KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
Ons Zondagsblad.
voor HoldonToxol, Wioringon on Anno Paulownam
No. 3945.
Zaterdag 8 December 1910.
38ste Jaargang.
Eerste Blad.
rsiriLLBTOig".
Plicht en Liefde.
't Vliegend Blaadje p. 3 m. 50 ct, (r. p. post 75 ct., buitenland 11.25
Pre-Zondagsblad i 37J 45 f0.75
miën j Modeblad >i>55>>>>&5> f 0.90
(Voor het buitenland bij vooruitbetaling.)
Advertenti5n vaa 1 tot 5 regels 80 cent
Elke regel meer6
Bewjjs-eieraplaar
Vignetten en greote letters «orden naar plaatsruimte berekend.
Intero.-
Telefoon BO.
Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
Uitgeven C. OE BOER Jr. h. BERKHOUT 4 Co.), Helder.
Bureauxi Spoorstraat en Koningstraat.
No. 52, einde van den jaargang van
het Geïllustreerd Zondagsblad, zal op 2 Dec.
aan de geabonneerden worden gezonden.
De kwitantie, groot 371/» cent, ter
voldoening van de nummers 40-52,
zal 6 December worden aangeboden.
11 December begint de nieuwe Jaar
gang met No. 1 en bestaat nu de gelegen
heid om op dit fraaie GEILL. ZONDAGS
BLAD in te teekenen, hetwelk nog geen
3 cent per nummer kost en dat als
premie aan onze abonné's wordt aan
geboden. De 13 Nos. kosten slechts
377s ct., fr. p. post 45 ct.
DE UITGEVER.
NIEUWSBERICHTEN.
HELDER, 2 December.
Volkshuisvesting.
By K. B. van 21 Nov. is aan de gem*
Harlingen verleend een voorschot nit 's Rijks
kas van ten hoogste f 59,400, ten einde haar
in staat te stellen een voorschot van geljjk be
drag te verleenen aan de Bouwvereeniging
..Harlingen", ten behoeve van den bonw van
46 woningen.
Onteigening Damplannen.
De gemeente Amsterdam heeft aangekocht
ten behoeve van de uitvoering der Dam
plannen de percoelen 10, 21 en 28 op den
Vygendam en de psrceelen 19b en 194 in
de Warmoesstraat. Met den eigenaar van een
vijftal andere perceelen is zy nog in onder
handeling.
Panharing 1
Vroeger dan andere jaren wordt thans
langs de Groninger Wadden veel panharing
van klein soort gevangen. Voor de arbeiders
is dit een ware uilkomst. De vischje» worden
by de deuren goedkoop verkocht, maar door
de groote vraag voor het bnitenland, ge-
souten in vaten, vooral naar Antwerpen
verzonden.
Noodlottig spoorwegongeluk.
Dinsdagmorgen hall vier is een goederen
trein komende van Tilburg nabij Breda go-
loopen op een rangeerenden trein. Er is
groote materieele schade, terwijl de wissel
wachter Van Steen en een remmer wiens
identiteit nog niet vastgesteld is kunnen
worden, onmiddellijk gedood waren.
Het vermoeden bestaat dat de maohinist
van den goederentrein door het signaal on
veilig zou zjjn gereden. Het verkeer is ge
stremd.
Van andere zjjde wordt gemeld, dat
de gedoode arbeider remmer Zandee heet.
Beide verongelukten zjjn afkomstig van Rot
terdam.
De materieele schade is zeer belangrijk.
Eenige sporen zjjn versperd.
Een later bericht meldde
De goederentrein, waarmede het ongeval
S'.aats had, kwam van Venlo en komt te
reda aan te 8.80u. voormiddags. De arbeider
remmer Zandee, die zich in den bagagewagen
bevond, en de wisselwaohter-rangeerder Van
der Steen werden op slag gedood. Verder
kwamen geen persoonlijke ongevallen voor.
De beide sporen in de richting Tilburg
werden versperd. Drie ploegen werkvolk zyn
aan het werk gezet om het verbrijzeld of
zwaar beschadigd materiaal op te roimen.
Het verkeer is Woensdagnacht in orde
gebraoht, zoodat de treinenloop weer gewoon
is. De materieele schade is zeer groot. Ver
nield of zwaar beschadigd zyn twee petro-
leumtanks, vjjf goederenwagens en een loco
motief.
De Papendrecht8che strafzaak.
Het gerechtshof te Arnhem heeft Dinsdag
beklaagde Hendrik Garsthagen ontslagen
van rechtsvervolging.
Het hof verklaarde hem wel is waar schuldig
aan het ten laste gelegde, doch ontsloeg hem
van rechtsvervolging op grond, dat bekl.,
toen hij het feit pleegde, voor zich zelf over
tuigd had te handelen in het algemeen belang.
De Giftmenger van Hoorn.
De terechtstelling te Alkmaar
op Dinadag 29 Nov. 1910.
