KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor Helder, Texel, WIerIngen en Anna Paulowna.
Ho 3967.
Woensdag 15 Februari 1911
39ste Jaargang.
't Vliegend Blaadje p. 3 m. 50 ct., fr. p. post 75 et., kattenland 11.96
Pre- Zondagsblad 37» 45 10.75
noien j Modeblad 55 65 f0.90
(Voer liet buitenland bij vooruitbetaling.)
Advertentiën van 1 tot 5 regels 30 cent
Elke regel meer. 6
Bewijs-cxemplaar2»
Vignetten en grootc letters worden naar plaatsruimte berekend.
Intero.-
Tclefoon 10.
Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
Uitgever i C. OE BOER Jr. (v./h. BERKHOUT Co.). Helder.
Bureaus Spoorstraat en Koningstraat.
UIT HET BUITEHLAND.
De beloofde, mededeeling-aan de oommissie
nit deu Duitachen Rijksdag, omtrent het ge-
Toelen der betrokken Staten (Nederland en
Oostenryk) b\j de heffing der soheepvaart-
rechten is Vrijdag door minister Von Kiderlen
gedaan. Ze behelst niet veel, en wordt dan
nog niet door alle bladen gelijkluidend ver
meld. De Berljjnsche bladen berichten dat de
minister aldns verklaarde:
De naburige Staten toonen thans nog
weinig neiging te onderhandelen. Ik rat deie
zaak echter niet tragisch op. De naburige
Staten kennen de voordeelen, die deze wet
hun bieden zal, nog niet. Vandaar hun
tegenzin. Wanneer sy de voordeelen zallen
kennen, dan zullen zij ook tot onderhandelen
bereid zjjn."
Alzoo: er zou ook voor ons land nog een
voordeeltje aan vast zitten, dat wij echter
tot hiertoe in de bepalingen nog niet hebben
kunnen ontdekken. Of zjjn het wellicht andere
consessies in de plaats?
Eene commissie uit den Rjjksdag zal een
onderzoek ter plaatso instellen en o.a. een
bezoek bnmgon aan Dnsseldort, Keulen,
Bonn, enz.
Tegen den zin der regeering nam de rjjksdag-
commissie in het wetsontwerp tot hervorming
der rechtbanken aan, dat ook naast de be-
roepsrechtera een of twee leeken als rechter
zouden fangeeren.
Men verwacht dat de regeering nu het
wetsontwerp zal intrekken.
De Duitsche regeering wil, weet men, aan
Elzas—Lotharingen éindelijk een grondwet
geven. Een commissie uit den Rjjksdag onder
zoekt het wetsontwerp, en die heeft nu ver
leden week een zeer belangrijk besluit go-
nomen. Op voorstel van het Centrum werd
aangenomen met 17 tegen 7 stemmen, om het
Rjjksland te verheffen tot een zelfstandigen
bondsstaat en met 20 tegen 4 stemmen om
aan Elzas Lotharingen een vertegenwoor
diging toe te staan in den Bondsraad.
En de minister van binnenlandsohe zaken
had vooraf nog wel een dringend beroep ge
daan op de commissie om dergeljjke beslis
singen niet te nemen, want de regeering kan
niet verder gaan dan sy gegaan is.
Waarschynlyk wordt het ontwerp nu in
getrokken te voren toch had de minister ge
waarschuwd, dat op die wijze het geven van
een grondwet aan ElzasLotharingen zou
worden onmogelijk gemaakt.
Het optreden in Macedonië door de Turken
heeft in het Eogelsche Hoogerhuis een protest
uitgelokt. Men noemde daar de wjjze waarop
de ontwapening geschiedt wreed. Sommige
Tnrksche bladen merken nu op, dat
het oude regime de Europeeache m
heden misschien gemeend hebben zich te
mengen in de binnenlandsche aangelegen
heden van Tnrkye, .thans komt dat heelemaal
niet meer to pas." Daar zjjn echter ook bladen
die begrypen dat men rekening moet houden
met de stemming in het buitenland en dus
zeggen: laat het voor Turkije een vinger
wijzing zyn.
De opstand in Jemen blijft der Turksche
regeering groote zorg baren. Zjj heeft echter
een meevallertje, dat zy zich haast wereld
kundig te maken. De beide hoofden der op
standelingen hebben oneenigheid; beider
troepenafdeeling maken het elkander voort
durend lastiger. Dat kan voor de Turksohe
regeering een uitkomst worden I
De vorst van Monaco heeft zyn onderdanen
eene grondwet verleend. Deze onderdanen
schijnen echter niet bijster ingenomen met de
bepalingen; zy willen nog meer! Men vreesde
zelfs voor betoogingen als de vorst Monaoo
verliet. Evenwel't wordt met de noodige
reserve berichter gebeurde niets van dien
aard. Z.M. en de orfpriuz werdon bjj hun
aankomst eerbiedig begroet (door bun ander-
balven onderdaan).
