KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor Helder, Texel, WieHngen en Anna Paulowna,
Woensdag 29 November 19U.
89ste Jaargang.
No. 4049.
't Vliegend Blaadje p. 3 m. 50 ct., fr. p. post 75 ct., buitenland 11.25
Pre-Zondagsblad 37$» 45 fO.75
miënModeblad »»»55»»»»65» f0.90
(Voor het buitenland bij vooruitbetaling.)
Advertentiën van 1 tot 5 regels 30 cent
Elke regel meer6
Be wijs-exemplaar2$
Vignetten en groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Interc.-
Telefoon 50.
Var
Uitgever i C. OE BOER Jr. (v./h. BERKHOUT i Co.). Helder.
Bureaus Spoorstraat an Koningstraat.
Derde Blad.
RIEUWSBERICHTEH.
HELDER, 24 November.
Concert „Helders Mannenkoor".
Gisteravond gaf bovengenoemd Mannen
koor, Directeur de heer C. W. Rusting een
concert in de zaal van .Casino". De Muziek-
vereeDiging „Apollo", Directeur de heer J.
M. Jansen verleende haar welwillende mede-
y/erking. De zaal was tot achter toe bezet,
wel een bewjjs, dat deze uitvoeringen in
den smaak van het publiek vallen. En geen
wonder. Steeds wordt een met zorg gekozen
programma ten beste gegeven, en ook deze
avond was wel in staat, de goede reputatie
van fHelde/s Mannenkoor" te handhaven.
Een zestal nummers waren aan het vocale
gedeelte van den avond gewjjd. Vóór de
pauze liederen van Abt, Kreutzer, Orth en
een Ballade van Roeske; ra de pauze van
Heinzo, Rijken, Zcrlet en Kwast. Ook een
dubbel-mannenkwartet liet zich hooren in
»Goe Nacht" van Andriessen en «Serenade"
van Marschnsr. Zoowel de zang van het
koor als van het dubbel-mannenkwartet klon
ken heel schoon en een welgemeend applaus
beloonde zangers en Directeur. We kunnen
niet elk nummer apart ooemen en roemen,
doch willen met een enkel woord afzonder
lek gewag maken van «Het Geuzenvendel
op den Thuismarsch", dat naar het ons toe-
schoen, bijzonder voldeed, alsmede van «Ver
luidend" en t Volgend jaar" die heel lief
werden gezongen.
Jrlet instrumentale gedeelte was een niet
onwelkome afwisseling. Do avond werd inge
zet met «lm Zigeuner Lager", marsch voor
orkest en in den loop van den avond werden
nog zeer verdienstelijk uitgevoerd «Grande
Potpourri do 1 Opóra Faust" van Gounod
en Tesoro Mio 1" van Becucci.
Nog wist men het nuttige aan het aange
name te verbinden, door op verzoek een
collecte te houden voor het alhier te orga-
niseeren Sint-Nicolaasfeest voor arme kin
deren.
Een genoeglijk bal besloot den welge
slaagden avond.
Een kleiner maximum aantal leerlingen
per klas.
Men schryft uit Amsterdam aan de ,N.R.Ct."
Wy vernemen van verschillende zjjden dat
het gemeentebestuur van Amsterdam er ernstig
aan denkt om het aantal leerlingen per klasse,
nu 42, lager te stellen.
De hoeren KI. de Vries en Ketelaar hebben
reeds langen tjjd geleden bij den raad het
voorstel ingediend om het maximum-aaDtal
leerlingen per klasse te verminderen tot 36.
Het getal 42 is, meenen zy, te groot als men
let op do hooge eischen, die tegenwoordig
aan het lager onderwijs gesteld worden. Aan
dit voorstel zal dus waarschijnlijk eenigszins
te gemoet worden gekomen.
Er dient echter vooral naar te worden
gestreefd om een bezwaar weg te nemen,
waarop de school-commissie herhaaldelijk in
haar verslagen heeft gewezen. Deze zegt,
dat het „verhoogeuvan de eene klas naar
de andere herhaaldelijk moeilijkheden onder
vindt. Vaak gebeurt het, dat leerlingen, die
verhoogd konden worden, moeten blijven
zitten, omdat er in de naast hoogere klasse
geen plaatsen genoeg open zjjn en dat andere,
die eigenlijk moesten .bljjven zitten" ver
hoogd moeten worden om plaats te maken
voor kinderen uit de lagere klasse.
De hoedenspeld in de Raadzaal.
De ^Nieuwe Ct." schrijft:
By de behandeling van het ontwerp van
een verordening op de straatpolitie in de
gemeente Enschede kwam art. 26 ter sprake:
Het is verboden
zich op den weg bevindende een hoeden
pen te bezigen, tenzij de punt zoodanig
gedekt is, dat ze onschadelijk is.
