KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor Ho/dorToxot, Wiaringan on Anna PauÊowna, No. 4078. Zaterdag 9 Maart 1912. 40ste Jaargang De Zoon van den Bankier. 't Vliegend Blaadje p. 3 m. 50 ct, Ir. p. po>t 75 et, buitenland 11.25 Pre- Zondagsblad 374 t i 45 f 0.75 miën J Modeblad i i 55 i t 65 (0.90 (Voor het buitenland bij vooruitbetaling.) Adverteatiën vai 1 tol 5 regel» (bg vooruitbetaling) 30 ceat. Elke regel neer6 Bewjja-exemplaar Vignetten en groote letter* worden naar plaatiruimte berekend. Interc.- Telefoon 50. Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag. Uitgeven C. DE BOER Jr. (v. h. berkhout t Co.), Helder. Bur Eerste Blad. ■IEUWSBERICHTEK. HELDER, 8 Maart. „Geestelijke Bijstand". Deze vereeniging tot behartiging vau de geestelijke belangen der Marine in v r jj- z i n n i g e n geest hield Dinsdagavond in de zaal van «Tivoli" een openbare vergadering, voor ieder gratis toegankelijk, waarin als spreker optrad de heer Ds. H. Buiskool, voorganger der vereeniging met het onder werp ,De Vooruitgang der Beschaving en met welwillende medewerking van mej. Met selaar en den heer Neijts. Ds. Poort, president der vereeniging, heette allen hartelijk welkom op de le verg. van Geest. Bijstand in dit jaar. Al kunnen we niet in alle opzichten een juichkreet aan heffen, zoo sprak hij, ons ledental gaat toch flink vooruit, dank zjj de zeer gewaardeerde hulp van onzen vriend Schendelaar. Het is ons toch nog niet mogen gelukken ons doel in alle opzichten te bereiken, dat we ons bjj de oprichting onzer vereeniging gesteld hadden. Wel is ons subsidie in uitzicht gesteld, doch onder zulke condities, dat wij ze onmogelijk konden accepteereD. Hebben we dus geen reden tot juichen in zeker opzicht, in ander opzicht toch wel. Wat aangaat het hebben van een voorganger in onzen geest, daarin z\jn we toch in zooverre geslaagd, dat we thans in Ds. Buiskool dien zoo gewaardeerden stoon kunnen begroeten. Èn als zoodanig én als spreker van heden avond heeten wg van harte welkom aaa Ds. Buiskool. Wij stellen zeer op prijs zijne medewerking en gelooven ten volle in hem den rechten man op de rechte plaats te hebben gevonde-- Ook hartelijk welkom aan mej. Metzelaar, die ons hedenavond weer op haar schoonen zang zal vergasten en aan den heer Nejjts, die op de eerste aanvraag zoo bereidwillig ons verzoek voldeed, om dien zang te willen accompagneeren. Ik hoop, dat we een goeden en nuttigen avond mogen hebben en dat het gesprokene vau hedenavond zijn goede vruchten moge ai werpen. Thans zal eerst door mej. Metzelaar oen lied ten beste worden gegeven. Gezongen werd «Te Hnis in 't Vaderland", waarvoor zij door een luid applaus werd beloond. Nu verkrijgt de spreker het woord, die mededeelt, dat hy zjjn lezing in twee ge deelten zal uitspreken. De spreker zegt nu In overleg met het bestuur van «Gee«t. Bijstand" zal ik een lezing voor u houden over den Vooruitgang der Beschaving. Dat zal ik doen op twee voorwaarden. Men eische niet, dat ik den vooruitgang der be schaving tot in kleinigheden zal schetsen, doch alleen in groote trekken. De 2e voor waarde is dat ik den vooruitgang zal schetsen op zedelijk en verstandelijk gebied. Op deze voorwaarden zal ik het wagen, mjjn onder werp te behandelen, en hoop dat ieder naar zijn krachten zal willen medewerken aan dezen vooruitgang nog meer kracht bij te zetten. Vooruitgang! Sommigen zeggen: .praat me daar niet van". De wereld gaat niet vooruit. Zy wiyzen op de ordelijkheid van de vroegere jengdop de aanhankelijkheid der oude dienstboden. Toch blijkt even later, dat zij zelf vroeger ook niet zulke heilige boontjes waren. Een eigenschup, die van een bekrompen geest getuigt, is het, als men altijd wat te klagen heeft. AIb wjj niet blijven hangen aan kleinig heden, doch we gaan na den ontwikkelings gang in den loop der eeuwen, dan is voor zeker de draad van den vooruitgang aan te wijzen. Er is evolutie van groote beteekeDis. Zie naar de Grieken, eens het meest in- tellectueele volk geacht. Het volk dat geboren scheen om te denken dat o.a. Plato, Demosthenes heeft voortgebracht, denkers en redenaars, zooals men ze nooit eerder had gezien. Welke was