergadering her
opend en drong minister-president Briand aan
op de onmiddellijke behandeling der interpel
laties, waartoe besloten werd. De eerste aanval
geschiedde door den afgevaardigde Colly, die
de regeering verweet de staking te hebben
gestuit door arrestaties. Voorts verweet hij
Briand, dat hjj eerst de publieke opinie gepolst
had of hy wel soldaten mocht gebruiken en
dat hy militairen aan het werk had gezet voor
industrieele maatschappijen.
Minister Briand verklaarde dat de staking
geen vakbeweging was geweest, dat men te
doen had met een complot tot verspreiding
van dood en verderf in het land, wanrvan
do arbeiders slechts de werktuigen waren,
't Rumoer was nu en dan geweldig. Maar
Briand ging voort, dat de regeering, toen zjj
het bewjjs in handen had, dat zij stond voor
een anarchistische en oproerige beweging,
maatregelen moest nemen voor de nationale
veiligheid. De minister verklaarde in handen
te hebben de materieele en schriftelijke be-
wyzen, geteekend door organisatoren der be
weging en bekentenissen, omtrent daden van
sabotage door spoorwegbeambten bedreven.
Tydens de staking der postbeambten was een
circulaire verspreid, die nauwkeurig aanwij
zingen bevatte, omtrent sabotage (moedwillige I
vernieling) der telegraaflijnen. De organisa-
toren van deze staking hebben een dergelyke i
circulaire verzonden. En toen de socialisten j
riepen «wie zei de minister dat zij dit spoedig
zullen ondervinden, misschien eerder dan hun
lief is. /«In de gegeven omstandigheden" zeide
hy, .zou iedere regeering 't zelfde hebben
gedaan, als wy".
Do vryheden der spoorwegbeambten zullen
niet geschaad worden door deze staking. De
regeering bestudeert maatregelen om het land
voor den vervolge te behoede, tegen dergelijke
aanvallen; de Kamer zal evenwel moeten
verklaren, dat zy dezen arbeid aan de re
geering wil toevertrouwen.
De regeering blykt eensgezind te zyn ge
weest. Het gerucht loopt echter dat Viviani
zyn ontslag zal indienen, waartoe hy vóór
d« staking reeds het plan had. Dat wordt
echter eerst Zaterdag uitgemaakt.
Donderdag voortzetting van het debat.
Daaromtrent misschien nog iets op eene an
dere plaats in dit blad.
De Keizer en de Keizerin van Duitschland
kwamen Dinsdag in Brussel aan en werden
aan den trein door hot Belgische Koningspaar
op hartelyke wijze begroet.
Reuter seint dat de ontvangst van de zydo
der bevolking hartoljjk was. Alleen was er
een ongewoon groote troepenmacht. Kinderen
der Brusselsche scholen zongen het keizerlijk
paar het welkom toe.
Duizende Duitschers waren uit Antwerpen,
Verviers en Duitschland zelf gekomen om hun
Keizer te begroeten.
Er waren zeer uitgebreide politiemaatre
gelen genomen. Dat heeft den Brusselaars
niet erg aangestaan. Ze zyn dat niet gewoon,
ze houden er niet van
Ze moesten zich vergenoegen met den Keizer
en zijn vorstelyken gastheer te zien voorby
rjjdeu in vrij snellen gang, terwijl de weg
afgezet was door ruitery.
Aan het Duitsche stelsel zyn ze heelemaal
niet gewoon, de Brusselaars, en naar oogge
tuigen schyveu, was de ontvangst niet zoo
hartelyk als ze dat had kunnen zijn want
de Brusselaar is er trotsch op, dat men zyn
schoone stad bezoekt. Maar 't moet een beetje
joviaal, ongedwongen gaan.
Men is in Brussel niet gewoon de vorstelyke
personen •beschermd" te zien. Koning Leopold
ging er meestel alleen op uit, koning Albert
houdt ook niet van een rwacht" en de
Koningin bezoekt alleen of hoogstens door
eene hofdame vergezeld, hier en daar een
stichting of inrichting. Was men bang voor
betoogingen? Mogelyk wel; de socialisten
hadden 's avonds te voren nog een meeting
belegd waarschynlyk dat van Duitsche
zyde op uitgebreide voorzorgsmaatregelen was
aangedrongen. Men kent daar de Belgen niet,
ze maken nog al lawaai maar ze zyn zoo
kwaad niet.
Koning Albert hield by het galadiner een
hartelyke welkomstspeech in het Fransch
cn drukte zyn hooge ingenomenheid en die
van het Belgische volk nit, voor de groote
eer België aangedaan. Hy zeide zich zeer
te verheugen, over de vriendschappelijke be
langstelling van den Keizer, van het machtige
en groote Duitschland.
