KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor Helder, Texel, Wieringen en Anna Paulowna.
No. 4095.
Woensdag 8 Mei 1912.
40ate Jaargang.
't Vliegend Blaadje p. 3 m. 50 ct., fr. p.|poat 75 ct., buitenland f1.26
Pre- Zondagsblad 37J 45 10.75
naiën J Modeblad u 66 i i 75 i f0.90
(Voor het buitenland bij vooruitbetaling.)
Advertentiën van 1 tel 5 regela (bij toeruitbetaling)"**,30 cent.
Elke regel meer6
Bewijs-exemplaar2$
Vignetten en groote lettert worden naar plaatsruimte berekend.
Intero.-
Telefoon BO.
Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
Uitgever i C. DE BOER Jr. (v./h. BERKHOUT Co.), Helder.
Bureaux Spoorstraat en Koningstraat.
Tweede Blad.
Agenda.
Dagelijks Bioscoop-Voorstellingen. Eiken
Zaterdagmiddag 3 uur Kindervoorstelling.
Kanaalweg.
9 Mei. Concert te geven door „Helders Mannen
koor". Casino, 8 uur.
11 Mei. Schietvereenigiog „Het Noorden". Ope
ning der Schietbaan. Café De Poo 1,8uur.
94 Mei. Kerkconcert, ten voordeele van de Diaconie
derNed. Herv.Gemeente. Nieuwe Kerk,
8 uur.
Opgave van alhier gevestigde en vertrokken
personen over de maand April 1912.
LANDMACHT.
Gevestigd.
Naam: Beroep: Woonplaats: Gekomen uit:
Q.v.d.Rejjden. off.v.gez. 2e kl., Dykstr. 10, Utrecht.
J.H.v.Hoorn, ie luit.-kw., Langestr. 39, Amersfoort.
G.Schout«n,(korp.le comp.) kar. Oostbatterij, Muiden.
(Pants.f. Art.),
N. v. d. Oord, sergeant, Infanterie-kazerne, Velsen.
Vertrokken.
Naam: Beroep: Woonplaats: Vertr. naar:
L. H. Stolk, 2e luit. d. Art., Langestr. 24, Neuzen.
P.0.v.Elteren,con.d.ArL2e kl.,Langestr.22A, kustbatt.
bij Diemerdam.
R. G. G. Riegen, le luit.-kw., Langestr, 39, Delft.
G. H. Nord, offl. v. gez. 2e kl., Djjkstr. 13, Amsterdam.
P. van Exter, 2e luit. d. Art., Dijkstr. 45,
J.A.W.Brinkman, korporaal, Art.-kazerne, Zwolle.
UIT HET BUITENLARD.
De Dardanellen zyn officieel geopend weet
men. 't Schynt echter dat dit voor den handel
in de eerste dagen nog niet veel beteekende.
Wegens het slechte weer kon niet dadelijk
begonnen worden met het wegnemen der
mjjnen. Eerst de tweede helft dezer week
zullen ze bevaarbaar zyn.
De Russische handel heeft naar uit Kief
gemeld wordt, eenige honderdduizenden roebel
schade geleden. Het meest geleden hebben de
stoomvaart-maatschappijen, de expert- en im-
porthnizen en de fabrieken die ruw materiaal
bewerken. De opgestapelde voorraden graan
zyn niet gemakkelyk van de hand te doen,
daar de prjjzen gedaald zyn. Tot overmaat
van ramp voor Turkye zal de Russische
rogeering de eischen, die wegens deze ver
liezen aan de Porte gesteld worden overnemen
en langs diplomatioken weg behandelen I
Het rapport van den Griekachon consul te
Smyrna over het in de lucht vliegen van de
Texas, zegt dat de opvarenden verklaren dat
het schip in den grond geboord is door een
kanonkogel van het Turksche fort. De kapi
tein van de Texas, die gewond was en in
het Grieksche hospitaal verpleegd werd is
gevangen genomen en overgebracht naar het
hospitaal der Turksche gevangenis.
De Turken beschuldigen hem dat hy heeft
gespionneerd voor Italië. Het protest van de
consalB van Griekenland en der Yereenigde
Staten hiolp niets. Do Amerikaansche gezant
heeft zyn secretaris en den commandant van
den oorlogsbodem te Athene naar Smyrna
gezonden om to protesteoren.
De Duitsche ambassadeur vertrok uit
Konstantinopel naar Berlyn, wat wol eenig
opzien baart.
Italië treedt weer wat actiever op in den
Archipel. De telegraafkabel naar Rhodon
werd doorgesneden, de Italiaansche oorlogs
schepen hebben Rhodon gebombardeerd on
daarop troepen ontscheept. De commandant
van het landingsleger seinde naar Rome dat
de vjjand werd beBtookt en teruggedreven.
De Italianen hadden 5 gewonden, de ver
liezen der Turken waren groot, 50 man werd
gevangen genomen. De gouverneur, gesom
meerd om zich over te gevoD, verklaarde
geen middelen te hebben om weerstand to
bieden en gaf onder protest de leiding der
i aan de Italianen over. Over het gar-
n verklaarde by niet te kannen be
schikken. De Italianon zullen nu ook Chios
bezetten. De bevolking van het eiland Samos
verklaarde zich by Griekenland aan te slniten.