in 't algemeen genomen het hoogste doel en het hoogste geluk van het leven voor de Oude Grieken Dit zouden we kunnen opmaken uit het gesprek van Solon en Croesus. Deze stelt hem de vraag, of hjj al iemand ontmoet heeft, diè de ge lukkigste ter wereld was. Ja, dat was Tellos .Waarom Tellos leefde in een tjjd, toen er welvaart in de stad was. Had goede en mooie kinderen. Hy sneuvelde in den Blag bjj Elyssus en ieder beweende hem. Dat was het grootste geluk. Welvaart, familie, en in den staat geëerd te worden. Is dat een levensbeschouwing? Ze gaat niet tot hooge dingen uit. Als mon maar door do Goden met wel vaart, met stoffelijke goederen, met aardsche dingen duB, werd begiftigd, dan had men het hoogste bereikt. Wjj zonden zoggen, dan ontbreekt er nog veel aan. Er ontbreken aan die deugden, die bljjvende waarde bezitten. De oppervlakkige dartele kinderen, ademende onder den schit terenden Griekschen hemel zjjn gelukkig en hebben zich steeds bjj de ontplooiing der ver standelijke en lichamelijke vermogens en krachten 't gelukkigst gevoeld. Doch zjj zjjn teo ondergegaan, ons Riet nalatende een diepere volkscaltnur. Het was een volk dat alles verwachtte van de stoffe lijke en aardsche goederen, maar dat de hoogcre gevoelens van zondenbesef, berouw en naastenliefde niet kende. Het behoeft ons geensiins te verwonderen, dat de Grieken later het kruis van Jezus hebben uitgemaakt voor een bespotting, daar zy het symbool van de alles opofferende liefde niet verstonden. Over de Romeinen kunnen wjj zeer kort zjjü. Wel hebben ze wetgevers, dichters en scbrjjvers geleverd, doch of ze den zedeljjken vooruitgang hebben gediend, is een vraag, die niet door ieder bevestigend zal worden beantwoord. Wie de geschiedenis van het Romoinsche volk kent, de zedenverbastering, de zinnelijk heid in alle standen, niet het minst in de hoogere, die zal niet kunnen beweren, dat de ware beschaving toen hare triumfen vierde. Godsdienst was er eigeDljjk niet meer. Het was alles om de macht en de uitbreiding van den staat te doen. Zwermen leegloopers en vleiers omringden de rjjken. Daar was intrigue, laagheid en losbandigheid. De volheid der tjjden scheen aangebroken. De monschhcid zuchtte en smachtte naar meer licht in de duisternis. Doch als de nood het hoogste is, dan is de redding nabjj, zooals een oud woord getuigt. De redding is gekomen, bet licht is doorgebroken. Het christendom was dat licht. In den beginne als een flauw schjjnsel, doch al sterker en sterker glanzende; dat velen heeft vertroost en gesterkt; waarvan ook thaDS nog milli- oenen en in de toekomst nog steeds meer deren zich zullen verlustigen. Maar gjj zult mjj verwijten, dat ik mjjn bestek vooruitloop. Dat het mjjn plicht is, deze beweringen te bewjjzen, alvorens er een loflied over aan te hellen. Er zijn er, die zelfs kwaad spreken van het christendom en beweren, dat het den vooruitgang der beschaving heeft in den weg gestaan. Hier bestaat heel wat miBverBtand. Christendom en kerk zjjn volstrekt niet hetzelfde en mogen niot met elkander ge ïdentificeerd worden. Men kan misschien met recht beweren, dat door de kerk veel is verwaarloosd, wat niet door haar ver onachtzaamd had mogen worden. Waai- sprake is van vooruitgang, zie men ook niet over het hoofd, dat men hier vaak niet bjj jaren, maar bjj eeuwen moet tellen. Zelfs door tjjden van achteruitgang kan ze worden onderbroken. Zoo werden Hervorming en Franscho Revolutie door zulke tjjden voorafgegaan. Vele verbeteringen zjjn door de christelijke levensbeschouwing tot stand gekomen, die men bjj het eerste gezicht niet aan deze cultunr zou toeschrijven. Met deze drie dingen voor oogeD, is de SeBchavende invloed van het christendom overal aan te wijzen. Hoe werd het christendom in den eersten tjjd niet gehaat, ook wjjl het zich onledig hield met de zondaren on tollenaren. Staats lieden beschouwen den nieuwen godsdienst als gevaarljjk voor den staat. Toch is de onde wereld tot dit christen dom overgegaan en is zelfs tot staats-gods- dieost verheven. Hoe is dit wonder, want een wonder ljjkt het, te verklaren De onde wereld had zich overleefd. De staat was naar het inwendige onder- mjjnd. De zeden