KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor Heldor, Texel, Wieringen en Anne Paulowna
No. 4020.
39ste Jaargang.
Zaterdag 19 Augustus 1911,
't Vliegend Blaadje p. 3 m. 50 ct., (r. p. post 75 ct., buitenland f 1.25
1're- l Zondagsblad 37f 45 f 0.75
iniëntf odeblad »»»55»»»»65» f0.90
(Voor het buitenland bij vooruitbetaling.)
Advertentiön van 1 tot 5 regels 30 cent.
Elke jogel meer6
Ilewys-cxeinplaar2}
Vignetten en grootc letters worden naar plaatsruimte berekend.
Intero.-
Telefoon 8 O.
Uitgeven C. DE BOER Jr. (v./h. BERKHOUT a Co), Helder.
Burea
Tweede Blad.
NIEUWSBERICHTEN.
HELDER, 18 Augustus.
Vergiftiging.
Gisteren en vandaag heeft de rechtbank te
Haarlem zich onledig gehouden met de be
handeling der vergiftigingasaken in de Nieuwe
Meer. Men zal zich herinneren hoe op 9 Maart
j.l. daar, op vermoeden zyn 'vrouw te hebben
vergiftigd, werd gevangen genomen de brood
bakker van E. on eenige dagen later zyn
overbuurvrouw, vrouw H., wier man onder
zeer verdachte omstandigheden, was overleden.
De dood van dien man gaf den burgemeester
van Haarlemmermeer aanleiding tot ingrypen,
wyl de behandelende geneesheer dr. Folmer,
vermoeden had gekregen dat er een misdrijf
was gepleegd.
Het lijk van H., naar Amsterdam overge
bracht, bleek by de gehouden sectie arseni
cum te bevatten en in het later opgegraven
lyk van vrouw van E. werd eveneens arse
nicum gevonden.
De beide verdachten, van E. en vrouw H.,
die volgens buren en omwonenden met el
kander in intieme verstandhouding stonden,
hebben tot nu toe volhard in hun ontkenning
iets van de vergiftiging af te weten.
De substituut-officier van justitie mr. Hoyer
heeft in de zaak van Exter 19 en in die van
vrouw Hoogenhout 27 getuigen gedagvaard.
Aan v. Exter is als verdediger toegevoegd
mr. dr. Vis te Haarlem en vrouw H. heeft
als verdediger gekozen mr. v. Gigh Jr. te
A msterdam.
Aan van E. wordt ten laste gelegd het
toedienen of laten toedienen van arsenicum
aan zyn echtgenoote Chr. van Roon, na het
voornemen te hebben opgevat haar van het
leven te berooven, waardoor zij op 25 Januari
1911 is overleden.
Van E. zit doodkalm in het bankje.
De publieke tribune is stampvol. Veel per
sonen uit de Meer zyn aanwezig.
Het rapport der deskundigen werd voor
gelezen, waaruit bleek, dat de sectie op het
lijk van vrouw Van E. heeft uitgemaakt, dat
zy is overleden aan arsenicumvergiftiging;
dat alle organen waren gebleken gezond alB
van een normaal mensch. Ook van het on
derzoek der urine van vrouw v. E. en van
allerlei huismiddeltjes werd medegedeeld.
Ook de scheikundige onderzoeking, waaruit
de aanwezigheid van arsenicum in de urine
was geconstateerd.
Beklaagde deed een omstandig verhaal van
de ziekte zyner echtgenootede ziekte had
een dag of zeven geduurd. Hy had haar nooit
medicynen gegeven, wel wyn, doch daar zat
niets in.
Hy kwam zelden by H. aan huis. Hy had
vroeger verkeering gehad met haar, doch
het was na 3 maanden afgeraakt. Hy had
nooit arsenicum in huis gehad noch gekocht.
H^j had zijn vrouw niet vergiftigd. Haar dood
schryft hy toe aan een maagkwaal. Hy had
nooit met zyn vrouw woorden gehad aan
gaande zyn omgang met vrouw H.
Dr. Talma deelde mede, hoe hy vermoeden
van vergiftiging kreeg, toen H. ziek werd en
aan dezelfde verBchynselen als de overleden
vrouw van H. Hy onderzocht toen de urine
die hy nog van haar had Btaan met dr. Schoo
eu vond daarin arsenicum in eene hoeveelheid,
die op vergiftiging duidde.
De moeder en twee broeders van de over
leden vrouw vap E. gaven een lang niet mooi
getuigenis omtrent beklaagde E. De moeder
en de broeders wezen op de intieme ver
houding tusschen hem on vrouw H. Zelfs op
den dag der begrafenis van zyn vrouw was
hy dadelyk na afloop weer naar vrouw H.
gegaan en de andere broer wees er op, hoe
van E. de familie onkundig had gelaten van
den gevaarlijken toestand waarin zyn zuster
verkeerde.
De doktoren Schoo, van Italië en van
Ledden Hulseburg gaven een uitvoerig ver
slag van hun schouwing, die uitwees, dat
het lyk van vrouw van E. geen ziekelyke
afwyking vertoonde. Het chemisch onderzoek
wees op arsenicumvergiftiging. De vrouw was
aan acute arsenicumvergiftiging overleden.
