KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor HelderTexel, Wieringen en Anne Peulewna- Zaterdag 11 Mei 1912. 40ste Jaargang. LEVENSSTRIJD. No. 4096 't Vliegend Blaadje p. 3 m. 50 et, fri p. post 75 ct, buitenland 11.25 Pre- 1 Zondagsblad 37* 45|i f,0.75 miënJ Modeblad i i 65 75 f 0.90 (Voor het buitenland bij vooruitbetaling.) Ad verten tién van 1 Sol 5 regels (bij vooruitbetaling) 30 cent Elke regel meer6 Be wijs-exemplaarH Vignetten en groote letters wordon naar plaatsruimte berekend. Intaro.- Telefoon 50. Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag. Uitgeven C. DE BOER Jr, (v./k. BERKHOUT 4 Co.), Helder. Bureaus Spoorstraat en Koningstraat. Tweede Blad. Opgave van alhier gevestigde en vertrokken personen tot en met 8 Mei 1912. Gevestigd. Naam: Beroep: Woonplaats: Van: Gel A. Holtmamun, marinier, Hoogstr. 46, Leiden. N.H. J.P Sturk, kp.-stok., 2e Vroonstr. 94, Leeuwarden. J. F. Kaptein, korp.-stoker, Goversstr. 49, R'dam. R. Bakker, gepd., Weezenstraat 74, Harlingen. L.Franken, R\jk9ontv.,Binnenh.l03, Oude-Pekela, Wed.W.Wausman.z.b ,J.in 't Veltstr.122, 's Hage. R.C. P.Westerik,serg.-bott.,Wilh-str.t02,Helleïoetsl. N H. M. Smid, binnenloods, Binnenhaven 64a, A'dam. G. v. d.Reijden, ofïi. v. gez., Dijkstr. 10, Utrecht. W,H. W. Koning, opzichter, Julianadorp, Nijkerk. N.H. H. P. Verschuur, olïl. v. adm., Binnenh.88, 's Hage. J. Pronk, stoker-oliem.,Cahforniestr., Alkmaar. D.G, Vertrokken. Naam: Beroep: Van: Naar: Gel. H. Kragt, loodsleerl., Breewaterstr. 32, Velsen. Rem. I. Noé, gepd., Zuidstraat 75a, 's Hage. N.H. A. Mul, gepd., Wilhelminastr. 102, Amsterdam. R.C. J. Jeltema, serg.d.mar., Bolhastr.43. Hellevoetsl. N.H. M. Palte, korp.d.mar,, Spoorgr. 13, Amsterdam. Ger. A. de Boer, korp.-stoker, Molenstr. 86, Schagen. R.C A.Wiersma, adj -stuurm.,leVroonstr.2, De Bilt. N.H, J.J. Hagoort, korp.-seiner, Doolhof 27, behagen. N H. J.J.Verkam, serg.-bott., Spoorstr.14, Hellevoetsl R.C. B.J.Paasse, serg.-konst, 2eVroonstr.94, Vlissingen. G. Z. v. d. Gevel Wenteler,serg.-s'„ Schagenstr. 63, R'dam. N.H. G. H. Nord, ofli.v. gez., Dijkstraat 32, A'dam. Geen. Wed. N. Helder, z. b., Nieuwstraat R'dam. N.H. 11. Hendriks, serg.-ziek.v.pl., Ruijterstr. 9, Leiden. J. W. Croese, gepd., Molenstraat 57, Schiedam. H.J.Smit, korp.-stok., Corn. Ditostr.2, Alkmaar. R.C, II.Zwart, serg.-kok, Wilhelminastr. 104, Leiden. N.H. J. H. H. Meng, marinier, Doolhof 23, Leiden. P. vanExter, 2e luit. tz,, Dijkstraat 45, A'dam. i EiiElfWSBEVtlCHTEN. HELDER, 10 Mei. „Helders Mannenkoor". Deze zangvereeniging gaf Woensdagavond in Casino" eece uitvoering voor donateurs en genoodigden. Medewerking hadden toege zegd mejuffrouw J. Metzelaar f sopraan) en de muziek-vereeniging fApollo", directeur de heer J. M. Jansen. De directeur van «Helders Mannenkoor", de heer Rusting, was wegens ziekto vervan gen door den heer Neyts, werkend lid van «Apollo". fApollo" opendo met den «Apollo-marsch". Dezo compositie van den heer F. L. K. Neyts, was een opgewekte, levendige marsch. Heel eigenaardig klonk het koperwerk, dat de be geleiding had, door den discant van de strijk instrumenten. Een mooi trio, waarin het koper de melodie overnam, besloot dit dank bare nummer. Het koor zong nu twee eenvoudige num mers van Mendelssohn en Heinze. Deze moes ten blykbaar dienen als #hors d'oeuvre varié": zoo'n eetlust opwekkend piqnant pasteitje. Later kregen we dan ook nog fDe Marte laren in het Colysseum", een stemmings-stuk van L. de Rillé, en, na de pauze «Nedrlands Taal" van