KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor HelderTexelWIerIngen en Anna Paulownom Woensdag 24 April 1912. 40ste Jaargang. De Zoon Tan den Bankier. 't Vliegend Blaadje p. 3 m. 50 ct., fr. p.»post 75 ct., buitenland f 1.25 Pre- Zondagsblad 97J 45 f 0.75 miên 5 Modeblad i»»66»i»»75» f0.90 (Voor het buitenland bij vooruitbetaling.) Advertentièn van 1 tot 5 ragele (bij voeruitbetallng90 cent. Elke regel meer6 Bewjjs-oxcmplaar Vignetten en groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Interc.- Telefoon 50. Varaohijnt Dinsdag- an Vrijdagmiddag. Uitgever i O. DE BOER Jr. (v./h. berkhuut i. Co.), Halder. Biiraauz Spooratraat en Ko ngstraaf. Eerste Blad. RiEUWSBERICHTER. HELDER, 28 April. Marine-Vereeniging. De revende algemeene vergadering van de Marine-vereeniging zal gehouden worden op Donderdag 25 deaer in de Marineclnb. De lnitenant ter ree le klasse G, J. W. Pntman Cramer zal alsdan als onderwerp inleidenDe huidige atand van bet Marine- vraagstuk. Besproken zullen worden de volgendo drie vragen. le. Pa6t bet door de regeering voorge stelde schip, als moederschip on als ver plaatsbare versterkte basis, in de organisatie eener scheepsmacht in Indië, indien deze voor het grootste gedeelte uit torpedosohe- pen bestaat 2e. Past het iu een organisatie dezer soheepmacht indien zy uit een kern van zware schepen bestaat? 3e. Zyn de argumenten, door de rogeering aangevoerd, voldoende om de urgentie van den aanbouw van dit schip te bewijzen „0. K. K." De Gymnastiekvereen. „Oefening kweekt Kunst" bestaat 30 jaar. Voor eene verceni- ging, die, sooals op de uitvoeringen telkens blijkt, trouw is aan haar devies en dat ernstig nastreeft, alleszins reden om feest te vieren. Daartoe had zy zich opgemaakt Woensdag en Zaterdagavond. Woensdag, toen de jon geren uit het mannelijk gedeelte werkten en flink voor den dag kwamen, woonden we een gedeelte van den avond de uitvoering by. En Zaterdag waB het feest voor de HoofdafdeeÜDg, Dames- en Meisjesklassen. „Casino" was ook dien avond flink bezet. „HelderB Harmoniekapel", onder direotio van den heer G. H. J. tan den Bogaerde, verleende hare medewerking, wat er zeker toe bydroeg de vergaderiag in feestelijke stemming te brengen en te houden. Als in leiding diende „Turnersfeest O.K.K.-Marach' door v. d. Bogaerde, die opgewekt klonk, onderwijl marcheerden vrouwelijke en manne lijke turners het tooneel op en schaarden zich om het vaandei. Opgewekt werd het feestlied gezongon. De voorzitter der vereeniging, do heer T. Kemp, trad naar voren om genoodigden eu leden een hartelijk welkom toe te roepen. Hy wees er op, hoe de vereoniging zich mocht verheugen in gestadigen bloei; de op richting van een meisjesafdeeling, nu do damesafdeeling 5 jaar bestaat en bloeit, is daarvan eon nieuw bewys. De vereoniging telt op 't oogenblik: 30 leden der hoofd af deoling, 16 leden voorbereidingsklasse en 86 adapi- ranten, 20 dames en 36 meisjes: samen aleoo 188. Spr. bracht een woord van hulde aan den heer Van Loo en sprak de hoop oit, dat O. K. K. zich zal steeds mogen verheugen in haar bloei. De heer J. Dry ver Jz., voorzitter van „Pro- Patria", bracht den mondelingen gelukvrensch zjjner vereeniging over. „Wy verheugen ons medo over uw bloei", zeide hy, „omdat gy zooveel doet voor de ontwikkeling der gym nastiek, ondanks de geringe modewerking der autoriteiten." „O. K. K." was steeds bereid steun en medewerking te verleenen waar die gevraagd werd, waarvoor hy een hartelijk woord van dank brengt. Hy eindigt met de beste wonschen voor de Zustervereeniging. De heer A. Melker, bestuurslid van „Ly- ourgus" te Schagen, brengt mede den geluk- wensch zyner vereeniging over aan #0. K. K." by de viering van het 80-jarig bestaan. Hy hoopt dat de vereeniging door haar werken vele harten zal winnen. Het nut der gymnastiek werd begrepen door de regeering, zegt hy, getuige het sub sidieeren van het gymnastiekverbond. H. M. de Koningin werd beschermvrouwe, Z. K. H. de Prins aanvaardde 't beschermheerschap. Wat konden zy beter en mooier doen dan de beschermende hand uitstrekken over de vereenigingen die zooveel nut stichten Spr. zegt alleen niet te begrypeD, dat er zoovelen zyn, die