KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor HelderTexel, Wlerlngen en Anne Peulownem Ho 4079 Woensdag 13 Maart 1912. 40ste Jaargang. 't Vliegend Blaadje p. 3 m.50 ct., fr. p. post 75 ot., buitenland f 1.25 Pre- Zondagsblad 37$ 45 (0.75 miéii Modeblad i 55 i i 65 (0.90 (Voor het buitenland bij vooruitbetaling.) Ad verten tiën van 1 tot 5 regel» (bij vooruitbetaling) 30 cent. Elke regel meer6 Bewijs-exemplaar 2$ i Vignetten en groote letten worden naar plaatsruimte berekend. terc.- foon 50. Verschijnt Uinadag- en Vrijdagmiddag. Uitgever i C. DE BOER Jr. (v./h. BERKHOUT 4 Co.), Helder. Barea ■at. Eepste Blad. RIEUWSBERICHTEM. HELDER, 12 Maart. „Groen van Prinsterer". Vrijdagavond trad in openbare vergadering, uitgeschreven door de Anti-Rev. Kiesver. van bovengenoemden naam de heor Storm, Hoofd der Byz. Christel. School op in het bovenzaaltje van sirene", Hoogstraat. Het onderwerp luidde: #De Politieke Toestand". Hot zaaltje was geheel bezet. De heer Adriaanse heette do aanwezigen welkom en noemde het oen aangename taak, deze vergadering te mogen openen. Met een enkel woord wenschte hy de aanleiding en het doel van deze vergadering uit een te zetten. Alvorens daartoe over te gaan, wenschte hy Gods zegen af te smeeken voor het welslagen van deze byeenkomst. Gelijk in tal van vergaderingen, waarin de wenschelykheid wordt uitgesproken, den poli- tieken toestand eens te hooreu uiteenzetten, zoo ook by ons. Ook by ons gingen Btemmen op, dat wy een openb. vergadering zouden beleggen om den polit. toestand van het oogenblik eens te doen uiteenzetten. Het is ons niet te doen, om stryd te verwekken, of de onderlinge verhoudingen te verscherpen, dooh juist om den afstand niet te vergrooten, die dikwyls door verkeerde inlichtingen eo tegen elkaar opzettery grooter proportiën aanneemt, dan noodig is. Door Mr. Troelstra is nog pas beweerd, dat de Anti-Revolutionairen als het ware het brevet van huichelary bezittenin tegen stelling daarmee wenschen wy te toonon, dat wy niet schromen met onze beginselen naar voren te komen, om ook met de tegen standers van gedachten te wisselen. In de hoop, dat we in dezen geest hedenavond byeen mogen «fin, open ik hiermee de ver gadering en geef den heer Storm het woord. Deze begint aldus: Een openbare vergadering, uitgeschreven met het doel om gedachtewisseling uit te lokken, zulk een vergadering roept den stryd- lust wakker en prikkelt. ik vond ze altijd zeer belangryk. Vooral als de voormannen, de vooraanstaanden uit de verschillende partyen in het strydperk treden. Dan zag meu de stryd dor geesten op z'n mooist. Helaas, zyn er ook velen, dia het doen om den broode. De handige debater, die het verstaat, de publieke opinie te winDen, verovert er al gauw een goede betrekking mee. Dat onze rechtsohe party niet veel vergaderingen uitschrijft, met name niet zulke, waarop de tegenstanders worden uitgenoodigd tot debat, dat ligt aan verschillende oorzaken. Men wiut er gawoonlyk weinig mee voor do eigen party en or de beginselen, die ons lief zyn. Vaak loopt het uit op gescheld en getier. Onze party is meer voor stil leven, in de kerk, in de school, in het huisgezin, meer in intiemen kring werken wy. In de school hebben we beslist een prach tig instituut; 3607 byzond. zyn in ons land, onderwijzende 163.000 leerlingen in beslist christ. geest, waarvoor in 1910 16 ton uit de particuliere kassen werd opgebracht. Daarin zoekt onze party haar sterkte. Troelstra zei het terecht, dezer dagen, de christ. bijzondere school is niet tegen te houden. Thans zyn er weer 22 nieuwe in aanbouw. Onze party houdt niet van open bare vergaderingen, ook al niet omdat men elkaar zoo weinig verstaat. De partyen wor den tegen elkaar opgezet. Leest men een blad, een brochure van Reohts, dan is het niet ongewoon van de tegenpartij gezegd te zien: .De misleiding van het volk bereikt in deze haar hoogte punt''. In het ,/Volk", of in de .Vonk", spre kende over de gecoaliseerde partyen, worden deze gesignaleerd als een troep, die in haar vergaderingen er maar op los lasteren en huiohelen en geen gelegenheid tol tegen spraak bieden. In huiselijken kring worden de geesten en gemoederen eveneens tegen elkaar opgezet; geen wonder dat de ver wijdering en verbittering wederzydsch steeds groeiende is. Men gelooft elkaar niet meermen trekt elkanders eerlijkheid in twyfel. Waar nu onze kiesvereeniging dit betreurt deed zy het expres, deze openb. vergadering als een proefneming, om te zien, of men elkander zou kunnen loeren waardeeren. Juist omdat hier politiek anders leeft, daarom dacht het ons goed, onze beginselen te over elkaar te stellen, om te komen zuiverder party formatie, zoo mogelyk. En zy schroomde dat niet te doen, wyl zy niet vreest, om met haar program van actie voor den dag te komen. 