KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor HeiderTexelWlerlngen en Anne PeuÊowne» No. 4080. Woensdag 8 April 1912. 40ste Jaargang. De Zoon van den Bankier. 't Vliegend Blaadje p. 3 m. 50 ct, fr. p. poet 75 ct., buitenland f 1.26 Pr»- Zondagsblad 37J 45 f 0.76 sa >ën Modeblad t 65 (Voor het buitenland bij vooruitbetaling.) Advertentie*! van 1 tet 6 regel» (b$ vooruitbetaling) 30 cent. Elke regel meer6 Bewijs-exemplaar2) Vignetten en groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Intero.- Telefoon SO. Versohijnt Dinsdag- en Vrijdaq middag. UitgeverC. DE BOER Jr. (v./h. BERKHOUT Co.), Helder.. ■IEUW8BERICHTEM. HELDER, 2 April. Ambachtsschool. Het diploma van den 3-j a r i g e n cursus werd behaald door: R. de Boer, E. Bontes, A. v. Horkhuizen, H. Kwast, M. Kort, H. Kikkert, H. W. Kriste), C. J. Kramer, G. Moor, M. Manheim, J. Pheiffer, P. Smit, R. Terburg, G. Togolaar, J de Wyn, A. R. Zwierstra, R. W. Je'.lema, G. Brouwer, P. Kuiper, J. Buys, G. Loen en C. J. Zoon. Bevorderd tot de 3o klasse: A. v. Esschcten, J. Ga ij aard, J. J. J. de Glopper, A. Gooien, K. P. Hagenaar, A. Harings, J. Koster, C. Kramer, A. Langhors', C. A. v. d. Linde, A. v. Pelt, C. v. d. Plas, N. Roobol, L. Smit, 1. A. v. Seumercn, G. M. Veth, C. Visser, N. de Wyn, K. van Meerten, R. Stobbe, C. de Cock, O. Smits, H. M. Bols, J. J. Tillerup, C. S. Vinken, G. C. Petersen, C. Kort en C. Zlircher. Niet bevorderd 3. Bevorderd tot de 2e klasse: F. van Baaren, I. L. N. Baljeu, J >h. Bos, H. M. J. v. Gasteren, N. Bakker, W. J. de Jong, P. J. Korver, R. Kramer, H. L"*ijen, P. v. Lopik, L. H. Menke, J. A. Raap, K. Smelik, L. B. v. d. Struys, C. de Vries, G. de Vries, Smids, S. Puiman, C. Buys, D. H. v. d. Hoop, W. v. d. Heiden, C. Leeuw, C. Th. Dito, J. D. Says, J. Dienaar, J. Hen- drikse, R. Keppnl, W. Kraak, W. Schreuder, A. A. G. Karsten, N. J. Tielrooy, K. Tol en P. Kramer. Niet bevorderd 5. Gemeente-Burgeravondschool. Het diploma van don l-j avigon cursus werd behaald door: P. Treffers, II. Groot, H. Gayaard, T. Roozekrans, C. de Cock, H. Kristel, P. Koyper (bankw.), H. Kwast, G. Moor, R. Ricmers, G. Veth, A. D. Vogt, Joh. A. Zite, Joh. Pfeifler, P. Smit, E. PansBe, F. Nukoop, Jb. Burger», Jan Buys (met lof), J. Dop, R. Kramor, P. Kuyper (timm.), H. Rieuwerts, H. van Streyen, F. Winter, T. J. Koyzer en R. Jellema. Afgewezen 14. Bevorderd tot de 4e klasse: P. Geus, J. Graaf, J. v. Wolferen, J. de Kok, J. Kok, J. Rustemoyer, H. Schillemans, J. P. v. d. Zee, A. v. Senmoren, K. BonteB, J. Hollenberg, N. de Wyn, A. Kersbergen, C. Ztlrcher, G, Brouwer, F. Klaassen, G. J. de Klerk, H. Meyer, C. Nagtzaam, J. H. Ran, H. Reynhout, A. v. d. Wal, A. Hey- blom, C. Visser, C. S. Vinkon, J. Bos, A. v. Easchoten, B. v. Gasteren, J. do Glopper, A. Gomes, K. Hagenaar, A. Haring?., C. Kramer, C. v. d. Plas en N. Roobol. Niet bevordord 14. Bevorderd tot de 3e klasse: W. Boogaard, C. Buys, D. van Os, J. F. Willoms, G. v. Wolferen, J. Bal jen, P. Grande, D. H. v. d. Hoop, J. Stobbe, R. Stobbe, G. de Vries, P. Korver, J. Raap, J. Hoogerwerf, G. Leen, A. Langhorst, C. Berkeljon, P. H. Gomes, L. Adriaanse, P. Asseudorp, J. Geervliet, J. de Kloe, Joh. Kramer, P. Kramer, A. Schendolaar, A. v. StreyeD, H. Felkers, Joh. A. de Vries, J. F. Winter, C. Zoon, E. Bakker, C. Korfl, W. Kraak, J. Bakker, J. Walboom, H. v. Zweden, F. van Baaren, Joh. Bakker, J. F. Ekkers, N. Grooff, W. J. de Jong, R. Kramer, P. v. Lopik, H. Leyen, L. H. Menke, J. Saeijs, C. do Vries en A. v. d. Linde. Niet bevorderd 10. Bevorderd tot de 2e klasse: J. Blom, P. Ekamp, G. J. Geervliet, W. Gode, M. Valkhoff, J. Hendrikse, A. Karsten, C. J. Klik, C. Kort, P. Kramer, H. Lavell, L. J. T. van Leeuwe, I. Mcynen, H.Ruccsteyn, J. Rieuwors, P. Slort, J. Tielrooy, J. Tiesson, K. Tol, D. Byl, C. Leliveld, P. van Meurs, J. J. Mallet, W. van Baaren, G. P. Bizei, J. v. d. Blom, R. C. Bylsma, C. Dito, F. van Dok, F. Elout, G. de Haan, J. A. Hoelaodt, M. W. Hoogerduijn, J. Kooy, C. Puiman, J. Smids, L. Smit, G. v. Straaten, W. Veth, P. Wiese, P. Agema, C. T. J. Banning, P. Blok, C. de Boer, J. de Boer, P. Boerdyk, J. A. Brandjes, L. Brouwer, N. Byl, A. DhoDt, J. Endenburg, G. v. d. Haagen, P. M. don