KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor Helder, Texel, Wlerlngen en Anne Peulowne
Zaterdag 30 Maart 1912.
NO. 4084;
40ste Jaargang.
't Vliegend Blaadje p. 3Jm. 50 ct, fr. p. post 75 ct, buitenland f 1.25
Pre- Zondagsblad s 37$ 45 s 10.75
miën) Modeblad »»»65»»»»75» f0.90
(Voor het buitenland bq vooruitbetaling.)
Advertentiën van 1 tot 5 regels (bij vooruitbetaling) 30 cent.
Elke regel meer6
Bewqs-exemplaar24 s
Vignetten en groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Interc--
Telefoon 8 O.
Verschijn
Uitgeven C. DE BOER Jr. BERKHOUT Co.), Helder.
Bur
Derde Blad.
Aan ODze Lezeressen.
De behoefte aan het bezit van een degelijk,
practisch Modeblad, hetwelk volledig voorlicht,
betredende de eischen welke de mode stelt, doet
zich thans het meest gevoelen.
„HET NIEUWE MODEBLAD",
hetwelk bij den uitgever van dit blad is verkrijgbaar
gesteld, kost slechts 65 ets. p. 3 maanden (franco
p. post 75 ets.) verschijnt '2 maal per maand, nlzoo
6 nummers in één kwartaal, en is
een Modegids bij uitnemendheid.
Het bevat afbeeldingen van de fraaiste toiletten
zoowel als van meer bescheiden costuines en eene
uitgebreide collectie voor kindergoed.'
Het is onontbeerlijk voor elke huismoeder, die
er prjjs op stelt, zich en hare kinderen smaakvol
en toch weinig kostbaar te klceden. Elke aflevering
is vergezeld van een uitvoerig patronenblad, zoodat
men in staat is een betreffend costuum of model
daarvan zelf te vervaardigen.
Het blad is van groote waarde voor jonge Dames,
wegens oen schat van afbeeldingen van handwerken.
Meerdere malen woidt eene modeafbeelding op
de voorpagina artistiek in kleuren afgedrukt.
Wij wekken onze lezeressen op, zich op dit
fraaie en goedkoope Modeblad te abonneeren.
Voor nieuwe inteekenaren is een nummer ver
krijgbaar, zoolang de voorraad strekt, aan het
Bureau van dit blad.
De Administratie van dit blad.
UIT DE TWEEDE KAMER.
Dinsdag zette de Kamer de handeling
der Vogelwet voort. Er valt weinig belang
rijks meer van te vermeldende heer
Smeenge (n.-l.) achtte hot onjuist, de bevoegd
heid tot lijstervangst te beperken tot Texel
en Gaasterland. De heer van Veen had een
amendement ingediend, tot invoeging van een
nieuw art. 44 bis, strekkende om 5 jaar na
het in werking treden der wet het strikken
vau ljjsters toetelaten in bjj algemeenen
maatregel van bestuur aan te wyzen ge
meenten en voor een tjjd by dien maatregel
aangewezen. Een sub.-amendement van den
heer Bügenholtz om te lezen .gedurende de
jaren 1912 tot en met 1916" neemt de heer
van Veen over en het amendement wordt
aangenomen.
Het wetsontwerp wordt ten slotte aange
nomen de eindstemming zal plaats hebben
op nader te bepalen dag.
Een wetsontwerp tot goedkeuring van het
op 17 Maart 1912 te Brussel ook namens
Nederland geteekecd protocol betreffende de
verlenging van de Internationale Unie, inge
steld door de suikerconventie van 5 Maart
1912, wordt z. h. 8. aangenomen.
Daarna komon in behandeling de onder-
wijzerssalarisaen, en wel moties van orde
der heeron Arts en Ter Laan.
De moties luiden
le. van den heer Arts: ,De Kamer, van
oordeel, dat het door de wet gewaarborgde
minimumsalaris van f 500 voor de onder
wijzers van bystand te laag moot worden ge
acht, gaat over tot de orde van den dag";
later aldus aangevuld:
De Kamer,
van oordeel, dat het door de wet gewaar
borgde minimum salaris van f 500 voor de
onderwijzers van bijstand te laag moet worden
geacht,
dat bovendien de toekenning van een toe
slag berekend naar het aantal der minder
jarige kinderen naast de tegemoetkoming in
de huishuur volgens art. 26, 6—8 der Lager-
onderwyawet aanbeveling verdient,
spreekt den wensch uit, dat de Regeerine
eerlang een wijziging van genoemd art. 26
in dezen geest zal ontwerpen^
gaat over tot de orde van den dag.
2e. van den heer Ter Laan//De Kamer,
van oordeel, dat het minimum, genoemd in
art. 26 der wet op lager onderwjjs le lid sub
2a zoo spoedig mogeljjk dient te worden ge
bracht op ten minste f 600, gaat over tot de
orde van den dag."
De heer Arts, zjjn motie toeliehtendo, zegt
dat door enkele sprekers van verschillende
partyen aangetoond is, dat de salarissen der
onderwijzers beslist onvoldoende zjjn te achten.