zoo graag over het nut praten maar nog zoo weinig steunen. Daarom hoopte hy dat deze vereeniging vele harten zal winnon. Hy bevAl zyne vereeniging by voortduring in de vriendschap der feestvierende vereeni ging aan, en biedt haar nogmaals zyn beste gelukwenschen. Een warm applaus volgde op deze woorden. FEUILLETOH. •i) Na eenige minuten keek hy op. Evert stond voor het venster met den rug naar hem toe. Evert", sprak de oude man. tJa, jonker Koert?" tVergeef het m(j", zei hy nog eens. «Mjjne uren s(jn geteld. Ik laat zijne straf aan u over." Hy stak hem de hand toe. Myn zoon, maak Paulina gelukkig, dan kan ik gerust heengaan." Diep geroerd drukte Evert de oude, styve Hy wenkte met de hand, ten teeken, dat hy alleen wilde bleven. VIJF EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK. Toen Evert Hartman de deur van jonk*.. Koert'e kamer achter zich sloot, en nog een oogenblik aarzelde of hy het huis zou ver laten, trad Sanders hem op zy, en vroeg «Zal ik mynheer by mevrouw van Bronse- veld brengen fNeen", zei Evert, >breng my naar den heer van Brocseveld." Bandera keek eenigazins bedenkelijk en sshudde het hoofd. *M(jnheer wilde niet gestoord worden.' «Dat doet er niet toe", seids Evert. «Breng Toon werd aan de afwerking van het pro gramma begonnen. Wy kunnen niet elk num mer afzonderlyk bespreken, maar mogen wel getuigen dat elk in 't byzonder getuigde van oefening en volharding. En als b.v. zooals bi) barren eenige vrijheid van oefening werd gegeven, bleek het, dat «O. K. K." over turners le klasse beschikt. Van de meisjes- en damesafdeeling dient te worden gezegd dat de oefeningen uit hot oogpunt vau maat, bevalligheid on afwisseling niets te wenschen overlieten. De nummers door hoofdafdeeling uitgevoerd kenmerkten zich mede door correctheid c-n afwisseling. Er werd den heelon avond uitstekend ge welkt. Na de pauze deed de voorzitter mede- deeling van ingekomen telegraphische on schriftelijke gelukwenschen vant Bestuur Ned. Gymnastiekverbond, van 't Bestuur van 't Gewest Noord-Holland, van den ond.-voor- zitter van „P. P." den heer Schlahmilcb, van Jac. Roggeveen, voorzitter van „Lycurgus" i van „ülympia" te Wieringerwaard. De Gymnastiekvereniging „D. O. K. E. V." van Ewycksluis was door eene deputatie vertegenwoordigd. De oefeningen werden, behalve door aardig gekozen nummers van Helders Harmoniokapel, afgewisseld door een tweetal voordrachten, die wy, hoe mooi op zich zelf, toch niet ge schikt achtten voor het jeugdige publiek. Als slotstukje werd gegeven een kort klucht spel dat ons beter beviel, 't Was getiteld „Er in geloopen of een boer by de spiritisten". De boer die hierin voorkwam was uitnemend getypeerd en speelde best. Er werd hartelyk gelachen 1 't Was al over middernacht eer wc zoover waren. En toen moest het danBen ;Og beginnen. Een collecte voor een behoeftige, zieke weduwe bracht f 12.94" op. Stuuriiedenexamens. 's-Gravenhage, 19 April. Goslaagt voor groote Btoomvaart tweede stuurman, de heeren K. F. F. J. Jenezon en J. P. M. Visser. Tweede Kamer. De Tweede Kamer is thans in openbare vergaderiag bijeengeroepen tegen Dinsdag 30 dezer, dos namiddags te half twee uur. Moord te Meppel. Aangaande den doodslag by Meppel ver neemt het (N. v. d. D.", dat de zoon van P., wonende op de WerkhorBt by Meppol bekend heeft het 6chot te hebben gelost. Het ongeluk op de „Zeeland". Uit een brief, gedateerd 27 Maart, van een dér opvarenden van het oorlogsschip «Zeeland", verneemt «Het Volk het volgende omtrent het aan boord vau dat schip plaats gehad hebbende schiet-ongelnk Het gebeurde op don ochtund vun 27 Maart tusschen 8 uur en halfnegen by het schijfschieten op Klein Bonaire met de ka nonnon van 7.5 cM. stuurboord achter. Als oorzaak wordt beschouwd, dat het buskruit van een der patronen, terwyl deze in het kanon zat, met nog gedeeltelijk open sluitstuk, is ontbrand. De huls vloog er weder van achteren uit, evenals by het ongeluk verleden jaar op de (Hertog Hendrik". De lader bleef onmiddollyk dood. De kommandeur van het stuk word zwaar ia het gezicht en aan don schouder verminkt. De huizenvanger werd zwaar aan zyn arm gewond, welk lichaamsdeel hy ver moedelijk zal moeten