KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor Helder, Texel, Wieringen en Anna Paulowna. No. 4095. Woensdag 8 Mei 1912. 40ate Jaargang. 't Vliegend Blaadje p. 3 m. 50 ct., fr. p.|poat 75 ct., buitenland f1.26 Pre- Zondagsblad 37J 45 10.75 naiën J Modeblad u 66 i i 75 i f0.90 (Voor het buitenland bij vooruitbetaling.) Advertentiën van 1 tel 5 regela (bij toeruitbetaling)"**,30 cent. Elke regel meer6 Bewijs-exemplaar2$ Vignetten en groote lettert worden naar plaatsruimte berekend. Intero.- Telefoon BO. Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag. Uitgever i C. DE BOER Jr. (v./h. BERKHOUT Co.), Helder. Bureaux Spoorstraat en Koningstraat. Tweede Blad. Agenda. Dagelijks Bioscoop-Voorstellingen. Eiken Zaterdagmiddag 3 uur Kindervoorstelling. Kanaalweg. 9 Mei. Concert te geven door „Helders Mannen koor". Casino, 8 uur. 11 Mei. Schietvereenigiog „Het Noorden". Ope ning der Schietbaan. Café De Poo 1,8uur. 94 Mei. Kerkconcert, ten voordeele van de Diaconie derNed. Herv.Gemeente. Nieuwe Kerk, 8 uur. Opgave van alhier gevestigde en vertrokken personen over de maand April 1912. LANDMACHT. Gevestigd. Naam: Beroep: Woonplaats: Gekomen uit: Q.v.d.Rejjden. off.v.gez. 2e kl., Dykstr. 10, Utrecht. J.H.v.Hoorn, ie luit.-kw., Langestr. 39, Amersfoort. G.Schout«n,(korp.le comp.) kar. Oostbatterij, Muiden. (Pants.f. Art.), N. v. d. Oord, sergeant, Infanterie-kazerne, Velsen. Vertrokken. Naam: Beroep: Woonplaats: Vertr. naar: L. H. Stolk, 2e luit. d. Art., Langestr. 24, Neuzen. P.0.v.Elteren,con.d.ArL2e kl.,Langestr.22A, kustbatt. bij Diemerdam. R. G. G. Riegen, le luit.-kw., Langestr, 39, Delft. G. H. Nord, offl. v. gez. 2e kl., Djjkstr. 13, Amsterdam. P. van Exter, 2e luit. d. Art., Dijkstr. 45, J.A.W.Brinkman, korporaal, Art.-kazerne, Zwolle. UIT HET BUITENLARD. De Dardanellen zyn officieel geopend weet men. 't Schynt echter dat dit voor den handel in de eerste dagen nog niet veel beteekende. Wegens het slechte weer kon niet dadelijk begonnen worden met het wegnemen der mjjnen. Eerst de tweede helft dezer week zullen ze bevaarbaar zyn. De Russische handel heeft naar uit Kief gemeld wordt, eenige honderdduizenden roebel schade geleden. Het meest geleden hebben de stoomvaart-maatschappijen, de expert- en im- porthnizen en de fabrieken die ruw materiaal bewerken. De opgestapelde voorraden graan zyn niet gemakkelyk van de hand te doen, daar de prjjzen gedaald zyn. Tot overmaat van ramp voor Turkye zal de Russische rogeering de eischen, die wegens deze ver liezen aan de Porte gesteld worden overnemen en langs diplomatioken weg behandelen I Het rapport van den Griekachon consul te Smyrna over het in de lucht vliegen van de Texas, zegt dat de opvarenden verklaren dat het schip in den grond geboord is door een kanonkogel van het Turksche fort. De kapi tein van de Texas, die gewond was en in het Grieksche hospitaal verpleegd werd is gevangen genomen en overgebracht naar het hospitaal der Turksche gevangenis. De Turken beschuldigen hem dat hy heeft gespionneerd voor Italië. Het protest van de consalB van Griekenland en der Yereenigde Staten hiolp niets. Do Amerikaansche gezant heeft zyn secretaris en den commandant van den oorlogsbodem te Athene naar Smyrna gezonden om to protesteoren. De Duitsche ambassadeur vertrok uit Konstantinopel naar Berlyn, wat wol eenig opzien baart. Italië treedt weer wat actiever op in den Archipel. De telegraafkabel naar Rhodon werd doorgesneden, de Italiaansche oorlogs schepen hebben Rhodon gebombardeerd on daarop troepen ontscheept. De commandant van het landingsleger seinde naar Rome dat de vjjand werd beBtookt en teruggedreven. De Italianen hadden 5 gewonden, de ver liezen der Turken waren groot, 50 man werd gevangen genomen. De gouverneur, gesom meerd om zich over te gevoD, verklaarde geen middelen te hebben om weerstand to bieden en gaf onder protest de leiding der i aan de Italianen over. Over het gar- n verklaarde by niet te kannen be schikken. De Italianon zullen nu ook Chios bezetten. De bevolking van het eiland Samos verklaarde zich by Griekenland aan te slniten. Uit Athene wordt bericht dat onderhande lingen gevoerd worden tnsschen de mogend heden om aan de eilanden in de Egeische zee, die door de Italianen bezet zyn, autonomie (zelfregeering) te verleenen, op grond van het eens aangenomen beginsel, dat grondgebied, eens van Turkye gesoheiden, nooit meer Ottomaansch bezit kan worden. 