KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor Helder, Texel, Wlerlngen en Anna Paulowna. No. 4031 Woensdag 27 September 1911. 39ste Jaargang. Tweede Blad. Bet pantserschip „Liberté" vernietigd. 't Vliegend Blaadje p. 3 m. 50 ct., fr. p. post 75 ct., buitenland f 1.25 Pre- Zondagsblad 37$ 45 (0.75 rniënj Modeblad 55 65 f0.90 (Voor het buitenland bij vooruitbetaling.) Advertentiën van 1 tot 5 regels 30 cent. Elke regel meer6 Bewijs-exemplaar'2$ Vignetten en groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Interc- Telefoon BO. Vereohijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag. Uitgever C. DE BOER Jr. (v./h. BERKHOUT 4 Co.), Helder. NIEUWSBERICHTEN. HELDER 26 September. De Zeehond" is hedenmorgen alhier binnengekomen. De mutatiën en bevorderingen in de hooge en lagere rangen van het officierscorps der landmacht kunnen, naar men ons meldt, tegen November a.s. worden tegomoetgezien. Door de vischsohuit Urk 61 is hedenmor gen alhier aangebracht het lyk van den vis- scherman C. Bakker, die verleden week in de haven van Scheveningen is verdronken en aldaar gisteren is opgehaald. Hy was alhier woonachtig. Engelsche spionnen en de Hollandsche kust. De Berlynsche correspondent van het (Han delsblad' seint d.d. 25 Sept.: De (Deutsche Tageszeitung» van heden avond bevat een hoofdartikel, getiteld: /Mis bruik van de Nederlandsche kast door Engelsche spionnen', van de hand van den maritiemen medewerker, graaf Reventlow. In dit artikel wordt betoogd, dat de beide Britsche officieren, onlangs te Emden gear resteerd als verdacht van spionnage, eigen lek op vrye voeten gesteld werden, omdat zy de notities en pliotografische opnamen van militaire beteekenis dadelijk aan boord van hun jacht brachten, dat in de Nederlandsche haven Delfzijl lag. Terwyl zy in hechtenis waren, weigerden zy hnn vaartuig te laten komen, omdat het materiaal, daar aanwezig, voldoende was om hun schuld te bewyzon. Zij werden vrijge laten uit gebrek aan bewijs, terwijl de be wijzen in een schip wareD, dat op Neder- landsch gebied lag, onder de oogen van de Duitsche autoriteiten, die niet bevoegd waren het schip to doorzoeken. Graaf Reventlow beweert, dat het niet langer geduld kon worden, dat de Neder landsche kust gemaakt wordt tot een operatie basis voor Engelsche spionnen. Het kan de Nederlandsche regeering ook niet aangenaam zijn en wenschelijk lijken, op die manier gebruikt te worden als hulpmiddel om de Engelsche pogingen bij den aanstaanden oor log met Duitschland voor te bereiden. De internationale toestand is voor Nederland delicaat. Ook de consequentie van het toe laten van deze echt Engelsche oorlogsgestie moet onder de oogen gezien worden. Het beste en meest voor de hand liggende zou zijo, dat de Dnitsche regeeriDg zich dadelijk in verbinding stelde met de Nederlandsche, om van deze voor dergelijke gebeurtenissen do verzekeriog te verkrijgen van het opheffen van het gastrecht. Het zekerste en eenvoudigste middel zou echter zijn de toestemming van de Neder landsche autoriteiten, dat een verdacht schip in een Nederlandsche haven ook onderzocht mocht worden door de Doitsche autoriteiten. Het komt er echter minder op aan hoe het gedaan wordt, dan dat het gedaan wordt. Dan zou tevens de internationale toestand van de Eems geregeld kunnen worden. In Engelsche bladen kon men verleden jaar lezen, dat de Eems voor de eene helft in de lengterichting verdeeld, Duitsch, voor de andere helft Nederlandsch was. Ingeval van oorlog zou de Nederlandsche helft neu traal zijn, terwijl de Duitsche helft in staat van oorlog zou verkeeren. De rivier is echter ééa geheel.de toegangs weg tot het Dnitscbe land. Het gevolg is, dat het Dnitsche ryk verplicht en gerechtigd is, alle beschermende maatregelen te treffen, die het noodig acht. Tot zulke maatregelen behooren niet alleen vestingwerken en andere oorlogBtoebereidselen, doch ook de beweging van het water, van het geheele water, niet alleen voor een imaginaire helft. „De ËDgelschen beweren", zegt graaf Reventlow verder, (dat Duitschland in Em den het best zijn troepen kan concentreeren voor een landiDg in