KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor HelderTexel, Wlerlngen en Anna Paulewna. f s"ö"iuxjEia?o2sr Plicht en Liefde. No 3936 Zaterdag 29 October 1910. 38ste Jaargang. 't Vliegend Blaadje p. 3 m.50ct., fr. p. post 75 ct., buitenland 11.25 1're- Zondagsblad 37* 45 0.75 iiiiën Modeblad i i i 55 t i i 65 i fO.flO (Voor het buitenland bij vooruitbetaling.) Advertentiën van 1 tot 5 regels Klke regel meer Bewjjs-exemplaar Vignetten en groote letters worden i r plaatsruimte berekend. Intero.- Telefoon BO. Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag. Uitgever C. DE BOER Jr. (v./h. BERKHOUT t Co.), Helder. Bureaus i Spoorstraat en Koningstraat. Eerste Blad. UIT HET BUITENLAND. De Fransche Kamer kwam Dinsdag bjjeen. Rumoerig was 't er, maar Briand, of liever de regoering, bleef don storm meester. Bjj de opening dor zitting werd de prefect dor politie, die binnentrad begroet door de uiterste linkerzjjde met den kreet »er uit". Er ontstond een onbeschrjjfljjk tumult, de president zette den hoed op ten teeken dat de zitting geschorst was. Toen de gemoederen wat bedaard waren, werd de vergadering her opend en drong minister-president Briand aan op de onmiddellijke behandeling der interpel laties, waartoe besloten werd. De eerste aanval geschiedde door den afgevaardigde Colly, die de regeering verweet de staking te hebben gestuit door arrestaties. Voorts verweet hij Briand, dat hjj eerst de publieke opinie gepolst had of hy wel soldaten mocht gebruiken en dat hy militairen aan het werk had gezet voor industrieele maatschappijen. Minister Briand verklaarde dat de staking geen vakbeweging was geweest, dat men te doen had met een complot tot verspreiding van dood en verderf in het land, wanrvan do arbeiders slechts de werktuigen waren, 't Rumoer was nu en dan geweldig. Maar Briand ging voort, dat de regeering, toen zjj het bewjjs in handen had, dat zij stond voor een anarchistische en oproerige beweging, maatregelen moest nemen voor de nationale veiligheid. De minister verklaarde in handen te hebben de materieele en schriftelijke be- wyzen, geteekend door organisatoren der be weging en bekentenissen, omtrent daden van sabotage door spoorwegbeambten bedreven. Tydens de staking der postbeambten was een circulaire verspreid, die nauwkeurig aanwij zingen bevatte, omtrent sabotage (moedwillige I vernieling) der telegraaflijnen. De organisa- toren van deze staking hebben een dergelyke i circulaire verzonden. En toen de socialisten j riepen «wie zei de minister dat zij dit spoedig zullen ondervinden, misschien eerder dan hun lief is. /«In de gegeven omstandigheden" zeide hy, .zou iedere regeering 't zelfde hebben gedaan, als wy". Do vryheden der spoorwegbeambten zullen niet geschaad worden door deze staking. De regeering bestudeert maatregelen om het land voor den vervolge te behoede, tegen dergelijke aanvallen; de Kamer zal evenwel moeten verklaren, dat zy dezen arbeid aan de re geering wil toevertrouwen. De regeering blykt eensgezind te zyn ge weest. Het gerucht loopt echter dat Viviani zyn ontslag zal indienen, waartoe hy vóór d« staking reeds het plan had. Dat wordt echter eerst Zaterdag uitgemaakt. Donderdag voortzetting van het debat. Daaromtrent misschien nog iets op eene an dere plaats in dit blad. De Keizer en de Keizerin van Duitschland kwamen Dinsdag in Brussel aan en werden aan den trein door hot Belgische Koningspaar op hartelyke wijze begroet. Reuter seint dat de ontvangst van de zydo der bevolking hartoljjk was. Alleen was er een ongewoon groote troepenmacht. Kinderen der Brusselsche scholen zongen het keizerlijk paar het welkom toe. Duizende Duitschers waren uit Antwerpen, Verviers en Duitschland zelf gekomen om hun Keizer te begroeten. Er waren zeer uitgebreide politiemaatre gelen genomen. Dat heeft den Brusselaars niet erg aangestaan. Ze zyn dat niet gewoon, ze houden er niet van Ze moesten zich vergenoegen met den Keizer en zijn vorstelyken gastheer te zien voorby rjjdeu in vrij snellen gang, terwijl de weg afgezet was door ruitery. Aan het Duitsche stelsel zyn ze heelemaal niet gewoon, de Brusselaars, en naar oogge tuigen schyveu, was de ontvangst niet zoo hartelyk als ze dat had kunnen zijn want de Brusselaar