waren verbasterdsluwheid, laagheid, gewetenloosheid vierden hoogtij; het volk was verwilderd, losbandig en lui. Geen wonder, dat velen de jjdelheid der dingen volkomen beseften. Er ontstond een smachten naar verlossing. Het hart vroeg naar bevrediging; naar verlossing uit dien poel van zedoljjke ellende. De nooit te overschatten beteekenis is nu, dat het christendom aan die behoefte heeft voldaan. Hot ging nu om de beteekenis en de welvaart van de mensclieljjke ziel. Vroeger een leeg ideaal een bevredi ging van lichamelijke behoeften, nu klonk bet woord: Bekeert U! Wat baat het don mensch, of hjj alle schatten der aarde bezit, als hjj schade ljjdt aan zjjn ziel. Een boodschap van verlossing was de prediking van het christendom. En nu mag men gelooven wat en hoe men wil, of zolfs mag men zich tot de on- geloovigen rekenen, de niet te miskennen waarde van het christendom is, dat het de menschen heeft geleerd, dat ze een ziel bezitten. De beteekenis van den mensch werd verlegd van het gebied van de stof naar het gebied van den geest en men kwam allerwege tot het besef dat in alles Gods geest aanwezig is en ook loeft, en vraagt men, wat Jezus voor de wereld is geweest, dan antwoord ik, dat juist hierin zijn geheim, zjjn groote beteekenis is gelegen. En alle eeuwen door heeft het Evangelie die boodschap gebracht. Wjj weten zeer goed, dat de kerk tallooze malen fouten begingen ook thans nog niet aan alle eischen beant woordt. Doch de kerk is een menscheljjke instelling en doet niets af aan den zegen v an het christendom. Toch moet men voorzichtig zjjn met die beteekenis niet te onderschatten. Hoe zou het er uit zien, indien de kerk er niet geweest was? In plaats van het recht van den sterkste, kwam de liefde en opoffe ringsgezindheid. Ook op het huisgezin drukte het zjjn stempel. De vrouw, hare positie en maatschappij cn gezin, werd er door verhoogd. De slavernjj werd afgeschaft; de prediking van de gelijkheid van alle menschen als kinderen van één vader heeft haar gezegende uitwerking niet gemist. Wie heeft de Zending onder de heidenen gebracht? De kerk, de kloosters, al die gods huizen, hebben veel gedaan aan de naasten liefde en christelijke liefdadigheid. Elke menschenziel hoeft waarde voor God, deze leer heeft veel invloed gehad op de verzachting der zeden en der gemoederen. Zelfs do leuzen van de Franscbe Revolutie wortelen veel meer in den bodem van bet christendom dan men wel heeft vermoed. Vele voorbeelden zjjn aan te wjjzen dat het christendom grooten invloed heeft gehad op de ontwikkeling van de menschheid. Wel waren er tjjden van verflauwing, doch in weerwil daarvan mag er gesproken worden van den vooruitgang op geestelijke en zedeljjk terrein. Hier onderbreekt spreker zjjn rede, OW oven te pauzeeren, in welke pauze door mej. Metzolaaar nogmaals een paar schoone liederen worden ten beste gegeven, die door"den heer Nejjtz op de piano worden begeleid. Vervolgens wjjst spreker op de hooge vlucht dor wetenschappen. Er bestaat een meening, dat deze ook zonder het christendom die hooge vlucht zouden hebben genomen. De kunst heeft echter haar hoogste schepping aan de wjjding en de motieven van het christendom ontleend. Ook de letterkunde en de wijsbegeerte heb ben hierin een onuitputtelijke bron van wjjsheid gevonden en de grootste wjjsgeeren, Spinoza, Lessing, Spencer, e.a., zijn evenzoo vele voor beelden van mannen die oplossing hebben trachten te vinden van de vele raadselen des leveris in de leer van Jezus. Met de technische wetenschappen is het natuurlyk anders gesteld. Doch of die zelf standige wetenschappen niets te maken hebben met de heerschende opvattingen der tjjden, waarin zjj tot ontwikkeling kwamen staat Dog te bezien. Onze geneeskunde b.v. maakt een zeer dankbaar gebruik van de vei heven taak die tal van liefdezusters, door echt christelyken zin gedreven, zich hebben opgelegd. Geneesheeren van gezonde levensopvatting, zjj hebben zeer goede uitkomsten te danken aan deze meer verheven inzichten. Het leven werd veelzjjdiger, beter om te leven. De gevaren van het reizen werden minder, het reizen zelf geriefelijker. De boek drukkunst kon haar gezegendo taak om de