KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor HelderTexelWIerIngen en Anna Paulownom
Woensdag 24 April 1912.
40ste Jaargang.
De Zoon Tan den Bankier.
't Vliegend Blaadje p. 3 m. 50 ct., fr. p.»post 75 ct., buitenland f 1.25
Pre- Zondagsblad 97J 45 f 0.75
miên 5 Modeblad i»»66»i»»75» f0.90
(Voor het buitenland bij vooruitbetaling.)
Advertentièn van 1 tot 5 ragele (bij voeruitbetallng90 cent.
Elke regel meer6
Bewjjs-oxcmplaar
Vignetten en groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Interc.-
Telefoon 50.
Varaohijnt Dinsdag- an Vrijdagmiddag.
Uitgever i O. DE BOER Jr. (v./h. berkhuut i. Co.), Halder.
Biiraauz Spooratraat en Ko ngstraaf.
Eerste Blad.
RiEUWSBERICHTER.
HELDER, 28 April.
Marine-Vereeniging.
De revende algemeene vergadering van
de Marine-vereeniging zal gehouden worden
op Donderdag 25 deaer in de Marineclnb.
De lnitenant ter ree le klasse G, J. W.
Pntman Cramer zal alsdan als onderwerp
inleidenDe huidige atand van bet Marine-
vraagstuk. Besproken zullen worden de
volgendo drie vragen.
le. Pa6t bet door de regeering voorge
stelde schip, als moederschip on als ver
plaatsbare versterkte basis, in de organisatie
eener scheepsmacht in Indië, indien deze
voor het grootste gedeelte uit torpedosohe-
pen bestaat
2e. Past het iu een organisatie dezer
soheepmacht indien zy uit een kern van
zware schepen bestaat?
3e. Zyn de argumenten, door de rogeering
aangevoerd, voldoende om de urgentie van
den aanbouw van dit schip te bewijzen
„0. K. K."
De Gymnastiekvereen. „Oefening kweekt
Kunst" bestaat 30 jaar. Voor eene verceni-
ging, die, sooals op de uitvoeringen telkens
blijkt, trouw is aan haar devies en dat ernstig
nastreeft, alleszins reden om feest te vieren.
Daartoe had zy zich opgemaakt Woensdag
en Zaterdagavond. Woensdag, toen de jon
geren uit het mannelijk gedeelte werkten en
flink voor den dag kwamen, woonden we
een gedeelte van den avond de uitvoering
by. En Zaterdag waB het feest voor de
HoofdafdeeÜDg, Dames- en Meisjesklassen.
„Casino" was ook dien avond flink bezet.
„HelderB Harmoniekapel", onder direotio
van den heer G. H. J. tan den Bogaerde,
verleende hare medewerking, wat er zeker
toe bydroeg de vergaderiag in feestelijke
stemming te brengen en te houden. Als in
leiding diende „Turnersfeest O.K.K.-Marach'
door v. d. Bogaerde, die opgewekt klonk,
onderwijl marcheerden vrouwelijke en manne
lijke turners het tooneel op en schaarden
zich om het vaandei.
Opgewekt werd het feestlied gezongon.
De voorzitter der vereeniging, do heer
T. Kemp, trad naar voren om genoodigden
eu leden een hartelijk welkom toe te roepen.
Hy wees er op, hoe de vereoniging zich
mocht verheugen in gestadigen bloei; de op
richting van een meisjesafdeeling, nu do
damesafdeeling 5 jaar bestaat en bloeit, is
daarvan eon nieuw bewys. De vereoniging telt
op 't oogenblik: 30 leden der hoofd af deoling,
16 leden voorbereidingsklasse en 86 adapi-
ranten, 20 dames en 36 meisjes: samen aleoo
188. Spr. bracht een woord van hulde aan
den heer Van Loo en sprak de hoop oit,
dat O. K. K. zich zal steeds mogen verheugen
in haar bloei.
De heer J. Dry ver Jz., voorzitter van „Pro-
Patria", bracht den mondelingen gelukvrensch
zjjner vereeniging over. „Wy verheugen ons
medo over uw bloei", zeide hy, „omdat gy
zooveel doet voor de ontwikkeling der gym
nastiek, ondanks de geringe modewerking der
autoriteiten." „O. K. K." was steeds bereid
steun en medewerking te verleenen waar die
gevraagd werd, waarvoor hy een hartelijk
woord van dank brengt.
Hy eindigt met de beste wonschen voor
de Zustervereeniging.
De heer A. Melker, bestuurslid van „Ly-
ourgus" te Schagen, brengt mede den geluk-
wensch zyner vereeniging over aan #0. K. K."
by de viering van het 80-jarig bestaan. Hy
hoopt dat de vereeniging door haar werken
vele harten zal winnen.
Het nut der gymnastiek werd begrepen
door de regeering, zegt hy, getuige het sub
sidieeren van het gymnastiekverbond. H. M.
de Koningin werd beschermvrouwe, Z. K. H.
de Prins aanvaardde 't beschermheerschap.
