KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor Helder, Texel, Wlerlngen en Anna Paulowna, No. 4068. Woensdag 17 Januari 1912 40ste Jaargang. De Zoon ian den Bankier. 50 ct, fr. p. post 75 ct., buitenland f t.25 37» 45 f 0.75 't Vliegend Blaadje p. Pre- Zondagsblad t miën J Modeblad (Voor het buitenland bij vooruitbetaling.) Advertontiën van t tot 5 regels (bij vooruitbetaling) 80 cent. Eike regel meer6 Be wijs-exemplaar2$ Vignetten en groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Intero.- Telefoon 50. Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag. Uitgever i C. DE BOER Jr. (»./h, BERKHOUT Co.), Helder. Bureaus i Spoorstraat an Koningstraat. NIEUWSBERICHTEN. HELDER, 16 Januari. Het gelukebloempje. Het //Grafisch Weekblad" deelt mee, dat de verkoop van de tuberculosebloem voor typografen opgebracht beeft f 12,615,11. Vltscherijschool te IJmuiden. B. en W. van Velsen hebben de volgende voordracht opgemaakt voor de benoeming tot directeur van de gemeentelijke visscheryschool te IJmniden 1. de heer G. Duyckinck Sander, oud-zeeofficier, te 's-Gravenhage2. de beer J. Slierendregt, oud-gediplomeerd le stuur man by de groote stoomvaart, te Hillegers- berg. Bekend. Een te Hoorn gestorven paard werd Vry- dag naar de slachterij van C. Groot in het naburige Blokker vervoerd en daar geslacht. Vier groote vruchtenmanden, inhoudende 138 K.G. van dat vleesch, werden netjes vor- pakt weer naar Hoorn teruggevoerd en ge bracht ten huize van den paardenslacbter J. Deon. De vee-arts en de politie, van oon en ander een vermoeden hebbende, gingen naar D., doch deze verklaarde, dat het vleesch reeds was vernietigd. Een huisonderzoek leidde tot niets totdat oen agent van politie de 4 manden met vleesch vond in den stal, waar ze verborgen waren onder een grooten hoop erwtenstroo. De slager bekende toen, dat dit vleesch afkomstig was van het gestorven paard en dat hy het fraudnleus had ingevoerd. Door verbranding is het vleesch in de retorten der gasfabriek onbruikbaar gemaakt. Tegen den slager is proces-verbaal opgemaakt. Schending van een fabrieksgeheim. Enkele weken geloden is de heer H. S. P. Bobin, die reeds 37 jaar in dienst was, door de firma Joh. Enschedé en Zonen te Haarlem op staanden voet ontslagen, onder beschuldi ging fabrieksgeheimen te hebben geschonden. Het onslag en de reden daartoe werden aan de z.g. wagenpoort der fabriek bekend ge maakt. De heer Robin, die ontkent zich aan deze schending te hebben schuldig gemaakt, heeft by de Justitie een aanklacht ingediend wegens aanranding van eer en goeden naam. Spoorwegongevai. Op de ljjn Amsterdam—Haarlem is Vrydag- avond een ernstig spoorwegongeval gebeurd. Een goederentrein van zes-en-twintig wagens, welke te 5 u. 56 min. van het centraal station te Amsterdam was vertrokken, reed omstreeks kwartier over zessen dicht by het station Haarlem op eon rangeerende locomotief, die, waarschijnlijk tengevolge van verkoerden wisselstand, dwars op de baan kwam te staan. Volgens opgaven van spoorwegbeambten, die, later op den avond, uit Haarlem te Amsterdam aankwamen, sprong de locomotief van den goederentrein dientengevolge uit de rails en werkte zich tot het voetpad in het zand, terwyl vyf goederenwagens, die even eens ontspoorden, in elkander werden ge drukt eu verbrijzeld. De hoofdconducteur Van Spankeren en twee remmers zaten gevangen in de ruïne van de wagens en moesten worden nitge laagd. Geen hunner had ernstige kwetsuren gekregeD. Machinist en stoker redden zich door bytjjds van de locomotief te spriDgeD. De l(jn was in beido richtingen versperd, eoodat het spoorwegverkeer van en naar Rotterdam over Uitgeest moest worden go- leid. Echter gelukte het, door gebruikmaking van een zy<poor, den Fransehon express langs den gewonen weg te doen ryden, zy het dau ook mot een vertraging van ongeveer 40 minuten. Vele reizigers van de richting Haarlem zetten hun reis naar Amsterdam voort mot de eleetrische tram die den geheelen avond met bijwagens liet rijden. Met groote moeite is Vrijdagavond einde' l^k eon spoor vry gemaakt, waarlangs zoowel het op- als hot afgaande verkeer mot l sterdam werd onderhouden. Het oponthoud was daardoor zeer