De tjjd der ouderwetsche keelbanden is
voorby en toch moefr het bloementuilije, het
vederbundeltje, of de striklintentooi op 't
vrouwenhoofd in evenwicht bljjven de
mode dacht de hoedenspeld uit, maar door
dat de dameshoedjes reusachtige bollen met
breede randen worden, nam ook de z.g. hoeden
speld naar verhouding in lengte toe, de speld
werd een speer en nog later een laos gelijk.
Hiertegen meenden de vroede mannen in
verzet te moeten komen en trad de raad
meedoogenloos op.
PB D"XXjXj EITOTsr.
FAMILIE-EER.
18) (Vervolg van het Eerste Blad).
Hjj meende op te merken hoe de andere
verlicht heradomde, terwijl hjj nu een goed
met goudstukken gevulde portemonnaie uit
zjjn zak nam en met eenige markstukken de
rekening vereffende.
Ja maar gjj moogt slechts onder één voor
waarde mijn gelag betalen," zeide Loder,
terwijl hjj de handon op zjjn arm legde. «De
eene dienst is den andere waard, en daarom
moet gjj my beloveD, dat go morgenavond
met ons naar do opera gaat. Neem me niet
kwaljjk, maar gjj bevalt my bjjzonder goed
ofschoon we elkaar nog geen uur kennen."
Deze uitnoodiging kwam Hurner merk
baar onverwacht en maakte hem wel wat
verlegen.
Weer keek hjj het lieve meisje met koenen
blik aan.
Hoe moeilijk het Elsa ook viel, zy beant
woordde zjjn blik op aanmoedigende wjjze.
„Gy kunt het gerust aannemen", zeide zy
mot een ccquet lachje, «zulk een uitnoodiging
doet vader niet aan den eerste den beste."
„Afgesproken," zeide Loder, «ik neem do
plaatsen en zend een kaart, Maar hahaha
daar bedenk ik iets, wjj zjjn nog niet aan
elkander voorgesteld hahaha rentenier
Schulzer met zjjn dochter Elsa, uit Regen-
walde, tegenwoordig CentraalhoteL
12 en 13."
Uit de discussie in den Raad
De heer Tjhof wil dat de speld slechts
2 c.M. buiten den hoed zal steken.
De heer Monko wenscht niet, dat de
agenten van politie met een duimstok rond
gaan om te meten hoe ver de speld buiten
den hoed steekt.
De heer Tyhof herinnert zich nog hoe by
de behandeling der marktverordening de heer
Menko verklaarde, met den maatstok te zjjn
rondgegaan om de rnimte voor de boeren
deerns af te passen, die met boter en eieren
in hun korfje ter markt kwamen.
De heer dr. v. d. Horst getuigt dat zjjn
collega, de oog-specialiteit te dezer stede,
reeds enkele malen een geval heeft behandeld,
waarbjj de nijdige punt der hoedenspeld bij
een ander een wond in 't oog hoeft ver
oorzaakt en wjjst er daarom met eenige
voldoening op, dat er vernuftig uitgedachte
beveiligers voor de scherpe punt der speld
zjjn te verkrijgen.
Dit voorwerp van beveiliging vindt der
mate genade in de oogen dor raadsleden,
dat met 19 tegen 8 stemmen hot voorstel
des heeren Tyhof, dat de speld slechts 2
c.M. buiten den hoedwand uit mag steken,
wordt verworpen.
Zoodra dus de politie-verordeDing van
kracht zal xjjo, dragen alle dames te Enschede
hoedenspeld-beveiligers.
Ongeregeldheden te Lissabon.
Lissabon, 26 November. Zondagnamiddag
is er een vergadering gehouden om te pro
testeeren tegen de uitzetting van twee Chi-
ueezen, die de geneeskunde uitoefenden. De
menigte begaf zich. naar een der pleinen en
hield er een betooging tegen de regeering.
Cavalerie en republikeinsche garde poogden
de menschenmacht uiteen te dryven, die
antwoordde met*vijandige kreten en schoten.
De cavalerie voerde charges uit en sloeg met
het plat van de sabel. Er zijn enkele dooden
gevallen es enkele gewonden. Tal van aan
houdingen zjjn er gedaan en de orde werd
hersteld.
Op het Dom Pedro-plein is een bom ont
ploft, waarbjj verschillende menschen gewond
werden. De cavalerie en de republikeinsche
garde joegen de menigte uiteen, waarbjj scho
ten vielen. De betoogers stormden naar het
San JoBé-hospitaal om de geneesheeren te
beletten hulp te verleenen aan de gewonden.
De gewapende macht moest komen om de
omgeving van het ziekenhuis schoon to vegen.
Troepen bewaken het paleis van den presi
dent der republiek en de gebouwen van som
mige dagbladen.
De electrische stoel.
In de SiDg-Sing gevangenis in New York
zijn Maandag drie personen terechtgesteld.
Zjj stierven in den electrischen stoel. Deze
drievoudige executie duurde slechtB 23 minu
ten. Het is de eerBte maal, sinds in den staat
New York wordt geëleotrocuteerd, dat er drie
personen samen terechtgesteld werden. Het
waren Pietro Faletto, Frank Schermerhoru
en Bert Brown.