De drogiBt Kunst te Amsterdam verklaarde,
dat van E. by hem rattenkruid had gevraagd,
om katten te dooden.
Getuige had hom 2 maal 5 gram in opge-
lostec vorm gegeven van Januari 1911 af.
Beklaagde ontkent dat pertinent, doch ge
tuige houdt even pertinent vol, dat hy het
wel was. Hij herkende hem aan houding,
stem en manken loop.
Getuige Scharinghuise had vaak gezien,
dat beklaagde en vrouw H. elkaar zoenden.
Van E. was by hen of zou er komen. Niet
waar zei van E.
Een bediende vertelde nog veel meer.
Van E. had zyn vrouw uitgeduid als een
lastpost, zijn schoonmoeder als een lastig
wyf en had gezegd, dat vrouw H. vry wat
aardiger was.
Een broeder van vrouw H. wist niet veel
goeds van zyn zuBter te vertellen. Ook voor
haar trouwen had zy niet veel gedeugd.
Twee gewezen buurvrouwen van vrouw H.
gaven allerslechtste inlichtingen over haar.
Een er van was zelfs uit vrees voor ver
giftiging verhuisd.
De eisch was levenslange gevangenisstraf.
Aan het pleidooi van mr. dr. Vis ontleenen
wy, dat deze allereerst zyn verwondering er
over uitsprak hoe de justitie te Haarlem op
zoo weioig bewys als hier was byeen ver
zameld rechtsingang tegen de verdachten had
verleend. Dat do beide zaken afzonderlyk
werden behandeld, bevreemdde hem eveneons.
De inhoud van de dagvaarding wees er op
hoe het O. M. zich zelf zwak voelde, daar
toch niet alleen aan van E. was ten laste
gelegd het toedienen van het vergif doch ook
het toedienen door anderen.
Verdediger behandelde nu een voor een de
aanwijzingen door het O. M. aangevoerd als
zooveel bewijzen van schuld voor den be
klaagde. Dat een man als van E., door de
justitie overvallen, had ontkend ooit arseni
cum in huis te hebben gehad en in oen scheeve
verstandhouding te hebben gestaan tot vrouw
H., vond hy zeer begrypelyk.
Volgens zijn inzien konden de rechters de
overtuiging niet hebben, dat deze beklaagde
den hem ten laste gelegden misdaad had ge
pleegd, waar hy toch zelf op verzoek van
dr. Volmer aan dezen nog by het leven van
zyn vrouw urine ter onderzoek had aange
boden.
Verdediger legde er den nadruk op hoe op
23 Januari vrouw H. met een bord pap in
de woning was gekomen en hoe na het ge
bruik door vrouw van E. van eenigo lepels
een verergering van haar toestand was inge
treden. Niet van E. was de schuldige volgens
mr. Vis, doch wel een ander, die er belang
by had, dat zy van de wereld zou verdwyncn.
Hy achtte zyn cliënt onschuldig en drong
aan op vryspraak.
Er werd nog gere- en gedupliceerd.
Heden om tien uur dient de zaak van
vrouw H.
Marokko.
Parys, 17 Augustus. De iMatin" en het
Journal" zeggeu, dat het besluit van de
Duitsche regeering, dat op 14 dezer aan
Cambon is kenbaar gemaakt beteekent oen
terugkeer naar den toestand zooals die in
Juli was. Duitschland vraagt geheel Kongo
op een klein stukje aan de kust by Sibrevillo na.
Figaro meent, dat, by de thans gerezen
moeilijkheden, een conferentie van de mogend
heden, die de acte van Algeciras onderteekend
hebben, mogelyk is.
Keulen, 17 Augustus. De officieuze corres
pondent van de «Kölnische Zeitung" te Ber-
lyn bevestigt, dat de onderhandelingen tus
schen Duitschland en Frankrijk in de laatste
dagen minder vlot opschieten. Do rijkskanselier
en do staatssecretaris van buitenlandsche
zaken zullen den Keizer te Wilhelmshöhe
ook dienaangaande verslag doen. Intnsschon
bestaat er tusschen den Keizer en zijne ver
antwoordelijke raadslieden voortdurend vol
komen overeenstemming nopens de economi
sche eischen en verdere aanspraken buiten
Marokko. Wegens de protectionistische op
vattingen van de Franschen is het moeiolyk
een formule te vinden voor een verbintenis,
op welke men onder alle omstandigheden
staat zal kunnen maken.
De staking in Engeland
Londen, 17 Aug. De algemeene spoorweg
staking is uitgeroepen.
Londen, 17 Aug. Minister Churchill ver
klaarde in het Lagerhuis, dat de toestand
te Liverpool belangrijk verergerd is, doordat
het Btakingscomité by de arbeiders van do
electrische centrale erop heeft aangedrongen,
dat zy het werk zouden ncderleggen.
Mooht aan die opwekking gehoor worden
gegeven, daD zouden Liverpool en omgeving
verstoken zyn van trams en licht.
Lloyd George deed een beroep op de leden
van het Huis en op de pers, om zich op dit
kritieke oogenblik van onderhandelingen be
perking op te leggeD.