't Wekt myn jaloerschheid, als ik de tegen- partyen en wel voornamelijk de socialisten, zoo ijverig aan 't werk zie. 't Heeft er den sohjjn van, alsof daarentegen onze mannen dikwijls by de pakken neerzitten. Nu is het ontegenzeggelijk, de S. D. A. P. is een jonge, forsche, levenslustige, strijdbare party, terwyl het sohynt, alsof onze rechtsche partyen moenen, dat alles van zelf terecht zal komen. De S. D. A. P. gaat er op uit, belegt ver gaderingen, colporteert met hqar pers en wy ■ien het, met succes. Alsof Christus ons geen bevel had nagelaten. Onze mannen behoeven zich niet te schamen, behoeven geen Socialisten uit den weg te gaan by de botsing der eersten, mits wy wisten, dat de vergaderingen een rustig, een ordelijk, een vredelievend verloop konden hebben. Doch het schynt, of onze mannen door een slang gebeten zyn. De motorische zenuwen werken niet meer. Wy zijn en bly ven Anti-Revolationnair en belyden ook op Staatkundig terrein God al machtig. Om nu onze wensohen en beginselon op Staatkundig gebied te knnnen doen inwer ken op Staat en Maatschappij, d«*arom hebben wy ons gecoaliseerd met de overige rcchtsche partyen, die allen gemeen hebben de zoozeer benjjde Unica My. tica. De erkenning van Gods almacht, dryft ieder, die nog iets voelt voor God en Christus tot de coalitie en men keert zich af van die partijen, die alleen leven uit een humanistisch of erger nog nit een materialistisch beginsel. Door deze eoaiitie wordt onze actie ver sterkt; door die coalitie zyn de Chr. partyen thans 3 maal achtereen aan de regeeriog, wy hopeD, dat haar gelukken zal, zich nog wat te handhaven. Het spreekt, dat iedere partij zich WAt hebbe te matigen. Wy kunnen niet vergen, dat onze Regeering in allen deele is Anti-Revolutionair. Wy zyn en blyven Anti-Revolutionair. Wy verdedigen niet alles wat van deze Regeering komt. Wy viuden het jammer, wanneer vele schoone beginselen worden in- gebalsemd. Toch hopeu we dat de plannen van Minister Heemskerk, met hot heele sub sidiestelsel incluis, tot verwezenlijking mogen worden gebracht. We durven 1913 geruit te gemoet gaan en vreezon de uitspraak van de kiezers niet. Het is bekend dat onze Theo mot kruchtige hand de teugels van het bewind voert; dat heeft hy nog pas getoond by de Armenwet. Hij heeft gestreefd naar een betere finaritiëele verhouding tusschen Openbaar- en Chr. onderwys. Hy verkreeg nog pas een ruimere tegemoetkoming in de bouwkosten van bijz. scholen. Door dit Bouwv/etje ver krijgen wy de kolossale bate van f 400 meer. Dat schiet nog niet zoo heel veel op, doch het is een begin en de Min. heeft nog meer plannen in portefeuille. De Min. v. Justitie heeft een wet tot stand gebracht ter verheffing der openbare zedelyk- wet. Thans zullen niet alleen maar de vrouwen de lasten dragen van de lusten. Het onder zoek naar het vaderschap is thans niet meer verboden. Dat is wat anders dan onder het liberale régiem is beleefd. Onze Min. v. Waterstaat, heeft getoond een man te zjjD, die let op de stofl. belangen der onder zyn departement ressorteerende ambtenaren en die niet toegeeft aan stelsel matig gekweekte ontevredenheid en onver vulbare eischen. De Min. v. Fin., Kolkman, diende het Tarief van Invoerrechten in. Dit is precieB volgens ons program van actie. Die wet heeft al heel wat pennen en tongen in beweging gebracht. Als ik let op andere landen met bescher mende rechten, op onze kwynende industrie, als ik let op de Kamer van Kooph. te Solingen, die ook ten sterkste tegen deze wet fulmineert, als ik let op het uit zwermen van oDze arbeiders, die werk en brood vinden in Duitschland met zyn tarief- wetten, dan