KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor HelderTexel, Wieringen en Anne Peulewna-
Zaterdag 11 Mei 1912.
40ste Jaargang.
LEVENSSTRIJD.
No. 4096
't Vliegend Blaadje p. 3 m. 50 et, fri p. post 75 ct, buitenland 11.25
Pre- 1 Zondagsblad 37* 45|i f,0.75
miënJ Modeblad i i 65 75 f 0.90
(Voor het buitenland bij vooruitbetaling.)
Ad verten tién van 1 Sol 5 regels (bij vooruitbetaling) 30 cent
Elke regel meer6
Be wijs-exemplaarH
Vignetten en groote letters wordon naar plaatsruimte berekend.
Intaro.-
Telefoon 50.
Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
Uitgeven C. DE BOER Jr, (v./k. BERKHOUT 4 Co.), Helder.
Bureaus Spoorstraat en Koningstraat.
Tweede Blad.
Opgave van alhier gevestigde en vertrokken
personen tot en met 8 Mei 1912.
Gevestigd.
Naam: Beroep: Woonplaats: Van: Gel
A. Holtmamun, marinier, Hoogstr. 46, Leiden. N.H.
J.P Sturk, kp.-stok., 2e Vroonstr. 94, Leeuwarden.
J. F. Kaptein, korp.-stoker, Goversstr. 49, R'dam.
R. Bakker, gepd., Weezenstraat 74, Harlingen.
L.Franken, R\jk9ontv.,Binnenh.l03, Oude-Pekela,
Wed.W.Wausman.z.b ,J.in 't Veltstr.122, 's Hage. R.C.
P.Westerik,serg.-bott.,Wilh-str.t02,Helleïoetsl. N H.
M. Smid, binnenloods, Binnenhaven 64a, A'dam.
G. v. d.Reijden, ofïi. v. gez., Dijkstr. 10, Utrecht. W,H.
W. Koning, opzichter, Julianadorp, Nijkerk. N.H.
H. P. Verschuur, olïl. v. adm., Binnenh.88, 's Hage.
J. Pronk, stoker-oliem.,Cahforniestr., Alkmaar. D.G,
Vertrokken.
Naam: Beroep: Van: Naar: Gel.
H. Kragt, loodsleerl., Breewaterstr. 32, Velsen. Rem.
I. Noé, gepd., Zuidstraat 75a, 's Hage. N.H.
A. Mul, gepd., Wilhelminastr. 102, Amsterdam. R.C.
J. Jeltema, serg.d.mar., Bolhastr.43. Hellevoetsl. N.H.
M. Palte, korp.d.mar,, Spoorgr. 13, Amsterdam. Ger.
A. de Boer, korp.-stoker, Molenstr. 86, Schagen. R.C
A.Wiersma, adj -stuurm.,leVroonstr.2, De Bilt. N.H,
J.J. Hagoort, korp.-seiner, Doolhof 27, behagen. N H.
J.J.Verkam, serg.-bott., Spoorstr.14, Hellevoetsl R.C.
B.J.Paasse, serg.-konst, 2eVroonstr.94, Vlissingen.
G. Z. v. d. Gevel
Wenteler,serg.-s'„ Schagenstr. 63, R'dam. N.H.
G. H. Nord, ofli.v. gez., Dijkstraat 32, A'dam. Geen.
Wed. N. Helder, z. b., Nieuwstraat R'dam. N.H.
11. Hendriks, serg.-ziek.v.pl., Ruijterstr. 9, Leiden.
J. W. Croese, gepd., Molenstraat 57, Schiedam.
H.J.Smit, korp.-stok., Corn. Ditostr.2, Alkmaar. R.C,
II.Zwart, serg.-kok, Wilhelminastr. 104, Leiden. N.H.
J. H. H. Meng, marinier, Doolhof 23, Leiden.
P. vanExter, 2e luit. tz,, Dijkstraat 45, A'dam. i
EiiElfWSBEVtlCHTEN.
HELDER, 10 Mei.
„Helders Mannenkoor".
Deze zangvereeniging gaf Woensdagavond
in Casino" eece uitvoering voor donateurs
en genoodigden. Medewerking hadden toege
zegd mejuffrouw J. Metzelaar f sopraan) en de
muziek-vereeniging fApollo", directeur de
heer J. M. Jansen.
De directeur van «Helders Mannenkoor",
de heer Rusting, was wegens ziekto vervan
gen door den heer Neyts, werkend lid van
«Apollo".
fApollo" opendo met den «Apollo-marsch".
Dezo compositie van den heer F. L. K. Neyts,
was een opgewekte, levendige marsch. Heel
eigenaardig klonk het koperwerk, dat de be
geleiding had, door den discant van de strijk
instrumenten. Een mooi trio, waarin het
koper de melodie overnam, besloot dit dank
bare nummer.
Het koor zong nu twee eenvoudige num
mers van Mendelssohn en Heinze. Deze moes
ten blykbaar dienen als #hors d'oeuvre varié":
zoo'n eetlust opwekkend piqnant pasteitje.