Wat konden zy beter en mooier doen dan
de beschermende hand uitstrekken over de
vereenigingen die zooveel nut stichten Spr.
zegt alleen niet te begrypeD, dat er zoovelen
zyn, die zoo graag over het nut praten maar
nog zoo weinig steunen. Daarom hoopte hy
dat deze vereeniging vele harten zal winnon.
Hy bevAl zyne vereeniging by voortduring
in de vriendschap der feestvierende vereeni
ging aan, en biedt haar nogmaals zyn beste
gelukwenschen. Een warm applaus volgde op
deze woorden.
FEUILLETOH.
•i)
Na eenige minuten keek hy op. Evert
stond voor het venster met den rug naar
hem toe.
Evert", sprak de oude man.
tJa, jonker Koert?"
tVergeef het m(j", zei hy nog eens. «Mjjne
uren s(jn geteld. Ik laat zijne straf aan u
over."
Hy stak hem de hand toe.
Myn zoon, maak Paulina gelukkig, dan
kan ik gerust heengaan."
Diep geroerd drukte Evert de oude, styve
Hy wenkte met de hand, ten teeken, dat
hy alleen wilde bleven.
VIJF EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK.
Toen Evert Hartman de deur van jonk*..
Koert'e kamer achter zich sloot, en nog een
oogenblik aarzelde of hy het huis zou ver
laten, trad Sanders hem op zy, en vroeg
«Zal ik mynheer by mevrouw van Bronse-
veld brengen
fNeen", zei Evert, >breng my naar den
heer van Brocseveld."
Bandera keek eenigazins bedenkelijk en
sshudde het hoofd.
*M(jnheer wilde niet gestoord worden.'
«Dat doet er niet toe", seids Evert. «Breng
Toon werd aan de afwerking van het pro
gramma begonnen. Wy kunnen niet elk num
mer afzonderlyk bespreken, maar mogen wel
getuigen dat elk in 't byzonder getuigde van
oefening en volharding. En als b.v. zooals
bi) barren eenige vrijheid van oefening werd
gegeven, bleek het, dat «O. K. K." over
turners le klasse beschikt.
Van de meisjes- en damesafdeeling dient
te worden gezegd dat de oefeningen uit hot
oogpunt vau maat, bevalligheid on afwisseling
niets te wenschen overlieten. De nummers door
hoofdafdeeling uitgevoerd kenmerkten zich
mede door correctheid c-n afwisseling.
Er werd den heelon avond uitstekend ge
welkt. Na de pauze deed de voorzitter mede-
deeling van ingekomen telegraphische on
schriftelijke gelukwenschen vant Bestuur
Ned. Gymnastiekverbond, van 't Bestuur van
't Gewest Noord-Holland, van den ond.-voor-
zitter van „P. P." den heer Schlahmilcb, van
Jac. Roggeveen, voorzitter van „Lycurgus"
i van „ülympia" te Wieringerwaard.
De Gymnastiekvereniging „D. O. K. E. V."
van Ewycksluis was door eene deputatie
vertegenwoordigd.
De oefeningen werden, behalve door aardig
gekozen nummers van Helders Harmoniokapel,
afgewisseld door een tweetal voordrachten,
die wy, hoe mooi op zich zelf, toch niet ge
schikt achtten voor het jeugdige publiek.
Als slotstukje werd gegeven een kort klucht
spel dat ons beter beviel, 't Was getiteld
„Er in geloopen of een boer by de spiritisten".
De boer die hierin voorkwam was uitnemend
getypeerd en speelde best. Er werd hartelyk
gelachen 1 't Was al over middernacht eer
wc zoover waren. En toen moest het danBen
;Og beginnen.
Een collecte voor een behoeftige, zieke
weduwe bracht f 12.94" op.
Stuuriiedenexamens.
's-Gravenhage, 19 April. Goslaagt voor
groote Btoomvaart tweede stuurman, de heeren
K. F. F. J. Jenezon en J. P. M. Visser.
Tweede Kamer.
De Tweede Kamer is thans in openbare
vergaderiag bijeengeroepen tegen Dinsdag
30 dezer, dos namiddags te half twee uur.
Moord te Meppel.
Aangaande den doodslag by Meppel ver
neemt het (N. v. d. D.", dat de zoon van
P., wonende op de WerkhorBt by Meppol
bekend heeft het 6chot te hebben gelost.
Het ongeluk op de „Zeeland".
Uit een brief, gedateerd 27 Maart, van
een dér opvarenden van het oorlogsschip
«Zeeland", verneemt «Het Volk het volgende
omtrent het aan boord vau dat schip plaats
gehad hebbende schiet-ongelnk
Het gebeurde op don ochtund vun 27
Maart tusschen 8 uur en halfnegen by het
schijfschieten op Klein Bonaire met de ka
nonnon van 7.5 cM. stuurboord achter.
Als oorzaak wordt beschouwd, dat het
buskruit van een der patronen, terwyl deze
in het kanon zat, met nog gedeeltelijk open
sluitstuk, is ontbrand.
De huls vloog er weder van achteren uit,
evenals by het ongeluk verleden jaar op de
(Hertog Hendrik". De lader bleef onmiddollyk
dood. De kommandeur van het stuk word
zwaar ia het gezicht en aan don schouder
verminkt. De huizenvanger werd zwaar aan
zyn arm gewond, welk lichaamsdeel hy ver
moedelijk zal moeten missen.