groot. Ala oorzaak geeft de machinist van den aaurydenden trein verkeerden wisselstand op. De aeinhuiswachter ontkent dit ten sterkste en beweert, dat de machinist door zyn sein is gereden en zich op een wissel heeft be wogen, waar h(j niets te maken had. Volgens het Hbl. heeft de machinist ver' klaard, nadat hy door den wissel was go- reden, een harden slag gehoord te hebben, wauruit bleek, dat toen de wissel was over gehaald. Deze lezing van het geval wordt door den stoker en den rangeerder bevestigd. ZedelIJkheidewet. Voor de Amsterdamsche rechtbank stond terecht de dertig-jarige D. W. S., huisvrouw A. W., aangeklaagd op 12 October 1911 en op 18 October 1911, uit winstbejag twee vrouwen in behandeling genomen te hebben. De vrouw plaatste advertenties, kondigde zich als verloskundige aan en noomde zich mevronw De Vries. Een consult kostte f 10, terwyl zy op sommige medicijnen 250 pCt. winst maakte. Na hot verhoor van de beklaagde, vorderde het O. M., mr. Bruyn, dat de verdere behan deling der zaak, met het oog op de openbare zedelijkheid met gesloten deuren zou worden behandeld. In deze zaak werden 19 getuigen gehoord. Mr. Th. Muller Massis trad als verdediger op. Het O. M. eisohte 3 jaar gevangenisstraf. De „Lyons". De schatgraver de «Lyons", die gedurende dezen winter in het droogdok aan de Vogel- wykslanden te Amsterdam voor een ketel reparatie ligt, zal einde Maart weer naar Terschelling stoomen ten einde daar voort te gaan met het zoeken naar goud van de iLutiue". Kapitein Gardine hoopt na 2 maanden arbeid zyn doel te bereiken. Een loyale bankier. Een loyale bankier isde Staat der Nederlanden. Men heeft het kunnen lezen in 't verslag omtront do rechtzaak, welke voor eenige dagen voor de Amsterdamsche Rechtbank is afgehandeld geworden. Een boertje in de Haarlemmermeer wil namens gerechtigden een spaarbankboekje verzilve ren, en overhandigt tot dit doel aan den betrokken postbeambte de quitantie met verdere stukken, in de verwachting over eenige dagen het geld te kunnen komen afhalen. In dien tusschentijd echter wordt de bedoelde beambte wegens verduisteringen gearresteerd, en als het boertje by de Postspaarbank komt om zyn geld, houdt men hem de quitantie voor, en zegt ,Wy zyn u niets meer schuldig". Wel te ver staan dat hy geld sou hebben ontvangen, beweerde men niet en kon men niet bewe- rcn. De eenig mogelyko rodeneering van den bankier kon zynWie, zy 't aan mijn eigen personeel, ten einde betaling te krjj- gen, eenmaal de quitantie uit handen heeft gegoven, van dien ben ik verder af. Hoe moet dit klinken, in een eeuw als de onzo, de eeuw van de goede trouw in bet handelsverkeerin een land als het onze, waar Jan Krediet van ouds zoo'n prijs op zyne roputatio heeft gesteld 1 Wolk voor- boeld geeft hier de Staat-bankier aan alle banken, kassiers, financieele instellingen, handelskantoren, overal waar immers 't pu bliek of de loopers, of de cliëntesle, die er geld hebben te ontvangen, geregeld aan 't loket bun quitantie plegen af te geven om dan ,om 't geld straks wel terug te komen". Kan men zich voorstellen, dut eenige di rectie, eenmaal 't geteekende quitantie-for- mulier tusschen de vingers bobbende, zou durven zeggen,Nu kan je naar 't geld verder fluiten" En hoe zou men in han delskringen er de firma op aanzien die, ge steld dat een harer employés golden ver duisterd had, daarin aanleiding vond de door hem aan 't loket aangenomen quitan- lies onbetaald te- laten onder opgeven dat men ze dan maar niet had moelou afgeven vóór 't geld wordt uitgeteld. Eu toch Bchjjnt blykens het onderhavige geval, eon dergo lyke (handelsusance' gehuldigd te kunnen worden, wanneer de Staat, dien idealisten liefst de verpersoonlijkte moraliteit" ge lieven te noemen, als bankier optreedt, en als deposito-bankier nog wel tegenover de kleine luiden. En niet alleen, dat dit door de Rykspost- spaarbank ingenomen standpunt als zooda nig verre van correct lykc't schynt ons ook zeer gevaarlijk voor 't krediet dezer in stelling. Moet zy, die men boven alles ver trouwenwekkend hooft willen maken, wier verbintenissen daartoe uitdrukkelijk gega randeerd ayn door 't geheele staatsvermo gen die er juist op