Spr. gaat de geschiedenis dezer motie na en
zegt, dat het zeer verklaarbaar is, dat de
Minister niet toeschietelijk is by een ver
hooging van salarissen van ambtenaren. Spr.
hoopt echter, dat de Minister oen Balans
verbetering niet zoo onwelgezind zal blijken
als uit »ijn woorden van vroeger zou zjjn af
te leiden. Het behoeft niet zooveel millioenen
te kosten, wanneer het aanvangssalaris van
de openbare onderwijzers werd gebracht van
f500 op f550 of f575. De verhooging hun
ner aanvangssalarissen met f50 of f75 zou
resp. slechts 1 ton of f 150000 kosten. Een
zoodanige wjjziging «ODder meer zou echter
een onvoldoende regeling wezen.
Spr. zal zjjn, in het debat vun 1907 ge
boren motie, aanvullen in dien zin dat de
wet rekening zal houden met de maatschappe
lijke omstandigheden van de botrokken per
sonen en ook rekening zal worden gehouden
met de grootte van het gezin en hoopt, dat
de Regeering en de Kamer met hem mee zal
gaan voor een toeslag voor het aantal minder
jarige kinderen, naast de tegemoetkoming
voor huishuur.
De heer Ter Laan (s.d.a.p.) licht zjjn motie
toe. Het aalariswetje-Rink was peuterwerk.
Toen de heer Arts destjjds zjjn motie Btelde,
had spr. reeds het plan een motio in te
dienen. De motie-Arts is onvoldoende. Een
verhooging van het minimum met f 50 baat
niet. De Kamer moet de minima minstens
met f 100 verhoogen. Spr. herinnert er aan
foe zich een gemengd salariscomité hooft ge-
kormd, dat heel wat anders vroeg. Spreker's
amendement koBt f 2.600.000. Spr. wjjst er
op, dat de bekende Haagsche meeting hoofd
zakelijk door bijzondere onderwijzers was
bezocht. Daaruit bljjkt hoe vooral in die
kringen de behoefte aan verhooging der
minima wordt gevoeld. Vooral door de aan
wezigheid van de R.-K. onderwjjzers had die
meeting een bijzondere beteekenis. Het orgaan
de «R.-K. School" heeft er met alle kracht
op aangedrongen dio meeting to doen slagen,
maar daarin werd tevens betoogd, dat de
R. K. afgevaardigden in de Tweede Kamer,
met uitzondering van den hoor Arts, wien
hulde werd gebracht, zoo weinig voor de R.
K. onderwijzers toonden te gevoelen.
Thans is do heer Aits bezig de zaak in
den grond te bederven. De clericale pers
heeft gotracht tusschen de onderwjjzers ver
deeldheid te zaaien. Van katholieke en anti
revolutionaire zijde tracht men buiten de
Kamer de vlam te blusschen en in het eens
gezinde kamp verdeeldheid ta brengen.
De Kamer vragu zich zakelyk afis ver
betering der salarissen nooJig of niet De
motie-Arts is het middel om voor een kleinig
heid af te komen van een zaak, waarvan
men niet afkomen kan.
Spr. komt thans met de verdediging van
zjjn eigen voorstel. Hjj wil aantoonen, dat
de kosten van zjjn motie wol te vinden zjjn.
By het Bouwwetje heeft de miuister toege
geven dat 's lands financiën de verhooging
van f 190.000 op f 525.000 door het amende
ment Van der Molen toolioten. De minister
van oorlog heoft do traktementsverhooging
.er door gedreven. Straks komen de verhoogde
officierspensioenen, die een millioen per jaar
zullen kosten. Het voorstel van den minister
om ook de traktementen van
zjjn officieren te verhoogen, de verhooging
dor gezantstraktemonten, der traktementen
van do commissarissen dor Koningin enz.,
allen menschen, die dit niet zoo noodig hebben
als de onderwjjzers.
Men zegge nietde gemeenten kunnen de
rjjksmaxima verhoogen, maar de meeste ge
meenten zien hun plicht ten deze niet in.
Zelfs groote dorpen, zelfs rjjke gemeenten
houden zich aan het Rjjksminimum van f 500.
Geld ie er. Het is alleen nu maar de vraag
of het hiervoor disponibel is. Nederland noemt
geen schitterende plaats in ton aanzien der
ondorwyzerstraktementen. In Pruisen bedraagt
dit traktoment 1120 Mark tot 3300 Mark. Iu
sommige andere Duitsche Staten is het nog
hooger. In eiken cnltuurstaat van West-
Europaisdotoestand vrjj wat beter dan by ons.
Ook in België gaat men inzien dat hot laag
houden der salarissen een verkeerde politiek
is voor do welvaart van het land. Daar gaat
men de minima bepalen op 1500—2000 francs,
de maxima op 30003500 francs. Te onzent
krjjgen de onderwjjzers p de standenscholen
beter traktementen omdat men voelt lat de
kinderen er niet komen als zjj geen goede
léssen krjjgen. Maar de moeste jonge onder
wjjzers zjjn in ons land minimum-ljjders,
vooral als zjj getrouwd zjjn. Zoo worden zjj
gedwongen allerlei bijbetrekkingen waar te
nemen. Dat deugt niet. Zoo kunnen zjj zich
niet bohoorlyk ontwikkelen, niet bljjmoedig
les geveD. De f 100 zal niet voldoende helpen,
maar die verbetering voorziet althans in een
noodstand.
De Minister van Binnenlandsche Zaken
zegt dat de heer Ter Laan te recht opmerkte
dat deze zaak zakeljjk diende te worden be
handeld cn dat de politiek buiten dit debat
moest bljjven. Hjj deed dit echter zelf niet.