Later kregen we dan ook nog fDe Marte
laren in het Colysseum", een stemmings-stuk
van L. de Rillé, en, na de pauze «Nedrlands
Taal" van Stille, en, tot slot, een koor-num
mer van Edv. Grieg, den Noorschen com
ponist.
Op weinige uitzonderingen na, was het
koor altijd goed. Het bleek een zeer ge
schoold koor te zyn, met goede stemmen.
Het was een genot er naar te hooren. De
compositie van de Rillé en van Grieg bewe
zen, dat het iets meer dan alledaagsch durft
te geven. De Noorsche muziek van Grieg
heelt een heel bizonder karakter, men her
kent er in het weemoedige van de lage
hemelen, het droevige van de sombere fjorden,
en de eigenaardige harmonieën geven iets
heel eigens aan doze muziek. Ook in dit
nummer mochten we dat opmerken, misschien
was het juist daardoor voor het groote publiek
niet zoo'n dankbaar nummer als anders.
Maar 't was een bewijs van het hooge peil
waarop de directeur zyn troepje weet te
voeren. Ook dit nummer werd uitstekend
gezongenhet bariton-solo door den heer
A. van Weelde.
Deze koornummers werden afgewisseld met
boIo- en orkest-nummers. Mej. J. Metzelaar
had belangeloos haar medewerking aange
boden en vergastte ons op eenigo fraaie
nummers. Do begeleiding was afwisselend
voor piano alleen, piano en viool, piano en
cello en het prachtige Weihnachtsgesang"
van Adam zelfs met viool, cello en piano
begeleiding. De piano-begeleiding was van
den heer Neyts, de viool begeleiding van
den heer Hangard, terwijl de heer Brizee
de cello-party speelde. Een prachtig bloem
stuk, der zangeres aangeboden, hartstochtelijk
en stormachtig applaus na elk nummer,
het noodzaken om een toegiftje te geven
na al die spontane sympathie-betuigingen
doet een recensent maar 't best or geen lof
aan toe te voegen, die slechts de vox populi
verzwakken zon. Mejnffrouw Metzolaar wist
do harten te treffen door haar zang.
Het orkest, onder leiding van den heer
J. M. Jansen, gaf nog een paar mooie num
mers, een potpourri van Lecocq en de ouver
ture tMarie Tudor" van Lamoite.
Een dnbbel kwartet trad na de pauze op
met twee mooie nummers en zong daarna
het .Nader, myn God by UI"
Was het onder andere nummers nog wel
eens wat luidruchtig, werd hier en daar een
woordje gewisseld een praatje opgezet: het
Hollandsche publiek is nu eenmaal, helaas 1
te on-muzikaal en te praatziek om zelfs op
een concert zyn mond te kunnen honden
toen dit lied werd aangeheven, kon men een
speld in de zaal hooren vallen.
Zag men in zyn verbeelding hot weelde
rige reuzenschip met de bonte menigte pas
sagiers, in feestelijke avondstemming? En
hoorde men het lachen, het zingen, het zor-
golooze, juichende scbitterleven aan boord
van dit zee-paleis, dat zoo overmoedig van
wal was gestoken met een: tot straks! tot
de achterbly"venden En was het do ysberg
die men zag en die, plotseling, het trotsche
schip openscheurde, zooals wellicht evon te
voren, deze of gene het blikje zalm of sar-
dinea had opengescheurd En hoorde men
het binnendringen van het yskoudo water
En de in kalmte en zelfbeheersching gege
ven heveltn om de booten gereed te maken?
Lachende gaan de passagiers in de booten:
't is immers maar een overdreven zorg van
den kapitein I Maar luisterdaar begint de
echeepskapel te spelen: geen mondaine wals,
op de tonen waarvan men straks gedanst
heeft, het hoofd en het hart zoo licht en
zoo lucht, neen, dit wordt vreeselyke,
bittere ernst: .Nader, myn God, by UP
En de glimlachen verdwynen en het water
stygt... .Nader, myn God, by UI"
De mannen blyven op hun post... zy
voelen hoe het yskoude water omhoog kruipt,
hen straks, in kille omarming, verstikken
zal en hen mee zal sleuren in het ruBtige
graf, 8000 meter onder de oppervlakte
«Nader, myn God, by UI"
Hoogcr stygt het water, stoeds hooger
Langzaam heft zich het fiere schip recht
standig op
«Nader, myn God, by UI"
totdat het doodsgezang in een rauwon
doodskreet eindigtDe golven slaan over
alles heen en de zee „glydt voort, in einde-
looze deining"
„Nader, myn God, by U 1"
Leefde men dit alles mede? Er waren er,
met tranen in de oogoD, die „ja" zouden
geantwoord hebben.
Maar even later was de ontroering weer
voorby. Wy leven met de levenden en voor
een oogwenk kannen wy vol weemoed by
de dooden vertoeven het leven eischt
zyn plicht. En zoo was dan ook weldra de
plechtige Btemming verbroken.
Alles tezamen kunnen wy dit een prachtig-
geslaagdo uitvoering noemen. Op zoo hoog
mogelyk peil gehouden, gaf zy in den vol-
ston zin des woords „kunst". Allen mede
werkers daarvoor onze hulde.
Uitstapje naar Schoorldam en Alkmaar.