Londen, 17 Aug. Later deelde minister
Lloyd George mede, dat er opnieuw onder
handelingen zyn geopend tusschen regeering
en de spoorwegbeambten over de aanneming
van het regeeringsvoorstel tot Onmiddellijke
benoeming van een commissie ter onderzoek
van do grieven der beambten.
Londen, 17 Aug. Op de conferentie op het
ministerie van handel stelde minister Burton
aan de vertegenwoordigers van de arbeiders
verschillende vragen. Zy antwoordden daarop,
dat de directies de bemiddelingsovereenkomst
van 1907 hadden geschonden, zoowel wat den
geest als wat de letter betreft en dat het
onmogelijk was herstel van grieven te ver
krijgen, waarop do eerste minister Asquith
voorstelde een koninklijke commissie te be
noemen, die zou hebben te onderzoeken,
welke wijzigingen in de overeenkomst wen-
schelyk zyn.
De directies namen het voorstel aan, de
arbeiders echter wezen het van de hand.
Asquith deelde den arbeiders daarop mede,
dat de regeering, die op een onpartijdig
standpunt staat, niet zal dulden, dat het
spoorwegverkeer verstoord wordt en dus de
noodige maatregelen zal nemen om zulks te
voorkomen.
Londen, 17 Aug. Hedenmiddag werd door
het stakingscomilé besloten allen lantaarn
opstekers te gelasten onmiddellijk het werk
te hervatten.
De prins uit Asschenpoester.
Kolonel H. R. Green, 43 jaar oud, zoon
van de rykste vrouw uit Amerika, mevrouw
de weduwe Hetty Green, heeft bekend go-
maakt, dat binnen enkele maanden zyn be
lofte, om in 20 jaar niet te trouwen, eens
aan zyn moeder gedaan, niet meer van
kracht zal zijn, zoodat hij in de huwelyks-
boot kan stappen.
De kolonel heeft nu reeds 300 huwelyks-
aanbiedingen gehad - van jonge dames, die
hart en hand aan den zoon van mevrouw
Hetty willen schenken. Uit alle staten van
Amerika, uit Engeland en zelfs uit Haïti,
zyn brieven gekomen. De kolonel verklaarde
echter, dat hy nog geen keus gedaan heeft
en dat hy alleen het meisje zal huwen, dat
hem uit liefde en niet om zyn geld neemt.
De brave kolonel zal intusschen een heele
toer hebben om daar achter te komen.
Gebruik van stookolie op de vloot.
Het Fransche ministerie van marine heeft
besloten, aan het gebruik van stookolie op
de vloot meer uitbreiding te geven. Allo
nieuwe torpedobooten en torpedojagers zullen
er op ingericht worden om petroleum to
stoken. Men richt thans te Brest, Toulon en
te Cherbourg reservoirs op, terwyl ook een
tankschip voor het vervoer van petroleum
aangekocht is. Dit schip zal, volgens hot
Roemeensche blad, waaraan wy dit bericht
ontleenen, binnenkort te Constantzo een la
ding petroleum innemen en naar Frankrijk
vervoeren.
Vermakelijke verdediging.
Voor een der rechtbanken te Londen
stonden twee mannen terecht, aangeklaagd
wegens het stelen van zilver.
Een van hen, Davis genaamd, deed het
volgende verhaal:
Ik ging voorby den winkel van den
heer Pullen en zag Anderson dit was do
andere beklaagde voor het venster staan
en naar de étalage kijken. Anderson zei
toen tot mij„dat is 'n rare manier, om je
zilver zoo open en bloot voor de ramen te
leggen. Ik antwoordde toen: „Dat is geen
zilver!! Als 't zilver was, dan zouden zo 't
zóó niet laten liggen. Anderson zei toen,,'t
Is wél zilver!" ,,'t Is niet", zei ik. Om kort
te gaan, hy wedde om twee shillings, dat
het wel edel metaal was, waarop ik do ruit
insloeg en het zilvor wegnam. Toen ik hot
hem liet zien, was hy nóg niet overtuigd,
of het al dan niet zilver was, en ik zei: ga
dan mee naar Seven Dials, dan zal ik 't
laten onderzoeken ou je bewyzen, dat 't wél
is. Natuurlyk was ik al dadelyk van plan
do gebroken ruit te betalen on de paar dingen,
die ik meenam, terug to brengen; maar toon
ik by Seven Dials kwam, was daar de de
tective Brogden, dio mij gevangen nam en
my hier bracht.
Rechters en aangeklaagden moesten by 't
doen van dit verhaal lachon, wat niet belette,
dat de beide laatston veroordeeld werden.
Geldschieters tegen wil en dank.