Engeland. In werke lijkheid echter wordt de monding van de Eems met Borkum en Emden door de En gelsche admiraliteit voor zoo belangrijk ge houden als een steunpnnt voor de Engelsche vloot in geval van oorlog met Duitschland. Daarom vinden de Engelschen het onvrien delijk, wanneer Duitschland tracht de mon ding vaH de Eemz militair te versterken. Dnitschland is laat hiermede begonnen en bet is opvallend, dat do Engelschen, zoodra zij dit bomerkten, zich weer in het bijzonder interesseerden voor Borkum, Emden en de Eems. Bij de verdere versterking van de Eems gaat het alleen om een vormon-kweatie. Do zaak is belangrijk genoeg, dat do Daitscho regeering zoo spoedig mogelijk vrijuit daar over spreekt mot de Nederlandsche. De scheepsramp op de Schelde. Omtrent een ODgeluk op de Schelde waar van wij reeds met enkele woorden melding maakten, doelt ,De Nieuwe Gazet'" nader mode Zondag morgen te 3 uur, had op de Schelde ter hoogte van Hemixem, een schrikkelijk ongeluk plaats. Een dikke mist hing over den strooT, en verscheiden schippers wierpen het anker uit om de klaarte af te wachter). Zulks deed o. a. de schipper Landoyt, die voor Hemixem ten anker ging liggeD. De schipper was met zyn knecht op het dek van hot schip toen hun aandacht getrokken werd door het geluid van een sleepboot. Welhaast bemerkten zij den sleeper -"Vil- vorde", die op het binnenschip .Flora" voorttrok en in hun richting aankwam. Zjj riepen nit alle macht, maar het was reeds te laat; de .Flora* botste met een schrik kelijk gekraak op hun vaartuig. Op de .Flora", die mot cement geladen was, bevonden zich de schipper Adriaenssens, diens vrouw en twee kinderen, 4 en 2 jaar oud. Op het oogenblik der aanvaring stond de schipper voor op de boot, terwijl de vrouw met haar jongste kind in den arm aan het roer was. Daar het schip onmiddellijk begon te zinken, riep Landuythen toe zich te redden, en bjj hem aan boord te springen. Doch do vrouw haar ander kind redden, dat in de kajuit sliep. Op het oogenblik, dat zy naar beneden ging, zonk het schip. Hnlp kon niet batengansch de familie, man, vrouw en de twee kinderen verdronken. Tot nu toe beeft men nog geen der lyken gevonden. De mast van het schip steekt eenige voeten boven het water uit en duidt aan de talryke menigte nieuwsgierigen, die op den oever staan, de plaats van het ongeluk aan. Nituwe Oonlogsgeruohten. Italië en Tripolis. Konstantinopel, 23 Sept. Er loopt een gerucht, dat alle Italiaansche schepen, die dienst doen op den Levant, de reis hebben gestaakt en door de Italiaansche regeering opgeëischt zouden zyn. Een Italiaansch schip, dat heden alhier werd verwacht, heeft in de Dardanellen bevel ontvangen van den Italiaanschen con sul om naar Italië terug te keeren. Parys, 24 Sept. D« „Temps" ontving een telegram uit Rome, waarin uit othcieele bron gemeld wordt, dat men in Italië het oogen blik gekomen acht om de rechten op te eischen, die het op Tripolis meent te hebben. Deze nationale quaestio moet, het ko9te wat het wil, opgelost worden. De Italiaansche regeering is van oordeel, dat de vrede voor de toekomst verzekerd wordt, indien de Mid- dellandsche Zee-quaestie onmiddellijk wordt geregeld. Zy rekent er op, de medewerking van Turkye to verkrygen voor een vriend schappelijke oplossing, bijvoorbeeld door een afstand van Tripolis als pachtgebied aan Italië onder waarborgen aan Turkye. Zoo niet, dan zal Italië zyn toevlucht nemen tot militaire maatregelen, die reeds voorbereid zyn. Een interventie van Italië zou ook nog kunnen uitgelokt worden door een ernstigen aanslag op de goederen of het leven van Italiaansche inwoners van Tunis. Deze in terventie zou een actie noodig maken van alle eskaders en van een expeditiecorps van 60,0C0 man. Daar Italië te kennen heeft gegeven, dat elke oppositie tegen zyn actie als onvriendschappelijk zal wordon beBchouwd, vreest het niet, dat het zoover zal komen. Berlyn, 25 Sept. Uit de vry verwarde en dikwyls elkaar tegensprekende berichten om trent Tripolie, die uit Italië, Turkije en Frankrijk geseind worden, bljjkt alleen dui delijk, dat de Tripolis-aangelegeDheid weldra in een beslissend