Het einde van het zijden koord.
Een van de gezegendste gevolgen van de
Chineeschn revolutie is de afachaffiug van
het zjjden koord, dat iemand als een aange
name verrassing kon thuisgestuurd worden.
Iedere Chinees van invloed en aanzien moest
er dagelijks op bedacht zjjn, dat van het
paleis van de keizerlijke famillie een bediende
met het lieftalligste en zoetsappigste gezicht
een zjjden snoer kwam brengen, het vreese-
ljjke wapen van de Mantsjoe-dynastie. Want
dat zjjden koord was een stille wenk voor den
ontvanger, of hij deze aarde maar wilde ver
laten om vrjjwillig naar betere gewesten
te gaaD. Zoo'n verrassing overtreft nog elke
denkbare Sint Nicolaas-surpriBe, alleen jam
mer, dat de uitverkorene er weinig heugenis
van heeft.
Het zjjden koord was een vreeseljjk sym
bool, dat ontzetting bracht in het hnis, dat er
mede gezegend werd. Plotseling, zonder opgave
van redenen, zonder mededeeling van hot doel,
dat maar al te goed bekend was, werd het
snoertje gebracht, met de groeten van zjjn
Keizerlijke Majesteit. En dit waren de laatste
groeten, die de Keizer zond aan hem, dien hjj
gelukkig maakte met het eindje koord. Den
volgenden dag kwam dezelfde bediende terug,
om met een stil lachje te vragen naar mjjnheers
«welstand", waarop hjj dan het antwoord
behoorde te ontvangen, dat mjjnheer naar
's Keizers wil geleefd heeft helaas, met
sterken nadruk op «heeft".
Een uitgebreide spionnendienst gaat na of
Herman Harner, ingenieur uit Chicago,"
stelde de ander zich voor.
.Zeer vereerd,"' zeide Loder met gemaakte
beleefdheid, «en zullen wij de eer hebben..."
„Wanneer mejuffrouw het toestaat," zeide de
Amerikaan met een smachtenden blik op Elsa.
„Het zal een genotvolle avond worden,"
zeide deze met een vriendelijk lachje tegen
den haar zoo terngstootenden man.
Loder keek Elsa vol bewondering aan. Hjj
was vast in de overtuiging, dat er een uit
muntend politieman aan haar verloren was
.Maar zjj kunnen uw entréekaart toch niet
naar Chicago zenden," ging het meisje met
een schalksch lachje voort. „Als n dus aan
vader uw adres wilt opgeven
Daarby had zij, als toevallig, haar fijne
handje gelegd op den arm van Harner, die
nu vlak naast haar zat.
De commissaris nam een vluchtig beven
van den man waar, hetgeen hem des te
vaster aan diens schuld deed gelooven en
tegeljjk was hjj verrukt over den goeden
inval van het meisje.
«Bakkerstraat 7, boven," stamelde Harner.
«Maar gjj xyt immers vrjjgezel, beste
mijnbeer," zeide Elsa weder met dat schalk-
sche lachje. «Zou het niet beter zjjn,
vadertje
„Mjjnheer Harner komt zjjn entréekaart
morgen in het hotel by ons afhalen," viel
de commissaris haar snel in de rede, „dan
ontbjjten wjj tegeljjk met elkaar."
«Maar wat wordt er morgen gegeven
«Ik geloof nLohengrin," zeide het meisje
op goed geluk af.
«Neen, dat is vanavond hé, kellnerin
riep do commissaris, «wat wordt er morgen
in de opera gegeven
de feiten zich werkelijk hebben afgespeeld,
zooals' verteld is, en of inderdaad het Chi-
noesche rjjk een burger minder telt. Wee
hem, die het koordje als een laatste geschenk
van zjjn Keizer wil bewaren en het leven
daarby. Want zjjn hnis wordt bestormd, hjj
zelf opgespoord, ter dood gebracht en zjjn
goederen verbeurd verklaard.
Soms ook, maar 't is een hooge onderschei-
diog, neemt een opiumpil de plaats in van
het zjjden koord. Het is bekend, dat eenige
dagen voor haar dood de Keizerin-weduwe
Tsusji zoo'n present schonk aan den jongen
Keizer Kwaugsu, die zioh dan ook door zelf
moord van het leven beroofde.
Men vertelt, dat de tegenwoordige redder
van China Joeansjikai kort voor sjjn vertrek
het zjjden koord ontving. Hjj had echter
den moed den machtigen heer in het keizer-
lijk paleis te weerstaan en hem het eindje
koord terug te sturen, met de mededeeling,
dat hjj niet wist, wat hjj er mee doen moest.
Hjj zon verder gezegd hebben, dat hjj nog
een Hink zwaard had, waarmee hjj zulke
koordjes wel zou kunnen doorsnijden. Zjjn
aanhangers waren toen reeds zoo talrjjk, dat
de regc-ering, die voor het eerst zoo flink
aaügevallen was, geen maatregelen tegen
hem durfde nemen, het koord beixield en hem
beval voer zjjn gezondheid ontslag te nemen.