De methoden, waarmee sommige oprich
ters van magazynen te Parys hun schat
ten verdiend hebben, worden door de grootc
magazynen nog altijd en terecht
in eero gehouden. Naar hartelust kunnen
daar de kooplustige dames graaien in het
uitgestalde goed zonder dat een vendeur
ze lastig valt, en zonder dat ze er een uoo-
dig hebben, want alleB is geprijsd. Ze kun
nen zich laten thuissturen wuC ze willen,
zonder dat er vooreerst van betalen sprake
eerst acht of tien dagen later komt
looper eens hooren, en krygt hy öf zyn
geld (respectievelijk een fooi met het verzoek
nog eens terug te komen wat de man best
vindt; hy rapporteert dan: niet thuis ge
troffen) öf het gekochte goed terug. Zelfs
wat al lang gekocht en betaald is, kan altyd
nog weer worden teruggegeven; er zyn in
alle magazynen speciale kassen, waar dadelyk
en zonder eenige formaliteit de koopBom wordt
gerembourseerd. De algemeene stelregel is:
ooit moeilijkheden maken, altyd even
coulant zyn, en aan de zonderlingste eischen
van de grilligste koopsters voldoen. Ze weten
wel, deze handige kooplui, dat hoeveel kosten
aan administratie en bezorging hierdoor ook
nutteloos en renteloos gemaakt worden, ze
toch juist daardoor het meeste geld ver
dienen. Want van hetgeen maar gekocht
wordt „omdat het toch altyd weer terugge
geven kan worden", blijft o zoo veel definitief
gekocht, omdat de koopster, die, als ze „rubis
sur 1'ongle" had moeten geven, niet aan
koopen gedacht zou hebben, er per slot van
rekening toch niet meer van kan scheiden...
Natuurlyk wordt van deze voorkomondo
gewoonten op groote schaal misbruik gemaakt.
De grofste vorm van oplichting is zich iets
laten thuissturen en het niet betalen; in vele
gevallen wordt het bedrag dan niet langs
gerechtelyken weg geïnd, maar alleen de
naam van de oplichtster op de zwarte lyst
gezet; ze krygt dan niets meer op crediet.
Aangezien deze truc achtereenvolgens by alle
groote magazynen kan worden toegepast,
levert ze heel wat op voordat de diverse
adressen afgewerkt zyn.
Een tweede en wel de meest voorkomende
vorm van misbruik is het koopen, dragen
en dan weer teruggeven. Een Parysche dame
die meedoen wil, maar eigenlyk niet mee
doen kan, heeft byv. voor oen soiree oon
avondmantel noodig. Ze gaat den dag te
voren naar een groot magazyn, kiest uit
wat haar 't best aanstaat, last thuissturen,
trekt den mantel 's avonds aan, strykt hem
thuisgekomen weer netjes glad en als de
looper een paar dagen later komt en do
doos mee terugkrygt, merkt niemand dat 't
kleedingctuk al eens dienst gedaan heeft.
Sommige midinetjes zyn zóó handig in deze
sport, dat ze zich doorloopend door zoo'n
groot magazijn laten be-hooden. Ze koopon
een vorm, ze koopon een pluim, zetten den
pluim op den hoed, dragen het geheel een
dag of wat, halen het dan uit elkaar, govon
de samenstellende deelen terug en koopen
voor hot gerestitueerde bedrag weer ander
materiaal. Zoo hebben ze goedkoop variatie
(als ze maar zorgen nooit haar parapluio to
vergeten
Dit alles weet iedere Purjjzenaar, maar
ziehier iels, dat ik dezer dagen hoorde en
dat voor mij althans nog nieuw was. Som
mige dames dryven do handigheid zóóver,
dat ze van de magazynen niet alleen kleeren,
maar baar geld weten los te krygen. Dat is
alweer zoo eenvoudig als 't ei van Columbus;
't behoefde alleen maar uitgevonden te worden.
Stel een Parysche huisvrouw heeft op het
eind van de maand een paar louis noodig
om haar huishouden aan den gang te houden.
Ze gaat naar een magazyn en kieBt zich
daar, au hasard, een hoed, een mantel of
een kostuum uit, die minBtens zooveel kosten
als ze noodig heeft. De aankoop wordt thuis
gebracht, behoeft natuurlyk nog niet be
taald te worden. Den volgenden dag gaat
madame naar 't magazyn en zegt dat hot
gekochte haar toch niet bevalt, en dat zo
haar geld terug wil hebben. Met de meeste
voorkomendheid rembourseert men haar de
seBtig, tachtig, honderd francs, die ze nog
niet betaald heeft. En zoo is een heel
gezin uit den brand want als de loopor
komt is 't voor papa alweer „la Sainte Payo"
geweest, en krygt de man „eerlyk" zyn geld
voor het „gekochte" dat al weer in
„Louvre" erf .Printemps" te koop staat....
Wat zegt men van zulk een crediet-orga-
nisatie? Is 't niet grappig? Dat vindt oen
kleine Parisienne uit, zonder dat ze ooit eco
nomie bestudeerd heeft. En dc magazynen, die
tóch rijk en ryker worden, se laissent laire,
als gooie groote lobbesen, 't Gaat hun zóó
goed, dat ze zich zelfs dezo onwillekeurige
philanthropie permitteoren kunnen...
Neurasthenie in den ouden tijd.