missen. Terwyl wy dit sohryveD, zyn wy op weg naar Cura*;ao, om do gewonden naar het hospitaal te vervoeren. De kommandeur is ook meer dood dan levend. De andere zwaar gewonde, is depa- tronenaangever, die zyn linkeroog denkelyk wel kwjjt zal zyn, terwyl zyn arm er nog aan een velletje by hing. De bodem van den huls is met zulk een kracht tegen de kotelkap gevlogen, dat daarin een gat van IJ dM. word geslagen. Een commissie van onderzoek is benoemd. De slagdop der patroon werd nog in den- zelfden staat bevonden als waarmee hy uit de mnitiebergplaats kwam. De oorzaak zit dus in de kwaliteit van het buskruit, dat vanzelf ontbrand is. De gedoode is de matroos 2e klasse Ad. Rein; do zwaar gewonden zyn: korporaal J. C. Verkuilen; marinier 2e klasse C. M. Does burg; lichtmatroos F. LecnhoutB; de licht gewonden: marinier le klasse H. v. d. Laar; marinier 2e klasse J. v. d. Horst; marinier 2e klasse F. H. J. C. v. Leek; marinier 3e klasse A. C. P. Harthoorn. Een paar officieren liepen nog eenige schrammen op. De ramp vau de „litanie". Nader is gebleken, dat het ook in ons vorig nummer opgenomen bericht, bIb zouden slechts 412 personen zyn gered, gelukkig onwaar is. Een op sensatie belust Amori- kaanBch nieuws-agentschap had dit bericht in de wereld geholpen. In de mededeelingen van de teNew-York aangekomen geredden van de (Titanic", staat zeer veel tegenstrijdigs. Maar bij al deze verhalen dient men voorai in hot oog te houden de reusachtige afraeiingon van het schip met zyn vclo d-kken. Natuurlyic is de toostand niet overal gelyk geweest, en terwyl op het eene dek wollioht do meest volmaakte orde heerschto voor zoover by zulk een ramp van volmuakto orde kan worden gesproken is 't zeer wel mogelyk, dat op een ander deel vau het schip zich minder gewenschte tooneolen afspeelden. Het was zeker niet aan to nemen, dat onder een menigte van eonige duizenden mcnschen van allerlei rang, stand en landaard niet velen zyn geweest, die b(j het dreigend gevaar hot hoofd verloren. Het is natunrlyk bezwaarlijk te onderscheiden, wat waarheid en verdich ting is by al deze verhalen van de onder scheidene passagiers, wier zuiver oordeel trouwens door schrik en ontsteltenis ook wol zeer zal zijn vertroebeld. Maar uit de ver halen van de passagiers, die de uitvoerigst» en meest aaneengeschakelde verhalen gaven, blykt wel, dat niels behoeft to worden terug genomen van de hulde, dio aan don helden moed van bemanning en passagiers is gebracht. Hot is begrijpelijk dat do meoBto der ge redden die te New-York aankwamen, te diep getroffen waren door hetgeen zy hadden medegemaakt, om geregelde verhalen te kun nen geven van hetgeen geschiod was. Do moesten konden slochts fragmentarisch mede deelingen doen, die samengevoegd in staat stellen odb te doen zien wat geschiedde. Evenwel, een hunner is toch in staat geweest moer aaneengeschakeld te verbalen. Het was de heer Beesley van LondeD, die aan Reuters vertegenwoordiger het volgendo vertelde «De reis van Queenstown af", zeido hy, «was kalm en uitstekend geweest. Wy had den zéér mooi weer gehad. De zee was kalm en do wind was steeds westelyk tot zuid westelijk geweest. Do temperatuur was zeer koud, vooral gedurende don laatsten dag, zells was het Zondagavond bijkans te koud geweest om aan dek te gaan. Ik had ongeveer tien minuten in mjju kooi gelegen, toen ik te ongeveer kwartier ov«r tienen een lichten schok voelde. Spoedig daarna volgde oen tweede, doch by was niet hard genoeg om iemand ongerust te maken, hoe zenuwachtig men ook mocht zyn aan- gelegil. Do machines echter stopten bykuns onmiddellyk daarna on ik dacht eerst dat hst schip een schroefblad had verloren. Ik ging op dek in mijn ochtendjas en trof daar BlechtB enkelen aan, die evenals ik op dek waren gekomen om te hooreu waarom wy gestopt haddeD, doch niemand dacht aan eenig gevaar. Wy zagen door de rumen van de rookkamer, dat er oen party kaart word gespeeld en ik ging binnen om den kaart spelers te vragen of zy iets wisten. Zy hadden den schok een weinig meer gevoeld en hadden door het raam kykende een reusaehtigon y»berg dicht langs het schip zien drijven. Zy meenden dat wy dien juist even geraakt hadden eu waren even