Keizer Wilhelm antwoordde in 't Duitsch
en bracht dank voor do schitterende ont
vangst, die gevoelens van dankbaarheid by
hem opwekte en wyl hy die ontvangst be
schouwde als een waarborg voor het voort
bestaan van den nauwen band «niet alleen
tusschen onze families maar ook tusscben
onze volken". De keizer sprak zyn bewon
dering uit voor de onvermoeide werkzaam
heid van België op 't gebied van handel en
nyverheid. Een bezoek werd gebracht aan
de St. Gudule.
Frankryk zou Frankryk niet zyn als het
niet met een schuin oog op deze boleefd-
heidsuitingen neerzag. De Matin" b.v. wjjst
op de langzame, maar zekere germaniseering
van België, 't Blykt b.v. uit dezen zinHet
keizerbezoek is do bekroning van de ont
eigening ten bate van Duitschland van Bel-
gie's toekomst op economisch gebied."
Een beetje najjver is by deze beschou
wingen natuurlyk in 't spel.
De Grieksche Nationale vergadering is
ontbonden. Toen het bleek dat Venezilos
niet het vertrouwen had van de meerderheid
der Nationale vergadering, bood hij den
koning zijn ontslag aan. Deze wilde dat
j echter niet aanvaa^-don en ontbond de Nationale
j vergadering. Wat nu Ja, dat is niet ge-
makkelyk te zeggen. De toestand wordt er
niet klaarder door.
NIEUWSBERICHTEN.
HELDER, 28 October.
W. A. Arriëns t
Na een langdurige ongesteldheid is Dinsdag
te Velp,by Arnhem, in denouderdom van 70jaar,
overleden de hoer W. A. Arriëns, gepensioneerd
schout-by-nacht tit. De overledeuo was ridder
iu de orde van don Ned. Leeuw en de
Militaire Willemsorde.
Het vermiste meisje.
In aanvulling van het bericht in ons vorig
nummer nog het volgende
Maandagavond zag een schipper in don Rjjn
naby spoorwegbrug by Rosande een lykje,
dat achter een krib vastzat.
Door de politie uit Oosterbcek en die uit
Arnhem werd terstond een onderzoek inge
steld, doch ten gevolge van de duisternis was
het niet mogelyk om het lykje te bereiken.
Dinsdagmorgen heeft de politie uit Oosterbcek
opnieuw een onderzoek ingesteld. Te half acht
ongeveer werd het lykje opgehauld, dat achter
de tweede krib aan den rechteroever bij de
spoorbrug vastzat.
Hoewel men nog geen zekerhoid heeft, be
staat vermoeden, dat men te doou heeft met
het stoffelijk overschot van de dezen zomer zoo
geheimzinnig verdwenen 18-jarige Theodora
Kraak uit Oosterbcek.
Het lykje was byna geheel naakt en ver
keerde in verregaanden staat van ontbinding.
Het geslacht kon niet meer worden vastgesteld.
Behalve de schoenen en een gedeelte van
de kousen was geen spoor van kleediug meer
aanwezig.
In den middag hebben do ouders van Theo
dora Kraak de schoenen en kousen vun het
lijk herkend als die van hun dochtertje.
Diefstal.
Rechtbank te Amsterdam.
Do (1de kamer heeft Dinsdag veroordeeld
tot 1* jaar gevangenisstraf, overeenkomstig
den eisoh van het O. M., den 20-jarigen
kollner, recidivist, die in den nacht van 10
Juni jl. aan een bezoeker van een verdacht
huis aan den O.Z. Voorbnrgwal een porte
feuille, inhoudende f 2210 aan bankbiljetten
had ontstolen. Hem was bij dagvaarding ten-
laste gelegd diefstal of heling van dat gold.
De man is de baas!
Voor de 5e kamer der Rechtbank te Amster
dam diende Woensdag een huisvredebreuk
zaakje, waarbjj de jufironw, by wie de huis
vredebreuk gepleegd zou zyn, zich civiele
party stelde en van ieder der beide beklaagden
f 1" schadeloosstelling eischte, op grond dat
zy door den last, dien beklaagden haar ver-
4)
,Je hebt gelyk, kind, op myn leeftyd mag
men niet meer jjdel lijn".
Welk een drukte voor het koninklyk pa
leis! de wacht trok uit, duizenden menschen
hadden zich hier verzameld, in do hoop den
koning aan het historische hoekvenster te
zien verschijnen, en juist terwyl de beide
dames voorby kwamen, vertoonde de vorst
zich. Een donderend gejuich weergalmde.
«/Goeden morgen, mevrouw goeden morgen,
freule", klonk het opeens naast haar.
Het was de heer Von Ring, die zich met
de wacht naar het kastanjeboschje moest
begeven Hij had slechte even den tyd de
dames te begroeten en was het volgend
oogenblik reeds voorby gemarcheerd.
De dames wandelen nog eenigen tyd on
der de Linden op en neer, en Laura hoopte
in stilte, den luitenant nog eens te zien,
maar haar wensch werd niet vervuld; niet
temin gevoelde zy zich opgeruimd gestemd.