't Bericht is alleen onder voorbehoud te aanvaarden 't komt uit Athene, waar men 't voorgeste'de niet ongaarne zien zou. In Tripolis heeft nu en dan een treffen plaats en 't succes is als altijd aan beide zjjden I 't Is voor de Franschen nog altjjd minder prettig in Marokko. Regnault mag nit Fez vertrekken nadat hy zich met generaal Moinier zal hebben verstaan. Een iDlandsche legorafdeeling in de nabjj- heid der stad belet hem echter dadelyk te vertrekken. By El Manzir is een gevecht geleverd tnsschen Franschen en Marokkanen, Een deel der Fransche troepen was uitge rukt om de groepen der oproerige Ben-Hassen uiteen te dryveD, maar dit gelukte eerst na een hardnekkig gevecht. Na een betere tyd om te vechten is aangebroken beginnen de Berbers en Arabieren zich dus te weren. 'tKan voor Frankrijk daar ook nog lastig genoeg worden. Generaal Leaytey gaat Woensdag nit Marseille scheep naar 't on rustige gebied. De sultan spreekt nog voort- dnrend van aftreden. Zóó kan hjj niet re- geereo, zegt hy. Tuaschen Frankrijk en Spanje worden de onderhandelingen goed. In een blikbaar officieuse nota deelt .Matin" mode, dat koning Alfonso een langdurig onderhoud heeft gehad met den Franschen ambassadeur Geofiraj, omtrent de Fransch-Spaansche onderhandelingen over Marokko, waarby de vorst zich in zeer ver- zoeningsgezinden geest moet hebben uitge laten. Er is een sterke nsi ging merkbaar om tot overeenstemming te komen. De regee ringen to Madrid en te Parys wachten thans op een voorstel, dat de regeering te Lon den voorbereidt, en waarvan men een spoe dige en definitieve oplossing van de geschil punten verwacht. In Parysche, ingewijde, kringen, houdt an zich overtuigd, dat de onderhandelin gen, voor zoover betreft de territoriale quaeatie, half Mei zullen zyn geëindigd. Heel best dusmaar iu Marokko zelf, ziet ge, daar is ook nog wat te beredderen voor Frankryk eer de zaak in orde is I De sympathiestakingen voor de slachtof fers van het bloedbad in de Lena-goudmy- nen, die in alle deelen van Rusland op voor beeld van do arbeiders der Poetilof-fabrie- ken zyn uitgebroken, loopen ten einde. Overal werd de arbeid voor een of twee da gen neergelegd, als protest tegen het optre den der troepen tegen vreedzame stakers. In verband met de redevoering van den minister van handel in de Doema is aan den senator Trepof opgedragen een omvang rijk en nauwkeurig onderzoek van de ge beurtenissen in het Lena-gebied in te stol len. Hy kreeg do opdracht do arbeidstoe standen in de Lena-goudmynen to onderzoe ken, de redenen van ontevredenheid die tot de staking hebben geleid en de omstandig heden, onder welke do troepen van hun wa pens hebben gebruik gemaakt. Trepof zal de volgende week naar Siberië vertrekken. Een aantal ambtenaren van hot ministerie van handel, en een paar ambte naren van het openbaar ministerie zyn hem toegevoegd, om hem by het onderzoek be hulpzaam te zyn. «iEOWSBERICHTEN. HELDER, 7 Mei. De „Gelderland". Reuter meldt uit Kopenhagen, dat heischool- sohip Gelderland" van Hr. Ms. Marino, Zondag te Aarhnus ia aangekomen en daar circa 10 dagen zal blyven. Alweer de petroleum. Zondagmorgen waren een tweetal jonge kinderen van den heer Schats, wonende in de boordery aan den Polderweg in een klein vertrek byeen. Spelenderwijs trok een der kinderen oen op een tafeltje staand petrolenm- toestel omver, waardoor beide kinderen dade lyk in brand stonden. Het meest brandende kind werd door den ijlings toegeschoten vader opgenomen en in de by de woning gelegen sloot gedompeld; by het andere kind werden de kleertjes door de moeder gedoofd. De beide kinderen, reep. 3 on 2 jaar oud, werden dadolyk naar het Ziekenhuis over gebracht. Het oudste meisje is echter dien zelfden avond reeds overleden. Postduiven-Ver. „Hollands Noordpunt" te den Helder. Bovengenoemde vereeniging hield Zondag 5 Mei een wedvlucht met oudo duiven van uit Quievrain (België). Afstand 300 K.M. Gelost mot goed weer en O.