Terwyl wy dit sohryveD, zyn wy op weg
naar Cura*;ao, om do gewonden naar het
hospitaal te vervoeren.
De kommandeur is ook meer dood dan
levend. De andere zwaar gewonde, is depa-
tronenaangever, die zyn linkeroog denkelyk
wel kwjjt zal zyn, terwyl zyn arm er nog
aan een velletje by hing.
De bodem van den huls is met zulk een
kracht tegen de kotelkap gevlogen, dat daarin
een gat van IJ dM. word geslagen.
Een commissie van onderzoek is benoemd.
De slagdop der patroon werd nog in den-
zelfden staat bevonden als waarmee hy uit de
mnitiebergplaats kwam.
De oorzaak zit dus in de kwaliteit van het
buskruit, dat vanzelf ontbrand is.
De gedoode is de matroos 2e klasse Ad.
Rein; do zwaar gewonden zyn: korporaal J.
C. Verkuilen; marinier 2e klasse C. M. Does
burg; lichtmatroos F. LecnhoutB; de licht
gewonden: marinier le klasse H. v. d. Laar;
marinier 2e klasse J. v. d. Horst; marinier
2e klasse F. H. J. C. v. Leek; marinier
3e klasse A. C. P. Harthoorn. Een paar
officieren liepen nog eenige schrammen op.
De ramp vau de „litanie".
Nader is gebleken, dat het ook in ons
vorig nummer opgenomen bericht, bIb zouden
slechts 412 personen zyn gered, gelukkig
onwaar is. Een op sensatie belust Amori-
kaanBch nieuws-agentschap had dit bericht
in de wereld geholpen.
In de mededeelingen van de teNew-York
aangekomen geredden van de (Titanic",
staat zeer veel tegenstrijdigs. Maar bij al deze
verhalen dient men voorai in hot oog te
houden de reusachtige afraeiingon van het
schip met zyn vclo d-kken. Natuurlyic is
de toostand niet overal gelyk geweest, en
terwyl op het eene dek wollioht do meest
volmaakte orde heerschto voor zoover
by zulk een ramp van volmuakto orde kan
worden gesproken is 't zeer wel mogelyk,
dat op een ander deel vau het schip zich
minder gewenschte tooneolen afspeelden. Het
was zeker niet aan to nemen, dat onder een
menigte van eonige duizenden mcnschen van
allerlei rang, stand en landaard niet velen
zyn geweest, die b(j het dreigend gevaar hot
hoofd verloren. Het is natunrlyk bezwaarlijk
te onderscheiden, wat waarheid en verdich
ting is by al deze verhalen van de onder
scheidene passagiers, wier zuiver oordeel
trouwens door schrik en ontsteltenis ook wol
zeer zal zijn vertroebeld. Maar uit de ver
halen van de passagiers, die de uitvoerigst»
en meest aaneengeschakelde verhalen gaven,
blykt wel, dat niels behoeft to worden terug
genomen van de hulde, dio aan don helden
moed van bemanning en passagiers is gebracht.
Hot is begrijpelijk dat do meoBto der ge
redden die te New-York aankwamen, te diep
getroffen waren door hetgeen zy hadden
medegemaakt, om geregelde verhalen te kun
nen geven van hetgeen geschiod was. Do
moesten konden slochts fragmentarisch mede
deelingen doen, die samengevoegd in staat
stellen odb te doen zien wat geschiedde.
Evenwel, een hunner is toch in staat geweest
moer aaneengeschakeld te verbalen. Het was
de heer Beesley van LondeD, die aan Reuters
vertegenwoordiger het volgendo vertelde
«De reis van Queenstown af", zeido hy,
«was kalm en uitstekend geweest. Wy had
den zéér mooi weer gehad. De zee was kalm
en do wind was steeds westelyk tot zuid
westelijk geweest. Do temperatuur was zeer
koud, vooral gedurende don laatsten dag,
zells was het Zondagavond bijkans te koud
geweest om aan dek te gaan.
Ik had ongeveer tien minuten in mjju kooi
gelegen, toen ik te ongeveer kwartier ov«r
tienen een lichten schok voelde. Spoedig
daarna volgde oen tweede, doch by was niet
hard genoeg om iemand ongerust te maken,
hoe zenuwachtig men ook mocht zyn aan-
gelegil. Do machines echter stopten bykuns
onmiddellyk daarna on ik dacht eerst dat
hst schip een schroefblad had verloren. Ik
ging op dek in mijn ochtendjas en trof daar
BlechtB enkelen aan, die evenals ik op dek
waren gekomen om te hooreu waarom wy
gestopt haddeD, doch niemand dacht aan
eenig gevaar. Wy zagen door de rumen van
de rookkamer, dat er oen party kaart word
gespeeld en ik ging binnen om den kaart
spelers te vragen of zy iets wisten.
