KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor HelderTexelWieringen en Anne PauÊowna* No. 4069. Woensdag 7 Februari 1912. 40ste Jaargang. 't Vliegend Blaadje p. 3 m, 50 et., fr. p. post 76 ct.( buitenland 11.25 Pre-Zondagsblad 37* 45 fO.75 mienjModeblad 55 66 fO.90 (Voor bet buitenland bij vooruitbetaling.) Advertentita van 1 tot 5 regels (bty vooruitbetaling) 90 cent. Elke regel meer6 Bewijs-exempkuu-ÏJ Vignetten en groet* letters werden near plaatsruimte berekend. Intero.- Telefoon 50. tferaeh(int Dinsdag, en Vrijdagmiddag. Uitgever C. DE BOER Jr. (v./h. BERKHOUT Co.), Helder. Bareauxi Spooretraat en Koningetraat. HIEUWSRERICHTER. HELDER, 6 Februari. Duurte-toeslag. Zooals wy reeds in een groot deel van ons vorig nummer hebben gemold heeft de Eerste Kamer met 27 tegen 15 stemmen het wetsontwerp, waarbij voorgesteld werd aan de laagstbezoldigde rijksambtenaren cn be ambten wegens duurte van levensmiddelen een tegemoetkoming te verleenen, ver worpen. Do voorgestolde toeslag jou een verhooging hebben ten gevolge gehad van tien hoofd stukken der Btaatsbegrooting. De daartoe strekkende wetsontwerpen werden achtereen volgens in stemming gebracht en ver worpen. Het verwerpen van het duurte-wetje door de Eerste Kamer heeft »Het Volk" aanleiding gegeven tot een artikel waarin o.a. gezegd wordt: Het was plicht, harde, zwaro plicht voor de rijksten des lands, om aan deze armon don duurte-toeslag te weigeren. Plicht, zei de heer Reekers, evenals de heer Van Doorn het in de Tweede Kamer had gezegd, aller eerst tegenover het groote aantal aangesla- genen in de bedrijfsbelasting, twee derden van het totaal, dat ook niet meer dan f 1000 inkomen heeft, en geen «geschenk" zou krijgen. Over de belastinggelden van deze honderd duizenden mag niet willekeurig worden be schikt om dén katcgorio te bevoordeelen Dit is een praatje voor do vaak. Wanneer de volgende week de Eerste Kemer de ver schillende hoofdstukken der Staatsbegrooting goedkeurt, zitten daarin tal van posten, die geen andere bestemming bobben dan bevoor deeling van bepaalde kategorieën. Het onder scheid is, dat het daar de bezittende klasse in die wordt bevoordeeld, naar het bijbelwoord: wie heeft, dien zal gegeren worden". Daar zit o.a. in de verhooging der officierstrakte- menteo, een jaarlijks terugkeerond en jaarlijks aaugroeiend bedrag, hooger dan wat nu in de regeering vroeg voor de minimamlijders. Die post, en alle andere, die het parasiteeren mogelijk maken van allerlei voorname ambte naren, die voor hun hooge traktementen vaak bitter weinig uitvoeren, en die, naar het woord van minister Heemskerk zelf, te minder heb ben geleerd, de tering naar de nering te zetten, naarmate hun salariB hooger is. Zal één lid der Eerste Kamer zich daartegen verzetten, omdat die traktementen moeten worden be taald, niet alleen uit de bcdrylsbelastin?, maar ook uit het personeel accijns, die wordt opgebracht door nooddmftigen Niet een van de heeron die eraan denkt. De armen worden er slechts by gehaald voor de gelegenheid. De Eerste Kamerleden zelf, die ryken! steken zonder eenige vermaning van hun geweten voor eiken dag dat zy vergaderen f 10 uit de penningen, mee door de armen, mee door de allerarmsten opgebracht, in hun zak. En wat van dit eene smoesje geldt, geldt van alle andere. Het voorgevallene doet //Het Vaderland" danken aan het spreekwoord waarin iets voorkomt van de mug uitzuigen en den kemel doorzwelgen. Toen het voorstel eenmaal was ingediend, koD, volgens dit blad, niet meer teruggetreden worden. De zaak was nu weder een stadium verder gekomen. Zy, voor wie de voorgestelde hulp bestemd was de kleine luyden en minimum lijders in de ambtenaarswereld waren be grijpelijkerwijze reeds op den toeslag gaan rekenon. Men onderscheidt in de kringen der belastingkommiezen, veldwachters, postboden en wegwerkers, niet zoo logisch en denkt niet joo zuiver staatsrechtelijk als de Senaat. Nu de hooge regeeriog, de chef van hen allen, het toeslagvooratel had ingediend, nu de Tweede Kamer het had aangenomen, nu zou do Eerste zoo verwachtten zy het óók wel doen. De regeering gaat echter niet vry uit, schrijft «Het Vaderland" en botoogt dan: Er is misschien nimmer wy mogen het bekend veronderstellen een wetsvoordracht ingediend, die door