-wind. De pry zen werden als volgt behaald: lo pr. A. Felkers 3 n. 54 m. 28 sec. 2e H. J. Holtz 3 54 45 Se Joh. Darphorn 4 n 2 9 4e A. Felkers 4 4 38 5e J. Sturk 45 38 6e K. Broekhuizen 4 8 20 f 7e h A. Felkers 4 11 53 8e r Job. Darphorn 4 12 59 u 9e A. Felkers 4 15 38 10e P. J. Schotvanger 4 17 49 11e ii A. Felkers 4 20 r 8 l2o H. Boon 4« 20 54 13e P. J. Schotvanger 4 21 49 14e A. Felkers 4 24 8 15e t W. Dienaar 4 26 45 16e t K. Broekhuizen 4 28 17e H. Boon 4 28 14 18e K. Koch 4 29 7 19e J. Sturk 4 29 83 20e t P. J. Schotvanger 4 29 30 Aangewezen duiven, le pr. Joh. Darphorn 4 o. 2 m. 9 sec. 2e t J. Sturk 4 f 5 33 8e m H. Boon 4 20 54 4e ii P. J. Schotvanger 4 21 49 f 5o K. Koch 4 29 7 In de «Nieuwe Rotterd. Courant" lezen wy het volgende omtrent Het Pantserschip. De «Standaard" van Maandagavond poogt op de volgende wjjze de rechterzijde van de Kamer in haar geheel voor hot pantser- schip, dat «niet vechten noch vluchten" kan, te winnen: ,Men zal by de stemming over het pant serschip van rechts zeer op zyn tellen moe ten passen. Geljjk men weet, is links als óén man tegen. Komt derhalve rechts niet voltallig op, of zyn er rechts stemmen die afsterven, dan staan we bloot aan het go- vaar, dat het schip wordt afgestemd. Nu reeds heeft de minister van marine duidelijk te verstaan gegeven, dut hy zonder schip niet blyft. Doch met zyn heengaan zou dit maal het gevaar niet van de lacht zy*d. Dan toch stond onmiddellijk heel het ministerie voor de vraag, of het de verantwoordelijk heid op zich kan nemen, om gedurende ten minste vyf k zes jaren onze vloot te laten verloopen, zonder dat het gesleten materieel vervangen worde. En het schynt te voor zien, dat het Kabinet de verantwoordelijk heid hiervoor niet op zich zal kannen nemen. Rechts zon mea dan óf aan eigen slapheid óf aan eigen verdeeldheid te wijten hebben, zoo het ministerie de portefeuilles beschik baar zou moeten stellen." Volgt een betoogje, dat de staatscommissie, waarop de raotie-Lohman betrokking hoeft, aanbouw van groot materieel zou vertragen tot 1918. (Er is, sinds dr. Kuyper verleden week in de Kamor zyn rode met honderd bezwaren ten beste gaf, dus eón jaar bijge komen). Het schip zelf wordt verdedigd met deze veelzeggende zinsnede: »We gaan er in elk geval niet mee achteruit." Het schip zou, >- men weet, ruim zeven millioon galden Maar, orakelt (De Stand,": «Er moet raad geschaft. «Stemt men dit schip af, dan zal men, eer we een jaar verder zyn, toch een soortgelijk Bchip moeten doorlaten. «Een schip van 15 20.000 ton is niot maar zoo op stapel te zotten. Dat kan eerst als het commissoriaal onderzoek tot hot ge- wenschte resultaat heeft geleid. En hoe men dit ook bespoedige, zal 't solide zjjn, dan koBt het jaren." IJmuiden, 6 Mei. De kotter Y.M. 45 fDe Hoop", is door don eigonaar, den hoer Engel de Groot alhier aan eene Zweodsche reederij verkocht. Do kermis wordt nu, ingevolge een besluit van de laatstgehouden Raadsvergadering, met ingang van 1918 afgeschaft. De beugvisschery in dit seizoen loopt ten einde. Eonige vaartuigen hebben reeds deze visscherjj beëindigd om voor de haring- visscherij* te worden uitgerust. Schending der eerbaarheid. Men meldt uit Haarlom aan de Telegraaf In den Hout is aangehouden do directeur eener openbare instelling, verdacht van schen ding der eerbaarheid. Hy is in het Huis van Bewaring opgesloten. H. 0. Guyot t Gistermiddag is te 's-Qraveuhage de heer H. D. Gnyot, gepons. schom-bjj-nacht-titulair, oud-lid der Tweede Kamer voor'b-Gravenhage, in de Groot-Hertoginnelaau door do stoom tram ovorreden en gedood. De hoor Guyot, die van 1891 tot 1897 zitting bad in de Tweede Kamer, en tot de vry-liberale richting behoorde, zou heden den leeftyd van 76 jaar hebben bereikt. Nader meldt men: Op den overweg van de stoomtram der H. IJ. S. M. by de Groothertoginnelaan te 's-Gravenhage, tegenover hot diaconessenhais Bronovo, is gistermiddag een heer, die daar wandelde en blijkbaar