is er trotsch op, dat men zyn schoone stad bezoekt. Maar 't moet een beetje joviaal, ongedwongen gaan. Men is in Brussel niet gewoon de vorstelyke personen •beschermd" te zien. Koning Leopold ging er meestel alleen op uit, koning Albert houdt ook niet van een rwacht" en de Koningin bezoekt alleen of hoogstens door eene hofdame vergezeld, hier en daar een stichting of inrichting. Was men bang voor betoogingen? Mogelyk wel; de socialisten hadden 's avonds te voren nog een meeting belegd waarschynlyk dat van Duitsche zyde op uitgebreide voorzorgsmaatregelen was aangedrongen. Men kent daar de Belgen niet, ze maken nog al lawaai maar ze zyn zoo kwaad niet. Koning Albert hield by het galadiner een hartelyke welkomstspeech in het Fransch cn drukte zyn hooge ingenomenheid en die van het Belgische volk nit, voor de groote eer België aangedaan. Hy zeide zich zeer te verheugen, over de vriendschappelijke be langstelling van den Keizer, van het machtige en groote Duitschland. Keizer Wilhelm antwoordde in 't Duitsch en bracht dank voor do schitterende ont vangst, die gevoelens van dankbaarheid by hem opwekte en wyl hy die ontvangst be schouwde als een waarborg voor het voort bestaan van den nauwen band «niet alleen tusschen onze families maar ook tusscben onze volken". De keizer sprak zyn bewon dering uit voor de onvermoeide werkzaam heid van België op 't gebied van handel en nyverheid. Een bezoek werd gebracht aan de St. Gudule. Frankryk zou Frankryk niet zyn als het niet met een schuin oog op deze boleefd- heidsuitingen neerzag. De Matin" b.v. wjjst op de langzame, maar zekere germaniseering van België, 't Blykt b.v. uit dezen zinHet keizerbezoek is do bekroning van de ont eigening ten bate van Duitschland van Bel- gie's toekomst op economisch gebied." Een beetje najjver is by deze beschou wingen natuurlyk in 't spel. De Grieksche Nationale vergadering is ontbonden. Toen het bleek dat Venezilos niet het vertrouwen had van de meerderheid der Nationale vergadering, bood hij den koning zijn ontslag aan. Deze wilde dat j echter niet aanvaa^-don en ontbond de Nationale j vergadering. Wat nu Ja, dat is niet ge- makkelyk te zeggen. De toestand wordt er niet klaarder door. NIEUWSBERICHTEN. HELDER, 28 October. W. A. Arriëns t Na een langdurige ongesteldheid is Dinsdag te Velp,by Arnhem, in denouderdom van 70jaar, overleden de hoer W. A. Arriëns, gepensioneerd schout-by-nacht tit. De overledeuo was ridder iu de orde van don Ned. Leeuw en de Militaire Willemsorde. Het vermiste meisje. In aanvulling van het bericht in ons vorig nummer nog het volgende Maandagavond zag een schipper in don Rjjn naby spoorwegbrug by Rosande een lykje, dat achter een krib vastzat. Door de politie uit Oosterbcek en die uit Arnhem werd terstond een onderzoek inge steld, doch ten gevolge van de duisternis was het niet mogelyk om het lykje te bereiken. Dinsdagmorgen heeft de politie uit Oosterbcek opnieuw een onderzoek ingesteld. Te half acht ongeveer werd het lykje opgehauld, dat achter de tweede krib aan den rechteroever bij de spoorbrug vastzat. Hoewel men nog geen zekerhoid heeft, be staat vermoeden, dat men te doou heeft met het stoffelijk overschot van de dezen zomer zoo geheimzinnig verdwenen 18-jarige Theodora Kraak uit Oosterbcek. Het lykje was byna geheel naakt en ver keerde in verregaanden staat van ontbinding. Het geslacht kon niet meer worden vastgesteld. Behalve de schoenen en een gedeelte van de kousen was geen spoor van kleediug meer aanwezig. In den middag hebben do ouders van Theo dora Kraak de schoenen en kousen vun het lijk herkend als die van hun dochtertje. Diefstal. Rechtbank te Amsterdam. Do (1de kamer heeft Dinsdag veroordeeld tot 1* jaar gevangenisstraf, overeenkomstig den eisoh van het O. M., den 20-jarigen kollner, recidivist, die in den nacht van 10 Juni jl. aan een bezoeker van een verdacht huis aan den O.Z. Voorbnrgwal een porte feuille, inhoudende f 2210 aan bankbiljetten had ontstolen. Hem was bij dagvaarding ten- laste gelegd diefstal of heling van dat gold. De man is de baas! Voor de 5e kamer der Rechtbank te Amster dam diende Woensdag een huisvredebreuk zaakje, waarbjj de jufironw, by wie de huis vredebreuk gepleegd zou zyn, zich civiele party