de regeering zoo slecht gemotiveerd was. De heer Kraus ging wat ver, toen hy in den vorm van een verge lijking de mogelijkheid uitsprak, dat de re geering haar voorstel had ingediend in de hoop, dat het zou worden verworpen. Maar wy begrypen, dat do toolichtiog en motiveering tot zulk een veronderstellingaanleidiog kunnen geven. Do passage in de Memorie van Ant woord op hoofdstuk I, die de toelichting tot het voorstel bevat, was één aaneengesloten betoog, dat er geen noemenswaardigo ver hooging der prijzen, dat er geen duurte, dat er allerminst een noodstand aanwezig was. De conoluBie echter waartoe dit betoog de regeering leidde, was niet, zooals logisch zou zyn geweest, /,wy zullen daarom geen toeslag voorstellen", waar wy zullen het wél doen. Door op deze wyze het voorstel voor te bereiden, heeft de regeering zelve aan de tegenstanders de wapenen in handen ge geven om bet te bestrijden, en do halve medestanders tot tegenstanders bekeerd. De verwerping is dan ook voor een belangrijk deel aan haar te wyten en kome mede voor hare verantwoordelijkheid. „Het Centrum" betoogt, dat men voor de in de Eerste Kamer te berde gebrachte zwaren niet blind behoeft te zyn om toch van do verwerping een onaangenamen indruk te krygen. Er zou oen gevaarlyk precedent worden gesteld, enz. Men behoeft voor die bezwaren riet blind te zyn, om toch van deze ver werping geen aangenamen indruk te krygen. Er zyn nn ongetwijfeld veel teleurgestelden en in menig geval kan het wegvallen van het •buitenkansje" zelfs pyolyk worden gevoeld. Een paar tientjes is een bedrag van beteekenis in een schraal huishouden, en de dnurte moge dan niet zóó erg geweest zjjD, of nóg zyn, als gevreesd werd, geheel wegcijferen kan men haar toch niet. Wie weet bovendien, of in de duurste weken niet hier of daar een achterstand in de huis houdelijke rekening is ontstaan, welke men hoopte in te halen door het verwachte extraatje. Dat het overigens bij een uitzondering had moeten blijven en de uitkeering in de practyk tot moeielykheden had knnnen leiden, valt niet te ontkennen. Maar er was overdrijving aan don kant der bestrijders, en met name was het optreden van den Unie-liberalen ond-minister Kraus verre van gelukkig. De behandeling dezer voordracht heeftin- middels weer eens de aandacht gevestigd op de loonkwestie. Het was reeds gebleken, dat er nog al te veel loonen zijn, die geen dunrderen tyd kannen velen, zoodat het huis houdelijk budget uit zyn evenwicht dreigt te raken, wanneer geen extraatje hulp komt verleenen. Op znlke extraatjes kan echter niet gerekend worden. Ze behooren trouwen», zooals ook in de Eerste Kamer werd te kennen gegeven, geen factor te zyn, by bepaling van het loon. «Het Huisgezin" noemt de beslissing een betreurenswaardige en schryft o.a. Wat opvalt, is dat de Eerste Kamer de zaak zoo schrikkelijk hoog heeft opgenomen. Er werd van niet minder dan demoralisatie gesproken, van een niet meer zetten tering naar de nering, van een leunen op de schatkist. En dat alles om de onnoozele tier of twintig guldon, die op kleinere traktementen zou gelegd worden. Een ander lid beweerde, dat de toeslag ongeoorloofd was, omdat ook de kleine be lastingplichtigen daaraan mee moeten betalen. AUof deze belastingplichtingen niet ook meebetalen aan de groote traktementen, die het Ryk uitkeert, en alsof de toeslag iets anders was, dan een om de duurte tydelyk •erhoogd traktemont. Nog een ander lid zeiWe hebben by ons de subsidie aan het Armbestuur wat verhoogd. Dat is heel mooi, maar helpt de meDSchen □iet, onder wie hot hier ging en die den hnn onthouden toeslag bezwaarlijk aan het kantoor van den armmeester kunnen afhalen. Het journaal voor zeevisschersvaartuigen. De Commissie' voor vereenvoudiging van het Journaal heeft aan alle recdere van zee visschersvaartuigen een circulaire gezonden waarin zy het oordeel dor reoders vraagt op vee punten. Ten eerste, of deze heeren eenen, dat het nieuwe Journaal een ver betering gebracht heeft in den toestand die op dit gebied bestondteu tweede of zy het wenschelyk zouden vinden, dat do schipper by hun verantwoordelijkheid en werkzaam heden, slechts werden belast met een wat eenvoudiger Journaal. Voor het Kantongerecht to Schiedam waren de vorige week 2b schippers van zeevisschers