KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor Heldor, Texel, Wieringen en Anne Paulowna No. 4020. 39ste Jaargang. Zaterdag 19 Augustus 1911, 't Vliegend Blaadje p. 3 m. 50 ct., (r. p. post 75 ct., buitenland f 1.25 1're- l Zondagsblad 37f 45 f 0.75 iniëntf odeblad »»»55»»»»65» f0.90 (Voor het buitenland bij vooruitbetaling.) Advertentiön van 1 tot 5 regels 30 cent. Elke jogel meer6 Ilewys-cxeinplaar2} Vignetten en grootc letters worden naar plaatsruimte berekend. Intero.- Telefoon 8 O. Uitgeven C. DE BOER Jr. (v./h. BERKHOUT a Co), Helder. Burea Tweede Blad. NIEUWSBERICHTEN. HELDER, 18 Augustus. Vergiftiging. Gisteren en vandaag heeft de rechtbank te Haarlem zich onledig gehouden met de be handeling der vergiftigingasaken in de Nieuwe Meer. Men zal zich herinneren hoe op 9 Maart j.l. daar, op vermoeden zyn 'vrouw te hebben vergiftigd, werd gevangen genomen de brood bakker van E. on eenige dagen later zyn overbuurvrouw, vrouw H., wier man onder zeer verdachte omstandigheden, was overleden. De dood van dien man gaf den burgemeester van Haarlemmermeer aanleiding tot ingrypen, wyl de behandelende geneesheer dr. Folmer, vermoeden had gekregen dat er een misdrijf was gepleegd. Het lijk van H., naar Amsterdam overge bracht, bleek by de gehouden sectie arseni cum te bevatten en in het later opgegraven lyk van vrouw van E. werd eveneens arse nicum gevonden. De beide verdachten, van E. en vrouw H., die volgens buren en omwonenden met el kander in intieme verstandhouding stonden, hebben tot nu toe volhard in hun ontkenning iets van de vergiftiging af te weten. De substituut-officier van justitie mr. Hoyer heeft in de zaak van Exter 19 en in die van vrouw Hoogenhout 27 getuigen gedagvaard. Aan v. Exter is als verdediger toegevoegd mr. dr. Vis te Haarlem en vrouw H. heeft als verdediger gekozen mr. v. Gigh Jr. te A msterdam. Aan van E. wordt ten laste gelegd het toedienen of laten toedienen van arsenicum aan zyn echtgenoote Chr. van Roon, na het voornemen te hebben opgevat haar van het leven te berooven, waardoor zij op 25 Januari 1911 is overleden. Van E. zit doodkalm in het bankje. De publieke tribune is stampvol. Veel per sonen uit de Meer zyn aanwezig. Het rapport der deskundigen werd voor gelezen, waaruit bleek, dat de sectie op het lijk van vrouw Van E. heeft uitgemaakt, dat zy is overleden aan arsenicumvergiftiging; dat alle organen waren gebleken gezond alB van een normaal mensch. Ook van het on derzoek der urine van vrouw v. E. en van allerlei huismiddeltjes werd medegedeeld. Ook de scheikundige onderzoeking, waaruit de aanwezigheid van arsenicum in de urine was geconstateerd. Beklaagde deed een omstandig verhaal van de ziekte zyner echtgenootede ziekte had een dag of zeven geduurd. Hy had haar nooit medicynen gegeven, wel wyn, doch daar zat niets in. Hy kwam zelden by H. aan huis. Hy had vroeger verkeering gehad met haar, doch het was na 3 maanden afgeraakt. Hy had nooit arsenicum in huis gehad noch gekocht. H^j had zijn vrouw niet vergiftigd. Haar dood schryft hy toe aan een maagkwaal. Hy had nooit met zyn vrouw woorden gehad aan gaande zyn omgang met vrouw H. Dr. Talma deelde mede, hoe hy vermoeden van vergiftiging kreeg, toen H. ziek werd en aan dezelfde verBchynselen als de overleden vrouw van H. Hy onderzocht toen de urine die hy nog van haar had Btaan met dr. Schoo eu vond daarin arsenicum in eene hoeveelheid, die op vergiftiging duidde. De moeder en twee broeders van de over leden vrouw vap E. gaven een lang niet mooi getuigenis omtrent beklaagde E. De moeder en de broeders wezen op de intieme ver houding tusschen hem on vrouw H. Zelfs op den dag der begrafenis van zyn vrouw was hy dadelyk na afloop weer naar vrouw H. gegaan en de andere broer wees er op, hoe van E. de familie onkundig had gelaten van den gevaarlijken toestand waarin zyn zuster verkeerde. De doktoren Schoo, van Italië en van Ledden Hulseburg gaven een uitvoerig ver slag van hun schouwing, die uitwees, dat het lyk van vrouw van E. geen ziekelyke afwyking vertoonde. Het chemisch onderzoek wees op arsenicumvergiftiging. De vrouw was aan acute arsenicumvergiftiging overleden. De drogiBt Kunst te Amsterdam verklaarde, dat van E. by hem rattenkruid had gevraagd, om katten te dooden. Getuige had hom 2 