stelde en van ieder der beide beklaagden f 1" schadeloosstelling eischte, op grond dat zy door den last, dien beklaagden haar ver- 4) ,Je hebt gelyk, kind, op myn leeftyd mag men niet meer jjdel lijn". Welk een drukte voor het koninklyk pa leis! de wacht trok uit, duizenden menschen hadden zich hier verzameld, in do hoop den koning aan het historische hoekvenster te zien verschijnen, en juist terwyl de beide dames voorby kwamen, vertoonde de vorst zich. Een donderend gejuich weergalmde. «/Goeden morgen, mevrouw goeden morgen, freule", klonk het opeens naast haar. Het was de heer Von Ring, die zich met de wacht naar het kastanjeboschje moest begeven Hij had slechte even den tyd de dames te begroeten en was het volgend oogenblik reeds voorby gemarcheerd. De dames wandelen nog eenigen tyd on der de Linden op en neer, en Laura hoopte in stilte, den luitenant nog eens te zien, maar haar wensch werd niet vervuld; niet temin gevoelde zy zich opgeruimd gestemd. Hé, mama, welk een heerlijke dag en zie eens hoe fraai dit park is aangelegd". •Ja kind, maar ik word nu moe, dus zul len wy naar huis gaan, ik ben benienwd, of de majoor van avond zal komen, wy moeten dan zorgen iets by de thee te hebben". ,Nu, mama, dat kan ook best, ik heb van do week goede zaken gemaakt, dus van daag mogen wy ons wel een extraatje veroorloven". i De majoor kwam en liet zich overhalen te blyven theedrinken. Had hij zich de eersto maal meer met de vrouw des huizes bemoeid, i nu had het omgekeerde plaats. Hy nam leven- dig deel aan alles wat den arbeid der beide vrouwen betrof, ea beloofde haar, een ge deelto barer spaarpenningen in de spaarbank to beleggen; daarna vertelde hy ze een en ander uit zyn werken, en het meisje zag hom met eerbiedige oogen aan. Iemand, die zulke boeken schreef, moest toch een man van beteekenis zyn, meende zy. Hare ach ting voor hem vermeerderde en hy was dien dag ook veel opgeruimder dan de vorige maal. ,Om zoo'n wetenschappelijk werk te schrjj- ven", zeide zy, moet men zeker eerst vree- seljjke studies maken en die berekeningen, hebt gy die zelf moeten doen of hadt ge daar een ander voor, die dit alles voor u opzocht (Neen, nu heb ik daar niemand meer voor, maar voorheen, toen myn beste vrouw nog leefde, hielp zy mjj daaraan, nu moet ik dit alles zelf doen". Terwyl dit gesprek werd gevoerd, bemerkte Laura, hoe zyn gelaat telkens van uitdruk king veranderde. Sprak hy van zyu vrouw, zoo stond zyn gelaat diep treurig, maar daarna verhelderde het weder en als hy haar met zyn donkere oogeu aanzag, ver scheen een teedere uitdrukking op zyn ge laat, welke Laura verlegen maakte. Toen Laura de kamer uitging om de thee gereed te maken, verviel Von Olefeld in een afgetrokken stilzwjjgen, waaruit hy opschrik te, toen mevrouw Von Rodenwald het woord tot hem richtte. Is Laura niet ongeveer negentien jaar oud vroeg hy op eene. •Juist geworden". oorzaakten, in haar bedrjjf uls diamantbewerk ster schade heeft geleden. In den loop van het geding werd aan den man van de getuige, die zich civiele partij stelde, gevraagd, of bij het eens was met de civiele vordering. Neen"', antwoordde het hoofd van het ge zin, die met zijn vrouw in gemeenschap van goederen gehuwd was. En weg was de oiviele vordering. Een oplichtster. De Arnherasche Rechtbank behandelde Dinsdag de zaak van een 20-jarige dienstbode die, zich uitgevende voor //freule Van Schaik", tal van oplichtingen pleegde. Zy logeerde in een eerste-rangs hotel onder dien naam, voorgevende examen te moeten doen voor de hoofdakte L. O.; verschillende akten voor talen had zy al, heette het, maar een betrek- ki-g behoefde ze niet, want haar ouders waren welgesteld. Een rijwielhandelaar lichtte zy op voor een fiots, een manufactuurwinkolier voor eeni- ge rokken die op den naam van haar meesteres op zicht liet komen. In het hotel logeerde zy, toen er een klacht tegen haar was ingediend en haar vader haar niet moer in huis wilde hebben. Het O. M. eischte vjjf maanden gevangenis straf met aftrek der preventieve hechtenis. Faillissement. De rechtbank te Assen heeft Dinsdag de nalatenschap van wijlen den heer G. S., in leven notaris te Dwingeloo, in staat van faillissoment verklaard. Voor eenige weken kwam de heer