Hartog, J. v. d. Heuvel, A. J. Hofland, J. Hoogerwerf, J. Kaan, A. Manier, H. Raadgers, Th. v. d. Star, C. Struatsma, P. Kraak, P. L. Wols, J. Ahrend, H. Selderbeek, en J. de Roode. Niet bevorderd 10. Noodlottig. Zondag beging een jonge man aan den Kanaal weg de onvoorzichtigheid van oen in volle vaart zynd ry tuig te springen. Hjj kwam van den bok onder het voorwiel en werd met gebroken been en aan het hoofd verwond opgenomen. „Burgerkring Harmonie". Wie een recht prettige avond wil hebben, moet een feestvierende vergadering bijwonen van deu ..Burgerkring Harmonie". Zaterdag avond hebben de bezoekers zich weer koste lijk geamuseerd in «Tivoii". Na een openings woord van den voorzitter, den heer L. A. Hartsinck, kwam men al spoedig in oen ODgedwoDgen, opgewekte stemming door do aardige coupletten, die gezamenlijk uit volle borst werden aaugeheveD. Daarna konden de aanwezigen zich een paar uur aangenaam bezig houden met het mooie, allerleukste biyspel van Carl Laute, //Een dolle streek", dat meermalen de zaal deed schudden vau 't lachen. Kranig werden de vier bedrjjven gespeeld. Theodoor Steinkopf, zyn tweede vrouw Frederiita, de dochter uit het eerste huwelyk, de student in do medicijnen, Birn- stiel, pedel in de studenten-societoit, do kapel meester Kt öoleio, Tifi Orintauskado chanteuse, de rentenier Bender en vrouw en dochter, zoo ook de vriend van Steinkopf, Cesar von Schmetting en Frans, ze doden het immers allen goed? Welverdiend was d&u ook telkons het applaus. Natuurlyk na afloop gezellig bal, waarvan velen profiteerden. Een collecte voor een weduwe braoht f 8.05 op. Ter waarschuwing. Eenige ingezetenen dezer gemeente zijn er ingeloopen by een rokeren U. Mol Jr., hoeve •Zoldenrust" Apeldoorn, die iu verschillende dagbladen aardappelen te koop aanbiedt. Na hot zenden van postwissel zal znon puiko waar tegen een mat ig pi ijsje ontvangen, doch er komt niets en op verdere correspondentie wordt niet eens geantwoord. De burgemeester vau Apeldoorn by wien meerdere klachten hierover inkomen acht hot geraden niet op deze aanbieding in te gaan. Stuurlieden examens. 's-Gravenhage, 29 Maart. Geslaagd groote stoomvaart le stuurman J. Slof en J. vun der Sloot; 2o stuurman O. W. Jonkers. Legaten. Brielle. Freule Van Brakel, overleden te Oudenrijn, heeft aan het Asyl voor Oude Zeelieden alhier vermaakt f 15,000, terwyl do diaconie der Ned. Herv. gemeente alhier een legaat ontvangt Vau f 40.000. (Hbl.) Ontvluchting van korten duur. Vrijdagmorgen is uit het Huis van be waring te Almelo ontvlucht zekere E. D., die in voorarrest zat wegens het stelen van fietsen. In zyu col zou door een timmorman zyn bank hersteld worden. Vau een on bewaakt oogenblik maakte hy gebruik den timmerman in de col te sluiten. Den ge vangenbewaarder E. gaf hy mot eon stuk hout, waarin een paar spijkers zaten een geducht en slag op het hoofd, waardoor E. neerviel en vry geva&rlyk gewond werd. Met behulp vau eon waterslang liet hy zich daarop van de twoode verdieping op den grond sakken en wist zoo to ontkomen. Hy werd dadolyk nagezet en het mocht de marechaussee na eon paar uur gelukken hem in het Nyreesbosch weer te vatten. Voik8temming Franeker. Nadat enkele dagen geleden te Sneek een volkstemming in zako drankverkoop gehouden was, vond nu hetzelfde plaats te Franeker. De uitslag was dat 3857 stemmen werdtu uitgebracht. Van onwaarde en blanco 297. zoodat het aantal geldigo stemmen 3560 be droeg. Voor onbeperkten drankverkoop waren 51 stemmen, 198 wilden den huidigen toestand bestendigen, 442 wilden het aantal drinkge- legen heden verminderen, terwyl 2869, zijnde 80% die geheel wilden laten verdwyuon. In Dinxperloo was bet 61%, in Steenwyk 64%, in Glanerbrug 75%, in Hengeloo (O.) 57%, in Smallingerlaud 64%, in de dorpen op den Langendyk 44%, in hot kiesdistrict Schoterland 57%, in Enkhuizeu 56%, in Beverwijk 53%» in Mcnaidumadeel 76%, in Sueek 70% terwyl nu in Franeker 80%. Midden April zal er te Sappemcor weder een volksstemming plaats vinden. Een rare beiooning. 