Joeansjikai heeft woord gehonden en zjjn
goed zwaard heeft inderdaad het zjjden koord
vernietigd.
De zwaarste juffer ter wereld.
Amerika is het land der onbegrensde
mogelijkheden; in ieder geval op elk gebied
moet man in de Nieuwe Wereld den super
latief zoeken en dus komt het ook in
aanmerking om onder zjjn lieftallige, vrouwe
lijke eexe de zwaarste juffer ter wereld te
mogen tellen. En dat is een lid van het
zwakke geslacht, dat heel wat gewicht in
de Behaal legt. Miss Gertrnde Burk, in Alton
(Illinois;, die bjj haar geboorte een mollige
baby van 15 pond was, hoeft het in twee-en-
twintig jaar tot 825 zegge achthonderd
vjjf en twintig pond gebracht. Me dunkt
een recordje voor een varken om jaloersch
te worden. Wie kan zich op achtjarigen leef-
ijjd de weelde van 25U pond gewicht veroor
loven? En dan te durven beweren dat alle
Amerikaansche vrouwtjes spichtig, slauk en
rank zjjn!
Waar Miss Gertrude plaats neemt, moet
er op haar gerekend worden met een extra-
stoel, want één is voor baar gezellige dikte
niet voldoendeook het moderne huis met
zjjn nauwe deuren levert haar groote bezwaren
op, want ze kan slechts overdwars er door
gaan en dan ook nog maar net.
Van verschillende zjjden heeft men dit
gezellige dikkertje al gevraagd ten huwe
lijk mis 1 maar om op te treden. Aange
zien ze niet onbemiddeld is, heeft se tot na
toe voor die aanbiedingen bedankt.
Gestrand.
Op de knst van Minnecoy, een klein eiland
op de Zuidweskust van Voor-Indië, is ge
strand het stoomschip Beacby met het konink
lijke paardeluig, de kleedjj van vele dames,
nieuwe uniformen en 400 kisten vuurwerk
aan boord, alles voor den durbar te Delhi.
Er schjjnt weinig kans te zjjn, dat deze zaken
tjjdig zullen aankomen, zoodat, aldus meldt
eeu telegram uit Calcutta, de betrokken per-
sonen zeer in verlegenheid zitten.
Langs de straat.
Leo in de «Telegraaf" schrjjft:
Vjjf uur in den morgen.
Het regent. De leege, holle straten be
luisteren zwjjgend 't kille neertikkelen der
druppels, 't Asfalt vlakt in de verte als een
duister meer. Dichtbjj schichtigen er de licht-
krinkela van 't electrisch licht over.
Op den Dam staan zes, zeven menschen
te wachten, hui ver-kil, zwijgzaam, met genepen
vuisten in broekzakken en snuffelneuzen.
Arbeiders, typo's, een verbijsterd nachtredac
teur, de hersens nazoemend van 't pers-
zwatelen en 't peuteren aan waanzinnig-ver
warde Reuters.
Heel ver op 'tRokin komt 'n schitterend
puntje aaDzwevon. De trein-tram van lyn 11.
In de wattige, klamme stilte schrjjnen de
wielen, jammeren de rails, spint de motor.
Dan giert de tram aan, een heel vreemd,
hellicht kamertje op den duisteren Dam. De
wagen wisselt van spoor, komt weer terug,
schokt stil. De stille gedaanten beklauteren
de tram. De conducteur heft een loomen
arm naar den den belriem
pik weet het niet," antwoordde het meisje,
„voor in het lokaal hangen de schouwburg-
bilj •tten."
„Nu, dan ga ik eens kjjken," zeide Loder,
die al lang naar een gelegenheid zocht om
zich ongemerkt te verwjjderen. „Gjj wilt
wel eens de galante ridder zjjn, waarde
vriend
Harner was geheel vuur en vlam, terwjjl
de commmissaris met langzame schreden
naar het voorgedeelte van de zaal ging,
waar hjj buiten het gezicht was van hen,
die aan de tafel achterbleven.
IX.
Yoor het lokaal naast den ingang hingen
de aanplakbiljetten der verschillende schouw
burgen van Berljjn eendrachtelijk bjj elkaar.
De commissaris bleef er voor staan, zette een
knjjpbril op en begon de aankondigingen
oplettend te bestudeeren.
Een oogenblik later kwam zjjn portefeuille
weer te voorschijn, waarin zich tevens een
uotitieboekje bevond.
Na eerst aan zjjn potlood gelikt te hebben,
begon hjj de tooneelvoorstellingen voor den
volgenden dag op te schrjjveD. Dit mochten
voor het minst de omstanders denken, iu
waarheid had de commissaris de gelegenheid
to baat genomen, om het nummer na te zien
van het zooeven verwisseld bankbiljet.
^8648, las hjj, terwjjl een zogevierend lachje
zjjn lippen plooide.