S. waarschynlyk door gasver giftiging, to Hilversum om het leven. Reeds geruimen tyd hadden er in de omgevirig ge ruchten geloopen, dat het met het notariaa niet in orde was. Opgezegde deposito's en opeischbare kooppenningen werden in den laatsten tyd niet meer uitbetaald. De familie aanvaardde de nalatenschap, onder beding van boedelbeschrijving. Op de daartoe strek kende aanvraag van een schuldeischer uil Waperveeu, die eene vordering van f5000 had, vroeg mr. Doornbos te Meppel thans het faillissement aan, onder de mededeeling dat er aan deposito's voor de som van f 150,000 opvorderbaar is. Evenals by de meeste platte- landsnotarissen, nam het kasaierschap by den overleden notaris een groote plaats in. Tal en tal van eenvoudige landbouwers zijn met hunne spaarpenningen van vele jaren in dit faillissement betrokken. 'n Lief huishouden. Zondag is, zoouls wy reeds gemeld hebben, de landbouwer J. M., uit Rysbergeu, gearre steerd, daar hy beschuldigd werd een moord aanslag op twee zyner zoons gepleegd UT hebben. Achteraf is echter, volgens de //Br. C.", gebleken, dat het voorval sterk over dreven is; de man had alleen in een driftige bui twee schoten iu de lucht gelost, met niet de minste bedoeling zyn zoons to treffen. De zoons, die daarop zelf hnn vader wegens poging tot moord hebben aangeklaagd, moeten geweldige belhamels zyn. De ontslag-aanvraag wan vice-adm. Van den Bosch. De #N. Ct." verneemt, dat het jongste meeningsverschil tusschen den vico-admiraal en den vloot predikant moet zijn ontstaan over de lectuur in het provoosthuis verstrekt, waarvoor eon speciale regeling schynt te bestaan; niet dus over het z.g. Boekenfonds voor de marine in 't algemeen. Deze geschiedenis moet echter, zoo zegt de -N. Ct." verder, de druppol geweest zyn, die voor den admiraal den emmer heefl doen overloopen. Reeds moeten tevoren strubbe lingen zijn voorgekomen, wuurbjj de minister den predikant tegenover den admiraal in het gelyk gesteld heeft. Aan de tZutphensche Ct." wordt meege deeld, dat tot de ontslag-aanvrage nog een andere oorzaak moet hebben meegewerkt. Een paar maanden geleden hebben eenige zeeofficieren in Den Helder op straat oneenig- heid gekregen met enkele middernachtzende- lingen. Die middernachtzendelingen stonden onder aanvoering van ds. C. van der Voort van Zijp, lid der Tweede Kamer. Deze heeft toen, in 't volle bewustzjjn van zyn macht als zoodanig, een klacht ingediend bij den minister van marine, speciaal tegen een zee officier thans op non-activiteit. Het gevolg van die aanklacht is geweest, dat door den ,Hm, hm, nog byzonder jong, maar door t de omstandigheden meer ervaren dan menig j meisje van twintig". Plotseling stond hy op en begon gejaagd over allerlei dingen te praten, en de barones j vond dat hy sprak, als hy over andere din- 1 gen dacht; daarna werd hy weder stil en j afgetrokken en bladerde in een boek, ter- wyl alles wat hy zeide, iets scherps had, als ware hij mot zich zelf en de gcbeele j wereld ontevreden. Toen Laura terugkwam, wijdde hij al zijn aandacht aan hare moeder j en deed hy of zij in 't geheel niet tegen- j woordig was, ma&r zoodra hy zich onopge merkt meende, beschouwde h^j haar met de j grootste belangstelling. ,Een prettige avond", zeide mevrouw Von Rodenwald tot Laura, toen zy zich ter ruste j begaven, >die Olefeld is zoo'n achtenswaar- dig mensoh". Zeker, moeder, en hij schynt in zjjn hu we- j lyk byzonder gelukkig te zyn geweest". j fJa, en nu treurt by bitter over bet ledige in huis en hart Laura deed het licht uit, wouschte hare moeder goeden nacht, maar zy kon dien avond niet in slaap komen, en steeds zag zy iu hare verbeelding de half weemoedige, half teedere oogen van den majoor op zich rusten. De lieer Von Olefeld kwam nu dikwyls on ontmoette dc dames vaak op de wande ling. Hij boezemde Laura voel belangstelling in en al meer en meer begon zij hem te achten. Hoe goed waa hy en hoe hechtte hjj zich aan hen, wie hy eenmaal genegenheid toedroeg. Rustig en kalm verliep de tyd en weder kwam eene uitnood!ging voor een officiersbal, ditmaal door den heer Von Ring gezonden. Laura was verheugd, dat hij haar dus niet minister een commissie van onderzoek werd benoemd, die, na verhoor, haar dossier ter