KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor HeiderTexelWlerlngen en Anne PeuÊowne»
No. 4080.
Woensdag 8 April 1912.
40ste Jaargang.
De Zoon van den Bankier.
't Vliegend Blaadje p. 3 m. 50 ct, fr. p. poet 75 ct., buitenland f 1.26
Pr»- Zondagsblad 37J 45 f 0.76
sa >ën Modeblad t 65
(Voor het buitenland bij vooruitbetaling.)
Advertentie*! van 1 tet 6 regel» (b$ vooruitbetaling) 30 cent.
Elke regel meer6
Bewijs-exemplaar2)
Vignetten en groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Intero.-
Telefoon SO.
Versohijnt Dinsdag- en Vrijdaq middag.
UitgeverC. DE BOER Jr. (v./h. BERKHOUT Co.), Helder..
■IEUW8BERICHTEM.
HELDER, 2 April.
Ambachtsschool.
Het diploma van den 3-j a r i g e n
cursus werd behaald door:
R. de Boer, E. Bontes, A. v. Horkhuizen,
H. Kwast, M. Kort, H. Kikkert, H. W. Kriste),
C. J. Kramer, G. Moor, M. Manheim, J.
Pheiffer, P. Smit, R. Terburg, G. Togolaar,
J de Wyn, A. R. Zwierstra, R. W. Je'.lema,
G. Brouwer, P. Kuiper, J. Buys, G. Loen
en C. J. Zoon.
Bevorderd tot de 3o klasse:
A. v. Esschcten, J. Ga ij aard, J. J. J. de
Glopper, A. Gooien, K. P. Hagenaar, A.
Harings, J. Koster, C. Kramer, A. Langhors',
C. A. v. d. Linde, A. v. Pelt, C. v. d. Plas,
N. Roobol, L. Smit, 1. A. v. Seumercn,
G. M. Veth, C. Visser, N. de Wyn, K. van
Meerten, R. Stobbe, C. de Cock, O. Smits,
H. M. Bols, J. J. Tillerup, C. S. Vinken,
G. C. Petersen, C. Kort en C. Zlircher.
Niet bevorderd 3.
Bevorderd tot de 2e klasse:
F. van Baaren, I. L. N. Baljeu, J >h. Bos,
H. M. J. v. Gasteren, N. Bakker, W. J. de
Jong, P. J. Korver, R. Kramer, H. L"*ijen,
P. v. Lopik, L. H. Menke, J. A. Raap, K.
Smelik, L. B. v. d. Struys, C. de Vries, G.
de Vries, Smids, S. Puiman, C. Buys, D. H.
v. d. Hoop, W. v. d. Heiden, C. Leeuw, C.
Th. Dito, J. D. Says, J. Dienaar, J. Hen-
drikse, R. Keppnl, W. Kraak, W. Schreuder,
A. A. G. Karsten, N. J. Tielrooy, K. Tol
en P. Kramer.
Niet bevorderd 5.
Gemeente-Burgeravondschool.
Het diploma van don l-j avigon
cursus werd behaald door:
P. Treffers, II. Groot, H. Gayaard, T.
Roozekrans, C. de Cock, H. Kristel, P.
Koyper (bankw.), H. Kwast, G. Moor, R.
Ricmers, G. Veth, A. D. Vogt, Joh. A. Zite,
Joh. Pfeifler, P. Smit, E. PansBe, F. Nukoop,
Jb. Burger», Jan Buys (met lof), J. Dop,
R. Kramor, P. Kuyper (timm.), H. Rieuwerts,
H. van Streyen, F. Winter, T. J. Koyzer en
R. Jellema.
Afgewezen 14.
Bevorderd tot de 4e klasse:
P. Geus, J. Graaf, J. v. Wolferen, J. de
Kok, J. Kok, J. Rustemoyer, H. Schillemans,
J. P. v. d. Zee, A. v. Senmoren, K. BonteB,
J. Hollenberg, N. de Wyn, A. Kersbergen,
C. Ztlrcher, G, Brouwer, F. Klaassen, G. J.
de Klerk, H. Meyer, C. Nagtzaam, J. H.
Ran, H. Reynhout, A. v. d. Wal, A. Hey-
blom, C. Visser, C. S. Vinkon, J. Bos, A. v.
Easchoten, B. v. Gasteren, J. do Glopper,
A. Gomes, K. Hagenaar, A. Haring?., C.
Kramer, C. v. d. Plas en N. Roobol.
Niet bevordord 14.
Bevorderd tot de 3e klasse:
W. Boogaard, C. Buys, D. van Os, J. F.
Willoms, G. v. Wolferen, J. Bal jen, P. Grande,
D. H. v. d. Hoop, J. Stobbe, R. Stobbe, G.
de Vries, P. Korver, J. Raap, J. Hoogerwerf,
G. Leen, A. Langhorst, C. Berkeljon, P. H.
Gomes, L. Adriaanse, P. Asseudorp, J.
Geervliet, J. de Kloe, Joh. Kramer, P. Kramer,
A. Schendolaar, A. v. StreyeD, H. Felkers,
Joh. A. de Vries, J. F. Winter, C. Zoon, E.
Bakker, C. Korfl, W. Kraak, J. Bakker, J.