't Is nog niet zoo laog geleden vertelt het rN. v. d. D." dat het volgonde ge beurd is. Een agent had des avonds aau den eenzamen Zeeburgerdyk te Amsterdam te letten op dieven, die aldaar herhaaldelijk telegraafdraad stalen. Hy had eon revolver by zich en legde zich in hinderlaag. Er kwamen twee personen voorbij, die op ver dachte wyze een zak droegon. De agent springt te voorschijn, houdt hun den revolver voor en roept: Sta of ik schiet! waardoor het tweetal verschrikt geworden, staan blijft en toelaat dat de agent oen ooderzoek in stelde in den zak, die werkelijk gestolen telegraafdraad bleek te bevatten. Aileeu door hon in bedwang te houden met den revolver, kon hy toen de dieven behoorlijk naar het naaatbyzynde bureau, geleiden. De dieven werden door de rechtbank vry ernstig gestraft, maar het ongeloofelyke volgde later: de hoofdcommissaris strafto den agent, wegens het dragen van een niet lot zyn uit rusting behoorend wapen I De auto bandieten. Met do portretten en signalementen dor kranten en met wat verbeelding kan men in een heeleboel menschen een der boeven zien. Een lichte juffrouw van Montmartre, die gisternacht haar gnnsten verkocht had aan oen veekooper uit de provincie, kreeg in den morgen de ingeving dat haar ruwe gezel een van de bandieten moest zyn. De veekooper bemerkte dit en had de zonderlinge aardigheid het vermoeden door zyn woorden te versterken. De juffer, hoewel schrikkelijk beangst, vond in de hoop op 100,000 frank den moed, haar nachtgezsi mee nanr een café te krijgendaar waarschuwde zy deu patroon, deze de politieeen troep stevige agenten kwam den man gevangen nemen. Do zonderlinge grappenmaker beklaagde zich niet over de vergissing en constateerde alleen dat de kranten overdreveu,wannoer die be woorden dat de politie niet actief was. Heden was het eon kapper in Lyon, die oen chauffeur binnen zag komen die verzocht onmiddelyk en vlug geschoren te worden. Hy leuk op Bonnot. De kapper kwam hom beleefd enn handdoek om den hals doen en stropte don handdoek toen stevig dicht. De chaufienr spartelde en protesteerde woedopd en vuur rood, maar de kapper hield stevig, op gevaar af hem te verstikken, die klant van 100,000 frank vast, terwyl eon bediende de politie ging halen. Maar het bleek een totaal onschul dig chauffeur te zyn. In de bladen zien wy, dat do krediet instellingen te Parijs maatregelen genomen hebben by de maandwisseling, die, daar 31 Maart ditmaal op Zondag valt, tot Maandag 1 April verschoven ie. De loopera der banken zullen op dien dag gewapend worden en door eon gewapenden begeleider by hun wandelingen door Parys vergezeld worden. En ook ds bediendon in do kantoren der bankinstelling zullen Maandag van revolvers voorzien zyn. Dit lezende, denkt men aan het opschrift, dRt onze correspondent een paar maal ge plaatst heeft boven brioveD, waarin hjj schroef over het moorddadig optreden dor auto-bandio- lon. Dat opschrift luiddeIn de wildernis. Inderdaad, waar blijft fde beschaving" in oen stad, waar zy, die er geld mouten innen, slechts gewapend over straat durven gaan I (»N. Rott. Ct.") Do moord op kapitein Reetsch. Omtrent den moordaanslag op kapitein Rot-tsch van het 18e regiment infanterie te Ostercde, die op de binnenplaats van de kazerne door den musketier Ehnorslubeu van dezelfde compagnie werd doodgeschoten, ver nemen de Berlynsche bladen thans de vol gende bijzonderheden: De soldaat bevond zich op de gang van zyn compagnie-afdeeling en schoot door het gungvenster met zyn dienstgeweer op zyn kapitein. Deze werd in de linkerborst ge troffen en stortte onmiddellijk dood op den grond. Toen Reitsch getroffen werd, bevond hy zich in gezelschap van eenige andere officieren. Voor dezen in den eersten schrik duidelijk begrepen wat er eigenlijk gebeurd was, klonk reeds een tweede schot op de compagoiegang. Do moordonaar had zich door eon schot door het hoofd het leven bonomen. Alvorens eenige onderofficieren en soldaten, die zich op dezo kazerneafdeeling bovondon, waren toegesneld, was de onzalige daad afgespeeld. Beide ljjken werden naar het lijkenhuis van het garnizoenslazaret vervoerd. De oorzaak van het treurige voorval moet hierin te zoeken zyn, dat kapitein Reetsch uiterst streng was voor zjjn inferionren. Een nader onderzoek zal moeten uitmakoo, of dit inderdaad zoo is, dan