In de Fransche Kamer stelde de afgevaar
digde Meunier een vraag over de revisie van
het vonnis van den vakvereenigingsman Durand,
veroordeeld wegens aanhitsing tot moord. De
minister van justitie zei dat de aanvraag om,
revisie den gewonen weg zal volgen. Een
ander afgevaardigde wilde van de vraag
een interpellatie maken over mogelyke be
genadiging van den veroordeelde. Maar daar
tegen verzette zich minister Briand, in een
mogelyke motie zou dan misschien een aan-
wyzing gegeven worden aan het hoofd van
den Staat, omtrent het gebruik maken van het
gratierecht en wel v<5ór een vonnis. Dat
achtte hjj niet toelaatbaar. De omzetting werd
door de Kamer dan ook geweigerd met 360
tegen 168 stemmen.
Het nieuwe Portugeesche bewind hecht nog
al gewioht aan de stemming in het buiten
land. De minister van bnitenlandsche zaken
houdt wekelyks bijeenkomsten met de pers
vertegenwoordigers van het buitenland. In de
laatste bijeenkomst wees de minister op den
vooruitgang van den handel en den gunstigen
wisselkoora. Wat betreft het ontwerp tot
soheiding van kerk en Staat, verklaarde hy,
dat de vrijheid van geweten, van onderwijs
en propaganda gehandhaafd zoa blyven en
dat de Staat alleen contróle zal oefenen. De
rechten der geestelijkheid zullen worden ge-
öerbiedigd en de kerken zullen haar ter be
schikking staan, indien ze over voldoende
middelen beschikt om deze te onderhonden.
Politieke corruptie komt in Amerika
op verschillende plaatsen voor, Danville in
Illinois schynt echter te dezen opzichto de
kroon te spannen. Er worden daar n.1. niet
minder dan 216 personen gereohtelyk vervolgd
wegens het verkoopen van hunne stem en
het afleggen van valsche getuigenis.
NIEUWSBERICHTEN.
HELDER, 14 Februari
Verbetering.
In de advertentie van fLotisico" «ie
by'blad van het vorig nummer wordt als
vertegenwoordiger genoemd de heer I. Grun-
wald. Men gelieve daarvoor te lezen L.
Qrunwald.
Onze jaagechuitjes.
Einde Maart of begin April a.s. wordt
één dezer antieke vaartuigen, die al een
respectabel aantal jaren met paard en jager
door het Heldersche kanaal voeren, uit de
vaart genomen. Dan zal schipper G. J. Volder,
te Anna Paulowna zijn benrtveer per motor
boot verder onderhouden.
Op Zondag a.s. wordt door de vereeni-
ging „De Dageraad" in Casino een openbare
vergadering gehouden, waarin mevrouw W.
Drucker zal spreken ,over het ontstaan der
godsdiensten".
Helders Gemengd Koer.
Ter gelegenheid van het 18-jarig bestaan,
gaf (Helder's Gemengd Koor", onder leiding
van den heer G. H. J. v. d. Bogaerde, Zater
dagavond voor talryke bezoekers in „Casino"
een soirée amusante.
Met ,Des Heeren dag", van C. Krentser,
werd het programma geopend, oen wat
zwaar-op-de-hand nummer, waarvan de uit
voering ons niet bjjster kon behagen. Hier
ontbrak het volle klankgehalte, de juist ver-
heven-rustigo conclusie, de prachtige, diep-
kleurige vertolking. Daarentegen warme
sympathie voor tWelkom, winter!" van J.
B. Kolkman, uiterst behoorlijke en levendige
melodie, waarin de altjjd graag gehoorde
solist, mooi, temperamentvol baritongeluid,
den samenzang ongetwijfeld het bedoelde
effect liet bereiken. Weldadig deed ook
het mannenkwartet aan; gezongen met al
de beminnelijkheid, de bezonken rast, waartoe
het viertal in staat was, kon tDe Nachte-
al", van Gretry, velen boeien.
Een verkwikking gaven de comischo cou
pletten door eenige dames, .Klavervier".
Voor dit geeatig-gezongen en dansend wysje
een pluimpje. Er werd dan ook danig ge
klapt. Niet minder viel in den smaak de
humoristische muzikale scbno voor gemengd
koor, tLandelijke concertrepetitie." De dik
wijls gemoedelijke leukheid en de grappig-
houterige instrumentatie, wonderlijk gediri
geerd, deed menigeen schateren. Dan de
„Kunstreis van een muzikaal klaverblad"!
Het koddige trio had voel succes. Ook
de rTwee doodbidders" wisten nu en dan
de lachspieren te doen werken door hun
typische vak-staaltjes. En nog genoot een
merkbaar bijval «Een minnaar in do kleér-
kast", blijspel in één bedrijf, door H. v.
Goch.
Bal besloot den goed geslaagden avond.
Er ingeioopen.
De heer G. te Koegras deed by de politie
aangifte, dat een ongewenschte bezoeker zyn
kippenhok heeft geïnspecteerd, en toonde
gelijktijdig een zakboekje, dat de vermoede
lijke dief op het erf had verloren.
Uit de 296 sollicitanten naar de betrek
king Tan sluiswachter tevens wegwerker in
den polder .het Koegras", is door Dijkgraaf
cn Hesmraden benoemd H. Stompedissel, te
Oude Sluis, gemeente Zype.
Voetbal.
12 Februari 1911.
A F. en H.C. U.V.V. 5—1.