beschikking van den krygsraad heelt gesteld. De krygsraad verklaarde zich evenwel onbe voegd. En nu moet de verstoordheid van den minister over het in 't zand loopen van de hecle quaestie zich geuit hebben in een schrijven aan vice-admiraal Van den Bosch, wat dan mede de aauleiding moet geweest zyn tot deze ontslag-aanvrage. De verslaggever van het //Handelsblad* is alhier dezer dagen op onderzoek uit ge weest en schreef het volgende aan zyn blad In een onderhoud, dat ik Maandag 1.1. met ds. 0. J. Warners, den vlootpredikant had, guf deze my ten aanzien van de aan «Het Volk" en .De Avondpost" ontleende berich ten, nopens de reden tot ontslagaanvrage door vice-udmiraal Van den Bosch, de vol gende verklaring: - Ik verklaar, dat geheel onwaar is, dat ik aanmerking gemaakt heb op het lezen van een der boeken van het boekenfonds door de matrozen. Nimmer heb ik my tegen over autoriteiten, met wie ik er over sprak, ongunstig uitgelaten over de lectuur, aan de matrozen verstrekt, integendeel den ernst, waarmede blykbaar een keuzo gedaan was, geroemd. Vanzelf is daardoor ook een on waarheid, dat, >het eon werk van Thórèse Hoven" was, dat ik ongeschikt vond voor het zieleheil dor Nederlandsche Jantjes. Het is me in myn hoofd niet opgekomen een werk van die schryfster af te keuren. Verder, dat geheel onwaar is, dat <k met het bezwaar over een boek, dat ik niet had, by den admiraal gekomon ben, en dat dus ook, hoe kan het anders, geheel onwaar is, dat ik mij met mjjne niet be staande bezwaren over eec boek tot den minister gewend heb." Tot zoover ds. Warners. Antwoord gevende op de vraag wat dan wel de reden mag geweest zyn, dat vice- admiraal Van don Bosch gemeend heeft zyn ontslag te moeten vragen schynt my het volgende het meest juiste: De admiraal kan zich niet vereenigen met de richting, welke de regoering ïn deze door den minister van marine vertegenwoordigd uit wil op godsdienstig gebied by de marine. Deze rich ting, die het sterkst door de aanstelling van een marine-dominé gedemonstreerd werd, vindt de admiraal niet in bet belang van de viool. De admiraal vindt die richting be paald nadeolig voor een goeden geest onder het marinepersoneel. Ik geef deze mededee ling als conclusie, welke ik trek uit gesprek* keu met marine-officieren, zonder te kunnen zeggen, dat ze juist is. Den admiraal Van den Bosch kon ik niet spreken. Hy was met mevrouw naar de Residentie afgereisd, teneinde eon hnis te huren, zijnde van plan na ontslag zich met terwoon in Den Haag te vestigen. Waarschijnlijk zal in het parlement wel het noodige licht ontstoken worden, want zekere informaties wijzen er op, dat de rogeering geïnterpelleerd zal worden. Onderhoud met m a r i nc-of ficieren. Na het onderhoud met ds. Warners, waarop ik straks terug kom, heb ik eeD langdurig güBprok met een aantal officieren van onze marine gevoerd. Mij bleek de beteekenis van hetgeen gebeurd is, nl. dat dank zy de zege ningen van het kerkelijk bewind, de kerkelyke politiek op de vloot haar intrede heeft ge- Het lijdt na alles wat ik hoorde geen twjjfel, of de aanstelling van den marine predikant en diens bemoeiingen, door de Regeering gesanctionneerd, zijn de oorzaak geweest, dat vice-admiraal Van den Bosch zyn ontslag aangevraagd heeft. Niet een boekenquaestie bracht admiraal Van den Bosch tot zyn besluit, maar de kerkelyke politiek der regeering, die haar bemoeiingen uitstrekte tot een terrein, waarop de vlootvoogd Van den Bosch eon «hands off 1" moest laten hooren. De kerkelyke poli tiek, die zich demonstreerde op een wyze, dat een zoo gezaghebbend man als Van den Bosch gevaar zag voor den goeden geest onder het marine-personeel, kortom het be lang der vloot geschaad vond. De volledige en juiste toedracht der zaak zal aan de Volksvertegenwoordiging zeker niet unthouden worden. Onder dit voorbe houd meen ik dan nog het volgende te kun nen schrjjven. Ds. Warners, daartoe door do hiervoor had vergeten. Mevr. Rodenwald durfde de uitnoodigiug niet terstond aannemen, daar zy zich eeuigszins ongesteld gevoelde. Ik hoop dat ik beter zal worden, kind, want ik zou je zoo gaarne dit pretje gunnen". Wees daarover niet bezorgd, mama, als gy niet geheel beter zjjt, gaan wy in geen geval". Maar op