Er is thans geen reden voor de Regeering
om verder te gaan dan in 1907. Toen beeft
de Kamer berust. De moties waren slechts
een verzuchting Wat de onderwjjsmeeting
aangaat, tot op fcekere hoogte heeft de minis
ter daarvoor achting, maar men overdrjjve
de beteekenis daarvan niet.
De beide moties vragen verhooging van het
minimum. Is dit noodig De minister neemt
aan, dat in vele gevallen de bestaande minima
te laag zijn, maar daaruit volgt nog geons-
zinB dat de wet gewjjzigd moet worden. Want
de salarissen kunnen gewijzigd worden1
zonder wjjziging der minima, als gevolg van
do aanneming van het amendement-Ketelaar,
waardoor om de 10 jaar de salarissen in de
gemeenteraden dienon te worden herzien mei
inachtneming van de plaatselijke gesteldheid.
De arbeider is zijn loon waard, maar daar
uit volgt nog niet, dat het Rijk een hooger
som dan thans moet betalen. De ovorhoid
kan niet de tering naar do nering zetten. Zjj
heeft noodzakelijke uitgaven te doen en hoeft
de middelen te vinden tot dekking van
nieuwe uitgaven. Loopen nu echter die
nieuwe uitgaven in do millioenen, dan moet
zjj voorzichtig zjjn. De overheid moet maat
lioudeD. De minister zet uiteen, dat hot be
drag van den heer Ter Laan veel to laag iB.
Overigens zou de verhoogiDg voor het
grootste gedeelte terecht komen in de zakken
der gemeenten en van de bjjzondere school
besturen, n.1. ten aanzien van de onderwijzers
die roods meer dan het minimum ontvangen.
De motie-Arts bevat een oud en een nieuw
gedeelte. Het oude deel was minder duideljjk
en ook onuoodig en de kosten daarvan zouden
by een verhooging van f 50 f 229,000 be
dragen. Dat kan echter onmogeljjk de op
lossing zjjn van het salaris-vraagstuk. Dan
gaat de minister als hjj zuinig moet zjjo liever
den weg op van het tweede deel der motie.
In de regeling van hot salaris moet wel
liggen het beginsel, dat men in staat moet
zjjn in zjjn stand bescheiden to leven. By
den tegenwoordigou stand der schatkist doet
men verstandig alleen verbetering aan te
brengen waar dit het meest noodig is en
eens te_ onderzoeken hoe het staat mot de
onderwjjzers met twee of meer kinderen.
Daartoe is de minister volkomen bereid.
De heer De Kantor (u.-l.) zegt, dat de
Haagsche betooging inderdaad indrukwekkend
is geweest en ook by hen die op dergeljjke
betoogingen niet gesteld zjjn, sympathie beeft
gewekt voor deze beweging. Ook spr. erkent,
dat do minima te laag zjjn, maar aanneming
der moties zou ten gevolge hebben dat ook
in de kleinste gemeenten het minimum werd
verhoogd. En is dat nu wel de juiste weg?
Woensdag kwam de heer Kotelaar aan
het woord. Spreker wil de zaak tot haar
eigenlijken omvang terng brengen. Hjj wjjst
er op, dat het aanvangsalaris van f 500 van
de onderwijzers zeer laag is. Voor een zeer
groot aantal onderwijzers is hot salaris nog
allertreurigst.
De bedoeling van do beide moties, was
om in den allereersten nood te voorzien.
Verwonderd was spreker te hooren. dat de
heer Arts alleen de laagste klasse wilde
tegemoetkomen. Daardoor zou het geheele
stelsel in de war geraken.
Ook spreker releveert de actie door de
Cbristolyke onderwjjzers gevoerd, daarbjj
aanhalend een artikel uit »De Katholieke
School".
De Minister van Binnenlandsche Zaken
(de heer Heemskerk): Ze weten niet wat eon
regeering kan doen.
De heer Ketelaar (v.-d.): Och, dat weet
I een regeering soms ook niet. iGelacb.)
Spr. gaat dan voort met te bespreken de
actie der bjjzondere onderwijzers. Op de
groote meeting in den Haag, waar spreker
aanwezig was, had de heer Oosterbaan een
groot succes.
't Is geen wonder, dat de onderwjjzers
ontevreden worden, wanneer zjj steeds niets
krjjgen, terwjjl voor leger en vloot geld
wordt uitgegeven.
De minister hooft eerst gezegd, dat do
wenschen der onderwjjzers 18 millioen zou
den kosten. Gisteren was het li1 fa millioon
en nog miudor wanneer f 100 verhoogirg
wordt gegeven. Znlk een wjjze van doen
gaat niet op, waar 't een adresbeweging over
het gebeele land geldt. Ten slotte taxeerde
de minister do kosten op rond 2 millioen
(f 1.922.( 00). Dat is dan volgens de motio-
Ter Laan. Spreker acht dit de meest ratio-
ueole voorstelling. Er is slechts een een
voudige wetswijziging voor noodig wat be
treft de minima dor aanvangstraktemeDt-.-n.
Do minister beeft nu gezegdbot geld zou
niet steeds ten goede komon aau de onder
wjjzers, maar daarnaar heeft de minister
ook niet gevraagd by het bouwweije.
De motie-Arts is totaal van karakter ver
anderd. De minister heeft het eerste deel
ervan afgewezen, maar het tweede deel
krachtig verdedigd.
Spreker wil do motie-Ter Laan, waarvan
men weet, wat 't kosten zal. Hjj zal dan
ook stellig tegen do motie-Arts stemmen.