wel of or oen andere, ingewikkelder oorzaak voor het drama bestond. In de Maartaflevering van «Onze Vloot" leest men het volgonde: Hulde aan Moeder de Vrouw. Wannoer men een boek. handelend over zeegeschiedenis, leest, zal men het allicht ten slotte !er zijde leggen met de overtuiging, dat het zeewezen aan de vrouw weinig to danken heeft. Wel ia waar, vindt men in het standaardwerk van De Jonge vermeld, dat een drietal vrouwen in den eersten En- gelschen oorlog in manskleederen dienst oamon op de vloot, doch heel ver brachten zy het niet, want, ontdekt zijnde, werdon zjj ontslagen. Van een dezer, Adriana la Noy, getuigde do kapitein, dat zy zich op tochten en wachten had gedragen als een vroom en eeriyk matroos. Een der beide anderen was Anna Jans. Zjj werd aangenomen als marsklimmer on als ik my niet vergis, in spireerden hare lotgevallen den dichter van het versje «Daar was laatst een meisje loos", zoodat de Nederlandsche letterkunde ook nog eenige verplichting aan haar heeft. Bij dozc namen blijft het. Snuffelt men echter wat in oude papieren, dan bemerkt men alras, dat gedurende een paar eeuwen onze schepen en vloten moeilijk zoudon hebben kunnen uitloopsn zonder de goede zorgeu van de vrouwen der kapiteins. Zulks was in den tyd van het veel gesmade systeem, dat de bevelhebbers der schepen zalf belast waren met de schafting van hun equipage. Wanne- r dan de vloot voor 4 maanden moest victualieorbn, ging er vanwege het Collegie der Admiraliteit een boodschap naar de onder het zelvo rossortoerende kapiteins om te zorgen voor de noodige victualie en togen hnnne vronwen dadelijk aan het werk om deze gereed te maken. Was de vloot in zee en bepaalden de Staton-Generaal, dat zy b.v. twee maanden langer moest uitblijven, dan oorspronkelijk bevolen was, dan kregen de kapiteinsvrouwen zelve de boodschap om voor het noodige eten te zorgen. Daarbij bleef het niet. Want wanneer de schepen in zee volk verloren hadden en moesten ver trekken zonder nog volledig bemand te zyn, namen de kapiteinsvrouwen verder matrozen voor do schepen hnnner echtgenooten aan. Zoo lezen wy, dat de vrouw van kapitein De Mnnnick 23 man op ordinarissoldij had aangemonsterd en dat het Rotterdamsche Admiraliteiis-Collegie haar verzocht nog met _varven door te gaan. Wy spraken zooevcn van het veel ge smade systeem, dat de bevelhebbers der schepen zslf voor de schafting hnnner equi pages zorg droegen. Zeker zonden wy het systeem niet in verdediging willen nemen of het terugwenschen, maar toch moeten wy niet vergeten, dat het volk niet zoo aan willekeurige opvattingen van kapiteins was blootgesteld, als wel eens aangenomen wordt. Do rantsoenen werden in de eerste jaren onzer zeemacht door den krijgsraad, later door de Admiraliteits-Collegiën aangegeven, en moesten de schepelingen op verminderd rantsoen worden gesteld, dan werd dit in geldswaarde vergoed. Ook waren het niet alleen de Bestovaers Tromp en do Ruyter, die goed voor hunne ondergeschikten zorgden. Daar was byv. de stuursche De With, die by de equipages zoo weinig gezien was, maar die toch aan zyn neef Jan de Haes schreef Voorts draag toch op de vivres goede zorg, opdat het volk het haro hebbe en niet worde verwaarloosd." En hy hield daarby het gezag zynor huisvrouw zeer hoog, want over alles wat de victualie betrof, moest neef Jan met de vrouw van do With spreken en do vice admiraal wilde niet, dat er iets buiten haar voorkennis gekocht werd. Het is kwaad vechten met een leege maag on door dit te voorkomen hebben de vrouwen in zekeren zin jarenlang medegewerkt aan do slagvaardigheid van 's Lands vloot. Maar dit is toch niet de reden, waarom dit ar tikeltje het opschrift draagt van: Hnlde aan Moeder de Vrouw 1 Wy denken daarby nog aan iets anders. Wanneer we namelyk lozen hoo meerdere geslachten vue Trompen, De Rnyters, Evert- sens, Van Nessen, Bunckerts, op de vloot gestreden en velen hiervan hun leven voor het vaderland gelaten hebben; hoe dikwyls do zoons op don leeftyd, dat onze jongens pas de lagere school bezoeken, met hnn vaders het zeegat uitgingen, dan komt by ons wel eens de vraag op: «hoe is dat af scheid, die tyd van scheiding voor de vrouw ou moeder