KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor Helder, Texel, Wlerlngen en Anna Paulowna,
No. 4068.
Woensdag 17 Januari 1912
40ste Jaargang.
De Zoon ian den Bankier.
50 ct, fr. p. post 75 ct., buitenland f t.25
37» 45 f 0.75
't Vliegend Blaadje p.
Pre- Zondagsblad t
miën J Modeblad
(Voor het buitenland bij vooruitbetaling.)
Advertontiën van t tot 5 regels (bij vooruitbetaling) 80 cent.
Eike regel meer6
Be wijs-exemplaar2$
Vignetten en groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Intero.-
Telefoon 50.
Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
Uitgever i C. DE BOER Jr. (»./h, BERKHOUT Co.), Helder.
Bureaus i Spoorstraat an Koningstraat.
NIEUWSBERICHTEN.
HELDER, 16 Januari.
Het gelukebloempje.
Het //Grafisch Weekblad" deelt mee, dat
de verkoop van de tuberculosebloem voor
typografen opgebracht beeft f 12,615,11.
Vltscherijschool te IJmuiden.
B. en W. van Velsen hebben de volgende
voordracht opgemaakt voor de benoeming tot
directeur van de gemeentelijke visscheryschool
te IJmniden 1. de heer G. Duyckinck Sander,
oud-zeeofficier, te 's-Gravenhage2. de beer
J. Slierendregt, oud-gediplomeerd le stuur
man by de groote stoomvaart, te Hillegers-
berg.
Bekend.
Een te Hoorn gestorven paard werd Vry-
dag naar de slachterij van C. Groot in het
naburige Blokker vervoerd en daar geslacht.
Vier groote vruchtenmanden, inhoudende
138 K.G. van dat vleesch, werden netjes vor-
pakt weer naar Hoorn teruggevoerd en ge
bracht ten huize van den paardenslacbter J.
Deon.
De vee-arts en de politie, van oon en ander
een vermoeden hebbende, gingen naar D.,
doch deze verklaarde, dat het vleesch reeds
was vernietigd. Een huisonderzoek leidde tot
niets totdat oen agent van politie de 4 manden
met vleesch vond in den stal, waar ze verborgen
waren onder een grooten hoop erwtenstroo.
De slager bekende toen, dat dit vleesch
afkomstig was van het gestorven paard en
dat hy het fraudnleus had ingevoerd.
Door verbranding is het vleesch in de
retorten der gasfabriek onbruikbaar gemaakt.
Tegen den slager is proces-verbaal opgemaakt.
Schending van een fabrieksgeheim.
Enkele weken geloden is de heer H. S. P.
Bobin, die reeds 37 jaar in dienst was, door
de firma Joh. Enschedé en Zonen te Haarlem
op staanden voet ontslagen, onder beschuldi
ging fabrieksgeheimen te hebben geschonden.
Het onslag en de reden daartoe werden aan
de z.g. wagenpoort der fabriek bekend ge
maakt.
De heer Robin, die ontkent zich aan deze
schending te hebben schuldig gemaakt, heeft
by de Justitie een aanklacht ingediend wegens
aanranding van eer en goeden naam.
Spoorwegongevai.
Op de ljjn Amsterdam—Haarlem is Vrydag-
avond een ernstig spoorwegongeval gebeurd.
Een goederentrein van zes-en-twintig wagens,
welke te 5 u. 56 min. van het centraal
station te Amsterdam was vertrokken, reed
omstreeks kwartier over zessen dicht by
het station Haarlem op eon rangeerende
locomotief, die, waarschijnlijk tengevolge van
verkoerden wisselstand, dwars op de baan
kwam te staan.
Volgens opgaven van spoorwegbeambten,
die, later op den avond, uit Haarlem te
Amsterdam aankwamen, sprong de locomotief
van den goederentrein dientengevolge uit de
rails en werkte zich tot het voetpad in het
zand, terwyl vyf goederenwagens, die even
eens ontspoorden, in elkander werden ge
drukt eu verbrijzeld.
De hoofdconducteur Van Spankeren en
twee remmers zaten gevangen in de ruïne
van de wagens en moesten worden nitge
laagd. Geen hunner had ernstige kwetsuren
gekregeD. Machinist en stoker redden zich
door bytjjds van de locomotief te spriDgeD.
De l(jn was in beido richtingen versperd,
eoodat het spoorwegverkeer van en naar
Rotterdam over Uitgeest moest worden go-
leid. Echter gelukte het, door gebruikmaking
van een zy<poor, den Fransehon express langs
den gewonen weg te doen ryden, zy het dau
ook mot een vertraging van ongeveer 40
minuten.
Vele reizigers van de richting Haarlem
zetten hun reis naar Amsterdam voort mot
de eleetrische tram die den geheelen avond
met bijwagens liet rijden.
Met groote moeite is Vrijdagavond einde'
l^k eon spoor vry gemaakt, waarlangs zoowel
het op- als hot afgaande verkeer mot l
sterdam werd onderhouden.
Het oponthoud was daardoor zeer groot.