aangewezen ia het gold aan te moedigen uit al de hoekjes, knip- beursjes, kousen, spaarpotten, bedsteden en winkelladen, welker angstvallige achterdocht -tot dusverre voor zéér anderen drang van 't kredietwezen had willen bezwijken moet zy tegenover het vertrouwende publiek zulke opvattingen stellen Het valt wol to denken, welke vorklaring voor de houding der Bank zal worden ge geven. Men zal zeggen dat het publiek maar wat moet oppassen, en voorzichtig zijn, dat hot dit desnoods door schade on schande moet loerenen dat 't anders onmogelijk is voor de Rijkspostspaarbank met haar uit gebreid en wijd vertakt gebied, de aanspra kelijkheid te aanvaarden voor 't geen ergens n ontronwe agent misdoet. Dat het publiek verstandig behoort te zyn, is volkomen juist. Maar geeu admini stratieve regeling kan te niet doen de aan spraak tegenover den Staat als bankier hierop, dat dozo de aansprakelijkheid voor zyn personeel zal aanvaarden, en een nor- il vertrouwen, door de cliënteele aan dit porsoneol geschonken, niet zal aanwenden als middel om zich van die aansprakelijk heid te ontslaan. Er iB nu eenmaal eeu ver schil tusschen wat in de bureaucratie voor nuttig, en vrat in de samenleving voor noo- dig kan gelden. Eu zoo meeneu wy dat degeen, die voor deze houding van de Postspaarbank verant woordelijk is, het moge dan zyn do directie, of de minister, of een hoofdcommies, of de landsadvocaat, of wie ook, het prestige der instelling daarmode niet hoeft gediend. Ja, wy zouden hier niet eens zoo openlijk op durven wijzen, ware het niet, dat gelukkig de rechter door zijn vonnis de zaak weer in het rechte spoor heeft gebracht. Dit mag zeker met erkentelijkheid worden uitgesproken. Hy heeft een juisteren blik op de eischen van het spaarbankverkeer getoond, dan de spaarbank zelve. Hij heeft de aansprakelijkheid van dezen baukier vastgesteld, en hem 't recht ont zegd zich op formeele gronden aan zyne verplichtingen te onttrekken, ook waar on trouw van zyn personeel in 't spel is. De Rechtbank heeft de Bank veroordeeld om het boertje 't bewuste bedrag uit te betalen, en haar vonnis verklaard (terstond uitvoerbaar ondanks hooger beroep en zonder borgtocht". Juristen schijnen onder de ge geven omstandigheden in dezen term te kunnen lezen, dat de rechter over de houding van de Bank ook zyn afkeuring heeft willen kenbaar maken. Het is dan alleen maar jammer, dat deze dit eerst van een rechter lijk vonnis heeft moeten ervaren. De bioscoop bij het onderwij8. B. en W. van 's-Gravenhage hebben eon commissie benoemd om een onderzoek in te stollen er er behoefte bestaat aan een ge meentelijke bioscoop ten dienste van het lager-, middelbaar- en hooger onderwijs-'/! op welke wyxe eventueel de exploitatie ran gemeentewege ware in te richten. Ernstig ongeluk. Op de Breestraat te Leiden heeft Vrijdag middag ongeveer 4 uur een ernstig ongeluk plaats gehad. Het 13-jarig zoontjo ran no taris B., te Noordwyk, wilde op het voorbalcon van oen juist in beweging zynde olectrischo tram springen. Doordat een knaapje, die juist tovoreu op do tram was gesprongen, nog op de treeplank was blyven staan, biDg het zoontje van notaris B. met zijn lichaam buiten de tram. Zoo pasacerde hy een verhuiswagen, welke zoodanig was geplaatst, dat de tram er net langs kon. De jongen geraakte tus schen den verhuiswagen en do tram, dis reeds een tamelijke vaart had, bekneld. Toeu de bestuurder het ongeval bemerkte, remde by uit alle macht, doch het was te laat. In deerniswaardigen toestand werd de knaap de stude«tensocieteit Minorra binnengedragen. Een geneesheer achtte zyn overbrenging naar hot nabyzyndo Hospitaal Wallon hoog nood zakelijk. De jongen had inwendige kneuzingen gekregen en zyn beide armen waren gebroken. Hoewel niet direct levensgevaarlijk, is zyn toestand toch ernstig. Verdwenen schepen. In hot afgeloopen jaar zyn door Lloyds 16 stoomschepen, 16 zeilschepen on één pe- troleum-motorschoenor als vermist geboekt, dat wil zeggen, dat al deze schepen man en muis verdwenen zijn zonder eenig spoor achter te laten. Deze 38 schepen zyn als volgt over de verschillende nationaliteiten verdeeld Engeland 8 stoom- en 12 zeilschepen .Noorwegen S zeilschepen