ontwikkeling en den vooruitgang to verbreiden, beginnen. Een schat van lectuur werd de menschheid aangeboden en de bjjbel werd in meer dan 500 talen en dialecten vertaald. Wat wordt er niet alles gedaan met een toe wijding, een dienende liefde en een zelfop offering. Denkende aan de pest, de cholera en zoovele andere ziekten, die de menschheid teisterden, dan erkennen wjj, dat er veel ver betering valt te constateeren. Tot zoover heb ik een loflied op den voor uitgang op zedeljjk en verstandelijk gebied aangeheven, maar biermede niet gezegd, dat alles thanB al is zooals men het wenscht. De vooruitgang op zoo velerlei gebied heeft ook tot dwaasheid, tot zelfverhelling geleid. Groot is het aantal, die trotsch verklaren, dat de gods dienst best kan gemist worden. Dankbaar is dit niet. Zjj wjjzen op de reusachtige vor deringen en ineeneB, dut eenmaal een op lossing zal gegeven worden op elke vraag, dio de peinzende ziel zich stelt. Zjj wanen in hun verblindheid, dat eenmaal de godsdienst het zal moeten afleggen. Dat deze opvatting menigeen tot dwaze zelfverheffing verleidt, is maar al te waar. Doch de teekenen der tjjden wjjzen er op, dat de wetenschap zich met de theologie, met den godsdienst zal weten te verzoenen en te verstaan. Na nog gewezen te hebben op hot vele nog onvolmaakte en onvolkomene in de maatschappij,en eenieder opgewekt te hebben, de hand aan den ploeg te slaan, eindigt spreker zyn belangwekkende rede. Ds. Poort zei hem hartelyk dank, benevens mej. Metzelaar en den heer Nejjtz en ver volgens den heeren Schendelaar en Schoon hoven, die veel hadden bijgedragen tot het welslagen van deze mouie vergadering. Met een opwekking do Vereeniging, waar mogelyk, te steunen, sloot spreker de bijeenkomst. Onze marine en het nieuwe pantserschip. De afdeeling Amsterdam van den Bond van Vrjje Liberalen heeft, in verband met de actueele marine-quaestie, een vergadering belegd op Donderdag 14 dezer. De heer J. van der Eist, oud-officier der marine en schrjjver over marine aangelegen heden, zal het woord voeren over onze marine en het nienwe pa'ssterscbip. Nieuwe pantserschepen en het drijvend dok te Soerabaja. Men vroeg ons, in verband met de mogelijk heid dut tot den aanbouw van grootere pant serschepen zon worden besloten dan dat van 7600 ton, door den Minister van Marine voorgesteld, in hoeverre daarvoor in Indië dokgelegenheid zou bestaan. Het te bouwen drjjvende dok te Soerabaja, waarvoor by de Indische begrooting voor 1911 voor het eerst een bedrag word aangevraagd, maakte bjj de behandeling van die begrooting in de Staten-Generaal een onderwerp van bespreking uit. In antwoord op desbetreffende vragen, zeide de Minister De Waal Malefijt ia de vergadering der Eerste Kamer van 30 December 1910, dat wat de grootte van het te bon wen dok aangaat hetaanvankeljjk scheen dat 12,000 ton voldoende was. ,De opgaven door mjj aan de Tweede Kamer gedaan, steunen op dat cjjfcr. Nu is het waar, dat in Indië de gedachte geoperd is of het niet beter zou wezen om een dok van 19,500 ton lichlvermogen te nemeo, een denkbeeld dat niet bepaald een voorstel van de Indische regeering is, maar meer de gedachte van een van de autoriteiten" (bljjkbaar de Indische marine). De Minister voegde hieraan toe dat een commissie zon worden benoemd waarin ook een tweetal marine-autoriteiten zitting zouden hebben en aan die commissie zou de vraag worden voorgelegd om zoo spoedig mogeljjk de Regeering voor te lichten omtrent het type van het dok on de grootte. Deze commissie is sedert benoemd en heeft advies uitgebracht, hcrwelk ter kennisgeving aan de Kamer is gezonden, maar niet open baar gemaakt. Wjj vernemen dat dit advieB luidde tot aanbouw van een dok van 140 Meter lengte en van een lichlvermogen van 14,000 ton en dat overeenkomstig dit advies is besloten. Voor oorlogsschepen beneden 14,000 ton zal dus voortaan te Soorabaja dokgelegenheid zjjn. Hot dok zal door een particuliere maat schappij geëxploiteerd worden. (»N.Cl."