Ala oorzaak geeft de machinist van den
aaurydenden trein verkeerden wisselstand
op. De aeinhuiswachter ontkent dit ten sterkste
en beweert, dat de machinist door zyn sein
is gereden en zich op een wissel heeft be
wogen, waar h(j niets te maken had.
Volgens het Hbl. heeft de machinist ver'
klaard, nadat hy door den wissel was go-
reden, een harden slag gehoord te hebben,
wauruit bleek, dat toen de wissel was over
gehaald. Deze lezing van het geval wordt
door den stoker en den rangeerder bevestigd.
ZedelIJkheidewet.
Voor de Amsterdamsche rechtbank stond
terecht de dertig-jarige D. W. S., huisvrouw
A. W., aangeklaagd op 12 October 1911 en
op 18 October 1911, uit winstbejag twee
vrouwen in behandeling genomen te hebben.
De vrouw plaatste advertenties, kondigde
zich als verloskundige aan en noomde zich
mevronw De Vries. Een consult kostte f 10,
terwyl zy op sommige medicijnen 250 pCt.
winst maakte.
Na hot verhoor van de beklaagde, vorderde
het O. M., mr. Bruyn, dat de verdere behan
deling der zaak, met het oog op de openbare
zedelijkheid met gesloten deuren zou worden
behandeld. In deze zaak werden 19 getuigen
gehoord. Mr. Th. Muller Massis trad als
verdediger op.
Het O. M. eisohte 3 jaar gevangenisstraf.
De „Lyons".
De schatgraver de «Lyons", die gedurende
dezen winter in het droogdok aan de Vogel-
wykslanden te Amsterdam voor een ketel
reparatie ligt, zal einde Maart weer naar
Terschelling stoomen ten einde daar voort
te gaan met het zoeken naar goud van de
iLutiue". Kapitein Gardine hoopt na 2
maanden arbeid zyn doel te bereiken.
Een loyale bankier.
Een loyale bankier isde Staat der
Nederlanden. Men heeft het kunnen lezen
in 't verslag omtront do rechtzaak, welke
voor eenige dagen voor de Amsterdamsche
Rechtbank is afgehandeld geworden. Een
boertje in de Haarlemmermeer wil namens
gerechtigden een spaarbankboekje verzilve
ren, en overhandigt tot dit doel aan den
betrokken postbeambte de quitantie met
verdere stukken, in de verwachting over
eenige dagen het geld te kunnen komen
afhalen. In dien tusschentijd echter wordt
de bedoelde beambte wegens verduisteringen
gearresteerd, en als het boertje by de
Postspaarbank komt om zyn geld, houdt
men hem de quitantie voor, en zegt ,Wy
zyn u niets meer schuldig". Wel te ver
staan dat hy geld sou hebben ontvangen,
beweerde men niet en kon men niet bewe-
rcn. De eenig mogelyko rodeneering van
den bankier kon zynWie, zy 't aan mijn
eigen personeel, ten einde betaling te krjj-
gen, eenmaal de quitantie uit handen heeft
gegoven, van dien ben ik verder af.
Hoe moet dit klinken, in een eeuw als de
onzo, de eeuw van de goede trouw in bet
handelsverkeerin een land als het onze,
waar Jan Krediet van ouds zoo'n prijs op
zyne roputatio heeft gesteld 1 Wolk voor-
boeld geeft hier de Staat-bankier aan alle
banken, kassiers, financieele instellingen,
handelskantoren, overal waar immers 't pu
bliek of de loopers, of de cliëntesle, die er
geld hebben te ontvangen, geregeld aan 't
loket bun quitantie plegen af te geven om
dan ,om 't geld straks wel terug te komen".
Kan men zich voorstellen, dut eenige di
rectie, eenmaal 't geteekende quitantie-for-
mulier tusschen de vingers bobbende, zou
durven zeggen,Nu kan je naar 't geld
verder fluiten" En hoe zou men in han
delskringen er de firma op aanzien die, ge
steld dat een harer employés golden ver
duisterd had, daarin aanleiding vond de
door hem aan 't loket aangenomen quitan-
lies onbetaald te- laten onder opgeven dat
men ze dan maar niet had moelou afgeven
vóór 't geld wordt uitgeteld. Eu toch Bchjjnt
blykens het onderhavige geval, eon dergo
lyke (handelsusance' gehuldigd te kunnen
worden, wanneer de Staat, dien idealisten
liefst de verpersoonlijkte moraliteit" ge
lieven te noemen, als bankier optreedt, en
als deposito-bankier nog wel tegenover de
kleine luiden.