Stille, en, tot slot, een koor-num mer van Edv. Grieg, den Noorschen com ponist. Op weinige uitzonderingen na, was het koor altijd goed. Het bleek een zeer ge schoold koor te zyn, met goede stemmen. Het was een genot er naar te hooren. De compositie van de Rillé en van Grieg bewe zen, dat het iets meer dan alledaagsch durft te geven. De Noorsche muziek van Grieg heelt een heel bizonder karakter, men her kent er in het weemoedige van de lage hemelen, het droevige van de sombere fjorden, en de eigenaardige harmonieën geven iets heel eigens aan doze muziek. Ook in dit nummer mochten we dat opmerken, misschien was het juist daardoor voor het groote publiek niet zoo'n dankbaar nummer als anders. Maar 't was een bewijs van het hooge peil waarop de directeur zyn troepje weet te voeren. Ook dit nummer werd uitstekend gezongenhet bariton-solo door den heer A. van Weelde. Deze koornummers werden afgewisseld met boIo- en orkest-nummers. Mej. J. Metzelaar had belangeloos haar medewerking aange boden en vergastte ons op eenigo fraaie nummers. Do begeleiding was afwisselend voor piano alleen, piano en viool, piano en cello en het prachtige Weihnachtsgesang" van Adam zelfs met viool, cello en piano begeleiding. De piano-begeleiding was van den heer Neyts, de viool begeleiding van den heer Hangard, terwijl de heer Brizee de cello-party speelde. Een prachtig bloem stuk, der zangeres aangeboden, hartstochtelijk en stormachtig applaus na elk nummer, het noodzaken om een toegiftje te geven na al die spontane sympathie-betuigingen doet een recensent maar 't best or geen lof aan toe te voegen, die slechts de vox populi verzwakken zon. Mejnffrouw Metzolaar wist do harten te treffen door haar zang. Het orkest, onder leiding van den heer J. M. Jansen, gaf nog een paar mooie num mers, een potpourri van Lecocq en de ouver ture tMarie Tudor" van Lamoite. Een dnbbel kwartet trad na de pauze op met twee mooie nummers en zong daarna het .Nader, myn God by UI" Was het onder andere nummers nog wel eens wat luidruchtig, werd hier en daar een woordje gewisseld een praatje opgezet: het Hollandsche publiek is nu eenmaal, helaas 1 te on-muzikaal en te praatziek om zelfs op een concert zyn mond te kunnen honden toen dit lied werd aangeheven, kon men een speld in de zaal hooren vallen. Zag men in zyn verbeelding hot weelde rige reuzenschip met de bonte menigte pas sagiers, in feestelijke avondstemming? En hoorde men het lachen, het zingen, het zor- golooze, juichende scbitterleven aan boord van dit zee-paleis, dat zoo overmoedig van wal was gestoken met een: tot straks! tot de achterbly"venden En was het do ysberg die men zag en die, plotseling, het trotsche schip openscheurde, zooals wellicht evon te voren, deze of gene het blikje zalm of sar- dinea had opengescheurd En hoorde men het binnendringen van het yskoudo water En de in kalmte en zelfbeheersching gege ven heveltn om de booten gereed te maken? Lachende gaan de passagiers in de booten: 't is immers maar een overdreven zorg van den kapitein I Maar luisterdaar begint de echeepskapel te spelen: geen mondaine wals, op de tonen waarvan men straks gedanst heeft, het hoofd en het hart zoo licht en zoo lucht, neen, dit wordt vreeselyke, bittere ernst: .Nader, myn God, by UP En de glimlachen verdwynen en het water stygt... .Nader, myn God, by UI" De mannen blyven op hun post... zy voelen hoe het yskoude water omhoog kruipt, hen straks, in kille omarming, verstikken zal en hen mee zal sleuren in het ruBtige graf, 8000 