Blykens een in dit blad voorkomende an
nonce, zal van 15 Mei tot 30 September
dagelyks behalve Dinsdags, ook des morgens
9 uren van hier een boot naar bovengenoemde
plaatsen vertrekken, van de N.V. Stoomboot-
dienst Gebr. Zur Muhlen.
Dit opzichzelf reeds een verbetering, wordt
nog geriefelykor, daar het vertrek uit Alkmaar
iB vastgesteld op 4.30 uur, zoodat men weder
op een gunstigen tyd terng is.
Door de afdeeling Helder van den Bond
van Ned. Ond., zyn rnim 600 handteekeningon
verzameld van personen, die sympathie ge
voelen met het instellen van een 7B leerjaar
van de openbare lagere scholen. Deze hand
tekeningen zyn voor 't grootste deel van
ouders van schoolgaande kinderen.
Het departement van marine.
,De Nederlander" schryft:
Naar in parlementaire kringen verluidt,
zal indien de heer Wentholt als minister
aftreedt, voor diens departement niet aan
stonds een opvolger worden aangewezende
heer Colyn, minister van oorlog, zou dau
mot de tydelyke waarneming worden belast,
voornamelyk uit overweging, dat wat dadelyk
voorziening behoeft, de verdediging van Indië
is, waarmede do tegenwoordigo minister van
oorlog nit den aard van zyn verleden van
naby zeer bekend is.
Dit intérimnir zon dan tot de algemeene
verkiezingen in 1913 duren.
„Syndicaat tegen den modder".
Parys bezit een nieuw syndicaat: het .syn
dicaat tegen den modder" is er. Vyf honderd
afgevaardigden van handelsvereeuigingen uit
alle buurten van Parys kwamen to zamen
om eens hard op to zoggen, wat iedereen
tot nu toe by zich zelf gedacht of gebromd
haddat het geen pas beeft, dut de automo
bielen, die als razenden door do straten jagon,
ongestraft de voetgangers mogen vol modder
spatten en de uitstallingen vuil maken.
Advertentiana
«Twee ondernemondo Jongelui, die een
reis om de WGreld te voet willen maken,
vragen beleefd 25 gulden ter leen."
UIT DE TWEEDE KAMER.
Hat Pantserschip.
Do beBliesing in zake het pantserschip is
onzen lezers uit bulletins en dagbladen reeds
bekend. Het hooft dan ook, or zes inziens,
geon reden van boataan om cü nog het vorder
verloop der debatten weer te geven. Liever
goven wy de meoningen weer van de pers.
«Van do dooden niets dan goeds" is ern heel
mooie spreuk, maar waar het «politieke
dooden" betreft mocht dit wel luiden «Alles
kwaads". Men luistere wat verschillende
bladen van niteenloopende richtingen over de
gevallen beslissing zeggeD.
De Kameroverzichtschryver van het „Han
delsblad" schryft o. a.
„Een Minister, die een vlagofficier als de
vice-admiraal Van den Bosch op ruwe wyze
opofferde aan een vloot-dominé, had by de
marine-officieren afgedaan.
En zoo kan men zeggen, dat deze Minister
zich het lot heeft bezorgd van dien Romeiii-
schen keizer, die door zyn eigen soldaten
werd vermoord.
De eeostommige adviezen van de marine
officieren hebden den heer Wentholt doen
vallen.
En de hardnekkigheid waarmee dio advie
zen werden herhaald, heeft do Minister zich
zelf te wyten.
De heer Van den Bosch heeft, golyk die
Engelscbman die avond aan avond den waag-
sprong van een acrobaat by woonde, omdat
hij er by wilde wezen wannoer do man zyn
nek zon breken, 8indB ontslag geen Kamer
vergadering overgeslagen, wacneer er kans
was dat de heer Wontholt zyn ministerieelen
nok zou brokon. Altyd zat hy dan, zwygend
en geduldig, in de presidentloge. Ook doze
dagen weder.
En heden heeft hy den acrobaat dan
eindelyk zien vallen.
Praecipircmque imraani turbine adegit.
Welke woorden uit Virgilins' Aencis door
Vondel aldus zyn verhaald:
„Hy dreef met een dwarrelwind hem
neder, dat by plofte."
Misschien heeft de gewezen commandant
van Den Helder vandaag eenig grimmig,
maar begrijpelijk leedvermaak gesmaakt."
De vrees, dat onze vloot om politieke
redenen belast zou worden met ren oorlogs
schip dat «noch vechten, noch vluchten"
koD, dat te groot geweest zou zyn voor een
servet, maar te klein voor een tafellaken
dio vrees is gelukkig niet bewaarheid, zegt
«Het Nieuws van den Dag."
«Met een zeer groote meerderheid, 63
tegen 26 stemmen, heeft de Tweede Kamer
gisteren, gelyk de lezer weet, minister
Wentholt's pantserschip afgestemd.