En niet alleen, dat dit door de Rykspost-
spaarbank ingenomen standpunt als zooda
nig verre van correct lykc't schynt ons
ook zeer gevaarlijk voor 't krediet dezer in
stelling. Moet zy, die men boven alles ver
trouwenwekkend hooft willen maken, wier
verbintenissen daartoe uitdrukkelijk gega
randeerd ayn door 't geheele staatsvermo
gen die er juist op aangewezen ia het gold
aan te moedigen uit al de hoekjes, knip-
beursjes, kousen, spaarpotten, bedsteden en
winkelladen, welker angstvallige achterdocht
-tot dusverre voor zéér anderen drang van
't kredietwezen had willen bezwijken
moet zy tegenover het vertrouwende publiek
zulke opvattingen stellen
Het valt wol to denken, welke vorklaring
voor de houding der Bank zal worden ge
geven. Men zal zeggen dat het publiek maar
wat moet oppassen, en voorzichtig zijn, dat
hot dit desnoods door schade on schande
moet loerenen dat 't anders onmogelijk
is voor de Rijkspostspaarbank met haar uit
gebreid en wijd vertakt gebied, de aanspra
kelijkheid te aanvaarden voor 't geen ergens
n ontronwe agent misdoet.
Dat het publiek verstandig behoort te
zyn, is volkomen juist. Maar geeu admini
stratieve regeling kan te niet doen de aan
spraak tegenover den Staat als bankier
hierop, dat dozo de aansprakelijkheid voor
zyn personeel zal aanvaarden, en een nor-
il vertrouwen, door de cliënteele aan dit
porsoneol geschonken, niet zal aanwenden
als middel om zich van die aansprakelijk
heid te ontslaan. Er iB nu eenmaal eeu ver
schil tusschen wat in de bureaucratie voor
nuttig, en vrat in de samenleving voor noo-
dig kan gelden.
Eu zoo meeneu wy dat degeen, die voor
deze houding van de Postspaarbank verant
woordelijk is, het moge dan zyn do directie,
of de minister, of een hoofdcommies, of de
landsadvocaat, of wie ook, het prestige der
instelling daarmode niet hoeft gediend. Ja,
wy zouden hier niet eens zoo openlijk op
durven wijzen, ware het niet, dat gelukkig
de rechter door zijn vonnis de zaak weer
in het rechte spoor heeft gebracht.
Dit mag zeker met erkentelijkheid worden
uitgesproken. Hy heeft een juisteren blik
op de eischen van het spaarbankverkeer
getoond, dan de spaarbank zelve.
Hij heeft de aansprakelijkheid van dezen
baukier vastgesteld, en hem 't recht ont
zegd zich op formeele gronden aan zyne
verplichtingen te onttrekken, ook waar on
trouw van zyn personeel in 't spel is.
De Rechtbank heeft de Bank veroordeeld
om het boertje 't bewuste bedrag uit te
betalen, en haar vonnis verklaard (terstond
uitvoerbaar ondanks hooger beroep en zonder
borgtocht". Juristen schijnen onder de ge
geven omstandigheden in dezen term te
kunnen lezen, dat de rechter over de houding
van de Bank ook zyn afkeuring heeft willen
kenbaar maken. Het is dan alleen maar
jammer, dat deze dit eerst van een rechter
lijk vonnis heeft moeten ervaren.
De bioscoop bij het onderwij8.
B. en W. van 's-Gravenhage hebben eon
commissie benoemd om een onderzoek in te
stollen er er behoefte bestaat aan een ge
meentelijke bioscoop ten dienste van het
lager-, middelbaar- en hooger onderwijs-'/!
op welke wyxe eventueel de exploitatie ran
gemeentewege ware in te richten.
Ernstig ongeluk.
Op de Breestraat te Leiden heeft Vrijdag
middag ongeveer 4 uur een ernstig ongeluk
plaats gehad. Het 13-jarig zoontjo ran no
taris B., te Noordwyk, wilde op het voorbalcon
van oen juist in beweging zynde olectrischo
tram springen. Doordat een knaapje, die juist
tovoreu op do tram was gesprongen, nog op de
treeplank was blyven staan, biDg het zoontje
van notaris B. met zijn lichaam buiten de
tram. Zoo pasacerde hy een verhuiswagen,
welke zoodanig was geplaatst, dat de tram
er net langs kon. De jongen geraakte tus
schen den verhuiswagen en do tram, dis reeds
een tamelijke vaart had, bekneld. Toeu de
bestuurder het ongeval bemerkte, remde by
uit alle macht, doch het was te laat. In
deerniswaardigen toestand werd de knaap de
stude«tensocieteit Minorra binnengedragen.
Een geneesheer achtte zyn overbrenging naar
hot nabyzyndo Hospitaal Wallon hoog nood
zakelijk. De jongen had inwendige kneuzingen
gekregen en zyn beide armen waren gebroken.
Hoewel niet direct levensgevaarlijk, is zyn
toestand toch ernstig.
Verdwenen schepen.
In hot afgeloopen jaar zyn door Lloyds
16 stoomschepen, 16 zeilschepen on één pe-
troleum-motorschoenor als vermist geboekt,
dat wil zeggen, dat al deze schepen
man en muis verdwenen zijn zonder eenig
spoor achter te laten.
Deze 38 schepen zyn als volgt over de
verschillende nationaliteiten verdeeld
Engeland 8 stoom- en 12 zeilschepen
.Noorwegen S zeilschepen en 1 stoomschip
Griekenland 2 stoomschepenBrazilië 2
nieuwe rivierbooteuRusland en België
ieder 1 stoomschipDuitschland 1 stoom
trawler Denemarken 1 schoener en Frank
rijk 1 petroleummotorschoener.