> Een rumoerige vergadering. Voor de afdeeling Hoorn van „Patrimo nium" trad Maandagavond de heer Klooster man op met het onderwerp «De leugen der sociaal-democratie". De heeren Hermans (S. D. A. P.) en Horst (anarchist) traden in debat. De vergadering, door meer dan 900 per sonen bezocht, was rumoerig en moest ten slotte op last der politie gesloten worden. Voor 't eerst in Hoorn 1 zegt onze be richtgever. (Hbl.) Taxatie-questie. Een hypotheekbank had voor eenige jaren haar Haarlemschen taxateur opgedragen een huis in de groote Houtstraat te Haarlem te schatten. De taxateur schatte de waarde op f 25,000 en de bank gaf f 16.000. De debiteur failleerde en bjj verkoop bracht het perceel f 10.900 op. De rechtbank te Haarlem heeft nu den taxateur veroordeeld tot betaliDg van het verschil aan de bank. (»N. R. Ct.") Sabotage. De ,Tel" maakt melding van een geraffi neerd geval van sabotage. Voor een hoekhuis aan de Johannes Vermeerstraat te Amsterdam, dat gebouwd wordt door don bouwkundige, den heer Koolhaas, was loodgietersarbeid verrient door personeel van den patroon Deibois. Zoo had men de goten reeds aan gebracht. Dinsdagmiddag ontdekte een der loodgieters, dat in de dakgoten salmiak was gegooid, ten einde het zink te verteren. De politie is met een en ander in kennis gesteld. Het Panopticum te Amsterdam. Sinds eeuigen tjjd werden door de N.V. het Nederlandsoh Panopticum plannen over wogen om haar concertzaal in de Amstelstraat anders dan tot dnsver te exploiteeren. Welk plan uitgevoerd zal worden staat nog niet vast. Er wordt o.m. overwogen een gedeelte van de benedenzaal tot bioscooptheater in te richten. Reeds is besloten tot het aangaan van een geldleeniog van f 100,000 om de concertzaal te verbouwen ten einde een andere wjjze van exploitatie mogelyk te maken. Inbraak. Omtrent de inbraak bjj dr. Bronsveld, te Utrecht, meldt de ,Tel.": Omstreeks drie uur bemerkte mevr. B., wakker wordende, een man in de slaapkamer, die met een lichtje bezig was aan oen kast. Toen zjj hem aanriep, vluchtte hjj naar boven en ontkwam zoodoende door een zolder raam. Sporen wezen er op, dat de inbreker van boven was binnen gekomen, hetgeen later juist bleek te zjjn. Reeds meermalen had men opgemerkt, dat het zolderraam open was, terwyl men zeker wist het gesloten te hebben. Vermoedoljjk waren dit dus vooroefeningen. In de woning der gearrestoerden is ook een portemonnaie gevonden, waarin veel bank papier, doch waarvan men de herkomst nog niet weet. Een der verdachten is losgolaten, terwyl de tweede, die reeds gepoogd heeft, om zich uit de voelen te maken, in arrest wordt ge houden. Ze moeten echter nog niet bekend hebben. In dan storm. Volgens bjj de HollandAmerika-Ljjn ontvangen draadloos bericht, zjjn Maandag aan boord van bet op reis naar New-York zjjnde stoomschip «Rotterdam' bjj zwaar stormweer door een overkomende stortzee gekwetst de machinist Van Heest, de boots man Wouters, de loodgieter Disser en de matroos Ter Woort. De machinist Van Heest is aan de gevolgen overleden. De toestand van den bootsman Wonters is ernstig, die der beide anderen bevredigend. DE SCHATKAMER DER ARMEN. (Door Levt Dlawnurq.) In een eenzame, verlaten straat van een stad in het noorden des lands, stond een groot honten gebouw en daarin was een schat kamer verborgen. Het front van de honten loods deed zulks echter allerminst vermoeden, want dit was zeer sober en stak zelfs armoe dig af, by de kleine, nederige visschera- woningon, waartusschon ze gelegen was. Aarzelend trad ik op dit sober paleis der armen too en opende de deur, welke op hare roestige hengsels knerste. Ik bevond mjj in een groote rnimte en staarde verbaasd om mjj heen. «Wol mjjnheer", vriendelykte plots een stem in mjjne nabyheid, «wel, komt u hier de boel e«DB bekjjken, non hoor, dat kan ge beuren". Ik keek op en bovond mjj tegenover een bejaard persoon, die bjj nadere kennismaking de schatbewaarder der inrichting bleek te zjjn. «Er is hier heel wat hoor", voer hjj voort, zelfgenoegzaam lachend en in een hoek van het gebouw wjjzend, zeide hjj,daar ligt me bijvoorbeeld voor een aardige cent papier mjjnheer, al wouën ze driehonderd gulden geven, dan kregen ze 't nog niet". En werkelijk, het was een hnizonhooge stapel van vele, vele meters boog en breed. «En de personen, die hier werken, zjjn allen werkeloozen en aangesteld door het bestuur