heb ik verbazing over de Soc. Dem. dio zich tegen deze wel met hand en tand verzetten. Dat middenstanders en ambachtslui zich tegen verklaren, vind ik vreemd. Uit tal van art. blykt het, dat het het streven is, om de industrie en nijverheid te verheffen en de weeldeartikelon te treffen. De Min. van Landb. gewezen dominéé, werkt hard. Van den zomer moeten van dezen Min. komen de verzekeringswetten. De studie van het verzekeringswezen is niet gemakkelijk on heeft de behoefte doeu ;evoelen aan een professoraat voor deze staatsbemoeiing. Dat men het in onze gelederen niet geheel eens is, is niet vreemd. Zelfs in de S. D. A. P. denkt men niet in alle doelen eens over het rzekoringswozen tusschen Vliegou eu Mr. Sannes bestaat, bly koDsgepubliceerde artikelen, groot verschil. Staatspensioen gaat in tegen sparingont bindt het gezinsleven, demoraliseert. In ons eigen kamp beschuldigt Fabius Dr. Kuyper van Staatssocialisme. De Staat moet niet worden het vadertje dat voor alles zorgt. Dan gaat het als in Rome, waar men het volk paaide met brood en spelen. Hot spyt my persoonlijk, dat de Eerste Kamer don duurte-toeslag verwierp. Tooh blykt hiernit, dat de mannen van onze partyen stemmen naar eer en geweten. Onze Min. v. Oorlog Colyn is ook een man, die zyn weetje woet en zyn daden doet. De nieuwe Militiewet legt daarvan getuigenis af. Wy moeten zorgen, dat wy onzo grenzen kannen beveiligen dat er een slot op onze deur blyft. Wy moeten zorgen, onze onzijdig heid te kunnen blyven handhaven. Al dat geschreeuw van anli-militairisme blykt gewooulyk van niet veel beteekenis. Dat blykt uit de houding van de S. D. in Italië, in den thans gevoerden oorlog. Daar stemden '193 leden voor slechts 9 tegen de Tripolis-affaire. Wanneer de natie in gevaar kwam zouden ook onze socialisten het land willen verdedigen. Een wereldoorlog is een ramp voor de menschheid, die ook deze party zeker niet gaarne over haar zag komen. Zoo hebben wy een krachtige Cür.-regeering, die precies klopt op den toestand. De uitge brachte stemmen verhouden zich als 3225. Zoodat we recht hebben op 56 zetels. Wat we minder hebben, hebben we te kort. De 4 hoofdgroepen in ons land laten zich niet onduidelijk uit in hun respectieve pro gramma's waarnit ten duidelijkste blykt, dat zy steunfin op één wortel des geloofs. Ten slotte nog een enkel woord over onze felste tegenstanders, de socialisten. Ik zeg onze felste tegenstanders. Niet omdat ik ze niet even hoog zon achten dan de overige burgers van den Staat; geen eerbied zon hebben voor hun werken, voor hun onver moeide propaganda, voor hun strijdlust en offervaardigheid. Ik heb Mr. P. J. Troelstra in Utrecht zien kolporteeren met de »Baan- breker", zoo maakten zy, trots allen tegenstand, hun party groot. Maar het is tegen hun stelsel, hun idee van de oplossing der sociale vraagstukken. Ik spreek nu niet over de theologische, doch over de materialistische zyde van hun streven. Zy maken het zich wel gemakkelyk. Zy nemen de groote vragen oppervlakkig op. Denk aan hun oplossing van het kiesrecht-vraagstuk. Met één penno- streek beslissen zy wie kiezer zal zyn. Is het organisme van ons lichaam, van den Staat zoo eenvoudig, dat met één forsche streek het geheel kon omschreven worden Met de verzekeringskwestie gaat het net zoo, met het onderwijs precies eender. Staats pensioen zonder premiebetalingkosteloos voortgezet onderwys voor iedereen. Dat is wel heel mooi. Maar is het leven zoo een voudig Het is juist die oppervlakkigheid, die de groote massa zoo aantrekt. Zoo ook met hun toekomst-maatschappij. Zy specu- leeren op een toekomst, waaraan velen in eigen party ook niet meer gelooven. In de 8e plaats zon ik willen noemen haar verkeerd begrip van democratie, van loonarbeiders. Het is of z^ geen oog heb- aid die ,wf- e van voor den velen intellectneelon arbeid evenmin in de maatschappij kan gemist den als de handenarbeid. Die theorie meerwaarde mist allen grond, al schynt ër oen kern van waarheid in te schuilen. Maar bovenal is het verderfelijk, dat er klassen strijd wordt gepredikt, dat burgers van één land, die niet buiten elkaar kunnen, tegen elkaar worden opgehitst. Er moet gestreefd worden naar een evenwichtstoestand, waarin