Uit Athene wordt bericht dat onderhande
lingen gevoerd worden tnsschen de mogend
heden om aan de eilanden in de Egeische
zee, die door de Italianen bezet zyn, autonomie
(zelfregeering) te verleenen, op grond van het
eens aangenomen beginsel, dat grondgebied,
eens van Turkye gesoheiden, nooit meer
Ottomaansch bezit kan worden.
't Bericht is alleen onder voorbehoud te
aanvaarden 't komt uit Athene, waar men
't voorgeste'de niet ongaarne zien zou.
In Tripolis heeft nu en dan een treffen
plaats en 't succes is als altijd aan beide
zjjden I
't Is voor de Franschen nog altjjd minder
prettig in Marokko. Regnault mag nit Fez
vertrekken nadat hy zich met generaal Moinier
zal hebben verstaan.
Een iDlandsche legorafdeeling in de nabjj-
heid der stad belet hem echter dadelyk te
vertrekken. By El Manzir is een gevecht
geleverd tnsschen Franschen en Marokkanen,
Een deel der Fransche troepen was uitge
rukt om de groepen der oproerige Ben-Hassen
uiteen te dryveD, maar dit gelukte eerst na
een hardnekkig gevecht. Na een betere tyd
om te vechten is aangebroken beginnen de
Berbers en Arabieren zich dus te weren.
'tKan voor Frankrijk daar ook nog lastig
genoeg worden. Generaal Leaytey gaat
Woensdag nit Marseille scheep naar 't on
rustige gebied. De sultan spreekt nog voort-
dnrend van aftreden. Zóó kan hjj niet re-
geereo, zegt hy.
Tuaschen Frankrijk en Spanje worden de
onderhandelingen goed.
In een blikbaar officieuse nota deelt
.Matin" mode, dat koning Alfonso een
langdurig onderhoud heeft gehad met den
Franschen ambassadeur Geofiraj, omtrent
de Fransch-Spaansche onderhandelingen over
Marokko, waarby de vorst zich in zeer ver-
zoeningsgezinden geest moet hebben uitge
laten.
Er is een sterke nsi ging merkbaar om
tot overeenstemming te komen. De regee
ringen to Madrid en te Parys wachten thans
op een voorstel, dat de regeering te Lon
den voorbereidt, en waarvan men een spoe
dige en definitieve oplossing van de geschil
punten verwacht.
In Parysche, ingewijde, kringen, houdt
an zich overtuigd, dat de onderhandelin
gen, voor zoover betreft de territoriale
quaeatie, half Mei zullen zyn geëindigd.
Heel best dusmaar iu Marokko zelf, ziet
ge, daar is ook nog wat te beredderen voor
Frankryk eer de zaak in orde is I
De sympathiestakingen voor de slachtof
fers van het bloedbad in de Lena-goudmy-
nen, die in alle deelen van Rusland op voor
beeld van do arbeiders der Poetilof-fabrie-
ken zyn uitgebroken, loopen ten einde.
Overal werd de arbeid voor een of twee da
gen neergelegd, als protest tegen het optre
den der troepen tegen vreedzame stakers.
In verband met de redevoering van den
minister van handel in de Doema is aan
den senator Trepof opgedragen een omvang
rijk en nauwkeurig onderzoek van de ge
beurtenissen in het Lena-gebied in te stol
len. Hy kreeg do opdracht do arbeidstoe
standen in de Lena-goudmynen to onderzoe
ken, de redenen van ontevredenheid die tot
de staking hebben geleid en de omstandig
heden, onder welke do troepen van hun wa
pens hebben gebruik gemaakt.
Trepof zal de volgende week naar Siberië
vertrekken. Een aantal ambtenaren van hot
ministerie van handel, en een paar ambte
naren van het openbaar ministerie zyn hem
toegevoegd, om hem by het onderzoek be
hulpzaam te zyn.
«iEOWSBERICHTEN.
HELDER, 7 Mei.
De „Gelderland".
Reuter meldt uit Kopenhagen, dat heischool-
sohip Gelderland" van Hr. Ms. Marino,
Zondag te Aarhnus ia aangekomen en daar
circa 10 dagen zal blyven.
Alweer de petroleum.
Zondagmorgen waren een tweetal jonge
kinderen van den heer Schats, wonende in
de boordery aan den Polderweg in een klein
vertrek byeen. Spelenderwijs trok een der
kinderen oen op een tafeltje staand petrolenm-
toestel omver, waardoor beide kinderen dade
lyk in brand stonden. Het meest brandende
kind werd door den ijlings toegeschoten vader
opgenomen en in de by de woning gelegen
sloot gedompeld; by het andere kind werden
de kleertjes door de moeder gedoofd.
De beide kinderen, reep. 3 on 2 jaar oud,
werden dadolyk naar het Ziekenhuis over
gebracht. Het oudste meisje is echter dien
zelfden avond reeds overleden.