De algemeen bekende gezondheidsregelen,
volgens welke de zenuwzwakken van onzen
tyd moeten leven, waren grootendeels al in
de achttiende eeuw niet nieuw. Een Bernsch
hoogleeraar, genaamd Tissot, doctor in de
geneeskunde, heeft in 1768 een boekje liet
licht laten zien, waarin hy aan allen, dio
met hot hoofd werken, gulden regels voor
schrijft. De titel lnidt: „De la Santé des
Gons de Lettres el des Valétudinaircs." De
toestanden, welke Tissot beschrijft, zijn in
de 150 jaren, die sedert het verschynen van
zijn boekje verloopen zijn, nog geen zier
veranderd. Alleen is het aantal zonuwzwakkon
grooter geworden. De Zwitsersche dokter uit
de 18de eeuw geeft de volgende teekonende
bescbryving van do ziekte dor hoofdwerkers,
die in dien tyd hypochondrie heette, en
thans neurasthenie genoemd wordt:
„De eerste verschijnselen zyn een opmer
kelijke kitteloorigheid, die men vroeger
by don persoon in kwestie niet kende. Wan
trouwen, vreesachtigheid, neerslachtigheid,
moedeloosheid beheorschen hem. Iemand, dio
totdusver voortvarend en vol ondernemings
lust was, deinst bang voor alle initiatief terug.
Do geringste verandering jaagt.hem vrees
en bezorgdheid aan, hy beeft voor oen on
verwachte gebeurtenis. Een lichte onpasse
lijkheid lijkt hem een ernstige ziekte, do
gedachte aan den dood verlaat hem geen
oogenblik en wordt con voortdurende kwel
ling voor hem. Ily neemt zichzelf waar en
ontdekt, dat zyn go hengen achteruitgaat.
Hy gevoelt zich tot zyne ontzetting niet
bekwaam, om gecstelyk te schoppen. Doodmoe
gaat de patiënt 's avonds te bed liggen, om
een slechten, meestal alapeloozen nacht door
te brengen. De prikkelbaarheid van zyne
zenuwen belet hom 's nachts te slapen on
maakt hem overdag onbillijk en lastig voor
zyne omgeving."
Men ziet het, de verschijnselen der neu-
rastheuici van de 20ste eeuw verschillen in
niets van die van de hypochondristen van
de 18de.
Ook de middelen, die dr. TisBot tot be
strijding van het euvel aun de hand doet,
zyn heden ten dage nog in gebruik. Hy zegt
„De geestelijk overwerkte mensch heeft
een lang verblyf on beweging in de v o r-
scho lucht noodig. Maar wandelen is niet
voldoende. Hy moet lichaamsspelen beoefenen,
als schjjfwerpen, biljarten, kegelen, ballen,
jagen, schieten, schormen, en dergelijke, den
geest niet inspannende oefeningen ondernemen.
Naar het voorbeeld van den Romeinschen
Asinius Polio, mag degeen, die aan geestelijke
rust behoefte heeft, geen brief, geen bericht
van elders twee uur voor zonsondergang
meer iu ontvangst nemen. Op zijn leefregel
moet streng gelet worden. Men moet hom
geeno vette en goeno zure, geene gerookte,
geene gezouten spijzen voorzetten. Alle
groenten, met uitzondering van dikke witte
boonen, welke reeds Pythogoras, die een
groot planteneter was, verbiedt, zijn aau de
orde van den dag. Geen wild, geeu varkens-
vleesch, geen gans, geen eend, geen visch
met schubben. De veroorloofde vleeschsoorton
zyn: malsch rund-, kalfs- en schapuvleesch,
kippen, kapoenen, wanneer ze mot te vet
zyn, duiven, patryzon, leeuweriken. Echter
vermijde men zelfs dezen kost 's avonds. Het
avondmaal moet, naar Plato's voorbeeld,
„aangenaam voor het oogenblik en voor den
fvolgendeu dag" zyn. Ais drank en voor
algemeen gebruik raad ik welwater aan, dat
licht Bcuuimt, wanneer het met zeep iu aan
raking komt, dat de groenten goed kookt en
de wasch goed wascht. Welwater geeft rustige
nachten, oen goed huuieur, zachte zeden."
Fel trekt dr. Tissot tegen het schadelyko
theegebruik te velde, dat de Hollanders al
in de 17de eeuw in zwang hebben gebracht.
Man achtte het bevorderend voor den bloeds
omloop. „In 1697", schryft Tissot, „heeft
een zekere dr. Bontekoe, een Hollander van
geboorte, een werk over het gebruik van thee
als geneesmiddel doon verschynen. Bontekoe,
die als geneesheer van den markgraaf van
Brandenburg te Berlyn gestorven is, schreef
twee tot driehonderd koppen thee daags voor
zekere geestelijke toestanden voor." Daar
komt Tissot krachtig tegen op. Thee is
volgens hem, even schadelijk uls tabak.
„Rooken is een overblijfsel van onbe
schaafde gewoonten van wilde volksstammen.
Voor met het hoofd werkende menschen is
het een gevaarlijke prikkel, die de zenuwen
verwoest. Nooit had ik kunnen denken, dut
men denkende schepselen nog zulk primitief
genoegen zou moeten afwennen."
Voor het gebruik van goede chocolado
voelt Tissot veel meer.
Eindelyk iB hy van oordeel, dat men een
hoofdwerker om gezondheidsredenen niet
volstrekt een verblyf op het land moet aan
bevelen: „Een met zyn hoofd werkend man
heeft behoefte aan dc opwekkende atmosfeer
van de groote stad. Is de toestand van den
hypochondrist acuut, dan moet hy zich jaren
lang van allen geestelijken arbeid geheel
onthouden en alleen van melk en groenten
leven."