stadium zal komen. Het is nog niet zeker, of er oorlog zal komen, doch de koortsachtige toebereidselen in Italië, het wupenen van de oorlogsvloot en het gereed houden van talryke transportvaartuigen doen besluiten, dat zoo goed als besloten is tot zenden van een expeditie naar Tripolis. Ook Turkye maakt zich gereed, om zyn laatste bezitting in Noord-Afrika te verdedigen, doch lang niet op zoo groote schaal als Italië. Blijkbaar rekent men in Turkye er op, dat de bevolking van de bedreigde provincies zelf zich zal verzetten tegen een ocpatie door Italië. Uit Milaan wordt aan de ,/Berliner Mor- genpost" geseind, dat met koortsachtige haast toebereidselen gemaakt worden voor een expeditie. In alle militaire dépots wordt dag en nacht gewerkt. De roodc-kruiskolonnes zyn gemobiliseerd. In Genua worden alle groote schepen van de Italiaansche reoderijen aangehouden. 40 transportschepen zouden door de regeering reeds gecharterd zyn. Tot commandant van de oorlogsvloot is benoemd admiraal Auboy. Gelijkluidende berichten komen uit Sicilië, Brindisi en Napels. Wat de houding der andere mogendheden in deze aangelegenheid betreft, schijnt En geland zich te scharen aan de zyde van Italië en de Fransche minister van binnen- laodsche zaken moet den heer Tittoni reeds zyn toestemming hebben te kennen gegeven. Hut neteligst is weer Duitschland's positie tusschen den Turkschen vriend en den Ita liaanschen bondgenoot. Welke houding de Duitsche regoering zal aannemen, is nog niet bekend. Malta, 25 Sept. Het stoomschip „Adrea" rapporteert, dat het in den aigeloopen nacht zeven Italiaansche oorlogsschepen heeft ont moet, die naar Tripolis stoomden. Honderden dooden. Toulon, 25 September. Aan boord van het pantserschip .Liberté" heeft een ont ploffing plaats gehad, die tal van slachtoffers gemaakt heeft. Toulon, 25 September. Ten gevolge van brand in de munitie-kamers van het pantser- schip «Liberté" is dit vanmorgen in de vroegte op do roede in do lucht gevlogen. In veertig minuten was het schip gezonken. Er zouden vyfhonderd dooden zyn. Ongeveer honderd man hebben zich door overboord te springen, enkele seconden véór de ontplofflog plaats had, weten te redden. Zy werden door roeibootun opgenomen. Toulon, 25 September. Een onbeschrijfe lijke ontroering heeft zich van de bevolking meester gemaakt, van het oogenblik der eerste ontploffing, tegen vyf uur in den morgen, af. Het aantal slachtoffers wordt reeds thans hoog geschat. Niet lang na de eerste ontplofflog volgde er een tweede, toen een derde, die beide even hevig wareo. De aanblik van de „Liberté" is treurig. Menschen, die na de ramp tot dicht by het schip kwamon, zeggen dat dit ongeluk slechts bjj dat van de .Iena" te vergel jjken is. Het voorschip ligt met do kiel naar boven en rond het wrak dry ft een opeenliooping van stukgeslagen sloepen en voorworpen van allerlei soort. Toulon, 25 September. Het pantserschip (Liberté" had een bemanning van ruim zevenhonderd man, waarvan er honderd- Veertig met verlof waren. By de eerste ont ploffing sprongen de honderd man, die zich aan dek bevonden, te water. De anderen, door het geweld der ontploffing gewekt, wilden het voorbeeld van hun kameraden volgeB, maar hun werd bevolen te bljjven. Toen volgde de tweede ontploffing. Binnen veertig minuten zonk het schip. Het aantal dooden en gewonden moet eenige honderden bedragen. De ontploffing was gewoldig. Om kwart vóór vy ven was er brand uitgebroken, die, ondanks de genomen voorzorgsmaat regelen, om zes uur do munitiekamers aan greep. Onder de bemanningen der roei- en stoombooten, die tot redding opdaagden, vielen mede slachtoffers. Volgens een ambteljjk telegram hadden er van vyf minuten over half zes af, met oen minuut tusschenpoos, yier onlploffingen plaats. Daarop volgde eea zware rookwolk. Om zeven minuten vóór zessen nieuwe uit barsting. Het schip zonk. Het pantserschip République is doorweg- geslingerde stukken van de Liberté getroffen en heeft aan bakboord aan het achterschip onder den geschuttoren een scheur gekregen. Parys, 25 September. Volgens een telegram van den maritiemen prefect van Toulon hebben er 274 