vaartuigen gedagvaard, varende van reederyen te Vlaardingen en Maassluis, tor zake dat zy hun Journaal niet in overeenstemming met de wotteljjko voorschriften hadden gehouden. By de verdediging door de gedaagden ge voerd bleek vooral het bozwaar van de moeiolykheid die correcte inwilliging mede bracht. De kantonrechter wees op de nood zakelijkheid van naleving der wet, ongeacht of doze bezwaren heeft. De ambtenaar van hot openbaarministerie cischte tegen allen f 300 subsidair een dag hechtenis. Voor verschillende kantongerechten zullen zich in het geheol 152 schippers voor dezelfde feiten hebben te verantwoorden. „De Solo". Dè Solo ligt niet meer evenwijdig met do kust. Dirkzwager 's Bergingsmaatschappy heeft den laatston tyd vooral, nu de wind einde lijk eens gunstig was voor het doel, hard ge werkt aan de bevrijding van het gestrande schip. De kop is wel vijftig meters omgetrok ken, en het schip ia eenige meters vooruitge komen. Donderdag was de wind zoo gunstig, dat men alle hoop had, hot den volgenden dag een heel eind to zullen brengenmaar jawel. Omstreeks tweo uur, toen het hoog water was, stond er een Btuk water minder dan den dag te voron. De wind was omge- loopen, joeg het water, het zoo hoog noodig water, terug en maakte dal er niets gebeuren kon. Aan boord komen ging niet meer. Daar zaten hoog en droog, de gasten van den heer Dirkzwager tot een uur of zes veilig opgeborgon. Voordat er van aftrekkon van het schip iets komen kan, moet het nog een dertig meter om. („N.R.Ct*") Een paard met arreslee op hol. In het Haagsche Bosch sloeg een paard, gespannen voor een arreslee, op hol, met het gevolg dat de inzittenden er uit rolden. De 15-jarige C. Hoegee, die het hollende dier tegemoet liep, vatte hot by den tengel en werd ongeveer 25 meter meogesleopt. Hy wist het eind van den teugel om een langs den weg liggenden boom te werpen, waardoor het paard kwam te vallen. Door het kranige optreden van dit jonge- mensch, dat volgens een ooggetuige in ernstig levensgevaar verkeerde door zyn koene daad, liep alles zonder ongelukken af, daar ook de personen die uit de arreslee waren gerold, er zonder ernstig letsel waren afgekomeD. Krankzinnig geworden in de gevangenis. In de gevangenis te 's-Hertogenbosch heeft zich het zeldzaam verschijnsel voorgedaan, dat tweo gevangenen plotseling kranksinnig syn geworden. De eene, A. Kruyzen uit Helvoirt, tegen wien door het Openb. Ministerie vier jaar gevangenisstraf was geëischt wegens poging tot doodslag op den rijksveldwachter Couwen- bergh to Vught, gepleegd, terwyl eerstge noemde aan het stroopen was met de licht bak, en daarvoor nn in hooger beroep zynde, is plotseling krankzinnig geworden. Dr. Casparie achtte syn overbrenging naar Modomblik noodzakelijk. Het Hof heeft de beslissing in deze zaak geschort»! tot Da herstel van beklaagde. De andere is P. Brizé, afkomstig van Amsterdam, die op zyn meisje W. C. Hoogers te Eindhoven een revolverschot loste, omdat zy niets meer van hem wilde weten. Zyn verdediger mr. E. van Zinnicq Bergtnann verzocht eon onderzoek in te stellen naar beklaagdcs geestvermogens, wyl de doctoren toen geen besliste verklaring omtrent diens ontoerekenbaarheid konden afleggen. Thans heeft dr. J. W. Kramer, directeur van het krankzinnigengesticht «Renier van Arkel" te 's-Bosch, voor de Bossche Recht bank verklaard, dat Brizé krankzinnig is. Hy wil spreken noch eten en is zeer neer slachtig. Evenals dr. Casparie verklaart ook dr. Kramer, dat de krankzinnigheid na 12 Jnli, dus na de misdaad, is ontstaan. Ook Brizé is naar Medemblik overgebracht terwyl deze zaak eveneens werd geschort. Vernietiging intrekking drankvergunnlèg. B. en W. van een gemeente hadden Me vergunning tot verkoop van sterkon drank in het klöin van D. H. v. d. M. ingetrokken op grond dat niet hy zelf het bedryf uit oefende, doch een ander, met name M. K., dit zelfstandig voor eigen rekening deed, hotgeen in rechten was komen vast te Btaan door de onherroepelijke veroordeeling van genoemdeD K., door den kantonrechter ter zake van het verkoopen van sterken drank in het klein zonder de vereisshte vergunning. Ged. Staten van Friesland hebben in hooger beroep die intrekking vernietigd, op grond dat het feit, dat de houder eener vergunning tot verkoop