gaan kyken of soms eenige schade was aangericht. Geen onzer had er natuurlyk eenig denk beeld van dat het schip geloopen was in het onder water zynde gedeelte van een Ijsberg, Het spul kaart werd voortgezet en zonder in 't minst te denken aan een ramp, ging ik weer naar mijn hut om to lezen tot wjj weer verder zouden gaan. Geen dergenen, die kaart hadden gespeeld of danrby haddon zitten te kyken, heb ik meer teruggezien. Eenige oogenblikken later hoorde ik men- schen Daar boven gaan en giDg ik ook weer kyken en bemerkte toen dat iedereen weten wilde waarom do machines haddon gestopt. Ougotwyfeld waren volen gewekt uit hun slaap door het ophouden van de trilling, waaraan zy door een vierdaagsch verbljjf aan boord gewoon waren geraakt. Opnieuw op dek gaande, zag ik, dat er een besliste hel ling benedenwaarts was van het achterschip Daar den boeg, doch niet wetende wat ge beurd was, meende ik, dat eenige der voor- ruimen water hadden ingekregen en beneden waarts helde. Weder keerde ik naar myn hut terug, waar my maar bjj hem." Sanders ging hem voor en bleef op de tweede verdieping voor eene deur rochts in. Het is goed", zeide Evert. «Ik zal zelf mjjn komst wel melden. Je kunt gaan." Toen Sanders de trappen afdaalde, legde Evert Hartman de hand op de deurknop, klopte en trad meteen het vertrek binnen. Een bleek, ingezonken jongmensch Btond by de tafel en liet de hand op een lang werpig yzeren kistje rusten. By het zien van den binnentredende gleed er eon donkere blos over zyne vermagerde kakeD. Zenuw achtig trilde zyne hand op het kistje. «Je bent even te vroeg gekomen", zoide hy en deed een zwakke poging om te glim lachen. Evert begreep terstond zyne bedoeling. (Dat doet my genoegen", zei hy ernstig. tTe vroeg is altyd beter dan te laat." Beiden zwegen. (Ik ben gekomen", begon Evert, terwjjl hy naderby trad, «om je de hand te reiken en je vergiffenis te schenken voor alles wat je m|j hebt aangedaan." «Je bent wel goed", zei Robert; „niet iedereen zon handelen, zooals j|j gec' hebt. En ik ben je dankbaar voor all Evert hield nog steeds de hand uitge stoken, maar Robert deed, alsof hy die niet zag. «Ik vertrouwdat je bjj vader geweest benten gehoord hebt van de beschik king (Ja", zei Evert. tik weet, dat je vader my tot hoofd der flrma ,Ja", zei Robert. Weer zwegen beiden. «En ik ben gekomenom je te zeg gen dat ik niet toestem in die schikking, maar dat ik wil terugkomen en deelgenoot ik een warmer pak kloeren aantrok en terwjjl ik mjj kleedde, hoorde ik het bevel geven «Alle passagiors aan dek met reddinggordels om!' Wy gingen langzaam naar boven met de reddinggordels over onze kleeron heen ge bonden, doch zelfs toen nog dachten wjj dat dit oen verstandige voorzorgsmaatregel was, dien do kapiteiu had geDomen en dat wjj spoedig weer voilig naar bed zouden kunnen gaan. Er was in 't goheel geen paniek, noch eenig alarm. Ik deck dat dit te danken was aan den buitengewoon stillen avond en elk gemis aan een toeken, dat or oen ongeluk was gebeurd. Het schip lag totaal kalm en behalve de weinige helling naar beneden, die geloof ik op dat oogenblik geen negen van dc tien zouden hebben opgemerkt, was er geen enkel bewjjB voor een ramp, die volgon sou. Het schip lag er by alsof slechts het bevel gegeven zou worden verder te gaan, zoodra een onbeduidende schade zou zyn herBteld. Maar spoedig daarop zagen wjj, dat de zeilen van de reddingbooten werden gelicht en de mannen, die ze bemannen moesten, staan bjj de touwen on deze ontrollende om de booten te kunnen neerlaten. Toen begonnen wjj te boseflöD, dat hot een ernstiger geval was, dan wy eerst haddon gedacht. Mjjn eerato gedachte was, naar beneden te gaan om moer kleeding aan te trekken en wat gdd te halen, doch ik bedacht in 't volgendo oogenblik, dat het beter zou wezen, geen verwarring te slichten ondor de menschen die naar het dek kwamou. Iu het volgend oogenblik hoorde ik het bevel: «Alle mannen van de booten vun daan bljjvon. Alle vrouwen naar het dek beneden", hetgeen was de rookkamer op het B-dek. De mannen bleven allen vau de booten vandaan en wachtten zwjjgeud. Som migen leunende tegon de verschansing, ande ren het dek op en neer loopende. De