man geantwoord op het appèl. Er worden er dus 300 tot 350 vermist. Men telt één doode en vijftig gewonden op de Démocratie; en op de Verité en Ré publique, die zeer beschadigd is, zyn even eens slachtoffers gevallen. De République ïb naar het dok gebracht. De Liberté stond onder bevel van den overste Janrès. Parys, 25 September. De ontroering over de ontzettende ramp neemt toe met het bekend worden van den omvang. Het publiek, dat den couranten-venters de extra-edities uit de handen rukt, toont een ware verslagenheid. De opgaven van het aantal dooden wisselen tusschen 350 en 500. Minister Caillaux is opweg naar Parys, Delcassé zal naar Toulon vertrekken. [De Liberté is in het begin van 1905 van stapel geloopen, .een nieaw schip dus. Het mat 14 080 ton en liep 19.3 mjjlen in het uur. Het was gewapend met vier kanonnen van 301/a cm., tien van 19.4 cm., dertien van 61/, cm. en tien van 4.7 cm. De lengte be droeg 134 meter, de breedte 24 meter en de diepgang 8.4 meter. De Liberté was een zusterschip van de Vérité, de Justice en de Démocratie.] Marseille, 25 Sept. De „Petit Marseillais" meldt, dat byna alle matrozen aan boord van de schepen, die de (Liberté" ter hulp sneldeD, gedood of gewond zijn. Kapitein ter zee Jaurès was niet aan boord van zijn schip; hjj was met verlof. Parys, 25 Sept. De Duitsche Keizer seinde aan President Fallières: (Ik kan geen woor den vinden, om myn innige deelneming nit te spreken in de ramp, die Frankrjjk heeft getroffen. ,De zoo zwaar beproefde familiën kunnen zich troosten met de gedachte, dat de onge lukkige bemanning van de Liberté" den dood heeft gevonden bij de vervulling van haren plicht jegens het vaderland." President Fallières betuigde den Keizer zyn dank voor dit hartelijk bewijs van sym pathie. Toulon, 25 Sept. De ramp heeft ook slacht offers geëischt op de «Justice'' öu de «Foudre". Parys, 25 Sept. De oorzaken van de vree set jjko ramp op de tLiberte" zyn nog niet bekend. De deskundigen golooven niet aan de mogelykheid van kortsluiting of zelfontbran ding van kruit. Nadat de „Temps" eenige warme woorden heeft gewjjd aan do dapperen, die om het leven gekomen of gewond zyn, breDgt het blad ook het buitengewoon groote matorieele verlies ter sprake. De homogeniteit van het tweede eskader is verdwenen, na het gat, dat er in geslagen is en het blad komt dan tot het besluit, dat het verlies van de „Liberté"' niet in millioenen geschat kan worden. Toulon, 25 Sept. Van verschillende sche pen zijn 109 slachtoffers, onder welke 14 doodeb, naar het hospitaal vervoord. Onder de gewonden bevindt zich luitenant Besson, zoon van den admiraal van dien naam. Toulon, 25 Sept. Zelfontbranding van het kruit was de oorzaak van de ramp. Tegen de duurte. De .Norddeutsche Allgem. Ztg.* geeft een toelichting op de verordening, volgens welke de vrachttarieven op de Pruisisch-Hessische spoorwegen, tot leniging van de algemeene schaarschte en duurte, tjjdeljjk verlaagd wor den. Onder de verlaging vallen voedorgerst, Turksche tarwe voor voer en branderyeD, ander veevoeder, aardappelen, groenten, peul vruchten, meststoffen en zeevisch. Voor voe dergerst is de verlaging zoo groot, dat het invoerrecht van 13 mk. de ton voor buiten» landsche gerst veel minder gewicht in do schaal legt. Een lading van 10 ton van Thorn (by de Russische grens) Daar Berlyn kost in plaats van 158 mk. voortaan maar 96 mk. Op ander veevoeder bedraagt de vermindering van den vraebtprjjs soms 50 pet. Zoo behoeft voor 10 ton zemelen van Thorn naar Berlyn maar 42 in plaats van 84 mk. betaald te wordon. Nu de groentende vracht van 10 ton groene kool van Salzbergen naar Berlyn be draagt 49 mk. (vroeger 111 mk.), van 10 ton boonen, erwten en liezen over denzelfden afstand 98 mk. (vroeger 214 mk.). Het uit zonderingstarief voor zoeviach is niet van toepassing op groene haring en oestersvoor het overige betaalt men voor het vervoer van 10 ton versche zeevisch van Geestemlinde naar Berlyn maar 145 mk. in plaats van 231 mk. Gemeentebesturen en weldadige in stellingen genieten nog oen buitengewone korting van 20 pet. voor visch, en weldadige instellingen alleen voor