het bellen van de stoomtram niet gehoord had, door de stoom tram aangereden. Hij kreeg een van de wielen van de locomotief tegen het achterhoofd. De ongolukkige werd in Bronovo binnengebracht, waar dr. Van der G~ot don dood constateerde. Hy is gebleken te zyn do heer H. D. Guyot uit 's-Gravenhage. Het vertrouwen In de Scheveningsche haven. Er bestaat een Onderlinge Vcrzekerings- Maatschappy »Vlaardingon" waarby ongeveer 250 visschersvaartuigen, loggers, bommen en stoomschepen vorzekord zyn. Het voorschrift waaraan de schippers dor verzekerde vaar tuigen zich te honden hebben, begint met deze clausule: «De Haven te ScheveDiDgen mag alleen als noodhaven aangedaan worden." Dat wil dus zoo ongeveer zeggen: slechts wanneer men by noodwoer de Schevening sche haven, als eenige uitkomst tot redding van schip en bemanning, binnenloopt en schade opdoet, wordt die schade vergoed, anders nooit. («N. Ct.") Een oude bakende. Een ingezetene van Bergen-op-Zoom heeft een in goed Fransch geschreven brief nit Madrid gekregen, waariu de schrijver hem mededeelt in de gevangenis te zitten wegens zyn faillissement. Hy heeft echter een valies met frs 800.000 op een aan hem alleen be kende plaats verborgen on biedt thans aan den geadresseerde een derde van die som aan, als deze naar Madrid komen on «Sn proceskosten betalen wil, opdat by yry kome on zyn eigendom voor den dag halen kan. Twee Nederlanders in Duitschland gevangen gezet. De twee bestuurders van den Bond van machinisten en stokers, de heeren G. Kerk hof en J. van 't Hoff, die in verband met de staking in de Rijnvaart te Duisburg ver toefden, zyn, geljjk verleden week werd ge meld, Duitschland uitgewezen. Thans blykt evenwel, dat zy reeds vier dagen te Duis burg gevangen zitten. Pogingen in het werk gesteld om hen vry te krjjgen, mochten tot gisterochtend niet gelukkon, zelfs de dochter van don heer Kerkhof kon niet te weten komen hoe en waar haar vader zich bevond. Hot hoofdbestuur van den Bond heeft, naar «Het Volk" meldt, den minister van buitenlandsche zaken dringend verzocht by de Duitsche overheid do noodige stappen to doen, opdat aan dezen toestand ton spoe digste een eind kome. Nederland in hst buitenland beoordeeld. De te Seattle (Wash.) verschijnende «Pa cific Marine Re view" bevat in haar April nummer een artikel van don heor Charles Vornholt over Nederland als handels- en zeemogendheid. De schr. begint met de op merking, dat maar weinig Amorikauen de beteekeDiB beseffen van de plaats, die Ne derland als handelsmogendheid bekleedt. Van het bestaan van ons land is men zich in Amerika slechts vaag bewust en heel dik wijls bestaat daar nog de meening, dat Ne derland een deel van Duitschland vormt. Dat Nedorlandsch en Duitsch twee geheel verschillende talen zyn, die gesproken worden door twee volstrekt van elkaar onafhanke lijke nationaliteiten zal, naar de schr. in de «Pacific Marine Re view* beweert, we) nooit goed aan Amerikanen zyn duidelijk te maken. De schr. stelt dan met eenige statistische opgaven de beteekonis van onzen buiten- landschen handel, van onze scheepvaart, scheepsbouw en nijverheid in het licht. Wan neer men, zegt hij, in aanmerking neemt, dat Nederland het eenige land ter wereld is, waar geen delfstoffen gevonden worden be halve een kleine hoeveelheid steenkool, zoo- dat men er de natunrlyke hulpbronnen, waar over andere landen beschikken, ontbeert, dan leveren de cyfers per hoofd der bevolking oen welsprekende getuigenis voor de be kwaamheid, de wilskracht en den onder nemingsgeest der Hollanders. Ook over de beteekenis van Rotterdam als haven- en van Amsterdam als koopstad, deelt de schr. eenige bijzonderheden mede. Van Rotterdam's haven gotuigt hy, dat deze, na de voltooiing van de nieuwe Waalhaven, da grootste kunstmatige haven der wereld sal zjjn. Dank een voortvarend gemeen te bestiv, is men er geheel op de hoogte van zyn t(jd en er wordt geen geld gespaard om vooraan te blyven. Ook voor Amsterdam, welks Noord- zeekanaal de bewondering van den schr. afdwingt, worden, zegt hy, geen moeite on kosten ontzien, om zoowel het kanaal als de havens