Zy hadden den schok een weinig meer
gevoeld en hadden door het raam kykende
een reusaehtigon y»berg dicht langs het schip
zien drijven. Zy meenden dat wy dien juist
even geraakt hadden eu waren even gaan
kyken of soms eenige schade was aangericht.
Geen onzer had er natuurlyk eenig denk
beeld van dat het schip geloopen was in
het onder water zynde gedeelte van een
Ijsberg,
Het spul kaart werd voortgezet en zonder
in 't minst te denken aan een ramp, ging ik
weer naar mijn hut om to lezen tot wjj weer
verder zouden gaan. Geen dergenen, die kaart
hadden gespeeld of danrby haddon zitten te
kyken, heb ik meer teruggezien.
Eenige oogenblikken later hoorde ik men-
schen Daar boven gaan en giDg ik ook weer
kyken en bemerkte toen dat iedereen weten
wilde waarom do machines haddon gestopt.
Ougotwyfeld waren volen gewekt uit hun
slaap door het ophouden van de trilling,
waaraan zy door een vierdaagsch verbljjf aan
boord gewoon waren geraakt. Opnieuw op
dek gaande, zag ik, dat er een besliste hel
ling benedenwaarts was van het achterschip
Daar den boeg, doch niet wetende wat ge
beurd was, meende ik, dat eenige der voor-
ruimen water hadden ingekregen en beneden
waarts helde.
Weder keerde ik naar myn hut terug, waar
my maar bjj hem."
Sanders ging hem voor en bleef op de
tweede verdieping voor eene deur rochts
in.
Het is goed", zeide Evert. «Ik zal zelf
mjjn komst wel melden. Je kunt gaan."
Toen Sanders de trappen afdaalde, legde
Evert Hartman de hand op de deurknop,
klopte en trad meteen het vertrek binnen.
Een bleek, ingezonken jongmensch Btond
by de tafel en liet de hand op een lang
werpig yzeren kistje rusten. By het zien
van den binnentredende gleed er eon donkere
blos over zyne vermagerde kakeD. Zenuw
achtig trilde zyne hand op het kistje.
«Je bent even te vroeg gekomen", zoide
hy en deed een zwakke poging om te glim
lachen.
Evert begreep terstond zyne bedoeling.
(Dat doet my genoegen", zei hy ernstig.
tTe vroeg is altyd beter dan te laat."
Beiden zwegen.
(Ik ben gekomen", begon Evert, terwjjl
hy naderby trad, «om je de hand te reiken
en je vergiffenis te schenken voor alles wat
je m|j hebt aangedaan."
«Je bent wel goed", zei Robert; „niet
iedereen zon handelen, zooals j|j gec'
hebt. En ik ben je dankbaar voor all
Evert hield nog steeds de hand uitge
stoken, maar Robert deed, alsof hy die
niet zag.
«Ik vertrouwdat je bjj vader geweest
benten gehoord hebt van de beschik
king
(Ja", zei Evert. tik weet, dat je vader
my tot hoofd der flrma
,Ja", zei Robert.
Weer zwegen beiden.
«En ik ben gekomenom je te zeg
gen dat ik niet toestem in die schikking,
maar dat ik wil terugkomen en deelgenoot
ik een warmer pak kloeren aantrok en terwjjl
ik mjj kleedde, hoorde ik het bevel geven
«Alle passagiors aan dek met
reddinggordels om!'
Wy gingen langzaam naar boven met de
reddinggordels over onze kleeron heen ge
bonden, doch zelfs toen nog dachten wjj dat
dit oen verstandige voorzorgsmaatregel was,
dien do kapiteiu had geDomen en dat wjj
spoedig weer voilig naar bed zouden kunnen
gaan. Er was in 't goheel geen paniek, noch
eenig alarm.
Ik deck dat dit te danken was aan den
buitengewoon stillen avond en elk gemis aan
een toeken, dat or oen ongeluk was gebeurd. Het
schip lag totaal kalm en behalve de weinige
helling naar beneden, die geloof ik op dat
oogenblik geen negen van dc tien zouden
hebben opgemerkt, was er geen enkel bewjjB
voor een ramp, die volgon sou.
Het schip lag er by alsof slechts het bevel
gegeven zou worden verder te gaan, zoodra
een onbeduidende schade zou zyn herBteld.
Maar spoedig daarop zagen wjj, dat de zeilen
van de reddingbooten werden gelicht en de
mannen, die ze bemannen moesten, staan bjj
de touwen on deze ontrollende om de booten
te kunnen neerlaten. Toen begonnen wjj te
boseflöD, dat hot een ernstiger geval was,
dan wy eerst haddon gedacht.
Mjjn eerato gedachte was, naar beneden
te gaan om moer kleeding aan te trekken
en wat gdd te halen, doch ik bedacht in 't
volgendo oogenblik, dat het beter zou wezen,
geen verwarring te slichten ondor de menschen
die naar het dek kwamou.
Iu het volgend oogenblik hoorde ik het
bevel: «Alle mannen van de booten vun
daan bljjvon. Alle vrouwen naar het dek
beneden", hetgeen was de rookkamer op het
B-dek. De mannen bleven allen vau de
booten vandaan en wachtten zwjjgeud. Som
migen leunende tegon de verschansing, ande
ren het dek op en neer loopende.