maal 5 gram in opge- lostec vorm gegeven van Januari 1911 af. Beklaagde ontkent dat pertinent, doch ge tuige houdt even pertinent vol, dat hy het wel was. Hij herkende hem aan houding, stem en manken loop. Getuige Scharinghuise had vaak gezien, dat beklaagde en vrouw H. elkaar zoenden. Van E. was by hen of zou er komen. Niet waar zei van E. Een bediende vertelde nog veel meer. Van E. had zyn vrouw uitgeduid als een lastpost, zijn schoonmoeder als een lastig wyf en had gezegd, dat vrouw H. vry wat aardiger was. Een broeder van vrouw H. wist niet veel goeds van zyn zuBter te vertellen. Ook voor haar trouwen had zy niet veel gedeugd. Twee gewezen buurvrouwen van vrouw H. gaven allerslechtste inlichtingen over haar. Een er van was zelfs uit vrees voor ver giftiging verhuisd. De eisch was levenslange gevangenisstraf. Aan het pleidooi van mr. dr. Vis ontleenen wy, dat deze allereerst zyn verwondering er over uitsprak hoe de justitie te Haarlem op zoo weioig bewys als hier was byeen ver zameld rechtsingang tegen de verdachten had verleend. Dat do beide zaken afzonderlyk werden behandeld, bevreemdde hem eveneons. De inhoud van de dagvaarding wees er op hoe het O. M. zich zelf zwak voelde, daar toch niet alleen aan van E. was ten laste gelegd het toedienen van het vergif doch ook het toedienen door anderen. Verdediger behandelde nu een voor een de aanwijzingen door het O. M. aangevoerd als zooveel bewijzen van schuld voor den be klaagde. Dat een man als van E., door de justitie overvallen, had ontkend ooit arseni cum in huis te hebben gehad en in oen scheeve verstandhouding te hebben gestaan tot vrouw H., vond hy zeer begrypelyk. Volgens zijn inzien konden de rechters de overtuiging niet hebben, dat deze beklaagde den hem ten laste gelegden misdaad had ge pleegd, waar hy toch zelf op verzoek van dr. Volmer aan dezen nog by het leven van zyn vrouw urine ter onderzoek had aange boden. Verdediger legde er den nadruk op hoe op 23 Januari vrouw H. met een bord pap in de woning was gekomen en hoe na het ge bruik door vrouw van E. van eenigo lepels een verergering van haar toestand was inge treden. Niet van E. was de schuldige volgens mr. Vis, doch wel een ander, die er belang by had, dat zy van de wereld zou verdwyncn. Hy achtte zyn cliënt onschuldig en drong aan op vryspraak. Er werd nog gere- en gedupliceerd. Heden om tien uur dient de zaak van vrouw H. Marokko. Parys, 17 Augustus. De iMatin" en het Journal" zeggeu, dat het besluit van de Duitsche regeering, dat op 14 dezer aan Cambon is kenbaar gemaakt beteekent oen terugkeer naar den toestand zooals die in Juli was. Duitschland vraagt geheel Kongo op een klein stukje aan de kust by Sibrevillo na. Figaro meent, dat, by de thans gerezen moeilijkheden, een conferentie van de mogend heden, die de acte van Algeciras onderteekend hebben, mogelyk is. Keulen, 17 Augustus. De officieuze corres pondent van de «Kölnische Zeitung" te Ber- lyn bevestigt, dat de onderhandelingen tus schen Duitschland en Frankrijk in de laatste dagen minder vlot opschieten. Do rijkskanselier en do staatssecretaris van buitenlandsche zaken zullen den Keizer te Wilhelmshöhe ook dienaangaande verslag doen. Intnsschon bestaat er tusschen den Keizer en zijne ver antwoordelijke raadslieden voortdurend vol komen overeenstemming nopens de economi sche eischen en verdere aanspraken buiten Marokko. Wegens de protectionistische op vattingen van de Franschen is het moeiolyk een formule te vinden voor een verbintenis, op welke men onder alle omstandigheden staat zal kunnen maken. De staking in Engeland Londen, 17 Aug. De algemeene spoorweg staking is uitgeroepen. Londen, 17 Aug. Minister Churchill ver klaarde in het Lagerhuis, dat de toestand te Liverpool belangrijk verergerd is, doordat het Btakingscomité by de arbeiders van do electrische centrale erop heeft aangedrongen, dat zy het werk zouden ncderleggen. Mooht aan die opwekking gehoor worden gegeven, daD zouden Liverpool en omgeving verstoken zyn van trams en licht. Lloyd George deed een beroep op de leden van het Huis en op de pers, om zich op dit kritieke oogenblik van onderhandelingen be perking op te leggeD. Londen, 17 Aug. Later deelde minister Lloyd George mede, dat er opnieuw onder handelingen zyn geopend tusschen