De heer Veihejj (n.-l.) wenscht de motie-
Ter Laan te steunen, omdat er een rutio-
neele gedachte aau ten grondslag ligt. De
onderwjjzers kunnen niet wachten, totdat de
gemeenten algemeen tot verhooging over
gaan. Ook spr. stuit in de motie-Arts tegen
de borst, wat juist de minister wil aan
vaarden.
De heer Roessingh (u.-l.) constateert, even
als de heer Verhejj, dat verbetering der
salarissen dringend noodig is. Daarbjj moet
begonnen worden met do minima, wat var:
gunstigen invloed zal zjjn op de overige
salarissen. In den breedo gaat spreker na,
op welke gronden salisverbetering noodig
is, opdat met opgewektheid onderwjjs ge
geven wordt.
Ook spreker bestrjjdt hierna de motie-
Arts, waarvan hjj den kinder-toeslag een
zeer vreemd systeem noemt.
De heer R/odhnjjzen (u.-l.) zegt ten aan
zien van de motie-Arts, dat de voorsteller
deze niet dapper verdedigd heeft.
Do houding van den hoer Arts is thans
anders dan onder minister Rink.
Wat do Haagsche onderwyzers-meeting
betreft, de rede van den heer Bos was in
derdaad voortrtfioljjk, maur 't gaat niet aan,
den heer Baron zjjn optreden kwaljjk te
nemen, omdat hjj humorist is in zjjn spre
ken. Men zou zeggen, dat do Minister be
ïnvloed werd door jalouziode métier (gelach),
maar is bjjv. de heer Van Wjjnbergen er
dan ook Diet opgetreden? Rtsumeerende,
zegt spr. dat een verhooging van f 100
werkeljjk niet veel is. Hoeveel wetsontwer
pen zjjn in den laataten tyd niet gepasseerd,
zonder dat de financiën er uitvoerig by ter
sprake kwamen.
Spreker sluit zich aan by hetgeen door
de hoeren Tor Laan, Verhey en Rjessitgh
gezegd is. In de verhooging van het minimum
van f 500 tot f 600 ligt den groudslag voor
een betere onderwjju-salariooring en .where
ihere is a will, is a way". En die weg
moet gevonden worden.
Na de pauze begint de heer Oosterbaan,
(a.-r.), met te consUteeren dat do Haagsche
salarismeeting eenigermate haar doel heeft
bereikt.
Spreker meent dat de nuchtere vraag thanB
is, hoe de 3 ton, door den minister in uit
zicht gesteld, het best kunnen worden be-
Bteed. Neemt men de motie van den heer
Ter Laan, dan ziet men dat deze enkel vraagt
verhoogiog van het aanvangssalaris van f500
tot f 600. Daarop zouden ongeveer 4800
onderwjjzers kunnen aanspraak maken en
dit zou f 480.000 kosten, dus meer dan de
minister geven wil.
De moties-Ter Laan en -Arts acht spr.,
op de grond», n, door den ministor gister aan
gegeven, niet aannemeljjk.
L>e heer Ter LaanWist u dat op de
meeting ook al
Do heer OosterbaanNeen, maar ik zal
u dit zeggen nu is geeu algemeene salaris-
regeling aan de orde, maar oen maatregel
om iets te doen vooc wie het 't noodigsl is.
De heer Ter L anEen bedrag van
f 300.000 is f 10 per onderwijzer. Hebt u
daarover op de meeting gesproken
De heer OoBterbaan: Iu de eerste plaats
zou ik de gehuwden in aanmerking willen
brengen, die het toch 't noodigut hebben en
daarom ljjkt het tweede deel dor motie-Arts
spr. meer aaunemoljjk. Wordt do motie-Ter
Laan aangenomen, dan zal men nog geen
bevredigende oplossing der quaestie krjjgen.
De minister heeft een grens van 3 ton aan
gegeven en daarmee heeft vooralle rech
terzijde rekening te houden. De nood der
gehuwden moot hot eerst worden voorzien.
Het aanvangssalaris is te gering, niet enkel
voor de groote plaatsen, want ook op de
dorpen wordt het leven kostbaarder en de
lessen zjjn duur. Wordt de rogeling niet
betor, dan krjjgt men niet meer de beBte
elementen des volks voor het ambt van
ouderwijzer.
Wanneer men staat voor de groote vraag,
wat te bereiken is met wat door do Regee
ring in uitzicht is gestold, dan moet men
eouigo verademing geven in de richlint, aan
geduid in het tweede deel van de motie Arts.
Wanneer de Rugeering straks komt met
een hooger bod, dan zal spr. zeker ook liet
eerste deel van de motie-ArtB aanvaarden.
Maar nu wil spr. alleen toeslag aan de
gehuwde onderwjjzers.
Spr. zal tegen de motie Ter Laan moeten
stemmen.
Do heer Oosterbaan kreeg het gedurende
zjjn speech herhaaldeljjk met de s.-d. aan
den stok.
De heer Tydeman zal verplicht zjjn tegen
de beide moties te stemmen.
De beide moties zjjn spr. to precies. De
motie-Ter Laan zondigt door eenvoud. En
do motie-Arts treedt in een byzonderhoid,
die wel de overweging waard is, maar de
oplossing niet geeft.