Te 1.10 stellen de volgende elftallen zich
onder scheidsreehter Kappenburg op
A.F. en H.C.
Koene.
Bozuwa. van HeDgel.
van Riet. Nisuwenhuya. Parmentier.
v. Leeuwen, v. d. Dassen. Dulfer.
Verslnys. Hendrik»©,
v. d. Berkhof. te Winkel.
Buitenweg, v. Norden. Roedvoets.
Elling. Jan Vos. Lamme.
Koot. Bank.
Repelius.
U.V.V.
De Adelborsten, den toss gewonnen heb
bende, spelen met de zwakke wind mee en
zyn direct sterker. Tien minuten na den
aftrap nemen de Adelborsten een ren en
Versluys doelpunt onhoudbaar in de recht
hoek met een hard schot. (10). Dan wegen
beide partijen tegen elkaar op en beide doelen
beleven gevaarlijke oogenblikken I Dan is het
v. d. Dussen die voor no. 2 zorgt on 5 mi
nuten voor half-time maakt Dulfer no. S,
waarin voor de rust geen verandering meer
komt. 3 minuten na de rust krjjgt Repelius
een schot dat hy echter stopt, doch de bal
springt terug en Dulfer geeft hem geen
kans. (40). De Adelborsten zyn en blyven
nu voortdurend sterker. Eenmaal was de
bal reeds in 't doel der Adelborsten maar
scheidsrechter K. had reeds .buitenspel" ge
floten, zoodat geen doelpunt werd toogekend.
Even hierna is het weer Dnlfer die Repelius
voor de vjjfde maal laat visschenNu vind
U.V.V. het toch genoeg en Buitenweg geeft
Koene geen kans. (5 1). Beide partijen
spannen nu hun uiterste krachten in maar
wanneer het einde gefloten wordt is de stand
niet veranderd en heeft de A.F. en H.C
met 51 gewonnen 1 By de Adelborsten
noemen weVerslnys, v. d. Dussen, Dulfer,
Bozuwa en Koene als de besten by U.V.V.
Buitenweg, Eliing, Bank en Repelius. Aan
genaam was het, te zien, dat nu eenige
U.V.V. supporters waren toegelaten; wy
hopen echter dat de plannen, om een terrein
in den omtrek van den Helder te krygen,
flink zullen vorderen opdat het volgende
seizoen alle voetballiefhebbers van de wed
strijden der Adelborsten kunnen genieten
Na bovengenoemde wodstryd speelden een
elftal matrozen en mariniere tegen een elftal
korporaals der vesting-artillerie van 3} tot
5 uur. Hier wisten de matrozen en mariniers
te zegevieren met 71. Als scheidsrechter
fungeerde de heer W Bakker, leerling van
de eerste klasse der R. H. B. S.
Middelbare Technische School „Amsterdam"
tevens
Kweekschool voor Machinisten.
By de eindexamens aan de Middelbare
Teohnische School afdeeling .Technici",
heden geeiodigd, behaalden de volgende
leerlingen het Diploma.
Voor Werktuigbouw en Electrotechniek
A. van Bensekom, J. H. Coops, J. D. van
Dieren, B. C. de Groot, H. M. Hirschel,
F. E. van Mussohenbroèk en E. Tak.
Voor Werktuigbouw J. E. BrugmaD, J.
M. L. Crevecoeur, J. P. Knujjt, B. C. Wis
boom en A. J. J. Zevenboom.
Voor Suikertechniek en Electrotechniek
B. A. Röhrich, en voor enkel Snikertechniek
H. H. Böttger, W. van Broekhoven, A. J.
Classen en M. Deibei, welke vijf reeds het
diploma voor Werktuigbouw hadden verkregen
en verder J. W. A. van Lidth de Jeude en
T. Oelmejjer, welke dit diploma nog niet
hadden verkregen.
IJmuiden, 18 Februari.
Het aantal gemeentescholen alhier, dat
thans reeds drie bedraagt, zal met één wor
den uitgebreid. Den 24en van deze maand
zal de bouw reeds worden aanbesteed.
Binnen korten tyd zal de Rjjksvischhal in
oostelijke richting worden uitgebreid. In ver
band daarmede moet een overweg over het
Spoorwegetublissement vervallen, wat voor
de honderden werklieden in het visschers-
on havenbedrijf zeer ten onpas komt. Door
een drietal ijsfabrieken werd dan ook een
adres aan den Gemeenteraad verzonden, waar
in geklaagd wordt over dat toekomstige envel.
Om juiste gegevens te verkrygen stellen
Burgemeester en Wethouders den Raad voor
hun een crediet van f 350.te verleenen
teneinde iemand te kunnen aanstellen, die
hol aantal voorbijgangers over de Spoorweg-
gangen kan opnemen. Zy stellen zich voor
dat onderzoek te houden in den winter zjjn-
de het drukke seizoen voor de visscherjj
en in den komenden zomer zynde het
seizoen van badgasten en reiiigers.
Kranigs zeeliedsn.