Hé, mama, welk een heerlijke dag en
zie eens hoe fraai dit park is aangelegd".
•Ja kind, maar ik word nu moe, dus zul
len wy naar huis gaan, ik ben benienwd,
of de majoor van avond zal komen, wy
moeten dan zorgen iets by de thee te hebben".
,Nu, mama, dat kan ook best, ik heb van
do week goede zaken gemaakt, dus van daag
mogen wy ons wel een extraatje veroorloven".
i De majoor kwam en liet zich overhalen te
blyven theedrinken. Had hij zich de eersto
maal meer met de vrouw des huizes bemoeid,
i nu had het omgekeerde plaats. Hy nam leven-
dig deel aan alles wat den arbeid der beide
vrouwen betrof, ea beloofde haar, een ge
deelto barer spaarpenningen in de spaarbank
to beleggen; daarna vertelde hy ze een en
ander uit zyn werken, en het meisje zag
hom met eerbiedige oogen aan. Iemand, die
zulke boeken schreef, moest toch een man
van beteekenis zyn, meende zy. Hare ach
ting voor hem vermeerderde en hy was dien
dag ook veel opgeruimder dan de vorige maal.
,Om zoo'n wetenschappelijk werk te schrjj-
ven", zeide zy, moet men zeker eerst vree-
seljjke studies maken en die berekeningen,
hebt gy die zelf moeten doen of hadt ge
daar een ander voor, die dit alles voor u
opzocht
(Neen, nu heb ik daar niemand meer voor,
maar voorheen, toen myn beste vrouw nog
leefde, hielp zy mjj daaraan, nu moet ik dit
alles zelf doen".
Terwyl dit gesprek werd gevoerd, bemerkte
Laura, hoe zyn gelaat telkens van uitdruk
king veranderde. Sprak hy van zyu vrouw,
zoo stond zyn gelaat diep treurig, maar
daarna verhelderde het weder en als hy
haar met zyn donkere oogeu aanzag, ver
scheen een teedere uitdrukking op zyn ge
laat, welke Laura verlegen maakte.
Toen Laura de kamer uitging om de thee
gereed te maken, verviel Von Olefeld in een
afgetrokken stilzwjjgen, waaruit hy opschrik
te, toen mevrouw Von Rodenwald het woord
tot hem richtte.
Is Laura niet ongeveer negentien jaar
oud vroeg hy op eene.
•Juist geworden".
oorzaakten, in haar bedrjjf uls diamantbewerk
ster schade heeft geleden.
In den loop van het geding werd aan den
man van de getuige, die zich civiele partij
stelde, gevraagd, of bij het eens was met de
civiele vordering.
Neen"', antwoordde het hoofd van het ge
zin, die met zijn vrouw in gemeenschap van
goederen gehuwd was. En weg was de
oiviele vordering.
Een oplichtster.
De Arnherasche Rechtbank behandelde
Dinsdag de zaak van een 20-jarige dienstbode
die, zich uitgevende voor //freule Van Schaik",
tal van oplichtingen pleegde. Zy logeerde
in een eerste-rangs hotel onder dien naam,
voorgevende examen te moeten doen voor
de hoofdakte L. O.; verschillende akten voor
talen had zy al, heette het, maar een betrek-
ki-g behoefde ze niet, want haar ouders
waren welgesteld.
Een rijwielhandelaar lichtte zy op voor
een fiots, een manufactuurwinkolier voor eeni-
ge rokken die op den naam van haar
meesteres op zicht liet komen.
In het hotel logeerde zy, toen er een klacht
tegen haar was ingediend en haar vader
haar niet moer in huis wilde hebben.
Het O. M. eischte vjjf maanden gevangenis
straf met aftrek der preventieve hechtenis.
Faillissement.
De rechtbank te Assen heeft Dinsdag de
nalatenschap van wijlen den heer G. S., in
leven notaris te Dwingeloo, in staat van
faillissoment verklaard. Voor eenige weken
kwam de heer S. waarschynlyk door gasver
giftiging, to Hilversum om het leven. Reeds
geruimen tyd hadden er in de omgevirig ge
ruchten geloopen, dat het met het notariaa
niet in orde was. Opgezegde deposito's en
opeischbare kooppenningen werden in den
laatsten tyd niet meer uitbetaald. De familie
aanvaardde de nalatenschap, onder beding
van boedelbeschrijving. Op de daartoe strek
kende aanvraag van een schuldeischer uil
Waperveeu, die eene vordering van f5000
had, vroeg mr. Doornbos te Meppel thans
het faillissement aan, onder de mededeeling
dat er aan deposito's voor de som van f 150,000
opvorderbaar is. Evenals by de meeste platte-
landsnotarissen, nam het kasaierschap by den
overleden notaris een groote plaats in. Tal
en tal van eenvoudige landbouwers zijn met
hunne spaarpenningen van vele jaren in dit
faillissement betrokken.