Postduiven-Ver. „Hollands Noordpunt"
te den Helder.
Bovengenoemde vereeniging hield Zondag
5 Mei een wedvlucht met oudo duiven van
uit Quievrain (België). Afstand 300 K.M.
Gelost mot goed weer en O.-wind. De pry
zen werden als volgt behaald:
lo pr. A. Felkers 3 n. 54 m. 28 sec.
2e H. J. Holtz 3 54 45
Se Joh. Darphorn 4 n 2 9
4e A. Felkers 4 4 38
5e J. Sturk 45 38
6e K. Broekhuizen 4 8 20 f
7e h A. Felkers 4 11 53
8e r Job. Darphorn 4 12 59 u
9e A. Felkers 4 15 38
10e P. J. Schotvanger 4 17 49
11e ii A. Felkers 4 20 r 8
l2o H. Boon 4« 20 54
13e P. J. Schotvanger 4 21 49
14e A. Felkers 4 24 8
15e t W. Dienaar 4 26 45
16e t K. Broekhuizen 4 28
17e H. Boon 4 28 14
18e K. Koch 4 29 7
19e J. Sturk 4 29 83
20e t P. J. Schotvanger 4 29 30
Aangewezen duiven,
le pr. Joh. Darphorn 4 o. 2 m. 9 sec.
2e t J. Sturk 4 f 5 33
8e m H. Boon 4 20 54
4e ii P. J. Schotvanger 4 21 49 f
5o K. Koch 4 29 7
In de «Nieuwe Rotterd. Courant" lezen
wy het volgende omtrent
Het Pantserschip.
De «Standaard" van Maandagavond poogt
op de volgende wjjze de rechterzijde van
de Kamer in haar geheel voor hot pantser-
schip, dat «niet vechten noch vluchten" kan,
te winnen:
,Men zal by de stemming over het pant
serschip van rechts zeer op zyn tellen moe
ten passen. Geljjk men weet, is links als
óén man tegen. Komt derhalve rechts niet
voltallig op, of zyn er rechts stemmen die
afsterven, dan staan we bloot aan het go-
vaar, dat het schip wordt afgestemd. Nu
reeds heeft de minister van marine duidelijk
te verstaan gegeven, dut hy zonder schip
niet blyft. Doch met zyn heengaan zou dit
maal het gevaar niet van de lacht zy*d. Dan
toch stond onmiddellijk heel het ministerie
voor de vraag, of het de verantwoordelijk
heid op zich kan nemen, om gedurende ten
minste vyf k zes jaren onze vloot te laten
verloopen, zonder dat het gesleten materieel
vervangen worde. En het schynt te voor
zien, dat het Kabinet de verantwoordelijk
heid hiervoor niet op zich zal kannen nemen.
Rechts zon mea dan óf aan eigen slapheid
óf aan eigen verdeeldheid te wijten hebben,
zoo het ministerie de portefeuilles beschik
baar zou moeten stellen."
Volgt een betoogje, dat de staatscommissie,
waarop de raotie-Lohman betrokking hoeft,
aanbouw van groot materieel zou vertragen
tot 1918. (Er is, sinds dr. Kuyper verleden
week in de Kamor zyn rode met honderd
bezwaren ten beste gaf, dus eón jaar bijge
komen). Het schip zelf wordt verdedigd met
deze veelzeggende zinsnede: »We gaan er in
elk geval niet mee achteruit." Het schip zou,
>- men weet, ruim zeven millioon galden
Maar, orakelt (De Stand,":
«Er moet raad geschaft.
«Stemt men dit schip af, dan zal men, eer
we een jaar verder zyn, toch een soortgelijk
Bchip moeten doorlaten.
«Een schip van 15 20.000 ton is niot
maar zoo op stapel te zotten. Dat kan eerst
als het commissoriaal onderzoek tot hot ge-
wenschte resultaat heeft geleid. En hoe men
dit ook bespoedige, zal 't solide zjjn, dan
koBt het jaren."
IJmuiden, 6 Mei.
De kotter Y.M. 45 fDe Hoop", is door
don eigonaar, den hoer Engel de Groot
alhier aan eene Zweodsche reederij verkocht.
Do kermis wordt nu, ingevolge een besluit
van de laatstgehouden Raadsvergadering, met
ingang van 1918 afgeschaft.
De beugvisschery in dit seizoen loopt ten
einde. Eonige vaartuigen hebben reeds deze
visscherjj beëindigd om voor de haring-
visscherij* te worden uitgerust.
Schending der eerbaarheid.
Men meldt uit Haarlom aan de Telegraaf
In den Hout is aangehouden do directeur
eener openbare instelling, verdacht van schen
ding der eerbaarheid. Hy is in het Huis van
Bewaring opgesloten.
H. 0. Guyot t
Gistermiddag is te 's-Qraveuhage de heer
H. D. Gnyot, gepons. schom-bjj-nacht-titulair,
oud-lid der Tweede Kamer voor'b-Gravenhage,
in de Groot-Hertoginnelaau door do stoom
tram ovorreden en gedood.