De reticule terugbezorgd.
De reticule met een Rykepostspaarboekje
en oen portemonnaie, die mej. A., to Rumpt,
op eon reis van Beesd naar Gorinchem heeft
vermist, is ongeschonden in handen van de
eigenares terugbezorgd.
Gezegend.
Te Schiedam doet zich het zeldzame geval
voor, dat een gezin in den tyd van 18
maanden gezegend werd mot 5 kindoreD.
De echtgenoote van den veehouder A. B.
van Nuchteren kreeg den Oden December
1910 een tweeling, en j.1. Vrydag een drie
ling, nl. 1 jongen en 2 meisjes.
(Sch. Ct.)
Een Boevenhietorie of het Spookschip
van La Plata.
De correspondent van het Handelsblad to
Antwerpen schrijft 11 Januari:
Onder deze hoofding verschenen in do
plaatselijke bladen van den laatsten tyd
eenigszins vage en geheimzinnige berichten
aangaande een geschiedenis, welke door hare
romantische verwikkeling en hare ongewone
mise-en-scöne eon uitstekend onderwerp zou
zyn voor een boeienden Hintertreppenroman.
Tot nu toe waren de berichten omtrent deze
historie tamelijk vaag en in ieder geval zeer
weinig geloofwaardig. Nu blijkt het echter
dat de fantasie in deze absoluut niet het
minste aandeel heeft en hot verbazend avon
tuur waar is van het begin tot het einde.
Ziehier dan de gansche toedracht;
In het begin van October IJ. vertrok hier
lit Antwerpen, onder Belgische vlag, de
kleine stoomer /.Zeebrugge". Dit vertrek had
plaats onder zulke vreemde omstandigheden,
dat al dadelyk allerlei gissingen de ronde
maakten. Het was al bekend dat deze boot
tot nu toe onder Engelsche vlag had gevaren
en den naam had gedragen van .Arizona".
In de haven van Barrow was bevonden ge
worden dat de lading uit geweren en kanonnen
bestond, en de Engelsche overheden hadden
dan ook dadelyk alle toelating tot vertrek
geweigerd. Men meende alsdan dat het schip
bestemd was voor Portugal, waar het dienen
zou tot oenen staatsaanslag vanwego de
koningsgezinden togen de republiek. Deze ver
onderstelling was slechts in zooverre onjuist,
dat het niet Portugal maar wel een ander
land betrof.
De Arizona" werd aangekocht door een
Belgische firma, kreeg den naam van •Zee
brugge", en kwam onder Belgische vlag, met
ballast geladou te Antwerpon aan, voorzien
van een Engelsche bemanning. Doze werd,
met uitzondering van den kapitein, te Ant
werpen afgedankt, en de lading begon. Er
werd opgegeven dat deze bestond uit (Ver
schillende waren", ter bestemming van Port
Staoley, op de Falklandeilanden. Deze koop
waren kwamen in doorvoer van Engeland,
terwyl de officicole stukken de meldiDg
droegen, dat het schip te Port Stanley zon
worden verkocht. Eens de ladiDg byna vol
tallig, werd oen bemanning aangemonsterd
van 21 man, meeBtal Belgen, welke onder
bevel bleef van den Eagolschen kapitein,
s Nachts werd de //Zeebrugge" door twee
sleepboten uit do dokken gehaald, en vertmk
zonder dat meu verder iets van het schip
vernam.
Onverwachts echter kwam de Belgische
beman ing terug te Antwerpen en haar reis
verhaal baarde hier dadelyk de grootste ver
wondering. De „Zoebruggo" was n.1. toegerust
geworden door de revolutionnairon van Para
guay, party xangers van den voormali gen
voorzitter der republiek. Het «chip moest
inderdaad in 't banjo van Zuid-Amerika op
de grenzen van Argentinië als oorlogsbodem
dieDst doen
Na uit Antwerpen te zyn vertrokken, wierp
de //Zeebrugge" niet vor van daar, te Lillo,
het anker, en nam 250 ton buskruit aan
boord. Dit gebeurde onder toezicht der Belgische
overhedenDo kapitein keerde terug naar
Antwerpen. By zyn terugkomst aan boord
was hy vergezeld van zeven heeron, vyf
Spanjaards en twee EngelschoD. Het anker
werd gelicht en men bereikte Vlissingen,
waar een zeeloods aangeworven werd. Doze
vergezelde het sohip tegen alle gewoonten in
tot Dungeness.