regeering en de spoorwegbeambten over de aanneming van het regeeringsvoorstel tot Onmiddellijke benoeming van een commissie ter onderzoek van do grieven der beambten. Londen, 17 Aug. Op de conferentie op het ministerie van handel stelde minister Burton aan de vertegenwoordigers van de arbeiders verschillende vragen. Zy antwoordden daarop, dat de directies de bemiddelingsovereenkomst van 1907 hadden geschonden, zoowel wat den geest als wat de letter betreft en dat het onmogelijk was herstel van grieven te ver krijgen, waarop do eerste minister Asquith voorstelde een koninklijke commissie te be noemen, die zou hebben te onderzoeken, welke wijzigingen in de overeenkomst wen- schelyk zyn. De directies namen het voorstel aan, de arbeiders echter wezen het van de hand. Asquith deelde den arbeiders daarop mede, dat de regeering, die op een onpartijdig standpunt staat, niet zal dulden, dat het spoorwegverkeer verstoord wordt en dus de noodige maatregelen zal nemen om zulks te voorkomen. Londen, 17 Aug. Hedenmiddag werd door het stakingscomilé besloten allen lantaarn opstekers te gelasten onmiddellijk het werk te hervatten. De prins uit Asschenpoester. Kolonel H. R. Green, 43 jaar oud, zoon van de rykste vrouw uit Amerika, mevrouw de weduwe Hetty Green, heeft bekend go- maakt, dat binnen enkele maanden zyn be lofte, om in 20 jaar niet te trouwen, eens aan zyn moeder gedaan, niet meer van kracht zal zijn, zoodat hij in de huwelyks- boot kan stappen. De kolonel heeft nu reeds 300 huwelyks- aanbiedingen gehad - van jonge dames, die hart en hand aan den zoon van mevrouw Hetty willen schenken. Uit alle staten van Amerika, uit Engeland en zelfs uit Haïti, zyn brieven gekomen. De kolonel verklaarde echter, dat hy nog geen keus gedaan heeft en dat hy alleen het meisje zal huwen, dat hem uit liefde en niet om zyn geld neemt. De brave kolonel zal intusschen een heele toer hebben om daar achter te komen. Gebruik van stookolie op de vloot. Het Fransche ministerie van marine heeft besloten, aan het gebruik van stookolie op de vloot meer uitbreiding te geven. Allo nieuwe torpedobooten en torpedojagers zullen er op ingericht worden om petroleum to stoken. Men richt thans te Brest, Toulon en te Cherbourg reservoirs op, terwyl ook een tankschip voor het vervoer van petroleum aangekocht is. Dit schip zal, volgens hot Roemeensche blad, waaraan wy dit bericht ontleenen, binnenkort te Constantzo een la ding petroleum innemen en naar Frankrijk vervoeren. Vermakelijke verdediging. Voor een der rechtbanken te Londen stonden twee mannen terecht, aangeklaagd wegens het stelen van zilver. Een van hen, Davis genaamd, deed het volgende verhaal: Ik ging voorby den winkel van den heer Pullen en zag Anderson dit was do andere beklaagde voor het venster staan en naar de étalage kijken. Anderson zei toen tot mij„dat is 'n rare manier, om je zilver zoo open en bloot voor de ramen te leggen. Ik antwoordde toen: „Dat is geen zilver!! Als 't zilver was, dan zouden zo 't zóó niet laten liggen. Anderson zei toen,,'t Is wél zilver!" ,,'t Is niet", zei ik. Om kort te gaan, hy wedde om twee shillings, dat het wel edel metaal was, waarop ik do ruit insloeg en het zilvor wegnam. Toen ik hot hem liet zien, was hy nóg niet overtuigd, of het al dan niet zilver was, en ik zei: ga dan mee naar Seven Dials, dan zal ik 't laten onderzoeken ou je bewyzen, dat 't wél is. Natuurlyk was ik al dadelyk van plan do gebroken ruit te betalen on de paar dingen, die ik meenam, terug to brengen; maar toon ik by Seven Dials kwam, was daar de de tective Brogden, dio mij gevangen nam en my hier bracht. Rechters en aangeklaagden moesten by 't doen van dit verhaal lachon, wat niet belette, dat de beide laatston veroordeeld werden. Geldschieters tegen wil en dank. De methoden, waarmee sommige oprich ters van magazynen te Parys hun schat ten verdiend hebben, worden door de grootc magazynen nog altijd en terecht in eero gehouden. Naar hartelust kunnen daar de kooplustige dames graaien in het uitgestalde goed zonder dat een vendeur ze lastig valt, en zonder dat ze er een uoo- dig hebben, want alleB is geprijsd. Ze kun nen zich laten thuissturen wuC ze willen, zonder dat er vooreerst van betalen sprake eerst acht of tien dagen later komt looper eens hooren, en