De hoor Guyot, die van 1891 tot 1897
zitting bad in de Tweede Kamer, en tot de
vry-liberale richting behoorde, zou heden den
leeftyd van 76 jaar hebben bereikt.
Nader meldt men:
Op den overweg van de stoomtram der
H. IJ. S. M. by de Groothertoginnelaan te
's-Gravenhage, tegenover hot diaconessenhais
Bronovo, is gistermiddag een heer, die daar
wandelde en blijkbaar het bellen van de
stoomtram niet gehoord had, door de stoom
tram aangereden. Hij kreeg een van de wielen
van de locomotief tegen het achterhoofd. De
ongolukkige werd in Bronovo binnengebracht,
waar dr. Van der G~ot don dood constateerde.
Hy is gebleken te zyn do heer H. D. Guyot
uit 's-Gravenhage.
Het vertrouwen In de Scheveningsche haven.
Er bestaat een Onderlinge Vcrzekerings-
Maatschappy »Vlaardingon" waarby ongeveer
250 visschersvaartuigen, loggers, bommen en
stoomschepen vorzekord zyn. Het voorschrift
waaraan de schippers dor verzekerde vaar
tuigen zich te honden hebben, begint met
deze clausule:
«De Haven te ScheveDiDgen mag alleen
als noodhaven aangedaan worden."
Dat wil dus zoo ongeveer zeggen: slechts
wanneer men by noodwoer de Schevening
sche haven, als eenige uitkomst tot redding
van schip en bemanning, binnenloopt en
schade opdoet, wordt die schade vergoed,
anders nooit. («N. Ct.")
Een oude bakende.
Een ingezetene van Bergen-op-Zoom heeft
een in goed Fransch geschreven brief nit
Madrid gekregen, waariu de schrijver hem
mededeelt in de gevangenis te zitten wegens
zyn faillissement. Hy heeft echter een valies
met frs 800.000 op een aan hem alleen be
kende plaats verborgen on biedt thans aan
den geadresseerde een derde van die som
aan, als deze naar Madrid komen on «Sn
proceskosten betalen wil, opdat by yry kome
on zyn eigendom voor den dag halen kan.
Twee Nederlanders in Duitschland
gevangen gezet.
De twee bestuurders van den Bond van
machinisten en stokers, de heeren G. Kerk
hof en J. van 't Hoff, die in verband met
de staking in de Rijnvaart te Duisburg ver
toefden, zyn, geljjk verleden week werd ge
meld, Duitschland uitgewezen. Thans blykt
evenwel, dat zy reeds vier dagen te Duis
burg gevangen zitten. Pogingen in het werk
gesteld om hen vry te krjjgen, mochten tot
gisterochtend niet gelukkon, zelfs de dochter
van don heer Kerkhof kon niet te weten
komen hoe en waar haar vader zich bevond.
Hot hoofdbestuur van den Bond heeft,
naar «Het Volk" meldt, den minister van
buitenlandsche zaken dringend verzocht by
de Duitsche overheid do noodige stappen to
doen, opdat aan dezen toestand ton spoe
digste een eind kome.
Nederland in hst buitenland beoordeeld.
De te Seattle (Wash.) verschijnende «Pa
cific Marine Re view" bevat in haar April
nummer een artikel van don heor Charles
Vornholt over Nederland als handels- en
zeemogendheid. De schr. begint met de op
merking, dat maar weinig Amorikauen de
beteekeDiB beseffen van de plaats, die Ne
derland als handelsmogendheid bekleedt. Van
het bestaan van ons land is men zich in
Amerika slechts vaag bewust en heel dik
wijls bestaat daar nog de meening, dat Ne
derland een deel van Duitschland vormt.
Dat Nedorlandsch en Duitsch twee geheel
verschillende talen zyn, die gesproken worden
door twee volstrekt van elkaar onafhanke
lijke nationaliteiten zal, naar de schr. in de
«Pacific Marine Re view* beweert, we) nooit
goed aan Amerikanen zyn duidelijk te maken.
De schr. stelt dan met eenige statistische
opgaven de beteekonis van onzen buiten-
landschen handel, van onze scheepvaart,
scheepsbouw en nijverheid in het licht. Wan
neer men, zegt hij, in aanmerking neemt,
dat Nederland het eenige land ter wereld is,
waar geen delfstoffen gevonden worden be
halve een kleine hoeveelheid steenkool, zoo-
dat men er de natunrlyke hulpbronnen, waar
over andere landen beschikken, ontbeert, dan
leveren de cyfers per hoofd der bevolking
oen welsprekende getuigenis voor de be
kwaamheid, de wilskracht en den onder
nemingsgeest der Hollanders.
Ook over de beteekenis van Rotterdam
als haven- en van Amsterdam als koopstad,
deelt de schr. eenige bijzonderheden mede.
Van Rotterdam's haven gotuigt hy, dat deze,
na de voltooiing van de nieuwe Waalhaven,
da grootste kunstmatige haven der wereld
sal zjjn.