wel goweest?" Zwaarder dan het bericht, dat echtgenoot of zoou in den stryd gebleven was, moet dikwijls de pynlyke on zekerheid zyn geweest of zy in leven waren of niet. Daar is bijv. de admiraal Pater, die in 1631 in den slag by" Pernambnco sneuvelde, maar omtrent wiens lot men ge- ruimen tyd in het onzekere is geweest. Dan viodt men, om een ander voorbeeld te noemen, in de Koninklijke bibliotheek te 's Graven- hage een klein boekje, waarvan de titel reeds voldoende spreekt: Hamel (Hendrick), Jour- noel van do ongelukkige voyagie van het jacht «de Sperwer", van Batavia gedestineerd naar Tayowan in 'tjaar 1653 en van daar op Japan, hoe 't zelve jacht door storm op 't Quelpaarts eylant is ghestrant ende van 64 personen, maar 36 behouden aan 't voor noemde eylant by do wilden zyngelant: Hoe do selve maats door de wilden daar van daan naar 't Coninckryck Coeree (Korea) zyn vervoert, by haar gonaarat Tyocenkoeck. Alwaar zy 18 jaar en 28 daghen in ala- vorneyo onder de wilden hebben gesworvon, zijnde in die tyt tot op 16 na aldaar ge storven, waarvan 8 personen in 'tjaar 1666 met een klein vaartuyeh zyn ontkomen, la tende daar nog acht maats zitten ende syn in het jaar 1666 in 't vaderlandt gearriveert, beschreven door de boekhouder van 't jacht, Rotterdam, Hendriok Hamel van Gorcum." Dertien jaar van pijnigende onzekerheid. Maar men behoeft daarvoor niet eens zoover als Japan te gaan. We hebben ons slochts te wenden naar de Middeliandsche zee, waar de Nedorlandsche schipper rondvoer, die als winst te behalen mocht zyn door de hel zon zeilen, al moesten de zeilen daarby ver branden; en zyn pendant, die zich van den duivel en do koningin der aarde niets aan trok on vroeg of hij zieh dan aan Neder landers en Noderlandsche voorschriften zou storeD, als deze hem in het winstmaken hinderden. Door hen werden we de vracht schippers van Europa, door hen werd Neder land machtig en ryk, maar tevens werd in 1618 het aantal schepen in do Algiersche zeeroovorsvloot, welke oorspronkelijk Neder- landsch geweest waren, geschat op 70. De bemanningen waren gedood of zuchtten in slavernij en thuis zat moeder de vrouw maanden en jaren in onzekerheid omtrent hot lot van man of zoon. En om nn niet by do Hollanders te bly ven,spreokt het niet tot het gemoed, als men leest hoe de onde Sir John Hawkins op 75-jarigen leeftyd deelnam aan een expeditie naar Zuid-Amerika, in de hoop zyn zoon, die by de Spanjaarden gevangen zat, te kunnen verlossen? Lang echter voor de bergen van Zuid-Amerika boven den ho rizon verrezen, legde de oude zeevaarder zyn hoofl voor good ter ruste neder en zyn vrouw bleef achter met een zoon, aan wiens bevryding zy voorloopig moest wanhopen. Daar is van de zeemansvrouwen in de 17de eeuw veel gevraagd. Hebben zy geleden en baar leed in stille berusting gedragen Wy gelooven moer dan dat. Ook zy hebben gevoeld, dat zy iets aan haar land en haar volk hadden to goven. Hierboven werd gezegd, dat we in do zeegeschiedenis slechts zoldon iets van ze te booren krijgen. Maar toch klinkt te midden van het rumoer der stemmen van schippors, die hel, dnivel en koningen der aarde trot seerden, een enkele maal het zwak geluid van eon vrouw tot ons door. Daar bevindt zich in de Keninklyke Bibliotheek een brief uit Rotterdam van het jaar 1652, waarin wordt medegedeeld hoe de zoon van den Kapitein Verhaven, die zelf in het gevecht insschen de Ruyter en Ascue zwaar gekwetst was, als jongen van 20 k 21 jaar het bevel over zyn vadors schip gekregen had. En toen nu het schip gereed lag om onder Tromp weder tegen do Engolschen te gaan slaan, kwam de moeder, die, gelyk de brievenschrijver zegt, alyd zeer veel van haar kinderen had gehouden, nog eens aan boord om haar zoon aan te moedigen, want reide zjjilk had liever, dat myn zoon my in een mand aan duizend stnkkon thuisgebracht werd, dan dat hy een voet zoude wyken, of als een Bchelm zoude door gaan." Was het te verwonderen, dat de jongen, zooals de schryver van den brief one vertelt, in den slag by de Cingels een der eersten by de EngelBchen was en daar wel zjjn eer betrachtte Zoo droog de Nederlandsche vrouw der 17de eeuw haar lot, of betor zoo vervulde ajj hare