en 1 stoomschip Griekenland 2 stoomschepenBrazilië 2 nieuwe rivierbooteuRusland en België ieder 1 stoomschipDuitschland 1 stoom trawler Denemarken 1 schoener en Frank rijk 1 petroleummotorschoener. De reticule terugbezorgd. De reticule met een Rykepostspaarboekje en oen portemonnaie, die mej. A., to Rumpt, op eon reis van Beesd naar Gorinchem heeft vermist, is ongeschonden in handen van de eigenares terugbezorgd. Gezegend. Te Schiedam doet zich het zeldzame geval voor, dat een gezin in den tyd van 18 maanden gezegend werd mot 5 kindoreD. De echtgenoote van den veehouder A. B. van Nuchteren kreeg den Oden December 1910 een tweeling, en j.1. Vrydag een drie ling, nl. 1 jongen en 2 meisjes. (Sch. Ct.) Een Boevenhietorie of het Spookschip van La Plata. De correspondent van het Handelsblad to Antwerpen schrijft 11 Januari: Onder deze hoofding verschenen in do plaatselijke bladen van den laatsten tyd eenigszins vage en geheimzinnige berichten aangaande een geschiedenis, welke door hare romantische verwikkeling en hare ongewone mise-en-scöne eon uitstekend onderwerp zou zyn voor een boeienden Hintertreppenroman. Tot nu toe waren de berichten omtrent deze historie tamelijk vaag en in ieder geval zeer weinig geloofwaardig. Nu blijkt het echter dat de fantasie in deze absoluut niet het minste aandeel heeft en hot verbazend avon tuur waar is van het begin tot het einde. Ziehier dan de gansche toedracht; In het begin van October IJ. vertrok hier lit Antwerpen, onder Belgische vlag, de kleine stoomer /.Zeebrugge". Dit vertrek had plaats onder zulke vreemde omstandigheden, dat al dadelyk allerlei gissingen de ronde maakten. Het was al bekend dat deze boot tot nu toe onder Engelsche vlag had gevaren en den naam had gedragen van .Arizona". In de haven van Barrow was bevonden ge worden dat de lading uit geweren en kanonnen bestond, en de Engelsche overheden hadden dan ook dadelyk alle toelating tot vertrek geweigerd. Men meende alsdan dat het schip bestemd was voor Portugal, waar het dienen zou tot oenen staatsaanslag vanwego de koningsgezinden togen de republiek. Deze ver onderstelling was slechts in zooverre onjuist, dat het niet Portugal maar wel een ander land betrof. De Arizona" werd aangekocht door een Belgische firma, kreeg den naam van •Zee brugge", en kwam onder Belgische vlag, met ballast geladou te Antwerpon aan, voorzien van een Engelsche bemanning. Doze werd, met uitzondering van den kapitein, te Ant werpen afgedankt, en de lading begon. Er werd opgegeven dat deze bestond uit (Ver schillende waren", ter bestemming van Port Staoley, op de Falklandeilanden. Deze koop waren kwamen in doorvoer van Engeland, terwyl de officicole stukken de meldiDg droegen, dat het schip te Port Stanley zon worden verkocht. Eens de ladiDg byna vol tallig, werd oen bemanning aangemonsterd van 21 man, meeBtal Belgen, welke onder bevel bleef van den Eagolschen kapitein, s Nachts werd de //Zeebrugge" door twee sleepboten uit do dokken gehaald, en vertmk zonder dat meu verder iets van het schip vernam. Onverwachts echter kwam de Belgische beman ing terug te Antwerpen en haar reis verhaal baarde hier dadelyk de grootste ver wondering. De „Zoebruggo" was n.1. toegerust geworden door de revolutionnairon van Para guay, party xangers van den voormali gen voorzitter der republiek. Het «chip moest inderdaad in 't banjo van Zuid-Amerika op de grenzen van Argentinië als oorlogsbodem dieDst doen Na uit Antwerpen te zyn vertrokken, wierp de //Zeebrugge" niet vor van daar, te Lillo, het anker, en nam 250 ton buskruit aan boord. Dit gebeurde onder toezicht der Belgische overhedenDo kapitein keerde terug naar Antwerpen. By zyn terugkomst aan boord was hy vergezeld van zeven heeron, vyf Spanjaards en twee EngelschoD. Het anker werd gelicht en men bereikte Vlissingen, waar een zeeloods aangeworven werd. Doze vergezelde het sohip tegen alle gewoonten in tot Dungeness. Eenmaal in volle zee gekomen nam oen der Spanjaards hot opperbevel. Men vernam weldra dat hy Arricoa heette en de zwager was van den by de laatste omwouteling af- gozetten president van Paraguay. Het schip nam kolen in te Dakar en zette koers op Zuid-Amerika. Weldra