Dank een voortvarend gemeen te bestiv,
is men er geheel op de hoogte van zyn t(jd
en er wordt geen geld gespaard om vooraan te
blyven. Ook voor Amsterdam, welks Noord-
zeekanaal de bewondering van den schr.
afdwingt, worden, zegt hy, geen moeite on
kosten ontzien, om zoowel het kanaal als de
havens geheel aan de steeds toenemondo
eischen van de moderne scheepvaart te laten
voldoen.
Aan het slot van zyn zeer waardeerend
opstel spreekt de heer Vornholt nog over
Nederland als tweede koloniale mogendheid
dor wereld, waarbij hy echter aan do bo-
zittingen in West-Indië slechts een kleine
beteekenis toekent.
Moordaanslag.
Berlyn, 6 Mei. Uit Milaan wordt d.d. 5
Mei aan de Lokal Anzeiger geseindTor-
wjjl hedenmiddag de Galleria Vittorio Eraa-
nuele als gewoonlijk vol wandelaars was,
wierp zich plotseling een onbekend persoon
op een priester en sloeg hem met oen hak
mes in don hals. Daarop trok hy oen re
volver en loste 6 schoten op de menigte.
Daarbij werden 2 vrouwen en een Hollandsch
toerist, Brioght gewond. De dader
vluchtte over het Scalaplein, waar hy na
een korten stryd door politie-agentcn neer
geslagen en in hechtenis genomen werd. Op
het politiebureau antwoordde hy cynisch
op alle vragen. Het verheugde hem, zoo
zeide hy, een prioster gedood te hebben.
Hy was sedert drie maanden zonder werk
en had een vrouw en drie kinderen.
Volgens de geneeskundigen heeft men
niot met oen krankzinnige te doen.
De auto-bandieten.
Een nieuwe wraakneming.
Wederom heeft de bende der anto-bandieton
een slachtoffer gemaakt. Meldden wy eenige
dagen geleden, dat op den aanbrenger van
Carouy naby Parys een moordaanslag werd
gepleegd, om dezen voor zyn verraad to
straffen, een geval van denzelfdon aard heeft
zich thans voorgedaan te Meuse-Maisons by
Nancy. Ditmaal echter met doodelyken afloop.
Een zekere Charles Planchet, een schrijn
werker, was 's middags omstreeks half vier
bezig met de herstelling van een wagon, toen
een jonge man plotseling voor hem kwam
staan en zonder een woord te spreken h bout
portant verscheidene revolverschoten op hom
loste. Charles Planchet werd doodelyk ge
troffen. De moordenaar vluchtte in de richting
van het bosch van Frambois. De aanwezige
werklieden herkenden hem echter. Het is oen
bekend anarchist, Bill gonaamd en ongeveer
2U jaar oud.
De werklieden verklaarden, dat Bill Reinert
heeft willen wreken, daar deze door Planchet
aan de politie verraden was.
De geheele gendarmerie en politiemacht
van Nancy doorzoeken de bosschen in de
omgeving. De n&burigo politiebrigades zyn
torstond van den moord in kennis gestold.
Men zal zich herinneren, dat by bet on
derzoek van don rechter van instructie de
vorige week eeu juffrouw uit Nancy, die als
getuige gehoord werd, verklaringen heeft
afgelegd, die voor Dioudonnó, een van de
gepakto boeven dor beruchte bende, zeer
bezwarend zyn. Uit dia verklaringen bleek
toch, dat Dioudonnó, op den dag van don
aanslag in de Ordenerstraat te Parys, niet,
zooals hy voorgegeven had, te Nancy ver
toefde, maar wel degelyk te Parys. Tevens
leidde het onderzoek tot aanhonding van een
echtpaar nit Nancy, Reinert gehoeton, dat
met Dieudonre in nauwe betrekking stond.
Wie heeft Reinert en zyn vrouw aan do
politie verklapt? Het volgende bericht uit
Nancy geeft er antwoord op:
Zaterdagmiddag togen half vier was Charles
Planeet, timmorman, te Neuves-Maisons, bezig
met zyn werk, toen een man by hem biunen-
kwam, die, zonder een woord te spreken,
eenige revolverschoten op hem loste on hom
doodde. De moordenaar was, voor iemand er
aan gedacht had oen vinger uit te steken
om hem te pakken, in de richting van het
bosch van Fraimbois verdwenen. De werk
lieden, met wie Planeet bezig was geweest,
hadden intusschen den moordenaar herkend.
Hy staat bekend onder den naam van Bill,
een jongen van 20 jaar, bekend anarchist
uit Naucy. De werklieden zeiden al dadelyk,
dat Bill zeker gekomen was om Reinert te
wreken, die door Planchet aan de politie
verraden was. En nH is Bill weer onvindbaar.
Tot Vandoenvre heeft men zyn spoor kunnen
volgen. Daar stond een auto gereed, die hem,
naar men vermoedt, verder gebracht heeft.
Zondagavond zyn er twaalf politiemannen
mot twaalf politiehonden naar Nancy ver
trokken om er in de bosschen rond de stad
naar Bill te speureD. Bij de zuster van Rei
nert, die, zooals men weet, met zyn vrouw
zich in hechtenis bovindt, is een hartstochte
lijke brief van Bill in beslag genomen, waarin
de anarchist, na aan Reinerc's zustor zyn
liefde betuigd te hebben, zjjn voornomen
aankondigt om Reinert en zyn vrouw te
wreken.