krygt hy öf zyn geld (respectievelijk een fooi met het verzoek nog eens terug te komen wat de man best vindt; hy rapporteert dan: niet thuis ge troffen) öf het gekochte goed terug. Zelfs wat al lang gekocht en betaald is, kan altyd nog weer worden teruggegeven; er zyn in alle magazynen speciale kassen, waar dadelyk en zonder eenige formaliteit de koopBom wordt gerembourseerd. De algemeene stelregel is: ooit moeilijkheden maken, altyd even coulant zyn, en aan de zonderlingste eischen van de grilligste koopsters voldoen. Ze weten wel, deze handige kooplui, dat hoeveel kosten aan administratie en bezorging hierdoor ook nutteloos en renteloos gemaakt worden, ze toch juist daardoor het meeste geld ver dienen. Want van hetgeen maar gekocht wordt „omdat het toch altyd weer terugge geven kan worden", blijft o zoo veel definitief gekocht, omdat de koopster, die, als ze „rubis sur 1'ongle" had moeten geven, niet aan koopen gedacht zou hebben, er per slot van rekening toch niet meer van kan scheiden... Natuurlyk wordt van deze voorkomondo gewoonten op groote schaal misbruik gemaakt. De grofste vorm van oplichting is zich iets laten thuissturen en het niet betalen; in vele gevallen wordt het bedrag dan niet langs gerechtelyken weg geïnd, maar alleen de naam van de oplichtster op de zwarte lyst gezet; ze krygt dan niets meer op crediet. Aangezien deze truc achtereenvolgens by alle groote magazynen kan worden toegepast, levert ze heel wat op voordat de diverse adressen afgewerkt zyn. Een tweede en wel de meest voorkomende vorm van misbruik is het koopen, dragen en dan weer teruggeven. Een Parysche dame die meedoen wil, maar eigenlyk niet mee doen kan, heeft byv. voor oen soiree oon avondmantel noodig. Ze gaat den dag te voren naar een groot magazyn, kiest uit wat haar 't best aanstaat, last thuissturen, trekt den mantel 's avonds aan, strykt hem thuisgekomen weer netjes glad en als de looper een paar dagen later komt en do doos mee terugkrygt, merkt niemand dat 't kleedingctuk al eens dienst gedaan heeft. Sommige midinetjes zyn zóó handig in deze sport, dat ze zich doorloopend door zoo'n groot magazijn laten be-hooden. Ze koopon een vorm, ze koopon een pluim, zetten den pluim op den hoed, dragen het geheel een dag of wat, halen het dan uit elkaar, govon de samenstellende deelen terug en koopen voor hot gerestitueerde bedrag weer ander materiaal. Zoo hebben ze goedkoop variatie (als ze maar zorgen nooit haar parapluio to vergeten Dit alles weet iedere Purjjzenaar, maar ziehier iels, dat ik dezer dagen hoorde en dat voor mij althans nog nieuw was. Som mige dames dryven do handigheid zóóver, dat ze van de magazynen niet alleen kleeren, maar baar geld weten los te krygen. Dat is alweer zoo eenvoudig als 't ei van Columbus; 't behoefde alleen maar uitgevonden te worden. Stel een Parysche huisvrouw heeft op het eind van de maand een paar louis noodig om haar huishouden aan den gang te houden. Ze gaat naar een magazyn en kieBt zich daar, au hasard, een hoed, een mantel of een kostuum uit, die minBtens zooveel kosten als ze noodig heeft. De aankoop wordt thuis gebracht, behoeft natuurlyk nog niet be taald te worden. Den volgenden dag gaat madame naar 't magazyn en zegt dat hot gekochte haar toch niet bevalt, en dat zo haar geld terug wil hebben. Met de meeste voorkomendheid rembourseert men haar de seBtig, tachtig, honderd francs, die ze nog niet betaald heeft. En zoo is een heel gezin uit den brand want als de loopor komt is 't voor papa alweer „la Sainte Payo" geweest, en krygt de man „eerlyk" zyn geld voor het „gekochte" dat al weer in „Louvre" erf .Printemps" te koop staat.... Wat zegt men van zulk een crediet-orga- nisatie? Is 't niet grappig? Dat vindt oen kleine Parisienne uit, zonder dat ze ooit eco nomie bestudeerd heeft. En dc magazynen, die tóch rijk en ryker worden, se laissent laire, als gooie groote lobbesen, 't Gaat hun zóó goed, dat ze zich zelfs dezo onwillekeurige philanthropie permitteoren kunnen... Neurasthenie in den ouden tijd. De algemeen bekende gezondheidsregelen, volgens welke de zenuwzwakken van onzen tyd moeten leven, waren grootendeels al in de achttiende eeuw niet nieuw. Een Bernsch hoogleeraar, genaamd Tissot, doctor in de geneeskunde, heeft in 1768 een boekje liet