booten werdeu toon uitgezwaaid en neergelaton van het A-dek. Toen zy gelijk lagen met het B-dek, werden alle vrouwen bjjeen gebracht, zy gingen k&im in de booten, eenigen uitgezonderd, die weigerden haar echtgenooten to verlaten. In sommige geval len werden zjj vun haar echtgenooten los gescheurd en in de booten gedrongen, doch in vele gevallen werd haar toegestaan te blyven, aangezien niemand haar feitelijk kon dwingen te gaan. Over do verathansing kjjkende, zag men do booten achter, reeds in het water en kalm in do duisternis zich ver wijderend. Kort daarop werden de booten naast mjj neergelaten met veel gekraak als de nieuwe touwen door do katrollen gleden, en nederwaarts gaan do negentig voet, die van de watervlakte scheidden. Een officier iu uniform kwam aangeloopen, toen een der booten neerging en riep«Ga als je op net water bent naar de valreep en bljjt daar met andere booten op bevelen wachten". «Ia orde Sir'', kwam het antwoord, doch ik geloof niet, dat er één boot was, die het bevel kon gehoorzamen, want toen zjj op het water lagen en hun riemen in werking brachten, zag men te duidelijker hoe de stoomer zinkende was. De mutrozen zagen zeor wel dat zjj niet undors konden doon dan wegroeien van het zinkend schip en zoo althans eenige 'evens redden. Zjj begrepen, ongetwjjfold, dat de zuiging vau zulk een reusachtig schip meer dan gewoouljjk govaarijjk zou zjjn voor een volle boot, meest bezet door vrouwen. Al dien tjjd was er geen quaestie van eenigo wanorde. Er was geen paniek of gedrang naar do booten en er waren geen tooneelen van hysterisch snikkende vrouwoD, die men onder dergoljjke omstandighoden verwacht zou heb ben. Ieder scheen slechts zóó langzaam te eeren bogrjjpon, dat er onmiddellijk gevaar was, langzamerhand eerst te bestHcn, dat wjj in 't volgend oogenblik allen in de zee konden liggen met niets anders tot onze beschermisg dan do reddinggordels, tot wjj zouden worden opgepikt door voorbijkomen de stoomershet was buitengewoon hoe kalm ieder was; buitengewoon hoe wjj ons zeiven bchcerschten toen de eene boot na de andere gevuld met vrouwen en kinderen werd neer gelaten en wegroeide in den nacht. Daar vernamen wjj, dat mannen zouden worden opgenomen in booten aan stuurboord. Ik bevond mjj toen aan den anderen kant en de meeste mannen begaven zich naar stuur boord om te zien wat er van aan was. Ik bleef waar ik was en hoorde kort daarop worden in de flrma van Bronseveld Schoone- gevel naast het hoofd, Robert van Bronseveld.' «Je bent gek", barstte Robert los. «Je bent gek, of op weg om gek te worden I Ik zei jedat je net even te vroeg gekomen zjjt, want «Dat zou eene lafheid zjjn", zei Evert. «Denk aan je ouden vader «Ik wacht op zjjn dood", antwoordde Robert zonder de minste ontrooring, «en danwordt het ook mjjne boort. Je be hoeft niet zoo ontsteld to kjjken. Geloof mjj, na het leven, dat achter mjj ligt, heeft de dood geen verschrikking. Integendeel," Evert huiverde. «Bedenk je, nu het nog niet te laat is' was alles wat hjj zeido. Toen wilde hjj zich omkeeren en heen gaan, maar Robert trad hem ter zjjdo. Ik dank je", zei bjj eenvoudig. «Ik wilde je nog iets vragen. Ik heb nog meer op mjjn geweten. Het is noodeloos het nog te ver zwijgen. Ik geloof, dat het myn heengaan, vergemakkelijken zal, wanneer ik de zeker heid medeneem, dat iemand het woet. Hier is het Hjj stak hem een grjjze envelop toe. Evert nam die zwygend aan eu sloot hem in zyne portefeuille. «En als je gehoor wilt geven aan mjjn verzoek daarin, dan zal ik je thans by voor baat daarvoor danken." Zwjjgend gaven zjj elkander de hand en Evert ging de gang door, do trap af naar beneden. Toen hjj bjj do salon ge komen was, stond hy stilna eenig nadenken klopte hjj aan. Paulina zelf opende de deur voor hem en hjj liet zioh willoos door haar naar oen sofa leiden. «Mjjne vrouw, mj)no Paulina", zei hjj ontroerd, en overweldigd door aandoening, roepen: «Zjjn er nog meer vrouwen?" Over de verschansing kjjkende zag ik boot no. 13 geljjk gezwaaid roet dek B. Zjj was half gevuld met vrouwen. Opnieuw werd er geroepen: «Zjjn er nog meer vrouwen?' Ik zag niemand komen en toen riep een der mannen uit de boot: «Zjjn er nog