De booten werdeu toon uitgezwaaid en
neergelaton van het A-dek. Toen zy gelijk
lagen met het B-dek, werden alle vrouwen
bjjeen gebracht, zy gingen k&im in de booten,
eenigen uitgezonderd, die weigerden haar
echtgenooten to verlaten. In sommige geval
len werden zjj vun haar echtgenooten los
gescheurd en in de booten gedrongen, doch
in vele gevallen werd haar toegestaan te
blyven, aangezien niemand haar feitelijk kon
dwingen te gaan. Over do verathansing
kjjkende, zag men do booten achter, reeds in
het water en kalm in do duisternis zich ver
wijderend. Kort daarop werden de booten
naast mjj neergelaten met veel gekraak als
de nieuwe touwen door do katrollen gleden,
en nederwaarts gaan do negentig voet, die
van de watervlakte scheidden.
Een officier iu uniform kwam aangeloopen,
toen een der booten neerging en riep«Ga
als je op net water bent naar de valreep en
bljjt daar met andere booten op bevelen
wachten".
«Ia orde Sir'', kwam het antwoord, doch
ik geloof niet, dat er één boot was, die het
bevel kon gehoorzamen, want toen zjj op het
water lagen en hun riemen in werking brachten,
zag men te duidelijker hoe de stoomer zinkende
was. De mutrozen zagen zeor wel dat zjj
niet undors konden doon dan wegroeien van
het zinkend schip en zoo althans eenige
'evens redden. Zjj begrepen, ongetwjjfold,
dat de zuiging vau zulk een reusachtig schip
meer dan gewoouljjk govaarijjk zou zjjn voor
een volle boot, meest bezet door vrouwen.
Al dien tjjd was er
geen quaestie van eenigo wanorde.
Er was geen paniek of gedrang naar do
booten en er waren geen tooneelen van
hysterisch snikkende vrouwoD, die men onder
dergoljjke omstandighoden verwacht zou heb
ben. Ieder scheen slechts zóó langzaam te
eeren bogrjjpon, dat er onmiddellijk gevaar
was, langzamerhand eerst te bestHcn, dat
wjj in 't volgend oogenblik allen in de zee
konden liggen met niets anders tot onze
beschermisg dan do reddinggordels, tot wjj
zouden worden opgepikt door voorbijkomen
de stoomershet was buitengewoon hoe kalm
ieder was; buitengewoon hoe wjj ons zeiven
bchcerschten toen de eene boot na de andere
gevuld met vrouwen en kinderen werd neer
gelaten en wegroeide in den nacht.
Daar vernamen wjj, dat mannen zouden
worden opgenomen in booten aan stuurboord.
Ik bevond mjj toen aan den anderen kant en
de meeste mannen begaven zich naar stuur
boord om te zien wat er van aan was. Ik
bleef waar ik was en hoorde kort daarop
worden in de flrma van Bronseveld Schoone-
gevel naast het hoofd, Robert van Bronseveld.'
«Je bent gek", barstte Robert los. «Je
bent gek, of op weg om gek te worden I Ik
zei jedat je net even te vroeg gekomen
zjjt, want
«Dat zou eene lafheid zjjn", zei Evert.
«Denk aan je ouden vader
«Ik wacht op zjjn dood", antwoordde
Robert zonder de minste ontrooring, «en
danwordt het ook mjjne boort. Je be
hoeft niet zoo ontsteld to kjjken. Geloof mjj,
na het leven, dat achter mjj ligt, heeft de
dood geen verschrikking. Integendeel,"
Evert huiverde.
«Bedenk je, nu het nog niet te laat is'
was alles wat hjj zeido.
Toen wilde hjj zich omkeeren en heen
gaan, maar Robert trad hem ter zjjdo.
Ik dank je", zei bjj eenvoudig. «Ik wilde
je nog iets vragen. Ik heb nog meer op mjjn
geweten. Het is noodeloos het nog te ver
zwijgen. Ik geloof, dat het myn heengaan,
vergemakkelijken zal, wanneer ik de zeker
heid medeneem, dat iemand het woet. Hier
is het
Hjj stak hem een grjjze envelop toe. Evert
nam die zwygend aan eu sloot hem in zyne
portefeuille.
«En als je gehoor wilt geven aan mjjn
verzoek daarin, dan zal ik je thans by voor
baat daarvoor danken."
Zwjjgend gaven zjj elkander de hand
en Evert ging de gang door, do trap af
naar beneden. Toen hjj bjj do salon ge
komen was, stond hy stilna eenig nadenken
klopte hjj aan.
Paulina zelf opende de deur voor hem en
hjj liet zioh willoos door haar naar oen sofa
leiden.
«Mjjne vrouw, mj)no Paulina", zei hjj
ontroerd, en overweldigd door aandoening,
roepen: «Zjjn er nog meer vrouwen?"
Over de verschansing kjjkende zag ik boot
no. 13 geljjk gezwaaid roet dek B. Zjj was
half gevuld met vrouwen. Opnieuw werd er
geroepen: «Zjjn er nog meer vrouwen?' Ik
zag niemand komen en toen riep een der
mannen uit de boot: «Zjjn er nog vrouwen
op uw dok, Sir Ik antwoordde ontken
nend. «Spring dan maar gauw", zeide hjj.