licht laten zien, waarin hy aan allen, dio met hot hoofd werken, gulden regels voor schrijft. De titel lnidt: „De la Santé des Gons de Lettres el des Valétudinaircs." De toestanden, welke Tissot beschrijft, zijn in de 150 jaren, die sedert het verschynen van zijn boekje verloopen zijn, nog geen zier veranderd. Alleen is het aantal zonuwzwakkon grooter geworden. De Zwitsersche dokter uit de 18de eeuw geeft de volgende teekonende bescbryving van do ziekte dor hoofdwerkers, die in dien tyd hypochondrie heette, en thans neurasthenie genoemd wordt: „De eerste verschijnselen zyn een opmer kelijke kitteloorigheid, die men vroeger by don persoon in kwestie niet kende. Wan trouwen, vreesachtigheid, neerslachtigheid, moedeloosheid beheorschen hem. Iemand, dio totdusver voortvarend en vol ondernemings lust was, deinst bang voor alle initiatief terug. Do geringste verandering jaagt.hem vrees en bezorgdheid aan, hy beeft voor oen on verwachte gebeurtenis. Een lichte onpasse lijkheid lijkt hem een ernstige ziekte, do gedachte aan den dood verlaat hem geen oogenblik en wordt con voortdurende kwel ling voor hem. Ily neemt zichzelf waar en ontdekt, dat zyn go hengen achteruitgaat. Hy gevoelt zich tot zyne ontzetting niet bekwaam, om gecstelyk te schoppen. Doodmoe gaat de patiënt 's avonds te bed liggen, om een slechten, meestal alapeloozen nacht door te brengen. De prikkelbaarheid van zyne zenuwen belet hom 's nachts te slapen on maakt hem overdag onbillijk en lastig voor zyne omgeving." Men ziet het, de verschijnselen der neu- rastheuici van de 20ste eeuw verschillen in niets van die van de hypochondristen van de 18de. Ook de middelen, die dr. TisBot tot be strijding van het euvel aun de hand doet, zyn heden ten dage nog in gebruik. Hy zegt „De geestelijk overwerkte mensch heeft een lang verblyf on beweging in de v o r- scho lucht noodig. Maar wandelen is niet voldoende. Hy moet lichaamsspelen beoefenen, als schjjfwerpen, biljarten, kegelen, ballen, jagen, schieten, schormen, en dergelijke, den geest niet inspannende oefeningen ondernemen. Naar het voorbeeld van den Romeinschen Asinius Polio, mag degeen, die aan geestelijke rust behoefte heeft, geen brief, geen bericht van elders twee uur voor zonsondergang meer iu ontvangst nemen. Op zijn leefregel moet streng gelet worden. Men moet hom geeno vette en goeno zure, geene gerookte, geene gezouten spijzen voorzetten. Alle groenten, met uitzondering van dikke witte boonen, welke reeds Pythogoras, die een groot planteneter was, verbiedt, zijn aau de orde van den dag. Geen wild, geeu varkens- vleesch, geen gans, geen eend, geen visch met schubben. De veroorloofde vleeschsoorton zyn: malsch rund-, kalfs- en schapuvleesch, kippen, kapoenen, wanneer ze mot te vet zyn, duiven, patryzon, leeuweriken. Echter vermijde men zelfs dezen kost 's avonds. Het avondmaal moet, naar Plato's voorbeeld, „aangenaam voor het oogenblik en voor den fvolgendeu dag" zyn. Ais drank en voor algemeen gebruik raad ik welwater aan, dat licht Bcuuimt, wanneer het met zeep iu aan raking komt, dat de groenten goed kookt en de wasch goed wascht. Welwater geeft rustige nachten, oen goed huuieur, zachte zeden." Fel trekt dr. Tissot tegen het schadelyko theegebruik te velde, dat de Hollanders al in de 17de eeuw in zwang hebben gebracht. Man achtte het bevorderend voor den bloeds omloop. „In 1697", schryft Tissot, „heeft een zekere dr. Bontekoe, een Hollander van geboorte, een werk over het gebruik van thee als geneesmiddel doon verschynen. Bontekoe, die als geneesheer van den markgraaf van Brandenburg te Berlyn gestorven is, schreef twee tot driehonderd koppen thee daags voor zekere geestelijke toestanden voor." Daar komt Tissot krachtig tegen op. Thee is volgens hem, even schadelijk uls tabak. „Rooken is een overblijfsel van onbe schaafde gewoonten van wilde volksstammen. Voor met het hoofd werkende menschen is het een gevaarlijke prikkel, die de zenuwen verwoest. Nooit had ik kunnen denken, dut men denkende schepselen nog zulk primitief genoegen zou moeten afwennen." Voor het gebruik van goede chocolado voelt Tissot veel meer. Eindelyk iB hy van oordeel, dat men een hoofdwerker om gezondheidsredenen niet volstrekt een verblyf op het land moet aan bevelen: „Een met zyn hoofd werkend