Eenmaal in volle zee gekomen nam oen
der Spanjaards hot opperbevel. Men vernam
weldra dat hy Arricoa heette en de zwager
was van den by de laatste omwouteling af-
gozetten president van Paraguay. Het schip
nam kolen in te Dakar en zette koers op
Zuid-Amerika. Weldra vornamon de Belgen
hoe de vork in den steel zat. Er was geon
sprake van Port Stanley aan te doen, maar
wel de Rio de la Plata op te varen. De vier
Spanjaards to Lillo ingescheept waren een
wapenmaker en drio Argontynsche loodsen,
bekend mot hot vaarwater van de Plata-
rivier; de Engelschon waren een opsteller
van kanonnen en een Marconi-tolegrafist. In
de kisten onder de benaming (Verschillende
waren" te Antwerpen opgeladen, zaten vier
kanonneD, een mitrailleuso, zesduizend ge
weren en toestellen voor draadlooze telegrafie.
Arricos bekende ronduit dat de expeditie een
acdor doel had dan koopwaren te vervoeren,
en dat zy hem grooto sommen had gekost.
Toen men do ArgentyDScho kusten naderde,
kreeg de bemanning bevel de kanonnen en
de mitrailleuse uit het ruim te halen en ze
onder toezicht dor wapenmakers op het dek
op te stellen. De Marconi-toestellen werden
opgetuigd. Dit alles steeds onder Belgische
vlag. De kanonnen werden verborgen achter
planken beschotten, wolke het uitzicht kregen
van stallen voor schapen en runderen.
Vooraleer de Plata op te varen, werd de romp
herschilderd, hot kfeag den naam van
Coïmbra" en de Braziliaansche vlag werd
geheschen.
Zonder stoornis vanwege de Argontynsche
overheden vaarde mon den stroom op. Een
hevige storm bogunstigde trouwens dit ge-*
deelte van don tocht. Den volgenden nacht
d de naam „Coïmbra" vervangen door
dien van „Asuncion" en de schouwpijp kreeg
een andere kleur. Dit alles was niet van
dien aard, om de brave Belgen gerust te
stellen, vooral toen zy merkten dat de leiders
dor expeditie flink gewapend waren. Nog
maals veranderde het schip van naam: vóór
Parana gekomeD, heette hot „Constitucion".
Daar kwam een nieuwe passagier aan boord
Gora, de ex voorzitter van Paraguay. Hy
toonde al lachende een plakkaat met zyn
portret, waarby zyn hoofd op prys werd
gesteld. Deze plakkaat werd aangebracht
op den spiegel van het salon. Eindelijk op
de grens van Argentinië en Paraguay ge
komen, hield meu stil en de kapitein be
richtte het scheepsvolk dat, op bevel van
de reeders, de boot aan Arricos verkocht
was. Deze stelde hun voor in zijnen dienst
te komenallen weigerden, behalve een
donkeyman. Zy ontscheepten op Argentynsc'n
grondgebied en snelden naar Buenos-Ayres,
waar zy waarschyDlyk een grooten zucht
van verlichting hebben geslaakt. Men had
hnn het loon betaald voor den duur van de
reis, en nog een maand extra. Terug in
het vaderland gekomen, eischen zy van do
reeders een bykomende wedde, daar wettig
gesproken de reis niet ten einde was, ver
mits het schip naar Port Stanley moest.
Hier heeft men dan zonder twyfel processen
te verwachten.
Van het sohip vernam mon tot dan toe
niets, toen echter de donkeyman, die aan
boord was gebleveD, ook plots te Antwerpen
terugkeerde. Hy verhaalde wat er verder
gebeurde. De Belgische bemanning werd
vervangen door Argontynsche zeelieden. Er
kwamen nog andere personen aan boord,
die tezamen met Gora, den afgezetten presi
dent, het uitvoorend comité der revolutie
vormden. Er werd besloten dat het spook
schip verder den stroom zou opvaren, de op
den oever liggende plaatsen bombardeeren
en innemen, on eindelyk do hoofdstad Asoen-
sion aanvallen. De kanonnen werden van
hunne houteu bekleedÏDg ontd&an, en weldra
stopte mon voor het dorp Pilar. Do over
heden weigerden zich over te geven, maar
een enkel kanonschot was voldoonde om hen
van gedachten te doen veranderen, en hen
dadelyk aan te zetten zich mot geestdrift by
de omwentelaArs aan te sluiten. Het nieuws
breide zich spoedig uit en do verschoning
van de stoomboot baarde overal evenvoel
opzien als die van een vervaarlijk pantser
schip. Vier dorpen gaven zich over zonder
slug noch stoot. Vóór Vileta werd do strijd
heftiger. De kanonnen bulderden gedurende
een half uur, richtten tamelijk veel schade
aan, waarna ook deze plaats «ich overgaf.
Toen kwamen tweehonderd rovolutionnaire
soldaten aan boord, om den aanval tegen
Ascension te beginnen. Gora besloot echter
dat het niot raadzaam was een Europeesche
matroos aan boord te houden, en onze donkey
man werd ontscheept, nadat men hem hot
noodige geld had gege%'on om Bnenos-Ayres
te bereiken en naar Europa terug te keeren.
Hy is evenmin tevreden over zyn loon en
voegt zijne klachten by die syner vroegere
makkers. Tezamen spannen zy een geding
in tegen den Antwerpschen reeder van de
//Zeebrugge", voor wiens rekening zy wor
den aangemonsterd. Deze reeder is echter
zelf al zoo geheimzinnig als het spookschip;
de toerusting vao de //Zeebrugge" was zyn
eerste, on wie weet, zyn eenige zaak.