vornamon de Belgen hoe de vork in den steel zat. Er was geon sprake van Port Stanley aan te doen, maar wel de Rio de la Plata op te varen. De vier Spanjaards to Lillo ingescheept waren een wapenmaker en drio Argontynsche loodsen, bekend mot hot vaarwater van de Plata- rivier; de Engelschon waren een opsteller van kanonnen en een Marconi-tolegrafist. In de kisten onder de benaming (Verschillende waren" te Antwerpen opgeladen, zaten vier kanonneD, een mitrailleuso, zesduizend ge weren en toestellen voor draadlooze telegrafie. Arricos bekende ronduit dat de expeditie een acdor doel had dan koopwaren te vervoeren, en dat zy hem grooto sommen had gekost. Toen men do ArgentyDScho kusten naderde, kreeg de bemanning bevel de kanonnen en de mitrailleuse uit het ruim te halen en ze onder toezicht dor wapenmakers op het dek op te stellen. De Marconi-toestellen werden opgetuigd. Dit alles steeds onder Belgische vlag. De kanonnen werden verborgen achter planken beschotten, wolke het uitzicht kregen van stallen voor schapen en runderen. Vooraleer de Plata op te varen, werd de romp herschilderd, hot kfeag den naam van Coïmbra" en de Braziliaansche vlag werd geheschen. Zonder stoornis vanwege de Argontynsche overheden vaarde mon den stroom op. Een hevige storm bogunstigde trouwens dit ge-* deelte van don tocht. Den volgenden nacht d de naam „Coïmbra" vervangen door dien van „Asuncion" en de schouwpijp kreeg een andere kleur. Dit alles was niet van dien aard, om de brave Belgen gerust te stellen, vooral toen zy merkten dat de leiders dor expeditie flink gewapend waren. Nog maals veranderde het schip van naam: vóór Parana gekomeD, heette hot „Constitucion". Daar kwam een nieuwe passagier aan boord Gora, de ex voorzitter van Paraguay. Hy toonde al lachende een plakkaat met zyn portret, waarby zyn hoofd op prys werd gesteld. Deze plakkaat werd aangebracht op den spiegel van het salon. Eindelijk op de grens van Argentinië en Paraguay ge komen, hield meu stil en de kapitein be richtte het scheepsvolk dat, op bevel van de reeders, de boot aan Arricos verkocht was. Deze stelde hun voor in zijnen dienst te komenallen weigerden, behalve een donkeyman. Zy ontscheepten op Argentynsc'n grondgebied en snelden naar Buenos-Ayres, waar zy waarschyDlyk een grooten zucht van verlichting hebben geslaakt. Men had hnn het loon betaald voor den duur van de reis, en nog een maand extra. Terug in het vaderland gekomen, eischen zy van do reeders een bykomende wedde, daar wettig gesproken de reis niet ten einde was, ver mits het schip naar Port Stanley moest. Hier heeft men dan zonder twyfel processen te verwachten. Van het sohip vernam mon tot dan toe niets, toen echter de donkeyman, die aan boord was gebleveD, ook plots te Antwerpen terugkeerde. Hy verhaalde wat er verder gebeurde. De Belgische bemanning werd vervangen door Argontynsche zeelieden. Er kwamen nog andere personen aan boord, die tezamen met Gora, den afgezetten presi dent, het uitvoorend comité der revolutie vormden. Er werd besloten dat het spook schip verder den stroom zou opvaren, de op den oever liggende plaatsen bombardeeren en innemen, on eindelyk do hoofdstad Asoen- sion aanvallen. De kanonnen werden van hunne houteu bekleedÏDg ontd&an, en weldra stopte mon voor het dorp Pilar. Do over heden weigerden zich over te geven, maar een enkel kanonschot was voldoonde om hen van gedachten te doen veranderen, en hen dadelyk aan te zetten zich mot geestdrift by de omwentelaArs aan te sluiten. Het nieuws breide zich spoedig uit en do verschoning van de stoomboot baarde overal evenvoel opzien als die van een vervaarlijk pantser schip. Vier dorpen gaven zich over zonder slug noch stoot. Vóór Vileta werd do strijd heftiger. De kanonnen bulderden gedurende een half uur, richtten tamelijk veel schade aan, waarna ook deze plaats «ich overgaf. Toen kwamen tweehonderd rovolutionnaire soldaten aan boord, om den aanval tegen Ascension te beginnen. Gora besloot echter dat het niot raadzaam was een Europeesche matroos aan boord te houden, en onze donkey man werd ontscheept, nadat men hem hot noodige geld had gege%'on om Bnenos-Ayres te bereiken en naar Europa terug te keeren. Hy