de andere straks genoemde voortbrengselen een korting van 15 pet. Het nieuwe vrachttarief treedt den 25sten dezer in werking en is voorloopig tot 31 December geldig. De Badensche staatspoor heeft besloten dezelfde verlaging van het vrachttarief toe te staan als op de Pruisisch-Hessische spoor wegen verleend wordt. Wedstrijd tusschen mailstoomers. Zaterdag 16 September verlieten vry wel tegelyk drie mailbooten de haven van New- York, n.1. de „George Washington" van de Nordd. Lloyd, de Ma j es tic" van de Whitte Star en de ,New-York", van de American Line. Het was nu de vraag welke der booten het eerst zou aankomen en onder de passa giers der schepen is hieromtrent, daar kan mon zeker van zyn, duchtig gewed. De zege in dezen wedatryd werd behaald door do Duit sche boot, dio drie uren eerder dan de ,Ma- jestic" en zeven uren eerder dan de Ameri- kaansche boot te Plymouth arriveerde. Heeft de vrouw fouten In haar denkwijze? Rudolf Lothar heeft het onlangs, in een lozing te Berlyn gehouden, beweerd de vrouw heeft fouten in haar denkwijze. De helft der aanwezigen de mannen namelyk was het onmiddolyk roerend met Lothar eens. Do andere helft de vrouwen bleek vertoornd. En een der dames van het gezel schap is het te bar naar de zin geworden en zy staat nu Lothar te woord. Ziehier wat mej. Eliza Icheuhausor zoo heet de be doelde jonge dame in het midden brengt dk geef volstrekt niet toe dat het een specifieke gewoonte van het vrouwelyk ge slacht is, om altjjd iemand verantwoordelijk te willen stellen voor onaangename dingen ons overkomen. Dat doen mannen evengoed. Hot gebeurt in alle zaken, op alle kantoren ioderen dag: Wanneer de chef in een kwade bui is, zyn binnen een uur tjjd allen het tot de jongste bediende toe, omdat ieder op zyn beurt het ten onrechte ontvangen standje aan wien beneden hem geplaatst is overgeeft. Dan is het de zucht tot overdrijven, die, volgens Lothar, op een deokfout by do vrouw wijst. De heer Lothar zegt maar wat. De zucht tot overdrijven is het gevolg van te weinig discipline over den geest en van geeites-discipline weten de meeste mannen bitter weinig af. Hoeveel mannen zyn er niet die buitengewone verhalen doen van hun knapheid in zaken, van hun avonturen, van hun succes bjj de vrouwen, verhalen die geen korreltje waarheid bevatten I De zucht tot opsnjjden openbaart zioh evengoed bij mannen als bjj vrouwen. Dat een geen bezigheden hebbende, van de ernst des levens niets wetende vrouw, eerder geneigd zal zjju te overdrijven dan een hard werkende, ernstig strevende man, mag ver klaarbaar heeten. Doch de niets uitvoerende, weinig ernstige slechts voor het genot levende man is in het fantaseeren en ophakken niets minder sterk dan vrouwelijke collega. Lothar geeft toe dat de vrouwen in allo beroepen niet zoo zouden kunnen uitblinken, iadien zjj niet, zoodra zjj zich aan ernstig werk geven, hun verkeerde manier van denken zouden afleggen en als man giDgen denken. Indien Lothar nu meent dat deze manneljjk denkende vrouwen het derdo geslacht zyn, dan zal bjj zich vertrouwd hebben te maken met de ge- gedachte dat dit derde geslacht hot tweede spoedig geheel verdringen zal; immers er zyn op het oogenblik millioenen vrouwen in Duitschland die met succes een beroep uit oefenen, vrouwen die dus geen fouten in hun denk wjjze meer hebben." De ongekuste vrouw. Eenigen tjjd geleden hebben wjj verteld van Mevrouw Ethel Gamber, de New-YorkBche dame, die een oendagsvermaardheid geniet als de „ongekuste" vrouw, omdat zjj zooals men weet, een echtscheidingsgediDg was begonnen op grond, dat haar man huar, naar haar zin veel te weinig kuste. Zjj bad bovendien 600 gulden per maand voor schadevergoeding en levensonderhoud geeischt. De rechtbank heeft wel de echtscheiding uitgesproken, maar de 600 gulden heeft Me vrouw Gamber niet gekregen. De rechters schaarden zich geheel en al aan de zjjde van haar man en in het vonnis is op Btrenge wjjze do staf gebroken over de lichtzinnigheid, waar mee sommige vrouwen uit (betere" kringen tot een toch zoo gewichtigen stap als het huweljjk overgaan. De verloving van den heer en mevrouw Gamber was op