Do beide moties laten anderzijds vele pun
ten, die hier in aanmerking moeten komen,
onaangeroerd. Aan do salarisregcling zit veel
meer vastdit is een hoogst moeilijk pro
bleem, vooral- moeilyk omdat wjj te doen
hebben met een stelsel, waarin de Regeeriogs-
zorg voor het openbaar onderwys aan de
gemeenten is opgedragen.
Men moet vragen, of het toegestane geld
good bosteed wordt voor vorhooging van het
peil van het onderwjjs. Hoe langer hoe meer
bljjkt, dat ods volksonderwijs schrikbarend
duur is. Het grootste gebrek van de salaris-
regeling en do geldeljjke positie der onder
wjjzers is niet het aanvangsminimum. Voor
jongelieden van 18 tot 23 is f500 in de
meeste gevallen niet onvoldoende.
De fouten zjjn: lo. dat de salarissen van
do schoolhoofden te plattenlande te gering
zjjn. Salarissen van i 900 tot f 1050 na 20
jaren dienst zjjn absoluut onvoldoende.
De heer Ter LaanDie worden in mjjn
motie alle verhoogd.
De heer Tydeman Maar uw motie gaat
veel verder en juist in dit opzicht niet ver
Dat de verschillen tusschen de tracte-
menteu van hooflen en niet-hoofden, vooral
in de steden, te groot zjjn. Het schoolhoofd
worden hangt af van kleinigheden, niet iu
verband met de verdiensten van den man
wien dit geluk te beurt valt.
3o. Dat de perioden voor verhooging van
5 jaar te lang zjjn. Een eenvormige stap
als nu voorgesteld door den heer Ter Laau
daarmede komt men er niet. Spr. zou
willen dat uiemand in de school werkzaam
bleef zonder hoofdakte, aan het bezit waar
van men een vrjj belangrijke verhooging
moet verbinden. Het gevolg zou dan wezen,
dat degenen die deze akte niet kunnen ver-
krjjgen, de carrière zouden verlaten.
Veel belangrijker dan verhooging der
minima acht spr. het perspectief in do sala-
riëering door opvoering van de maxima eu
een kortere periode voor verhoogingen.
Voor het meer uitgebreid lager onderwjjs
acht spr. de salarissen, zoowel iu de steden
als op het platteland, vrjj wel voldoend.
Geven de onderwjjzers hun volie kracht
aau hot ouderwjjs eu de taak die zjj bobben
te vervullen?
Spr. meent, dat iu Pruisen de onderwjjzer
ecu langere laak het ft.
Van den onderwjjzer zou meer inspanning
gevraagd worden, maar dat kan by betere
aalariëering. Zeker is het niet goed, dat de
onderwjjzer allerlei nevenverdiensten tracht
te vinden, maar deze bewjjzen toch ook, dat
nu niet de geheele kracht vau den ouder
wijzer aan hot onderwys wordt besteed.
De heer De Visser herinnert er aan, dai
Minister Riuk in December 1907 erkende,
dal do positie van de onderwjjzers dringend
vcrbeteiing behoeft. Spr. is het met deze
woorden eenB, maar toch niet genegen voor
een der nu aanhangige moties to stemmen.
-Do aanneming vau dergeljjke moties prae-
judicieert in verkeerde richting. Moties wek
ken verwachtingen waarvan het de vraag
is of zjj vervuld zullen worden. Want de
Regeering moet den toestand van de schat
kist beoordeelen en dé verantwoordelijkheid
voor dat oordeel moet niet verlegd worden
naar de Kamer.
Spr. wenscht dus noch voor de eene noch
voor de andere motie te stemmen. De heer
Hngenholtz, die hierom glimlacht, moge min
der dan spr. doordrongen zjjn van do ver
antwoordelijkheid der Regeering voor de
financiën, spr. meent daaruit alleen te mogen
opmaken, dut hjj deze zaak ernstiger opvat
dan de heer Hngenholtz.
De heer Tor Laan: Maar hjj de officierr-
salarissen liet u dit niet gelden.
De heer De Visser is bljj om deze inter
ruptie. Daar was een wetsvoorstel der Regee
ring. Komt de R-geering met een wetsvoor
stel t»t verbetering van de positie der onder
wjjzers, dan zon spr. daar waarschynlyk
vóór stommen na ernstige overweging.
In verband met de wjjziging aangebracht
in de motie-Arts zegt spr. nogWanneer
men huiseljjke omstandigheden laat gelden,
moet men die dan beperken tot de grootte
van het gezin Waarom zou men den ge
huwde een verhooging geven en niet don
ongehuwde die zjjn ouders i huis heeft.
Waarom zou niet in het douceur dat een
gezinshoofd met kinderen zal genieten, ook
de gehuwde doelen, wiens vrouw ziek is?
Spreker zal voor geen der beide moties
stemmen.
Van moties als de ingediende kan men
niet het resultaat verkrjjgen, dat men zich
op billjjke wjjze voorstelde. Naarmate de
kweekschool-propaedense wordt verhoogd,
zal hot peil van het onderwys stjjgen en
moet het salaris verhoogd worden. Het is
trouwous nog zeer problematiek, wat de
onderwyzers zeiven van een eventneole ver
hooging zouden genieten.