meter onder de oppervlakte «Nader, myn God, by UI" Hoogcr stygt het water, stoeds hooger Langzaam heft zich het fiere schip recht standig op «Nader, myn God, by UI" totdat het doodsgezang in een rauwon doodskreet eindigtDe golven slaan over alles heen en de zee „glydt voort, in einde- looze deining" „Nader, myn God, by U 1" Leefde men dit alles mede? Er waren er, met tranen in de oogoD, die „ja" zouden geantwoord hebben. Maar even later was de ontroering weer voorby. Wy leven met de levenden en voor een oogwenk kannen wy vol weemoed by de dooden vertoeven het leven eischt zyn plicht. En zoo was dan ook weldra de plechtige Btemming verbroken. Alles tezamen kunnen wy dit een prachtig- geslaagdo uitvoering noemen. Op zoo hoog mogelyk peil gehouden, gaf zy in den vol- ston zin des woords „kunst". Allen mede werkers daarvoor onze hulde. Uitstapje naar Schoorldam en Alkmaar. Blykens een in dit blad voorkomende an nonce, zal van 15 Mei tot 30 September dagelyks behalve Dinsdags, ook des morgens 9 uren van hier een boot naar bovengenoemde plaatsen vertrekken, van de N.V. Stoomboot- dienst Gebr. Zur Muhlen. Dit opzichzelf reeds een verbetering, wordt nog geriefelykor, daar het vertrek uit Alkmaar iB vastgesteld op 4.30 uur, zoodat men weder op een gunstigen tyd terng is. Door de afdeeling Helder van den Bond van Ned. Ond., zyn rnim 600 handteekeningon verzameld van personen, die sympathie ge voelen met het instellen van een 7B leerjaar van de openbare lagere scholen. Deze hand tekeningen zyn voor 't grootste deel van ouders van schoolgaande kinderen. Het departement van marine. ,De Nederlander" schryft: Naar in parlementaire kringen verluidt, zal indien de heer Wentholt als minister aftreedt, voor diens departement niet aan stonds een opvolger worden aangewezende heer Colyn, minister van oorlog, zou dau mot de tydelyke waarneming worden belast, voornamelyk uit overweging, dat wat dadelyk voorziening behoeft, de verdediging van Indië is, waarmede do tegenwoordigo minister van oorlog nit den aard van zyn verleden van naby zeer bekend is. Dit intérimnir zon dan tot de algemeene verkiezingen in 1913 duren. „Syndicaat tegen den modder". Parys bezit een nieuw syndicaat: het .syn dicaat tegen den modder" is er. Vyf honderd afgevaardigden van handelsvereeuigingen uit alle buurten van Parys kwamen to zamen om eens hard op to zoggen, wat iedereen tot nu toe by zich zelf gedacht of gebromd haddat het geen pas beeft, dut de automo bielen, die als razenden door do straten jagon, ongestraft de voetgangers mogen vol modder spatten en de uitstallingen vuil maken. Advertentiana «Twee ondernemondo Jongelui, die een reis om de WGreld te voet willen maken, vragen beleefd 25 gulden ter leen." UIT DE TWEEDE KAMER. Hat Pantserschip. Do beBliesing in zake het pantserschip is onzen lezers uit bulletins en dagbladen reeds bekend. Het hooft dan ook, or zes inziens, geon reden van boataan om cü nog het vorder verloop der debatten weer te geven. Liever goven wy de meoningen weer van de pers. «Van do dooden niets dan goeds" is ern heel mooie spreuk, maar waar het «politieke dooden" betreft mocht dit wel luiden «Alles kwaads". Men luistere wat verschillende bladen van niteenloopende richtingen over de gevallen beslissing zeggeD. De Kameroverzichtschryver van het „Han delsblad" schryft o. a. „Een Minister, die een vlagofficier als de vice-admiraal Van den Bosch op ruwe wyze opofferde aan een vloot-dominé, had by de marine-officieren afgedaan. En zoo kan men zeggen, dat