'n Lief huishouden.
Zondag is, zoouls wy reeds gemeld hebben,
de landbouwer J. M., uit Rysbergeu, gearre
steerd, daar hy beschuldigd werd een moord
aanslag op twee zyner zoons gepleegd UT
hebben. Achteraf is echter, volgens de //Br.
C.", gebleken, dat het voorval sterk over
dreven is; de man had alleen in een driftige
bui twee schoten iu de lucht gelost, met niet
de minste bedoeling zyn zoons to treffen. De
zoons, die daarop zelf hnn vader wegens
poging tot moord hebben aangeklaagd, moeten
geweldige belhamels zyn.
De ontslag-aanvraag wan
vice-adm. Van den Bosch.
De #N. Ct." verneemt, dat het jongste
meeningsverschil tusschen den vico-admiraal
en den vloot predikant moet zijn ontstaan
over de lectuur in het provoosthuis verstrekt,
waarvoor eon speciale regeling schynt te
bestaan; niet dus over het z.g. Boekenfonds
voor de marine in 't algemeen.
Deze geschiedenis moet echter, zoo zegt
de -N. Ct." verder, de druppol geweest zyn,
die voor den admiraal den emmer heefl doen
overloopen. Reeds moeten tevoren strubbe
lingen zijn voorgekomen, wuurbjj de minister
den predikant tegenover den admiraal in
het gelyk gesteld heeft.
Aan de tZutphensche Ct." wordt meege
deeld, dat tot de ontslag-aanvrage nog een
andere oorzaak moet hebben meegewerkt.
Een paar maanden geleden hebben eenige
zeeofficieren in Den Helder op straat oneenig-
heid gekregen met enkele middernachtzende-
lingen. Die middernachtzendelingen stonden
onder aanvoering van ds. C. van der Voort
van Zijp, lid der Tweede Kamer. Deze heeft
toen, in 't volle bewustzjjn van zyn macht
als zoodanig, een klacht ingediend bij den
minister van marine, speciaal tegen een zee
officier thans op non-activiteit. Het gevolg
van die aanklacht is geweest, dat door den
,Hm, hm, nog byzonder jong, maar door t
de omstandigheden meer ervaren dan menig j
meisje van twintig".
Plotseling stond hy op en begon gejaagd
over allerlei dingen te praten, en de barones j
vond dat hy sprak, als hy over andere din- 1
gen dacht; daarna werd hy weder stil en j
afgetrokken en bladerde in een boek, ter-
wyl alles wat hy zeide, iets scherps had,
als ware hij mot zich zelf en de gcbeele j
wereld ontevreden. Toen Laura terugkwam,
wijdde hij al zijn aandacht aan hare moeder j
en deed hy of zij in 't geheel niet tegen- j
woordig was, ma&r zoodra hy zich onopge
merkt meende, beschouwde h^j haar met de j
grootste belangstelling.
,Een prettige avond", zeide mevrouw Von
Rodenwald tot Laura, toen zy zich ter ruste j
begaven, >die Olefeld is zoo'n achtenswaar-
dig mensoh".
Zeker, moeder, en hij schynt in zjjn hu we- j
lyk byzonder gelukkig te zyn geweest". j
fJa, en nu treurt by bitter over bet ledige
in huis en hart
Laura deed het licht uit, wouschte hare
moeder goeden nacht, maar zy kon dien avond
niet in slaap komen, en steeds zag zy iu
hare verbeelding de half weemoedige, half
teedere oogen van den majoor op zich rusten.
De lieer Von Olefeld kwam nu dikwyls
on ontmoette dc dames vaak op de wande
ling. Hij boezemde Laura voel belangstelling
in en al meer en meer begon zij hem te
achten.
Hoe goed waa hy en hoe hechtte hjj zich
aan hen, wie hy eenmaal genegenheid toedroeg.
Rustig en kalm verliep de tyd en weder
kwam eene uitnood!ging voor een officiersbal,
ditmaal door den heer Von Ring gezonden.
Laura was verheugd, dat hij haar dus niet
minister een commissie van onderzoek werd
benoemd, die, na verhoor, haar dossier ter
beschikking van den krygsraad heelt gesteld.
De krygsraad verklaarde zich evenwel onbe
voegd. En nu moet de verstoordheid van den
minister over het in 't zand loopen van de
hecle quaestie zich geuit hebben in een
schrijven aan vice-admiraal Van den Bosch,
wat dan mede de aauleiding moet geweest
zyn tot deze ontslag-aanvrage.