van «Hoop der Armen»", vervolgde de mede deelzame, vriendelijke oude heer. «Alles wat hier ligt wordt netjes gesorteerd, kleur bjj kleur, soort bjj soort." Het was een typisch gezicht, daar zag jo ze liggen, broederlijk naast en op en by el kaar, allerlei kranten van diverse politieke richting, kranten, die elkaar bjj hun lov n (figuurlijk natuurlyk) in de haren hadden gezeten, die elkaar afgetnigd en gepoogd hadden elkaar te verdringen, zjj waren nu alle vredig te zaam, verbeidend bun doodsuur in de fabriek, om van daar als phenix uil de asch verrezen, als onbeschreven papier zich opnienw in den strjjd om het bestaan te werpen. Tont comme chez nous, geheel als bjj de menschen, dacht ik, die zeggen ook alleen ▼an de dooden niets dan goeds, laten ook deze alleen met rust. «Wjj hebben nog meer hier, meneer", zeide de schatbewaarder, »u moet eens hier kjjken" en hjj bracht mjj naar den anderen kant van het gebouw. Daar zag ik de vreemdste zaken: flesschen, oud roost, een vogelkooi, kachels, krullen, sigarenkistjes, groote pakken «Vlie gende Blaadjes", onde papieren boorden, touw, •en onde parapluie en standaard, kortom te veel om op te noemen. «Dit brengt allemaal geld op, meneer", zeide mjjn metgezel, «genoeg om de ellondo in menig gezin te verzachten, maar na hebt u het voornaamste hier nog niet gesion", vervolgde hjj plots en een houten denrtje openende, doed hjj mjj een kantoortje binnen treden: «zelf behangen «n beschot hoor", reide hjj, trotsch zjjn maaksel bekjjker.de, kjjk eens, en gaat n nou hier zitten, het is de mooiste stoel die wjj gekregen hebben", en na zorgvuldig de stofjes, die op hot roode trjjp waren bljjven zitten, weggeblazen te hebben, noodigde hjj mjj met gracieus hand gebaar tot dezen zetel. «Na zal ik u onze schatkamer toonen", en een gonje gordjjn op zjjde schuivend, keek ik in een groot vertrek. Wat daar niet hing! Het zon een eldorado voor 8herIock Holmes geweest zyn, hier zon hjj zich in alle per sonen hebben kunnen vermommen. Daar hin gen jassen, vesten en broeken, kousen en schoenen, rokjes en rokken, een mooie mouse- line blouse naast een werkjak, een fijne sjeans keperbroek naast een ruwe werkmanspantalon. «Kjjkt u eens mjjnheer, dit is de kroon op het werk van «Hoop der Armen". Al deze kleedingstukken krjjgen wy van de plaats- genooten en wanneer er nu behoeftige men schen iets noodig hebben, dan komen ze bjj mjj mot een briefje van het bestuur en och meneer, dan ben ik in mjjn element, dan moet je eens kjjken hoe dankbaar ze je zjjn. Kjjk eens mjjnheer, vanmorgen kwam er één met dezen brief van een bestuurslid van onze vereeniging." (Toen ik dezenbrief had gelezen, wakkere voormannen van Hoop der Armen", heb ik, alhoewel armenverzorging lapwerk is, respect gekregen voor de edele gevoelens die u bewegen voor het heil nwer mede- menschen te arbeiden. Het was ditmaal geen officieel koud briefje: Gelieve af te geven dit of dat kleedingstuk, doch het was de warmo taal van een menschenvriend.) «Zonder briefje kan ik natnurljjk niet afgeven, want dan zou er misbruik vau worden gemaakt, nu dan, het was een vrouw mot allemaal kleine kin dertjes en zonder verdienste." «Hier moeder, zeide ik", vertelde mjjn ge leider, «hier, deze jnrkjes knn jo voor de meisjes gebruiken. O, wou je die broek voor je jongen hebben? Nou, dat kan hoor! Wacbt, ik zal d'r is kjjken! Warempel, daar heb ik ook nog een jassie voor 'm met een pet. Nou, maar of ik dat heb, hoor, zeide ik, toen ze me vroeg om een babyjnrkje, en wat oen mooitjel Pak het maar gerust meo, hoor! Mensch, zei ik tegen haar, het is beter dat je kleine het draagt, dan dat het hier voor niks bljjft hangen." Ik heb den ouden heer De Boer, den schatbewaarder van «Hoop der Armon", tevens den concurreerendsten manufacturier van den Helder, omdat hjj alles voor inkoop, dus voor niets, verkoopt, vriendoljjk bedankt voor zjjn welwillende inlichtingen. ,Hoop der Armen" doet een reuzenwerk op filantropisch gebied. Met geld en goed, moreel en financieel moet Helder's Burgerjj hun edel streven steunen tot heil der ljjdende menschheid. FEUILLETON. 