De 20-jarige B. L. van Roon Jr., matroos
op het stoomschip .Walcheren" van den
Rotterdamschen Lloyd, kapt. de heer Van
Vollenhoven, schreef den 20en Januari j.1.
een brief aan zyn te Vlaardingen wonende
ouders, waaraan wy hot volgende ontleenen
.Op den 16en en 17en Januari heeft bet
stoomschip twee dagen liggen dryven op de
Middellandsche Zee, en was het aldus door
het ruwe weer eu de hooge zeeën de speelbal
der golven.
By die gelegenheid, 't was op den 16en,
sloeg bovengenoemde matroos over boord
door een stortzee. Geoefend zwemmer als hjj
is, daarb\j zÜn tegenwoordigheid van geest
behoudende, bleef hy, ondanks zyn kleeding,
zooals oliejas, laarzen enz., toch boven water.
De derde stuurman wierp een reddingboei
aan den drenkeling, welke op 5 meter afstand
van hem neerkwam. Zwemmer als hy is,
bereikte hy den boei, werkte zich er in, en
had nog de kracht om zyn zware laarzen uit
te trekken, niettegenstaande hy volle twee
minuten onder water bleef. Toen moest de
redding eerst beginnen, waarvan de eerste
poging mislukte, doordat het stoomschip den
drenkeling ongeveer 10 meter voorbijstoomde.
Op bevel van den kapitein werd de boot
uitgezet, bemand met den len stuurman en
vjjf matrozen en den bootsman. De zee ging
echter zoo te keer, dat ook hun leven in
gevaar was, waardoor de kapitein het sein
gaf om terug te keeren, onderwyl was Van
Roon uit het gezicht weggedreven, en de
overige bemanning dacht niet anders of hnn
jeugdige kameraad was verloren.
De kapitein noch de len stuurman gaven
den moed op, zy stoomden al meer verder,
tot opeens een matroos Van Roon weer in
't gezicht kreeg.
Onmiddellyk werd daarheen koers gezet,
by welke gelegenheid do kapitein stond te
schreien van aandoeningdie emotie was
zelfs dien bevaren gezagvoerder te sterk.
De bootsman wierp een lyn naar Van
Roon, aan wien het gelukte deae te grypen.
Ware dit mislukt, dan had de bootsman, die
reeds klaar stond, met een lyn om zyn middel
gebonden, den in levensgevaar verkeerenden
kameraad na te springen, dit ongetwyfeld
gedaan. Van Roon bond de lyn goed aan de
boei, waarna hy voorzichtig naar boven werd
gebaald, nadat hy twee volle oren met de
woeste elementen had geworsteld.
Nauwelijks aan boord gehaald zynde, ver
loor Van Roon zyn bewustzyn. Nadat hy
ontdaan was van zyn oliegoed enz., werd hy
door toediening van daarvoor gebruikelijke
middelen weer tot bewustzyn gebracht, om
verder nit te rusten in den slaapsalon van
den hofmeester, terwyl gedurende twee dagen
en nachten by hem gewaakt werd, en extra
voeding en behandeling er toe bijdroegen, dat
hy geheel en al hersteld is.
Als aandenken aan deze gebeurtenis, doch
inzonderheid aan de niet to verklaren taai-
beid en onverschrokkenheid van dit jong-
mensch, krygt hy van den kapitein de boei
cadeau, waarmee hy gered is.
(VI. Ct.)
DE WEEK.
13 Februari.
De Benjamin van het Kabinet-Heemskerk
Zyne Excellentie Coljjn, is een echt Zondags
kind. Voor sommigen zal dat reeds bljjken
uit het feit, dat hy, in Indië, tal van keeren
den dood onder de oogen zag, zonder nog
door den mageren Hein, naar wien zoovele
landziekigen en «levens-satten" vorig heeten
te verlangen, doch bjj wiens nadering al
deze levensmoede znchters ijlings 't hazenpad
kiezen, te worden achterhaald Maar be
halve dit nogDe hoer Coljjn bezit het
wonderbare, kostelijke, zeldzame, dat zoo
uiterst zelden bjj „mannen van het rapier"
wordt aangetroffen. Hjj is geboren redenaar.
En dat wel volgens een model, hetwelk in
de vergadering van Senaat of Parlement
byzonder geliefd is Flink, ferm, kleurig,
fiks saam vattend het gedachte. In ben er in
mjjn ziel van overlnigd, dat de heer Colijn
een voortreffelijk journalist zon zjjn. Hjj
weet op uitstekende manier .des Pudels
Kern" van de dingen met virtnose vlugheid
te snappen. Hy vermjjdt het soepige, drab
bige, overbodige. Hjj ontwjjkt het gevaar
van de aandacht te verslappen. Hjj, Coljjn,
■preekt duidelijk, met krachtig geluid, doch
zonder eenige aanmatiging. Van zoeterige
liefheid of serviele hoffelijkheid, waarmee
ook, selfs minister» het moeilijk te winnen
hart van «hooge vergaderingen" meenen te
kunnen vermurwen, schjjn nog echaduw.