Wjj beginnen met evon te herinneren aan
het destyds zoo geruchtmakend en afschuw
wekkend feit, dat de echtgenoote van den
marktmeester en gemeentebode Markus te
Hoorn en diens 14-jarig dienstmeisje den
298ten September na het gebruik van een
stuk taart zoo hevig ongesteld zyn geworden,
dat de vrouw 's nachts om 3 uur overleed
en aan het meisje de Heilige sacramenten
der Stervenden moesten worden toegediend.
De taart was gezonden uit Amsterdam en
een begeleidend schrijven van dezen inhoud
was er by gevoegd:
«Nu oude, smul daar maar lekker van
«met je familie en wensch je in gezond
heid weer met de kermis aan te treffen.
Een oude kermisklant.''
Geen wonder, dat hier onmiddellijk aan
een laffe wraakneming van een kermisreiziger
werd gedacht, van iemand bijv. die niet
tovreden was geweest met de plaats, hem
op de kermis door den heer Markns aange
wezen.
JuBtitie on politie stelden onmiddellijk een
onderzoek in, vonden in den aanvang even
wol niets, dat hen den dader op het spoor
deed brengen. Toen dan ook de zoo diep
getroffen echtgenoot op het Hoornsche kerk
hof het laatBte afscheid van de doode nam
en Hoorns bargemecster namens de geheele
bevolking woorden sprak van troost on mede
lijden, was or nog niets naders bekend en
groeide de vrees, dat er in Nederland wéér
oen afschuwelijke misdaad ongeboet zou blij
ven. Maar ziedaar spoedig daarop werd
mot de meeste stelligheid gemeld, dat mon
den dader had gevonden in een inwoner van
Hoorn, die zelfs van nabjj de droevige ter
aardebestelling had bijgewoond. Evenzeer als
men zich er in den lande over verheugde
dat het meisje in beterschap toenam, even
zeer schonk het bevrediging, dat de dader
was gevangen genomen. Nadere bijzonder
heden schetsten in nog somberder kleuren
de laagheid van de daad. Zy zeiden, dat
het hier gold een in koelen bloede opgevat
en uitgesponnen plan om den heer Markus
er aan te doen gelooven, om een ouden wrok
te koelen en de daardoor ontstane maat
schappelijke betrekking zelf in te nemen,
dat de dader by de nitvoering van zyn helsch
plan zelfs wel had gedacht aan de mogelijk
heid, dat anderen mede den dood zoudeD
kunnen vinden. Laaghartiger daad iB haast
niet denkbaar dan deze, waardoor de dader
twee families zoo ontzettend heeft getroffen.
Twee immers naaBt deernis voor de fami
lie Markus moot men diep medelyden gevoe
len met de waarlyk niet minder zwaar ge
troffen familie Beek, die zoovele achtens
waardige leden telt. Moge de wetenschap,
dat ook met hen medegevoeld wordt hen
tot troost strekken by de ramp, die over hen
gekomen is 1
Voor den dader zien we helaas geen enkel
lichtpunt. Misschien dat de openbare terecht
zitting, die zoo aanstonds beginnen gaat
het is nu nog civiele zitting bijzonder
heden geeft die op hem en zyn daad een
eenigszins minder ongunstig licht werpen,
misschien dat de ambtenaar van het Open
baar Ministerie, die onlangs verklaarde, dat
het by het nemen van een requisitoir steeds
zyn gewoonte was, ook aan te voeren wat
in het voordeel van den beklaagde is, mis
schien. dat het den door de wet daartoe ver
plichten verdediger zal gelukken eenige vonk
jes van sympathie op te rakelen, enkele
vleugjes van clementie aan te blazen
Na afloop van de civiele zitting, worden
de deuren voor het publiek geopend. In
anderhalve minuut is de beschikbare ruimte
volgedrongen en volgepropt, worden de deu
ren weer gesloten, en wordt het publiek lot
orde en stilte aangemaand.
De beklaagde.
Om vyf minuten voor half elf wordt de
beklaagde binnengeleid, klein, oud kereltje,
dubbel-klein lykend tusschen de beide veld
wachters, hoornen van kerels. Hij zegt kan
toorbediende te zyn, 63 jaar oud, geboren
en wonende te Hoorn.
Stumperig staat hjj toot den president,
mr. van Tienhoven, wien hy met duideljjke
stem antwoord op de vragen geeft. De voor
lezing van het vonnis hoort hy met gebogen
hoofd aan on zooals hy daar zit op het bankje,
Ijjkt hy een klein, ineengeschrompeld man
netje, dat men niet in staat zou achten tot
de vreeselyko misdaad, welke hem ton lasto
gelegd wordt.