Het mooie van deze beslissing is, dat zo
niet, op 't kantje af fusschen rechts en links
met eeaige overloopers ter weerszy en eenigo
wegblyvers, aan oen gelukkig toeval te danken
is, maar --en zakelijke stemming mag ge
noemd wordon voor zooveol 't dan ooit
mogelyk is, zulke onderwerpen te behan
delen, los van de politiek. Een politieke
stemming" echter was het geenszins
Wat den aftredenden minister van marine
betreft, nu hy dau gevallen is, handelen w|j
menschlievend door maar het zwygen te doen
tot hetgeen h|j gedaan en niet gedaan her ft
voor z|jn departement. Betreurd wordt deze
minister ongetwyfold door al zéér weinigen.
De Maasbode" (r.-c.) zegt, dat op deze parle
mentaire gebeurtenis van meer dan alledaag-
sche beteckonis velen zich voorbereid hebben
gehouden. «De zaak van het pantserschip viel
niet binnen de beoordoeling vAn een ieder;
doch eerlyk dient erkent te worden, dat de
meening der deskundigen in het algemeen
ongunstig was, waarvan een minder gunstige
communis opinio (mcening van het volk) het
gevolg was."
Dat de rechterzijde zich niet op de eerste
plaats heeft laten leiden door overwegingen
vao politiek, welke verro buiten de begroe
ting van Marine stonden, acht hot blad de
juiste opvatting.
«Minister Wentholt heeft zich ten opzichte
van zyn ontworpen schip niet toeschietelijk
getoond, en hem stond het ter beoordeeling
of hy persoonlijk de verantwoordelijkheid na
een ongunstig votum der Kamer kon blyven
dragen.
Evenwel, de groote vraag betreft hot al
of niet betrokken zyn der Regoering in haar
geheel by do stemming van gisteren.
Hy, die het wezen van dezo zaak in het
oog houdt, kan niet lang twyfelen.
Immers geen sprake orvan, dat onze Re-
goering in zake de defensio riet het volle
vortrouwon bezit. Moor dan do goheele
rechterzijde staat haar daarin terzijde. On
dubbelzinnig is de meoning in deD lande ge
bleken by de behandeling der Militiewet,
waar do Liberale Unie onder strenge afkeu
ring der iiberalo organen tegen stemde. Geen
twijf-1 dau ook, of de Regeeringsmeerderbeid
vertrouwdt aan deze zelfde Regeering de
behartiging der Marine-aangelegenheden ten
volle toe, en ook eon belangrijk deel van
links zal zoo oordoelen."
.De Nederlander" (chr.-hist.) betreurt, dat
de verwerping van het pantserschip het heen
gaan van minister Wentholt na zich moest sleo-
peD, al begrijpt het blad, dat de Minister moeilijk
anders kon doen nn hy van meet af zyn lot
aan dat van het schip had verbonden.
«Steeds is door ons geprotesteerd tegen
de soms schandelijke bejegening, die den
Minister in pers en Kamer van links is
aangedaan. Men heeft hem nooit verge
ven, dat h|j van een linksuh in een rechtsch
Kabinet overging en heeft dit toegeschreven
aan min-nobelo motieven. Zelfs na syH val,
heeft geen blad van links een woord van
waardeering voor hem over. Met ware Scha-
donfreude verheugt men zioh in zyn echec,
reden to meer voor ons om het nit te spreken,
dat het heengaan van den Minister ons on
welkom is.
Niet zoo de verwerping van het schip.
Het onmiskenbaar talent waarmede de Mi-
pistor eerst in zyn Memorie van Antwoord,
daarna in het mondeling debat gobracht
heeft de tegenargumenten te weerleggen,
was niet in staat de Kamer te overtuigen,
dat zy goed zou doen met 7 millioon voor
een pantserschip te voteeren, waarvan de
deugdelijkheid voor do verdediging van
Indië door vrywel ieder deskundige in twyfel
werd getrokken, en waarvoor vanuit de
Kamer geen enkele warme aanbeveling wsb
gehoord. Misschien wordt het gevoelen van
do voorstemmers van het schip het best ge
typeerd door wat «De Standaard" van eer
gisteren als aanbeveling gaf, dat n.1. door
het schip de Marine «niet achteruit" ging."
Het blad besluit met den wensch, dat het
der Regeering niet to moeilyk moge vallen
aan Hare Majesteit een voordracht te doen
tot het innemen van de door Minister Went
holt leeggelaten plaats.
In het artikel, dat de «Nieuwe Rott. Ct."
aan de Dinsdag in de Tweede Kamer gevallen
beslissing wijdt, wordt de val van Minister
Wentholt eon .roemloos uitoinde" genoemd.