Walboom, H. v. Zweden, F. van Baaren,
Joh. Bakker, J. F. Ekkers, N. Grooff, W. J.
de Jong, R. Kramer, P. v. Lopik, H. Leyen,
L. H. Menke, J. Saeijs, C. do Vries en A.
v. d. Linde.
Niet bevorderd 10.
Bevorderd tot de 2e klasse:
J. Blom, P. Ekamp, G. J. Geervliet, W.
Gode, M. Valkhoff, J. Hendrikse, A. Karsten,
C. J. Klik, C. Kort, P. Kramer, H. Lavell,
L. J. T. van Leeuwe, I. Mcynen, H.Ruccsteyn,
J. Rieuwors, P. Slort, J. Tielrooy, J. Tiesson,
K. Tol, D. Byl, C. Leliveld, P. van Meurs,
J. J. Mallet, W. van Baaren, G. P. Bizei,
J. v. d. Blom, R. C. Bylsma, C. Dito, F. van
Dok, F. Elout, G. de Haan, J. A. Hoelaodt,
M. W. Hoogerduijn, J. Kooy, C. Puiman, J.
Smids, L. Smit, G. v. Straaten, W. Veth,
P. Wiese, P. Agema, C. T. J. Banning, P.
Blok, C. de Boer, J. de Boer, P. Boerdyk,
J. A. Brandjes, L. Brouwer, N. Byl, A. DhoDt,
J. Endenburg, G. v. d. Haagen, P. M. don
Hartog, J. v. d. Heuvel, A. J. Hofland, J.
Hoogerwerf, J. Kaan, A. Manier, H. Raadgers,
Th. v. d. Star, C. Struatsma, P. Kraak, P.
L. Wols, J. Ahrend, H. Selderbeek, en J.
de Roode.
Niet bevorderd 10.
Noodlottig.
Zondag beging een jonge man aan den
Kanaal weg de onvoorzichtigheid van oen in
volle vaart zynd ry tuig te springen. Hjj kwam
van den bok onder het voorwiel en werd
met gebroken been en aan het hoofd verwond
opgenomen.
„Burgerkring Harmonie".
Wie een recht prettige avond wil hebben,
moet een feestvierende vergadering bijwonen
van deu ..Burgerkring Harmonie". Zaterdag
avond hebben de bezoekers zich weer koste
lijk geamuseerd in «Tivoii". Na een openings
woord van den voorzitter, den heer L. A.
Hartsinck, kwam men al spoedig in oen
ODgedwoDgen, opgewekte stemming door do
aardige coupletten, die gezamenlijk uit volle
borst werden aaugeheveD. Daarna konden
de aanwezigen zich een paar uur aangenaam
bezig houden met het mooie, allerleukste
biyspel van Carl Laute, //Een dolle streek",
dat meermalen de zaal deed schudden vau
't lachen. Kranig werden de vier bedrjjven
gespeeld. Theodoor Steinkopf, zyn tweede
vrouw Frederiita, de dochter uit het eerste
huwelyk, de student in do medicijnen, Birn-
stiel, pedel in de studenten-societoit, do kapel
meester Kt öoleio, Tifi Orintauskado chanteuse,
de rentenier Bender en vrouw en dochter,
zoo ook de vriend van Steinkopf, Cesar von
Schmetting en Frans, ze doden het immers
allen goed? Welverdiend was d&u ook telkons
het applaus.
Natuurlyk na afloop gezellig bal, waarvan
velen profiteerden.
Een collecte voor een weduwe braoht
f 8.05 op.
Ter waarschuwing.
Eenige ingezetenen dezer gemeente zijn er
ingeloopen by een rokeren U. Mol Jr., hoeve
•Zoldenrust" Apeldoorn, die iu verschillende
dagbladen aardappelen te koop aanbiedt. Na
hot zenden van postwissel zal znon puiko
waar tegen een mat ig pi ijsje ontvangen, doch
er komt niets en op verdere correspondentie
wordt niet eens geantwoord.
De burgemeester vau Apeldoorn by wien
meerdere klachten hierover inkomen acht hot
geraden niet op deze aanbieding in te gaan.
Stuurlieden examens.
's-Gravenhage, 29 Maart. Geslaagd groote
stoomvaart le stuurman J. Slof en J. vun
der Sloot; 2o stuurman O. W. Jonkers.
Legaten.
Brielle. Freule Van Brakel, overleden te
Oudenrijn, heeft aan het Asyl voor Oude
Zeelieden alhier vermaakt f 15,000, terwyl
do diaconie der Ned. Herv. gemeente alhier
een legaat ontvangt Vau f 40.000. (Hbl.)
Ontvluchting van korten duur.
Vrijdagmorgen is uit het Huis van be
waring te Almelo ontvlucht zekere E. D.,
die in voorarrest zat wegens het stelen van
fietsen. In zyu col zou door een timmorman
zyn bank hersteld worden. Vau een on
bewaakt oogenblik maakte hy gebruik den
timmerman in de col te sluiten. Den ge
vangenbewaarder E. gaf hy mot eon stuk
hout, waarin een paar spijkers zaten een
geducht en slag op het hoofd, waardoor E.
neerviel en vry geva&rlyk gewond werd.
Met behulp vau eon waterslang liet hy zich
daarop van de twoode verdieping op den
grond sakken en wist zoo to ontkomen. Hy
werd dadolyk nagezet en het mocht de
marechaussee na eon paar uur gelukken
hem in het Nyreesbosch weer te vatten.