geheel aan de steeds toenemondo eischen van de moderne scheepvaart te laten voldoen. Aan het slot van zyn zeer waardeerend opstel spreekt de heer Vornholt nog over Nederland als tweede koloniale mogendheid dor wereld, waarbij hy echter aan do bo- zittingen in West-Indië slechts een kleine beteekenis toekent. Moordaanslag. Berlyn, 6 Mei. Uit Milaan wordt d.d. 5 Mei aan de Lokal Anzeiger geseindTor- wjjl hedenmiddag de Galleria Vittorio Eraa- nuele als gewoonlijk vol wandelaars was, wierp zich plotseling een onbekend persoon op een priester en sloeg hem met oen hak mes in don hals. Daarop trok hy oen re volver en loste 6 schoten op de menigte. Daarbij werden 2 vrouwen en een Hollandsch toerist, Brioght gewond. De dader vluchtte over het Scalaplein, waar hy na een korten stryd door politie-agentcn neer geslagen en in hechtenis genomen werd. Op het politiebureau antwoordde hy cynisch op alle vragen. Het verheugde hem, zoo zeide hy, een prioster gedood te hebben. Hy was sedert drie maanden zonder werk en had een vrouw en drie kinderen. Volgens de geneeskundigen heeft men niot met oen krankzinnige te doen. De auto-bandieten. Een nieuwe wraakneming. Wederom heeft de bende der anto-bandieton een slachtoffer gemaakt. Meldden wy eenige dagen geleden, dat op den aanbrenger van Carouy naby Parys een moordaanslag werd gepleegd, om dezen voor zyn verraad to straffen, een geval van denzelfdon aard heeft zich thans voorgedaan te Meuse-Maisons by Nancy. Ditmaal echter met doodelyken afloop. Een zekere Charles Planchet, een schrijn werker, was 's middags omstreeks half vier bezig met de herstelling van een wagon, toen een jonge man plotseling voor hem kwam staan en zonder een woord te spreken h bout portant verscheidene revolverschoten op hom loste. Charles Planchet werd doodelyk ge troffen. De moordenaar vluchtte in de richting van het bosch van Frambois. De aanwezige werklieden herkenden hem echter. Het is oen bekend anarchist, Bill gonaamd en ongeveer 2U jaar oud. De werklieden verklaarden, dat Bill Reinert heeft willen wreken, daar deze door Planchet aan de politie verraden was. De geheele gendarmerie en politiemacht van Nancy doorzoeken de bosschen in de omgeving. De n&burigo politiebrigades zyn torstond van den moord in kennis gestold. Men zal zich herinneren, dat by bet on derzoek van don rechter van instructie de vorige week eeu juffrouw uit Nancy, die als getuige gehoord werd, verklaringen heeft afgelegd, die voor Dioudonnó, een van de gepakto boeven dor beruchte bende, zeer bezwarend zyn. Uit dia verklaringen bleek toch, dat Dioudonnó, op den dag van don aanslag in de Ordenerstraat te Parys, niet, zooals hy voorgegeven had, te Nancy ver toefde, maar wel degelyk te Parys. Tevens leidde het onderzoek tot aanhonding van een echtpaar nit Nancy, Reinert gehoeton, dat met Dieudonre in nauwe betrekking stond. Wie heeft Reinert en zyn vrouw aan do politie verklapt? Het volgende bericht uit Nancy geeft er antwoord op: Zaterdagmiddag togen half vier was Charles Planeet, timmorman, te Neuves-Maisons, bezig met zyn werk, toen een man by hem biunen- kwam, die, zonder een woord te spreken, eenige revolverschoten op hem loste on hom doodde. De moordenaar was, voor iemand er aan gedacht had oen vinger uit te steken om hem te pakken, in de richting van het bosch van Fraimbois verdwenen. De werk lieden, met wie Planeet bezig was geweest, hadden intusschen den moordenaar herkend. Hy staat bekend onder den naam van Bill, een jongen van 20 jaar, bekend anarchist uit Naucy. De werklieden zeiden al dadelyk, dat Bill zeker gekomen was om Reinert te wreken, die door Planchet aan de politie verraden was. En nH is Bill weer onvindbaar. Tot Vandoenvre heeft men zyn spoor kunnen volgen. Daar stond een auto gereed, die hem, naar men vermoedt, verder gebracht heeft. Zondagavond zyn er twaalf politiemannen mot twaalf politiehonden naar Nancy ver trokken om er in de bosschen rond de stad naar Bill te speureD. Bij de zuster van Rei nert, die, zooals men weet, met zyn vrouw zich in hechtenis bovindt, is een hartstochte lijke brief van Bill in beslag