van sterken drank in het klein dien verkoop door een ander voor eigen rekening laat uitoefenen volgens de bepalingen der Drankwet geen grond tot intrekking oplevert, en met name niet is aan te merken, zooals by het intrekkingsbeBlnit is geschied, als een der omstandigheden, genoemd in art. I, lo. der Drankwet, aangezien de aan- wezighoid of hot bekend zyn van het voor nemen by den verzoeker om een drank- vergunning, om het vergnnningsbedryf door ander zelfstandig en voor eigen rekening te laten uitoefenen, geen grond tot weigering der vergunning is, en dat waar de gronden intrekking van een vergunning limitatief in de Drankwet zyn opgenoemd, het door B. en W. gedaan beroep op het persoonlijk karakter der vergunning en het systeem der wet evenmin opgaat. De onvermoeibare schatgraver. De Spaansche schatgraver is weer aan 't werk. Door den heer M. Bosscha to Assen sn brief ontvangen, in 't Fransch geschre ven, waarbij van een geheim stuk in eon geheimen koffer wordt verhaald op welk stuk ruim eon millioen fres. is te krygen, waar van de geadresseerde een derde kan bekomen. Daar de afzender naar hy zegt in de gevan genis, zit, moet aan een opgegenen vertrouwd adres een telegram worden verzonden, waarna nadere mededeeling zal volgen. De nadere mededeeling zal natuurlyk be staan in een verzoek om geld te zenden. Ook elders dan te Assen zyn dergelijke brieven ontvangen. (rAss. Ct.") j Hst zinken van het Engeische stoomschip „Ounsley." Na een onderzoek dat twintig dagen duurde, werd door den bevoegden Engelschon rechter aan don medereeder Thomas van het ge zonken Engeische stoomschip >0008167" een geldboete opgelegd van f 18.000. Den kapitein word voor 12 maanden zyn gezagvoorderB- patent ontnomeD, terwyl de twee machinisten respectievelijk f 1200 en f 600 boete kregon. Omtrent het zinken van het schip, werden de volgende bijzonderheden bekend De «Dunsley" een schip van 22 jaar oud, behooretide toe aan een maatschappij dis een verlies van 4700 p. st. te boeken had en was voor 17.800 p. st. verzekerd. Voor de geïnteresseerden had het schip een waarde van 8000 p. st. zoodat het met 9800 p. at. ovorvorzekord was. Do .Dunsley" ging in eon stillen Augus tusnacht op reis van Appledore naar Birken- head verloren. Vroeger had het schip tweemaal op strand gezoton, eerst in de Loire, later by Rotterdam. Door het gerecht werd vastgesteld, dat het stoomschip by het verlaten van Appledore wat betreft den romp van het schip en de bemanning niet zeewaardig was, maar toch werd het naar zee gezonden. Het schip had geborgen kunnen worden, als de waterdichte beschotten gesloten, do machine op volle kracht gesteld en vuurpijlen afgeschoten waren. Uit alles bleek, dat de reedery het er op toegelegd had de verzekeringssom machtig to worden. Het onderzoek wees aan dat tien minuten nadat de wacht van den tweeden machinist was geëindigd, hot water in het ruim begon te dringen, zonder dat door den machinist ook maar het geringste werd gedaan om hot schip te redden. Ofschoon het hof niet bewezen achtte, dat het schip moedwillig was weggebracht", was het zinken toch zeker een gevolg van de groote onverschilligheid en nalatigheid, by het nemen vad de noodige maatregelen in den dag gelegd. Het is nog nimmer gebonrd, dat door een hof van onderzoek zulke zware geldboeten werd» Onderzeeboot vergaan. Do Engelscho onderzeeër „A 8", is Vrijdag middag by het eiland Wight door een ander schip, de „Hazard", in den grond geboord. Aan boord bevonden zich veertien man, waaronder vior officieren. Volgens de laatste berichteD, syn deze hoogstwaarschijnlijk allen omgekomen. Do ,,A 3", die tot de fiottilje van onder zeeërs te Portsmouth behoort, was 's ochtends met zes andere vaartuigen van hetzelfde type en de „Hazard" uitgevaren om oefe ningen te houden. Tegen 12 uur 's middags had de botsing met do „Hazard" plaats, waardoor do onderzeeër een groot lek kreeg Op do andere schepen zag men, dat groote hoeveelheden lucht boven het gezonken wrak omhoog stegen, waaruit viel af te leiden, dat er water in de boot was gedrongen. Het binnendringende wator moet binnen zeer korten tyd den dood der ongelnkkigen, die in hunne nauwe gevangenis opgesloten waren, hebben veroorzaakt. Volgens berichten uit Portsmouth had het soheepjo geen