Voik8temming Franeker.
Nadat enkele dagen geleden te Sneek een
volkstemming in zako drankverkoop gehouden
was, vond nu hetzelfde plaats te Franeker.
De uitslag was dat 3857 stemmen werdtu
uitgebracht. Van onwaarde en blanco 297.
zoodat het aantal geldigo stemmen 3560 be
droeg.
Voor onbeperkten drankverkoop waren 51
stemmen, 198 wilden den huidigen toestand
bestendigen, 442 wilden het aantal drinkge-
legen heden verminderen, terwyl 2869, zijnde
80% die geheel wilden laten verdwyuon.
In Dinxperloo was bet 61%, in Steenwyk
64%, in Glanerbrug 75%, in Hengeloo (O.)
57%, in Smallingerlaud 64%, in de dorpen
op den Langendyk 44%, in hot kiesdistrict
Schoterland 57%, in Enkhuizeu 56%, in
Beverwijk 53%» in Mcnaidumadeel 76%, in
Sueek 70% terwyl nu in Franeker 80%.
Midden April zal er te Sappemcor weder
een volksstemming plaats vinden.
Een rare beiooning.
't Is nog niet zoo laog geleden vertelt
het rN. v. d. D." dat het volgonde ge
beurd is. Een agent had des avonds aau den
eenzamen Zeeburgerdyk te Amsterdam te
letten op dieven, die aldaar herhaaldelijk
telegraafdraad stalen. Hy had eon revolver
by zich en legde zich in hinderlaag. Er
kwamen twee personen voorbij, die op ver
dachte wyze een zak droegon. De agent
springt te voorschijn, houdt hun den revolver
voor en roept: Sta of ik schiet! waardoor
het tweetal verschrikt geworden, staan blijft
en toelaat dat de agent oen ooderzoek in
stelde in den zak, die werkelijk gestolen
telegraafdraad bleek te bevatten. Aileeu door
hon in bedwang te houden met den revolver,
kon hy toen de dieven behoorlijk naar het
naaatbyzynde bureau, geleiden.
De dieven werden door de rechtbank vry
ernstig gestraft, maar het ongeloofelyke volgde
later: de hoofdcommissaris strafto den agent,
wegens het dragen van een niet lot zyn uit
rusting behoorend wapen I
De auto bandieten.
Met do portretten en signalementen dor
kranten en met wat verbeelding kan men
in een heeleboel menschen een der boeven
zien. Een lichte juffrouw van Montmartre,
die gisternacht haar gnnsten verkocht had
aan oen veekooper uit de provincie, kreeg
in den morgen de ingeving dat haar ruwe
gezel een van de bandieten moest zyn. De
veekooper bemerkte dit en had de zonderlinge
aardigheid het vermoeden door zyn woorden
te versterken. De juffer, hoewel schrikkelijk
beangst, vond in de hoop op 100,000 frank
den moed, haar nachtgezsi mee nanr een
café te krijgendaar waarschuwde zy deu
patroon, deze de politieeen troep stevige
agenten kwam den man gevangen nemen. Do
zonderlinge grappenmaker beklaagde zich
niet over de vergissing en constateerde alleen
dat de kranten overdreveu,wannoer die be
woorden dat de politie niet actief was.
Heden was het eon kapper in Lyon, die
oen chauffeur binnen zag komen die verzocht
onmiddelyk en vlug geschoren te worden. Hy
leuk op Bonnot. De kapper kwam hom beleefd
enn handdoek om den hals doen en stropte
don handdoek toen stevig dicht. De chaufienr
spartelde en protesteerde woedopd en vuur
rood, maar de kapper hield stevig, op gevaar
af hem te verstikken, die klant van 100,000
frank vast, terwyl eon bediende de politie
ging halen. Maar het bleek een totaal onschul
dig chauffeur te zyn.
In de bladen zien wy, dat do krediet
instellingen te Parijs maatregelen genomen
hebben by de maandwisseling, die, daar 31
Maart ditmaal op Zondag valt, tot Maandag
1 April verschoven ie. De loopera der banken
zullen op dien dag gewapend worden en
door eon gewapenden begeleider by hun
wandelingen door Parys vergezeld worden.
En ook ds bediendon in do kantoren der
bankinstelling zullen Maandag van revolvers
voorzien zyn.
Dit lezende, denkt men aan het opschrift,
dRt onze correspondent een paar maal ge
plaatst heeft boven brioveD, waarin hjj schroef
over het moorddadig optreden dor auto-bandio-
lon. Dat opschrift luiddeIn de wildernis.
Inderdaad, waar blijft fde beschaving" in oen
stad, waar zy, die er geld mouten innen,
slechts gewapend over straat durven gaan I
(»N. Rott. Ct.")
Do moord op kapitein Reetsch.
Omtrent den moordaanslag op kapitein
Rot-tsch van het 18e regiment infanterie te
Ostercde, die op de binnenplaats van de
kazerne door den musketier Ehnorslubeu van
dezelfde compagnie werd doodgeschoten, ver
nemen de Berlynsche bladen thans de vol
gende bijzonderheden:
De soldaat bevond zich op de gang van
zyn compagnie-afdeeling en schoot door het
gungvenster met zyn dienstgeweer op zyn
kapitein. Deze werd in de linkerborst ge
troffen en stortte onmiddellijk dood op den
grond. Toen Reitsch getroffen werd, bevond
hy zich in gezelschap van eenige andere
officieren.