deze Minister zich het lot heeft bezorgd van dien Romeiii- schen keizer, die door zyn eigen soldaten werd vermoord. De eeostommige adviezen van de marine officieren hebden den heer Wentholt doen vallen. En de hardnekkigheid waarmee dio advie zen werden herhaald, heeft do Minister zich zelf te wyten. De heer Van den Bosch heeft, golyk die Engelscbman die avond aan avond den waag- sprong van een acrobaat by woonde, omdat hij er by wilde wezen wannoer do man zyn nek zon breken, 8indB ontslag geen Kamer vergadering overgeslagen, wacneer er kans was dat de heer Wontholt zyn ministerieelen nok zou brokon. Altyd zat hy dan, zwygend en geduldig, in de presidentloge. Ook doze dagen weder. En heden heeft hy den acrobaat dan eindelyk zien vallen. Praecipircmque imraani turbine adegit. Welke woorden uit Virgilins' Aencis door Vondel aldus zyn verhaald: „Hy dreef met een dwarrelwind hem neder, dat by plofte." Misschien heeft de gewezen commandant van Den Helder vandaag eenig grimmig, maar begrijpelijk leedvermaak gesmaakt." De vrees, dat onze vloot om politieke redenen belast zou worden met ren oorlogs schip dat «noch vechten, noch vluchten" koD, dat te groot geweest zou zyn voor een servet, maar te klein voor een tafellaken dio vrees is gelukkig niet bewaarheid, zegt «Het Nieuws van den Dag." «Met een zeer groote meerderheid, 63 tegen 26 stemmen, heeft de Tweede Kamer gisteren, gelyk de lezer weet, minister Wentholt's pantserschip afgestemd. Het mooie van deze beslissing is, dat zo niet, op 't kantje af fusschen rechts en links met eeaige overloopers ter weerszy en eenigo wegblyvers, aan oen gelukkig toeval te danken is, maar --en zakelijke stemming mag ge noemd wordon voor zooveol 't dan ooit mogelyk is, zulke onderwerpen te behan delen, los van de politiek. Een politieke stemming" echter was het geenszins Wat den aftredenden minister van marine betreft, nu hy dau gevallen is, handelen w|j menschlievend door maar het zwygen te doen tot hetgeen h|j gedaan en niet gedaan her ft voor z|jn departement. Betreurd wordt deze minister ongetwyfold door al zéér weinigen. De Maasbode" (r.-c.) zegt, dat op deze parle mentaire gebeurtenis van meer dan alledaag- sche beteckonis velen zich voorbereid hebben gehouden. «De zaak van het pantserschip viel niet binnen de beoordoeling vAn een ieder; doch eerlyk dient erkent te worden, dat de meening der deskundigen in het algemeen ongunstig was, waarvan een minder gunstige communis opinio (mcening van het volk) het gevolg was." Dat de rechterzijde zich niet op de eerste plaats heeft laten leiden door overwegingen vao politiek, welke verro buiten de begroe ting van Marine stonden, acht hot blad de juiste opvatting. «Minister Wentholt heeft zich ten opzichte van zyn ontworpen schip niet toeschietelijk getoond, en hem stond het ter beoordeeling of hy persoonlijk de verantwoordelijkheid na een ongunstig votum der Kamer kon blyven dragen. Evenwel, de groote vraag betreft hot al of niet betrokken zyn der Regoering in haar geheel by do stemming van gisteren. Hy, die het wezen van dezo zaak in het oog houdt, kan niet lang twyfelen. Immers geen sprake orvan, dat onze Re- goering in zake de defensio riet het volle vortrouwon bezit. Moor dan do goheele rechterzijde staat haar daarin terzijde. On dubbelzinnig is de meoning in deD lande ge bleken by de behandeling der Militiewet, waar do Liberale Unie onder strenge afkeu ring der iiberalo organen tegen stemde. Geen twijf-1 dau ook, of de Regeeringsmeerderbeid vertrouwdt aan deze zelfde Regeering de behartiging der Marine-aangelegenheden ten volle toe, en ook eon belangrijk deel van links zal zoo oordoelen." .De Nederlander" (chr.