is evenmin tevreden over zyn loon en voegt zijne klachten by die syner vroegere makkers. Tezamen spannen zy een geding in tegen den Antwerpschen reeder van de //Zeebrugge", voor wiens rekening zy wor den aangemonsterd. Deze reeder is echter zelf al zoo geheimzinnig als het spookschip; de toerusting vao de //Zeebrugge" was zyn eerste, on wie weet, zyn eenige zaak. By dit alles schijnt het echter niet te zullen blijven. De zaak zal het voorworp uitmaken van eene interpellatie in de Kamers van Volksvertegenwoordigers. Het is nl. onbegrypelyk dat een ministeriëele toelating werd afgeleverd voor een Engelschen kapi tein op oen Belgisch schip. Hot bljjft tevens een duister punt hoe men te Lillo schiet voorraad heeft kunnen opdoen zonder dat het wantrouwen der plaatsolyke overheden werd gaande gemaakt. Daaronboven is hot zeker, dat de Belgische zeelieden zich in zeer hachelijke omstandigheden hebben be vonden, en dat zy aan een groot gevaar slechtB by mirakel ontsnapt zyn. Het gerecht zal zich trouwens met de zaak moeten bezig houden, vermits onder Belgische vlag oen expeditie werd uitgerust die gewettigde klach ten kan nitlokken vanwege de regeering van Paraguay. België in diplomatische verwik kelingen met die rusteloozc, oorlogzuchtige bruine duiveltjesBrrGod behoedo ons van de Paraguaysche oorlogschepenZiet go de Zeebrugge" al terugkeeren, de Scholdo opvaren, Antwerpen bombardeereü, en Brussel innemen 1 Maar«onder truut", ziet ge 't zou ons toch duur kuuneD te staan komen 1 "Want volgens bestaande precedenten, kan zooiets uitloopen op hot betaleD van aan zienlijke vergoedingen Vrouwelijke politiebeambten. Ditmaal stuit my waarlyk de journalistieke humbug, die de Newyorksche pers maakt over de indiensttreding met 1 Januari van de eerste vrouwelyke politieagenten. Moet dan alles even belangryk zyn wat men in Amerika in- en uitvoert. Daar zyn nu, goed geteld, drie politie agentessen in dienst gesteld, en de commis saris van politie Horburgcr heeft haar toe gesproken met een redevoering, welke in extenso in de Amerikaansche bladen te lezen staat, en waarvan de verkorte inhoud hierop neerkomt//Dames I Van nu af bent u de handhaaf»ters van de plaatselijke verorde ningen. U zult surveillieeren, constateoren en verbalisoeren. Doet uw plicht!" Natuurlijk drukken onze Amerikaansche confraters ook de portretten af van doze drie eerste Newyorksche politio-agenticnen, vau wie er oen gehuwd is, mrs. John Crosby, en van wie de beide anderen beanlwoordon aan de namen miss Cornelia Swinnorton en miss Amy Pattorson. Uit de daarby behoorende artikelen en interviews vernemen wc, dat miss Cornelia secretaresse is geweest van een Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht, terwyl miss Amy voorheen verslaggeefster was. Men zou willen vragenwelke voorgaande maatschappelijke staat die van gehuwde vrouw, van suffragette, of van journaliste maakt de vrouw het best geschikt voor politie dienst Men zou eigenlijk zooveel willen vragen Men zou stellig ook de opmerking willen plaatsen, dat wy in ons land eon andere wyze hebbeD, om zulk een nieuwigheid ia te voeren en bekend te maken. Want feitoljjk eelyktydig met de aanstel ling van do New-Yorksche politie-ambtena- ressen, werd in Den Haag ook zulk een onderdeel van het politiccorps na reorgani satie geïnstalleerd. Wy lazon immers do aanstelling van oen vrouwelyke politie-beambte ïd Den Haag. Doch onze pers-manieren zyn toch anders, bescheidener, nuchterder, en ik zou willen zeggen beter. Want niemand onzer hooft or aan gedacht, de Haagsche, nieuw-aangcsteldo vrouwelyke politieagent te gaan iutorviewen, haar bur gerlijken stand af te drukken, haar naam te publiceeren, haar een interview af te tappen, haar portret over te drukken. Zoo is het immers voor het toeziende, regelende, ordenende, zelfs een weinig wys- geerige politievak beter. En terwyl het volgens de Amerikaansche bladen bopaald een relletje in New-York is, «ich te laten arresteeren en opbrengen door een vrouwelyke politie-agente, gaan onze wccschen uit naar eon vooral niet opzion- baren, nuttigen werkkring voor onzo eorste Haagsche vrouwelyke politie-beambte, voor wie w(j trouwens nog niet eens