vrouwen op uw dok, Sir Ik antwoordde ontken nend. «Spring dan maar gauw", zeide hjj. Ik sprong en viel op den bodem der boot en er word geroepenVieren 1" Toen do boot begon te dalen worden nog haastig tweo vrouwen door de meniglo op het B-dok goduwd en een baby vau tien maanden oud werd na hen aangereikt. Toen zakten w|j, terwyl do bemanning der boot bevelen toeschreeuwde tot degenen, die ons liet zakkou. «Allebei te geljjk! Voor! Ach- lor Allebei te geljjk tot wjj ongeveer tien voet boven het water waren. Toen hadden wjj hot eenige angstige oogenblik, dat wjj ondervonden gedurendo al den lyd, dat wjj het schip verlieten en aan boord dor .Carpathia" kwamen. Want precies onder ons liepen de condensors ledigstroomon wator kwamon uit het schip, juist onder onze waterljjn. Het was duideljjk, dat wjj buiten dien stroom moesten bljjveD, wilden wjj er niet door omgeslagen wordeD, zoodra wy de watervlakte zouden bereikon. Wjj hadden geen officieren aan boord, ook geon stuur mansleerling of matrozeD om to commandee- ren, dus riep een dor stokers: «Laat iemand pogen de pen te vinden, die de boot van de touwen bevrjjdt en die inzetten." Niemand wist waar die was. Wjj zochten zoo goed als wjj konden op bodem en langs de kanteD, doch vonden niets. Het was moeiljjk zich le bewegen onder zooveel menschen. Wjj waren met zestig of zeventig aan boord. Wjj zakten steeds en op eans dreven wjj nog met de touwen, die ons hielden en den stroom water van don condensor, die ons van hot schip afdreef, terwyl dc golfslag der zee odb weder tegon het schip terugsloeg. Het gevolg was, dat wjj godreven werden naast hot schip on precies onder boot uo. 14, die zich nu haastig mannen had gevuld on die noerkwam een vaart, die onze boot dreigde te doon omslaan. «Stop het neerlaten van 14"' sohreeuw- den onze mannen en de mannen in 14, thans nog maar twintig voet boven ons, riepen hetzolfde. De afstand tot het dok was echter ongeveer zeventig voet en het gekraak dor katrollen moest het geluid on zer stemmen daar hoven onmogelyk hebben gemaakt, want zjj daalde vjjftien voet, tien voet, vjjf voet, on een stoker on ik stonden op en konden den bodem van de zwaaiende boot boven ons aanraken. De volgende val zou haar op onze hoofden heb- in doen neerkomen. Juist vóór zjj viel, Bprong een andere stoker op naar de touwen met een open mes in de h&Dd. «Een", hoorde ik hem zeggen, toon «twee" hot mes sneed do katrol-touwen door. In t volgend oogenblik duwde het condensor- water ons van het schip af, terwyl boot no. 14 in het water kwam op de plek, die wjj een oogenblik te voren hadden ingenomen. Onze boorden raakten elkaar schiorwjj dreven gcmakkeljjk weg en toen de riemen nit waren, verlieten wjj zoo spoedig mogelyk de nabij heid van het schip. Oaze bemanning scheen meest te bestaan uit koks. Zjj zaten daar in hun witte jasjes, twee aan eiken riem, met een stoker en een helper. Er werd eerst wat geschreeuwd van het eene einde der boot naar het andere omtrent de richting waarin wjj gaan zouden, ten slotto werd besloten als kapitein te kiozen den stoker, die ons stuurde en iedor beloofde diens bevelen te zullon gehoorzamen. Hjj begon dadeljjk te pogen voeling te krjj- gen met do andere booten, door die te roepen en te naderen, zoo ver dit veilig was, opdat, wanneer bjj het dagen naar ons gezocht zou worden, do moeste kaca zou bestaan, dat wjj allen gered zoudon worden. Het was toen een uur in den ochtend. Do Bterrenhemel wua prachtig, doch daar er geen maan was, was hot niet erg licht. De zoo was zoo kalm als een meer. Er was slechts eon zuchtjo, dat de boot een weinig bewoog. Het was een prachtige nacht, halve dat het bitter koud was. Ia de verte geleek de «Titanic" een reus. Haar loDgtc en buitengewone omvaDg tee kenden zich zwart af tegen den sterrenhemel. Iedere patrjjspoort en salon was hel verlicht. Het was onmogeljjk te denken dat er iets haperde aan zulk een reuzenschip, behalve barstte hjj in snikken los. Nadat Evert Hartman jonker Koert ver laten had, was deze in een lichte sluimering gevallen. Zóó vond mevrouw van Bronse veld hem, toen zjj tien minuten na het ver trek van Evert de ziekenkamer binnentrad. Voorzichtig ging zjj in