man heeft behoefte aan dc opwekkende atmosfeer van de groote stad. Is de toestand van den hypochondrist acuut, dan moet hy zich jaren lang van allen geestelijken arbeid geheel onthouden en alleen van melk en groenten leven." Het onvergeeflijke. Middernacht was reeds voorby en ze zaten als laatste gasten nog op het terras van het voorname restaurant. Voor hen in do mat- groene glazen fonkelde de zware Rjjnwyn, waaraan Leonore boven alle andore dranken de voorkeur gaf. Byna twee uur lang haddon ze zich levendig en vroolyk onderhouden, maar sedert een poosje viel er zoo nu on dan nog maar een onkel woord, dat een eigenaardige gedwongen klank had. Eindelyk, na een lang zwijgen, hief dr. Evertsen zijn glas omhoog en zag Leouora in de mooie donkere «ogen. „Op de terugkomst, morgen, van uw man, mevrouw!" Zonder een woord te spreken, klonk zy mot hom; maar de wyn had nauwelyks haar lippen aangeraakt of ze zette hot glas reeds weer op tafel. En do mooie oogen keken lang niet vroolijk. Dat zag de dokter echter schynbaar niet, want met een rustige, harte lijke stem, sprak hy verder: „Een Bcheiding van byna vier weken 1 En de eerste gedurende uw huwelyk; nietwaar' Wat zult u zich op hot woerzien verheugen!" Leonora leunde achterover in haar stool en haar dunne vingors speelden met de rozen, die Evertsen haar een paar uur geleden had aangeboden. Natuurlyk verheug ik my daarop. Had u misschien het tegendeel verwacht?" Een uitvorschende, byna loerende blik richtte ze van onder de half-gesioten oog leden op den dokter. Maar deze schudde ernstig het hoofd. „Natuurlyk niet! Hoe zou ik zoo iets kunnen vermoeden?' Zy antwoordde niol, maar nadat er weer een geruimen tyd gezwegen was, zei ze op zonderling scherpen toon: „Ik ben moe. Zullen wc weggaan?" Hij WH8 dadelijk bereid en legde haar galant, doch met de eerbiedige voorzichtig heid van een kamerdienaar de zachte zydeu shawl om de schouders, dio blank en vol schemerden door het dunne tulle van haar zomorjapon. „Zal ik een auto bestellen, mevrouw?" „Neen, uls de weg u niet to lang is, zou ik liever loopen." Hij bood haar zyn arm aan on zwygend liepen ze door den heerlijken zomernacht, tot ze by het hek van den dierentuin waren gekomen. Smachtend orgelde in de boschjes een nachtegaal. Op do wogen, die de breede hoofdallee kruisten, zag men hier en daar als schaduwen de gestalten van een paar jonge menschen, dio elkaar innig.omstrengeld hielden. En verleidelijk als de zachte lief kozing van een vrouwenhand, streek de koele nachtwind langs hunne door den wyn ver hitte wangen. Zwaarder dan by het begin lag Lconora's hand op den urm van haar begeleider; duidelyk voelde hy het warme, opbruisendo leven in haar toere gestalte. „Bont u ook zoo verheugd over den terug keer van mijn man?" vroeg ze plotseling. Zeg hot my maar heel oprecht. Ik zal u uw antwoord niet kwalijk nemen." „Het zal my een genoegen zyn hem terug te zien. U weet immers, mevrouw, welke oude en trouwe vrienden wij zyn." „Ja ja, ik weet het", zei zo ongeduldig. „Maar daar dacht ik eigenlyk niet aan. Ik bedoel, dat u wel bly zult zyn, nu ontheven te worden van de ridderdiensten, die u my gedcrende deze vier weken zoo opofferend hebt bewezen. Hot hoeft u zeker dikwijls een zware overwinning gekost, my zooveel van uw kostbaren tyd af te staan, en ik maak me nu het verwyt, misbruik van uw vriendelijkheid te hebben gemaakt." In haar stem klonk een sterk verlangen hem iets af te dwingen, dat meer was dan een kompliment. Haar stem was zachter on wolluidender geworden; een lieve meisjes achtig onschuldige coquotterie lag in het lachje, waarmee ze naar hom opzag. En ze scheen op dit oogenblik nog houderdmaal mooier dan anders. Dr. Evertsen ontzegde zich bepaald een genot, door zoo star voor zich uit te kijken in plaats van haar aan te zien. „Dat is hensch een verwyt zonder reden", zij hy vriendelijk, doch zonder warmte. „Ik zal u integendeel altyd dankbaar bly ven voor de welwillendheid, waarmee u zich de diensten van een zoo onhandig cavelier liet welge vallen." „O deze valsche bescheidenheid staat u heelemaal niet goed. Wilt u dan, dat ik complimenten ga maken, en u zeg, hoe aangenaam het my was deze vier weken door u in mijn eenzaamheid getroost te worden? Ik zou het graag doen, als ik niet bang