Voor dezen in den eersten schrik duidelijk
begrepen wat er eigenlijk gebeurd was, klonk
reeds een tweede schot op de compagoiegang.
Do moordonaar had zich door eon schot
door het hoofd het leven bonomen. Alvorens
eenige onderofficieren en soldaten, die zich
op dezo kazerneafdeeling bovondon, waren
toegesneld, was de onzalige daad afgespeeld.
Beide ljjken werden naar het lijkenhuis van
het garnizoenslazaret vervoerd.
De oorzaak van het treurige voorval moet
hierin te zoeken zyn, dat kapitein Reetsch
uiterst streng was voor zjjn inferionren. Een
nader onderzoek zal moeten uitmakoo, of
dit inderdaad zoo is, dan wel of or oen andere,
ingewikkelder oorzaak voor het drama bestond.
In de Maartaflevering van «Onze Vloot"
leest men het volgonde:
Hulde aan Moeder de Vrouw.
Wannoer men een boek. handelend over
zeegeschiedenis, leest, zal men het allicht
ten slotte !er zijde leggen met de overtuiging,
dat het zeewezen aan de vrouw weinig to
danken heeft. Wel ia waar, vindt men in
het standaardwerk van De Jonge vermeld,
dat een drietal vrouwen in den eersten En-
gelschen oorlog in manskleederen dienst
oamon op de vloot, doch heel ver brachten
zy het niet, want, ontdekt zijnde, werdon
zjj ontslagen. Van een dezer, Adriana la Noy,
getuigde do kapitein, dat zy zich op tochten
en wachten had gedragen als een vroom
en eeriyk matroos. Een der beide anderen
was Anna Jans. Zjj werd aangenomen als
marsklimmer on als ik my niet vergis, in
spireerden hare lotgevallen den dichter van
het versje «Daar was laatst een meisje loos",
zoodat de Nederlandsche letterkunde ook nog
eenige verplichting aan haar heeft.
Bij dozc namen blijft het. Snuffelt men
echter wat in oude papieren, dan bemerkt
men alras, dat gedurende een paar eeuwen
onze schepen en vloten moeilijk zoudon
hebben kunnen uitloopsn zonder de goede
zorgeu van de vrouwen der kapiteins. Zulks
was in den tyd van het veel gesmade systeem,
dat de bevelhebbers der schepen zalf belast
waren met de schafting van hun equipage.
Wanne- r dan de vloot voor 4 maanden moest
victualieorbn, ging er vanwege het Collegie
der Admiraliteit een boodschap naar de onder
het zelvo rossortoerende kapiteins om te
zorgen voor de noodige victualie en togen
hnnne vronwen dadelijk aan het werk om
deze gereed te maken. Was de vloot in zee
en bepaalden de Staton-Generaal, dat zy b.v.
twee maanden langer moest uitblijven, dan
oorspronkelijk bevolen was, dan kregen de
kapiteinsvrouwen zelve de boodschap om
voor het noodige eten te zorgen. Daarbij
bleef het niet. Want wanneer de schepen in
zee volk verloren hadden en moesten ver
trekken zonder nog volledig bemand te zyn,
namen de kapiteinsvrouwen verder matrozen
voor do schepen hnnner echtgenooten aan.
Zoo lezen wy, dat de vrouw van kapitein
De Mnnnick 23 man op ordinarissoldij had
aangemonsterd en dat het Rotterdamsche
Admiraliteiis-Collegie haar verzocht nog met
_varven door te gaan.
Wy spraken zooevcn van het veel ge
smade systeem, dat de bevelhebbers der
schepen zslf voor de schafting hnnner equi
pages zorg droegen. Zeker zonden wy het
systeem niet in verdediging willen nemen of
het terugwenschen, maar toch moeten wy
niet vergeten, dat het volk niet zoo aan
willekeurige opvattingen van kapiteins was
blootgesteld, als wel eens aangenomen wordt.
Do rantsoenen werden in de eerste jaren
onzer zeemacht door den krijgsraad, later
door de Admiraliteits-Collegiën aangegeven,
en moesten de schepelingen op verminderd
rantsoen worden gesteld, dan werd dit in
geldswaarde vergoed. Ook waren het niet
alleen de Bestovaers Tromp en do Ruyter,
die goed voor hunne ondergeschikten zorgden.
Daar was byv. de stuursche De With, die
by de equipages zoo weinig gezien was, maar
die toch aan zyn neef Jan de Haes schreef
Voorts draag toch op de vivres goede zorg,
opdat het volk het haro hebbe en niet worde
verwaarloosd." En hy hield daarby het gezag
zynor huisvrouw zeer hoog, want over alles
wat de victualie betrof, moest neef Jan met
de vrouw van do With spreken en do vice
admiraal wilde niet, dat er iets buiten haar
voorkennis gekocht werd.
Het is kwaad vechten met een leege maag
on door dit te voorkomen hebben de vrouwen
in zekeren zin jarenlang medegewerkt aan
do slagvaardigheid van 's Lands vloot. Maar
dit is toch niet de reden, waarom dit ar
tikeltje het opschrift draagt van: Hnlde aan
Moeder de Vrouw 1
Wy denken daarby nog aan iets anders.