•De heer Wentholt is langer aan het
hoofd van het Departement van Marine
geweest, dan, sedert tyden, een van zya
voorgangers to beurt viel, doch hy zal
onder de bouwmeesters van onze oorlogs
vloot niet worden geteld. De eerste daad,
die hy op zyn tegoed wilde doen schrij
ven, was er een, die door de mannen van
het vak als eene volkomene misrekening
werd beschouwd. Hy sneeft sterft van
verdriet, mogelyk ook zoo goed als door
alle verlaten. Men heeft de stemcyfers
maar in le zien, om te ontwaren hoe diep
de val was. Amper een kwart van de Ka
mer, nog niet eens do helft zelfs van de
regeeringsmeerderheid, die aan zyn sterf
bed staat I En het moet hom zonderling
te moede worden, wanneer hy, in een
ander leven teruggekeerd, den woordenstrijd
nog eens naleest, die tot de ramp heeft ge
leid. Hoe poover, dat aantal van wie met
hem stonden. De eenigen, die voor hem en
zyn schip hot woord opvatten do heer Van
Vlymen en de hoer Doymser van Twist
ja, óók deze, die wcleur tot z|jn lastigste
tegenstanders had behoord. En aan den
vooravond van de stemming in «De
Standaard" de twyfolachtige lof, dat ons
land met 's ministers schip .niet achter
uit" zoude gaanZ|Jn cr niet geweest,
die met het hoofd rechtop mochten
•terven
Het blad meent dat het kabinet zich van
dit scheepsongeval niets hoeft aan to trokkoD,
//Dood het dit toch, dan zouden w|j ook daar
over niet tobbeD. Het is DOg altyd betor, dat
het schip het kabinet meesleurt, dan dat het
kabinet hot vaartuig op sleeptouw zou hobben
genomen."
Het (lib.) «Utr. Dagblad" schryft:
«Rocmloozer ministorieole dood dan de heer
Wentholt heeft ondergaan, is moeilyk denk
baar; roemryker ondergaDg echter had deze
bewindsman niet verdiend. Met een verpiot-
terende meerderheid ging het scheepje de
lucht in; schip en portefeuille dreven weg
op de ongewisse politieke baren. Zoker de
gelukkigste oplossing in dit netelige vraag
stuk, nadat de minister de reddende hand
van den heer Lohman in arren moede ge
weigerd had. Wat ter wereld had er van
or.ze marine tereoht moeten komen als het
scheepje gevoteerd geworden was en do
minister uan zyn officieren een schip hadde
opgedragen, dat door nagenoeg de geheolo
marine veroordeeld was en niet word begeerd.
Dat ware voor onze marine het begin van
het einde geweest. Dien weg naar don on
dergang van onze geheelo vloot beeft de
Kamer weten te vormyden; moge zy nu den
weg vinden welke leidon zal tot opheffing
der zeemacht een opheffing, die hoog
noodig is.
By zyn heengaan laat minister Wentholt
do marine achter in treurigon staat: een
koninkryk in zich zelve verdeeld. Er heerscht
onder het corps zeeofficieren het is meer
malen mrt klem betuigd, met leedwezen be
toogd, een geest van malaise, een in
zinking, een moedeloosheid. Het beleid van
minister Wentholt kan daar niet vreemd aan
zyn, oen beleid zoo gansch tegenovergesteld
aan den fiinken, eerlijken, ronden zeem ace-
geest. Een rampzalige stelselloosheid is door
dezen bewindsman op de spits gedreven en
met moeilyk verkropte woede zag men de
nitnemendste vlootvoogden vallen als het
slachtoffer van 's ministers politiek «van het
succes tot eiken prysWy zijn een heelen
vlootpredikant on een halven vlootkapelaan
ryker geworden, maar bekwame vlootvoog
den werden ontvoogd on het vertrouwen der
zeeofficieren in de leiding van hun departe
ment ging met de jaren moer en meer ver
loren. Er valt voor den nieuwen titularis
een schoone taak te vorvullen.4
Uit «Het (s.-d.) Volk":
Rechts beminde men den heer Wentholt
ook niet. Zyn bekeering was te verdacht,
dan dat op haar het woord van toepassing
zon zyn er is in den homel meer vreugde
over één zondaar die zich bekeert, dan over
drie dozyn van huis uit vromen. Rechts re
geert mot behnlp van het ryst-christendom
wie Lehmann en Mathilde Westmeyer slikt,
kon ook Jan Kanon slikken. Maar de heer
Wentholt staat niet, als de meeste ryst-
christenen, in de schaduw. Telkens kwam
by, achter de miniaterstafel, in de volle zon.
En als by dan met grofheden en grollen zich
«fmaakte van de opeDlyke en bedekte ver
wijten over zyn politieke trouweloosheid,
was er rechts wel christenvreugde, maar geen
christelijke vreugd. Van het optreden van
Jan Kanon, ia zyn répertoire, bleef altyd
een wrange herinnering achter. Op de on-
noozele christenen wy bedoelen de lieden
die te gooder trouw zich door de demagogie
van Kuyper en Lohman b|j don nens laten
leiden kan deze bewindman nooit een
indruk hebben gemaakt, die in die kringen
met het woord .dierbaar" wordt aangeduid.
Men behoefde Jan Kanon niet aan zyn huid
te krabben, om den baariyksn paganist te
voorschijn te halen. Men behoefde sle'hts
naar hem te wyzen. Minister Wentholt
schaadde het aanzien dor koalitie naar buiten,
en dempte do geestdrift voor do koalitie in
haar oigen kriDg. Reeds lang zou Rechts
hem hebben geloosd, had men oen geschikten
opvolger voor hem geweten.