Generaal Staal is óók een van de zeldzame
«sprekers", die uit het leger zjjn voortge
komen. Maar de heer Staal ie romantisch;
wordt dra gezwollener klinken soms tranen
in zjjn stem. Hjj is door de natuur voorbe
stemd om naar den trant der rederijkers van
de oude school te freciteeren", dat geen
zakdoek in de zaal meer droog bljjft
Toon generaal Staal nog jongeling wae, be
hoorde de gedachte, dat een zoon, die men
voor .de epauletten" had bestemd, „aan 't
tooneel" zou gaan, tot de gruwelijkheden,
bjj 't noemen waarvan Nederlandscbe huis
vaders rilden en Nederlandsche huismoeders
de sidderende handen tegen 't bonzend hart
drukten Eene dochter, wier preutsohbeid
niet onverdacht was gebleven, kon geen
grooter onheil, schande, over de familie
brongen Dat is veranderd. Wjj tellen o.a.
een Vogel onder de vaderlandsche ridders
in Plankonland, en wie de lyst nagaat van
de dames en heeren, priesters en priesteres
sen van Thalia in den lande, ontmoet namen
van deftigen klank. Ik geloof stellig dat wan
neer «do traditie" in generaal Staal's jeugd
zoo verzwakt ware geweest, als zy, in 't
hier-bedoeld verband, thans is, hjj een
der baanbrekers zou zjjn geworden als
later Royaards, Vogel en andere bleken
Of de eloquentie-Staal nu juist in de Parle-
ments-zaal op den duur de beste on geluk
kigste, meest succèe bezorgende ie 'k zon
't niet aanstonds bevestigend durven beant
woorden. De .warme toon" moge even tref
fan; 't ongeluk is, dat men aan dit .lyrische
genre" zoo ga«w went; dat 't op den dnur
zjjn uitwerking, magische kracht, verliest.
Mea heeft, in de wereld, mentchen, die U
om een haverklap de beide banden drukken,
tranen in de oogen krygen, heesch worden
van aandoening... Dat behoeven geen hui
chelaars te zjjn. Volstrekt niet!
Generaal Staal's rondborstigheid, onaan
tastbare eerlijkheid, gemoedeljjk- en goed
hartigheid sullen voor ieder, die hem eonigs-
zins kent, wel rotsvast staan. Maar 't ie nu
eenmaal zóó, dat de tjjden, waarin een Rhjjn-
vis Feith op de handon werd gedragen;
waarin schoone juffers onder cypressen aan
de snaren eener harp dicp-weemoedigo klan
ken ontlokten; waarin verliefde jongelingen
slechts onder heete tranen en in taai-vol-
rouwviolen hnn amonrense pijn vertolkten,
dat die dagen onherroepelijk achter den
rag liggeD. Wjj willen nu steviger kost.
De zin voor het zakelijke beheerscht ons
Minister Coljjn is een man van daad
van het kloeke, stevige woord. Dat heeft
hjj ook getoond door zjjne inderdaad kranige
rede bjj de verdediging van zijne Begrooting
in den Senaat.
Van al wat gedurende de twee weken,
welke ons Hoogerhnis aan de Begrooting
1911 meende te moeten wjjden, vormde dat
Vrjjdagochtend-nnrtje verreweg 't meest in
teressante. Generaal Staal had behoefte
om den ond-kameraad, thans aan de groene
tafel gezeten, nadat deze zjjne rede volbraoht
had, even te betuigen, dat thans zjjn ver
trouwen in minister Colijn was «verdubbeld".
Dat woord gevoelde men, kwam uit 't
hart.
Eu er was, hier en daar, werkeljjk in die
rede iets, dat waar is om langer voort te
leven dan dagblad-verslagen kunnen ver
schaffen, alvorens de senatoriale en parle
mentaire redevoeringen in het groote mauso
leum der Handelingen worden .bjjgezet."
Zeker, deze minister ontkent niet, dat er
«something rotten" is in ods legerMis
schien zelfs veel. Aan de discipline, de
gehoorzaamheid, de toewjjding er hapert
heel wat aan. Men kan de menschen,
met grimmige straffen tot uiterljjke
gehoorzaamheid dwingen. Jawel, doch
waar de innerlijke; de niet zoo gemak
kelijk waarneembare, ontbreekt, daar is en
bljjft, voeg ik er, in alle bescheidenheid,
aan toe, de tocht slechts scbjj n.
Zeker, ons volk is „ongedisciplineerd."
De heer Coljjn ging twintig jaar geleden het
land uit en vond den toestand, gerepatriëerd
zynde, in het tjjdvak 18911911 verre van
verbeterd
Had hjj gehoopt terug te vinden een volk,
een Staat, gefatsoeneerd naar Pruisiscb-
bnreancratiach politie-drileysteem Had bjj
zioh in zoo-iets werkeljjk, echt verheugd,
verlustigd
Valt te betwjjfelen. Daarvoor hebben
stevige mensoben van karakter als deze
boerenzoon, die 't tot minister braoht, den
vryen, onbelemmerenden groei van menschen
en dingen immers te lief.
Maar tasschen het knnstmatig gedrilde en
gemuilbande, tnsscheu dit en het bande-
looze, bestaat nog iets anders Wat ons
ontbreekt, de heer Coljjn bedoelde 't en
duidde 't vluchtig aan, dat moet beeten
begrip, zin, liefde voor de solidariteitvoor
die hechte, loyale samenwerking, welke van
bet individu verwacht, dat bjj in de eerste
plaats «al denken aan zjjn plicht tegenover
de gemeenschap.