het i rechte volkswoord bezitten dienster, klabakkes, smereue (Hbl.) FEUILLETON. *Ik kwam hier niet om over dit punt met u te redetwisten. Ik voor my geloof er aan, en dus waarschuw ik ul Neem u in acht en vermijd zooveel mogelyk alle gevaar in de dagon, die komen. »Neen", zeide hij en hief zyn hand op, daar de jongeman de lippen bewoog om te gaan spreken, //neen, ik wil ook niet spreken over de ontdekking, die gy wellicht gedaan hebt op uw onz&ligen onderzoekingstocht. Ik ben gekomen om van u te eischen, dat gy zult zweren, nooit tot eenig menschelyk wezen te spreken over wat gy gezien hebt." >Ik zal daartoe niet veel gelegenheid hebben, wanneer uw voorspelling, die myn dood beteekent, uitkomt", zei Max Koning gedwongen. Jonker Koert van Bronseveld keek hem aan. •God geve, dat de voorspelling niet uit komt", hernam hy met een diepen zucht. •Maar het heeft geen nut, met een zaak als deso, welke eveu ernstig als verschrikkelijk is, te spelen. Ik eisch van u dat gy, zoolang gij leeft, of het zes dagen of nog zestig jaren zullen zyn het stilzwijgen bewaart over wat gij gisteren gezien hebt. Ik eisch dit van u, niet als uw meerdere, maar als een man van eer tegenover man van eer. Ik eisch, dat gy er een eed op doen zult." Een eed vroeg Max Koning verschrikt. /,Ja, eeu eed. Dan zal er voor my en de mynon geen onaangenaamheid uit kunnen voortkomen en blyft slechts hot gevaar voor uw eigen leven." Daarvoor bon ik uiot bevreesd", lachte Koning moedig, doch de doodelyke bleek heid, welke over zyn gelaat trok, eu de uitdrókkiDg in zijne oogen weerspraken, wat hü zeide. Maar natuurlyk beu ik volkomen bereid er een eed op te doen, wanneer gy dat van my verlangt", vervolgde hy. Jonker Koert liep naar de schrijftafel toe, nam er een boek af en gaf het aan zyn secretaris. Hier is een bybel", zei liy zacht, doch beslist. (Leg er uwe hand op en «eg, dat gy het stilzwijgen or over zult bewaren, zoo helpe u God Almachtig." Max Koning gehoorzaamde zonder aarzelen Ik zweer, dat ik het stilzwijgen bewaren cal, over wat ik gisteren gezien heb, zoo waarlyk helpe my God Almachtig", ver klaarde hy eenvoudig, doch met diepen ernBt. Jonker Koert knikte. z/Nu is het goed", zeide hy met een ver licht hart. 0Ik en de mynen zyn nu veilig. De Hemel zy u genadig en apare uw leven I" Iemand buiten trachtte de deur te openen en jonker Koert keerde zich plotseling om. •Open de deur", zeide hy tot syn secretaris. De jonge man, die nog vaalbleek zag, stond op eu liet een bediende binnen, die een telegram aanbood. Jonker Koert nam het telegram aan, opende en las het, en begon met gejaagde schreden het vertrek op en neer te loopen. Nieuwe zorg spiegelde «ich op syn gelaat af. Zwijgend liep by eenige minuten door het vertrek en trad toen haastig op de deur toe. Daar bleef hy nog even staan en sprak ■Ik moet mot den eersten trein Daar Am sterdam." Hij keerde terug in de overvolle zalen, waar de muziek, de massa's bloemen eu hot geschitter vau juweeleu samen oen geheel van groote bekoorlijkheid vormden. De cotillon nam een aanvang. De dochter des huizes, die eenige dagen geledon beloofd had dien avond te dansen met den man, die nu gewond en bewusteloos boven lag Evert Hartman stemde er in toe, in zyne plaats majoor Groeneveld tot partner te nemen, en dese geleidde haar juist naar hare plaats, toen een man van middelbaren leeftijd de arts van Bussum hem haastig op cyde duwde eu op haar toetrad. ,Mag ik even een woord met u wisselen, freule »Ja, zeker, dokter!" Zy legde gretig haar handje op zyn arm. //Hoe gaat het nu met hem Is hy by kennis De arts knikte bevestigend. Hy is gedurende tien minuten by kennis en heeft my verzocht u op te soeken, om u mede te deelen, dat hy u gaarne eenige oogenblikken zou willen spreken. Wilt ge Kunt ge Er moest hem nu niets geweigerd worden." Het meisje begreep nog niet de ware be- teekenis van die laatste woorden. Haar gelaat helderde op. •Ja, ik zal komen." Zy keerde zich tot haar partner, en zei: (Majoor Groeneveld, het spyt my zeer u te moeten te leur stellen, maar u moet eeae andere partner voor den cotillon zoekeo. Ik ga naar boven om mijnheer Hartman te "an." Een wolk van teleurstelling trok