Wanneer we namelyk lozen hoo meerdere
geslachten vue Trompen, De Rnyters, Evert-
sens, Van Nessen, Bunckerts, op de vloot
gestreden en velen hiervan hun leven voor
het vaderland gelaten hebben; hoe dikwyls
do zoons op don leeftyd, dat onze jongens
pas de lagere school bezoeken, met hnn
vaders het zeegat uitgingen, dan komt by
ons wel eens de vraag op: «hoe is dat af
scheid, die tyd van scheiding voor de vrouw
ou moeder wel goweest?" Zwaarder dan het
bericht, dat echtgenoot of zoou in den stryd
gebleven was, moet dikwijls de pynlyke on
zekerheid zyn geweest of zy in leven waren
of niet. Daar is bijv. de admiraal Pater,
die in 1631 in den slag by" Pernambnco
sneuvelde, maar omtrent wiens lot men ge-
ruimen tyd in het onzekere is geweest. Dan
viodt men, om een ander voorbeeld te noemen,
in de Koninklijke bibliotheek te 's Graven-
hage een klein boekje, waarvan de titel reeds
voldoende spreekt: Hamel (Hendrick), Jour-
noel van do ongelukkige voyagie van het
jacht «de Sperwer", van Batavia gedestineerd
naar Tayowan in 'tjaar 1653 en van daar
op Japan, hoe 't zelve jacht door storm op
't Quelpaarts eylant is ghestrant ende van
64 personen, maar 36 behouden aan 't voor
noemde eylant by do wilden zyngelant: Hoe
do selve maats door de wilden daar van
daan naar 't Coninckryck Coeree (Korea) zyn
vervoert, by haar gonaarat Tyocenkoeck.
Alwaar zy 18 jaar en 28 daghen in ala-
vorneyo onder de wilden hebben gesworvon,
zijnde in die tyt tot op 16 na aldaar ge
storven, waarvan 8 personen in 'tjaar 1666
met een klein vaartuyeh zyn ontkomen, la
tende daar nog acht maats zitten ende syn
in het jaar 1666 in 't vaderlandt gearriveert,
beschreven door de boekhouder van 't jacht,
Rotterdam, Hendriok Hamel van Gorcum."
Dertien jaar van pijnigende onzekerheid.
Maar men behoeft daarvoor niet eens zoover
als Japan te gaan. We hebben ons slochts
te wenden naar de Middeliandsche zee, waar
de Nedorlandsche schipper rondvoer, die als
winst te behalen mocht zyn door de hel
zon zeilen, al moesten de zeilen daarby ver
branden; en zyn pendant, die zich van den
duivel en do koningin der aarde niets aan
trok on vroeg of hij zieh dan aan Neder
landers en Noderlandsche voorschriften zou
storeD, als deze hem in het winstmaken
hinderden. Door hen werden we de vracht
schippers van Europa, door hen werd Neder
land machtig en ryk, maar tevens werd in
1618 het aantal schepen in do Algiersche
zeeroovorsvloot, welke oorspronkelijk Neder-
landsch geweest waren, geschat op 70. De
bemanningen waren gedood of zuchtten in
slavernij en thuis zat moeder de vrouw
maanden en jaren in onzekerheid omtrent
hot lot van man of zoon. En om nn niet by
do Hollanders te bly ven,spreokt het niet tot het
gemoed, als men leest hoe de onde Sir John
Hawkins op 75-jarigen leeftyd deelnam aan
een expeditie naar Zuid-Amerika, in de hoop
zyn zoon, die by de Spanjaarden gevangen
zat, te kunnen verlossen? Lang echter voor
de bergen van Zuid-Amerika boven den ho
rizon verrezen, legde de oude zeevaarder
zyn hoofl voor good ter ruste neder en zyn
vrouw bleef achter met een zoon, aan wiens
bevryding zy voorloopig moest wanhopen.
Daar is van de zeemansvrouwen in de
17de eeuw veel gevraagd. Hebben zy geleden
en baar leed in stille berusting gedragen
Wy gelooven moer dan dat. Ook zy hebben
gevoeld, dat zy iets aan haar land en haar
volk hadden to goven.
Hierboven werd gezegd, dat we in do
zeegeschiedenis slechts zoldon iets van ze te
booren krijgen. Maar toch klinkt te midden
van het rumoer der stemmen van schippors,
die hel, dnivel en koningen der aarde trot
seerden, een enkele maal het zwak geluid
van eon vrouw tot ons door. Daar bevindt
zich in de Keninklyke Bibliotheek een brief
uit Rotterdam van het jaar 1652, waarin
wordt medegedeeld hoe de zoon van den
Kapitein Verhaven, die zelf in het gevecht
insschen de Ruyter en Ascue zwaar gekwetst
was, als jongen van 20 k 21 jaar het bevel
over zyn vadors schip gekregen had. En toen
nu het schip gereed lag om onder Tromp
weder tegen do Engolschen te gaan slaan,
kwam de moeder, die, gelyk de brievenschrijver
zegt, alyd zeer veel van haar kinderen had
gehouden, nog eens aan boord om haar zoon
aan te moedigen, want reide zjjilk had
liever, dat myn zoon my in een mand aan
duizend stnkkon thuisgebracht werd, dan dat
hy een voet zoude wyken, of als een Bchelm
zoude door gaan." Was het te verwonderen,
dat de jongen, zooals de schryver van den
brief one vertelt, in den slag by de Cingels
een der eersten by de EngelBchen was en
daar wel zjjn eer betrachtte
Zoo droog de Nederlandsche vrouw der
17de eeuw haar lot, of betor zoo vervulde
ajj hare roeping. En daarom nog eens Hnlde
aan Moeder de Vrouw.