De verslaggever van het //Handelsblad*
is alhier dezer dagen op onderzoek uit ge
weest en schreef het volgende aan zyn blad
In een onderhoud, dat ik Maandag 1.1. met
ds. 0. J. Warners, den vlootpredikant had,
guf deze my ten aanzien van de aan «Het
Volk" en .De Avondpost" ontleende berich
ten, nopens de reden tot ontslagaanvrage
door vice-udmiraal Van den Bosch, de vol
gende verklaring:
- Ik verklaar, dat geheel onwaar is,
dat ik aanmerking gemaakt heb op het lezen
van een der boeken van het boekenfonds
door de matrozen. Nimmer heb ik my tegen
over autoriteiten, met wie ik er over sprak,
ongunstig uitgelaten over de lectuur, aan de
matrozen verstrekt, integendeel den ernst,
waarmede blykbaar een keuzo gedaan was,
geroemd. Vanzelf is daardoor ook een on
waarheid, dat, >het eon werk van Thórèse
Hoven" was, dat ik ongeschikt vond voor
het zieleheil dor Nederlandsche Jantjes. Het
is me in myn hoofd niet opgekomen een
werk van die schryfster af te keuren.
Verder, dat geheel onwaar is, dat
<k met het bezwaar over een boek, dat ik
niet had, by den admiraal gekomon ben, en
dat dus ook, hoe kan het anders, geheel
onwaar is, dat ik mij met mjjne niet be
staande bezwaren over eec boek tot den
minister gewend heb."
Tot zoover ds. Warners.
Antwoord gevende op de vraag wat dan
wel de reden mag geweest zyn, dat vice-
admiraal Van don Bosch gemeend heeft zyn
ontslag te moeten vragen schynt my het
volgende het meest juiste: De admiraal kan
zich niet vereenigen met de richting, welke
de regoering ïn deze door den minister
van marine vertegenwoordigd uit wil op
godsdienstig gebied by de marine. Deze rich
ting, die het sterkst door de aanstelling van
een marine-dominé gedemonstreerd werd,
vindt de admiraal niet in bet belang van de
viool. De admiraal vindt die richting be
paald nadeolig voor een goeden geest onder
het marinepersoneel. Ik geef deze mededee
ling als conclusie, welke ik trek uit gesprek*
keu met marine-officieren, zonder te kunnen
zeggen, dat ze juist is.
Den admiraal Van den Bosch kon ik niet
spreken. Hy was met mevrouw naar de
Residentie afgereisd, teneinde eon hnis te
huren, zijnde van plan na ontslag zich met
terwoon in Den Haag te vestigen.
Waarschijnlijk zal in het parlement wel
het noodige licht ontstoken worden, want
zekere informaties wijzen er op, dat de
rogeering geïnterpelleerd zal worden.
Onderhoud met m a r i nc-of ficieren.
Na het onderhoud met ds. Warners, waarop
ik straks terug kom, heb ik eeD langdurig
güBprok met een aantal officieren van onze
marine gevoerd. Mij bleek de beteekenis van
hetgeen gebeurd is, nl. dat dank zy de zege
ningen van het kerkelijk bewind, de kerkelyke
politiek op de vloot haar intrede heeft ge-
Het lijdt na alles wat ik hoorde geen twjjfel,
of de aanstelling van den marine predikant
en diens bemoeiingen, door de Regeering
gesanctionneerd, zijn de oorzaak geweest,
dat vice-admiraal Van den Bosch zyn ontslag
aangevraagd heeft.
Niet een boekenquaestie bracht admiraal
Van den Bosch tot zyn besluit, maar de
kerkelyke politiek der regeering, die haar
bemoeiingen uitstrekte tot een terrein, waarop
de vlootvoogd Van den Bosch eon «hands
off 1" moest laten hooren. De kerkelyke poli
tiek, die zich demonstreerde op een wyze,
dat een zoo gezaghebbend man als Van den
Bosch gevaar zag voor den goeden geest
onder het marine-personeel, kortom het be
lang der vloot geschaad vond.
De volledige en juiste toedracht der zaak
zal aan de Volksvertegenwoordiging zeker
niet unthouden worden. Onder dit voorbe
houd meen ik dan nog het volgende te kun
nen schrjjven.
Ds. Warners, daartoe door do hiervoor
had vergeten. Mevr. Rodenwald durfde de
uitnoodigiug niet terstond aannemen, daar
zy zich eeuigszins ongesteld gevoelde.
Ik hoop dat ik beter zal worden, kind,
want ik zou je zoo gaarne dit pretje gunnen".
Wees daarover niet bezorgd, mama, als
gy niet geheel beter zjjt, gaan wy in geen
geval".
Maar op den dag van het bal moest me
vrouw Rodenwald het bed houden en de
majoor vond Laura zeer ungstig over hare
moeder; hy ging terstond den dokter van het
regiment halen, ook nog een oud vriend van
Laura's vader.
De dokter kwam en constateerde dat de
barones typhus had en dat de afloop niet te
voorzien was. Nu brak een vreeselijke tijd
aan voor de arme Laura; zy verpleegde
bare moeder met de meest zorgvolle opoffe
ring en de majoor stond haar daarbij getrouw
ter zjjde.