was n meer te moeten kwetsen dan te vleien." „Op dat gevaar af zon ik u byna daarom verzoeken, mevrouw!" „En mag ik heel oprecht zyn geheel oprecht, mynheer Evertsen ,Zoo oprecht als u maar mogelijk is." „Goedl Maar ik stel een voorwaarde. U moet me ook even oprecht antwoorden. Wilt u dat beloven Ik beloof het u." Ernstig, byna plechtig, had hy het gezegd. Leonore talmde een paar seconden als in innerlyken tweestrijd. Maar haar mooie jonge lichaam schoen hem gedurende deze seconden nog nader te komen en eeoigszins deemoedig, schuw was dc toon van haar stem, toen ze eindelyk zeide: Tot aan den dag na het vertrek van myn man heb ik in de vaste overtuiging geleefd, dat n mij niet kon uitstaan. En ik ik meende, dat ik u ook niet kou uitstaan. Bent u nu boos om myn vrijmoedige be kentenis In 't geheel niet. Maar ik boboef u openlyk niet te verzekeren, dat u zich, wat myn meening over u betreft, totaal vergist hebt Neen daar ik u niet voor een huiche laar houd. En daar bet toch heel onbe grijpelijk zou zyn, dat u vier weken lang moeite zoudt hebben gedaan, mij aangenaam te zijn, wanneer u nu, wanneer u mij niet mocht lyden. Maar ik ontken niet, dat ik in bet begin licel verbaasd was over uw yvor om my den tyd te verkorten. En ik wil u niet verbergen, dat ik my uwe vriende lijke attenties in 't begin slechts uit oen zekere nieuwsgierigheid liet welgevallen. Ik kon niet begrypen, waarom u zoo ridderlyk was waarom juist u zich verplicht ge voelde, my over de verveling myner een zaamheid heen te helpen. Zonder deze nieuws gierigheid was ik waarschynlyk veel terug houdender geweest en daardoor bewaard ge bleven voor menige domheid." Voor menige domheid, mevrouw •Ja, vindt u het dan niet heel onverstandig, dat ik bijna iederen avond, sinds Rudolf weg is, in uw gezelschap en bovendien heel alleen met u heb doorgebracht Zoudt u willen, dat ik het aan miju man vertelde?" Het zou inderdaad beter zyn, dat hy het niet hoorde." Met het volle gewicht van haar mooio jonge lichaam bing ze nn aan zyn arm. Haar oogen glansden en haar adem ging snel. Maar zal hy morgen terug komen", zei ze heel zacht. fBent u niet bang voor de gevaren van een geheim, dat wy samen voor hem zouden hebben „Neen." Maar ik ik ben bang, mynheer Evert sen! Niet voor myn man, maar voor u en voor my zelf." Dan moet ik het voor myn eereplicht houden, u van dozen angst te bevryden. Ik ben van plan, overmorgen een reis te gaan maken, mevrouw, een reis dio me waar schynlyk maandenlang van hier verwijderd zal honden." Lconore's gezicht vertoonde een uitdruk king van grenzenlooze verbazing. U wilt op reis gaan U wilt nu weggaan En waarom Omdat er voor my hier niets meer te doen is, nadat ik myn vriendschapsplichten togonover uw man vervuld heb. .Vriendschapsplichten? Ik begryp niet, wat u bedoelt." Wilt u my myn belofte, dio ik u zoo even gegeven hob de belofte om open hartigheid met openhartigheid to beantwoor den, tcruggoven f" Neen!" riep ze heftig. .Wanneer u niet wilt, dat ik het allerergste van u denk, moet n die belofte honden." Ik ben gedurende deze vier weken uw getrouwe begoleider geweest, mevrouw uiel om u aangenaam to zyn, maar om het geluk van myn besten vriend voor heimelyk loe rende gevaren te behoeden. Ik heb u hard nekkig on opvallend het bof gemaakt, omdat ik andoren, die gewetenloozer zyn dan ik, wilde verhinderen het te doen. En ik ver heug my van harto, dat het my gelukt is." Leonore had al lang haar hand van zijn arm laten glydon. Doodsbleek Blond ze iu het helle maanlicht voor hom, ou nooit to oren had hy in oen paar oogen oen uit drukking van zoo wilden doodelykon haat gu- Ik dank u, dat u mij tot zoover begeleid heeft, mynheer Evertseu. Den verderen weg zal ik liever alleen afleggen. Met een beleefde buiging nam hy zyn hood af. Hij wiBt, dat dozo vrouw hem nooit zou kunnen vergeven. Maar bot was zyn plicht geweest het vonkje uit te dooven, dat li\j togen zyn wil in haar ontstoken had. En hy was tevreden ovor wat hy gedaan had Twee uur na zyn terugkomst zond Leonoro's man zyn getuigen aan dokter Evertsen, on deze verdedigde zich met geen woord vegen het verwyt schandolijk verraad gepleegd le hebben tegen het vertrouwen van zijn vriend. Leonore had het geweten, dat hfj zich niet verdedigen zou. wanneer ze