-hist.) betreurt, dat de verwerping van het pantserschip het heen gaan van minister Wentholt na zich moest sleo- peD, al begrijpt het blad, dat de Minister moeilijk anders kon doen nn hy van meet af zyn lot aan dat van het schip had verbonden. «Steeds is door ons geprotesteerd tegen de soms schandelijke bejegening, die den Minister in pers en Kamer van links is aangedaan. Men heeft hem nooit verge ven, dat h|j van een linksuh in een rechtsch Kabinet overging en heeft dit toegeschreven aan min-nobelo motieven. Zelfs na syH val, heeft geen blad van links een woord van waardeering voor hem over. Met ware Scha- donfreude verheugt men zioh in zyn echec, reden to meer voor ons om het nit te spreken, dat het heengaan van den Minister ons on welkom is. Niet zoo de verwerping van het schip. Het onmiskenbaar talent waarmede de Mi- pistor eerst in zyn Memorie van Antwoord, daarna in het mondeling debat gobracht heeft de tegenargumenten te weerleggen, was niet in staat de Kamer te overtuigen, dat zy goed zou doen met 7 millioon voor een pantserschip te voteeren, waarvan de deugdelijkheid voor do verdediging van Indië door vrywel ieder deskundige in twyfel werd getrokken, en waarvoor vanuit de Kamer geen enkele warme aanbeveling wsb gehoord. Misschien wordt het gevoelen van do voorstemmers van het schip het best ge typeerd door wat «De Standaard" van eer gisteren als aanbeveling gaf, dat n.1. door het schip de Marine «niet achteruit" ging." Het blad besluit met den wensch, dat het der Regeering niet to moeilyk moge vallen aan Hare Majesteit een voordracht te doen tot het innemen van de door Minister Went holt leeggelaten plaats. In het artikel, dat de «Nieuwe Rott. Ct." aan de Dinsdag in de Tweede Kamer gevallen beslissing wijdt, wordt de val van Minister Wentholt eon .roemloos uitoinde" genoemd. •De heer Wentholt is langer aan het hoofd van het Departement van Marine geweest, dan, sedert tyden, een van zya voorgangers to beurt viel, doch hy zal onder de bouwmeesters van onze oorlogs vloot niet worden geteld. De eerste daad, die hy op zyn tegoed wilde doen schrij ven, was er een, die door de mannen van het vak als eene volkomene misrekening werd beschouwd. Hy sneeft sterft van verdriet, mogelyk ook zoo goed als door alle verlaten. Men heeft de stemcyfers maar in le zien, om te ontwaren hoe diep de val was. Amper een kwart van de Ka mer, nog niet eens do helft zelfs van de regeeringsmeerderheid, die aan zyn sterf bed staat I En het moet hom zonderling te moede worden, wanneer hy, in een ander leven teruggekeerd, den woordenstrijd nog eens naleest, die tot de ramp heeft ge leid. Hoe poover, dat aantal van wie met hem stonden. De eenigen, die voor hem en zyn schip hot woord opvatten do heer Van Vlymen en de hoer Doymser van Twist ja, óók deze, die wcleur tot z|jn lastigste tegenstanders had behoord. En aan den vooravond van de stemming in «De Standaard" de twyfolachtige lof, dat ons land met 's ministers schip .niet achter uit" zoude gaanZ|Jn cr niet geweest, die met het hoofd rechtop mochten •terven Het blad meent dat het kabinet zich van dit scheepsongeval niets hoeft aan to trokkoD, //Dood het dit toch, dan zouden w|j ook daar over niet tobbeD. Het is DOg altyd betor, dat het schip het kabinet meesleurt, dan dat het kabinet hot vaartuig op sleeptouw zou hobben genomen." Het (lib.) «Utr. Dagblad" schryft: «Rocmloozer ministorieole dood dan de heer Wentholt heeft ondergaan, is moeilyk denk baar; roemryker ondergaDg echter had deze bewindsman niet verdiend. Met een verpiot- terende meerderheid ging het scheepje de lucht in; schip en portefeuille dreven weg op de ongewisse politieke baren. Zoker de gelukkigste oplossing in dit netelige vraag stuk, nadat de minister de reddende hand van den heer Lohman in arren moede ge weigerd had. Wat ter wereld had er van or.ze marine tereoht moeten komen als het scheepje gevoteerd geworden was en do minister uan zyn officieren een schip hadde opgedragen, dat door nagenoeg de geheolo marine veroordeeld was en niet word begeerd. Dat ware voor onze marine het begin van het einde geweest. Dien weg naar don on dergang van onze geheelo vloot beeft de Kamer weten te vormyden; moge zy nu den weg vinden welke leidon zal tot opheffing der zeemacht een opheffing, die hoog noodig is. By zyn heengaan laat minister Wentholt do marine achter in treurigon staat: een koninkryk in zich zelve verdeeld. Er heerscht onder het corps zeeofficieren het is meer malen mrt klem betuigd, met leedwezen be toogd, een geest van malaise, een in zinking, een moedeloosheid. Het beleid van minister Wentholt kan daar niet vreemd aan zyn, oen beleid zoo gansch tegenovergesteld aan den fiinken, eerlijken, ronden zeem ace- geest. Een rampzalige stelselloosheid is door dezen bewindsman op de spits gedreven en met moeilyk verkropte woede zag men de nitnemendste vlootvoogden vallen als het slachtoffer van 's ministers politiek «van het succes tot eiken prysWy zijn een heelen vlootpredikant on een halven vlootkapelaan ryker geworden, maar bekwame vlootvoog den werden ontvoogd on het vertrouwen der zeeofficieren in de leiding van hun departe ment ging met de jaren moer en meer ver loren. Er valt voor den nieuwen titularis een schoone taak te vorvullen.4 Uit «Het (s.-d.) Volk": Rechts beminde men den heer Wentholt ook niet. Zyn bekeering was te verdacht, dan dat op haar het woord van toepassing zon zyn er is in den homel meer vreugde over één zondaar die zich bekeert, dan over drie dozyn van huis uit vromen. Rechts re geert mot behnlp van het ryst-christendom wie Lehmann en Mathilde Westmeyer slikt, kon ook Jan Kanon slikken. Maar de heer Wentholt staat niet, als de meeste ryst- christenen, in de schaduw. Telkens kwam by, achter de miniaterstafel, in de volle zon. En als by dan met grofheden en grollen zich «fmaakte van de opeDlyke en bedekte ver wijten over zyn politieke trouweloosheid, was er rechts wel christenvreugde, maar geen christelijke vreugd. Van het optreden van Jan Kanon, ia zyn répertoire, bleef altyd een wrange herinnering achter. Op de on- noozele christenen wy bedoelen de lieden die te gooder trouw zich door de demagogie van Kuyper en Lohman b|j don nens laten leiden kan deze bewindman nooit een indruk hebben gemaakt, die in die kringen met het woord .dierbaar" wordt aangeduid. Men behoefde Jan Kanon niet aan zyn huid te krabben, om den baariyksn paganist te voorschijn te halen. Men behoefde sle'hts naar hem te wyzen. Minister Wentholt schaadde het aanzien dor koalitie naar buiten, en dempte do geestdrift voor do koalitie in haar oigen kriDg. Reeds lang zou Rechts hem hebben geloosd, had men oen geschikten opvolger voor hem geweten. De nieuwe minister van marine iB er nog niet. Zoo is de bedekte bedreiging van den premier op te vatten, dat het wegjagen van den hoer Wontholt wel eens een zakelijke ongelegenheid kon scheppen. Nog slechts een jaar scheidt onB van de verkiezingon. Een nieuwe minister loopt kans, na een jaar weer to moeten aftreden. Doze mogelijkheid schrikt de hoogo oomes bij de marine af, hnn loop baan op te geven voor het ministersbaantje. De (r.