èn arbeider èn kapitalist het hnn rechtmatig toekomende deel van de opbrengst van den arbeid ontvangen. Hoe deze economische ont wikkeling zal uitvallen, is «iet te zeggen, doch 't gaat hier om hoogor belangen dan de atoflelyke, 't gaat vóór of tegen den Christus. Ten slotte werd de geest van het christendom en de doorwerking daarvan, ook in het publieke leven, als het arcanum tegen de maatschappelijke nooden aangeprezen on alleen in staat om aan het voortschry- dende socialisme met vrneht het hoofd te bieden, dat in zyn wezen, volgens spreker, anti-christelyk is. Na een korte pauze wordt van de aange boden gelegenheid tot debat ruimschoots ge bruik gemaakt. Eon vyftal heeren bood zich daarvoor aan, nl. de heeren Hartendorf, Helder, C. Bakker, Van der Iiaagen en Kuyk. Deze groote animo noodzaakte den voorzitter ieder debater slechts 15 minuten toe te staan, welken tyd zy gebruikten om den inleider op verschillende punten te be strijden of Dadere inlichtingen te vragen. De heer Hartendorf was minder goed te spreken over do coalitie dan do inleider, yl de ervaring had bewezen, dat ze niet anders dan in reactionairen geest kon werk zaam zyn de heer Helder vroeg inlichtin gen over het pas aangenomen Bouwwetjo en over do verbrokkeling van het onderwys, r het subsidie-stelsel in de hand gewerkt heer Bakker vreesde een inzinking van do anti-re v. party de heer Van der Haagen wees er op, dat dr. Kujper zich niet gelyk was gebleven, wyl hy vroeger ten ernstigste gewaarschuwd had tegen coaliseering en be sprak in den breede de dreigende Tariefwet, alsmede de kwestie van het Staatspensioen, terwyl de heer Kuyk betwijfelde, of de kerk of' het christendom wel zooveel goeds over do wereld had gebracht, getuige Rusland, een by uitstek christelijk land. De inleider beantwoordde de debaters, zoo niet op alle, dan toch op vele punten uit voerig, terwyl aan het einde spreker en debaters door den voorzitter werden dank gezegd. Raiffeisenbank te Koegras. Algemeene vergadering der Raiffeisenbark te Koegras op Vrydag 8 Maart in de Blauw e Keet. De voorzitter, de heer J. Kosson, voorzitter van Raad van Toezicht, leidde de vergadering en opende haar met eenige medodeelingen omtrent 't ontstaan der inrichtingen. Na lezing der notulen brengt de secretaris verslag uit waaraan we 't volgende ontleeuen. Het ledental vermeerderde in 1911 met 29. 19 nieuwe spaarbank- en 23 nieuwe voor- schotboekjcs werden uitgegeven. Aan spaargelden werd uitgekeerd f 52275.82, ontvangen f 56986.82, 't bedrag dat de spaar ders hadden te vorderen op 31 Dec. was f 53403.85$. Aan rente voor spaargelden word uitgekeerd f 1307.16. Aan voorschotten werd uitgegeven f 40100, terugbetaald f 28801.84, zoodat 't bedrag der uitstaande voorschotten op 31 December f 68134 bedroeg. Van deze voorschotten werd oen rente ge kweekt van f 2885.37. De ontvangsten in loopeude rekening bedroegen i 47885.27$, de uitgaven f 42444.23. Op 31 Dec. was de bank t.an de Centrale schuldig f 18647.81. De rekening sluit met f 188844.\7 in ont vangsten en uitgaven. Do balans gaf aan een schuld van f 72.512.86$ een bezitting van f 72.822.27$. Alzoo een winst van f 309.41. 't Reservefonds wordt daardoor gebracht op f 770.20. De rekening, nagezien door de heeren Van der Eyk en De Beurs, wordt by monde van den rapportour v. d. Eyk in orde bevonden on stelt deze voor don kassier on t Bestuur van hnn gehouden beheer te ontheffen. Tot Bestuurslid wordt herkozen de heer J. v. d. Veer en tot plaatsvervauger M. Jim- mink. Tot lid van don R. v. T. en tot plaats vervanger worden herkozen D. Sleutel en J. Slikker Cz. Tot leden der commissie, met 't nazien der rekening van 1912 belast, worden benoemd de heeren P. de Beurs, A. Noorden en P. A. E. Thysson. De rentevoet blyft op voorstel van 't Bes.uur 8 pet. voor spaargelden, 4$ pet. voor voor schotten. Het salaris van den kassier blyft aIb 't vorige jaar. Daarop wordt door den Voorzitter met een woord van dank de vergadering gesloten. (Dagblad,1. Uitslag der voorloopige toewijzing op 7 Maart 1912 gehouden, ten overstaan van notaris J. vanderVeente Alkmaar, van de eigendommen van jhr. M. van den Brandeler, gelegen in het Koegras. 