roeping. En daarom nog eens Hnlde aan Moeder de Vrouw. H. E. v. A. DE WEEK. 8U Maart. Jawelkronieken is ren mooi werk, maar kroniek eena, al» er niets te kronieken valt. Dan wordt het oen gansch ander paar manchos Andere menschen, buitenlanders en zoo, hebben het gemakkelijker. Ik stel me ten miDBte voor, dat een Engelsch journalist, midden in de kolenstaking. genoeg vindt om over te schreven. Altyd wanneer do post het volhoudt en do kopy op tyd aan do krant komt. Maar alles wel beschouwd, zou liet publiek daar nog wel begeerig zyn naar een ander bericht omtrent deze aangelegenheid, dan dit: dat het uit is? Uit, maar hoe? "n Blank-officier kan met geweld een slaaf aan het werk ranselen, goed, maar wie nood zaakt een millioea menschen om in ion gat in den grond te kruipen en daar kolen to h&kkoo, wanneer dat millioen zegtbak zelf? Dan kan men wel zeggenals je niet bakt verdien jo geon botorham voor je vrouw en je zelf, maar och, als door stagnatio in elk bedry'f 04D boterham voor den staker als voor den werkwillige al even onbereikbaar wordt, wat bereik jo dan Dan wordt het oenig resultaat, dat beide tegen elkaar zeggen: ljjd dan ook honger sn hooi de rest er bjj. In plaats vau samen te werken en zelf goed te eten, al is het dan met het somber, naargeestige bewustzijn, dat de baas twéé schyfjes spek op zyn boter ham hoeft, inplaats van gy eon. Ziet, dut zjjn du van dio uitweidingen en bespiegelingen, die alleen opkomen in het brein van een kroniekschrijver, met „plein- es" by het aanschouwen van zjjn wit papier. De vaak gehoorde verzuchting, dat hot elders zoovool beter is dun hier, is over dreven. En onrechtvaardig, want bnnjjdt iemand aan Frankryk zjjn bandieten en zyn blijkbaar voor het werk niet heolcmaal be rekende politie. Dan hebbon wy hier fijner neuzen. In Den Haag ontdekken wedoauto- sehnrkon, in Amsterdam arresteert mon ze op twee verschillende plaatsen to gelyk ir het heen moet als het reisseizoen aan breekt en er meer monschen op straat komen die Fransch spreken, in auto's reizen, veel geld, baardjes en ongunstige gezichten heb ben, zouden wjj wel eens willen weten. De autoreissport wordt er nog onveiliger door dan zenuwachtige, slecht-ter-beensche oude dames met hondje ons nu al zonden wil len doen gelooven. Aardig teeken des tjjds, nu we het toch over anto's hebben, is een annonoo, die dezer dagen in eon der bladen stond, waarbjj eon heer, eigen auto bezittende, kennismaking zocht met 1, 2 of 3 dames ol heeron om voor gezamenlijke kosten, ad 20 cent per kilometer, uit toeren te gaan. Waardige tegenhanger is dit van het insti tuut der „betalende logé's", voor menschen die niet te boek willen staan dat zjj „kamers verhuren" of commensaals honden. Een auto te hebben en dan naar menschen zoeken om samen de kosten van het ryden te betalon, is wel het allernieuwste hot doet denken aan den Scarlet Runner waarvan de William- sons zoo gezellig weten te schry ven. En ten slotte zit er in zulk een amatenr-chauffour- zyn toch ook wel iets aardigs on avontuur lijks. Je kunt nooit weten hoe eeu galanten handig chauffeur een aardige erfdochter op- hengelt. En dan behoeft bjj niet moer te „verhuren" om zdó aan zjjn benzine en ban- dencénten te komen. Maar een merkwaardig teeken deB tjjds bljjft het desniettemin. Over de herrie in de Kamer, over de kwestie of er voor PascheD of daarna al- dan-niot gebakken zou worden, kan hier ge voeglijk worden gezwegen. Daarvan weet de lezer waarscbynlyk al genoeg. Maar eon aneodoto die in do Kamor de rondo doed, ig toch nog wel vermeldenswaardig. Er was n.'. een oogenblik sprake vun dat do hoer Van Nispen zoa komen met hot voorstel ook in de 6tille week te vergaderen. Het voorstel bleef echter uit en ziehier de verklaring die de een of andere grappenmaker or voor ver zon. De Kamor, aldus zou de afgevaardigde van Nymegen hebbon bedacht, begint hoe langer hoo meer een publieke vermakelijk heid te worden. En die worden in Den Haag in die stille week niet geduld. Ziedaar de verklaring van het nitblyven des heeren Van Nispen's voorstel, Mr. Antokio. FEUILLETON. 