Ik sprong en viel op den bodem der boot
en er word geroepenVieren 1"
Toen do boot begon te dalen worden nog
haastig tweo vrouwen door de meniglo op
het B-dok goduwd en een baby vau tien
maanden oud werd na hen aangereikt. Toen
zakten w|j, terwyl do bemanning der boot
bevelen toeschreeuwde tot degenen, die ons
liet zakkou. «Allebei te geljjk! Voor! Ach-
lor Allebei te geljjk tot wjj ongeveer tien
voet boven het water waren.
Toen hadden wjj hot eenige angstige
oogenblik, dat wjj ondervonden gedurendo
al den lyd, dat wjj het schip verlieten en aan
boord dor .Carpathia" kwamen. Want precies
onder ons liepen de condensors ledigstroomon
wator kwamon uit het schip, juist onder onze
waterljjn. Het was duideljjk, dat wjj buiten
dien stroom moesten bljjveD, wilden wjj er
niet door omgeslagen wordeD, zoodra wy de
watervlakte zouden bereikon. Wjj hadden
geen officieren aan boord, ook geon stuur
mansleerling of matrozeD om to commandee-
ren, dus riep een dor stokers: «Laat iemand
pogen de pen te vinden, die de boot van
de touwen bevrjjdt en die inzetten." Niemand
wist waar die was. Wjj zochten zoo goed als
wjj konden op bodem en langs de kanteD,
doch vonden niets. Het was moeiljjk zich le
bewegen onder zooveel menschen. Wjj waren
met zestig of zeventig aan boord. Wjj zakten
steeds en op eans dreven wjj nog met de
touwen, die ons hielden en den stroom water
van don condensor, die ons van hot schip
afdreef, terwyl dc golfslag der zee odb weder
tegon het schip terugsloeg. Het gevolg was,
dat wjj godreven werden naast hot schip on
precies onder boot uo. 14, die zich nu haastig
mannen had gevuld on die noerkwam
een vaart, die onze boot dreigde te doon
omslaan.
«Stop het neerlaten van 14"' sohreeuw-
den onze mannen en de mannen in 14,
thans nog maar twintig voet boven ons,
riepen hetzolfde. De afstand tot het dok
was echter ongeveer zeventig voet en het
gekraak dor katrollen moest het geluid on
zer stemmen daar hoven onmogelyk hebben
gemaakt, want zjj daalde vjjftien voet,
tien voet, vjjf voet, on een stoker on ik
stonden op en konden den bodem van de
zwaaiende boot boven ons aanraken. De
volgende val zou haar op onze hoofden heb-
in doen neerkomen.
Juist vóór zjj viel, Bprong een andere
stoker op naar de touwen met een open
mes in de h&Dd.
«Een", hoorde ik hem zeggen, toon «twee"
hot mes sneed do katrol-touwen door. In
t volgend oogenblik duwde het condensor-
water ons van het schip af, terwyl boot no.
14 in het water kwam op de plek, die wjj
een oogenblik te voren hadden ingenomen.
Onze boorden raakten elkaar schiorwjj dreven
gcmakkeljjk weg en toen de riemen nit waren,
verlieten wjj zoo spoedig mogelyk de nabij
heid van het schip.
Oaze bemanning scheen meest te bestaan
uit koks. Zjj zaten daar in hun witte jasjes,
twee aan eiken riem, met een stoker en een
helper. Er werd eerst wat geschreeuwd van
het eene einde der boot naar het andere
omtrent de richting waarin wjj gaan zouden,
ten slotto werd besloten als kapitein te
kiozen den stoker, die ons stuurde en iedor
beloofde diens bevelen te zullon gehoorzamen.
Hjj begon dadeljjk te pogen voeling te krjj-
gen met do andere booten, door die te roepen
en te naderen, zoo ver dit veilig was, opdat,
wanneer bjj het dagen naar ons gezocht zou
worden, do moeste kaca zou bestaan, dat
wjj allen gered zoudon worden.
Het was toen een uur in den ochtend.
Do Bterrenhemel wua prachtig, doch daar er
geen maan was, was hot niet erg licht. De
zoo was zoo kalm als een meer. Er was
slechts eon zuchtjo, dat de boot een weinig
bewoog. Het was een prachtige nacht,
halve dat het bitter koud was.
Ia de verte geleek de «Titanic" een reus.
Haar loDgtc en buitengewone omvaDg tee
kenden zich zwart af tegen den sterrenhemel.
Iedere patrjjspoort en salon was hel verlicht.
Het was onmogeljjk te denken dat er iets
haperde aan zulk een reuzenschip, behalve
barstte hjj in snikken los.
Nadat Evert Hartman jonker Koert ver
laten had, was deze in een lichte sluimering
gevallen. Zóó vond mevrouw van Bronse
veld hem, toen zjj tien minuten na het ver
trek van Evert de ziekenkamer binnentrad.