reddingsmiddelen aan boord. De „Hazard" vroeg onmiddellijk per draadlooze telegraphie om hulp. De kruiser „Liverpool", die met het oog op de ont vangst des konings op weg was naar Ports mouth, ving con telegram op en stoomde zoo snel mogelijk naar de plaats des onheil», Later kwamen nog andere oorlogssohepen en sleepbooten en de opperbevelhebber van Portsmouth vertrok onmiddellijk met een oorlogsschip om bet reddingswerk te leiden. Er woei een hevige sneeuwstorm, waardoor dit werk zeer bemoeilijkt werd. Toch ont dekte men laat op den avond hoe en waar het nehip lag. Nadere berichten zijn nog niet ontvangen, het staat dus nu vrywol vast, dat de ODge- Inkkigo zeelieden als slachtoffers van hun beroep het leven hebben gelaten. Nieuwe Engeische torpedojagers. De Engeische admiraliteit heeft verschil lende werven uitgenoodigd, in te scbryveD voor den bouw van een aantal torpedo jagers. Voor deze bodems is er op de begrooting geen geld bewilligd. Dos zullen zy op de volgende komen. Men onderstelt, dat de regeering heeft ingezien, dat de vloot van jagers, tegenover de Duitache, versterking noodig heeft. Bellairs, do gewezen zeeofficier, die van liberaal nnionist is geworden, zegt, dat de admiraliteit al veel eerder op versterking van jagers bedacht had moeten wezen. Dat was niet noodig geweest, als Engeland Helgoland nog als basis had kunnen gebruiken. Maar nu de Engelscho vloot geen basis dicht by de Duitsche kust heeft, zullen de torpedoja gers gednrig naar Eugeland terug moeten om kolen, schietvoorraad enz. in te Demen en de bemanning rust te gunnen. Zoo moet er een groot aaDtal torpedojagers zyn, n.1. om elkaar af te lossen. Borknm is nu te sterk bevestigd om gemakkelijk genomen te worden. Het nieuwe linieschip «Orion", de grootste en zwaarst bewapende dreadnought dio in dienst is, heeft, zegt men, op don tocht naar do Arosabaai met de kustvloot, ir geslingerd. Da waarde van het schip vermindert er zeer door, zegt men. De brand van het stoomschip Spondilus. Omtrent de ramp, die de „Spondilus", het groote tankschip van de Anglo-Saxon Cy. is overkomen, schryft een ooggetuige het volgende: Aan boord van de „Amiral Magon", van i Cbargeurs Réunis, mot welk schip wy do reis van Singapore naar Marscille deden, werd den 12den Januari j.1. des avonds om nur op ongeveer 500 tnyl ten westen van Colombo een vuurgloed op het water gezieD, welke geen twyfel liet, of het moest een brandend schip zyn. Dadelyk werd op bet liebt aangestuurd, waartoe het schip ongeveer 6 mylon buiten den koers ging. Togen middernacht bevonden wy ons in de nabijheid van den brand. Men zag nu de lammen buizen hoog uit 't schip opstygen, terwyl op eenigeri afstand van het brandende schip een klein dwaallichtje op het water werd ontdekt. Dit moest zonder twyfel een der sloepen van het brandendo schip zyn en na eenig wachten hoorden wy het geluid van de rie men op het water en dook een boot met ongeveer 36 menschen uit de duisternis op. Enkele minuten daarna kwamen nog twee andere booten te voorscbyn. De schipbreu kelingen deelden mede, dat niemand was achtergebleven of werd vermist. Zoowel de bemanning als de sloepen waren spoedig aan boord genomen, waarna de Amiral Magon" nog den geheolen nacht in do nabijheid bleef, om den loop der gebeur tenissen cp het brandende schip af te wachten. Het schip was bemand met 54 koppen, waar onder 8 Engelschon en verder Ühineezon, Bengaleezen en Maleiers uit Oost-Indië en was geladen met 8200 ton beniioe, bestemd voor Rotterdam, terwijl als brandstof nog aan boord was 1200 ton stookolie, welke laatste de oorzaak van de ramp is geweest. Als bizonderheden van het ongeval deelde men ons mede, dat in don namiddag tegen vier nnr plotseling in de machinekamer brand ontstond, vermoedelijk door het springen van een toevoerpyp uit den bunker aan bak boordzijde, welko bunker 800 ton olie inhield, dat in een oogwenk zulk een vlammenzee opsteeg, dat men nog even den tyd had de machine stop tc zetten en ia aller baast naar de Bloepen te vluchten. Van deze laatste, zes in aantal, werden die aan bakboordzijde onmiddellijk door de vlammen aangegrepen, terwyl die aan Btunr- boord reods begonnen te blakeren. Een zeer vlug stryken der sloepen en afhouden van het brandende schip was dan ook gebiedend