De nieuwe minister van marine iB er nog
niet. Zoo is de bedekte bedreiging van den
premier op te vatten, dat het wegjagen van
den hoer Wontholt wel eens een zakelijke
ongelegenheid kon scheppen. Nog slechts een
jaar scheidt onB van de verkiezingon. Een
nieuwe minister loopt kans, na een jaar weer
to moeten aftreden. Doze mogelijkheid schrikt
de hoogo oomes bij de marine af, hnn loop
baan op te geven voor het ministersbaantje.
De (r.-c.) Gelderlander sohryft:
«Men weet, dat wy het votnm van het
schip niet botrenren; w|j kunnen er slechts
onze vreugde over uitdrukken, dat het ge-
heele kabinet z|jn leven niet aan het pant
serschip heeft verbonden.
Thans zal dat volum wel geen verder
strekkende gevolge.i hebben, dan dat minister
Wentholt heen gaat. Een kabinetskwestie
ware hier niet op haar plaats geweest, daar
op geen enkele manier door afstemmiog van
het pantserschip kan blyken, dat de regoe-
ring inzake defensio het vertrouwen der Kamer
niet bezit.
En al heeft minister Heemskerk z|jn collega
loyaal gesteund, zoover als by gaan kon,
zonder eigen leven to wagen, hot landsbe
lang gaat ver boven 'n ministerportefeuille.
Algemeen is dan ook de opinie, dat het
ministerie in stede van zwakker^ versterkt
nit den gedeeltelijken crisis zal te voorschijn
treden."
Het (r.-c.) «Centrum" riet de saak anders
in. Het komt haar voor, dat do rechter
zijde daarbij ecu objectiover en zuiverder
standpunt innam dan de linkerzij. De eerste
heeft blijkbaar zakelijk gestemd, terwyi de
laatste niet ontsnapt aan de verdenking, dat
behalve overwogingen die het schip betroffen,
ook antipathieën tegen den voorsteller van
invloed zyn geweest. De unanimiteit,
waarmee men links r|jn afwijzend votum
uitbracht, laat hieromtrent weinig twijfel over.
Of staat men links »oo sterk in z|jn over
tuiging on is men daar zoo eensgezind, waar
het marine-zaken betreft? De heer Wentholt
kon nu eenmaal geen genade vinden in de
oogen der oppojitie. En men zette hem blijk
baar mot animo den voet dwars.
Misschien kan men in dit verband ook
spreken van «politiek" by deze stemming.
Maar al moge dio er zyn, of bedoeld s|jn,
het Kabinet behoeft zich daarover geenszins
bezorgd to maken. Z|jn positio wordt door
de afstommiDg van dit pantsersohip niet aan
getast, zelfs niet verzwakt. De ledon van het
ministerie mogen door hun aanwezigheid in
de Kamer deD heer Wentholt een bewys van
collegialiteit hebben willen geveD, daaruit
volgt allerminst, dat het hior eon levens-
quaestie gold voor het Kabinet."
ZoohIs wy ook reeds bnlletineerden, ver
zocht de heer Wentholt schorsing der verdere
beraadslagingen, toen art. 1 van het wets
ontwerp verworpen was. De Voorzitter ant
woordde hierop, dat thans de bespreking van
de belangen van het vloot- en marineperso
neel komt te vervallen en dus aan de orde
komt de Bakkerswet.
De algemeene beschouwingen hierover «jjn
goslotoD, zoodat Woensdagmorgen mot do
artikelsgewyze behandeling wordt begonnen.
Aan de orde is artikel 2 Het is verboden
bakkersnachtarbeid te verrichten d< s Zondags
en deB nachts en op den dag volgende op
dien waarop bakkersnachtRrbeid gedurende de
twee laatste uren van den nacht geoorloofd is.
De heer Snoeck Honkemans, (c. b.) liebt
hierop eon amendement toe, strekkende om
eiken ondernemer de vryheid te waarborgen
zya eigen arbeidstyd en de inrichting van
z|jn bedryf te regelen op de wyze die hem
het beat toeschijnt.
In de toelichting hiervan zegt h|j o. a.
De minister had den nachtarbeid niet moe
ten beperken, maar regelen. Het amendement
wil de wet in dien zin verbeteren. Volgens
het voorstel van den minister moet alle b&k-
kersarbeid 's nachts van 9 tot 5 uur stilstaan
on zal de dagarbeid 11 k 12 uur bedragen.
Volgens het amendement is de duur van
den arbeid geheel vrij.
Hierover wordt van gedachten gewisseld,
on do min. van Landbouw, etc., de heer Talma,
verdedigt zyn standpunt.
Het uitgangspunt is voor den minister ge
bleven het verbod van nachtarbeid en daarop
kon h|j niet terugkomen.
Het bereikbare mocht h|j niet in gevaar
brengen door eenige tegemoetkoming aan
andero denkbeelden.
Na versohillende besprekingen worden de
beraadslagingen verder geschorst tot Donder
dagochtend.
FEUILLETON.
VBIJ BBWKBKT »OOK AMO.
5)
Met gewond hart, maar met de over
tuiging, dat z|j door trouwe vriendschap wes
omgeven, verliet Lena met Greta Helmers
het hnis, waar zy achttien jaar lang zooveel
vreugde en genot had gesmaakt, om een
geheel ander leven te beginaeD.