H. E. v. A.
DE WEEK.
8U Maart.
Jawelkronieken is ren mooi werk,
maar kroniek eena, al» er niets te kronieken
valt.
Dan wordt het oen gansch ander paar
manchos
Andere menschen, buitenlanders en zoo,
hebben het gemakkelijker. Ik stel me ten
miDBte voor, dat een Engelsch journalist,
midden in de kolenstaking. genoeg vindt om
over te schreven. Altyd wanneer do post
het volhoudt en do kopy op tyd aan do krant
komt. Maar alles wel beschouwd, zou liet
publiek daar nog wel begeerig zyn naar een
ander bericht omtrent deze aangelegenheid,
dan dit: dat het uit is? Uit, maar hoe?
"n Blank-officier kan met geweld een slaaf
aan het werk ranselen, goed, maar wie nood
zaakt een millioea menschen om in ion gat
in den grond te kruipen en daar kolen to
h&kkoo, wanneer dat millioen zegtbak
zelf?
Dan kan men wel zeggenals je niet bakt
verdien jo geon botorham voor je vrouw en
je zelf, maar och, als door stagnatio in elk
bedry'f 04D boterham voor den staker als
voor den werkwillige al even onbereikbaar
wordt, wat bereik jo dan
Dan wordt het oenig resultaat, dat beide
tegen elkaar zeggen: ljjd dan ook honger
sn hooi de rest er bjj. In plaats vau samen
te werken en zelf goed te eten, al is het
dan met het somber, naargeestige bewustzijn,
dat de baas twéé schyfjes spek op zyn boter
ham hoeft, inplaats van gy eon.
Ziet, dut zjjn du van dio uitweidingen en
bespiegelingen, die alleen opkomen in het
brein van een kroniekschrijver, met „plein-
es" by het aanschouwen van zjjn wit
papier. De vaak gehoorde verzuchting, dat
hot elders zoovool beter is dun hier, is over
dreven. En onrechtvaardig, want bnnjjdt
iemand aan Frankryk zjjn bandieten en zyn
blijkbaar voor het werk niet heolcmaal be
rekende politie. Dan hebbon wy hier fijner
neuzen. In Den Haag ontdekken wedoauto-
sehnrkon, in Amsterdam arresteert mon ze
op twee verschillende plaatsen to gelyk
ir het heen moet als het reisseizoen aan
breekt en er meer monschen op straat komen
die Fransch spreken, in auto's reizen, veel
geld, baardjes en ongunstige gezichten heb
ben, zouden wjj wel eens willen weten. De
autoreissport wordt er nog onveiliger door
dan zenuwachtige, slecht-ter-beensche oude
dames met hondje ons nu al zonden wil
len doen gelooven.
Aardig teeken des tjjds, nu we het toch
over anto's hebben, is een annonoo, die dezer
dagen in eon der bladen stond, waarbjj eon
heer, eigen auto bezittende, kennismaking
zocht met 1, 2 of 3 dames ol heeron om
voor gezamenlijke kosten, ad 20 cent per
kilometer, uit toeren te gaan.
Waardige tegenhanger is dit van het insti
tuut der „betalende logé's", voor menschen
die niet te boek willen staan dat zjj „kamers
verhuren" of commensaals honden. Een auto
te hebben en dan naar menschen zoeken om
samen de kosten van het ryden te betalon,
is wel het allernieuwste hot doet denken
aan den Scarlet Runner waarvan de William-
sons zoo gezellig weten te schry ven. En ten
slotte zit er in zulk een amatenr-chauffour-
zyn toch ook wel iets aardigs on avontuur
lijks. Je kunt nooit weten hoe eeu galanten
handig chauffeur een aardige erfdochter op-
hengelt. En dan behoeft bjj niet moer te
„verhuren" om zdó aan zjjn benzine en ban-
dencénten te komen.
Maar een merkwaardig teeken deB tjjds
bljjft het desniettemin.
Over de herrie in de Kamer, over de
kwestie of er voor PascheD of daarna al-
dan-niot gebakken zou worden, kan hier ge
voeglijk worden gezwegen. Daarvan weet de
lezer waarscbynlyk al genoeg. Maar eon
aneodoto die in do Kamor de rondo doed, ig
toch nog wel vermeldenswaardig. Er was n.'.
een oogenblik sprake vun dat do hoer Van
Nispen zoa komen met hot voorstel ook in
de 6tille week te vergaderen. Het voorstel
bleef echter uit en ziehier de verklaring die
de een of andere grappenmaker or voor ver
zon. De Kamor, aldus zou de afgevaardigde
van Nymegen hebbon bedacht, begint hoe
langer hoo meer een publieke vermakelijk
heid te worden. En die worden in Den Haag
in die stille week niet geduld.
Ziedaar de verklaring van het nitblyven
des heeren Van Nispen's voorstel,
Mr. Antokio.