noodzakelijk en daarin slaagde do beman- niog gelukkig zonder eenig ander ongeval dan dat twee Maleiers te water raakten, wolke echter spoedig werden opgepikt. Door eene onverantwoordelijke zorgeloos heid waren de sloepen echter niet geappro viandeerd, terwyl ze verder door de hitte op enkele plaatsen lek waren getrokkeD. Bovendien stond de zee zoo hoog, dat de sloepen ook nog over boord water maakten. De matrozen moesten dus onafgebroken aan het hoozen blijven, waarvoor men ook niets aan boord had, zoodat deze arbeid met de handen en met de mntsen moest worden verricht. Kan men zich vreeselyker toestand denken dan op doze wyze in den wyden Oceaan den nacht tegemoet te gaan? En in dien toestand bleef men zeven nnr lang dobberen, totdat men tegen 11 uur de lichten van het red dende schip ontdekte. De „Spondilus" was een schip van rnim 10,000 ton laadvermogen en was ongeveer acht jaar in dienst. De geaagvoerder Mosea, had dien bodem reeds zeven jaar onder zich gehad en daarmede 21 reizen naar alle hoeken der wereld gemaakt. Hy schatte de geleden Bchade, die door verzekering is gedekt, op rnim 200,000. Het is te hopen, dat het voorgevallene aanleiding moge geven, dat de betrokken maatschappij een nauwkeuriger toezicht op het reddingsmAtorieel van hare booten uit- oefene, opdat het niet meer voorkome, dat de sloepen niet zyn voorzien van al wat tot hun onderhoud en de redding van schip breukelingen kan dienen. Moordenaar gevat. In do maand Augustus van het vorige jaar werd in de omstreken van Dresden een monsterachtige miadaad bedreven. Een meisje van 14 jaar werd op een aardappel veld gewurgd gevonden. De bedrijver van dezen aischnwelyken moord ia gearresteerd onder zeer eigenaardige omstandigheden. By 't lyk van 't meisje had men een kleine glas scherf gevonden, die blijkbaar van een zak- •piegeltje afkomstig.was. Zonder twyfel heeft de moordenaar, toen hy in het spiegeltje keek, of hy ook by het plegen van zyn misdaad wonden had opgeloopen, dit laten vallen, waarby er een scherf afgesprongen was, die nu <io politie den misdadiger deed ontdekken. Allo landloopers uit do buurt werden namolyk gefouilleerd en het duurde niet lang of by eon van hen werd eon ge broken spiegeltje aangetroffen, waarin de gevonden scherf juist paste. De jury heeft hierin een overtuigend bewys gezien en den beschuldigde, ondanks al zyn ontkenningen, tot levenslange gevangenisstraf veroordeeld DE WEEK. 8 Februari. Men heeft ons Hoogerhnis 'n «kruidje- roer-me-niet" genoemd. En inderdaad, er bestaat toch nog altyd reden voor die be naming. Onze premier van het oogenblik is, in de afgoloopen weok bleek 't weer zoo schitterend, een geestig, vernnftig, ver makelijk en amusant, onderhoudend m»d. Den heer Tb. Heemskerk hoorend in het debat, komt my telkens weer voor den geest, de figuur van den advoknat uit de onsterfelijke •Jonkvrouw De la Seiglière", thans weer zoozeer in de mo!e, den pikanten sarcas tischon M*. Destonmlles. Edoch: tusschen dezeu minister-president en den Senaat heerscht, vrees ik, niet zoo danige verhouding als voor het succes des kabinets in ons Hnis der Lords bevorderlijk kan heeten. De heer Heemskork neemt don Senaat niet genoegzaam >au sérioux". En in de ongste week had Z. Ex. al buitengewoon ungensachtigc, ondeugende, dies gevaarlijke buien. De waardige praeses vraagt hem, den minister, wanneer hy wil gnan woord voeren, ondanks het feit dat de senatoriale klok op vyf minuten vóór eenen wyst, ter wyl voor de heeren sinds tien minuten al gedekt staatde president vraagt hem „wenscht u thans het woord te voeren?"... Een diplomaat als jhr. Van Swinderen, hoofd van Bnitenlandsche Zaken, zon 't gesnapt hebben, zou begrepen hebben, immers, den zachten wenkDenk er aan, de Eerste Kamer bondt van orde en regelmaat. Precies één unr gaan we koffiedrinken De premior laat dit alles laDgs zijn kou we- kb éren afglyden, spreidt de armen uit, strijkt daarna door de gryze kuif, dewelke zyne weelderige krulharen vormen, zegt: «Och, dat laat ik aan uw beleid over, meneer de voorzitter!" Waarop baron Schimmelpenninck v. d. Oye de mondhoeken neertrekt en de neusvleugels oplaat volgen: >Gaat u nw gang!" Zulke kleinigheden zyn voor het senatoriaal hart heusch lichtolyk-pynlyk. Er was meer. Véél meer. De senator Thooft werd door den premier met een hydra, een monster, vergeleken, dat zoodra men het den kop afsloeg, tweo nienwe koppen liet aangroeien IDat geschiedde, men lette wel, nadat minister Colyn 't had ge waagd te zeggen, dat de heer Thooft zyne argumenten «ocht in een muf kelder-hoekje. Toegegeven dat do Gelder.