De oorlog iusschen Italië en Turkije.
Rhodos, 5 Moi. Uit Italiaansche bron wordt
gemold: 8000 Turken werden herhaaldelijk
geslagen tot onder de muren van Rhodos;
zy verspreidden zich in den nacht in het
binnensto der stad.
De Italianen hadden 1 doode, 6 ge wondon,
do Turken 28 dooden, 48 gewonden en ver
loren 5 gevangenen. De waarnemende gou
verneur kwam in hot Italiaansche kamp, om
zyn onderwerping aan te bieden. Een be
schieting had niet plaats. Te 9 uur bezetten
de marinetroepen de stad.
Generaal Ameglio vaardigde een procla
matie nit, en nam onmiddellijk maatregelen
voor de veiligheid der stad en voor de her
opening van alle openbare diensten.
Offers van de zee.
De Hamburger viermastbark «Mimi", kap.
WcBlpbal, vertrok 9 Dec. 1911 met oon lading
salpeter van Antofagasta naar Delfzijl. De
bemanning bestond nit 24 koppen.
Do reis verliep tot 10 Maart zonder bui-
teugowone gebeurtenissen, maar van toen af
werd het weer stormachtig en het schip door
tegenspoed achtervolgd.
Den I2en Maart werd de «steward" door
een overkomende zee getroffen, tegen het dek
geslagen en zwaar gekwetst.
Don 16en braken in een zware bui enkele
gedeelten van het boventuig.
Den 17en wakkerde de storm aan tot een
orkaan, de zeegang nam gestadig toe, zoodat
trots het gebruik van olie om de golven te
kalmeerea het dek voortdurend vol water
stond en om 8 nur besloot de kapitein by te
draaien. Te middernacht word dit besluit,
nadat de noodige toebereidselen getroffen
waren, uitgevoerd, maar het schip rolde
vreeselyk en kreeg kort daarna een reus
achtige zee over, die zes man der equipage
overboord sleurde. Twee hunner werden door
een andere zee weer aan boord geworpen,
twee werden met groote moeite door de andere
opvarenden weer aan boord gehaald, maar
de twee anderen, de matroos Erikso en de
lichtmatroos Hosse, vonden hun dood in de
woeste zee.
Gelukkig word het weer nu gaandowog
beter, het schip kon de reis voortzetten en
kwam zonder verdere ongelukken te Delfzyl
aan, maar nauwelyks binnen had opnieuw
een ongeval plaats. De lichtmatroos Borcher
n.1., die in het want behulpzaam waB bij het
vastmaken dor zeilen, werd plotseling duizelig,
stortte naar bonoden, viol met den rug op de
bovenmarsnra en van daar met 't hoofd op
hot volkslogios en vervolgens op dek. De
spoedig te hulp geroopen dokter kon slechts
den dood conBtateeren door schedelbreuk.
Eau door het Sooamt te Hamburg ingesteld
onderzoek heeft uitgemaakt, dat de onge
lukkon, waardoor schip en bemanning werden
getroffen, niet le wyton waron aan of voor
komen hadden kunnen worden door de mot
de navigatie belaste personen en sprak hen
vry van schuld.
Het stoomschip «Carrara" van de reedery
Rob. M. Sloman Jr. te Hamburg, in 1901
to Suudorland gebouwd on 1450 netto reg.
ton groot, vertrok 8 Nov. met een lading
graan van Hamburg naar Barcelona, hooft
echter de bestemming niet bereikt, doch is,
naar algemeen wordt aangenomen, in den
orkaan, welke in die dagen op de Noordzee
heerschte, vergaan, waarby de geheele, uit
26 personen bestaande bemanning is omge
komen.
Later zyn by 't dorp De Koog op Texel
wrakstukken en lading van do «Carrara"
aangedreven, ook heeft een Nederlandsch
gezagvoerder in die dagen een stoomschip
dat zware slagzijde had, plotseling zien
wegzinken en hoogstwaarsch\jnlyk was dit
de «Carrara'.
Hot Seoamt te Hamburg heeft deze zaak
onderzocht on de «Carrara" als vermist
verklaard. Schip eu machines verkeerden
volgons zyn uitspraak in goeden, zeewaar-
digon toestand en het schip was niet over
laden geweest.
'n Grap.
'tHad juist elf uur geslagen. De veld
wachter had zyn hoofd om don hoek van
de deur in de herberg gestoken en had ge
roepen, dat de klok al koud was.
«Ben jullie nag voan ploan weg te gaan
Zonder te antwoorden ofschoon de vraag
zeer goed was verstaan waren ze, al
lachend, opgestaan en het cafó nitgestommeld.
Dat was eiken Zondagavond zoo. Eon
vast clubje vau een man of acht, bleef in
het cafó «De Zeven Provinciën" klotsen,
totdat de veldwachter, gedwongen door plichts
besef, zyn vermanende stem liet hooren, dat
do tyd van sluiting was aangebroken.