De heer Van Wjjnbergen (r.-k.) zet uiteen
hoe degenen die naar verbetering streven,
in do eerste plaats moesten gaan naar ge
meente, Gedeputeerden en de Kroon. Men
kan niet spreken van de salarissen. En er
zjjn gemeenten en besturen, die, ondanks
vele opofferingen, een voldoend aanvangs
salaris gevon. Zou het niet dwaas zjjn, het
hoogore bedrag, dat zjj zouden ontvangen,
ook beslist ton goede te doen komen aan de
reeds voldoende salarissen Een dwangmaat
regel als in de motie-Ter Laan kan spreker
niet goedkeuren. Spr. sluit zich to dezer
zake volkomen aau by den heer Tydeman.
In afwachting daarvan moeten we vragen
wat thans practisch te bereiken is.
Mou moet streven om eenig beschikbaar
geld geheel ten bate van de onderwyzers te
brengen, Bpeciaal v&d dogeneD, die het het
meest noodig hebben. Dit wordt hot best
bereikt door het tweede deel der motie-Arts.
Spr. brengt den heer Arts hulde voor den
tweeden stsp op dezen weg. M.-n heeft van
een «fokpremie" gesproken, maar spreker
zou een dorgeljjke premie wel wenschen voor
alle gesalarieerdeD. Hjj zou ze wel willen
aanvaarden. Kan meu zich in de onderwij
zerswereld spot veroorloven met een kinder
toeslag, dan zou daaruit volgen, dat de nood
ook nog niet zoo hoog gestegen is.
Do heer Ter LaanU weet wel, dat
deze voorstelling van zaken weer valsch is I
De heer Van Wjjnbergen zegt, dat de heer
Ter Laan weet wat hjj hem daaromtrent de
vorige week gezegd heeft en zal dit das
niet herhalen.
Hot bevreemdde spreker, dat de heer Arts
niet meer instemming vond van alle zjjdon.
Voor het eerste deel van de motie-Arta
zal spreker niet kunnen stemmen, volgaarne
echter het tweede deeL
De heer Bos wenscht zich aan to sluiten
bjj den heer Ketelaar.
*.Over de Haagseho meeting sprekende zegt
spr., dat hjj daarvan den indruk kreeg, dat
niet het hoofdbelang was een paar guldens
meer te krjjgen. Daar kwamen openbare en
bjjzondere onderwijzers bijeen om te getuigen
voor dc noodzakelijke verheffing van hun eigoo
stand. Niemand deed dat heter dan de heer
Baron, ondanks zjjn overdrijving op sommige
punten. Deze wees op do verhouding van He
positie van den onderwjjzer en zjjn salaris,
dat hem in zijn positio tegenover ouders,
gemeente- eu schoolbesturen drukt.
Dit heeft indruk gemaakt, niet enkel op
den onderwijzersstand, maar ook daarbuiten
De kern van do zaak was waar, al is er wel
oens een te scherp woord gebezigd.
De onderwijzers gevoelen, Hat hnn opleiding
gebrekkig bljjfr, ondanks al hun aandrang
om verbetering. Zjj gevoelen zeer goed da:
jonge onderwyzers onrijpe krachten zjjn, met
een belooDing waarvan zjj zelfstandig moeten
bestaan en een studie moeten bekostigd).
En op een zoo gebrekkigon grondslag gaan
velen dan nog een gezin vestigen. Daardoor
komt het, dat hot aanzien van den onder
wijzersstand daalt, omdat dio Btaud geen
bekoring kan hebben voor deg.-nen die zich
tot het onderwys aangetrokkeu gevoelen.
Wannneer de ondcrwjizers de plaats kunnen
inuemen die hun toekomt, dan dienen zjj uit
andere klassen te kunnon worden gerecru-
teerd.
Spr. geeft de voorkeur aan de motie-ter
Laan.
Spr. verbaasde zich over de rede van den
heer van Wjjubergen, dio er een logica op
nahield, welke spr. vreemd is on daarin stelt
hjj een eer.
Nog minder begrjjpt spr. do logica vbd
Hen heer van Wjjnbergen, waar deze met
warmte het tweede deel der motie-Arts ver
dedigt, waarin juist een salarisregeling is
gelegen.
Spr. gelooft niet aan een spoedige uitvoering
der motie-Arts, welke een nauwkeurig en
langdurig onderzoek zou vorderen en criti
«eert de houding van dun heer O -sterbaan
Met den heer Tyleman stemt hjj vrjj wel
overeen wat betreft de verbetering van ons
ondi-rwys. Hjj vraagt och'er, of de heer
Ty leman met een verbetering van erkend
onvoldoende salarieoring wil wachten lot een
algemeene herziening van de onderw jjsregeling.
De heer Troi-lstra voelt zich aangetrokken
om ee'ige woorden te spreken over d« moties,
godrevon door hot gevoel van weerzin tegen
het op fleren van allerlei belangen aan een
politiek spel.
Langzamerhand wordt bet duideljjk, wat
genljjk is geweest do reden van de ver
rassende wyziging, in motie-Arts aangebracht.
De nieuwe suart aan de motio gemaakt, is
niet onmiddeljjk door den Minister in bescher
ming genomen, maar hij liet zich uit op
zulke wjjze, dat voor hem de mogelijkheid
bestaat, tenslotte toe to zeggon, naar dit
laatste deel een ernstig onderzoek te zullen
instellen. De Ministor verdedigdo het begin
sel en de heeren Oosterbaan en van Wjjn
bergen bevalen hot aan.
Zoo bereikt de rechterzijde, dat zjj der
Regeoriog gelegenheid geeft, althans iets to
verklaren, waarmee men straks onder de
onderwjjzers kan komen; en dat zjj gelegen
heid heeft althans in de lopende wetgevende
i eriudo niets te doen. Dit is eon gemakke
lijke wjjze om van eon lastige zaak af te
komen.