een tameljjk eigenaardige wjjze tot stand gekomen. Gamber, bankier en vrjjgezel in zjjn beste jaren (hjj was 47) had de schoone Ëlhel, een meisje uit het Zuiden met bruine haren en blauwe oogen, lief gekregen en haar hart en hand aangeboden, maar zjj had eerst voor de eer bedankt. Maar na eenige bedenken gaf zjj hem ten slotte toch het ja-woord, door hem met een blauw potlood op de borst van zjjn overhemd te sohrjjven: ik hou van je. En toen was dus het zaakje gezond. Kimmell-White. Do Ontslagen gevangene Andrew J. White, «lie beweert de bankier Kimmell to zjjo, welke in 1898 spoorloos verdwenen was, is Dins dagavond aangekomen in Niles (Michigan) waar hij de gast is van do familie Fox, en waar de bankier geboren was en zjjn jeugd bad doorgebracht. Mevr. Fox is een nicht van den bankier. Tal van oude vrienden en kennissen van Kimmell waren ten buize van Fox bijeengekomen om den ontslagen ge vangene te ontvangen. Allen horkeudo White als den voormaügen bankier Kimmell. Alleen de moeder van dezen laatste, de 70-jarige mevr. Kimmell, blijft volhouden dat White een bedrieger is. Zij wil dan ook haareisch tegen de New York Life Insurance Compary, om uitbetaling van het bedrag, waarvoor het leven van haar zoon verzekerd was, niet laten varen. Het protest der lakenfabrikanten. Er zjjn mannen mannen aan wier goeden smaak niet te twjjfelen valt die de nauwe damesrok elegant vinden, elegant, sierlijk. Doch er zjjn ook mannen aan wier goe den smaak evenmin te twjjfelen valt die de nanwe rok verachten, of neen, het is te zwak gezegd: haar een uitvinding van den duivel noemen. Het zjjn de Fransche laken fabrikanten. Zjj hebben aan de Kamers van Koophandel een rondschrijven gezonden en daarin hun zieleleed uitgestort in bewoor dingen, die zelfs de meest hartelooze zullen moeten treffen. (Begrjjpt gjj wat hot zeggen wil" aldus ongeveer de somber-gestemde lakenfabrikanten (dat de dames vroeger voor een kostuum 10 12 meter stof noodig hadden, terwjjl zjj het nu met 4 hoogstens 5 meter afkunnen. Wjj bljjven met stapels stoffen zitten, zjjn niet langer in staat onzen arbeiders voldoende loon uit te keeren. Alleen die daartoe in de gelegenheid zjjn moeten trachten de dames te bewegon, deze dwaze kleederdracht zoo spoedig mogeljjk af te schaffen". Intusschen meenen wjj, dat de dames hun grillen wel volgen en er zich allerminBt druk over zullen maken of de lakenkooplieden meer of minder geld verdienen. Wel zullen allicht naaistersrekeningen- betalende huisvaders tot deoken gebracht wordenwant eigenaardig genoeg schjjnt het zeer verminderde lakengobruik niet den goringsten invloed op de costuumpryzen te hebben. Nü 4 meter, vroeger 10, een verschil van maar liefst 6 meter en de rekening: precies hetzelfde. Een nieuw geval van „Sati". Sati is do naam voor het aloude gebruik der weduwen-verbranding in Britsoh-Indië. Aan dat gebruik werd officieel in 1839 een einde gemaakt, toen lord William Bentinck daartegen een verbod uitvaardigde. Zoo nu en dan komt het echter nog voor, dat weduwen zich vrjjwillig aan dat gebruik on terwerpen, gelijk nog onlangs geschiedde. To Calcutta heeft de vrouw van een Ben- galees, toen deze op sterven lag, na zich in haar beste kleederen to hebben gehuld die zelve in brand gestoken, om zoo den vuurdood te ondergaan. Hoezeer het oude gruwelijke gebruik nog steods bjj de Hindoes in eere wordt gehouden bljjkt wel daaruit dat het huis, waarin het jjselyk' tooneel werd afgespeeld, nu een bede vaartplaats is geworden voor vrouwen uit alle standen der inlandsohe maatschappij, die zich gelukkig achten, indien zjj iets van den asch der martelares kunnon bemachtigen. Hoe men milllonnair wordt. Een man van rypen leeftjjd en een jong- mensch zaten op zekeren avond bjj het hoekje van den haard te keuvelen. Zonder eenige inleiding vroeg de jongste eenklaps Zegt u mjj eens, hoe wordt men million- nair Door duizend-en-een middelen 1 Maar dat getal is zoo groot; wat is het zekerste middel Dat is er niet bjj, want alle zjjn even goed. Door werken, door intriges, toeval, Bpel. 