De weduwe Helmers bewoonde met haar
dochter een huisje in een der eenvoudigste
straten van Amsterdam.
Zy leefden daar stil en teruggetrokken.
De oude dame voelde weliswaar geen be
hoefte meer aan de verstrooiingen der jeugd,
toch had zy niet verleerd vroolyk to zyn en
haar vriendelijk gelaat, maakte op ieder by
het eerste gezicht een aangenamen indruk.
Toen Lena dau ook voor de eerste maal
voor de oude dame stond, en deze de hand
wilde kussen, voelde zy plotseling twee
armen om zich heen geslagen, en zy voelde
een warmen, ionigen kus op haar mond;
zy, die haar moeder nooit had gekend, onder
vond nu, wat moederliefde is.
«Neemt u de vreemde wees een poosje
vriendelijk op", vroeg Greta en de weduwe
antwoordde trouwhartig: ,Dat wil ik met
alle pleizior doen. Ik hoop dat wy van elkaar
zullen gaan houden en het goed met elkaar
kunnen vinden."
Zoo was haar ontvangst geweest. De plot
selinge verandering had voor Lena in de
gunstigste omstandigheden plaats gehad.
Haar droefheid over den dood haars vaders
kon zy niet gemakkelijk te boven komen.
Dikwyls gaf zy zich geheel aan haar smart
over; zonder or om te denken, dat zy daar
door ook het fijngevoelige gemoed van haar
trouwe vriendin pynlyk aandeed.
Lena was tooh zeer met zichzelve in
genomen. Zy beschouwde het als grootheid
van ziol, dat zy in hare veranderde om
standigheden het gemis van velo geriefelijk
heden zoo gelaten verdroeg.
«Als ik myn geld kryg, dat my nog over
blijft", verklaarde zy eens, «dan neem ik
juffrouw Veltman by my in en richt dan in
een badplaats een fyn ingericht pension op,
of ik bekwaam my in do muziek of in de
schilderkunst."
Greta kon niet nalaten eenige bedenkingen
te maken en de weduwe Helmers meende:
«We moeten toch eerst weten, hoeveel geld
er overblijft, dat is de hoofdzaak. Ik geloof,
dat het beter was, als jo eerst naar een
betrekking uitzag."
Lena verklaarde echter nooit in betrekking
te zullen gaan, dat vond zy veel te min
Op zekeren dag kwam de directeur Blyon-
dal by haar. Zy ontving hem alleen, zy wist,
waarvoor hy by haar was gekomen. Nu zou
ze eindelyk vernemen hoeveel er van haar
kapitaal was gered.
Toen zy den jongen man zag, op wien zy
vroeger nauwelijks acht had geslagen, en die
haar nu diensten bewees, waarvan haar toe
komst afhing, kwamen haar byna de tranen
van schaamte in de oogen. Waarom moest
zy zoo vernederd worden
Z|j kon het eohtor niet nalaten, hem trotsoh
tegemoet te treden.
Kort en duidelyk gaf Blyendal verslag
van alles en deed verantwoording van den
verkoop. Het bedrag, wat zy terug kreeg,
was niet zoo groot als zy gedacht hud, maar
■Ij kon haar lievelingswecsch toch verwezen
lijken.
«Dit geld is dus voor my zonder eenige
beperking riep zy blyde.
«Ja", antwoordde Blyendal. Hy sprak het
wat aarzelend uit
«Dat wil zeggen geheel gedelgd zyn
de schalden nog niet, maar daar dit klein
bedrag de opbrengst is van de geschenken,
die uw persoonlijk eigendom waren, kon het
niet gerechtelijk in beslag worden genomen."
«Nog niet geheel Lena zag verschrikt
op. «Heeft hot landgoed dan niet zooveel
1 opgebracht, dat alle schulden betaald konden
I worden Hoe durfdo u den Heezenberg zoo
goedkoop weggeven
Blyendal hield zich kalm by dit heftig
verwyt.
,U vergeet, juffrouw, dat een gedwongen
verkoop zooals deze nooit zoo veel opbrengt
als oen vrijwillige. Maar dit sommetjo kan
niemand u betwisten, zelfs de meest bena
deelde schuldeischer niet."
Ei' lag eon vreemde uitdrukking op Blyen-
dal's gelaat, die Lena byna tegen haar wil
de vraag dood stellen: «Wie is dat?"
«Een brave, al te licht goloovige man, die
zioh door uw vader liet bepraten, hem een
gedeelte van zyn geld to leenen, en voor
eon gedeelte zya geld te steken in de nu
gefailleerde bank. Hij heeft zyn vordering
te laat ingediend, zoodat hy door dit dubbele
verlies syu geheele vermogen kwyt is geraakt.
Hy weet nu self niet waar hy van bestaan
moet 'en tot overmaat vun ramp heelt h|j
ook s(jn zieke familie te onderhoud»."
Lena werd onrustig en zy had het gesprek
gaarne af willen breken, maar de oogen van
den directeur waren zoo botoekenisvol op
haar g«richt, dat ze haar tot de vraag be
wogen, hoeveel het hem verschuldigde bedrag
wel was. Hot was byna zooveel als hetgeen
haar overbleef.