Wat zy daar deden Kletsen en borreltjes
drinken; kletsen: honderd uit.
Altyd waren ze in opgewekte stemming.
'i Waron van het soort jongens zoo
tusschon twintig on dertig jaar die maling
hadden aan de (ineikes" en die, om toch
hnn Zondagavond gezellig door te brengen,
in de herberg elkaar ontmoetten.
Ze waren nooit dronken, al hadden ze
menig tkrakortje" naar binnen gewerkt. Vroo-
lyk was hun stemming.
Op straat was 't donker. De lantaarns
waren uit want do Enkhuizer almanak
gaf aan, dat hot lichte maan was en dan
immers behoefde er geen lantaarn te branden,
ook al was, zooals nu, de lucht bewolkt en
kon men byna geen hand voor de oogen zien.
De veldwachter, geëscorteerd door den
nachtwacht, volgde met kalmen stap het
troepje vroolyke jonggezellen.
By de „Kerkepiep" hieldon ze halt en
zetten daar hun gesprekken voort, nog niet
den lust hebbende, tér nachtrnste te gaan.
De nachtwacht en veldwachter stevenden
naar de „West" en kwamen terug.
Eón ronde was afgedaan. De veldwachter
ging huiswaarts, om niet voor den volgenden
ochtend op straat te vorschynen de nacht
wacht naar z\jne woniDg om to twaalf uren
met luidor stomme langs do straat te ver
kondigen.
„Twaalf helt do klok, de klok heit twaalf."
Nog steeds Btond het achttal kornuiten in
vroolyk rumoerende stemming op de Kerke-
piop. Eón hunner had een gunstigen inval.
„We mosto 'n grap howwo".
„Goed I'luidde 't in koor, „maar woat
„Je weet, doat bee „de Rooie" oaltied
de denr nachts los iszelf het ie doat weldors
verteld op do beurs. Heo sliep zöó voast,
doat ie nooit woat hoorde. Koe, z'n vrouw,
is stokdööf. Nou moste we d'rs in hnus gaan
en woat leve make; we zelle doan probeere
'm wakker te krigge."
„Ja, doas best, maar jee moet 'r 't
eerst in."
Gezamenlyk trok men naar de woning van
den „Rooie" in de Schapensteeg.
Zooals vermoed werd: de deur was los.
Io 't portaaltje stonden de klompen van
den „Rooie", waartegen flink werd geschopt
om eenig lawaai te maken.
Niets werd gehoord.
De kamerdeur werd geopend. Op de tafel
stond een nachtpitje flikkerend te branden,
grillige schaduwbeelden werpend togen zolder
en wand.
Het gesnurk van het echtpaar gaf de
richting aan waar hun legerstede in de ka
mer zich bevond.
De deurtjes van de bedstede waren half
geopendhet gebloemd linnen bedgordijn
bevorderde nog meer het niet-binnenkomen
van frissche lucht en het niet-ontsnappen
van bedorven uitademing.
Noohtaas was het eehtpaar gezond
„je houdt 't woftvm in bed, doas 't vornaamste,
overdag doe je genog frissche lucht op."
In het portaaltje word het rumoeriger.
Allen proestten het uit, de een duwdo do
ander de kamer binnen. Óp den houten vloer
maakte dat heel wat lawaai.
Gerust en van geen gevaar bewust, snurkte
het echtpaar met regelmatige ademhaling door.
Een der jongens begon gelnidon te makon,
een ander floot, een derde zong. Hot was
oen helsch leven. Eindelyk dansten do kwa
jongens op den vloer.
Niets bowoog in de bedstede.
Het gordyntje hing kalm voor het heiligdom
der slapenden en onttrok hen aan de brutaal-
spiedende blikken van de rustverstoorders.
Al meer naderde men het bed, on al vryer
erd men in zyn bewogingen. Men maakto
het zich al gemakkelyk door rustig by do
tafel te gaan zitten. Men stak eon frisscho
sigaar op; men nam een pruimpje uit do
goed gevulde tabaksdoos van den „Rooio."
Men deed alsof men thuis was, alleen met
dat verschil, dat 't hier rumoeriger, onver
schilliger, brutaler toeging.
Eindelyk had er een den moed het gor
dijntje op zijde te schnivon en aan hot uit
gelaten gezelschap hot slapende echtpAar
te toouen, dat, rug aan rug gelogen, een,
blykbaar weldoenden, slaap genoot.
Moedor lag achteraan, vader vooraan.
Zyn slaapmuts, diep vastgedrukt over zyn
vol gezicht. Zyn van tan 1 - en kiezen slecht
voorzionen mond stond waganwyd open.
De jongens verdrongen zich voor de bed
stede om het echtpaar to boturon en daarop
glossen te verkoopen.
Schaterend van pret en joelend was men
in de kamer byeen, doch noch de Rooio
noch diens ega werden gestoord in het ver
vullen van den plicht, dien Morphens hen
had opgelegd.
,,'t Is toch 'n merakel, zóó voast dio
kerol alóópt."