Als dit het resultaat zal zjjn van het debat,
mag men vragen of dit in overeenstemming
is met de wenschen van de onderwijzors van
onderscheid-n richting. Wordt de motie-Arts
aanvaard, dan zal geen sprake zjjn van ver
hoogirg van het salarif.m nimnm. Wanneer
van de debatten het gevolg moet wezen, dat
men 3 ton geeft aan g- huwde onderwjjzers
met kinderen, heeft dan do berg niet een
treurige muis gebaard voor de heeren Arts
en Oosterbaan, don laatste vooral, die opge-
tredon is alB de kampioen dezer eischen
Spr. weet niet hoe hjj op parlementaire
wjjze oen dergeljjke houding moet quabfi-
ceeren. De rede van den hoor Oosterbaan
van zooeven heeft niet alleon links maar
ook rechts verbazing gewekt en liet sp'oker
alleen zyn goede hart golden dan zou hjj
uit mede jjden met heeren Oosterbaan's
figuur niets meer zeggen. Als mensch tegen
over mensch sou spreker nu zeggen: het is
welletjes goweest. Maar als lid der Kamer
moot spreker er tegen opkomen, dat de
onderwaters in den waan worden gebracht
dat er iets voor hen gedaan zal worden, ter
wjjl men bezig is hun gebeele actie te ver
nietigen.
Do heer Oosterbaan noemde de onder
wjjzers als personen, die een der belang
rijkste functies vervullen en dat zou ook du
Regeeriug bljjkcn te gevoelen. Daarvan bleek
niets uit de rede van den Minister, een red
waarover men maar liever niets zegt. Die
redo verwachtte men niet van den man, van
wien do hoer Bos verwacht, dat van zjjn
hand voorstellen zullen komen tot geheele
reorganisatie van het onderwys.
Men hoorde alleen sproken over geld, maar
niets van ven bewijs, dat de toestand vol
doende is.
De heer OoBtorbaan hoopte te beloven,
dat op het pad der onderwjjzers een vrien
delijke zonnestraal zou vallen, reide hjj op
de meeting. Onder doxe dicht>-rljjko beeld
spraak is te verstaan, dat als eischen worden
gestold, op 18 millioen por jaar geraamd, cr
dan eens kan gepraat worden over 3
ton. Dat is dan de vriendelijke zonne
straal l
Spr. treedt in eene uitvoerige beschouwing
betreffende de uitdrukking: de arbeider is
zjjn loon waardig, dio in het debat was go-
bracht. Voortgaande, zegt spr. o.a. dat do
heer Arts vermoedeljjk straks het eerste deel
van zjjo motie, als practisch staatsman, wel
zal laten vervallen en zich tot het tweede
deel beperken en besluit aldusOnderwijzers
zjjn in geen geval mvnschen dio mon met
extra toelagen den mond mag stoppen wanneer
er nood is. Men moet dien stand niet karak-
teriseeren als staande beneden het maat
schappelijk peil waarop men zelf staat. M«n
moet dien stand releveeren. Eu reeds daar
om is voor ons de motie-Arts veroordeeld,
v Donderdag kwam de heer Smeenge be-
toogen, dat het peil der onderwyzers dient
verhoogd. De kinderen zullen daarvan de
vruchten plukken. Dat de onderwyzers dat
gevoelen, bljjkt uit bun salarisaclie en de op
le Haagsche meeting aai genomen motie.
De motie-Arts acht spr. niet voldoende.
J^Spr. zal s ommen voor do moiie-Ter Laan.
Do heer De Klerk (U.L) zegt dat de
motie-Tor Laan eon dringend noodzakelijke
verbetering in de salarissen zal aanbrengen,
waarvan de urgentio door geen der sprekers
ontkend.
De he r De Visser heeft allerlei andere
categorieën opgenoemd van personen wier
lotsverbetering moest voortgaao, blykbaar
omdat bjj van deze zaak riet wilde weten.
In dezolido richting bewoog zich de speech
van don heer Tydeman, die perspectief
wenscht» in do salarisregeling en de motie-
Ter Laan ,,te eenvoudig" vond.
Spr. neemt den heer Oosterbaan niet kwa
ljjk wat hjj in een openharo vergadering
hooft gezegd. Maar wat hjj hier heoft gezegd
is hem wol aan te rekenen. De heer O ster-
baan zcide genoegen te nomen met de 3 ton
van den Minister, maar d« Minister hoeft
niet gezegd dat dia 3 ton beschikbaar was
voor dit doel. Men zal ten slotte den Mioister
vragen: geef de drie ton aan on». (Gelach).
De hoer Oosterbaan moot niet spreken van
die 3 ton voordat hjj met zokirheid kan
constateeren of dut bedrag beschikbaar is on
spr. geeft hem in overweging in het vervolg
niet op een openbare vergadering het woord
to voeren alvorens zich te hebbeD vergewist
of aan de door hom opgewekte verwachting
kan worden tegemoet gekomen.
Voor het tweede gedeelte dor motie-Arts
zal spr. in gn<-n geval kunnen stemmen.
Do heer Treub iv.d.) hield een nitvoerig
pleidooi, waarvan de quioU-ssens deze was:
De motie-Arts gaat in togen de vrjje ont
wikkeling der maiktschappy. Daar toch wordt
het loon der arbeiders bepaald door hun ont
wikkeling en de macht, die zjj hebben bnn
eischen door to drjjv-n.