1. Huis, schuur en weiland, groot 65 A. 20 c.A. Str. de heer S.Pluimgraafff 8160. 2. Weiland, groot pl. in. 3 H.A. 19 c.A. Str. de heer C. Dito f 4442.82. 3. Weiland, groot pl. m. 3 H.A. 62 A. 11 c.A. Str. de heer C. Dito 14562.59. 4. Weiland, groot pl. m. 2 H.A. 82 A. 98 c.A. Str. de heer K. Smit f 8112.78. 5. Weiland, groot pl. m. 2 H.A. 64 A. 9 c.A. Str. de heer K. Smit f 8644.44. 6. Bouwland, groot pl. m. 2 H.A. 12 A. 66 c.A. Str. de hoer S. Pluimgraaf! f2381.80, 7. Bouwland, groot pl. m. 2 H.A. 49 A. 64 c.A. Str. de heer A. Langhorst f 2146.05, 8. Weiland, groot pl. m. 2 H.A. 27 A. 20 c.A. Str. de heer S. Pluimgraaf! f 2680.96. 9. Weiland en water, groot pl. m. 2 H.A. 65 A. 98 c.A. Str. de heor R. T. Luyckx f 3723.72. 10. Arbeiderswoning met tuingrond en water, groot pl. m. 25 A. 46 c.A. Str. de heer P. Kroon f 1155. 11. Weiland en water, groot pl. m. 2 H.A. 5 A. Str. de heer R. Th. Luyckx f2870. 12. Weiland en water, groot pl. m. 1 H.A. 17 A. 3 c.A. Str. de heer P. Kroon f 1146.90. 13. Bouwland en water, groot pl. m. 3 H.A. 68 A. 20 cJk. Str. de heer R. Th. Loyek* f 4919.59. 14. Wuiland en water, groot pl. m. 1 H.A. 31 A. 25 c.A. Str. de lieer W. Kaan f 1128.75, 15. Weiland en water, groot pl. m. 1 H.A. 87 A. 26 c.A. Str. de heer K. Smit f 2659.10. 16. Weiland en water, groot pl. m. 2 H.A. 87 A. 97 c.A. Str. de heer A. Kikkert f 2474.89. 17. Weiland, groot pl. m. 1 H.A. 3 A. Str. de heor W. Kaan f 824. 18. Weiland, groot pl. m. 1 H.A. 85 A. 43 c.A. Str. do heer S. Pluimgraafi f 2596.02. 19. Weiland, groot pl. m. 3 H.A. 8 A. 80 c.A. Str. de heor K. Slot f 4879.04, 20. Weiland, groot pl. m. 3 H.A. 14 A. 95 c.A. Str. ile heer N. Sluis f5089.20. Totaal bedrag der plaats f 59567.58. De afslag blyft bepaald op Donderdag 14 Maart 1912, 's vooriniddags 11 uur, in het «Noordhollandsch Koffiehuis", van den heer J. Vader, te Schagen. Wsstfriesche Bank. Naar wy vernemen is het dividend der Westfriesche Bank te Schagen, over 1911 vastgesteld op 20 pet. De gevluchte kantoorbediende. De 20-jarige kantoorbediende van de firma Jarraan Zonen, to Amsterdam, dio dezer dagen is verdwenen met een bedrag van f 7288, bevindt zich thans te Berlyn. Zaterdagmorgen ontving de firma uit die stad een brief van hem, waarin hy mede deelde, zich met het geld daarheon te heb- 1 ben begeveD. Hy moet in dat schryven aan de firma hebben gevraagd, of zy het geld ais aan hem geleend wilde beschouwen. Ballon-Incident. Vrijdagmiddag daalde een luohtballon te 's-Gravenhage op een land naby de Kemp straat en de Kritzingorstraat (Transvaalwyk). In het Bchuitje bevonden zich drie dames en twee heeren, vermoedelijk Belgen. Zy waren Donderdagmiddag half drie te Oudenaarde opgestegen met het doel om naar Den Haag te reizen. Bestuurder vad den ballon was de heer Liefmans. By de daling kantelde het schnitje en werd dit toen nog een eindje door den ballon voortgesleept. Daardoor had een der dames het ongeluk het reohterbeen te breken. Weldra waren verschillende perso nen ter plaatse om hulp te verleenen. De gowonde werd, na voorloopig verbonden te zyn, per auto naar het gemeenteziekenhuis vervoerd. Nader werd nog gemeld De balon stoeg, gelyk gemeld, te Oude naarde op (12 u. 30 Belg. tyd) passeerde Gent en Torneuzen en bleef verder vrywel langs de kust op Den Haag aanzweven. De ballon had een vaart van minstens 50 K.M. per uur en te kampen met al te sterken wind. Dit was dan ook een van de oorzaken, dat het anker in het natte weiland niet voldoende pakte, zoodat het ongeluk min of meor aan de landing moet worden toegeschreven. De dame, welke reeds ettelijke malen by luchtreizen een ongeluk overkwam, had zelfs eenmaal het ongeluk beide armen te breken. De oude dag. Te Oudopekela is Vrydag een 80-jarige hulpbehoevende vrouw door haar dochter in een kinderwagen naar het gemeentehuis gebracht, daar in een portaal neergezet en alleen gelaten. Het gemeentebestuur heeft de arme oude vrouw in het armhuis opge nomen. DE WEEK. 9 Maart. De heer Goeman Borgesius, nu al sinds geruimen tyd aan do parlementaire werk zaamheden door zyn gezondheidstoestand onttrokken, heeft eens betoogd, dat een •novitius", eon groentje, in den parlemen tairen kring een heele poos na zyn komst eerst aan do