over het gelaat van den jongen man. „Kunt go niet oenigen tyd wachten tot de cotillon afgeloopen is, en dan naar hem gaan vroeg hy. Maar het meisje Bchuddo het hoofd. De wensch van een zieke gaat vóór alles", zeide zjj, byna met iets verwytends in den vriendelyken ernst van hare lieve stem. »Ge moot het my niet ten kwade duiden, dat ik ga. Ik kom spoedig terng. Ge kunt, wanneer men naar mij mocht vragen, eene verklaring geven. Ge kunt dan ook zeggen, dat mynheer Hartman het bewustzyn herkregen beeft." Met versnelden hartslag keerde zy zich om en ging met den arts de zaal uit, terwyl ze «ich onbewust was, dat byna alle oogen hare bewegingen volgden, wier bevalligheid in haar wit kleed byzonder uitkwam. iris Gerdais mevrouw van Bronseveld by hem Zy is by hem geweest, maar wy haalden haar ten laatste over, naar hare kamer te gaan en wat te rusten", antwoordde haar geleider. „Hy is □u alleen met de pleegzuster en arts Bruinewold. Zyne stiefmoeder is ge- telelegrapheerd, maar zy is nog niet gekomen." De arts trad het eerst het vertrek binnen en ging saehtjes naar het bed. „De freule van Bronseveld is hier", hoorde ze hem op zachten toon zoggen, terwyl hy zich voorover boog. „Zy iB terstond mee gekomen." „Ah... dat is goed van haar! Wilt ge den anderen dokter vragen heen te gaan, on u ook voor eenige minuten verwyderen Ik wilde alleen met haar zjjnalleen." Paulina hoorde «yne woorden en zag arts Bruinewold zich van het bed naar het midden van het vertrek begeven, waar de pleeg zuster stond. Fluistoroud verlieten alle drie it vertrek. Paulina naderde het bed en keek op hem neer. Zoo er iets vreemds was in haar alleenzyn met hem hier, zij gevoelde hot niet. Zy voelde niets dan teeder, zusterlyk medelyden, terwyl zy op zijn pynlyk ver trokken gelaat neerzag. Zyne oogen, dio vast en diep onder de sterke, donkere wenk brauwen lagen, flikkerden haar toe en drukton zielsverlangen uit. Het eleetrische licht was uitgedraaid; het was te fel geweest voor het gezicht eu de zenuwen van den zieke, en eeu petroleum lamp verlichtte nu het vertrek met een gedempt, rustig licht. Het zwakke schijnsel der lamp wierp weinig licht op den hulpeloosen man en het meisje, dat «ich over hem heen boog, maar zy zag genoeg van hem om de verschrik kelijke verandering op te merkeD, die or mot hem had plaats gegrepen. Zyne brandende oogen rustten op de bevallige meisjesgestalte. Hy stak eene haud uit, als zooht hy iets, en zy boog zich tot hem en nam die hand in de hare. Daarna sprak zy voor het eerst tot hem „Go hebt naar my gevraagd Ik was zoo blyde, ik had zooveel geleden. Het waa ver schrikkelijk te moeten dansen glimlachen, terwyl ik wist, dat gij hier sóó zoudt liggen I" Een vluchtige uitdrukking van geluk kwam in zyne oogen. „Ge hebt u bezorgd over my gemaakt?" vroeg hy haastig. „Go hadt verdriet over mij?" „Ik heb diep, innig medelijden met u!" Paulina van Bronseveld boog zich moor over hem heeD. ,De Hemel weet, dat wy alles, wat wy in de wereld besitten, zouden gegeven hebbeu, wanneer u deze vreeseljjke ramp bespaard was geworden. Ge bobt de sympathie van ons alleD, mynheer Hartman. Het was ook zoo vorschrikkelyk voor die armo Gerda, dat zy hare thuiakomst door zóo'n slag ver duisterd zag. Maar ge zult spoedig weer beter worden, niet waar Ik weet alles, wat gebeurd is, hoe verschrikkelijk gy gewond sjjt; maar ge zult seker spoedig geheel herstellen Evert Hartman trachtte het hoofd te schudden. Er kwam een vreemde uitdrukking op sjjn gelaat. „Ik zal nooit weer beter worden." Zy schrikte en uitte eon zachten kreet. Een oogenblik deinsde zy terug eu liet zyne haod los. Maar terstond boog xjj «ich weer over hem, teederder dan te voren. „Neen, neen", zeide «ij haastig, „ge ver gist ugo moet u vergissen. Ge voolt u ongetwijfeld ellendig, alsof uw lichaam ver brijzeld, gebroken was; maar het is niet zoo, het kan niet zoo zyn. Men heeft my gezegd, dat gy ernstig gekwetst geworden «yt, maar" en hier daalde hare stem „maar ge zult toch wel kunnen geuozon. Ja, ge zult... zeker, ge zult genezen, ja Evert Hartman glimlachte flauwtjes. Zyne hand drukte de hare. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1912 | | pagina 1