den dag van het bal moest me vrouw Rodenwald het bed houden en de majoor vond Laura zeer ungstig over hare moeder; hy ging terstond den dokter van het regiment halen, ook nog een oud vriend van Laura's vader. De dokter kwam en constateerde dat de barones typhus had en dat de afloop niet te voorzien was. Nu brak een vreeselijke tijd aan voor de arme Laura; zy verpleegde bare moeder met de meest zorgvolle opoffe ring en de majoor stond haar daarbij getrouw ter zjjde. By dit aanhoudend samenzjjii had Von Olefeld gelegenheid een dieper blik te in het beminnelyk karakter van bet n terwyl Laura van hare zyde den majoor al meer en meer leerde kennen. Steeds vond zy hem tot elke opoffering bereid. Maar, Laura, gy weet toch, dat ware vrioodsohap even zoo gaarne goeft als ont vangt Zy zweeg, maar zag hem vriendelyk aan. Gij moogt uw spaarpenningen niet ge bruiken en ge moet my veroorloven de on kosten van uw moeders ziekte te helpen dragen". »Of neen, neen Zeker, gy zondt mij beleedigen door mijne hulp te weigeren. Ik geel immers slechts terug, hetgeen ik en de mijnen vroeger vingen". gesubsideerde Christelijke Officieren-Vereeni- ging aangewezen, trad 1 Juni jl. officieel op, nadat hy by den vice-admiraal, directeur en commandant der Marine zyn opwachting had gemaakt. Van dit optreden is de comman danten door den admiraal ollicieel per circu laire mededeeling gedaaD, waarby tegelyker- tjjd verzocht werd den vloot-predikant de noodige medewerking te willen verleenon. Hem word dan ook de meest mogelykc vrij heid gelaten aan boord van de oorlogsschepen te komen. Voorts bezocht hy de patiënten in het hospitaal en de arrestanten in de provoost, hield preekbeurten, catechisatie en besprekingen met het marine-personeel. Of er nn een bepaald geval is, dat de maat heeft doen overloopen is mij niet bekend en zal allicht nader bljjken. Maar als zeker mag, nit wat ik vernam, worden opgemaakt, dat de bemoeienissen van den marine-dominé en dient gezag, den admiraal te ver reikten. Over zekere onderwerpen is wel eens tns- schen den admiraal en den prediker -van gedachten gewisseld'Conflict in den zin van dit woord is er, volgens ds. Warners, nooit geweest, maar admiraal Van den Bosch moet zich met zyn bezwaren tegen het insti tuut van den marine-dominé lot den minister van marine hebben gewend. En het stand punt door Z. Excellentie tegenover die be zwaren ingenomen, moot admiraal Van den Bosch zyn ontslagbesluit hebben doen nemen. Resumeer ik nu de meening door ver schillende marine-officieren eenstemmig tegen over my uitgesproken onder verzekering dat Ie Nieuwediep byna alle marine-officieren er zoo over denken, dan meen ik deze aldus te moeten weergeven: In de eerste plaats hebben velen zeer grooten en oprecht gemeenden spijt, dat ad miraal Van den Bosch heen gaat. Hy was een streng militair, maar een kranige en rechtvaardige chef, bovendien door zyn goede en tactvolle wyze van optreden een uit- le vlootvoogd. daarnaast vindt zyn daad tot het jen van ontslag algemcene appreciatie. Mot dc actieve officieren beluigen vele oud- officieren der marine hun instemming ïaet de houding van vice-admiraal Van den Bosch. Men vindt, dat de Regeering een verkeerde richting uitgaut en vreest van dit door haar «kerkoljjko vloot-politiok" veroorzaakte inci dent een noodlottigeu invloed op het marine personeel. Reeds thans redeneert men dat een goede admiraal wjjkcn moest voor een domioé, dat het gezag van den laatste gesteld werd boven dat van admiraal Van den Bosch. Ik moet hier echter dadelyk by voegen dat de onmiddellyke rede van het ontslag nemen niemand bekend ia en dat do correspondentie tusschen minister en departement en dus het standpunt van het departemoot ook niet gekend wordt. De vloot kende tot nu toe geen godsdienst twisten. Naar velen meenen zullen de gods dienst-twisten thans ook komen, indien de Minister van Marine zyn kerkelyke vloot- politiek voortzet. Voorboden hiervau bestaan reeds. Te Den Helder is opgericht de ver- ecniging «Geesteljjke Bijstand", oen vereeni- ging op vryzinnig-godsdienstigon grondslag. Deze vereeniging wensebt nu, tegenover den rcchtzinnigon ds. Warners, een vrijzinuigen predikant aan te stellen, oveneens om de geestelijke belangen