een stoel zitten en dommelde eveneens in, terwyl zjj telkens bjj het minste geluid opschrok. Na een half uur stond zy op en trad naderbjj. Zjj hoorde niets. Het was zoo angstig stil in de kamer. „Koert", waagde zjj te zeggeD, terwyl zjj hem aanstootte, „kom, man, je zit zoo niet gemakkcljjk. Koert, word tochO, i God I De dokter, de doktergilde zjj. De oude man had den mond geopend en trachtte nog iets te zeggeD, doch het waren slechts onverstaanbare klanken, die hjj uit bracht. Ten laatste verstond mevrouw van Bron seveld iets. Hjj had naar Sanders gevraagd, die reeds op haar geroep naar boven was gekomen. Sanders boog zich ovor zjjn meester heen en mevrouw van Bronseveld, die zich bewust was, dat er iets verhandeld moest worden, dat niet voor hare ooren geschikt was, trad naar achteren. Sanders schudde verscheidene malen het hoofd, drukte daarna zjjn meester de hand on verliet het vertrek. Wat de zonderlinge boodschap geweest is, die de oude man aan Sanders gegeven had, heeft nooit iemand geweten. Ongetwijfeld heeft zjj in verband gestaan met den ge heimen vleugel, waarvan het raadsel nooit opgelost is, en waarvan wjj onzen lezers niets naders kunnen vertollen. Het gehoim is das een geheim gebleven en wjj zullen er ons Diet in verdiepen, daar dit nutteloos zou zjjn. Toen de dokter na eenige minuten kwam. was de doodstrijd ingetreden. Hjj kon slochts constateeren, dat «het einde nabjj", en een half uur later, «dat het afgeloopen was." Zyne vrouw, dochter en schoondochter treurden bjj zjjn sterfbed en Evert drukte zjju tweeden vader vol eerbied en liefde de oogen dicht Beneden zaten zjj zwygend met hun vieren bjj elkander en wachtten Bjj ieder gelnid schrikte Evert op, omdat hjj wist, wat er straks volgen zou. «Waar is Robert?" vroeg mevrouw van Bronseveld. «Hjj is uitgegaan", antwoordde zyne vrouw, Daarop volgde weer een minuten lange stilte. Toen Evert Hartman nog eens naar de sterfkamer ging, vond hjj de deur op een kier staan. Zacht duwde hjj haar een eind open, maar trok zich terstond weer terng. Voor het bed goknield, lag Robert van Bronseveld en bad. Een klein, mat olielichtje bescheen zjjn bleek, verwrongen gelaat, Evert Hartman wist, dat hjj met hel afscheid van den doode, ook zjjn afscheid van het leven nam. Het gernoht ging, dat in het park van «Schoongelegen" Robert van Bronseveld, op den avond van zjjn vaders dood werd dood geschoten. Een rovolver werd op eenigen afstand gevonden zeker in doodsangst door den laaghartigen moordenaar achtergelaten Toen Evert Hartman behulpzaam was ge weest bjj bet binnenbrengen en bet neer leggen van het atofleljjk overschot van Robert van Bronseveld, zonderde hjj zioh eon oogen die onheil-doorspellende helling van den boeg, waar het water nu tot de hoogsio patrijspoorten stond. Omstreeks twee nur zagen wjj dat boeg en brug ondor water kwamon. Zjj lichtte zich zelf geheel op mot hot achterschip Bchior verticaal en terwjjl dat gebeurde, gingen do lichten in hutten en salons, die tot dusver nog flik kerden, uit. Op datzelfde oogenblik maakten de machines door het schip een vrceseljjk lawaai, dat men mjjlenver had kunnen hooren. Het was het meest angstwekkend geluid, dat ooit midden op den Oceaan kan zjjn ge hoord. Maar dat was bot einde nog ni t. Tot onzo verbazing bleef het schip eenigen tjjd in die verticale houding, ik donk wel vjjf minuten. Zeker wus het, dat wjj eenige minuten 150 voet van de «Titanic" zagen uitsteken boven de oppervlakte der zee als eon zwart voorwerp zich sfteokonend togen den hemel. Toen, met oen kalme hellende duiking, vordween zjj onder water. Voor do laatste maal hadden onze oogen gestaard rp dat reusachtige schip, waarin wjj Southaropton hadden verlaten. Toon hoorden onze ooren hot meest vree- scljjke geluid, dat eenig menech ooit hoordo de kreton van honderden onzer mede- mcnschen, dio om het leven worstelden in dc jjzige waterenkroten om hulp, die, wjj wisten het, niet konden worden beantwoord. Wjj hadden willen teruggaan om eenigen te rodden, die nog zwommen, doch dat zou beduid hebben het omslaan onzor boot en den dood vau ons allen." Aangrjjperd is ook het verhaal omtrent die muziekkapel aan boord, dio tot het laat