genomen, waarin de anarchist, na aan Reinerc's zustor zyn liefde betuigd te hebben, zjjn voornomen aankondigt om Reinert en zyn vrouw te wreken. De oorlog iusschen Italië en Turkije. Rhodos, 5 Moi. Uit Italiaansche bron wordt gemold: 8000 Turken werden herhaaldelijk geslagen tot onder de muren van Rhodos; zy verspreidden zich in den nacht in het binnensto der stad. De Italianen hadden 1 doode, 6 ge wondon, do Turken 28 dooden, 48 gewonden en ver loren 5 gevangenen. De waarnemende gou verneur kwam in hot Italiaansche kamp, om zyn onderwerping aan te bieden. Een be schieting had niet plaats. Te 9 uur bezetten de marinetroepen de stad. Generaal Ameglio vaardigde een procla matie nit, en nam onmiddellijk maatregelen voor de veiligheid der stad en voor de her opening van alle openbare diensten. Offers van de zee. De Hamburger viermastbark «Mimi", kap. WcBlpbal, vertrok 9 Dec. 1911 met oon lading salpeter van Antofagasta naar Delfzijl. De bemanning bestond nit 24 koppen. Do reis verliep tot 10 Maart zonder bui- teugowone gebeurtenissen, maar van toen af werd het weer stormachtig en het schip door tegenspoed achtervolgd. Den I2en Maart werd de «steward" door een overkomende zee getroffen, tegen het dek geslagen en zwaar gekwetst. Don 16en braken in een zware bui enkele gedeelten van het boventuig. Den 17en wakkerde de storm aan tot een orkaan, de zeegang nam gestadig toe, zoodat trots het gebruik van olie om de golven te kalmeerea het dek voortdurend vol water stond en om 8 nur besloot de kapitein by te draaien. Te middernacht word dit besluit, nadat de noodige toebereidselen getroffen waren, uitgevoerd, maar het schip rolde vreeselyk en kreeg kort daarna een reus achtige zee over, die zes man der equipage overboord sleurde. Twee hunner werden door een andere zee weer aan boord geworpen, twee werden met groote moeite door de andere opvarenden weer aan boord gehaald, maar de twee anderen, de matroos Erikso en de lichtmatroos Hosse, vonden hun dood in de woeste zee. Gelukkig word het weer nu gaandowog beter, het schip kon de reis voortzetten en kwam zonder verdere ongelukken te Delfzyl aan, maar nauwelyks binnen had opnieuw een ongeval plaats. De lichtmatroos Borcher n.1., die in het want behulpzaam waB bij het vastmaken dor zeilen, werd plotseling duizelig, stortte naar bonoden, viol met den rug op de bovenmarsnra en van daar met 't hoofd op hot volkslogios en vervolgens op dek. De spoedig te hulp geroopen dokter kon slechts den dood conBtateeren door schedelbreuk. Eau door het Sooamt te Hamburg ingesteld onderzoek heeft uitgemaakt, dat de onge lukkon, waardoor schip en bemanning werden getroffen, niet le wyton waron aan of voor komen hadden kunnen worden door de mot de navigatie belaste personen en sprak hen vry van schuld. Het stoomschip «Carrara" van de reedery Rob. M. Sloman Jr. te Hamburg, in 1901 to Suudorland gebouwd on 1450 netto reg. ton groot, vertrok 8 Nov. met een lading graan van Hamburg naar Barcelona, hooft echter de bestemming niet bereikt, doch is, naar algemeen wordt aangenomen, in den orkaan, welke in die dagen op de Noordzee heerschte, vergaan, waarby de geheele, uit 26 personen bestaande bemanning is omge komen. Later zyn by 't dorp De Koog op Texel wrakstukken en lading van do «Carrara" aangedreven, ook heeft een Nederlandsch gezagvoerder in die dagen een stoomschip dat zware slagzijde had, plotseling zien wegzinken en hoogstwaarsch\jnlyk was dit de «Carrara'. Hot Seoamt te Hamburg heeft deze zaak onderzocht on de «Carrara" als vermist verklaard. Schip eu machines verkeerden volgons zyn uitspraak in goeden, zeewaar- digon toestand en het schip was niet over laden geweest. 'n Grap. 'tHad juist elf uur geslagen. De veld wachter had zyn hoofd om don hoek van de deur in de herberg gestoken en had ge roepen, dat de klok al koud was. «Ben jullie nag voan ploan weg te gaan Zonder te antwoorden ofschoon de vraag zeer goed was verstaan waren ze, al lachend, opgestaan en het cafó nitgestommeld. Dat was eiken Zondagavond zoo. Eon vast clubje vau een man of acht, bleef in het cafó «De Zeven Provinciën" klotsen, totdat de veldwachter, gedwongen door plichts besef, zyn vermanende stem liet hooren, dat do tyd van sluiting was aangebroken. Wat zy daar deden Kletsen en borreltjes drinken; kletsen: honderd uit. Altyd waren ze in opgewekte stemming. 