Voorgelezen wordt het hierboven weerge
geven briefje. Dan leest mr. Van Hees o.m.
voor hot visum repertum der deskundigen,
waarvan de bijzonderheden den armen heer
Markus op de getuigenbank doen schreien
was het wel noodig hem al die sectie
zaken, de blootlegging van het lijk van zyn
eigen vrouw te doen aanhooren
De beklaagde bekent hetgeen hem ton
lasto gelegd wordt. Tot 1907 is hij geweest
marktmeester in Hoorn met Markus. Hy
herinnert zich dat de laatste ziek is geweost
en hy de functie hoeft waargenomen. Hy
heeft toen gelden in ontvangst genomen voor
staangeld on dit niet dadel jjk afgedragen.
Markus had hom beloofd er niet over te
zullen spreken, toen de fraude werd ontdekt,
maar dit toch gedaan, zoodat boklaagde zjjn
betrekking verloor. Later had hy hem beloofd
in April als afslager af te treden, en bekl.
dan te helpen om zjjn opvolger te worden,
maar dit niet gedaan. Dus gedeeltelijk uit
wraak, gedeeltelijk met het oog op de vrij
komende betrekking had hy zjjn daad bedre
ven. Drie weken voor de daad had hy het
plan opgevat om Markus van kant te makon.
Den 28sten September is hy naar Amster
dam gegaan, niet van uit Hoorn, maar van
uit het station Scharwoude-Avenhorn, waar
heen hy geloopen was.
Waarom deodt u dit?" vraagt de pre
sident.
,Dat weet ik niet."
«Zoo. Hadt u rattekruid by n?"
«Ja."
«Hoe kwam u daaraan
,Dat had ik om ratten te dooden van m'n
zwager gekregen. Maar had ik het maar
weggegooid
Ja, hadt u dat toch maarl Maar als u
rattekruid expres meegenomen hadt, dan wist
u ook wel waarom u niet in Hoorn op den
trein gegaan is. Was het om te voorkomen,
dat men uw spoor gemakkelijk vond?"
De beklaagde geeft op alle "vragen van
den president een toestemmend antwoord,
waarin zjjn volledige bekenteniz van den
daad ligt opgesloten. Op de vraag, of hy
wel gedacht had, aan het gevaar dat do
vrouw van Markus zou loopen door het ook
gebruiken van de taart, antwoordde hy«Ik
heb gedacht, dat Markns nogal egoïstisch
was en de taart wel alleen zoo opeten".
De president: .Dat antwoord is onmogelijk
en absurd. Zeg de waarheid, martel u zelf
niet langer. U is aan het onzalig idee ge
komen door het lezon van slechte romanne
tjes en daarin zjjn in kleuren en fleuren de
gevolgen van een vergiftigiug geschetst. Las
u nooit een, waarin ook andere personen dan
de bedoelde vergiftigd werden
,Neen".
Dat is zeer onwaarschijnlijk. Was het eon
flesch met jenever, een zak met tabak, welke
u vergiftigd hadt, dan hadt U kunnen zeggep:
ik kon verwachten, dat die vrouw er niet
van gebrniken zou.
Maar uw antwoord is in dit geval absoluut
onaannemelijk
De beklaagde mag ten slotte gaan zitteD.
Zijn verboor heoft een uur geduurd.
Na het hooren van een zestal getuigen
wordt voorlezing gedaan van de bekentenissen
van beklaagde voor den rechter-commissaris.
Hieruit bljjkt, dat volgenB boklaagdes be
wering Markus hem indertjjd twee dagen
heeft gegeven, om het verduisterde geld aan
te zuiveren en beloofd heeft er geen gewag
van te maken. Beklaagde zeide verder, hoewel
hjj Markus wilde treffen, niets gedaan te
hebben om te voorkomen dat anderen het
slachtoffer werden van zjjn daad. Van een
taart, die verleden jaar aan Markus zou zjja
gezonden, zeide beklaagdo niets te weten,
hjj had haar niet gestuurd. Hjj gaf toe, dat
onafhankelijk van zjjn wil de heer Markus
niet is gestorven.
De 84-jarige Willem Markus moet daarna
getuigen.
De pres.Herinnert ge U dat 29 Septem
ber om rnim een uur by U thuis een pakje
werd gebracht, waarin een koek, een taart
zat,, met een briefje
Ja, mynheer de president dat weet ik, en
dit briefje en dat doosje zyn hetzelfde en de
taart was als deze edelachtbare, 's Avonds
tusschen half zeven en zeven uur heb ik de
taart aangesneden, mijn vrouw en de meid en
ik zelf kregen een stuk, maar ik heb er niet
van gegoten, want ik hou niet veol van
zoetigheid. De vrouw en het dagmeisje aten
er van. Grietje werd tegen zevenen al on
gesteld en mjjo vrouw klaagde over pjjn in
het ljjf, werd misselyk, kreeg veol diarrhée
en het werd hoe langer hoe erger. Ze werd
heel ziek, ze overleed. Haar laatste woorden
waren «ik bon vergeven".
Is Beek marktmeester geweest
Ja. Drie jaar geleden heeft hjj geld ver
duisterd van de gemeente. Ik heb het aan
gegeven en toen is hjj ontslagen."