By dit aanhoudend samenzjjii had Von
Olefeld gelegenheid een dieper blik te
in het beminnelyk karakter van bet n
terwyl Laura van hare zyde den majoor al
meer en meer leerde kennen. Steeds vond
zy hem tot elke opoffering bereid.
Maar, Laura, gy weet toch, dat ware
vrioodsohap even zoo gaarne goeft als ont
vangt
Zy zweeg, maar zag hem vriendelyk aan.
Gij moogt uw spaarpenningen niet ge
bruiken en ge moet my veroorloven de on
kosten van uw moeders ziekte te helpen
dragen".
»Of neen, neen
Zeker, gy zondt mij beleedigen door mijne
hulp te weigeren. Ik geel immers slechts
terug, hetgeen ik en de mijnen vroeger
vingen".
gesubsideerde Christelijke Officieren-Vereeni-
ging aangewezen, trad 1 Juni jl. officieel op,
nadat hy by den vice-admiraal, directeur en
commandant der Marine zyn opwachting had
gemaakt. Van dit optreden is de comman
danten door den admiraal ollicieel per circu
laire mededeeling gedaaD, waarby tegelyker-
tjjd verzocht werd den vloot-predikant de
noodige medewerking te willen verleenon.
Hem word dan ook de meest mogelykc vrij
heid gelaten aan boord van de oorlogsschepen
te komen. Voorts bezocht hy de patiënten
in het hospitaal en de arrestanten in de
provoost, hield preekbeurten, catechisatie en
besprekingen met het marine-personeel.
Of er nn een bepaald geval is, dat de
maat heeft doen overloopen is mij niet bekend
en zal allicht nader bljjken. Maar als zeker
mag, nit wat ik vernam, worden opgemaakt,
dat de bemoeienissen van den marine-dominé
en dient gezag, den admiraal te ver reikten.
Over zekere onderwerpen is wel eens tns-
schen den admiraal en den prediker -van
gedachten gewisseld'Conflict in den zin
van dit woord is er, volgens ds. Warners,
nooit geweest, maar admiraal Van den Bosch
moet zich met zyn bezwaren tegen het insti
tuut van den marine-dominé lot den minister
van marine hebben gewend. En het stand
punt door Z. Excellentie tegenover die be
zwaren ingenomen, moot admiraal Van den
Bosch zyn ontslagbesluit hebben doen nemen.
Resumeer ik nu de meening door ver
schillende marine-officieren eenstemmig tegen
over my uitgesproken onder verzekering dat
Ie Nieuwediep byna alle marine-officieren er
zoo over denken, dan meen ik deze aldus
te moeten weergeven:
In de eerste plaats hebben velen zeer
grooten en oprecht gemeenden spijt, dat ad
miraal Van den Bosch heen gaat. Hy was
een streng militair, maar een kranige en
rechtvaardige chef, bovendien door zyn goede
en tactvolle wyze van optreden een uit-
le vlootvoogd.
daarnaast vindt zyn daad tot het
jen van ontslag algemcene appreciatie.
Mot dc actieve officieren beluigen vele oud-
officieren der marine hun instemming ïaet de
houding van vice-admiraal Van den Bosch.
Men vindt, dat de Regeering een verkeerde
richting uitgaut en vreest van dit door haar
«kerkoljjko vloot-politiok" veroorzaakte inci
dent een noodlottigeu invloed op het marine
personeel. Reeds thans redeneert men dat
een goede admiraal wjjkcn moest voor een
domioé, dat het gezag van den laatste gesteld
werd boven dat van admiraal Van den Bosch.
Ik moet hier echter dadelyk by voegen dat
de onmiddellyke rede van het ontslag nemen
niemand bekend ia en dat do correspondentie
tusschen minister en departement en dus
het standpunt van het departemoot ook niet
gekend wordt.
De vloot kende tot nu toe geen godsdienst
twisten. Naar velen meenen zullen de gods
dienst-twisten thans ook komen, indien de
Minister van Marine zyn kerkelyke vloot-
politiek voortzet. Voorboden hiervau bestaan
reeds. Te Den Helder is opgericht de ver-
ecniging «Geesteljjke Bijstand", oen vereeni-
ging op vryzinnig-godsdienstigon grondslag.
Deze vereeniging wensebt nu, tegenover den
rcchtzinnigon ds. Warners, een vrijzinuigen
predikant aan te stellen, oveneens om de
geestelijke belangen vun de Jantjes te be
hartigen. De twee vrjjzionige Heldersche
predikanten ds. Poort en ds. Onnekcs, mede
oprichters van iiGeestelyke Bystand", zijn
te zeer bezet, dan dat zij zelf bijzondere
aandacht aan de vloot wijden kunnen. De
vereeniging beeft nu den Minister van Marine
gevraagd, haar eenzelfde subsidie te willen
toestaao als aan de christelijke otficieren-
vereenigiug is verleend, waarna ook zy een
marine-dominé zal aanstellen. Dit subsidie
is voorloopig geweigerd.