'i Waron van het soort jongens zoo tusschon twintig on dertig jaar die maling hadden aan de (ineikes" en die, om toch hnn Zondagavond gezellig door te brengen, in de herberg elkaar ontmoetten. Ze waren nooit dronken, al hadden ze menig tkrakortje" naar binnen gewerkt. Vroo- lyk was hun stemming. Op straat was 't donker. De lantaarns waren uit want do Enkhuizer almanak gaf aan, dat hot lichte maan was en dan immers behoefde er geen lantaarn te branden, ook al was, zooals nu, de lucht bewolkt en kon men byna geen hand voor de oogen zien. De veldwachter, geëscorteerd door den nachtwacht, volgde met kalmen stap het troepje vroolyke jonggezellen. By de „Kerkepiep" hieldon ze halt en zetten daar hun gesprekken voort, nog niet den lust hebbende, tér nachtrnste te gaan. De nachtwacht en veldwachter stevenden naar de „West" en kwamen terug. Eón ronde was afgedaan. De veldwachter ging huiswaarts, om niet voor den volgenden ochtend op straat te vorschynen de nacht wacht naar z\jne woniDg om to twaalf uren met luidor stomme langs do straat te ver kondigen. „Twaalf helt do klok, de klok heit twaalf." Nog steeds Btond het achttal kornuiten in vroolyk rumoerende stemming op de Kerke- piop. Eón hunner had een gunstigen inval. „We mosto 'n grap howwo". „Goed I'luidde 't in koor, „maar woat „Je weet, doat bee „de Rooie" oaltied de denr nachts los iszelf het ie doat weldors verteld op do beurs. Heo sliep zöó voast, doat ie nooit woat hoorde. Koe, z'n vrouw, is stokdööf. Nou moste we d'rs in hnus gaan en woat leve make; we zelle doan probeere 'm wakker te krigge." „Ja, doas best, maar jee moet 'r 't eerst in." Gezamenlyk trok men naar de woning van den „Rooie" in de Schapensteeg. Zooals vermoed werd: de deur was los. Io 't portaaltje stonden de klompen van den „Rooie", waartegen flink werd geschopt om eenig lawaai te maken. Niets werd gehoord. De kamerdeur werd geopend. Op de tafel stond een nachtpitje flikkerend te branden, grillige schaduwbeelden werpend togen zolder en wand. Het gesnurk van het echtpaar gaf de richting aan waar hun legerstede in de ka mer zich bevond. De deurtjes van de bedstede waren half geopendhet gebloemd linnen bedgordijn bevorderde nog meer het niet-binnenkomen van frissche lucht en het niet-ontsnappen van bedorven uitademing. Noohtaas was het eehtpaar gezond „je houdt 't woftvm in bed, doas 't vornaamste, overdag doe je genog frissche lucht op." In het portaaltje word het rumoeriger. Allen proestten het uit, de een duwdo do ander de kamer binnen. Óp den houten vloer maakte dat heel wat lawaai. Gerust en van geen gevaar bewust, snurkte het echtpaar met regelmatige ademhaling door. Een der jongens begon gelnidon te makon, een ander floot, een derde zong. Hot was oen helsch leven. Eindelyk dansten do kwa jongens op den vloer. Niets bowoog in de bedstede. Het gordyntje hing kalm voor het heiligdom der slapenden en onttrok hen aan de brutaal- spiedende blikken van de rustverstoorders. Al meer naderde men het bed, on al vryer erd men in zyn bewogingen. Men maakto het zich al gemakkelyk door rustig by do tafel te gaan zitten. Men stak eon frisscho sigaar op; men nam een pruimpje uit do goed gevulde tabaksdoos van den „Rooio." Men deed alsof men thuis was, alleen met dat verschil, dat 't hier rumoeriger, onver schilliger, brutaler toeging. Eindelyk had er een den moed het gor dijntje op zijde te schnivon en aan hot uit gelaten gezelschap hot slapende echtpAar te toouen, dat, rug aan rug gelogen, een, blykbaar weldoenden, slaap genoot. Moedor lag achteraan, vader vooraan. Zyn slaapmuts, diep vastgedrukt over zyn vol gezicht. Zyn van tan 1 - en kiezen slecht voorzionen mond stond waganwyd open. De jongens verdrongen zich voor de bed stede om het echtpaar to boturon en daarop glossen te verkoopen. Schaterend van pret en joelend was men in de kamer byeen, doch noch de Rooio noch