Z|j baalde diep adem.
«Maar dit geld hoort my nu toch van
rechtswege toe riep zjj opgewonden.
«Zeer zeker, onbetwistbaar."
Lena sprong op en snelde naar de naaat-
byiynde kamer.
«Ik heb het geld", riep zy de beide dames
vroolyk toe. «Het is genoeg voor een pen-
sïod."
Zy werd van harte gelukgewenscht, on
Blyondal werd nu beleefd uitgenoodigd don
avond te blyven.
Voor de eerste maal was Lena nu weer
sinds langen tyd wat vroolyker en opgeruim
der. Zy sprak levendig, haar oogen glinster
den cn vol ijver legde z|j haar plannen voor
de toekomst bloot. Er was echter iets ge
jaagds in haar vroolykhcid, alsof hare go-
dachten ondertusschen met iets anders bezig
waren.
Het was reeds laat geworden, toen Blyen
dal vertrok. Z|j ging met hem mede om hem
uitgeleide te doen. Toen zy beueden aan de
trap gekomen waren, plaatste zy de lamp
op de onderste trede en haalde den sleutel
uit haar zak, om de deur te ontsluiten.
Blyendal boog beleefd, reikte haar de hand
en wenschte haar in warme woorden alle
voorspoed in de toekomst.
Haar hart klopte hovig. Gold het de her
innering aan hot schoone verleden, dat dit
afscheid haar dubbel smartelijk was
Plotseling barstte s|j in snikken uit.
.Ik wil dit geld niet hebben", riep zy, Dommelen. Hoe gaat het mot u, altyd good
«geef het dien msn. Geef hot hem, ik wil IIoo staat hot met de muziek Hebt u nog
niet, dat h|j om mijnentwil zyn familie ziet veel gestudeerd? Fameus. Wat? Hebt u niet
verongelukken." meer gespeold Juist, uw vader overleden
Blyendal keek haar verstomd aan. Hoe j»mtner! Mag ik u wel condoleeren
«Hebt u uw besluit wel goe-i ovorwogen j Dat heb ik toch al schriftelijk gedaan
vroeg hy terstond. Is 't niet? No, n moet me verontschul-
«Ja, ja", snikte Lena, «ik kan niet rnstig
slapen, als ik er aan denken moet, dat
iemand door myn toedoen in angst on kom
mer leeft."
Zij droogde haar tranen af, en haar lief
gelaat vertoonde nu zelfs een glimlach.
.U denkt cr precies zoo over, zeg maar
niets, ik weet het wel", zei ze half lachend,
half weenend, «en u wilt alles wel voor m|j
regelen, niet waar, mynheer Blyendal En
nu vaarwel. Mogo het u steeds goed gaan
op uw verderen lovonsweg."
De directeur Blyendal drukte innig de
kleine hand, die zoo dapper haar laatste
houvast aan een ander, nog meer in ellende
gedompeld mensch had afgestaan en scide
alleen: «God behoods ui"
Straks had h|j meer on schoonere woorden
gevonden 'tot afscheid, maar Lena voelde
hot, deze kwamen hem meer uit hot hart.
Lena stond in haar dakkamertje en zette
juist haar zwarten hoed op haar lichtblond
haar. Zy maakte zich gereed om uit te gaao.
Z|j was van plan haar vroegeren muziek
leeraar, professor Kuilders op te zoeken.
Deze beroemde musicus had dikwyls haar
talent geprezen; hy kon haar nu misschion
raad geven, op welke manier zy dit talent
het vruchtbaarst kou aanwenden.
Do kleino, oude, levendigo heer kwam
haar met vlugge pasjes tegemoet.
«Ik ben zeer bljj u te zien, juffrouw Van
diger, u kent me immers wel myn ge
heugen u weet wel het is me een
genoegen u persoonlijk te spreken, werke-
lyk fameus."
Lena glimlachte niet, zooals vroeger, over
den ouden zonderling, maar zeide ernstig:
Ik kom voor eon zeer gewichtige aangelegen
heid, professor, en zou u dringend om raad
willen vragen."
«Dat is aardig, fameas!' riep de oade
heer. «U wilt misschien een nieuwen vloagel
koopen
,Ik wil niets koopen4, antwoordde Lena
ernstig, «ik wilde u slechts vragen of n my
voor genoegzaam met talent bogiftigd vindt,
om my verder in de muziek to kunnen be
kwamen."
«Fameusl4 riep {frofessor Kuilders, van
blydschap heen en weer trippelend, «zeker
hebt u genoeg talent. U speelt zeer fraai
piano, en n zingt prachtig fameus I Her
innert ge n nog wel die marsch van Chopin
Hij floot zachtjes de melodie en sloeg met
zyn handen de maat er by. «Ik zal u weer
les geven."
Lena glimlachte dankbaar. Zy stond op en
vatte lovendig beide handen van den oude.
Waarde professor", riep zy hartstochte-
lyk, «o help my dan, zoo gauw mogelijk, my
zoo ver to bekwamen, dat »k geld verdienen
kan, want ik ben nu ars.4
(Wordt vervolgd).