-c.) Gelderlander sohryft: «Men weet, dat wy het votnm van het schip niet botrenren; w|j kunnen er slechts onze vreugde over uitdrukken, dat het ge- heele kabinet z|jn leven niet aan het pant serschip heeft verbonden. Thans zal dat volum wel geen verder strekkende gevolge.i hebben, dan dat minister Wentholt heen gaat. Een kabinetskwestie ware hier niet op haar plaats geweest, daar op geen enkele manier door afstemmiog van het pantserschip kan blyken, dat de regoe- ring inzake defensio het vertrouwen der Kamer niet bezit. En al heeft minister Heemskerk z|jn collega loyaal gesteund, zoover als by gaan kon, zonder eigen leven to wagen, hot landsbe lang gaat ver boven 'n ministerportefeuille. Algemeen is dan ook de opinie, dat het ministerie in stede van zwakker^ versterkt nit den gedeeltelijken crisis zal te voorschijn treden." Het (r.-c.) «Centrum" riet de saak anders in. Het komt haar voor, dat do rechter zijde daarbij ecu objectiover en zuiverder standpunt innam dan de linkerzij. De eerste heeft blijkbaar zakelijk gestemd, terwyi de laatste niet ontsnapt aan de verdenking, dat behalve overwogingen die het schip betroffen, ook antipathieën tegen den voorsteller van invloed zyn geweest. De unanimiteit, waarmee men links r|jn afwijzend votum uitbracht, laat hieromtrent weinig twijfel over. Of staat men links »oo sterk in z|jn over tuiging on is men daar zoo eensgezind, waar het marine-zaken betreft? De heer Wentholt kon nu eenmaal geen genade vinden in de oogen der oppojitie. En men zette hem blijk baar mot animo den voet dwars. Misschien kan men in dit verband ook spreken van «politiek" by deze stemming. Maar al moge dio er zyn, of bedoeld s|jn, het Kabinet behoeft zich daarover geenszins bezorgd to maken. Z|jn positio wordt door de afstommiDg van dit pantsersohip niet aan getast, zelfs niet verzwakt. De ledon van het ministerie mogen door hun aanwezigheid in de Kamer deD heer Wentholt een bewys van collegialiteit hebben willen geveD, daaruit volgt allerminst, dat het hior eon levens- quaestie gold voor het Kabinet." ZoohIs wy ook reeds bnlletineerden, ver zocht de heer Wentholt schorsing der verdere beraadslagingen, toen art. 1 van het wets ontwerp verworpen was. De Voorzitter ant woordde hierop, dat thans de bespreking van de belangen van het vloot- en marineperso neel komt te vervallen en dus aan de orde komt de Bakkerswet. De algemeene beschouwingen hierover «jjn goslotoD, zoodat Woensdagmorgen mot do artikelsgewyze behandeling wordt begonnen. Aan de orde is artikel 2 Het is verboden bakkersnachtarbeid te verrichten d< s Zondags en deB nachts en op den dag volgende op dien waarop bakkersnachtRrbeid gedurende de twee laatste uren van den nacht geoorloofd is. De heer Snoeck Honkemans, (c. b.) liebt hierop eon amendement toe, strekkende om eiken ondernemer de vryheid te waarborgen zya eigen arbeidstyd en de inrichting van z|jn bedryf te regelen op de wyze die hem het beat toeschijnt. In de toelichting hiervan zegt h|j o. a. De minister had den nachtarbeid niet moe ten beperken, maar regelen. Het amendement wil de wet in dien zin verbeteren. Volgens het voorstel van den minister moet alle b&k- kersarbeid 's nachts van 9 tot 5 uur stilstaan on zal de dagarbeid 11 k 12 uur bedragen. Volgens