vun de Jantjes te be hartigen. De twee vrjjzionige Heldersche predikanten ds. Poort en ds. Onnekcs, mede oprichters van iiGeestelyke Bystand", zijn te zeer bezet, dan dat zij zelf bijzondere aandacht aan de vloot wijden kunnen. De vereeniging beeft nu den Minister van Marine gevraagd, haar eenzelfde subsidie te willen toestaao als aan de christelijke otficieren- vereenigiug is verleend, waarna ook zy een marine-dominé zal aanstellen. Dit subsidie is voorloopig geweigerd. Mjjne zegslieden herinnerden aan den lyd, toen de neutrale preeken van Dyserinck en ds. Van Balsem aan boord gehouden werden. Nooit verzette zich iemand hiertegen en van gemoedsbezwaren werd nimmer vernomen. Men meende, dat dezo eenorzjjds door de actie der sociaal-democraten en anderzijds door de kerkelyke vlootpolitiek naar voren zyn gebracht. De stemming der zee-officieren, die ver stoord en bijna ontmoedigd bleken door de moeilijkheden die telkens, dan van deze dan van gene zyde de vloot in den weg gelegd worden, was bepaald .down". Al Ijjkt my do herhaalde en in vollen ernst uitgesproken veronderstelling van een hunner .dat de vloot bezig is hard naar den bliksem te gaan", niet van grove overdrijving vrjj zoo lang er nog mannen zyn, die het landsbelang stellen boven de openbare glorie van een bepaalde kerkelyke gezindte. Ik mag voorts niet verzwygen, dat alle officieren, die ik sprak het gebeurde schadelijk vonden voor den goeden geest en ook voor de ambitie iu het dienen by Hr. Ms. Marine. En twee marine-offloioren vroegen mij onafhanke lijk van elkaar of ik het niet gek vond, dat wy, naar aanleiding van een ontslag aanvrage door een admiraal, over den gods dienst en den dominé zaten to praten Ik heb toestemmend geknikt en geantwoord, dat wij, liberalen, op het openbare terrein niet met den godsdienst uit venten gaaD. Het onderhoud met ds. Warnera. Nadat ds. Warners, die mij zeer welwillend te zynen huize ontving, op bovenvermelde yze de berichten over de boekon-bistorie had tegengesproken, heb ik hem bijzonder heden over de quaestie gevraagd. De ontslagaanvrage door admiraal Van den Bosch", antwoordde hy, (is achter mij om geschied. Ik heb zo kunnen vermooden noch verwachten en sta gansch en al buiten de voorbereiding tot dut ontslag". Ds. Warner# gevoelde wel, dat bjj admiraal Van den Bosch principieele bezwaren be stonden niet tegen zyn persoon, maar tegen bet instituut, maar tusschen beide is van een conflict, in de beteekenis van dit woord, nooit sprake geweest. Wy hebben", aldus ds. Warners, .wel s van gedachten gewisseld over een enkel punt, maar geheel buiten do in de berichten aangevoerde quaestie om Mag ik dan weten waarover die gedachte wisseling liep //Dat kan ik u niet zeggen. Ik heb met den admiraal over zekere onderwerpen wel eens samenspreking en gedachtenwisseliug gehad, maar altjjd met een vreedzaam einde. Ik verwachtte ook een assimilatie van be grippen, maar heb nooit een gevoel vau vyandschap of onaangenaamheid gehad. Zoo dat de ontslagaanvrage my zeer heeft verrast". Ds. Warners vertelde my voorts door de Cbriatelyke Officieren-Vereeniging te zyu aangesteld, al had hy bet van deze Regoering consequenter gevonden, indien de aanstelling vao haar ware uitgegaan. 1 Juni maakte hij zyu opwachting by den admiraal eu begon het werk. Een nieuw terrein lag hier voor den predikant. Hy moest voeling zoeken met de menschen en heeft die in de eerste plaats gezocht in bet hospitaal en do provoosten. In het hospitaal houdt ds. Warners gods dienstoefeningen en spreekt er op eenige middagen per week met de patiënten, terwyl hy in de provoost wekelyks met de arre stanten praat. Enkele malen vond by gelegen heid om aan hel graf van eon marine-man hel woord te voeren, en voorts houdt hy ecDs per week een bidstond met de schepe lingen en catechisatie. En zoodra er eenig aanknoopin'gapunt is begeeft de predikant zich ook aan boord der schepen, daarby met den dienst rekeninghoudende. «Ik tracht dan wat kwyt te worden", aldus duidde ds. Warners zyn optreden aan. Op myn vraag hoe zyn optreden door het marinepersoneel ontvangen wordt antwoordde do predikant, dat hy welwillendheid on vriendelijkheid ondervindt. Al is men niet allen even toeBchietelyk, toch is