By dit alles schijnt het echter niet te
zullen blijven. De zaak zal het voorworp
uitmaken van eene interpellatie in de Kamers
van Volksvertegenwoordigers. Het is nl.
onbegrypelyk dat een ministeriëele toelating
werd afgeleverd voor een Engelschen kapi
tein op oen Belgisch schip. Hot bljjft tevens
een duister punt hoe men te Lillo schiet
voorraad heeft kunnen opdoen zonder dat
het wantrouwen der plaatsolyke overheden
werd gaande gemaakt. Daaronboven is hot
zeker, dat de Belgische zeelieden zich in
zeer hachelijke omstandigheden hebben be
vonden, en dat zy aan een groot gevaar
slechtB by mirakel ontsnapt zyn. Het gerecht
zal zich trouwens met de zaak moeten bezig
houden, vermits onder Belgische vlag oen
expeditie werd uitgerust die gewettigde klach
ten kan nitlokken vanwege de regeering van
Paraguay. België in diplomatische verwik
kelingen met die rusteloozc, oorlogzuchtige
bruine duiveltjesBrrGod behoedo ons
van de Paraguaysche oorlogschepenZiet
go de Zeebrugge" al terugkeeren, de Scholdo
opvaren, Antwerpen bombardeereü, en Brussel
innemen 1
Maar«onder truut", ziet ge 't zou
ons toch duur kuuneD te staan komen 1
"Want volgens bestaande precedenten, kan
zooiets uitloopen op hot betaleD van aan
zienlijke vergoedingen
Vrouwelijke politiebeambten.
Ditmaal stuit my waarlyk de journalistieke
humbug, die de Newyorksche pers maakt
over de indiensttreding met 1 Januari van de
eerste vrouwelyke politieagenten.
Moet dan alles even belangryk zyn wat
men in Amerika in- en uitvoert.
Daar zyn nu, goed geteld, drie politie
agentessen in dienst gesteld, en de commis
saris van politie Horburgcr heeft haar toe
gesproken met een redevoering, welke in
extenso in de Amerikaansche bladen te lezen
staat, en waarvan de verkorte inhoud hierop
neerkomt//Dames I Van nu af bent u de
handhaaf»ters van de plaatselijke verorde
ningen. U zult surveillieeren, constateoren
en verbalisoeren. Doet uw plicht!"
Natuurlijk drukken onze Amerikaansche
confraters ook de portretten af van doze drie
eerste Newyorksche politio-agenticnen, vau
wie er oen gehuwd is, mrs. John Crosby,
en van wie de beide anderen beanlwoordon
aan de namen miss Cornelia Swinnorton en
miss Amy Pattorson.
Uit de daarby behoorende artikelen en
interviews vernemen wc, dat miss Cornelia
secretaresse is geweest van een Vereeniging
voor Vrouwenkiesrecht, terwyl miss Amy
voorheen verslaggeefster was.
Men zou willen vragenwelke voorgaande
maatschappelijke staat die van gehuwde
vrouw, van suffragette, of van journaliste
maakt de vrouw het best geschikt voor
politie dienst
Men zou eigenlijk zooveel willen vragen
Men zou stellig ook de opmerking willen
plaatsen, dat wy in ons land eon andere
wyze hebbeD, om zulk een nieuwigheid ia
te voeren en bekend te maken.
Want feitoljjk eelyktydig met de aanstel
ling van do New-Yorksche politie-ambtena-
ressen, werd in Den Haag ook zulk een
onderdeel van het politiccorps na reorgani
satie geïnstalleerd.
Wy lazon immers do aanstelling van oen
vrouwelyke politie-beambte ïd Den Haag.
Doch onze pers-manieren zyn toch anders,
bescheidener, nuchterder, en ik zou willen
zeggen beter.
Want niemand onzer hooft or aan gedacht,
de Haagsche, nieuw-aangcsteldo vrouwelyke
politieagent te gaan iutorviewen, haar bur
gerlijken stand af te drukken, haar naam te
publiceeren, haar een interview af te tappen,
haar portret over te drukken.
Zoo is het immers voor het toeziende,
regelende, ordenende, zelfs een weinig wys-
geerige politievak beter.
En terwyl het volgens de Amerikaansche
bladen bopaald een relletje in New-York is,
«ich te laten arresteeren en opbrengen door
een vrouwelyke politie-agente, gaan onze
wccschen uit naar eon vooral niet opzion-
baren, nuttigen werkkring voor onzo eorste
Haagsche vrouwelyke politie-beambte,
voor wie w(j trouwens nog niet eens het
i rechte volkswoord bezitten dienster,
klabakkes, smereue (Hbl.)
FEUILLETON.