Het was een van de nnmmers die aan de
bank door den konder van den wissel waren
ontvangen, daarmee was dus de identiteit
van Harner als zoodanig vrjjwel bewezen.
Dat noem ik gelnk," mompelde Loder,
terwjjl hjj de portefeuille weer in de borst-
Maar uit de Damstraat komt, vriendelijke
woorden tot zichzelf zeggend, een dronken
boer. Een boer uit een operette, met polka
haar en een rond vilthoodje en een wjjde
broek en ringetjes in de ooren en een roode
doek om den hals. Hjj zwenkt pompens om
't vrooljjk-lichte kamertje op wielen, bestaart
het, peinzend en verwonderd, en vraagt den
ongeduldigen conducteur:
«Wa's datte?"
Wat, boer?"
«Den denze dinges?"
•Een tram, boer. Moet je mee of moet je
niet mee
Tjao wa za 'k donn 'k weit neit
za 'k mitgoan za 'k niet mitgoan
Gauw, want wjj rjjen op den trein 1"
Wi-je weten, wa 'k donn zol?'kGoa mit.
Hu sakkerdrie, da's 'n stap, watte (tot
de stille arbeiders) g'n aovend soamen 1"
«Marrege!" repliekt schorrig ééa uit 't
binnenste van den wagen.
Weg tram. Meteen schiet ze, zachtjes
veorend langs 't Rokin, knarsend de wielen
en gillen de rails bjj 't krommen der bochten.
Ineens geeft de boer een schreenw.
«Lao me d'r unt. patroon! 'k He daor 'n
harrebarg gezieD. Hnila sakkerdrie
hou stil 1"
«By de naaste halte stopt de tram."|
De boer: „'k Bin te wied. Je mö me terug
rie-en alloh. 'k Md noar de harrebarg 1"
De conducteur schokschoudert. De arbeiders
grinniken. De nacht-redacteur zoekt, bloed
dorstig, naar een wapen.
Eindeljjk laat de boer zich met kinderach
tige lichaamsgebaren op de vette keien zakkeD.
Do tram stuift vooruit, en iu de verte, heel
alleen, staat 't zwarte, armzwaaiende figuurtje
van den dronken boer, en zjjn zelfbeklagende
stem misbaart luidruchtig in de natte stijte
Peterolie-eende.
(Uit de dagen van de „Turbo.")
Een stinkende petroleumlucht hing over
het Nieuwediep en over het geheele eiland
Texel, zelfs al liep je aan den anderen kant
van Hoogeberg, dan nog kon je den stank
waarnemen. Wat of dat kon zjjnl?
Den volgenden morgen, bjj aankomst van
de eerste boot vernam men reeds, dat er
in de Haaksgronden, op den Razenden Bol,
en petroleum-tankboot was vergaan. Het
sohip was in tweeën gebroken en de petro
leum vloeide iu groote hoeveelheid er uit,
het zee-oppervlak bedekkende met een laag
van die vloeistof. Het was het Engelsche
stoomschip «Turbo", dat het noodlot had
getroffen.
Doris Rykers in de wandeling onder
alle zeevarenden in den omtrek bekend als
«opa" had, zooals altjjd, een zeer werk
zaam aandeel gehad in de redding der be
manning.
Dat was het Dieuws, dat als oen loopend
vuurtje over het eiland ging en het raadsel
van waar toch die stank kwam was
opgelet.
Niet werd betreurdhet vergaan van het
schip; alleen, dat de lading niet in vaten
was geborgen geweest, vond men «begröö-
teljjkwant dan toch was er wat te jutten
geweest. De wind was zoo prachtig op de
kust, jonge, waat waas de koaans mooi
geweeBt, en wie het er nou woat aan die
peterolie? niemand; 't is jammer 1
Toch scheen er nog wel iets aan te win
nen te zjjn.
Massa's vogels dreven er rond in de petro-
leumvloeistof. De olie had de vogels over
vallen en, terwjjl ze daarin ronddreven, was
dat goedje in de vedren gedrongen, hetgeen
de vogelB verhinderde op te vliegen. Zoo
vonden zjj hun dood in grooten getale.
De visschers pikten ze op en namen ze
mee naar de haven.
Dirk, die van alles en nog wat opkocht,
meende ook hieruit wel een slaatje te kun
nen slaan.
Hjj kocht er een honderdtal, tegen een
cent of wat per stuk, op, en trok er mee
naar den poelier.
«Mooi kööpie vor je, Hoannrs! Vetoas
spek en vor niet te venl!"
Hoannes berook de vogels, trok een be
denkelijk gezicht en zeide: «Oas je nou zei
voanvet oas peterolie, doan woas je dich
ter bee de waarheid. Gooi se maar in 't
vier l;, ouwe moan, doan hei der nog woarmte
voan, oal stinkt 't 'n beetje."
„Geef je der niks vor?"
«Geen cent."
1) Vuur.
zak van zjjn jas liet gljjden en terugkeerde.
Daarby viel zjjn oog op een troepje heeren,
die aan een der tafeltjes zaten kaart to
spelen.