Hadt U hem beloofd als afslager af te
treden
.Neen, beloofd heb ik het niet. Ik ken hem
niet. Ik ben ook niet afgetreden, omdat ze
me gevraagd hebben te blijven".
De verdediger vraagt bijzonderheden over
de malversatie.
GetuigeHy heeft van mjj geld verduisterd
en ik heb hem boloofd daar niets van te
zoggen. Maar over het geld van de stad heb
ik niet gesproken".
Vordediger: «is het waar dat getuige ge
zegd heeft dat hjj zjjn voorspraak zon zijn bij
de betrekking?"
Getuige: Neen, dat heeft hy by zich zelf
gedacht.
Beklaagde: Hy heeft gezegd Beek doe je
best, ik zal zien jou erin te krjjgen.
Vervolgens worden nog een tiental ge
tuigen verhoord, die alle de bekende bijzon
derheden omtrent het koopen en verzenden
van de taart bevestigen.
Daarna neemt de Officier van Justitie bet
woord en zegt het volgende:
Indrukken vervagen snel, zeide spreker,
en onzen tjjd kost het moeite ze terug te
vinden. Maar op dezen regel zyn uitzonde
ringen, er zyn indrukken, die men nimmer
vergeet.
Een dergeljjken indruk ontving de stille
stad Hoorn op 80 September, toen het be
kend werd, dat een algemeen geachte vrouw
was overleden en een klein meisje zwaar
ziek was geworden, tengevolge van een
misdaad als gelnkkig zelden voorkomt. Was
het wonder, dat de onsteltenis in Hoorn, in
dit arrondissement, in den lande zoo verbij
sterend groot was
De misdadiger had het spoor trachten uit
te wisschen, maar hy is per slot van reke
ning gevonden en den 4 October werd hjj
aangehouden en naar hier overgebracht. Hoe
groot de verontwaardiging was, bleek nit de
vox populi, die zoo vaak de vox dei is,
immers in Hoorn riep men: geef hem maar
aan ons over, wjj zullen hem wel straffen»
en uit het woord dat spreker hier van een
eenvoudig man hoorde: «geef hem de rest
van de taart.'
Met het oog op de ernst van het feit,
wil spreker schilderen hoe de beklaagde
zich voor en in don loop van de misdaad
heeft voorgedaan. Hy wijst er op, dal deze
man een wrok heeft opgevat tegen Markus.
Hy heeft thans zelf gezegd, dat hy drie
weken mot zyn zwart plan heeft rondge-
loopen. Spreker ziet hem voor zich, onder
het mom van vriendschap en hartelijkheid
den brief schrjj vend met de linkerhand, waarin
hy de hoop uitspreekt hem het volgend jaar
weer te zien. Is dat niet cynisch?
Hy gaat op reis, zyn voeten droegen hem
naar Avenhorn, vandaar spoorde by Daar
Amsterdam .en Haarlem, waar hy de taart
bestelde en in een café iets gebruikte en in
den tuin daarvan later onbespied zijn boos
aardig plan ging volvoeren.
Spreker ziet hem daar zitten in den tuin,
met milde hand strooiend het doodelijk vergif.
Hy pakt de taart in een blanken doos en
haalt uit zyn zak het pakpapier, dat hy dék
uit Hoorn heeft meegenomen. Dan verlaat
hy Haarlem on geeft het af ia Amsterdam.
's Avonds is de beklaagde teruggekeerd.
Behoeft het zwarte feit, een sluipmoord uit
de middeleeuwen, nog illustratie? Is het
wonder, dat ik zeg, dat er voor dezen bo
klaagde geen genade kan zyn?
Nu 't ten laste gelegde. De poging tot
moord op Markus staat vast. Dat zij niet
geslaagd is, is buiten de schuld van dozen
beklaagde.
Maar uren zouden we kunnen spreken
over den moord op de vrouw en de poging
daartoe op het kind.
Beklaagde heeit voor de rechtercommissaris
verklaard rekening te hebben gehouden met
de omstandigheid, dat anderen het slacht
offer zouden kunnen zyn geworden. Hy heeft
dit heden wel ontkend, maar aan de eerste
verklaring hecht ik meer waarde. Hy heeft,
hoewel hy er aan dacht, niet getracht de ge
volgen ongedaan te maken. Daarom moet hjj
de verantwoordelijkheid volkomen dragen.
De feiten zjjn bewezen en ze zijn strafbaar
gesteld.
Ik zou kunnen eindigen, ware het niet dat
ik een woord van sympathie wilde wjjdon,
niet aan don beklaagde, want ik heb mots
uit zyn leven kunnen vinden dat een licht
punt is, maar aan do brave kinderen van
den beklaagde, die allen hun plicht doen en
met opgeheven hoofde door den lande gaan.
Ik wensch hun van harte de kracht toe het
leed te dragen.