*Ik kwam hier niet om over dit punt met
u te redetwisten. Ik voor my geloof er aan,
en dus waarschuw ik ul Neem u in acht en
vermijd zooveel mogelyk alle gevaar in de
dagon, die komen. »Neen", zeide hij en hief
zyn hand op, daar de jongeman de lippen
bewoog om te gaan spreken, //neen, ik wil
ook niet spreken over de ontdekking, die
gy wellicht gedaan hebt op uw onz&ligen
onderzoekingstocht. Ik ben gekomen om van
u te eischen, dat gy zult zweren, nooit tot
eenig menschelyk wezen te spreken over
wat gy gezien hebt."
>Ik zal daartoe niet veel gelegenheid
hebben, wanneer uw voorspelling, die myn
dood beteekent, uitkomt", zei Max Koning
gedwongen.
Jonker Koert van Bronseveld keek hem aan.
•God geve, dat de voorspelling niet uit
komt", hernam hy met een diepen zucht.
•Maar het heeft geen nut, met een zaak als
deso, welke eveu ernstig als verschrikkelijk
is, te spelen. Ik eisch van u dat gy, zoolang
gij leeft, of het zes dagen of nog zestig
jaren zullen zyn het stilzwijgen bewaart
over wat gij gisteren gezien hebt. Ik eisch
dit van u, niet als uw meerdere, maar als
een man van eer tegenover man van eer.
Ik eisch, dat gy er een eed op doen zult."
Een eed vroeg Max Koning verschrikt.
/,Ja, eeu eed. Dan zal er voor my en de
mynon geen onaangenaamheid uit kunnen
voortkomen en blyft slechts hot gevaar voor
uw eigen leven."
Daarvoor bon ik uiot bevreesd", lachte
Koning moedig, doch de doodelyke bleek
heid, welke over zyn gelaat trok, eu de
uitdrókkiDg in zijne oogen weerspraken, wat
hü zeide.
Maar natuurlyk beu ik volkomen bereid
er een eed op te doen, wanneer gy dat van
my verlangt", vervolgde hy.
Jonker Koert liep naar de schrijftafel toe,
nam er een boek af en gaf het aan zyn
secretaris.
Hier is een bybel", zei liy zacht, doch
beslist. (Leg er uwe hand op en «eg, dat
gy het stilzwijgen or over zult bewaren, zoo
helpe u God Almachtig."
Max Koning gehoorzaamde zonder aarzelen
Ik zweer, dat ik het stilzwijgen bewaren
cal, over wat ik gisteren gezien heb, zoo
waarlyk helpe my God Almachtig", ver
klaarde hy eenvoudig, doch met diepen ernBt.
Jonker Koert knikte.
z/Nu is het goed", zeide hy met een ver
licht hart. 0Ik en de mynen zyn nu veilig.
De Hemel zy u genadig en apare uw leven I"
Iemand buiten trachtte de deur te openen
en jonker Koert keerde zich plotseling om.
•Open de deur", zeide hy tot syn secretaris.
De jonge man, die nog vaalbleek zag,
stond op eu liet een bediende binnen, die
een telegram aanbood.
Jonker Koert nam het telegram aan,
opende en las het, en begon met gejaagde
schreden het vertrek op en neer te loopen.
Nieuwe zorg spiegelde «ich op syn gelaat af.
Zwijgend liep by eenige minuten door het
vertrek en trad toen haastig op de deur
toe. Daar bleef hy nog even staan en sprak
■Ik moet mot den eersten trein Daar Am
sterdam."
Hij keerde terug in de overvolle zalen,
waar de muziek, de massa's bloemen eu hot
geschitter vau juweeleu samen oen geheel
van groote bekoorlijkheid vormden.
De cotillon nam een aanvang.
De dochter des huizes, die eenige dagen
geledon beloofd had dien avond te dansen
met den man, die nu gewond en bewusteloos
boven lag Evert Hartman stemde er
in toe, in zyne plaats majoor Groeneveld
tot partner te nemen, en dese geleidde haar
juist naar hare plaats, toen een man van
middelbaren leeftijd de arts van Bussum
hem haastig op cyde duwde eu op haar
toetrad.
,Mag ik even een woord met u wisselen,
freule
»Ja, zeker, dokter!"
Zy legde gretig haar handje op zyn arm.
//Hoe gaat het nu met hem Is hy by
kennis
De arts knikte bevestigend.
Hy is gedurende tien minuten by kennis
en heeft my verzocht u op te soeken, om u
mede te deelen, dat hy u gaarne eenige
oogenblikken zou willen spreken. Wilt ge
Kunt ge Er moest hem nu niets geweigerd
worden."
Het meisje begreep nog niet de ware be-
teekenis van die laatste woorden. Haar
gelaat helderde op.
•Ja, ik zal komen."
Zy keerde zich tot haar partner, en zei:
(Majoor Groeneveld, het spyt my zeer u te
moeten te leur stellen, maar u moet eeae
andere partner voor den cotillon zoekeo.
Ik ga naar boven om mijnheer Hartman te
"an."
Een wolk van teleurstelling trok over het
gelaat van den jongen man.
„Kunt go niet oenigen tyd wachten tot de
cotillon afgeloopen is, en dan naar hem
gaan vroeg hy.
Maar het meisje Bchuddo het hoofd.