debatten mag deelnemen. Eerst moet hy #de kat uit den boom kijken", parlementaire lucht leeren inademen, on zoo eens uit te drukkon. Dat een zuiver-rechts lid als de heer Rutgers met dezen »adat" brak en enkele dagen na zyn installatie niet slechts het woord voerde, maar zelfs een amendement voorstelde welk amendement werd aan genomen, na onder het hooge en veilige patronaat van de Regeering te zyn gesteld het bewyst toch wel dat de tyden verande ren en wy zeiven ook In de dagen, waarvan de veteraan Bor gesius verhaalde, werd zoo'n rjong broekje" onder de hoede, bescherming, contróle van een stuk of wat seniores gesteld. Hy was zeer deferentzeer bescheiden, althans wan neer hy aan den ingang van ziju parlemen taire carrière stond Hy richtto zich naar adviezen der onderen en wyzeren. Beschouwde 't als een soort van gunst, eerbetoon, pro motie wanneer hem werd toegestaan, een ietwat-zelfstandige rol te gaan spelen mogen meepraten. Dat alleB ligt ver aohter ons. In de parlementaire zeden, golyk in zoo veel andere gebruiken, opvattingen en ge woonten, heeft oen sterke evolutie plaats gehad. En zelfs de meeat-behoudenden kan nen zich niet ontrekken aan den drang, den machtigen stroom. Zo kunnen pruttelen mopperen ten slotte worden zü genoodzaakt met de nieuwe mode", nieuwe moros, andere zeden, mee te doen Er is een tyd geweest wie der ouderen onder ons denkt er in dezen tyd des jaars niet aan 1, dat het voor Nederlandsche huiemoedors lust en leven was om in de Maartscho periode aan het boenen, wasschen, schrobben etc. te gaan. Do «groote schoon maak was iets, waaraan eene Hollandsche huisvrouw zich evenmin kon onttrekken, met goed fatsoen, als oen geloovig-katholioke aan haar Paaschplicht I Als een Jood, die nog niet de laatste banden met zyn geloofsge- nooten wil verbreken, van het eeren van den Grooton Verzoendag. Als een braaf sociaal-demooraat aan 't op z'n tyd «betoo- gen" en afgeven op de vermaledijde «bour geoisie" Als het Kamerlid Roodhnyzen aan de liefhebberij om 't woord te vragen voor ,een persoonlyk feit" Als minister Th. Heemskerk aan het voor een minister plichtmatige èn oirbare om (gelijk by het Bouwwelteke" geschiedde) al-schertsend, moppen en uien lappend, de zaak met den Franschen slag behandelend, hocus-pocus een tonnetje-of wat uit 's Rjjks kas voor de vriendjes te reserveeren Punt. Ik dwaalde al-meer van honk van myn uitgangspunt. Wordt er nog in Nederland, aan «grooten schoonmaak" gedaan? Zeker. Wy hebben stofzuigende, woeet-puffende machinerieënwitgekielde beambten van do glazonwasscheryendienstboden van allerlei soortZeker, er wordt nog .schoonge maakt". Ook op de echte, ouderweteche manier Als wanneer de heer des huizes in eigen .have" een vreemdeling was ge worden, ternauwernood geduld on dan nog alleen aas nachts. Als mevrouwtje een bont schort voor had, linnen mouwen om haar huisjapon, een doek om 't hoofd vanwege het stuiven. Als daar stoffer en ragebol, spons on emmer dagen-achtereen alles be- heorschten. Niets in de woning, zelfs niet het anders meest-onaantuatbare plekje op meneers schrijfbureau, veilig was tegen de wilde, brute, woeste invasie?... Ik geloof 't niet. Wy hebben o, ze zullen wel komen 1 ik twyfel er geen seconde aan(/chez nouB" nog geen dames-a la miss Pankhurst, die de rniten ingooien op den Nieuwen Uit lag» fifi miniBter Heemskerkden vriende- lyken portier in het ParlemeDts gebouw een blauw oog slaanbaron Schimmelpenninck, van de Eerste Kamer, ergens opwachten en don cylinder-hoed van het hoofd meppen den Raad van State, die op geen voorstel voor vrouwen-kiesrecht gunstig advies zou geven, binnendrlngon en met vice-praeses Röeil een genoegelyk bokspartytje onder nemen Zóóver zyn we, voor het oogen blik nog niet, myn vrienden. Maar onze dames, huismoeders, hebben 't toch yselyk druk, met sociaal, philantropiscb, muzikaal, literair of propagandistisch-feministisch werk. Onzo verschillende theehoizeD, vyfuurs- babbeltjes e.t.q. vergen veel van een mensch. Er zyn lezingen over zóér-ingewikkelde, abstracte onderwerpen Hoe meer .duis ter", hoe interessanter 1 dio een vrouw van onze dagen moet volgen. Dat kost enorm, o, reusachtig, onbe- grypelyk veel tyd 1Ik ken er eentje