Die solidariteits-beginselen worden wel dag
aan dag en met soms zeer fraaie woorden
van de daken verkondigd, doch in de prak
tijk komt er in trouwe zoo bitter weinig van
terecht. Natuurlijk moet ook in dit opzicht
hot leger de weerspiegeling, het beeld zjjn
van de gewone maatschappij. Grieven, eischen,
klachten, protesten, vragen om lotsverbetering,
ze overstelpen den nieuwen minister den
dag nadat hjj zjjn ambt aanvaard. Ze vormen
ook buiten de kazerne schering en inslag
bemoeienis van wie grootere of kleinere
lakens heeft nit te deelen.
Wil degeen, die zulke verschijnselen be
denkelijk noemt, rechtmatige klachten in den
doofpot stoppen U, mjj on anderen de mond
snoeren, als wjj voor ons goed-recht opkomen?
De vraag toont reeds, dat men niet ver
mag te begrjjpen wat er omgaat in het ge
moed van dengeen, die over zulke .teekenen
des tjjda", als ik bier noemde, hel hoofd schudde.
Er is een dageljjka grooter, schriller, pijn
lijker wordend contrast tusschen rechten on
plichten. Wie de laatste waarachtig liet heeft
wie sjjn taak met toewjjding, met «hart"
vervalt, die zal ook de (reohten" gaan be-
kjjken met een ander oogzal ze in hun
werkeljjke groote aanschouwen, en Diet
geljjk ze zich voordoen, bekeken door het
allergevaarlijkste en zeer moderne «so easy"-
«U-, waardoor het eene zeer klein en het
'ere buitensporig groot ljjkt
len volk, dat zich met de taaiste hard
nekkigheid verzet tegen do meest oenvoudige
maatregelen van orde, getroffen in het alge-
moen belang; dat halsstarig on hardnekkig
weigert om maar een ietsje, een tikje, een
greintje van eigen jjdelheid, zolfverheorlyking,
eerzucht prjjs te geven om, bijvoorbeeld
„nationalen tyd" te besparen en aldus land
en volk te baten Een volk, dat in «jjne
eigenaardige «ongedisciplineerd zjjn" zich zóó
daideljjk doet herkennen in de saai xjjner
Vertegenwoordiging, hoe kan men ver
wachten, dat daar soldaten nit zulten worden
gerecruteerd, geljjk een Coljjn, zoo goed als
een Staal, zioh die wenschen
Maar het mooie, sympathieke in dezen
minister blyft vooral, dat hjj beseft, hoe «de
schuld" aan twee kanten schuilt. Zeker, in
do Nederlandsche kazerne is 't lang niet wat
't behoorde to wezen. Er is een bedenkeljjk
tekort aan «toewjjding". Onmiddellyk erkend 1
Doch hoe juist is 's heeren Coljjn's opmer
king, dat men al te lang uit het oog heeft
verloren de toch zoo eenvoudige waarheid,
dut men eerst lust, opgewektheid voor hun
taak kan verwachten bjj menschen, die men
werk te doen geeft, waaraan zy hnnne
krachten in vollen ernst kunnen geven. Weg,
roept deze bewindsman uit, met de
beuzelarijen, de nietigheden, de kinderach
tigheden, welke in de kazerne voor hoogst-
gewichtig gelden, nog steeds. Eerbied
voor de werkkracht der menschen. En ge
zorgd, dat xjj hnn opdracht niet alt «Spie-
lerjj" gaan beschonwen, waarmee men hon
doch dat iets van het besef in hen
opleeft van den ernst, van de hoogere be
langen, van de tot hooger orde dan soldaatje-
spelen" behoorende denkbeelden, welke er
aan verknooht zyn!
De oude «snorrebaard zal cnlko taal
hoorend, gesidderd hebben van woede en
verontwaardiging.»
Ons deert die gemoedsstemming niet. Nog
maals is een bres geschoten in het «heilig-
huisje" van de soldaterij naar voroudord
modelEerst als men goed en diep zal
gevoelen, hoeveel nadeel deze enghartige en
bekrompen heertoher ons heeft berokkend,
zal men begrypen, welk een gelnk 't is, dat
de deur steeds wjjder wordt geopend voor
■niverendeD, verfrisschenden luchtstroom...
UK. AKTOKIO.
FEUILLETON.
Het Stadsmeisje.
Aan haar, naar Haiddorf, behoefde ik
nooit weer te schryven, want vader duldde
niet, dat er eon brief aangenomen werd.
Gjj kunt n wel voorstellen, lieve Marie,
dut ik zeer bedroefd was en mjj zeer onge
lukkig gevoelde, maar Emils liefde en goed
heid hielpen mjj. Het was ook zoo mooi
elkaar geheel toe te bshooren.
Toen het geld kwam, 6000 mark, besloten
wjj, daar een eigen fotografie-inrichting van
te laten maken. Mjjn man was eerste bediende
bjj een fotograaf; nu kon hjj zelfstandig
guan werken, wat hem zeer verheugde. Zjjn
loon als bediende was voor ons beiden toch
niet voldoende.
Ik schafte het noodigste voor de huis
houding aan, en toen betrokken wjj onze
woning hier in bet huis van Goldammer."