ste oogenblik poogde door vrooljjko muziek den menschen moed in to sprekon, totdat <lo kapelmeester ten slotte plechtig het«Na der tot God bjj U" deed inzotton en dit vol gons een der geredden liet spelen, schier tot het oogenblik tot het water hon bereikte en ook zjj op hun post sneefden als mannen op hot veld van oer. Bjj al hetgeen er geseind word en het bovonstaando kan ik het gevoegeljjk laten het beeld van hetgeen er geschied is, staat ons in al sjjn ontzetting voor oogen. Het verhaal van den telegrafist. Het relaas van den rampsaligon nacht dat eon andere geredde, de twoedo Marconi- teleüraphistvan de «Titanic" geeft, is als volgt Ik had den eersten telegraphiet Phil- lipps tegen middernacht af te lossen. Zon dagmorgen constateerden wjj, dat het ap paraat niet in orde was. Wy werkten zeven nnr, voordat de reparatie klaar was. Hadd* n ij do fout later ontdekt, dan zonden wjj niet in staat geweest zjjn, noodsignalen to geven. Dftarna ging ik slapen. Ik word voor m|jn tjjd wakker en hoordo in bed, hoo Phillipps berichten zond naar Kaap Race. Daar ik wist, dat hjj zeer moe was, stond ik dadeljjk op, zonder mjj aan te kloeden, en zeide hom, dat ik bereid was, den dienst van hem over te nomen Plot seling, zonder dat wy iets byzonders ge merkt haddon, stak do kapitein zjju hoofd in onze werkkamer. «Wjj zjjn op oen Ijs berg gestooton I", riep hjj, «maak u klaar om noodsignalen te geven, doch wacht tot ik dit beveel." Na 10 minuten kwam hjj terng. Intusschon hoorden wjj rumoer, doch dit verontrustte ons Diet. „Roop om hulp!" zei do kapiteiD, zonder dAt hjj onzo kamer binnenkwam. Wjj zonden eorst het signaal C. Q. U. D. en maakten or nog grappen ovor. De kapitein kwam terug. „Zend 8. O. 8." zeido hjj, en vertelde, dat wjj midscheeps op een jjsberg geloopen waren. Steeds nog maakten wjj grappen. Het eersto schip, dat wjj bereikten, was de „Frankfort", welk schip wjj mededeelden, wat de kapitein ons juist verteld bad. Daarna kwamon wjj met do „Carpathia" in verbinding, die wjj reeds kondon mededeelen, dat Wy bogoonen |te zin ken. Vjjf minuten later kwam het antwoord, dat de „Carpathia" met volle kracht nuar ons toestoomdo. Om bjj onzen kapitein te komon, moest ik over het dek, dat vol met opge wonden, schreeuwende menschen was. Toen ik torng kwam, zei Phillips mjj, dat ik ro|j moest aankleedeD. Ik was geheel ver geten, dat ik nog in nachtgewaad rondliep. Hjj telegrafeerde verder. Ik bracht ook voor hem een mantel mee, dier ik hem, terwjjl hjj aan het werk was, u\ er de schouder» wierp, daar het zeer koud was. Met korte tusscheDpoozen zond Phillipps mjj met bo- richten, die van de «Carpathia" binnen gekomen waren naar den kapitein. Ik blik van de anderen af. Hjj wilde den nitersten wil van den doodo lezoo. Hy nam den grjjzen brief uit s'yno portefeuille. En onder het lezen van do treurige bekentenis schoot zjjn gemoed vol drupten langzaam tranen neer op do be schreven vellen papier. Tranen van innig medeljjden met den zwakkeling, die, door den speelduivol bezeten, geen middelen ont zien had om zjjno eer nog te redden. Arme ongelukkige I Ook een moord had hjj op het goweton, dien van Max Koning, den secretaris van zjjn vader, die bekend was geweest met zjjno lage handelingen. Hjj legde eene volledige bekentenis hf van zjjn laster jegenB Marie Hardenberg, en smeekte Evert Hartman, alles in het work te stellen Willem Hardenberg met zjjoo vrouw te verzoenen. Hjj noemde tevens het adres van Willem Hardenberg, onder den naam vhu De Waard, en deelde mede, dat hy" Marie Hardenberg bericht had gezondon, dat do kleine Jan haar zon wachten by het groote, swarte hok. D4ir zou de ontmoeting tusschen man, vronw en kind dien middag hebben plaats gehad. En een laatste verzoek deed hy nog. Hy smeekte Evert zyne vrouw, syne moeder en zyne zuster Paulina onkundig te laten van al zyne zonden. En Evert Hartman hield woord Men men raadde maar nie mand vernam ooit de waarheid. Het feit, dat de flrma Van Bronseveld Sohoonegovol veranderde ia „Hartman en Hardenberg, voorheen Van Bronseveld Sc Schoonegevel", maakte aan alle verdonking een einde. eindi.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1912 | | pagina 1