van andere soort. Een ouderwetsche! Schrikkelijk achterlijk, bekrompen met uiterst «beperk- ten gezichtskring". Dat vrouwtje heeft mooie, heldere, vrien delijke oogen. Een frisch-gezonde blos op de wangen, 't Is een aardig, pootig, frisch wy'fje. Die doet nog aan de echte, antieke «groote schoonoakery". Geen hoekje in haar huis blyft dan onbezocht. Na Acht of tien dagen kunt-ge er met plezier «vau den grond eten", zeien do menschen vroeger. Deze dame, deze zoor ouderwetsche achterlijke, gaat niet naar congreason niet naar andere bijeenkomsten, is immuuD, onaantastbaar tegen zekere vormen van feminisme. Wat niet belet dat haar huweljjk in-on echt-gelukkig is. Man en kinderen haar op de handen dragen, haar wenschen voorko men zich even gelukkig gevoelen als het ouderwetscb-achterljjke, boenende en schrob bende moedertje zelf Mysterie 1 Raadsel I Hoe dat mogelyk is Om dèt te beantwoorden dient men wellicht in de veertiger of vyftiger jaren van 800- tooveel geboren te zyn Mr. Airromo. Glaasaietik. 't Was in den tyd, dat het politiewezen althans ten plattelands nog niet zoo ge- egold was als thans. Wel was er politie, doch in den rogel was het een z.g. koddebeier, iemand uit de in gezetenen van het dorp zelf, die, wegens de age bezoldiging, dit beroep meer als by- baautje beschouwde. Overdag moest hy hard werken om den kost te verdienen, zoodat hy dos avonds niet voel lust gevoelde om de kwajongens achter de broek te zitten. Bovendien haddon de jongens toch al niet veel respect voor een dusdanigen afgezant van den Heiligen Hermandad. Hy boezemde aan de bengels evenveel in als een vogelverschrikker dat doet aan een inusch. Geen wonder dus, dat de jongens profi teerden van het slechte toezicht en hun streken naar hartelust konden botvieren. Vooral des avonds, als de opgeschoten lummels, na hun dagtaak, den avond niet beter wisten door te brengen dan op de straat, werd er menig dorpsgenoot lastig gevallen, zoodat deze, om de jongens gestraft te zien, zelf zyn rechter moest zyn. Kreeg hy een der jongens te pakken, dan liep die flink pak slaag op en daarmede was de afgedaan. Een aangifte by de politie, i den koddebeier, sou toch niets hebben uit gewerkt, omdat de dienaar der politie tegen de drukte van een onderzoek opzag en het opmaken van een proces-verbaal voor hi gelyk stond met het uitvinden van het b< kruit. Tot de geliefkoosde bezigheden dor dorps helden behoorde het „glaassietik." Wel had men nog andere nummers op het program: baldadigheid staaD, sooals ,skumer sukkelaatpotstele', enz., doch by «glaas sietik' liep men minder gevaar van een pak slaag, omdat dat werk meor op een afstand gebeurde. Weer op een avond, het was druilerig, dampig weer iu de maand November, als het buiten zoo kil en koud en guur is, en het binnenshuis by het warme kacholtje zoo aangenaam huiselijk kan zjjn, had men een slachtoffer uitgekozen om daar te gaan «glaas- sietikko.» Het sou zyn by een paar luidjes van niet meer zoo jongen leeftijd, waarvan de man een weinig doof was. Rustig zitten man en vrouw aan tafel. De koffie rentelt op het komfoortje. De kachel snort langzaam. De man leesl, en blaast uit zyn korten ^neuswarmer*, groote rookwolken, terwyl de vrouw gebogen zit over een kous, die zjj met naald en draad bewerkt. De „steortklok" gaat langzaam tik-tak», do poes ligt met gekromd lyf achtor' de kachel te slapen alles in het geheele vertrekje toont kalme behaaglijkheid. De rust wordt door niets onderbrokei-. Alleen staat af en toe de man op om dc kachel wat op te porren en uit zyn pyp wat asch te slaan in den kolenbak. Buiten gaan de belagers van die matig zittende menschen grinnekend ban gang. Een ipeld, waaraan een boenen knoopje beves tigd, wordt tusschen do stopverf van hot raam gestoken. Een draad wordt daaraan vastgebonden en op een afstand wordt er by tusschonpoozen aangetrokken. Tiktiktik', gaat het tegen do ruit, «tik- tiktik,* De vrouw kykt oven op, meent iets to hooren, doch donkt anders nnrgens aan. Het herhaalt zich tiktiktik. Weer kykt de vrouw op en denkt, dat er takjes der voor het huis staande boomen, tegen het raam vallen. De man hoort niets. Hy leeBt kalm voort, is verdiept in z'n „Elise" of „De Vergiftigde Gravin", uil