«Toen gjj geboren werd, liefkind, en ik
begreep, wat ouderliefde beteekent, werd
ook bet gevoel voor myn huisgenooten weder
levendiger in mjj. Mjjn vurig verlangen naar
de geboorteplaats, naar den zegen van mjjn
vader, werd steeds grooter en is mjj tot
heden met onverminderde kracht bijgebleven.
Meer en meer heb ik ingezien, hoe zwaar
ik mjjn vader krenkte, en dat ik geen goed
kind geweest ben. Bjj ons is bet schande,
wanneer een rjjke boerendochter trouwt,
zonder dat er een groote bruiloft gevierd
wordt en *jj zonder muziek en zang, het
ouderlijke huis verlaat. Door in stilte te
vertrekken, had ik vaders trots gekwetst.
In de volgende jaren kwamen uren, waarin
ik mjj schaamde, het geld aangenomen te
hebben, dat mjj loskocht, uit de familie, die
ik toch niet loslaten wilde. Had ik daarmee
ingewilligd, dat vader dood voor mjj was
Gaf ik, evenals Esan, voor een oogenblik-
keljjke winst, heilige rechten prjjs Een
welkome hnlp was ons het geld toch geweest.
Nu konden wjj ons, wanneer wjj vljjtig
waren, met onze eigen zaak zoo goed on
kwaad als het ging door het leven slaan.
Na dit alles troostte ik mjj met de wet, die
in de geheele wereld geldt: De vrouw zal
vader eo moeder verlaten en den man aan
hangen.
Al mjjn redeneeren, dat ik toch wel goed
gehandeld had, hielp mjj echter weinig tegen
mjjn leed. Ik had een goeden man, dien ik
liefhad, een gezond kind en voldoende ver
diensten, maar van binnen knaagde mjjn
geweten.
Het drnkte mij en liet mjj geen rust, en
zoodoende schreef ik nog eens aan mjjn
zuster; ik vertelde haar van u, lieve Marie,
en hoe ik vurig naar vader verlangde. Buiten
op den omslag schreef ik mjjn adres en
wachtte nu als een veroordeelde, die op
begenadiging hoopt. De brief kwam terug
met het poststempel: Geweigerd.
Dat trof mjj als een dolkstoot in het hart,
het scheen mjj toe, alsof er iets van binnen
gebroken was, en ik voelde, dat ik door
heimwee gefolterd en mateloos voortgedreven
werd. Had ik nu zelf maar er heen kunnen
gaanmaar ik durfde het niet, vader is zoo
streng.
In dien tyd, ongeveer een jaar geleden,
toen ik ziek begon te worden, trof ik toe
vallig een meisje op do straat aan, uit mjjn
geboorteplaats. Zy dient hier, en al ia zij
ook jonger dan ik, en ai hadden wjj elkaar
slechts een paar malen gezien, zoo herken
den wjj elkaar toch dadeljjk. Lina moest mjj
van alles vertellen. Ik hield niet op, haar
nit te vragen.
Myn vader leefde nog, hjj moest tegen de
zeventig zjjn, de goede Rika was bjj hem
gebleven. Zjj woonden op de kleine hofstee,
en Trina mot haar gezin op onze boerderij,
die nu de Beermanshof heet. Trina's man
was echter het vorige jaar gestorvenzy
wist zich er fiink door te slaan, doordat haar
zonen goed aanpakten, deze konden reeds
in de twintig jaar zjjn dit en nog veel
meer, dat sinds al die jaren bjj ons was
voorgevallen, moest Lina mjj vertellen.
Aanvankeljjk scheen het, dat dit gesprek
mjj goed gedaan had, als een, die lang dorst
heelt geleden en eindeljjk gedronken heeft;
de dorst echter kwam terug, en daar ik in
mjjn opwinding vergeten had aan Lina te
vragen, bjj welke familie zij diende, en mjj
ook niet haar familienaam kon herinneren,
zoo was myn bron uitgeput. Door angst en
onrust gedreven, heb ik haar dikwjjls ge
zocht; ik liep telkens heen en weer in de
straat, waar ik haar eonmaal ontmoette,
doch ik vond haar niet meer.
Ik werd zieker en zieker en kon niet uit
gaan, en toen dacht ikachrjjf alles op voor
Marie, een brief van haar, waarin de mjjne
ligt, zal vader aannemen, on als zjjn ver-
stooten kind dood is, zal hjj het geen wrok
meer nadragen.
Misschien kunt gjj, lieve dochter, eens
naar Haiddorf reizen, en wanneer gjj daar
komt, moet gjj voor uwe arme moeder by
grootvader om vergiffenis vragen. Waaneer
hy mjj dan eindeljjk nog sjjn zegen geeft,
zoo geloof ik dan, dat de eeuwige rast daar
door volkomener zal worden.
U echter, Marie, wensch ik een onge
stoord gelnk, zoo als het mjj ten deel is
gevallen. Ik hoop, dat ik je zoo opgevoed
heb, dat je door de wereld kunt komen, en
dat je degelijkheid je voor den nood des
levens moge beschutten. Moge de volle rjjke
zegen, dien ik voor Gods troon voor je wil
afsmeeken, je deel worden; moge uwe liefde
bevryd zjjn van al de ellende, die> de mjjne
over mjj gebracht heeft! Leef gelukkig,
Marie, en vergeet nooit uw moeder.