Het onvergeeflijke.
Middernacht was reeds voorby en ze zaten
als laatste gasten nog op het terras van het
voorname restaurant. Voor hen in do mat-
groene glazen fonkelde de zware Rjjnwyn,
waaraan Leonore boven alle andore dranken
de voorkeur gaf. Byna twee uur lang haddon
ze zich levendig en vroolyk onderhouden,
maar sedert een poosje viel er zoo nu on
dan nog maar een onkel woord, dat een
eigenaardige gedwongen klank had.
Eindelyk, na een lang zwijgen, hief dr.
Evertsen zijn glas omhoog en zag Leouora
in de mooie donkere «ogen.
„Op de terugkomst, morgen, van uw man,
mevrouw!"
Zonder een woord te spreken, klonk zy
mot hom; maar de wyn had nauwelyks haar
lippen aangeraakt of ze zette hot glas reeds
weer op tafel. En do mooie oogen keken
lang niet vroolijk. Dat zag de dokter echter
schynbaar niet, want met een rustige, harte
lijke stem, sprak hy verder:
„Een Bcheiding van byna vier weken 1 En
de eerste gedurende uw huwelyk; nietwaar'
Wat zult u zich op hot woerzien verheugen!"
Leonora leunde achterover in haar stool
en haar dunne vingors speelden met de rozen,
die Evertsen haar een paar uur geleden had
aangeboden.
Natuurlyk verheug ik my daarop. Had
u misschien het tegendeel verwacht?"
Een uitvorschende, byna loerende blik
richtte ze van onder de half-gesioten oog
leden op den dokter. Maar deze schudde
ernstig het hoofd.
„Natuurlyk niet! Hoe zou ik zoo iets
kunnen vermoeden?'
Zy antwoordde niol, maar nadat er weer
een geruimen tyd gezwegen was, zei ze op
zonderling scherpen toon: „Ik ben moe. Zullen
wc weggaan?"
Hij WH8 dadelijk bereid en legde haar
galant, doch met de eerbiedige voorzichtig
heid van een kamerdienaar de zachte zydeu
shawl om de schouders, dio blank en vol
schemerden door het dunne tulle van haar
zomorjapon.
„Zal ik een auto bestellen, mevrouw?"
„Neen, uls de weg u niet to lang is, zou
ik liever loopen."
Hij bood haar zyn arm aan on zwygend
liepen ze door den heerlijken zomernacht, tot
ze by het hek van den dierentuin waren
gekomen. Smachtend orgelde in de boschjes
een nachtegaal. Op do wogen, die de breede
hoofdallee kruisten, zag men hier en daar
als schaduwen de gestalten van een paar
jonge menschen, dio elkaar innig.omstrengeld
hielden. En verleidelijk als de zachte lief
kozing van een vrouwenhand, streek de koele
nachtwind langs hunne door den wyn ver
hitte wangen. Zwaarder dan by het begin
lag Lconora's hand op den urm van haar
begeleider; duidelyk voelde hy het warme,
opbruisendo leven in haar toere gestalte.
„Bont u ook zoo verheugd over den terug
keer van mijn man?" vroeg ze plotseling.
Zeg hot my maar heel oprecht. Ik zal u uw
antwoord niet kwalijk nemen."
„Het zal my een genoegen zyn hem terug
te zien. U weet immers, mevrouw, welke
oude en trouwe vrienden wij zyn."
„Ja ja, ik weet het", zei zo ongeduldig.
„Maar daar dacht ik eigenlyk niet aan. Ik
bedoel, dat u wel bly zult zyn, nu ontheven
te worden van de ridderdiensten, die u my
gedcrende deze vier weken zoo opofferend
hebt bewezen. Hot hoeft u zeker dikwijls
een zware overwinning gekost, my zooveel
van uw kostbaren tyd af te staan, en ik
maak me nu het verwyt, misbruik van uw
vriendelijkheid te hebben gemaakt."
In haar stem klonk een sterk verlangen
hem iets af te dwingen, dat meer was dan
een kompliment. Haar stem was zachter on
wolluidender geworden; een lieve meisjes
achtig onschuldige coquotterie lag in het
lachje, waarmee ze naar hom opzag. En ze
scheen op dit oogenblik nog houderdmaal
mooier dan anders.
Dr. Evertsen ontzegde zich bepaald een
genot, door zoo star voor zich uit te kijken
in plaats van haar aan te zien.
„Dat is hensch een verwyt zonder reden",
zij hy vriendelijk, doch zonder warmte. „Ik
zal u integendeel altyd dankbaar bly ven voor
de welwillendheid, waarmee u zich de diensten
van een zoo onhandig cavelier liet welge
vallen."
„O deze valsche bescheidenheid
staat u heelemaal niet goed. Wilt u dan, dat
ik complimenten ga maken, en u zeg, hoe
aangenaam het my was deze vier weken
door u in mijn eenzaamheid getroost te
worden? Ik zou het graag doen, als ik niet
bang was n meer te moeten kwetsen dan te
vleien."
„Op dat gevaar af zon ik u byna daarom
verzoeken, mevrouw!"