't Is ook dikwjjls een goed middel, wèl te doen. Op dit gezegde begon het jongmonsoh te glimlachen met een uitdrukking van onge- loovigheid. Ja, hernam de ander, men kan rjjk worden, door 't goede te doen, zonder drukte, zelfs aan een hond. Weer dezelfde glimlach, wat scherper dan den eersten keer. Zelfs aan een hond, ik zeg het nog eens. En hjj voegde er bjjWilt ge, dat ik u een geschiedenis vertel tot bevestiging, van hetgeen ik u zei Ik vraag uw geduld slechts voor tien minuten. Spreek, ik luister, zei de scepticus. Nu das, vjjf-en-twintig jaar geleden deed Paul Cernoy zjjn arts-examen. Het weinige fortuin, dat hjj had gehad, was aan zjjn studiën besteed. Toen hjj zjjn diploma ontving, was hij zoo arm, als een man, die niets heeft om te leven dan wat kennis en zjjn zes-en-twintig jaren. Een oude collega gaf hem den raad, zieh in de provincie te vestigen maar Paul trok een leeljjk gezicht, want hjj hield van Parjjs en zjjn vrooljjk leven. Ik begrjjp wel,- dat de raad, dien ik je geef, niet in je smaak valt, zei de nestor. Ik had het moeten begrypen. Alle jongelui zjjn eenderParijs trekt hen aan. Bljjf er dan, maar bereid je voor, dat je minstens twintig jaar te ljjden hebt, vóór je slaagt. Wat zegt u, twintig jaar? Er gaat niets al, jongen I In dit heer lijke land verdienen de mode-dokters geld bjj hoopen, maar op twee drie uitzonde ringen na hebben ze Diets te eten dan be drieglijke hoopl Hoevelen komen er tot het succes, vóór zjj witte haren hebben. Je ge looft me niet Als je weet, dat alleen in het departement van de Seine tienduizend van onze collega's martelares zjjn. Maar probeer het I Paul Cernoy luisterde niet naar deze ver standige woorden en bleef in Parys. Na verloop van zes maanden had hjj drie patiënten, die evenwel allen te arm waren, om hem te betalen. Daar hjj evenwel Parjjs volstrekt niet wilde verlaten, vestigde hjj zich als apo theker. Met veel geduld verdiende hjj nu zooveel, dat bjj kou leven. Op zekeren avond thuiskomend, zag lijj iemand of iets voor zjjn deur, dat hem dou weg versperde; bjj nader onderzoek bleek het een poedel te zijn, die akelig jankond op den drempel zat. Eerst wilde hjj het dier wegjagen, maar het bleek Diet te kunnen loopen. De jonge dokter boog zich over den hond, om te kjjken, wat de oorzaak was van zjjn geklaag en zag toen, dat zjjn poot gebroken was. Paul Cernoy kon het niet over zich krjj- gon, hot dier zonder hulp te laten, legde een verband en hield het bjj zich, totdat de poot genezen was. Na drie maanden liep het dier weer uit stekend en had volstrekt geen pjjn meer. Toen opende de apotheker de deur, zeg gend Nu je beter bent, kan je terugkeereo, vanwaar je gekomen bent. De hond keek Paul dankbaar aan en ging weg. Paul zag hem niet terug. Ongeveer een maand later hoorde de apo theker op zekeren avond hard aan zjjn deur krabben. Hjj luisterde en hoorde een loid geblafhet was of de vierbeenige besoeker riep, om open te doen. Nieuwsgierig naar den klant, die toegang verzocht, opende Cernoy de deur en dadeljjk kwam de poedel binnenachter hem aan hinkte een hazewind, welks rechterpoot treu rig neerhing. Ondertusschen liep de poedel van den apotheker naar den hazowind en omgekeerd, alsof hjj hulp wilde vragen. Zeker had de verstandige poedel den gewonden vriend ont moet en kwam nu PauVs hulp inroepen. Op sijn aanbeveling ontving de arts lief derijk den zieke, die ook spoedig genas. Maar waar bljjft het millioen? riep het jongemensch. Een beetje gednld, vriendje, we komen er wel! Is er dus een vervolg? Natuurljjk. Enkele dagen na dezo tweede genezing kreeg Paul Cernoy bezoek van 'u deftige dame. Het rjjtuig met twee paarden, waaruit ze gestapt was, stond voor de deur. Zonder omwegen vertelde zjj, welke zaak haar hier bracht. Mjjnheer, ik kom om u te bedanken ▼oor den dienst, dien u me bewezen hem. Welken dienst bedoelt u, mevrouw? Een hazewind, die een verbrijzelden poot had en die den goeden inval had, by u to komen, en dien u volmaakt gonezen hebt. Deze hond is van mjj, mjjnheer. De gravin vertelde verder, dot zjj het geval vernomen had van één harer bedienden, die, na de twee honden in de verte te hebben gadegeslagen, spoedig het geheele avontuur had begrepen. Ik