18) En hjj had woord gehouden. Nu zat zjj, door zjjne gekuld, by een kachel zonder vuur verlaten door echtgenoot en vader. En do betrekking, die zjj vervulde in een derde-rangs schouwburg, verschatte haar de eenige verdienste, waarvan zjj met haar jongen leven moest! En Jan, was de eenige troost, die zij op aarde bezat. Zou er dau nooit redding komen Waarom stond God het toe, dat hnn laatste vriend nu ook geruïneerd werd, evenals vroeger Willem Hardenberg Kon Robert ook hierin de schuldige zjjn Had hjj een bjjzondere bedoeling VIJFTIENDE HOOFDSTUK. Wat scheelt er aan, Robert? Je ziot doodsbleek. Is er slecht nienws Paulina van Bronseveld sprak op haastigeu, gejaagden toon deze woorden uit. Zjj was in rijkostuum, gereed om met haar broer te gaan rjjden, toen zjj hem lesendo in de geopende deur vond staan. Verschrikt vouwde bjj den brief, dien de oude Sanders hem zoosven had gebracht, dicht ea stak dien haastig in den binnenzak van zjja jas. (O, ben je daar reeds! Dc paarden wach ten en het weer is als geknipt voor een morgenritje. Je ziet er kosteljjk uit. We gaan samen Gerda heeft geen zin, zegt zjj." Paulina keek hem angstig aan. Zjjne luchtige manier van spreken beviel haar niet. Hjj scheen met opzet luchtig te spreken, maar het ging hem niet goed af. Ook zjjn glimlach was gedwongen; zjjne ongewone bleekheid trof haar evenzeer. ,Geen Biecht nieuws herhaalde zjj, hem onderzoekend aanziende. «Nu drong zjj aan op antwoord. Hjj lachte eenigszins ongeduldig. «Bedoel je in dezen brief O, neen! Het was een zakenbrief, iets heel gewoons, hjj zou je geen belang inboezemen." Maar Paulina wist even goed als hjj zelf, dat hjj loog. Waut de brief bevatte voor hem een onheilspellende mededeeling «Mjjne oogen zjjn geopend. Ik zal met u afrekenen. Ik doorzie thans alles. Willem Hardenberg." Onvoldaan keerde zjj zich van hem af. Zwjjgend steeg zjj to paard en reed oen tjjdlang naast hem voort en deed geen moeite om mot hem een gesprek te beginnen. «Robert", zeide ze plotseling, toen de rjjknecht ver genoeg achter was en zjj ongestoord konden praten. «Robert, ik moet je eens spreken over Evert Hartman." «Wat is er met hem?" vroeg hjj op luste- loozen toon. «Waarom moet je over hem spreken Ik zou gedacht hebben, dat eene van Bronseveld betere dingen te doen had, dan over oplichters te spreken." Een donkere bloe bedekte haar gelaat. (Evert Hartman is geen oplichter", zeide zjj verontwaardigd, «en dat weet jjj beter nog dan iemand anders. Als ik eens in je hart kon lezen Wat bedoelde zjj Koesterde zjj arg waan Hjj keek haar scherp aan. Noem jjj menschen, die geld van hun patroons stolen en de boeken vervalschen, dan geen oplichters vroeg hjj met bijten den spot. Ik weiger beslist aan zjjne schuld te gelooven", zeide zjj. tJe bent een lastig mensch on moeieljjk te overtuigen", sprak hjj weer spottond. (Niemand dan Evert Hartman zelf kan mjj overtuigen", zeide zjj. «En wanBcer hjj toch ten laatste bekennen zou, dat hy schul dig was, zou ik het nog niet gelooven en donken, dat hij als een zondenbok de schuld van «en ander op zich heeft genomen om iemand of misschien meer dan één persoon te redden. Maar daarover wilde ik Diet met je spreken. Ik wilde jo vragen, of je weet of vermoeden kunt, wie de ongelukkige geschiedenis door heel Amsterdam verspreid heeft, niettegenstaande wjj allen ons best doen, de zaak in den doofpot te stoppen. Het begint rnjj boe langer hoe meer duidelijk te worden, dat er een onzichtbare hand tegen hem werkt, die haar uiterste best doet, het hem onmogelijk te maken, zich weer eene positie te veroveren in de wereld. Natuurlyk zul je mjj nu ten antwoord geven, dat het kantoorpersoneel argwaan moet hebben ge kregen, maar daarmode ben ik niet tevreden. Hoe kon de firma Wilson zoo geheel op dc hoogte zyn en werd er reeds den dag na zjjn indiensttreding een reden gezocht om hem weer te ontslaan Men wjjst hem letter- lyk met den vinger na op de Beurs." (Is het waar?" vroeg Robert. «Wel mjj dunkt, hjj rno -t het voorzien hebben. Wjj ik spreek van de lirma Van Bronseveld Schoonegevel hebben hem genoeg genade betoond door de zaak niet in handen van het gerecht te geven. Wanneer wjj hem hadden laten vervolgen, zou hjj zeker ver oordeeld geworden zyn on minstens