FEUILLETON.
25)
,0, neen, ik ben niet moe. Ik wil zoo
lang mogeljjk van je proflteeren. Ik moet
weten, wat je denkt of hoopt te doen. En
ookwil ik nn de waarheid weten. Neon,
neen. Ik moet nu sprekeu. Het wordt hoe
langer hoe ingewikkelder. Wie kan je tegen
werken Wie haat je met zoo'n vreeselyken
haat Evert, je moet mjj het nu vertellen",
smeekte zjj. „Je moet mij nn de waarheid
zeggen I"
Hare aachtblauwo oogen stonden vol tranen
haar blik was zoo smeekend, dat hjj hem
byna niet kon weerstaan.
Maar toch weerstond hjj hem.
«Paulina, liefste, het kan niet", zei hjj
flink. «Denk je werkeljjk, dat als ik het je
kon vertellen, ik het dan niet al lang zon
gedaan hebben Geloof je niet, dat myn hart
bitter Ijjdt, en dat, wanneer ik het kon
bekendmaken, ik niet hot gevaar zou bljjven
loopen, je liefde en je vertrouwen te ver*
liezen. Paulina, het is niet voor myn best
wil, dat ik de waarheid omtrent dezo zaak
geheim houd. Het is betor voor anderen,
dat ik niet spreek. Het is botervoor je
zelf ook. O, vraag mjj niet meer. Kijk me
niet zoo aan. Je hebt mjj lief, je hebt ver
trouwen in my; geloof dan ook, dat ik het
•tilsirtygan voor je bewaar om je eigen best
wil. God weet, dat ik niets liever zou doen,
dan je myn hart blootleggen; maar het kan
niet nu nog niet."
Paulina van Bronseveld keek hem haastig
aan by zjjne laatste woorden.
«Nog niet, Evert Dus do dag zal toch
eens komen
tJa, eens moet hjj komen; en ik geloof,
dat hij niet meer veraf is."
Zwygend wandelden zjj naast elkander
voort.
rEn tot zoolang zult gy my vertrouwen?"
•Tot in eeuwigheid, Evert; ook al zou
het geheim mjj Diet ontsluierd wordon."
«God zegene je daarvoor", zei hjj zacht,
terwyl hjj haar vol vorcering aanzag. //Myn
lieveling, myn koningin I Een man zou wel
ODgelukisig zyn, wanneer hjj niet slaagde,
met een vrouw als Paulina van Bronseveld
tot steun! En ik zal slagen, liefste."
Hij had zyDo hand op haar arm gelegd
en zwygend vervolgden zy hun weg ter
wyl zy geen woorden zochten en elkander
toch begrepen.
Liefde behoeft geen woorden
Ten laatste verbrak Paulina de stilte.
,Maar, Evert je kunt geen werk vin
den, zeg je. Wat denk je te gaan doen?"
Evert Hartman glimlachte en antwoordde:
«Het weinigje geld, dat ik had overgelegd,
zal ik bosteden om eigen zaken te beginnen,
en zoo God wil wel, dan hoop ik te
slagen. Ik wil in het klein beginnen, slechts
weinig wagen, met kleine winsten tevreden
zyn en als alles goed gaat, grootere zaken
beproeven. Langzaam, maar zeker wil ik
trachten my eene positie te veroveren, zoo
dat, wanneer eenmaal de dag van myne
overwinning aanbreekt, ik met vollen moed
en helderen blik de toekomst tegemoet kan
zien en je ten huwelyk vragen als onaf-
hankelyk man. O, liefste, dag on naoht denk
ik er aan."
Hare hand drukte innig de zyne.
«Moge de Hemel ons bijstaan «n ons
helpen in de vervalling van onze liefste
wenschen."
Het begon reeds te schemeren, toen zij
beiden het huis van Evert Hartman bereik
ten. Vol liefde trad mevrouw Hartman haar
tegemoet.
«Gerda is ook hier", zeide zy, terwyl zfc
hen voorging naar den salon, waar z(j Gerda
bleek en verdrietig aantroffen.
Gerda van Bronseveld, geboren Hartman,
zag er bleeker dan gewoonlyk uit; haar
geheele houding teekonde gejaagdheid.
Slechts even sprak zy met Panlina on
volgde dan haar broeder, dio de eetkamer
achier don salon, binnenging.
«Evert", zeide zy met stokkende stem,
«ik moet je spreken, al is het maar een
enkel oogenblik
Hy keerde zich naar haar toe, on by het
zien van haar gelaat wist h^j reeds wat zy
zeggen wilde, vóór zy één enkel woord ge
sproken had.
Zy legde hare armen om sjjn hals.
«Eveit ik was het, die achtor de por-
tièro alles aanhoorde, wat je van Robert
hebt verteld. Ik deed er niet goed aan, te
luisteren; maar ik kon het niet helpen. Ik
kwam om jonker Koert te roepen, maar toen
ik hoorde, dat hy bezoek had, bleef ik
wachten en hoorde Robert's naam noemen.
En dat was voldoende voor my, om te bl|jvon
en te vernemen, wat by gedaan had. O,
Evert, en in dien man heb ik vertrouwen
gehad, dien man heb ik gehuwd 1 Ik heb
isedert lang niet meer lief ik mag
het nu wel bekonneD, niet waar Ik had
dien man nooit moeten hnwen. Zyn karak
ter O, Evert, het is alles zoo anders dan
het eerst 3cheenEn dat by my dat aan
gedaan heeftmyn eigen broeder
Evert sloot haar teeder in zyne armen.