Terstond helderde het gelaat van den
commissaris op en hjj ging met vlugge sohre-
den naar de spelers, die met den mg naar
hem gekeerd zaten.
Een daarvan sloeg hjj vrooljjk op den
schouder.
Holdert, ouwe jongen, wat zie ik, zjjt gjj
ook ons eerbaar Rrgenw&lde ontloopen om
hier naar het moderne Babel te komen
riep hjj met stentorstem.
Eenige der gasten keken verwonderd om.
Lodor schoof een stoel naast zjjn kennis,
dien hjj hier schijnbaar aantrof en wien hjj
harteljjk de hand drukte. Voor iemand die
veraf stond, moest het scbynen, alsof die
twee oen onschuldig gesprek voerden nie
mand vermoedde of kon uit hun vergenoegde
gezichten opmaken, wat zjj elkaar eigenljjk
te zeggen hadden.
•Ga met vier mannen terstond naar de
Bakkerstraat 7, boven," zeide de commissa
ris, voortdurend met een glimlach om den
mond, alsof hjj een grap vertelde. «Gjj laat
de denr openmaken en doet een hniszoekiDg...
of nog beter," viel hjj zich zelf in de rede,
terwjjl hjj een teugje uit het glas van den
ander nam, «neem eerst informatiën en kom
mjj dan onder oen geloofswaardig voorwendsel
uit het wjjnlokaal van Röreman halen. Ik
wil de huiszoeking zelf leiden. Zorg er echter
voor dat onze man niet gewaarschuwd wordt,
begrepen
«Zooals ge beveelt," zeido de ander, die
eveens onafgebroken gelachen had.
De commissaris stond nu op en dreigde
deu pseudo-Holdert met den vinger.
Dirk trok een zuur gezicht, maar om zoo
de beesten weg to gooien, dat was toch al
te erg; dat zou een groote schadepost voor
hem zjjn.
Hjj nam de mand met vogels op, tilde
die op den rag en ging naar hnis, onderweg
overdenkende, wat er mee aan te vangen.
„Ziezöó, Griet, hier hen 'k nou 'n
kööpie meebrocht. 'k Gaf 'r 'n schjjntje
vor."
«'t Zei woat weze, woat moet je mit
die rommel?"
Rommel I Ik zei ze plokke en doan
gaan 'k ze boe denze en goene verkööpe."
„Och moan, je krigt 'r gien duit vor;
denk je doat ze die stinkende dinge kóópe?
.Stinkende dinge; je zelt 'rs zien, oas
de veere der oaf ben, ben ze zöö goed oas
verschel"
«Non, gaan je gang, oas je maar niet
te veul herrie maakt.*
Dirk gaat druk aan den arbeid. Vlak bjj
het kacheltje zet hij zjjn mand neer, pakt er
een beet, en jawel, het „plokke* gaat heel
gemakkelijk. In betrekkeljjk korten ;tjjd heeft
hjj de mand eenden leeg gemaakt. De ge
plukte werden afxonderlyk op den grond
gelegd en de veören in de mand geborgen.
„Die hewe ok nog wel waarde,* dacht Dirk.
Zooals bekend, zjjn de geplukte vogels altjjd
nog voorzien van ruiee overschotjes der
veereD. Deze worden altjjd afgebrand of afge
schroeid, om de huid zoo effen mogelijk te
doen mBken. Ook Dirk zal dat doen.
Het kacheltje staat lekker rood het is
zoo'n vinnig klein kolom-kacheltje, dat snort
en trekt, alsof het altjjd njjdig is, dat het
moet branden, en maar steeds zoo snel moge-
lijk den brandvoorraad tracht om te zetten in
rook en asch, in de hoop, dat des te spoediger
de voorraad zal zjjn uitgeput edocls, een
ijverige hand stopt telkens nieuw voedsel in
den wjjd-opengezetten muil.
Nu echter werd de muil voor een ander
doel opengezet. Het geplaagde kacheltje
braakte een felle vlam uit.
.Lekker', mompelde Dirk; net goed
vor 't skroeie.*
Een eend werd opgenomen en met beide
handen hield Dirk die vast, klaar om het
beest in de vlam om en om te draaien, doch
nauweljjks had hjj het cadaver in de lekkende
vlam gehouden, of deze verspreidde zich
over de geheele eend, die spoedig brandde,
dat het een lust was.
Dirk trachtte, door spoedig terugtrekken
en geweldig blazen, de vlam nog te dooven,
doch vergeefB. Zjjn handen werden aange
tast en in z'n schrik smeet hjj de brandende
eend in de mand met veeren.
Woep! in een oogenblik stond de geheele
mand met veeren in lichtelaaie. Door den
knal van de ontvlammende petroleum vlogen
de veeren links en rechts door het vertrek,
overal kleine vlammetjes verspreidende.
Dirk snelde naar achter, doodeljjk ver
schrikt, niet direct wetende wat te znllen
doen.