Ten slotte oen woord tot u beklaagde. Ik
vind, dat er voor u geen plaats meer is in
de maatschappij. Toch wil ik u niet met dit
woord laten weggaan. Teruggekeerd in uw
cel hoop ik, dat in de cel het berouw zyn
intrede zal doen in uw ziel, over uw daad
jegens de onschuldigen, uw gezin, d» maat
schappij.
Ik hoop, dat gjj dit berouw voedsel zult
geven, opdat gy eens, wanneer ge voor den
Hoogen Rechter zult staan, voor wien we
allon moeten verschijnen, vergiffenis zult
krygen
Ik heb de eer Edelachtbare Hoeren te
requireeren, dat beklaagdo zal worden schul
dig verklaard aan moord en poging tot moord
en zal worden veroordeeld tot levenslange
gevangenisstraf.
Aan den advocaat Mr. Dorbeck was de
uiterst moeielyke taak opgelegd den beklaagde
te verdedigen.
In zyn pleidooi liet hy uitvoerig het licht
vallen op het voor hem moeielyke geval
in deze zaak, waarin hem was opgelegd
alles naar voren te brengen, wat den be
klaagde maar eenigszins kan verlichten. Met
het oog daarop trachtte hy omtrent eenige
zaken twyfel op te wekken. Zoo zeide hy
Twyfelniet of al dan niot wel vast
staan de feiten, waarop de vervolging van
dezen beklaagde rast; die feiten staan ook
voor my onomstootelyk vast. Twyfel even
min aan de afgelegde getuigenverklaringen,
omtrent welke hetzelfde moge gelden. Twyfel
nog veel minder aan het grondig weten
schappelijk en kundig rapport der in deze
zaak gehoorde deskundigen, waaraan ook ik
van deze plaats gaarne de welverdiende hulde
gaarne breng, doch twyfel.... E.A.H. aan
de juistheid van de qualificatie, welke het
geëerde officie althans aan twee van de ten
laste gelegde feiten wil geven.
Eo, vergunt my dit punt even nader te
bezien.
By dagvaarding worden ten laste gelegd
drie delicten, te weten: 1. Poging tot moord
op den getuige Markus. 2. Moord op diens
echtgenoote. 8. Poging eveneens tot moord
op de dienstbode.
Na een verdere juridische uiteensetting,
eindigt pleiter zyn pleidooi aldusIk voel
eindelyk behoefte even stil te staan by dezen
beklaagde. Ziet hier voor u een 68-jarig
man, een man, aan den avond van zyn leven,
die volgens de tot ons komende geruchten,
niet sympathiek is, maar wiens leven toch
buiten justitie on politie is verloopen. Met
afschuw en ontzetting heeft ook mjj zyn daad
vervult. Ik stel my voor, dat hy, ter zake
van welk delict dan ook, langen tjjd aan de
maatschappij zal worden onttrokken, voor
indien onverhoopt het requistoir van het
O.M. by nwen rechtbank ingang zon vinden.
Ik ga verder dan het geachte officie.
Wenschte deze hem toe, dat binnen de een
zaamheid van de nauwe celmuren wroeging
en berouw zal komen, ik hoop, dat w&oneer
dat berouw cr is, het dezen beklaagde ge
geven moge zjjo, zelf buiten de gevangenis
vergiffenis te vragen aan zjjn eigen vrouw,
wier leven hy heeft verwoest en aan Markus,
wiens vrouw hy vermoord heeft.
Het vonnis is in uwe handen en ik hoop,
dat wanneer ge tenslotte in de raadkamer
zjjt, en de zaak zult beraadslagen langs de
wegen, waarin ik de zaak heb geredresseerd,
dat dan het woord clementio u niet vreemd
zal zyn.
Beklaagde heeft niets ter zjjner verdedi
ging aan te voeren. (Alkm. Ct.)
Gevecht tusschen een dierentemmer en
een leeuwin.
In een klein beestenspel in het Noorden
van Berlyn heeft zich Zondag een verwoed
gevecht tusschen een dierentemmer en een
leeuwin afgespeeld. De temmer Karl Maier,
een vermetel en sterk man, had al herhaal-
delyk de leeuwin onnoodig gesard. Zaterdag
had zy hem dan ook reeds met haren klauw
een lichten slag in het gezicht gegeven. De
leeuwin, een prachtig dier, is vyf jaar ge
leden in Dnitschland geboren en met de
flesch opgebracht. Zondag scheen zy hare.
gewone kalmte herkregen te hebben. Maar
nauwelyks was Maier 's avonds de kooi bin
nengekomen, of het dier blies opgewonden
naar hem en van zelf ontstond or een worste
ling tusschen beiden. Maier bleef, dank zy
zjjne Herculische kracht en xyne_ grooto
handigheid, overwinnaar, maar liet zich door
hot verdwaasde handgeklap van het publiok
verleiden, don strjjd onnoodig te rekkeo.