„Peuter 'm mit 'n rietje in z'n neus."
„Gooi 'm 'n gloas water in z'n muil."
„Trek zien slèèpmus voan z'n kop."
Al dergelyke middelen worden aangeraden
a toch maar den Rooie wakker te maken.
Een „stiekemer", dio nog zyn geluid niet
had laten hooren, dringt met *n grjjns cp
z'n gezicht, naar voren, hofi de hand op en
geeft mot kracht een klap op de wang van
m Rooie.
Deze schrikt wakker, herstelt zioh in oen
moment van zyn bedwelmenden slaap on ziet
nog juist iemand zich snel verwijderen.
Hy bedenkt zich geen oogenblik, gooit
het dek van zich af on rent, met de slaap-
op, zonder kousen aan do voeten, en
compléte negligó, naar buiten om do bolagors
van zyn nachtrust te achterhalen.
Knarsetandend loopt h^j, zoo hard hy kan,
do straat op, de vluchtende jongens achtoroA.
Hy voelt niet den snollen overgang van hot
warme bed in de koude nachtlucht. Hy voelt
niet de scherpte van de keien aan zyn ont-
bloote voeten. Hij denkt niet aan zyn kloe-
ding. Het eenig doel is voor hem: gevoelig
af te straffen, diengene, dio hem getergd heeft.
Lustig het liodje fluitend van
»GÜ» gÜ ligt my aan 't harte",
komt met brandende sigaar tusschon de vingers
een jongeling aangeloopen, die, van zyn
meisje komend en in lastige stemming nog
denkond aan het zoot-minnend samenzyn met
zyn verloofde, huiswaarts gaat.
Juist is hy op den hoek van de Schapen-
steeg, toen hy een gevoeligen klap boven
op hot hoofd krygt.
Hy duizelt even, nog moer slagen dreunen
neer op zyn hootd; hy wordt getrapt, ge
slagen, terwyl iemand, goheel in onderkleeren,
met de slaapmuts op, hem toeschreeuwt:
„Dèèr, dëèr, lamme lafbek, ik zol je
slaan, doat 't rooie zwèèt der unt kom. 'k Zei
jo löère me te treitero. Lap 't je vaar, lap
'tje moer, maar mee niet."
Tnsschen dat al door was de'jongeling
bedacht op zelfverdediging en deelt ook
eonige klappen uit, en schreeuwt hardop
„Woat moet je, kerel. Laat mo los.
Denk je, doat ik me zöö maar laat oafturvo?1'
„Jh, jh, hew nou nag maar praatjes
ok", sputterde, hakkelde van woede, de Rooie.
•Jo weet 'rzeker niks voan, hè? Néé, doat
zei wel. Woat let me of ik vermóórd je."
„Maar woat wil je doan voan me?"
„Ja, doat zei jee niet wete. Mo buus
op stelte zette; me store in m'n slóèp en
m'n vrouw do dóódschrik op 't lief to j&ge.
Mooie jonge."
„Maar maar, ik kom net zóóoanlóöpe.
Maar nou begriep 'k 't. Net zóó, doat jee
de steeg uutkomt, lóöpe der 'n zoodjejonges
hoard de diek op. Die zelle der mèór voan
wete. Ik kom voan de meid."
„Wie bei jo doan?"
„Joan voan Aagie."
„O, hoad doat nou éérder zeil. Maar 'k
woas zóó bliksems nijdig, dat 'k niks zag on
maar raak sloeg, 't Spiot me, hóór, doat 'k
je slage hew."
„Goed, maar 'k hew ze voast te pakke.
Aflijn, ik zei der niks voan mekeere. Ga
jee nou gauw wéér naar bed, aars wor jo
nag ziek."
„Ja, maar 'k laat 't 'r niet beo zilt£.
Morge gaan 'k na de peüsio. 'k Zol der worx
voan make."
Ja. doat geeft je woat. Hou liever in
't vervolg je deur op slot; doas beter."
't Was een goede raad van den jongen
maD, dien de Rooie ook zou opvolgen.
Nog innerlyk boos en zioh zeer beloedigd
gevoelende, ging hy huiswaarts en to bed.
Z(jn nachtrust was echter voor goed gestoord.
De aandoening had hem te veel geschokt.
Hy kon den slaap niet vatten; hy moest er
steeds aan denken, wie hem toch die poets
gebakken hebben.
De jongens op den dijk hadden vanuit
hun schuilplaats gehoord t zich tnsschen
de beide mannen afspej j doch niemand
'was zoo moedig om zicu als do schuldige
bekeud te maken.
Den volgenden morgen, nadat don Rooie
rijpelijk over do zaak had nagedacht, oor-
deeldo hij 't beter, de zaak „blauw-blanw"
te laten. Hy sprak er op de „beurs" niet over.
Toch moest hy menigen „steek onder water
deur" in ontvangst nemen, want, zooals be
grijpelijk, ieder in het dorp wist 't den vol
genden morgen en ioder lachte om de grap,
al vonden bezadigde menschen, dat de grap
„te vor dreve woas."
Texel. W.