Griet, die achter aan het wasschen was,
had den knal gehoord en nog met druipende
handen was ze naar de kamer geijld, zoo
snel, dat zy en Dirk elkaar bjjna in de deur
vastliepen. Griet was nogal corpulent, weet
ge, en haar mondje had ze niet verloren.
«Wel ezel voan 'n kerel I Woat voer
je nou unt?"
„Water! Water!" schreeuwde Dirk.
„Hier, pak oan, gooi het koarrepet over
de rommel, toe gouw woat, o&lle klèódjes en
dinge over het vier. Toe doan, lummel, pak
oan
Onderwjjl was zjj al druk bezig. In eeu
oogwenk had zjj den toestand overzien en
begrepen hoe er gehandeld moest worden.
Ze greep alles wat ze maar kon en dat go-
schikt was om het vuur te dooven, onderwjjl
zooveel mogeljjk de vlammende veeren met
de voeten uittrappende.
Dirk was tot „zien eige' gekomen en hielp
nu ook druk mede. Dat ging zwjjgende, doch
toen het gevaar goweken was en de geheele
kamer nog met stinkenden walm waz gevuld,
trok Griet van leer.
.Wat bei je toch 'n nul; doat je nou niet
begreep, doat 't zóó spaak lööpe most. En
doan nog die eend bee de veere te gooie.
Kiek non zóó n boel der's uutzieD. 't Is om
te schrèhuwe. 'k Woo, doat je zelf ok ver-
broand woas, ja, doat woo ik, joo ezelsvoarke."
Klets I klonk een veeg ïd z'n gezicht. Dirk,
zich van schold bewust, z'n schade bereke
nende, z'n ontredderd kamertje beschouwende,
had geen moed zich te verdedigen. Vol
wroeging en zich zeer schuldig vindende, zweeg
hjj als 'n mof en de klap van zjjn dierbare
tweede-ik, vond hjj welverdiend en legde
„Ouwe pierewaaier", zeido hjj luid, «dat
moest je vrouw eens weten, dat jjj het hier
iu Berljjn zoo naar je zin hebt. Hahal Nu
wees maar niet bang, ik zal niet uit de
school klappen".
Hij ging met groote stappen naar 't achter
gedeelte der zaal terng. Reeds van verre zag
hjj hoe Harner opgewonden met Augusta
zat te praten, en toen hjj nadorbjj kwam,
bemerkte hjj de gloeiende blikken, die hjj
haar onder het spreken toewierp. Ten over
vloede hoorde bjj nog, hoe achter hem twee
kellnerinnen elkander toefluisterden
•Nu, die ouwe vogelverschrikker heeft het
vandaag weer duchtig te pakken."
„Och wat, dat meisjé houdt hem voor den
gek 1" zei de ander. «Zy heeft echte juweelen
in de ooren, zoo een geeft zich met onzen
aanbidder niet ernstig af."
«Ge hebt geljjk, dat zou een ander moeten
zij#' sprak de eerste.
De commissaris hoorde niets meerhjj
was het tafeltje genaderd.
„Niemand van ons heeft geljjk gehad,"
riep hjj midden in het gesprek van Hnruer.
«Morgenavond wordt „Don Juan" gegeven.
Dat is ook een mooi stuk, he?"
Augusta was reeds opgestaan; terwjjl zjj
het gelaat van Harner afkeerde, kwam een
zucht over haar lippen. Het samenzjjn met
den man, dien zjj als haar ongeluk moest
beschouwen, had voor haar iets af 'schuweljjhs.
Ook Harner was opgestaanmet liakzche
beleefdheid reikte hy haar parasol over,
waarvoor zjj hem met een bevallig laehje
dankte, dat de blos hem weer naar de
wangen steeg
„En nu vooruit, naar Rövemann", zeide
Loder.
Hamer haastte zioh Augusta den arm
zich er berustend bjj neer, al gelukkig, dat
niet meerdere klappen werden uitgedeeld.
«Ik woo, doat je ok verbroand woas",
Griet raasde bet nog uit.
Zjj was vol bereddering; de ramen werden
opengezet, de rommel zooveel mogeljjk by
elkaar genomen en buiten gebraeht.
Dirk was verplicht om den vloer te dweilen,
terwjjl Griet de wasch iu den steek liet om
eerst den zolder af te nemen en andere gor
dijnen op te hangen.
Tjonge, woat 'n herrie. En doan nog
zóóveel skadel"
Geen wonder, dat 's avonds het echtpaar
vermoeid was en niet ongaarne de legerstede
opzooht om nit te rusten, en te bekomen
van do «oalteraasie" van den afgeloopen dag.
Griet had de gewoonte 's avonds een glas
water mee naar bed te nemen, dat se dan
op het beddeplankjo deponeerde, om, alz se
wakker was, een teugje te nemen.
Dèèr kon ze niet buute," had Dirk wel
eens op de benrs verteld, en ik zeg maar:
'n mens zieu lust is 'n mens zien leve."
Griet nam dus ook nu weer een glas water
mee naar bed.