De wensch van een zieke gaat vóór
alles", zeide zjj, byna met iets verwytends
in den vriendelyken ernst van hare lieve
stem. »Ge moot het my niet ten kwade
duiden, dat ik ga. Ik kom spoedig terng.
Ge kunt, wanneer men naar mij mocht
vragen, eene verklaring geven. Ge kunt dan
ook zeggen, dat mynheer Hartman het
bewustzyn herkregen beeft."
Met versnelden hartslag keerde zy zich
om en ging met den arts de zaal uit, terwyl
ze «ich onbewust was, dat byna alle oogen
hare bewegingen volgden, wier bevalligheid
in haar wit kleed byzonder uitkwam.
iris Gerdais mevrouw van Bronseveld
by hem
Zy is by hem geweest, maar wy haalden
haar ten laatste over, naar hare kamer te
gaan en wat te rusten", antwoordde haar
geleider. „Hy is □u alleen met de pleegzuster
en arts Bruinewold. Zyne stiefmoeder is ge-
telelegrapheerd, maar zy is nog niet gekomen."
De arts trad het eerst het vertrek binnen
en ging saehtjes naar het bed.
„De freule van Bronseveld is hier", hoorde
ze hem op zachten toon zoggen, terwyl hy
zich voorover boog. „Zy iB terstond mee
gekomen."
„Ah... dat is goed van haar! Wilt ge
den anderen dokter vragen heen te gaan,
on u ook voor eenige minuten verwyderen
Ik wilde alleen met haar zjjnalleen."
Paulina hoorde «yne woorden en zag arts
Bruinewold zich van het bed naar het midden
van het vertrek begeven, waar de pleeg
zuster stond. Fluistoroud verlieten alle drie
it vertrek.
Paulina naderde het bed en keek op hem
neer.
Zoo er iets vreemds was in haar alleenzyn
met hem hier, zij gevoelde hot niet.
Zy voelde niets dan teeder, zusterlyk
medelyden, terwyl zy op zijn pynlyk ver
trokken gelaat neerzag. Zyne oogen, dio
vast en diep onder de sterke, donkere wenk
brauwen lagen, flikkerden haar toe en drukton
zielsverlangen uit.
Het eleetrische licht was uitgedraaid; het
was te fel geweest voor het gezicht eu de
zenuwen van den zieke, en eeu petroleum
lamp verlichtte nu het vertrek met een
gedempt, rustig licht.
Het zwakke schijnsel der lamp wierp
weinig licht op den hulpeloosen man en het
meisje, dat «ich over hem heen boog, maar
zy zag genoeg van hem om de verschrik
kelijke verandering op te merkeD, die or mot
hem had plaats gegrepen. Zyne brandende
oogen rustten op de bevallige meisjesgestalte.
Hy stak eene haud uit, als zooht hy iets,
en zy boog zich tot hem en nam die hand
in de hare. Daarna sprak zy voor het eerst
tot hem
„Go hebt naar my gevraagd Ik was zoo
blyde, ik had zooveel geleden. Het waa ver
schrikkelijk te moeten dansen glimlachen,
terwyl ik wist, dat gij hier sóó zoudt liggen I"
Een vluchtige uitdrukking van geluk kwam
in zyne oogen.
„Ge hebt u bezorgd over my gemaakt?"
vroeg hy haastig. „Go hadt verdriet over mij?"
„Ik heb diep, innig medelijden met u!"
Paulina van Bronseveld boog zich moor
over hem heeD.
,De Hemel weet, dat wy alles, wat wy
in de wereld besitten, zouden gegeven hebbeu,
wanneer u deze vreeseljjke ramp bespaard
was geworden. Ge bobt de sympathie van
ons alleD, mynheer Hartman. Het was ook
zoo vorschrikkelyk voor die armo Gerda,
dat zy hare thuiakomst door zóo'n slag ver
duisterd zag. Maar ge zult spoedig weer
beter worden, niet waar Ik weet alles, wat
gebeurd is, hoe verschrikkelijk gy gewond
sjjt; maar ge zult seker spoedig geheel
herstellen
Evert Hartman trachtte het hoofd te
schudden.
Er kwam een vreemde uitdrukking op sjjn
gelaat.
„Ik zal nooit weer beter worden."
Zy schrikte en uitte eon zachten kreet.
Een oogenblik deinsde zy terug eu liet zyne
haod los. Maar terstond boog xjj «ich weer
over hem, teederder dan te voren.
„Neen, neen", zeide «ij haastig, „ge ver
gist ugo moet u vergissen. Ge voolt u
ongetwijfeld ellendig, alsof uw lichaam ver
brijzeld, gebroken was; maar het is niet zoo,
het kan niet zoo zyn. Men heeft my gezegd,
dat gy ernstig gekwetst geworden «yt, maar"
en hier daalde hare stem „maar ge
zult toch wel kunnen geuozon. Ja, ge zult...
zeker, ge zult genezen, ja
Evert Hartman glimlachte flauwtjes. Zyne
hand drukte de hare.
(Wordt vervolgd).