Voorzichtig ging zjj in een stoel zitten en
dommelde eveneens in, terwyl zjj telkens bjj
het minste geluid opschrok. Na een half uur
stond zy op en trad naderbjj. Zjj hoorde
niets. Het was zoo angstig stil in de kamer.
„Koert", waagde zjj te zeggeD, terwyl zjj
hem aanstootte, „kom, man, je zit zoo niet
gemakkcljjk. Koert, word tochO, i
God I De dokter, de doktergilde zjj.
De oude man had den mond geopend en
trachtte nog iets te zeggeD, doch het waren
slechts onverstaanbare klanken, die hjj uit
bracht.
Ten laatste verstond mevrouw van Bron
seveld iets. Hjj had naar Sanders gevraagd,
die reeds op haar geroep naar boven was
gekomen. Sanders boog zich ovor zjjn meester
heen en mevrouw van Bronseveld, die zich
bewust was, dat er iets verhandeld moest
worden, dat niet voor hare ooren geschikt
was, trad naar achteren.
Sanders schudde verscheidene malen het
hoofd, drukte daarna zjjn meester de hand
on verliet het vertrek.
Wat de zonderlinge boodschap geweest is,
die de oude man aan Sanders gegeven had,
heeft nooit iemand geweten. Ongetwijfeld
heeft zjj in verband gestaan met den ge
heimen vleugel, waarvan het raadsel nooit
opgelost is, en waarvan wjj onzen lezers
niets naders kunnen vertollen.
Het gehoim is das een geheim gebleven
en wjj zullen er ons Diet in verdiepen, daar
dit nutteloos zou zjjn.
Toen de dokter na eenige minuten kwam.
was de doodstrijd ingetreden. Hjj kon slochts
constateeren, dat «het einde nabjj", en een
half uur later, «dat het afgeloopen was."
Zyne vrouw, dochter en schoondochter
treurden bjj zjjn sterfbed en Evert drukte
zjju tweeden vader vol eerbied en liefde de
oogen dicht
Beneden zaten zjj zwygend met hun vieren
bjj elkander en wachtten
Bjj ieder gelnid schrikte Evert op, omdat
hjj wist, wat er straks volgen zou.
«Waar is Robert?" vroeg mevrouw van
Bronseveld.
«Hjj is uitgegaan", antwoordde zyne vrouw,
Daarop volgde weer een minuten lange
stilte.
Toen Evert Hartman nog eens naar de
sterfkamer ging, vond hjj de deur op een
kier staan. Zacht duwde hjj haar een
eind open, maar trok zich terstond weer terng.
Voor het bed goknield, lag Robert van
Bronseveld en bad. Een klein, mat olielichtje
bescheen zjjn bleek, verwrongen gelaat,
Evert Hartman wist, dat hjj met hel afscheid
van den doode, ook zjjn afscheid van het
leven nam.
Het gernoht ging, dat in het park van
«Schoongelegen" Robert van Bronseveld, op
den avond van zjjn vaders dood werd dood
geschoten.
Een rovolver werd op eenigen afstand
gevonden zeker in doodsangst door den
laaghartigen moordenaar achtergelaten
Toen Evert Hartman behulpzaam was ge
weest bjj bet binnenbrengen en bet neer
leggen van het atofleljjk overschot van Robert
van Bronseveld, zonderde hjj zioh eon oogen
die onheil-doorspellende helling van den
boeg, waar het water nu tot de hoogsio
patrijspoorten stond.
Omstreeks twee nur zagen wjj dat boeg
en brug ondor water kwamon. Zjj lichtte
zich zelf geheel op
mot hot achterschip Bchior verticaal
en terwjjl dat gebeurde, gingen do lichten
in hutten en salons, die tot dusver nog flik
kerden, uit. Op datzelfde oogenblik maakten
de machines door het schip een vrceseljjk
lawaai, dat men mjjlenver had kunnen hooren.
Het was het meest angstwekkend geluid,
dat ooit midden op den Oceaan kan zjjn ge
hoord. Maar dat was bot einde nog ni t.
Tot onzo verbazing bleef het schip eenigen
tjjd in die verticale houding, ik donk wel
vjjf minuten. Zeker wus het, dat wjj eenige
minuten 150 voet van de «Titanic" zagen
uitsteken boven de oppervlakte der zee als
eon zwart voorwerp zich sfteokonend togen
den hemel. Toen, met oen kalme hellende
duiking, vordween zjj onder water. Voor do
laatste maal hadden onze oogen gestaard rp
dat reusachtige schip, waarin wjj Southaropton
hadden verlaten.
Toon hoorden onze ooren hot meest vree-
scljjke geluid, dat eenig menech ooit hoordo
de kreton van honderden onzer mede-
mcnschen, dio om het leven worstelden in dc
jjzige waterenkroten om hulp, die, wjj
wisten het, niet konden worden beantwoord.
Wjj hadden willen teruggaan om eenigen
te rodden, die nog zwommen, doch dat zou
beduid hebben het omslaan onzor boot en
den dood vau ons allen."