deze leugen over hem vertelde. En ze had het juiste middel gevonden om de ijverzuchtige woede van haar man te prikkelen. In haar hart was niots dan triomfeeronde bevrediging toen ze hoorde, dat dr. Evertsen door den oorston kogel van haar man doodelyk getroffen was- En nooit hield ze op den doode te haten. Uit den Omtrek. Texel, 16 Augustus 1911. Vergissingen zyn menBchclyk, doch kun nen niettemin van zeer onaangenamen aard zyn. Dit ondervonden onlangs ook een paar reizigers. Een er van moest per stoomboot „Dageraad" naar Helder, maar stapte aan boord van de »Ada van Holland", die naar Harlingen stoomde. Te laat om zyn font nog to herstellen merkte de man zyn vergissing. Een ander, die van Harlingen naar Helder wilde reizen, stapte in plaats van aan boord van de „Ada", op de .Minister Kraus" un kwam op Terschelling terecht. In drie maanden tyds, van 15 Mei tot 15 Aug.. zyn hier 35144 lammeren uitgevoerd. Gedurende deze week heelt de veeuitvoer bedragen 433 lammeren, 291 schapen, 7 koeien, 14 kalveren, 1 veulen en 8 varkens Schapen golden f 13.k f 17.en lammeren f 12.50 k f 14.50 per stuk. Anna Paulowna. Groenteveiling van Dinsdag 15 Augustus. Aardappelen f 1.k f 1.60 per zak. Kleine: f0.60 k f 1.30 per zak. Wortelen: 12.40 k f2.50 per 100 bos. Slaboonen f2.50 A f 11.per 100 kilo. Snyboonen10.75 A f2."per 1000. Groote boonenf 0.80 A f 1.per 1000. Komkommersf 1.k 14.per 100. V_ De gevleugelde bewoners op en bij bet Marsdiep. xvni. Kemphanen. Op de droogvallende zandplaten van ons waarnemingsgebied kan men, vooral in den nazomer. Kemphanen vinden, docb meu beschouwt ze dan als Strandloopers, waar mede ze de meeste overeenkomst hebben. Wie ze evenwel in hun liefdeleven wil leeren kennen, moet ze bezoeken in bet voorjaar in den Prins Hendrik-polder op Texel, in de duinvalleien en op verschillende andere plaatsen, waar de zonderlinge dieren hunne kampspelen uitvoeren. In gedachten bevinden we ons des mor gens vroeg in bedekking op korten afstand van zoo'n tournooiveld. Hoor, daar suist wat langs ons heen! Ja, het zyn Mannetjes- Kemphanen. Drie zetten zich op het midden van do platgetreden kampplaats neer. Daar komen er nog twee, nog een en nog een, eu zoo zyn er spoedig een twintig byeen. Nu eens vliegt er een been, om spoedig weer te keeren, dan weer komen er enkele nieuwe lingen by. 't Wordt licht en we kunneu reeds bet verschil in vederkleed onderscheiden, en onmiddellyk valt het op, dat er geen twee vogels geljjk zijn. Zonderling toch Want als straks de broed- en paartyd voor by is, dan hebben ze alle. weer uon gelyk- klourig pakje aan, precies als de wyfjes, en elke Kemphaan is weder een stille, een zelvige vogel geworden. In hot voorjaar beginnen zich de voeren aan den bals te ontwikkelen, die weldra tot eon grooton kraag uitgroeien. Ook ia de kop dan met twee bundels lange veeren versierd, die uls ooren op het achterhoofd prijken. Docb de kleurverschillen zyn wel het meest eigenaardig. Sommige mannetjes zyn mooi bruin, andore byna wit en weer andere Btaalblauwachtig, met alle mogelyke variaties daartusscben. Opmerkelyk zyn ook de menigte gele wratjes, waarmee het aangezicht bedekt is, alsof een aantal parasieten zich daarop gevestigd heeft. Ook dezo wratjes verdwijnen later weer met de verlengde hals- en kopvederen, die, als het ware, het strydkleed van de Mannetjes- Kemphanen uitmaken. 't Is nu byna geheel dag geworden en du vogels zyn, wat uit hunne houding bljjkt, van strydlust vervuld. Daar rennen ze op elkander aan. met de snavels in horizontale richting onmiddellyk by den grond gehouden Maar woest gerust, want er znllen geen dooden vallen, 't Zyn slechts spiegelgevechten, die ze leveren. Daar komt er eon zonder verlengde veeren op het slagveld. Op keel, borst en buik zyn do veeren wit, en op de overige deelen zwartbruin met witte en ros achtige zoomen en vlokken. Dat is een wyfje. Nu komt er extra beweging onder (le munnetjes. Wat een drukte en gekrioel 't Is, of alle zich op het voordeeligst willen voordoen. Allerlei buigingen worden gemaakt en ten slotte schynt het wyfje zich voor één der mannetjes te interesseeren. Weg vliegt ze, gevolgd door het mannetje, dal men nu in eeaige dagen niet meer op de

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1911 | | pagina 1