«che senator, insi nueerend dat de heer Colyn met zyn militie- wet z'n ministeriëel leven had willen redden, of rekkeD, buitengewoon grof was geweest. Tusschen de leden der zeer-hooge vergade ring bestaat intusschen eone soort van soli dariteit. Het Hoogerhuis wonscht met bij zondere deferentie, eorbied, ontzag, flnweelen hand, te worden behandeld. Zulke stoutig heden blijven heusch niet ongewroken. Ten slotte 1Toen dan, Vrijdagochtend, de beslissing zou vallen over den dnnrte- tooslag, vier ton kostend aan de schatkist. Neor, de heer mr. Th. Heemskerk, hoe knap, hoe glad, hoe ge'stig ook, is niet van het hout, waar diplomaten uit worden gesneden. Ongelukkiger argumont, dan dat «verwach tingen waren opgewekt'; de Senaat dus ja- en-amen had te zeggen, niemand kon 't uitdenkenI O, Excellentie, waarom niet; in uw inderdaad dood-zwakke schriftelijke ver dediging met kracht, mot vaar opgekomen togen dat aarts-gevaarljjke woord!?... De hooge Senaat zit daar niet voor spek en boonen, heer minister. Als de mannetjes van minder dan duizend guldon inkomen die twintig golden bjjslag, vanwege de dure lapjes en baaitjes reeds hadden gedisconteerd, .gepoft", opgenomen, verteerd, wel, dan be duidde 't immers: »Nu ja, de Eerste Kamer." Het vermaarde bureau van registratie" der voorstellen, in de Tweede Kamer, goed, ge huurd! Nu-jal Zoo-iets vorgeeft hot Hoogerhnis niet, 't zal stapels, bergen, hoopen ontwerpen met of zonder ,bezwaard gemoed" aannemen. Doch op zeker moment laat het gevoelen: Ik ben er óók nog!... Tot een vrye daad van fgenade voor recht" zou de Eerste Kamer zich laten vinden. Tot iets van «ge dwongen fraaiigheid", nooit of te nimmer. Dat de premier dat niet heeft begrepen is werkeljjk raadselachtig. Met prof. Kraus, die een verhaaltje gaf van zekeren Noord-Hollandschen burger vader, die jaarlijks den Raad zyner gemeente voorstelt den veldwachter f 25 meer salaris te gevoD, hopend èn beseffend dat de Raad dat voorstel zal verworpen, neemt de minister een loopje. In het ,gewone leven" zon hy daarin ge- lyk hebbeD, en dr. Kraus' vertelseltje was byzoDder vreemd. In verband met het toe slag-ontwerp beduidde het: er zou een Kabinet kunnen komen, in staat tot derge lijke lage tartufieriedat „den schijn wilde redden"de minimum-lyders vernikkelen De veronderstelling is bijzonder cynisch van aard. Zy houdt in het vermoeden, dat lieden ▼an dergelijk zedelijk gehalto aan do groene tafel ooit zouden kunnen zitting nemen. Een dergelyke rede siert m.i. dengeen, die haar uitspreekt, niet bepaald, maar een minister, in de Eerste Kamer het woord voerend, gaat haar voorby met de kleinachting, die ze ver dient. De premior, daarentegen, schept er behagen in om den Senator toch eens eventjes met speldepiikken te plagen misschien kwam hier de oud-wethouder der hoofdstad contra dr. Kraus uit den hoek wellicht ook speelde mr. Heemskerk zyn lost om vonkjes van scherp-vernaft te laten sohitte- ren, poestHoe 't zy, 't zal or toe heb ben bygodragen om de bjjslagontwerpen tor- dood te brengen Ik vind, in alle bescheidenheid, dat de heer Van der Does de Willeboia zich in deze op een hoog en eerbiedwekkend standpunt heeft geplaatst. De Eerste Kamer zou zich i. c. grooter hebben getoond door te zeggen, met den Bosschen burgemeesterIk keur het voorstel in beginsel af. Ik verklaar nu reeds, eon tweede dergelyk ontwerp niet to zullen laten passeeren. Maar, ik besef dat verwerpen voor tal van «kleine luyden" misère zal berokkenen. Men had nn een maal op die twintig gulden gerekend. Er zyn door sommigen verplichtingen aangegaan. Welaan, ik wil ditmaal «tont prince" wezen, genadig, toeschietelyk. Ondor protest sta ik, Senaat, de vier ton toe royn waardig heid, myoe praorogatioven, rechten, aanspra ken, zullen daar niet onder lijden. Thans heeft de Eerste Kamer ryke stof gegeven om in woord en beeld nog eens lustig tegen haar „uit te pakken". Wat, men letto slechts opl niet zal worden verwaarloosd Klein