25) ,0, neen, ik ben niet moe. Ik wil zoo lang mogeljjk van je proflteeren. Ik moet weten, wat je denkt of hoopt te doen. En ookwil ik nn de waarheid weten. Neon, neen. Ik moet nu sprekeu. Het wordt hoe langer hoe ingewikkelder. Wie kan je tegen werken Wie haat je met zoo'n vreeselyken haat Evert, je moet mjj het nu vertellen", smeekte zjj. „Je moet mij nn de waarheid zeggen I" Hare aachtblauwo oogen stonden vol tranen haar blik was zoo smeekend, dat hjj hem byna niet kon weerstaan. Maar toch weerstond hjj hem. «Paulina, liefste, het kan niet", zei hjj flink. «Denk je werkeljjk, dat als ik het je kon vertellen, ik het dan niet al lang zon gedaan hebben Geloof je niet, dat myn hart bitter Ijjdt, en dat, wanneer ik het kon bekendmaken, ik niet hot gevaar zou bljjven loopen, je liefde en je vertrouwen te ver* liezen. Paulina, het is niet voor myn best wil, dat ik de waarheid omtrent dezo zaak geheim houd. Het is betor voor anderen, dat ik niet spreek. Het is botervoor je zelf ook. O, vraag mjj niet meer. Kijk me niet zoo aan. Je hebt mjj lief, je hebt ver trouwen in my; geloof dan ook, dat ik het •tilsirtygan voor je bewaar om je eigen best wil. God weet, dat ik niets liever zou doen, dan je myn hart blootleggen; maar het kan niet nu nog niet." Paulina van Bronseveld keek hem haastig aan by zjjne laatste woorden. «Nog niet, Evert Dus do dag zal toch eens komen tJa, eens moet hjj komen; en ik geloof, dat hij niet meer veraf is." Zwygend wandelden zjj naast elkander voort. rEn tot zoolang zult gy my vertrouwen?" •Tot in eeuwigheid, Evert; ook al zou het geheim mjj Diet ontsluierd wordon." «God zegene je daarvoor", zei hjj zacht, terwyl hjj haar vol vorcering aanzag. //Myn lieveling, myn koningin I Een man zou wel ODgelukisig zyn, wanneer hjj niet slaagde, met een vrouw als Paulina van Bronseveld tot steun! En ik zal slagen, liefste." Hij had zyDo hand op haar arm gelegd en zwygend vervolgden zy hun weg ter wyl zy geen woorden zochten en elkander toch begrepen. Liefde behoeft geen woorden Ten laatste verbrak Paulina de stilte. ,Maar, Evert je kunt geen werk vin den, zeg je. Wat denk je te gaan doen?" Evert Hartman glimlachte en antwoordde: «Het weinigje geld, dat ik had overgelegd, zal ik bosteden om eigen zaken te beginnen, en zoo God wil wel, dan hoop ik te slagen. Ik wil in het klein beginnen, slechts weinig wagen, met kleine winsten tevreden zyn en als alles goed gaat, grootere zaken beproeven. Langzaam, maar zeker wil ik trachten my eene positie te veroveren, zoo dat, wanneer eenmaal de dag van myne overwinning aanbreekt, ik met vollen moed en helderen blik de toekomst tegemoet kan zien en je ten huwelyk vragen als onaf- hankelyk man. O, liefste, dag on naoht denk ik er aan." Hare hand drukte innig de zyne. «Moge de Hemel ons bijstaan «n ons helpen in de vervalling van onze liefste wenschen." Het begon reeds te schemeren, toen zij beiden het huis van Evert Hartman bereik ten. Vol liefde trad mevrouw Hartman haar tegemoet. «Gerda is ook hier", zeide zy, terwyl zfc hen voorging naar den salon, waar z(j Gerda bleek en verdrietig aantroffen. Gerda van Bronseveld, geboren Hartman, zag er bleeker dan gewoonlyk uit; haar geheele houding teekonde gejaagdheid. Slechts even sprak zy met Panlina on volgde dan haar broeder, dio de eetkamer achier don salon, binnenging. «Evert", zeide zy met stokkende stem, «ik moet je spreken, al is het maar een enkel oogenblik Hy keerde zich naar haar toe, on by het zien van haar gelaat wist h^j reeds wat zy zeggen wilde, vóór zy één enkel woord ge sproken had. Zy legde hare armen om sjjn hals. «Eveit ik was het, die achtor de por- tièro alles aanhoorde, wat je van Robert hebt verteld. Ik deed er niet goed aan, te luisteren; maar ik kon het niet helpen. Ik kwam om jonker Koert te roepen, maar toen ik hoorde, dat hy bezoek had, bleef ik wachten en hoorde Robert's naam noemen. En dat was voldoende voor my, om te bl|jvon en te vernemen, wat by gedaan had. O, Evert, en in dien man heb ik vertrouwen gehad, dien man heb ik gehuwd 1 Ik heb isedert lang niet meer lief ik mag het nu wel bekonneD, niet waar Ik had dien man nooit moeten hnwen. Zyn karak ter O, Evert, het is alles zoo anders dan het eerst 3cheenEn dat by my dat aan gedaan heeftmyn eigen broeder Evert