„En mag ik heel oprecht zyn geheel
oprecht, mynheer Evertsen
,Zoo oprecht als u maar mogelijk is."
„Goedl Maar ik stel een voorwaarde. U
moet me ook even oprecht antwoorden. Wilt
u dat beloven
Ik beloof het u."
Ernstig, byna plechtig, had hy het gezegd.
Leonore talmde een paar seconden als in
innerlyken tweestrijd. Maar haar mooie jonge
lichaam schoen hem gedurende deze seconden
nog nader te komen en eeoigszins deemoedig,
schuw was dc toon van haar stem, toen ze
eindelyk zeide:
Tot aan den dag na het vertrek van myn
man heb ik in de vaste overtuiging geleefd,
dat n mij niet kon uitstaan. En ik ik
meende, dat ik u ook niet kou uitstaan.
Bent u nu boos om myn vrijmoedige be
kentenis
In 't geheel niet. Maar ik boboef u
openlyk niet te verzekeren, dat u zich, wat
myn meening over u betreft, totaal vergist
hebt
Neen daar ik u niet voor een huiche
laar houd. En daar bet toch heel onbe
grijpelijk zou zyn, dat u vier weken lang
moeite zoudt hebben gedaan, mij aangenaam
te zijn, wanneer u nu, wanneer u mij
niet mocht lyden. Maar ik ontken niet, dat
ik in bet begin licel verbaasd was over uw
yvor om my den tyd te verkorten. En ik
wil u niet verbergen, dat ik my uwe vriende
lijke attenties in 't begin slechts uit oen
zekere nieuwsgierigheid liet welgevallen. Ik
kon niet begrypen, waarom u zoo ridderlyk
was waarom juist u zich verplicht ge
voelde, my over de verveling myner een
zaamheid heen te helpen. Zonder deze nieuws
gierigheid was ik waarschynlyk veel terug
houdender geweest en daardoor bewaard ge
bleven voor menige domheid."
Voor menige domheid, mevrouw
•Ja, vindt u het dan niet heel onverstandig,
dat ik bijna iederen avond, sinds Rudolf
weg is, in uw gezelschap en bovendien heel
alleen met u heb doorgebracht Zoudt u
willen, dat ik het aan miju man vertelde?"
Het zou inderdaad beter zyn, dat hy
het niet hoorde."
Met het volle gewicht van haar mooio
jonge lichaam bing ze nn aan zyn arm.
Haar oogen glansden en haar adem ging snel.
Maar zal hy morgen terug komen", zei
ze heel zacht. fBent u niet bang voor de
gevaren van een geheim, dat wy samen voor
hem zouden hebben
„Neen."
Maar ik ik ben bang, mynheer Evert
sen! Niet voor myn man, maar voor u
en voor my zelf."
Dan moet ik het voor myn eereplicht
houden, u van dozen angst te bevryden. Ik
ben van plan, overmorgen een reis te gaan
maken, mevrouw, een reis dio me waar
schynlyk maandenlang van hier verwijderd
zal honden."
Lconore's gezicht vertoonde een uitdruk
king van grenzenlooze verbazing. U wilt
op reis gaan U wilt nu weggaan En
waarom
Omdat er voor my hier niets meer te
doen is, nadat ik myn vriendschapsplichten
togonover uw man vervuld heb.
.Vriendschapsplichten? Ik begryp niet,
wat u bedoelt."
Wilt u my myn belofte, dio ik u zoo
even gegeven hob de belofte om open
hartigheid met openhartigheid to beantwoor
den, tcruggoven f"
Neen!" riep ze heftig. .Wanneer u niet
wilt, dat ik het allerergste van u denk, moet
n die belofte honden."
Ik ben gedurende deze vier weken uw
getrouwe begoleider geweest, mevrouw uiel
om u aangenaam to zyn, maar om het geluk
van myn besten vriend voor heimelyk loe
rende gevaren te behoeden. Ik heb u hard
nekkig on opvallend het bof gemaakt, omdat
ik andoren, die gewetenloozer zyn dan ik,
wilde verhinderen het te doen. En ik ver
heug my van harto, dat het my gelukt is."
Leonore had al lang haar hand van zijn
arm laten glydon. Doodsbleek Blond ze iu
het helle maanlicht voor hom, ou nooit to
oren had hy in oen paar oogen oen uit
drukking van zoo wilden doodelykon haat gu-
Ik dank u, dat u mij tot zoover begeleid
heeft, mynheer Evertseu. Den verderen weg
zal ik liever alleen afleggen.
Met een beleefde buiging nam hy zyn hood
af. Hij wiBt, dat dozo vrouw hem nooit zou
kunnen vergeven. Maar bot was zyn plicht
geweest het vonkje uit te dooven, dat li\j
togen zyn wil in haar ontstoken had. En hy
was tevreden ovor wat hy gedaan had
Twee uur na zyn terugkomst zond Leonoro's
man zyn getuigen aan dokter Evertsen, on
deze verdedigde zich met geen woord vegen
het verwyt schandolijk verraad gepleegd le
hebben tegen het vertrouwen van zijn vriend.