«Gerda, mijn lief zusje. God weet, dat ik
liever zou gestorven z|jn, dan dat jij ooit
achter de waarheid zou gekomen zijn", zei
hy vol bitterheid.
«Neen, neeu, ik ben dankbaar, dat ik hot
weet. Ik weet nu, hoe edel myn broeder is.
En dat hyhy, Robert, een God ver
geve het my eon schurk is. Ik zal Qod
om kracht bidden. In het eerst wist ik maar
niet, wat ik doen moest, maar nu weet ik
hot. Ik zal mevrouw van Bronseveld, Pau
lina en de heele wereld op de hoogte brengen.
Ik zal het in de kranten bekend maken
en iedereen zal het gelooven. Ze zullen niet
zyn als jonker Koert, die met open oogen
slaapt of blind is. Jo naam zal gezuiverd
worden en je zult je onde plaats in de
firma weer innemen, ik ben immers een van
Bronseveld", zei zy bitter, «ik zal daar voor
zorgen 1 Myn eigen edele broeder zal niet
langer onder verdenking blyven. Je zal ge
zuiverd worden van de smet, evenals Robert..."
Zy hield op, want haar broeder had zjjno
hand op hare lippen golegd.
«Stil, Gerda I" zei hy ernstig.
Zyn schoon gelaat boog zich over het hare
en zy zag aan de ernstige uitdrukking, dat
hy meende, wat hy zeide.
«Stil, Gerda I Luister I Ik verbied je er
over te spreken. Je moogt er met niemand
over prateD. Het is een geheim, dat je toe
vallig ter oore is gekomen, en je hebt niet
het reeht er over te spreken. Het is een
tnsschen Robert, je schoonvader en
my. Je moogt het niet verraden."
Waarom niet?"
Hot bleeke gelaat van Gerda zag ver
langend naar hem op.
«Waarom niet?" vroeg zy, terwyl z\j
steeds op antwoord van hom bleef aandringen.
Maar op dat oogenblik stak mevrouw
Hartman het hoofd om do deur en vroeg
,Kom jelui binnen, kinderen? De thee is
ingeschonken!"
TWINTIGSTE HOOFDSTUK.
fMynheer Kolker, mynheer! H|j zegt, dat
by u gaarne terstond zou willen sproken
over particuliere zaken."
Jonker Koert keek op van den stapel
papioreD, die zyn lessenaar bedekte.
«Hebt gjj hem al meer gezien?"
Niet, dat ik my herinner, mynheer."
Het hoofd der firma Van Bronseveld
Schoonegevel aarzelde zichtbaar.
Hy had het dien middag druk en vond
het allesbehalve aangenaam gestoord te
worden; maar aan den anderen kant vond
hy het noodig hom te woord te staan, daar
de man beweerd had, uitsluitend om hem te
spreken van Leiden naar Amsterdam te zyn
gekomen.
Hy dacht nog even na on gaf toen order,
don heer Kolker binnen te laten.
De klerk vertrok en jonker Koert wachtte;
hij had zyne oogen gericht op het groote
p'.rtrot van z(jne dochter, dat op zyne lesse
naar ntond.
Iedoroen moest opgemerkt hebben, dat
zyn gelaat de laatste weken eene groote
verandering had ondergaan; diepe groeven
ia zflu voorhoofd en om den mond hadden
het een tiental jaren ouder gemaakt.
De heer Kolker trad binnen. Het was eon
net gekleed man, welgebouwd, doch wiens
voorkomen den burgerman toekende. Nadat
jonker Koert hom eens goed opgenomen had,
kwam hy tot do overtuiging, dat het iemand
was, dio met paardenwedstryden to maken
had. Ongetwijfeld was het een bookmaker.
En de eerste woorden, die de pas binticn-
gekomene sprak, bevestigden zyne meening.
«Ik ben van Leiden hierheen gekomon,
jonker Koert", sprak de bezoeker. „Myn
naam is Kolker, bookmaker. Ik heb op ver
schillende tyden allerlei transacties mot uw
zoon gohad, die nu bij my in het krjjt staat
voor een bedrag van een vyftig duizend
gulden
„Vijftig duitond gulden I"
Kolker knikte toestemmend.
„Het juiste bedrag, dat uw zoon, de heer
Robert van Bronseveld, my schnldig is, be
loopt vyf-en-vyftig-duizend gulden. Hy is in
den laatsten tijd zeer slecht van betalen, en
daarom oordeelde ik het noodig, om u er
van in kennis te stellen. Ik heb de noodige
brieven en promessen medegebracht, u kunt
u duB overtuigen. Ik heb ook een staat op
gemaakt van den omvang van onze zaken
met elkander, u kunt dan een juist begrip
krijgen van do enorme „zaken" van uw
zoon, als ik het zoo eens mag noemen. Do
weddenschappen werdon nu eens op zyn
eigen naam, dan weer op dien van Evert
Hartman gedaan. Ik noem dezen laatste,
omdat ik geloof, dat dit van belang kan zyn,
na al wAt er op uw kantoor den laatsten
tyd is voorgevallen."
(Wordt vervolgd).