was de houding van den premier na de eerste stemming, waarby in principe het voorstel werd verworpen. Over tien ont werpen moest gevonnist: een bloote forma liteit 1 De minister van Binnenlandsche Zaken, niet bereid tot eenige concessie (schout, de voorzitter hem een antecedent noemde) dwong den gryzen, hoogbejaarden leider des Scnaats tot de afmattende, nuttelooze taak om tion- maal de lyst der namen te noemen, onder een ongekend gemis aan ernstige orde io de vergadering. Was dit een gramstorige lust om de Kamer haar verwerpend votnm -in te peporen Ik kan het nanwelyks van den premier verondorstelleD. Maar: wat dan?... Dat de Senaat, op syn beurt, Z Exc. de door kem gekaatste bal zal retoumeereD, 't is racer dan waarschynlyk! Zulke dingen, golyk reeds gezegd. verzuren niet ganw in het senato- riale vat 1Wy moeten thans afwachten hetgeen do beide volgende weken, waarin de Eerste Kamer geregeld zal doorwerken, sollen geven. Tot nn toe merkt men van de unio mystica" bitter weinig, 't Is vreemd, en allerlei vragen ryzen onwillekeurig by u op. Wat schuilt er achter de bittere, scham pere gramstorigheid des heeren Thooft Achter die vinnige taal van den coalitie broeder tegen het •bevriend" Kabinet? Welke tysterieuse" kracht doet zich tot zelfs in de rustige zaai der Eerste Kamer met baar rotsvaste Rechtsche meerderheid, gelden? Welk tafschnwelyk misverstand?" Ook hier een hydra, op welk lichaam steeds monsterkoppen aangroeien, wanneer men er in slaagt één dier schedels te verbryselen Het beeld is misschien ook op anderen dan mr. Thooft van toepassing. Mr. Ahtokio. Uit den Omtrek. Texel, 4 Februari. Tydens harde sneenwjacht en stevige vorst, vertoonden zich gisteren groote troepen rot- gansen vlak onder de kust. De vogels waren blyhbaar sneeuwblind on hadden vetl to lyden van t noodweer. Natuurlyk waren de jagers er happig by, zoodat vele rotganzen moesten sneuvelen. De jager B. was zelfs zoo gelukkig om er 21 te dooden door één schot I Vertoonde zich Zaterdagmiddag eenig nieuw ys voor de kust, dit nam ia verbazend korten tyd zeer in breedte toe. Zaterdagavond was van den havendyk af in zee geen open water te bokenneD. Het stoomschip .De Dageraad" had dan ook een gedachte toer om buiten de haven te komen. De risscbers- vloot was zoo gelukkig tydig genoeg de haven te bereiken. Texel, 5 Februari. De beide booten van .Texels Eigen Stoom bootonderneming" zaten gistermorgen va°t in de haven alhier, zoodat do post niet op tyd overgebracht werd. Daardoor bleef een groot gedeelte van het eiland zonder poatgemeen- sohap met den vasten wal, daar de Zondag geene avond bestelling gaf. Te Oostorend is eene weduwe overleden, die niet minder dan 105 kinderen, klein- ea achterkleinkinderen nalaat. Tot onderwijzeres aan do R.-K. St. Jozef school, te Den Burg, is benoemd mej. W. de Boer, thans te Sittard. De veeuitvoer is weer aangevangen, doch is van nog weinig beteekenis. Gedarendo de maand Januari zyn in hot geheel uitgevoerd 47 schapen, 22 koeien, 8 kalveren, 12 paurden i 49 varkens. Tydens de jongste strenge dagen zyn op het terrein, waar de visschers van de C .cks- dorp met 't inzamelen van cockels een benuan gedurende den wintertijd hopen te viaden, duizenden dezer schelpdieren door de vorst gedood. Dit is voor de visschers een belang rijke schadepost omdat zy nn tamelyk ver van huis zullen moeten zoeken naar eon ander geschikt terrein. Onder de bewoners van de Cocksdorp en 't Eierland circuleert een lijst om bijdragen te bekomen ter verkrijging van een dokters woning. Reeds enkele malen werd een genees heer voor dat dorp en omstreken benoemd, doeh 't ontbreken eener doelmatige woning, noopte meestal deo benoemde om te bedanken. Op de lyst wordt reeds flink geteekend, ter wyl een der grondeigenaars zoo mild was, om kosteloos een terrein a! te staan, waarop 'tbais zal kunnen verrijzen. Burgerlijk* Stand ven Texel, van 27 Jan. tot en met 2 Febr. 1912. GEBORENHendrik Aaldrik, z.v. Jan Ruibing en Saartina Elsinga, (den Bnrg.) ONDERTROUWD: Leendert de Wit «n Dienwertje de Ridder. GETROUWD: Geene. OVERLEDEN: Gonke Backer, 67 jaar, geh. m. Tryntjo Kind, (den Burg). Dirkje de Jager, 67 jaar, geh. m. Willem Burger, (Oodeschlld).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1912 | | pagina 1