heb toen verder naar u laten infor- meeren dat u, ondanks al uw pogingen, moeiljjk uw weg kunt maken. Ik zal u nu een middel aaa de hand doen, dat zeer eervol is en waardoor ge Bpoedig rjjk zult zjjn. Rjjk? Hoe bedoelt u dat, mevrouw? Op de eenvoudigste, manier. Men heeft in Parjjs maar heel weioig bjjzondero inrich tingen voor dieren. U heeft bewezen, dat u er veel slag van hebt, ze t« genezen. Waarom wilt u niet de geneesheor worden van de vrienden van den mensch? Om kort te gaan, ik zal te uwer beschikking een som gelds stellen, waarmee u een dierenhospitaal kunt stichten, en ik weet zeker, dat u na vyf jaar de beste resultaten znlt sien. De goede vrouw bedroog zich niet, ging de verhaler voort. Wat zjj voorstelde, werd aangenomen. Paul Cernoy organiseerde een gasthuis voor honden, katten, apen, eek hoorntjes, marmotjes, enz. Na vijf-on-twintig jaar had hjj, het geluk hebbende ïd den smaak te vallen, 25,000 gulden rente verdiend, dio hjj du nog geniet ten aansohouwe van geheel Parjjs. Een millioen verdiend met het verplegen van dieren? herhaalde het jongemensch. Is dat geen sprookje van Moeder do Gans? Is het werkeljjk gebeurd? Of het werkeljjk gebeurd is? Jongelief, niemand beter dan ik kan het je bewjjzen, omdat ik zelf Paul Cernoy ben. Ik heb een anderen naam gekozen, om aan myn verhaal wat meer geloofwaa ifwaardigheid to geven. Kijkjes uit mijn venster. Arme menschen. Wat een ellende, wat een gebrek in dat figuurtje t In haar vaal-swarte japonnetje de glu<i- weggestreken haren onder 't donkere mutsje de smalle schoudertjes, waar een dun wollig doekje om spande de handen ge vouwen tusschen de knieën het magere, witte gezichtje, met de glurende glinsler- oogjes in don pezigen hals leek zo zóó nietig, zóó spookachtig op hot stoeltje in den hoek van 't vertrek, waar ze doodmoo was neergevallen. Als haar man, ook al buiten adem, het hoofd snffend-schuingezakt, schuw opziende au en dan, mot treurige strm had megedeeld een kort verslag van hun bezoek aan de Kerkgracht, waar het Burgorljjk Armbestuur verklaarde, dat er geen plaats meer was in de Tuinstraat als hjj, de zilver witte stoppelsnor, weer vertrokken was, mot het stnkje papier in de woelende vingers er op uit, een briefje, geldig tot 80 September, dat de heeren alléén nog maar haddon kunnen geren en waarmee ze onderdak moesten zien te krjjgen bezon het oudje, eerst hortend en stootend, dan langzamerhand bedaard, vrjjmoedig te prateneen heel lang, droef relaas. ('k Kan niet meer bon op totaal op ach, Heertje, wat motte we toch beginne wat motte we in vredesnaam beginne 'k weet 't niet 'k weet 't niet o, o en dan met zoo'n zwak, boroerd lichaam, waar niks in komt dan wat schoon water lieve tjjd, 'k ben zoo flauw, zoo wee maar moei moei! dat vele loope, zie je, «'kt doet het 'm nou van vemorrege acht uur zjjn we al in de weer 't bloed zit me in de sloffe al maar slontero langs do straat sondor doel van 't kassie naar de muur precies schurftige honde en hoe laat is 't nou, meneer? half vjjf half vyf alweer dank u 'k ben geen mensch meer om 'n heele dag zoo te drave foei, zeven-en*zestig jaar dan soo'n naar gestel altijd vol pjjn ja, u hebt geljjk 'k most noodig in 't gasthuis, bjj de zusters, die zoo goed voor je zjjn maar de dokter wil me er niet in hebbe hjj zeit moedertje, je bont gezond van hart die kwaal van je, die leeljjke kwaal, je kan er oud mee worro, stok-oud -die hei-je al jaren onder de leeje, mensch je moet zoo'n boetje opknappe door goed voedsel versterkendo middelen biefstuk, eieren, melk, soep, pap, visch jawel, jawel, zulke lui kanne 't wel aardig zegge maar wat geeft dèt? je kan er immers niet ankomrae 'n sneetje brood met 'n schraap margarien en 'n bakkie leut, da's al wat ons soort er in krjjgt 't Zal denk 'k niet veel gsve, dat brievie ▼au de gemeente. Ze wille ons nergens hebbe nergens. Vrijdagavond moeste we van de Spoorgracht. Goeie, hartelijke menBche anders, 'k Mag er niet over klage. Zoolang wc er zyn geweest, hebben we het er best gehad. Maar de lui konaen ons niet langer houwe.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1911 | | pagina 1