Eindelijk liet hy de leeuwin los, ging voor
haar staan en maakte eenige malen een bui
ging voor het publiek. Het nog altjjd grom
mende beest scheen op het oogenblik gewacht
te hebben, dat Maiers's aandacht afgeleid
was. De leeuwin sprong plotseling op hem
af, sloeg hare klauwen in zijn nek en haalde
er een groot stuk vleesch uit. Een dikke
straal bloed spoot tot aau den wand van do
kooi. En een oogenblik later had de leeuwin
den hals van den gevallen temmer in haren
muil. Eenige helpers van den temmer spron
gen dadelyk met jjzeren staven toe, terwjjl
anderen met een breckjjzer haren muil open
braken. Men kon Maier, die uit tal van
wonden bloedde, uit de kooi trokken, waurna
oen dokter vau eon verbandpost hom hielp.
In byna hopeloozen toestand is de man ton
slotte naar een ziekenhuis gebracht.
Stormramp in de Kaspische Zee.
Astrakan, 29 November. Op de roede
zyn meer dan 10 schepen gezonken, waar-
ondor enkele met de bemanningen. Een aan
legplaats met 800 Perzische bootwerkers is
losgerukt en in zee gedreven. Er is geen
hoop ben te redden. Op de reede van Koerjef
zijn 2 stoombooten en 4 schuiten in het jjs
ingesloten. Zeven kustplaatsen zyn over
stroomd. Te Stamsa Wasnessenskaja zyn on
geveer 100 huizen afgebrand 700 menschen
zyn dakloos.
Nader meldt men
liet 8.8. gImperatriaM Alexandra" is na een
stryd van drie dagen tegen den storm, dio
in de Kaspische Zee heersoht, te Petrofsk
aangekomen. Het schip heeft 16 schipbreu
kelingen gered. Er zijn 16 schuiten gezonken.
Moor dan 200 Perzische en meer dan 100
Russische bootwerkers zyn in zee wegge
dreven en bevroren of verdronken.
De keizer en het alcohol gebruik.
Te MUrwik, by Flensburg, werd dezer
dagen een marine-school geopenden de
keizer, die daarbjj tegenwoordig was, hield
een toespraak tot de adelborsten, waarin
hy met groote beslistheid de aanstaande
zeeofficieren den raad gaf zich van alcohol
gebruik te onthouden; hy besloot met de
uiting: In den komenden strijd zal de over
winning aan de zyde vaa de natie zyn, die
het minst alcohol-gebruik zal aanwyzen.
Naar aanleiding dier redevoering van den
keizer, schrylt dr. Johannes Leonhart, lid
van den Ryksdag een artikel io het //Berl.
Tageblatt", waarin hy zegt:
By het lezen van zulk een toespraak is
mon geneigd aaa een plotselinge opwelling,
een improvisatie van den keizer te denken;
maar dat is hier niet zoo. Wilhelm II heeft
zich reeds lang mot het alcohol-vraagstuk
bezig gehouden, en zich zelf de strengste
onthouding in het gebruik van alcoholischo
dranken opgelegd. Zyn redevoering moot
derhalve als een uiting van een innige over
tuiging worden opgevat.
In Duitachland is alcohol tot dusver als
een uitmuntend belasting-object beschouwd,
maar in politieke kringen heeft men zich
te weinig met de andere, de ethische zyde
van het alcohol-vraagstuk bezig gehouden.
In vele andere landen wordt eiken candidaat
voor een parlement of volksvertegenwoordi
ging naar zyn meening over dat vraagstuk
gevraagd, In Dnitschland wordt daarovor
niet gedacht.
Dr. Leonhart wjjst er op, dat in de Duit-
sohe marine het alcohol-gebruik sterk afneemt.
Oader de matrozen vormen zich matigheids-
of afschaffers-vereenigingen, en nu is het
merkwaardig, dat een aantal zeeofficieren dat
met leede oogen zien, en den onthouders
allerlei moeilykheden in den weg leggen.
Daarentegen zyn weder vele hooggeplaatste
officieren, op het voetspoor van de schitte
rende resultaten door de onthoudersbewegiog
in de Engelsche marine verkregen, besliste
voorstanders van onthouding.
De Keizer heeft dezen naar het hart ge
sproken.
18)
fcO ja, ja", zeide de majoor, .wees zoo
goed my te volgen". Laura bleef alleen, en
stond, met de handen gevouwen op den
vleugel geleund, in gepeins verzonken. Waar
om had hy het tweede vers niet willen
zingen
Zy aam de muziek en las
Da ging ich aucb und suchte, die Weltwohl
hin und her,
Ich linde, ach, doch Keine, die Dir nur
ahnlich wër'.
Drumm last mi oh nicht mehr suchen, und
gieb mir endlich Ruh,
Denn Du bist meine Einz'ge Du Reino
Schone Du I
Ofschoon oen hoog rood haar gelaat be
dekte, huiverde xjj nochtans en weder zag
zjj dien blik, dien blik I
De dienstzaken waren weldra afgeloopen,
en Henri kwam binnen, om van de dame
des huizes afsoheid te nomen.