diens ega werden gestoord in het ver vullen van den plicht, dien Morphens hen had opgelegd. ,,'t Is toch 'n merakel, zóó voast dio kerol alóópt." „Peuter 'm mit 'n rietje in z'n neus." „Gooi 'm 'n gloas water in z'n muil." „Trek zien slèèpmus voan z'n kop." Al dergelyke middelen worden aangeraden a toch maar den Rooie wakker te maken. Een „stiekemer", dio nog zyn geluid niet had laten hooren, dringt met *n grjjns cp z'n gezicht, naar voren, hofi de hand op en geeft mot kracht een klap op de wang van m Rooie. Deze schrikt wakker, herstelt zioh in oen moment van zyn bedwelmenden slaap on ziet nog juist iemand zich snel verwijderen. Hy bedenkt zich geen oogenblik, gooit het dek van zich af on rent, met de slaap- op, zonder kousen aan do voeten, en compléte negligó, naar buiten om do bolagors van zyn nachtrust te achterhalen. Knarsetandend loopt h^j, zoo hard hy kan, do straat op, de vluchtende jongens achtoroA. Hy voelt niet den snollen overgang van hot warme bed in de koude nachtlucht. Hy voelt niet de scherpte van de keien aan zyn ont- bloote voeten. Hij denkt niet aan zyn kloe- ding. Het eenig doel is voor hem: gevoelig af te straffen, diengene, dio hem getergd heeft. Lustig het liodje fluitend van »GÜ» gÜ ligt my aan 't harte", komt met brandende sigaar tusschon de vingers een jongeling aangeloopen, die, van zyn meisje komend en in lastige stemming nog denkond aan het zoot-minnend samenzyn met zyn verloofde, huiswaarts gaat. Juist is hy op den hoek van de Schapen- steeg, toen hy een gevoeligen klap boven op hot hoofd krygt. Hy duizelt even, nog moer slagen dreunen neer op zyn hootd; hy wordt getrapt, ge slagen, terwyl iemand, goheel in onderkleeren, met de slaapmuts op, hem toeschreeuwt: „Dèèr, dëèr, lamme lafbek, ik zol je slaan, doat 't rooie zwèèt der unt kom. 'k Zei jo löère me te treitero. Lap 't je vaar, lap 'tje moer, maar mee niet." Tnsschen dat al door was de'jongeling bedacht op zelfverdediging en deelt ook eonige klappen uit, en schreeuwt hardop „Woat moet je, kerel. Laat mo los. Denk je, doat ik me zöö maar laat oafturvo?1' „Jh, jh, hew nou nag maar praatjes ok", sputterde, hakkelde van woede, de Rooie. •Jo weet 'rzeker niks voan, hè? Néé, doat zei wel. Woat let me of ik vermóórd je." „Maar woat wil je doan voan me?" „Ja, doat zei jee niet wete. Mo buus op stelte zette; me store in m'n slóèp en m'n vrouw do dóódschrik op 't lief to j&ge. Mooie jonge." „Maar maar, ik kom net zóóoanlóöpe. Maar nou begriep 'k 't. Net zóó, doat jee de steeg uutkomt, lóöpe der 'n zoodjejonges hoard de diek op. Die zelle der mèór voan wete. Ik kom voan de meid." „Wie bei jo doan?" „Joan voan Aagie." „O, hoad doat nou éérder zeil. Maar 'k woas zóó bliksems nijdig, dat 'k niks zag on maar raak sloeg, 't Spiot me, hóór, doat 'k je slage hew." „Goed, maar 'k hew ze voast te pakke. Aflijn, ik zei der niks voan mekeere. Ga jee nou gauw wéér naar bed, aars wor jo nag ziek." „Ja, maar 'k laat 't 'r niet beo zilt£. Morge gaan 'k na de peüsio. 'k Zol der worx voan make." Ja. doat geeft je woat. Hou liever in 't vervolg je deur op slot; doas beter." 't Was een goede raad van den jongen maD, dien de Rooie ook zou opvolgen. Nog innerlyk boos en zioh zeer beloedigd gevoelende, ging hy huiswaarts en to bed. Z(jn nachtrust was echter voor goed gestoord. De aandoening had hem te veel geschokt. Hy kon den slaap niet vatten; hy moest er steeds aan denken, wie hem toch die poets gebakken hebben. De jongens op den dijk hadden vanuit hun schuilplaats gehoord t zich tnsschen de beide mannen afspej j doch niemand 'was zoo moedig om zicu als do schuldige bekeud te maken. Den volgenden morgen, nadat don Rooie rijpelijk over do zaak had nagedacht, oor- deeldo hij 't beter, de zaak „blauw-blanw" te laten. Hy sprak er op de „beurs" niet over. Toch moest hy menigen „steek onder water deur" in ontvangst nemen, want, zooals be grijpelijk, ieder in het dorp wist 't den vol genden morgen en ioder lachte om de grap, al vonden bezadigde menschen, dat de grap „te vor dreve woas." Texel. W.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1912 | | pagina 1