Mjjne zegslieden herinnerden aan den lyd,
toen de neutrale preeken van Dyserinck en
ds. Van Balsem aan boord gehouden werden.
Nooit verzette zich iemand hiertegen en van
gemoedsbezwaren werd nimmer vernomen.
Men meende, dat dezo eenorzjjds door de
actie der sociaal-democraten en anderzijds
door de kerkelyke vlootpolitiek naar voren
zyn gebracht.
De stemming der zee-officieren, die ver
stoord en bijna ontmoedigd bleken door de
moeilijkheden die telkens, dan van deze dan
van gene zyde de vloot in den weg gelegd
worden, was bepaald .down". Al Ijjkt my
do herhaalde en in vollen ernst uitgesproken
veronderstelling van een hunner .dat de
vloot bezig is hard naar den bliksem te
gaan", niet van grove overdrijving vrjj zoo
lang er nog mannen zyn, die het landsbelang
stellen boven de openbare glorie van een
bepaalde kerkelyke gezindte. Ik mag voorts
niet verzwygen, dat alle officieren, die ik
sprak het gebeurde schadelijk vonden voor
den goeden geest en ook voor de ambitie iu
het dienen by Hr. Ms. Marine. En twee
marine-offloioren vroegen mij onafhanke
lijk van elkaar of ik het niet gek vond,
dat wy, naar aanleiding van een ontslag
aanvrage door een admiraal, over den gods
dienst en den dominé zaten to praten
Ik heb toestemmend geknikt en geantwoord,
dat wij, liberalen, op het openbare terrein
niet met den godsdienst uit venten gaaD.
Het onderhoud met ds. Warnera.
Nadat ds. Warners, die mij zeer welwillend
te zynen huize ontving, op bovenvermelde
yze de berichten over de boekon-bistorie
had tegengesproken, heb ik hem bijzonder
heden over de quaestie gevraagd.
De ontslagaanvrage door admiraal Van
den Bosch", antwoordde hy, (is achter mij
om geschied. Ik heb zo kunnen vermooden
noch verwachten en sta gansch en al buiten
de voorbereiding tot dut ontslag".
Ds. Warner# gevoelde wel, dat bjj admiraal
Van den Bosch principieele bezwaren be
stonden niet tegen zyn persoon, maar tegen
bet instituut, maar tusschen beide is van een
conflict, in de beteekenis van dit woord, nooit
sprake geweest.
Wy hebben", aldus ds. Warners, .wel
s van gedachten gewisseld over een enkel
punt, maar geheel buiten do in de berichten
aangevoerde quaestie om
Mag ik dan weten waarover die gedachte
wisseling liep
//Dat kan ik u niet zeggen. Ik heb met
den admiraal over zekere onderwerpen wel
eens samenspreking en gedachtenwisseliug
gehad, maar altjjd met een vreedzaam einde.
Ik verwachtte ook een assimilatie van be
grippen, maar heb nooit een gevoel vau
vyandschap of onaangenaamheid gehad. Zoo
dat de ontslagaanvrage my zeer heeft verrast".
Ds. Warners vertelde my voorts door de
Cbriatelyke Officieren-Vereeniging te zyu
aangesteld, al had hy bet van deze Regoering
consequenter gevonden, indien de aanstelling
vao haar ware uitgegaan. 1 Juni maakte hij
zyu opwachting by den admiraal eu begon
het werk. Een nieuw terrein lag hier voor
den predikant. Hy moest voeling zoeken met
de menschen en heeft die in de eerste plaats
gezocht in bet hospitaal en do provoosten.
In het hospitaal houdt ds. Warners gods
dienstoefeningen en spreekt er op eenige
middagen per week met de patiënten, terwyl
hy in de provoost wekelyks met de arre
stanten praat. Enkele malen vond by gelegen
heid om aan hel graf van eon marine-man
hel woord te voeren, en voorts houdt hy
ecDs per week een bidstond met de schepe
lingen en catechisatie. En zoodra er eenig
aanknoopin'gapunt is begeeft de predikant
zich ook aan boord der schepen, daarby met
den dienst rekeninghoudende. «Ik tracht dan
wat kwyt te worden", aldus duidde ds.
Warners zyn optreden aan.