.Wilt ge niet bljjven theedrinken vroeg
de majoor op een toon, die verried, hoe de
uitnoodiging alleen uit beleefdheid geschied
de. De jonge officier bedankte en mevrouw
Von Olefeld zeide geen woord om hem te
rug te houden. De avond ging vrij ««otonig
voorbij; Laura begaf zich vroeg ter ruste
eu Tancred dwong zich zelf tot den arbeid.
Maar zjjn gedachten dwaalden aanhoudend
af en hy moest hot eindelyk opgeven.
Peinzend zat hy by den haard en tuurde
in de vlammen. Zyu huis Bcheen hem nog
eenzamer toe dan in de treurige dagen van
zyn weduwnaarsleven.
Hy stond op on langzaam door de kamers
gaande, kwam hy voorbjj de piano waarop
nog de muziek lag. Waarom had Von Ring
hot lied niet ten einde gezongen Tancred
wilde de muziek opnemen, maar een angstig
voorgevoel deed hem dio ongeopend weder
nederleggen. Hy zette zyne wandeling voort,
maar weder voorby den vleugel komende
greep hy het lied en las de laatste regels
van het vers. Lang bleef hy er op staren
en het blad nederleggende, fluisterde hy
.Denn Du bist meine Einz'ge Du Reine
Schone Du 1"
Dus daarom nietDaarom
Met de hand voor do oogen bleef hy als
vernietigd staan.
Sedert lang had de adjudant zyn bezoe
ken geBlaakt, Van do zittingen voor het por
tret was geen sprake meer geweest; Laura
en Henri hadden elkaar in een gozelschap
ontmoet, maar nergens over gesproken. Het
toeval had hen aan tafel naast elkaar ge
plaatst en Tancred zag, hoe zy vermeden
samen te praten. Laura was in een druk
gesprek met haar anderen buurman en de
adjudant was buitengewoon stil en afgetrok
ken. Hjj zag 'er vervallen en somber uit, hy,
die altjjd zoo vroolyk en opgewonden was.
Dit was zelfs zoo in het oogvallend, dat
men hem vroeg of hy zich ongesteld gevoel
de. Hy ontkende dit en trachtte een opge
wekt gesprek te beginnen, maar lang hield
hy het niet vol en hy verviel weldra weder
in zyu sombere afgetrokkenheid.
Laura zag er beelderig uit, al was zy wat
bleeker dan gewoonlyk. Het diner was afge
loopen en de echtgouooteu reden zwjjgend
naar huis; beiden gevoelden dat er iets
tusschen hen was gekomen, maar geen van
beiden durfde er over beginnen. Laura had
kunnen schreien van weemoed, maar zy deed
haar best een gesprek te beginnen en Tan
cred, die diep medelyden met zyn jonge
vrouw had, hielp haar daarin voort. Zy
wisten evenwel, dat zy alleen praatten om
hetgeen waarvan zy vervuld waren te ver
bergen.
Getrouw aan zyu voornemen, werden nu
door den majoor alle uitnoodigingen aange
nomen. Byna overal troffen zy Von Ring
aan, die zooveel mogoljjk mevrouw Von
Olefeld ontweek; deze kon in zyn tegen
woordigheid haar verlegenheid byna niet ver
bergen, hetgeen Tancred met steeds grooter
kommer zag, maar dat hem toch met eer
bied voor zyn jonge vrouw vervulde.
Ook heden kwam er weder een uitnoodiging.
tOch, laten wy liever bedanken", zeide
Laura .ik voel me vermoeid, wy zyn dezer
dagen reeds zooveel uit geweest". De majoor
moedigdo haar aan om te gaan. Neen, neon,
ik kan niet, wees zoo goed het te laten af
zeggen".
.Maar kind, waarom wil je niot gaan?"
.Omdat ik te moe ben", herhaalde Laura.
«Nu, goed dan", zeide de majoor mede-
Ijjdend en hy schreef een briefje om voor de
aitnoodigiug te bedanken; deze vrouw, die
voor haar betere gevoelens stryd voerde, had
iets voor hem dat hem diep trof.
De veijaardag van den majoor brak aan,
maar er was geen portret. Laura was seer
opgewonden en verraste haar echtgenoot met
allerlei geschenken, welke zy zelve had
gewerkt.
.Dit is je eerste verjaardag, welken wjj
samen vieren", zeide zy met trillende stem.
«Ik heb God gebeden dat hy een vreugde
dag voor ons zou worden en dat wy dien
nog vele jaren zullen beleven". Vleiend leg
de zy haar hoofd tegen zyn schouder eu de
tranen vloeiden langzaam over hare wangen.
.Je liefde, beste Laura, is voor my het
schoonste wat ge my kunt schenken. Wilt
ge my altoos blyven liefhebben
,Ja, Tancred, dat wil ik", on hy voelde
hoe haar slanke gestalte in zyn armen beef
de, en wist welken stryd zy te strjjden had.