Dora Liebreich, geboren Krnse."
Diep bewogen keek Marie naar de hand-
teekening. Het scheen, alsof haar in het
stille nacbteljjke uur de geest van de dier
bare overledene omzweefde. Zjj herinnerde
zich, hoe dikwjjl* zjj haar moeder schreiende
had gevonden, en hoe zjj zich moeite had
gegeven, om door hare kinderljjke lief-
koo.dngen het onbekende verdriet te ver
drijven, dat het hart van haar moeder zoo
zeer drukte.
Nu wist zjj, vrat haar moeder zoo gekweld
had. Het testament en de opdracht, die zjj
zoo laat had gekregen, zouden haar heilig
zjjn. Mocht haar grootvader Dn ook nog
maar leven, opdat zjj de ziel van de over
ledene kon ontlasten, zooals zjj het wenachte.
Aan roerende smeekingen zon zjj het niet
laten ontbreken.
Maar wat zon zjj nu doen Het liefst
zon zjj nn dadeljjk den brief van haar moeder
aan den grootvader hebben afgezonden, naar
zjj moest daar dan toch iets bijschrijven, en
sjj voelde, dat zjj te verward van gedachten
was, om dat iu dit nnr te kunnen doen.
Daar de oqvelag open wits, nam sjj ook
den brief van baar moeder aan grootvader
gerickt tor hand, en lae de kinderlijke dee
moedige smeekingen der v.erstootene om ver
giffenis. Zjj beklaagde zich daarin, dat sjj
geen geduld en geen gehoorzaamheid had
getoond, en geloofde zeker, dat haar zware
ziekte en haar vroege dood een straf van
God was voor haar slecht gedrag als kind.
Zjj eindigde met het verzoek, om als het
haar dochter eens mogeljjk zou sjjn, naar
Haiddorf te reizen, haar dan goed te ont
vangen en aan het onschuldige kind niet te
wreken, wat haar moeder misdaan had.
Marie pakte alle papieren bjj elkaar. Ge
durende haar zonderlinge huwelijksreis naar
het «Keizershof" zou sjj zeker tyd hebben,
om aan het verlangen van de dierbare over
ledene te voldoen, en den brief met eenigo
begeleidende woorden aan haar grootvader
af te zenden. Met dit doel wilde zjj de
papieren in den handkoffer leggen.
Het was eigenljjk de wensch van haar
moeder, dat zjj zelf naar haar grootvader
zou reizen. Hoe gaarne zon zjj dat gedaan
hebbenZjj begon te overwegen, of het niet
mogeljjk was, op de een of andere manier,
nam een toevallig op de schrijftafel liggend
reisboek ter hand, bladerde er in en vond
spoedig de lyn Berljjn—Stendal—Uelzen
Soltau. Wanneer zjj met den namiddagtrein
afreisde, kon zjj reeds tegen den avond in
Soltau zjjn, en vandaar in een goed uur
naar Haiddorf gaan. Dat alles bing nu echter
van Goldammer af. Zjj zon later beproeven,
toestemming en reisgeld van hem te krygen.
Dat was haar een aangenamo gedachte.
Haar arme moeder was ongelukkig ge
worden, daar sjj den zegen van haar vader
op baar levensweg had moeten missen. Mis
schien verdroeg sjj later haar gedwongen
huweljjk lichter, omdat zjj terecht kon zeggen,
dat sjj dit huweljjk had gesloten, om den
levensavond van haar vader van zorgen
vrjj te maken. Die gedachte zon haar helpen
en haar troosten over het gemis van eigen
geluk.
Bniten was het stiller geworden, de kleine
hangklok sloeg zoo juist twee uur. De wind
was toegenomen en stiet tegen de vensters.
Het glazen dak op het atelier kraakte, luid.
Hot licht van de lamp knetterde en walmde
en dreigde uit te gaan.
Huiverig van de kon stond Marie op. Zjj
nam do lamp op, die juist uitging, en kwam
al tastende in de keukenhier stak zjj licht
aan en ging in haar slaapkamer.
Toen zjj de voorbereidselen voor den
volgenden dag zag, ging baar een rilling
door de ledeD. Op een stoel stond de nog
opengeslagen handkoffer, die zjj op haar
vreemdsoortige huwelijksreis zou meenamen.
Deze bevatte een weinig waschgoed en een
eenvoudigo japon, die zjj nog nit een huis
japon van haar moeder had weten to maken.
Zjj wilde niet alles van haar verloofde aan
nemen. Hjj had het dikwjjls met haar over
sjjn vrijgevigheid en do onkosten die hjj
voor haar maakte. Zcodoende had sjj getracht,
zooveel mogeljjk nit het uagelatene van de
moeder en van haar eigen kleeren iets goeds
naar de laatste mode te maken.
Aan een kleerenhanger hing het reiskleed
en haar donkerblauwe zjjden trouwjapon,
elegante gewaden, dio Goldammer baar onder
veel eigen lof had geschonken. Mismoedig
wendde sjj haar blik daarvan af.
(Wordt vervolgd).