de bibliotheek, blaast hy Is by treilende passage geweldige kolommen rook, om zyn opwellende ontroering te on derdrukken, en bemerkt Diet, waarom zyn vrouw zoo gedurig opkykt. Zoo de „döève" o&llien thuus weze vragen de jongens elkaar af. ,,'t Duurt testin vrèè lang, vèör ze 't de gate hewe." „Prebeer nag maar 's." Tiktiktik. De vrouw kykt weer naar het raam, laat koUB en naald even rusten en met de hand het bovengordyn opheffend, kykt zy over het ondergordijntje of er ook iets byzondors is te zien. Neen, ze ziet niets, 't Is natunrlyk ook niet mogelyk. Van binnen verlicht on buiten stikdonker onmogelijk om iets te zien. De jongens verkneukelen zich. Zy be merken aan die beweging, dat meu binnon iets gehoord heeft. ,Ze hewe 't toch höört. Toe hale nag maar 's." Tiktiktik. Ze stoot aan de tafel om haar man op merkzaam te maken. 's Mans gedachten zweven in heel andere oorden. Zyn verbeelding, opgewekt door de vlotte beschrijving in bet boek, heeft bom ;evoerd in de balzaal van een praohtig pa- eis, hel verlicht, waarin schoone vrouwen, met flonkerende diademen in don ryken haar dos, bevallig zwieren met in'rok gestoken heeren, hooggeboord en deftig gehandschoend. Zy hoort niets. Nog eens een stoot aan de tafel, nog geen beweging in don mao. Zy neemt de schaar van tafel en geeft daarmede een tik op 's mans hand. Hy schrikt op en vragend rusten zyn oogen op zyn vrouw. „Hè?" Zy wenkt met de hand, waarin nog de schaar wordt vastgehouden, naar het raam. Hy snapt Diets van die manoeuvre en haalt do sohonders op. Tiktiktik. „D'r wordt oan 'traamtiktl" roept se luid. „Zóó! Verheel je 't je niet?" Tiktiktik. Weer wyst se naar het raam. H(j gelooft haar nu, moteen Btaat hy op en op de kousen rent hy door 't portaaltje, doet de deur open i meteen gutst hem iets kouds over de voeten en hy struikelt over een voorwerp. Voort holt hy de straat op, de jongens achterna. Zyn vrouw schrikt geweldig, ze hoorde iets rinkelen, se staat op en kjjkt in het portaaltje. „Hèèremientied." Van verbazing slaat ze do handen ineen. Ze ziet, dat het portaaltje onder water staat. De klompen dry ven en een emmer ligt on dersteboven op den vloer. Wat hadden de jongens gedaan? Zy hadden een emmer water sohuin tegen de deur gezet. Zoodra dus de deur sou worden geopend, moest de emmer omvallen en het water in het portaaltje vloeien. „Die ondeugende krengen voan jonges," jammerde het vrouwtje. Gauw ging ze naar achter om een paar dweilen te halen. Half van streek nam zy het water op. Terwyl zy daarmede bezig was, kwam haar man hygend terug. „Die lamme ploerte. 'k Hew zo niet kenne krigge, maar 'k laat 't 'r niet beo zitte. Ik gaan derekt na de veldwachter." Hy trekt de klompen aan, die echter nog vol watsr zyn. Nog boozer gemaakt door die gewaarwording, kon hy een krachtigen vloek niet onderdrukken. Hy komt by den veldwachter en roept: «volle." Een dochtertje komt voor. „Is je vader thuus „Ik moet 'm even hewe!" Het meisje gaat naar binnen en zegt: "Vader, hier is „dóbve Krilles" om je te spreke." De veldwachter, vermoeid door de dagtaak, zat reeds half te dutten. In sjjn opgewondenheid spreekt KrilleB schier zichzelf voorb(j. Onsamenhangend komt het relaas van de bnurtschendery er uit. De veldwachter trekt 'n ernstig gezicht en vraagt met verheffing van stem of hy ook weet welke jongens het gedaan hebben. „Nèè, 'k hew ze wel achterna zete, maar 'k kon ze niet krigge." „Ja moan, dan is der weinig oan to doen; 'k sel na onderstaan, maar 'k denk, doat 'r weinig voan komrae zei." Met eenige verwenschingen aan het adres van de kwajongens verlaat hy onvoldaan het huis van den veldwachter. Zyn vronw is by zyn thuiskomst juist klaar met hot opredderen van den rommel en heeft reeds half vrede genomen met het geval. Hy is boos op de jongens, die hem den poets bakken; boos op zichzelf, dat hy hen niet heeft kunnen afrossen en boos op den veldwachter, dat die hem met 't kluitje in het riet gestuurd heeft. Zyne geschiedenis, syn mooie vrouwen, graven en gravinnen, ia hy door de conster natie geheol vergeten en besloten wordt, naar bed te gaan, waar h(j, al morrende, elndelfik In •la'p rglt.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1912 | | pagina 1