Aangrjjperd is ook het verhaal omtrent
die muziekkapel aan boord, dio tot het laat
ste oogenblik poogde door vrooljjko muziek
den menschen moed in to sprekon, totdat <lo
kapelmeester ten slotte plechtig het«Na
der tot God bjj U" deed inzotton en dit vol
gons een der geredden liet spelen, schier
tot het oogenblik tot het water hon bereikte
en ook zjj op hun post sneefden als mannen
op hot veld van oer.
Bjj al hetgeen er geseind word en het
bovonstaando kan ik het gevoegeljjk laten
het beeld van hetgeen er geschied is, staat
ons in al sjjn ontzetting voor oogen.
Het verhaal van den telegrafist.
Het relaas van den rampsaligon nacht
dat eon andere geredde, de twoedo Marconi-
teleüraphistvan de «Titanic" geeft, is als volgt
Ik had den eersten telegraphiet Phil-
lipps tegen middernacht af te lossen. Zon
dagmorgen constateerden wjj, dat het ap
paraat niet in orde was. Wy werkten zeven
nnr, voordat de reparatie klaar was. Hadd* n
ij do fout later ontdekt, dan zonden wjj
niet in staat geweest zjjn, noodsignalen to
geven. Dftarna ging ik slapen. Ik word
voor m|jn tjjd wakker en hoordo in bed,
hoo Phillipps berichten zond naar Kaap
Race. Daar ik wist, dat hjj zeer moe was,
stond ik dadeljjk op, zonder mjj aan te
kloeden, en zeide hom, dat ik bereid was,
den dienst van hem over te nomen Plot
seling, zonder dat wy iets byzonders ge
merkt haddon, stak do kapitein zjju hoofd
in onze werkkamer. «Wjj zjjn op oen Ijs
berg gestooton I", riep hjj, «maak u klaar
om noodsignalen te geven, doch wacht tot
ik dit beveel." Na 10 minuten kwam hjj
terng. Intusschon hoorden wjj rumoer,
doch dit verontrustte ons Diet. „Roop om
hulp!" zei do kapiteiD, zonder dAt hjj onzo
kamer binnenkwam. Wjj zonden eorst het
signaal C. Q. U. D. en maakten or nog
grappen ovor. De kapitein kwam terug.
„Zend 8. O. 8." zeido hjj, en vertelde, dat
wjj midscheeps op een jjsberg geloopen waren.
Steeds nog maakten wjj grappen. Het eersto
schip, dat wjj bereikten, was de „Frankfort",
welk schip wjj mededeelden, wat de kapitein
ons juist verteld bad. Daarna kwamon wjj met
do „Carpathia" in verbinding, die wjj reeds
kondon mededeelen, dat Wy bogoonen |te zin
ken. Vjjf minuten later kwam het antwoord,
dat de „Carpathia" met volle kracht nuar ons
toestoomdo. Om bjj onzen kapitein te komon,
moest ik over het dek, dat vol met opge
wonden, schreeuwende menschen was. Toen
ik torng kwam, zei Phillips mjj, dat ik
ro|j moest aankleedeD. Ik was geheel ver
geten, dat ik nog in nachtgewaad rondliep.
Hjj telegrafeerde verder. Ik bracht ook voor
hem een mantel mee, dier ik hem, terwjjl
hjj aan het werk was, u\ er de schouder»
wierp, daar het zeer koud was. Met korte
tusscheDpoozen zond Phillipps mjj met bo-
richten, die van de «Carpathia" binnen
gekomen waren naar den kapitein. Ik
blik van de anderen af.
Hjj wilde den nitersten wil van den doodo
lezoo. Hy nam den grjjzen brief uit s'yno
portefeuille. En onder het lezen van do
treurige bekentenis schoot zjjn gemoed vol
drupten langzaam tranen neer op do be
schreven vellen papier. Tranen van innig
medeljjden met den zwakkeling, die, door
den speelduivol bezeten, geen middelen ont
zien had om zjjno eer nog te redden.
Arme ongelukkige I
Ook een moord had hjj op het goweton,
dien van Max Koning, den secretaris van
zjjn vader, die bekend was geweest met zjjno
lage handelingen.
Hjj legde eene volledige bekentenis hf
van zjjn laster jegenB Marie Hardenberg, en
smeekte Evert Hartman, alles in het work
te stellen Willem Hardenberg met zjjoo
vrouw te verzoenen. Hjj noemde tevens het
adres van Willem Hardenberg, onder den
naam vhu De Waard, en deelde mede, dat
hy" Marie Hardenberg bericht had gezondon,
dat do kleine Jan haar zon wachten by het
groote, swarte hok.
D4ir zou de ontmoeting tusschen man,
vronw en kind dien middag hebben plaats
gehad.
En een laatste verzoek deed hy nog. Hy
smeekte Evert zyne vrouw, syne moeder
en zyne zuster Paulina onkundig te laten
van al zyne zonden.
En Evert Hartman hield woord
Men men raadde maar nie
mand vernam ooit de waarheid.
Het feit, dat de flrma Van Bronseveld
Sohoonegovol veranderde ia „Hartman en
Hardenberg, voorheen Van Bronseveld Sc
Schoonegevel", maakte aan alle verdonking
een einde.
eindi.