Weldra lagen ze in diepe rust, Dirkdroo-
meude van een zee vol met drjjvende vogels,
die, als je maar riep, naar je toe kwameD,
en, terwjjl ze vlogen, gebraden werden, en
als je er dan naar greep, sloegen de vlam
men er nit en meteen waren ze verdwenen.
Hjj lag te woelen en rond te draaienhet
dek hing half buiten boord, alias het bed.
Hy lag half bloot en door de koude werd
hjj wakker.
Hjj gevoelde zioh huiverig, greep naar z'n
hoofd hjj had een maneschjjntje en wreef
daarover. Ja, het raam was ook nog open
gebleven, vanwege den stank in de kamer.
Geen wonder, dat de tocht op z'n bol ge
voelig aandeed.
In donker greep hjj naar de beddeplank.
Daar lag zjjn slaapmuts. Tastende zocht hjj
naar de plank.
Ha, dèór hew 'k 'm te pakken, gelukkig".
Hjj trok haar naar zioh toe.
Maar o «gommenikkie", daar viel het glas
er mee, dat Griet onvoorxichtigljjk op de
slaapmuts had geset.
En wat het ergste was: Griet kreeg den
vollen inhoud op haar welgedaan gezicht.
«O, o, helpl help!' kreet ze, „woat beurt 'r?
Ik verdrink, ik verdrinkt helpl helpl*
«Ja,« klonk er van Dirk's lippen, „ver
zuip jee nou maar, ik most voaumiddag ver-
broande, nou kei jee verzuipe."
Nu was Griet klaar wakker eu begreep
maar al te goed wat er was voorgevallen.
Hoe het bedsermoen in het middernach
telijk unr eindigde, zullen we maar niet ver
halen.
Dat Griet haar mondje, of mond, roerde
en dat ze slag-vaardig was, nu, men raadt
daar maar eens naar.
Uit den Omtrek.
Texel, 27 November.
Nu weer de uitvoer van mosselen naar
elders in vollen gang is, bljjkt 't hoe door
de stormvloeden in 't begin dezer maand op
de mosselbedden heel wat schade is aangericht.
Naar matige berekening zjjn bijna duizend
Hectoliters mosselen van de bewaarplaatsen
weggestroomd en verloren gegaan.
Hel beroep naar de Herv. Gem. te Oude-
schild, is door ds. H. Buiskool aangeuomon.
Naar verzekerd wordt, zon genoemde predi-
t zich voorloopig metterwoon vestigen te
Helder.
Bjj het Woensdag 1.1. in den Haag ge
houden examen, ter bekoming van het post-
radikaal, slaagde o. a. onze voormalige
plaatsgenoot, de heer D. Metz, thans klerk
aan het telegraafkantoor te Amsterdam.
Anna Paulowna.
De nieuwe zuiggasmotor en de waterma-
chioe te Kleine Sluis zal aanstaanden Woens
dag of Donderdag op proef malen.
Burgerlijke Sftend ven Texel,
van 18 tot en met 24 Nov. 1911.
GEBORENKlaasje, dochter van Leendert
den Braven en Krina Knol (Eierland), Jan
netje, dochter van Hendrik Kalis (Mjjdrecht)
en Geertrui Kolle (Eierland).
ONDERTROUWD 1
GETROUWDGeene.
OVERLEDEN:
aan te bieden, dien zjj met een bevallig
knikje aannam zonder dat haar gewaande
vader hierop aanmerking maakte; de oude
heer volgde haar gedwee.
„Tot weerziens, Holdert", riep bjj aan de
deur zjjn goeden vriend toe, die zjjn groet
beantwoordde door zjjn b:erglas op te heffen.
Augnsta was met haar geleider reeds op
de stoep, maar wegens dien uitroep keek zjj
haar gewaauden vader vragend aan. Loder
kwam juist Baast baar loopeu.
„Wilt ge weten wie dat was?" vroeg hjj
vrooljjk. «Het ljjkt wel of geheel Regenwalde
vandaag te Berljjn is. Het was de magere
Holdert, onze buurman."
«O, de vleeschhonwervroeg Augusta.
Dezelfde", bevestigde de commissaris.
«Hjj wil voor zjjn oudsten zoon hier een zaak
overnemen, en hjj is er al zoo jjo"d als klaar
mee. Ik heb hem gezegd, dat wjj naar Röve
mann gaan. Misschien komt bjj er ook. Dien
moest gjj eens leeren kennen", wendde hjj
zich tot Harner, die geen oog van Augusta
afwendde.
«Eeu gezellig mensch, eu een fijn kaart
speler ik kan het nooit van hem winnen
en toch ben ik er in thuis."
Hjj wenkte eeu voorbijgaand rjjtuig.
Wjj zullen rjjden, kinderen," zeide bjj.
«Het is nu al vjjf uur. Als we vanavond
nog hel concert in het park willen hooren
bljjft ons weinig tjjd over voor een goed
glas wjjn."
(Wordt vervolgd),