Gelooft iemand, dat die motie in dien zin
het mi sie effect zal hobben Zal een ouder
zjjn kind voor onderwjjzer laten studeeren,
omdat dit kind als onderwijzer een toelage
zal krjjgen, als bjj kiudercn hc< ft?
De opvatting van den Minister n den heer
Arts omtrent de beboeten der jonge onder
wjjzers is bekrompen. Hun hooidbehoefte is
Diet zoo spoedig mogeljjk le trouwen, maar
hun hoofdbehoefte is hoogere ontwikkeling.
En daarvoor on breekt hun het noodigo geld.
Jui«t de jonge onderwjjzer moet door de sala
risregcling in Staat gestold en aangewakkerd
word -n om zjjn minimum van kennis zooveel
mogeljjk te vergrooten. Spr. zal stommen voor
do motie-Ter Laan.
De heer Lioftinck (u.1 sluit zich volkomen
aan jj dit betoog, eu eindigde met deze, door
de Kamer toegejuichte peroratie:
Spr. hoept, dat door de verwerping van
de motie-Arts i-n do aanneming van de motie-
Ter Laan de Rsgeering den indruk zal krjj
gen, dut bier een aantal ingezetenen zjjn, die
niet alleen op meetiogs met mooie woordeD,
maar met tor daad voor hun opinie durven
staan. (Bravo's).
Nu kwam de afgevaardigde van den Helder,
die zich vereenigde met het welsprekend
betoog van den beer Treub togen de motie-
Arta. Spr. zal daartegen stemmen. In de motie-
Ter Laan vindt spr. veel goeds, al geeft zjj
niet alles wat spr. zou willen bereiken. De
motie drukt slechts een woDSch uit eu laat
de R-geeiing vrjj in het vinden der middelen
om aan dien wensch te voldoen.
Spr. concludeert, dat hjj ondanks zjjn hou
ding in 1908 thans met volle overtuiging kan
stemmen voor de motio-Ter Laan.
Nadat nog de heer de Geer het woord
gevoerd heoft, kwamen do beide voorstellers
der moties hun standpunt verdedigen.
De heer Arts had niet verwacht, dat men
hier als tjjgers op zjjn motie zou afstormen
on dat men zich niet zon ontzien persoonljjke
insinuatiën aan zjjn adres te uiten.
Spr. hondt tegenover den minister vol, dat
het eerste deel van zjjn mo'io slechts f 229.000
zou kosten. Het tweede deel beoogt in afwach
ting eener algemeene regeling het meest
dringend noodigo te verkrjjgen.
De beer Ter L(ian (S.d.a.p.) houdt tegen
over den heer De Meester vol, dat ook
in 1907 wd meer geld voor de verhoogiog
dor ondorwjjzorssalarisscn disponibel was.
Het is alleen de vraag waarvoor mon dat
geld wenscht beschikbaar te stellen.
De houding van den beer Oosterbaan is
beneden allo critiek eo voldoende aan de kaak
gesteld. De heer Arts heeft zjjn motie wel
niet geheel vermoord, muar zoodanig ver
anderd en vervormd, dat er Diets van terecht
komt.
De cjjfers van den Minister zjjn niet zeer
betrouwbaar. Spr. houdt zich echtor aan zjjn
2 millioen 6 ton en zet uiteen, dat zjjn motie
onverkort en onvervalscht dient te worden
aangenomen. Door 't woord .eorlang" in
het tweede deel zjjner motie schuift de heer
Arts de zaak op de lange baan en bereikt
hjj niets. De motie-Arts, die in 1907 reeds
ongelukkig peuterwerk was, leidt nu, na haar
vervorming, tot algeheel uitstel. De Minister
zegt nu: acb, die onderwjjzers zjjn nog zoo
kwaad niet. Als dr. Kuyper een groote keel
opz<t kruipen zjj in hun schulp.
De Voorzitter. Ik verz-iek u dergeljjke
uitdrukkingen niet te gebruiken.
De heer Ter Laan: Ik ben nog veel te
fatsoonljjk. Ik zon u uit fDe Standaard" wat
anders kunnen voorlezen.
De heeren Arts en Oos'erbaqn bederven
door de daad wat zjj in woorden hebben
betoogd.
Spr. verbaast zich ook over do bonding van
den heer Tydeman. Hjj kan niet bugrjjpen,
dat hjj na jaren de vei betering in den toe
stand der onderwjjzers kapot trapt juist op
een oogenblik, dat hjj een stak daarvan kan
bereiken.
Spr. moet eindigen, maar hjj wonscht te
constateeron, dat de rechterzjjde niet met
zjjne motie medegaat, omdat daar de politiek
do taak heeft bedorven. Waarom hebt gjj
voor de officieren g«en kinderbjjslag voorge
steld? Omdat gjj dit niet durfdet. Gjj hebt
hen als volwassenen behandeM. Maar de on
derwijzers wil mon niet zoo behandelen.
Do Voorzitter zegt zich voor te behouden
voor te stellon hedenavond dit debat voort
te zotten.
Geroep: Anders komon we niet door de
Bakkerswet. (Gelach.)
Een debat ontspint zich nu tusschen den
min. en den heer Ter Laan. De min. dupli
ceert en vraagt ten slotte of hjj voort aal