Leonore had het geweten, dat hfj zich niet
verdedigen zou. wanneer ze deze leugen over
hem vertelde. En ze had het juiste middel
gevonden om de ijverzuchtige woede van haar
man te prikkelen. In haar hart was niots
dan triomfeeronde bevrediging toen ze hoorde,
dat dr. Evertsen door den oorston kogel van
haar man doodelyk getroffen was-
En nooit hield ze op den doode te haten.
Uit den Omtrek.
Texel, 16 Augustus 1911.
Vergissingen zyn menBchclyk, doch kun
nen niettemin van zeer onaangenamen aard
zyn. Dit ondervonden onlangs ook een paar
reizigers. Een er van moest per stoomboot
„Dageraad" naar Helder, maar stapte aan
boord van de »Ada van Holland", die naar
Harlingen stoomde. Te laat om zyn font nog
to herstellen merkte de man zyn vergissing.
Een ander, die van Harlingen naar Helder
wilde reizen, stapte in plaats van aan boord
van de „Ada", op de .Minister Kraus" un
kwam op Terschelling terecht.
In drie maanden tyds, van 15 Mei tot 15
Aug.. zyn hier 35144 lammeren uitgevoerd.
Gedurende deze week heelt de veeuitvoer
bedragen 433 lammeren, 291 schapen, 7
koeien, 14 kalveren, 1 veulen en 8 varkens
Schapen golden f 13.k f 17.en lammeren
f 12.50 k f 14.50 per stuk.
Anna Paulowna.
Groenteveiling van Dinsdag 15 Augustus.
Aardappelen f 1.k f 1.60 per zak.
Kleine: f0.60 k f 1.30 per zak.
Wortelen: 12.40 k f2.50 per 100 bos.
Slaboonen f2.50 A f 11.per 100 kilo.
Snyboonen10.75 A f2."per 1000.
Groote boonenf 0.80 A f 1.per 1000.
Komkommersf 1.k 14.per 100.
V_
De gevleugelde bewoners op
en bij bet Marsdiep.
xvni.
Kemphanen.
Op de droogvallende zandplaten van ons
waarnemingsgebied kan men, vooral in den
nazomer. Kemphanen vinden, docb meu
beschouwt ze dan als Strandloopers, waar
mede ze de meeste overeenkomst hebben.
Wie ze evenwel in hun liefdeleven wil
leeren kennen, moet ze bezoeken in bet
voorjaar in den Prins Hendrik-polder op
Texel, in de duinvalleien en op verschillende
andere plaatsen, waar de zonderlinge dieren
hunne kampspelen uitvoeren.
In gedachten bevinden we ons des mor
gens vroeg in bedekking op korten afstand
van zoo'n tournooiveld. Hoor, daar suist
wat langs ons heen! Ja, het zyn Mannetjes-
Kemphanen. Drie zetten zich op het midden
van do platgetreden kampplaats neer. Daar
komen er nog twee, nog een en nog een, eu
zoo zyn er spoedig een twintig byeen. Nu
eens vliegt er een been, om spoedig weer
te keeren, dan weer komen er enkele nieuwe
lingen by. 't Wordt licht en we kunneu
reeds bet verschil in vederkleed onderscheiden,
en onmiddellyk valt het op, dat er geen
twee vogels geljjk zijn. Zonderling toch
Want als straks de broed- en paartyd voor
by is, dan hebben ze alle. weer uon gelyk-
klourig pakje aan, precies als de wyfjes, en
elke Kemphaan is weder een stille, een
zelvige vogel geworden. In hot voorjaar
beginnen zich de voeren aan den bals te
ontwikkelen, die weldra tot eon grooton
kraag uitgroeien. Ook ia de kop dan met
twee bundels lange veeren versierd, die uls
ooren op het achterhoofd prijken. Docb de
kleurverschillen zyn wel het meest eigenaardig.
Sommige mannetjes zyn mooi bruin, andore
byna wit en weer andere Btaalblauwachtig,
met alle mogelyke variaties daartusscben.
Opmerkelyk zyn ook de menigte gele wratjes,
waarmee het aangezicht bedekt is, alsof een
aantal parasieten zich daarop gevestigd heeft.
Ook dezo wratjes verdwijnen later weer met
de verlengde hals- en kopvederen, die, als
het ware, het strydkleed van de Mannetjes-
Kemphanen uitmaken.
't Is nu byna geheel dag geworden en du
vogels zyn, wat uit hunne houding bljjkt,
van strydlust vervuld. Daar rennen ze op
elkander aan. met de snavels in horizontale
richting onmiddellyk by den grond gehouden
Maar woest gerust, want er znllen geen
dooden vallen, 't Zyn slechts spiegelgevechten,
die ze leveren. Daar komt er eon zonder
verlengde veeren op het slagveld. Op keel,
borst en buik zyn do veeren wit, en op de
overige deelen zwartbruin met witte en ros
achtige zoomen en vlokken. Dat is een
wyfje. Nu komt er extra beweging onder (le
munnetjes. Wat een drukte en gekrioel
't Is, of alle zich op het voordeeligst willen
voordoen. Allerlei buigingen worden gemaakt
en ten slotte schynt het wyfje zich voor
één der mannetjes te interesseeren. Weg
vliegt ze, gevolgd door het mannetje, dal
men nu in eeaige dagen niet meer op de