sloot haar teeder in zyne armen. «Gerda, mijn lief zusje. God weet, dat ik liever zou gestorven z|jn, dan dat jij ooit achter de waarheid zou gekomen zijn", zei hy vol bitterheid. «Neen, neeu, ik ben dankbaar, dat ik hot weet. Ik weet nu, hoe edel myn broeder is. En dat hyhy, Robert, een God ver geve het my eon schurk is. Ik zal Qod om kracht bidden. In het eerst wist ik maar niet, wat ik doen moest, maar nu weet ik hot. Ik zal mevrouw van Bronseveld, Pau lina en de heele wereld op de hoogte brengen. Ik zal het in de kranten bekend maken en iedereen zal het gelooven. Ze zullen niet zyn als jonker Koert, die met open oogen slaapt of blind is. Jo naam zal gezuiverd worden en je zult je onde plaats in de firma weer innemen, ik ben immers een van Bronseveld", zei zy bitter, «ik zal daar voor zorgen 1 Myn eigen edele broeder zal niet langer onder verdenking blyven. Je zal ge zuiverd worden van de smet, evenals Robert..." Zy hield op, want haar broeder had zjjno hand op hare lippen golegd. «Stil, Gerda I" zei hy ernstig. Zyn schoon gelaat boog zich over het hare en zy zag aan de ernstige uitdrukking, dat hy meende, wat hy zeide. «Stil, Gerda I Luister I Ik verbied je er over te spreken. Je moogt er met niemand over prateD. Het is een geheim, dat je toe vallig ter oore is gekomen, en je hebt niet het reeht er over te spreken. Het is een tnsschen Robert, je schoonvader en my. Je moogt het niet verraden." Waarom niet?" Hot bleeke gelaat van Gerda zag ver langend naar hem op. «Waarom niet?" vroeg zy, terwyl z\j steeds op antwoord van hom bleef aandringen. Maar op dat oogenblik stak mevrouw Hartman het hoofd om do deur en vroeg ,Kom jelui binnen, kinderen? De thee is ingeschonken!" TWINTIGSTE HOOFDSTUK. fMynheer Kolker, mynheer! H|j zegt, dat by u gaarne terstond zou willen sproken over particuliere zaken." Jonker Koert keek op van den stapel papioreD, die zyn lessenaar bedekte. «Hebt gjj hem al meer gezien?" Niet, dat ik my herinner, mynheer." Het hoofd der firma Van Bronseveld Schoonegevel aarzelde zichtbaar. Hy had het dien middag druk en vond het allesbehalve aangenaam gestoord te worden; maar aan den anderen kant vond hy het noodig hom te woord te staan, daar de man beweerd had, uitsluitend om hem te spreken van Leiden naar Amsterdam te zyn gekomen. Hy dacht nog even na on gaf toen order, don heer Kolker binnen te laten. De klerk vertrok en jonker Koert wachtte; hij had zyne oogen gericht op het groote p'.rtrot van z(jne dochter, dat op zyne lesse naar ntond. Iedoroen moest opgemerkt hebben, dat zyn gelaat de laatste weken eene groote verandering had ondergaan; diepe groeven ia zflu voorhoofd en om den mond hadden het een tiental jaren ouder gemaakt. De heer Kolker trad binnen. Het was eon net gekleed man, welgebouwd, doch wiens voorkomen den burgerman toekende. Nadat jonker Koert hom eens goed opgenomen had, kwam hy tot do overtuiging, dat het iemand was, dio met paardenwedstryden to maken had. Ongetwijfeld was het een bookmaker. En de eerste woorden, die de pas binticn- gekomene sprak, bevestigden zyne meening. «Ik ben van Leiden hierheen gekomon, jonker Koert", sprak de bezoeker. „Myn naam is Kolker, bookmaker. Ik heb op ver schillende tyden allerlei transacties mot uw zoon gohad, die nu bij my in het krjjt staat voor een bedrag van een vyftig duizend gulden „Vijftig duitond gulden I" Kolker knikte toestemmend. „Het juiste bedrag, dat uw zoon, de heer Robert van Bronseveld, my schnldig is, be loopt vyf-en-vyftig-duizend gulden. Hy is in den laatsten tijd zeer slecht van betalen, en daarom oordeelde ik het noodig, om u er van in kennis te stellen. Ik heb de noodige brieven en promessen medegebracht, u kunt u duB overtuigen. Ik heb ook een staat op gemaakt van den omvang van onze zaken met elkander, u kunt dan een juist begrip krijgen van do enorme „zaken" van uw zoon, als ik het zoo eens mag noemen. Do weddenschappen werdon nu eens op zyn eigen naam, dan weer op dien van Evert Hartman gedaan. Ik noem dezen laatste, omdat ik geloof, dat dit van belang kan zyn, na al wAt er op uw kantoor den laatsten tyd is voorgevallen." (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1912 | | pagina 1