Op myn vraag hoe zyn optreden door het
marinepersoneel ontvangen wordt antwoordde
do predikant, dat hy welwillendheid on
vriendelijkheid ondervindt. Al is men niet
allen even toeBchietelyk, toch is ds. Warners
tevreden. «De Jantjes geren aich gemakke
lijk, hebben een goede inborst en een aan
geboren hartelijkheid, waarmee ze ook de
dominé wel willen ontvangen". En als staaltje
van den invloed, dien syn optreden op som
migen heeft, vertelde ds. Warners my, dat
by een bezoek aan een provoost-arrestant
de cipier eeos zeiDie zal wel gaan spotten,
dominé". Maar er werd niet gespot en later
zei de gestrafte, op zyne wyze zyn gemoeds
stemming uitdrukkende't Lykt wel of die
dominé je zenuwachtig wil maken 1"
Het spyt mij zeer", aldus ging myu zegs
man voert, «dat admiraal Van den Busch
heen gaat. Ik wenschte niets liever dun stil
en onbesproken en met zoo weinig mogelyk
gerucht myn arbeid voort te zetten. Ik be
treur het opzien door deze ontslagaanvrage
gewekt en dat daarmee myn werk in verbiir.d
gebracht wordt. Geen enkele seconde heb ik
het heengaan van admiraal Van den Bosch
gewenscht".
Beperkt n zich alleen tot hot mindere
marine-personeel vroeg ik.
Ik hoop", zei ds. Warners, >ik hoop iets
te kunnen zyn voor alles wat marine-perso
neel is. Als ik een officier ontmoet, voor
wien ik denk iets te kannen zyn en hij laat
my spreken, dan is my dat hoogst aange-
uaam. Trouwens dit is ook de bedoeling vau
de aanstelling door de Cbristelyke Officieren
Nu, dan laat ik u stil begaan, ik weet
dat ik u daarmede genoegen doe", antwoordde
Laura trouwhartig. Hoe kan ik u ooit voor
al u goedheid bedanken, mjjnheer Von Ole
feld", voegde zij er zacht by. De majoor
antwoordde niet maar weder zag zij dien
blik, welke haar het bloed naar de wangen
deed stroomen.
De baroneB werd erger, maar meestal was
zy by kennis.
Het was middernacht, het kleine lampje
verspreidde een zwak licht en de majoor zat
voor het bod by de zieke, terwyl Laura een
paar uren was gaan rosten.
Mijn beBte Von Olefeld", fluisterde de
oude dame, >ala een reddendo engel zyt gij
in ons huis gekomen, wilt gy myn arm kind
uw vriendschap niet onthouden, als ik niet
meer zyn zal
Spreek zoo niet, lieve mevronw, gy zult
wedor beter worden
.Neen, neen, ik gevoel al te goed, dat
myn dagen geteld zyn", riep zjj in tranen
uitbarstende. «Ik ben bereid heen te gaan,
maar myn kind, myn arm kind!"
Van Olefeld had haar uitgeteerde hand
gegrepen en er zich over heen buigende,
kon mou hem aanzien, dat hy innerlyk een
heltigen strjjd streed.
«Leg uw kind gerust in myn armen, ton
minste als zjj er mede tevreden is".
Plotseling opziende, zag hy Laura in de
deur staan; da angst had haar weder naar
de ziekenkamer gedreven en zjj hoorde wat
de majoor zeide. Als versteend bleef zjj met
den deurknop nog in de hand staan Zjj ont
moette een smeekenden blik van hare moeder.
Diepe stilte heerschte in de kamer en de
zware ademhaling dei zieke was het eenige
geluid, dat door de ruimte weerklonk.
Hebt gjj gehoord, kind, wat do heer Von
Olefeld mij heeft gezegd?" vroeg de zieke
met zwakke stem.
Laura knikte van ja en boog het hoofd
diep op de borst.
No, wat is je antwoord?"
Laura hoorde een smeekenden klank in deze
vraag, maar zy zweeg en zag den majoor aan.
Deze stond op en nam haar beide hauden
in de zyne.
«Laura", begon hij, het is mjj onmogelijk
u een frisch, jeugdig hart aan te bieden, het
nocdlot deed mjj menige zware beproeving
ondergaan, maar van het oogenblik dat ik
n ontmoette, ving de genezing aan, en nu is
myn hart geheel vervuld van mjjne liefde
voor u. Wordt mjjne vrouw en leg met volle
vertrouwen uw lot in mjjne handen, ik bea
overtuigd, je veilig door het leven te zullen
geleiden".
Langzaam had hy haar al sprekende naar
zich toe getrokken en zyn arm om haar heen
geslagen.
Kon zjj een beter lot tegemoet gaan Be
stond er een braver, edeler menach Een
trouwer hart? En was het niet de laatste
wensch harer stervende moeder, welken zij
vervulde?
Zjj knielden voor het bed dor zieke, die
zegenend haar handen op hun hoofden legde.
«God moge uw goodheid en «delmoedig
heid vergelden", fluisterde de stervende.
Op eens beving Laura een onaangename
gewaarwording.
Zou het misschien meer medeljjden zyn, dat
hem bewogen had haar hand te vragen? Maar
neenneen neenHad zjj niet sedert lang
ontdekt, hoe het in bet hart van dezen man
weder lente waa geworden?
(Wordt vervolgd).