Een vreeselyke smart doortrilde hem en hy
begreep, dat hy deze vrouw nog nooit zoo
vurig bemind bad als nu. Tegen den middag
kwamen al de officieren van het bataljon
hun chef met zyn geboortefeest geluk wen-
scben. Natuurlyk bevond Von Ring zich
onder hen en Laura schrikte terug voor het
oogenblik dat zy hem zou ontmoeten. Zy
praatte levendig met al do heeren, alleen
Henri ontweek zy. Op eens begreep zy hoe
dit hom moest krenken. Waarom gevoelde
zy zich eigenlyk zoo bevangen tegenover
hem Wat moest hy zoo wol als Tancred
daarvan denken NeeD, zoo kon het niet
voortgaan, zy zon trachton zich te beheerschen.
.Ik moest eigenlyk boos op u zyn, mjjn-
heer Von Ring, on myn man nog meer",
zeide xjj zoo kalm mogelyk, .het is zoo lang
geleden sedert gy by ons waart, en op onze
eerste zitting voor het portret is geen tweede
gevolgd".
Hy verontschuldigde zich zoo goed het
ging en beloofde spoedig te sullen komen,
om het portret af te maken. De heeren na
men afscheid en verzekerden om stryd, dien
avond gaarne te sullen terugkomen.
Nu kunt ge van avond eens toonen welk
oen flinke huisvrouw gjj zjjt», zeide Tancred,
zoodra zy alleen waren.
.Dezen dag kad ik liever stil met jou al
leen doorgebracht», antwoordde Laura na
denkend.
«Dat ging niet aan, myn best wyfje', her
nam hy, haar zacht langs den wang strykeede,
,dic jonge lieden moet ik hoog noodig eens
by ons aan huis ontvangen. Vindt ge het
te veel voor je
.Neen, neen, dat is het niet; wat gy noo
dig acht is voor my nooit te veel moeite,
lieve Tancred
Zy beloofde haar best te sullen doen, en
terwyl zy alles in orde bracht, verhelderde
haar gelaat. Zy zouden gasten ontvangen en
onder die gasten bevond zich Henri Von
Ring. Maar hemel, was dit gevoel van vreugde
niet reeds verraad tegenover Tancred Een
zware zucht ontsnapte haar. Welke booxe
geest gaf toch steeds aan haar gedachten,
vroeger zoo onschuldig, die noodlottige rich
ting I Zy herinnerde zich hoe hare moeder
op haar sterfbed Tancred dankbaar had aan
gezien, toen zy overtuigd was, haar eeuig
kind gelukkig en verzorgd achter te laten.
Zou zy nu deze verwachtingen ten schande
maken
Als zy eens iemand te logeeren vroeg,
dan zou zy niet meer de eenige dame zyn
als Henri kwam; wie weet of zyn hart dan
niet... zyu hart 1 Het duizelde haar. Voor
de eerste maal vroeg zjj zich ernstig af, of
hy haar werkelyk beminde, tot nu toe wist
zy alleen wat zy voor hem gevoelde. Dat
moest hoe eerder hoe beter anders worden.
«Luister eens, Tancred 1» Je nichtje Bertha
was reeds lang van plan ons eens te bezoe
ken. Potsdam is dicht bijals wy terstond
telegrapheeren, kan xjj vóór van avond nog
hier zyn».
•Is het je met mjj alleen te stil vroeg
Tancred treurig.
.Neen, dat niet, maar
Tancred zag hoe zy verbleekte, en hy be
gon te vermoeden, dat zy het jonge meisje
als een bescherming voor zich zelve verzooht.
.Ga je gang, myn kind', zeide hy en ter
stond werd een telegram naar Potsdam ver
zonden. In plaats van antwoord stond juf
frouw Bertha von Allen tegen den avond
voor haar.
«Daar ben ik, beste Laura, en nu kun je
zien hoe je mo weer kwjjt raakt! Maar ik
kom bepaald om me eens recht te amuseeren.
Je moet me naar comedies, bals en concer
ten brengenik vrees, dat je al spoedig
beronw znlt krygen, my zoo lichtvaardig te
hebben uitgenoodigdJe ziet me zoo onder
zoekend aan. Hoe beval ik je Vindt ge my
nog al knap
Laura zag haar nog altyd aan eu begon
oindelyk hartolyk te lachen. .Eigenlyk zat
ik er over te denken, of gy de geschikte
persoon zjjt, om eon dozjjn Initenants flink
te woord te staan».
.En tot welk besluit zjjt gy gekomen
«Dat jjj er als geschapen voor bent».
.Heerljjk, heerljjk, eon heel dozjjn en zelfs
nog meer neem ik er voor mjjn rekening'.
De dames gingen zich kleeden. Hoe meer
echter het uur van Henri's komst naderde,
hoe meer Laura vreesde, dat haar plan .mis
lukken sou.
(Wordt vervolgd).