ds. Warners tevreden. «De Jantjes geren aich gemakke lijk, hebben een goede inborst en een aan geboren hartelijkheid, waarmee ze ook de dominé wel willen ontvangen". En als staaltje van den invloed, dien syn optreden op som migen heeft, vertelde ds. Warners my, dat by een bezoek aan een provoost-arrestant de cipier eeos zeiDie zal wel gaan spotten, dominé". Maar er werd niet gespot en later zei de gestrafte, op zyne wyze zyn gemoeds stemming uitdrukkende't Lykt wel of die dominé je zenuwachtig wil maken 1" Het spyt mij zeer", aldus ging myu zegs man voert, «dat admiraal Van den Busch heen gaat. Ik wenschte niets liever dun stil en onbesproken en met zoo weinig mogelyk gerucht myn arbeid voort te zetten. Ik be treur het opzien door deze ontslagaanvrage gewekt en dat daarmee myn werk in verbiir.d gebracht wordt. Geen enkele seconde heb ik het heengaan van admiraal Van den Bosch gewenscht". Beperkt n zich alleen tot hot mindere marine-personeel vroeg ik. Ik hoop", zei ds. Warners, >ik hoop iets te kunnen zyn voor alles wat marine-perso neel is. Als ik een officier ontmoet, voor wien ik denk iets te kannen zyn en hij laat my spreken, dan is my dat hoogst aange- uaam. Trouwens dit is ook de bedoeling vau de aanstelling door de Cbristelyke Officieren Nu, dan laat ik u stil begaan, ik weet dat ik u daarmede genoegen doe", antwoordde Laura trouwhartig. Hoe kan ik u ooit voor al u goedheid bedanken, mjjnheer Von Ole feld", voegde zij er zacht by. De majoor antwoordde niet maar weder zag zij dien blik, welke haar het bloed naar de wangen deed stroomen. De baroneB werd erger, maar meestal was zy by kennis. Het was middernacht, het kleine lampje verspreidde een zwak licht en de majoor zat voor het bod by de zieke, terwyl Laura een paar uren was gaan rosten. Mijn beBte Von Olefeld", fluisterde de oude dame, >ala een reddendo engel zyt gij in ons huis gekomen, wilt gy myn arm kind uw vriendschap niet onthouden, als ik niet meer zyn zal Spreek zoo niet, lieve mevronw, gy zult wedor beter worden .Neen, neen, ik gevoel al te goed, dat myn dagen geteld zyn", riep zjj in tranen uitbarstende. «Ik ben bereid heen te gaan, maar myn kind, myn arm kind!" Van Olefeld had haar uitgeteerde hand gegrepen en er zich over heen buigende, kon mou hem aanzien, dat hy innerlyk een heltigen strjjd streed. «Leg uw kind gerust in myn armen, ton minste als zjj er mede tevreden is". Plotseling opziende, zag hy Laura in de deur staan; da angst had haar weder naar de ziekenkamer gedreven en zjj hoorde wat de majoor zeide. Als versteend bleef zjj met den deurknop nog in de hand staan Zjj ont moette een smeekenden blik van hare moeder. Diepe stilte heerschte in de kamer en de zware ademhaling dei zieke was het eenige geluid, dat door de ruimte weerklonk. Hebt gjj gehoord, kind, wat do heer Von Olefeld mij heeft gezegd?" vroeg de zieke met zwakke stem. Laura knikte van ja en boog het hoofd diep op de borst. No, wat is je antwoord?" Laura hoorde een smeekenden klank in deze vraag, maar zy zweeg en zag den majoor aan. Deze stond op en nam haar beide hauden in de zyne. «Laura", begon hij, het is mjj onmogelijk u een frisch, jeugdig hart aan te bieden, het nocdlot deed mjj menige zware beproeving ondergaan, maar van het oogenblik dat ik n ontmoette, ving de genezing aan, en nu is myn hart geheel vervuld van mjjne liefde voor u. Wordt mjjne vrouw en leg met volle vertrouwen uw lot in mjjne handen, ik bea overtuigd, je veilig door het leven te zullen geleiden". Langzaam had hy haar al sprekende naar zich toe getrokken en zyn arm om haar heen geslagen. Kon zjj een beter lot tegemoet gaan Be stond er een braver, edeler menach Een trouwer hart? En was het niet de laatste wensch harer stervende moeder, welken zij vervulde? Zjj knielden voor het bed dor zieke, die zegenend haar handen op hun hoofden legde. «God moge uw goodheid en «delmoedig heid vergelden", fluisterde de stervende. Op eens beving Laura een onaangename gewaarwording. Zou het misschien meer medeljjden zyn, dat hem bewogen had haar hand te vragen? Maar neenneen neenHad zjj niet sedert lang ontdekt, hoe het in bet hart van dezen man weder lente waa geworden? (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1910 | | pagina 1