zeven jaar gekregen hebben, stellig nog meer. En dan «ou hjj voor goed geschandvlekt geweest zyn. Wjj hebben veel meer gedaan, dan andoren in ons geval zouden doen. Het zou te veel van onze goedheid gevergd zjjn, zoo hjj nog gerekend had op een ondersteuning, een getuigschrift of iets van dien aard. Je begrjjpt wel, dut we aan het eind van onze barmhartigheid zjjn! In Vaders hart nam hjj een groote plaats ia! Vader behandelde hem geheel en al als een zoon. Nooit wilde hjj zjjne fouten zien: hy vergoelijkte alles, alles van hem." Ik geloof niet", bracht Paulina in het midden, «dat er iets te vergoelijken viel. Zjjn gedrag was altjjd onberispelijk. Dat Vader hem als een zoon behandelde, wel, hjj ver diende het. Hjj was zeker die liefde waardig." Robert lachte haar uit en zjjn lach klonk haar onaangenaam in de ooren. Zjj haalde de schouders op en zweeg verder, maar zjj dacht des te meer. Evert Hartman word gedurende den ver deren rit niet meer genoemdRoberts denken werd gehoel in beslag genomen door den inhoud van den schrikaanjagenden brief, die zich in zjjn zak bevond. Willem Hardenberg! Was hot werkeljjk waar Kon hjj teruggekeerd zjjn en ontdekt hebben, wie hem had beklad en bestolen Kwam Willem Hardenberg nu terug om hem in den kuil te werpen, dien hjj voor anderen gegraven had Wist Willem Hardenberg ook, dat de geschiedenis van zjjne vrouw eene lage, gemeene lougen was, en dat Robert van Bronseveid de man waa, die haar ondergang bewerkt had? Nadat Robert thuis gekomen was, bloef hjj nog een tjjd op zjjne kamer, in gedachten verzonken. Na lang beraad zocht hjj zjjne vrouw op, en deelde haar mede, dat hy voor zaken" naar Amsterdam moest. Zoodra hy in de hoofdstad aangekomen was, richtte hjj zjjne schreden naar een particulier detective-agentschap, waarmede hjj wel eens meer te doen had, en kreeg de gewenschte inlichtingen omtrent het doen en laten van mevrouw Hardenberg. Hjj vernam, dat zjj die woek in Den Haag zon optreden. In een rijtuig liet hjj zich daarop onmiddel lijk naar het station brengen. De avond begon reeds te vallen, toen Robert van Bronseveld in con rijtuig een lange straat in het noordelijk deel van Den Haag doorreed, en stilhield voor een huis, nummer tweehonderd en zooveel, waar hjj aanschelde en vroeg, of mevronw Harden berg nog thuis was. De hospita antwoordde bevestigend en zonder eerst de moeite te nemen den naam ▼an den bezoeker te vragen en hem aan te dienen, verzocht zjj hem boven te komen en duwde hem een deur binnen, waar mevrouw Hardenberg in het midden van het vertrek bjj een geopenden koffer op de knieën ge hurkt zat, bezig kinderkleedingstukken in te pakken. Naast haar op den grond zat eea kleine jongen, de eigenaar van de kleedingstukken en sloeg vol innige liefde de bewegingen van zjjne moeder gade, terwyl hjj nu en dan diep treurig zjjn hoofdje tegen haar schouder legde. Bjj het binnentreden van den vreemdeling sprong Jan verschrikt op en ook zjjne moeder uitte een kreet van schrik, toen zjj den bezoeker herkende. «Mjjnheer van Bronseveld! Robert van Bronseveld", zeide zjj met onmiskenharo verachting in haar toon. Fier stond zjj op en mat hem met de oogen. ,Wat doet u hier? Hoe hebt u hier dur ven komen Wilt ge genieten van mjjne ellende Zjjt gjj daarom hier gekomen Hebt gjj n daarom de moeite gegeven mjj op te sporen „Integendeel, ik verzeker u, mevrouw Hardonberg, dat vriendschappelijke bedooliu- ?en mjj gedwongen hebben hierheen te komen, k voelde, dat u in nood soudt zjjn, en ik ben gekomen om u mjjne hulp aan te bieden. U weet, dat ik altjjd or mjjn eer in stelde, uw vriend te zjju." Hjj glimlachte een glimlach, die haar deed huiveren en haar herinnerde aan do beleedigingen van vroeger dagen. «Mjjn vriend?" herhaalde zjj bitter. «Wat weet gjj van vriendschap af Maar het is goed, dat ik het n nog eens zeg, dat ik liever zou sterven, en mjjn kind met mjj, dan maar de geringste hulp van u aan te nemen." De jonge man glimlachte medelijdend. »U schjjnt wat opgewonden te zjjn, me vrouw Hardenberg; daarom zal ik n uwe steTke uitdrukkingen maar niet kwaljjk neme (Wordt ver*-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1912 | | pagina 1