het amendement is de duur van den arbeid geheel vrij. Hierover wordt van gedachten gewisseld, on do min. van Landbouw, etc., de heer Talma, verdedigt zyn standpunt. Het uitgangspunt is voor den minister ge bleven het verbod van nachtarbeid en daarop kon h|j niet terugkomen. Het bereikbare mocht h|j niet in gevaar brengen door eenige tegemoetkoming aan andero denkbeelden. Na versohillende besprekingen worden de beraadslagingen verder geschorst tot Donder dagochtend. FEUILLETON. VBIJ BBWKBKT »OOK AMO. 5) Met gewond hart, maar met de over tuiging, dat z|j door trouwe vriendschap wes omgeven, verliet Lena met Greta Helmers het hnis, waar zy achttien jaar lang zooveel vreugde en genot had gesmaakt, om een geheel ander leven te beginaeD. De weduwe Helmers bewoonde met haar dochter een huisje in een der eenvoudigste straten van Amsterdam. Zy leefden daar stil en teruggetrokken. De oude dame voelde weliswaar geen be hoefte meer aan de verstrooiingen der jeugd, toch had zy niet verleerd vroolyk to zyn en haar vriendelijk gelaat, maakte op ieder by het eerste gezicht een aangenamen indruk. Toen Lena dau ook voor de eerste maal voor de oude dame stond, en deze de hand wilde kussen, voelde zy plotseling twee armen om zich heen geslagen, en zy voelde een warmen, ionigen kus op haar mond; zy, die haar moeder nooit had gekend, onder vond nu, wat moederliefde is. «Neemt u de vreemde wees een poosje vriendelijk op", vroeg Greta en de weduwe antwoordde trouwhartig: ,Dat wil ik met alle pleizior doen. Ik hoop dat wy van elkaar zullen gaan houden en het goed met elkaar kunnen vinden." Zoo was haar ontvangst geweest. De plot selinge verandering had voor Lena in de gunstigste omstandigheden plaats gehad. Haar droefheid over den dood haars vaders kon zy niet gemakkelijk te boven komen. Dikwyls gaf zy zich geheel aan haar smart over; zonder or om te denken, dat zy daar door ook het fijngevoelige gemoed van haar trouwe vriendin pynlyk aandeed. Lena was tooh zeer met zichzelve in genomen. Zy beschouwde het als grootheid van ziol, dat zy in hare veranderde om standigheden het gemis van velo geriefelijk heden zoo gelaten verdroeg. «Als ik myn geld kryg, dat my nog over blijft", verklaarde zy eens, «dan neem ik juffrouw Veltman by my in en richt dan in een badplaats een fyn ingericht pension op, of ik bekwaam my in do muziek of in de schilderkunst." Greta kon niet nalaten eenige bedenkingen te maken en de weduwe Helmers meende: «We moeten toch eerst weten, hoeveel geld er overblijft, dat is de hoofdzaak. Ik geloof, dat het beter was, als jo eerst naar een betrekking uitzag." Lena verklaarde echter nooit in betrekking te zullen gaan, dat vond zy veel te min Op zekeren dag kwam de directeur Blyon- dal by haar. Zy ontving hem alleen, zy wist, waarvoor hy by haar was gekomen. Nu zou ze eindelyk vernemen hoeveel er van haar kapitaal was gered. Toen zy den jongen man zag, op wien zy vroeger nauwelijks acht had geslagen, en die haar nu diensten bewees, waarvan haar toe komst afhing, kwamen haar byna de tranen van schaamte in de oogen. Waarom moest zy zoo vernederd worden Z|j kon het eohtor niet nalaten, hem trotsoh tegemoet te treden. Kort en duidelyk gaf Blyendal verslag van alles en deed verantwoording van den verkoop. Het bedrag, wat zy terug kreeg, was niet zoo groot als zy gedacht hud, maar ■Ij kon haar lievelingswecsch toch verwezen lijken. «Dit geld is dus voor my zonder eenige beperking riep zy blyde. «Ja", antwoordde Blyendal. Hy sprak het wat aarzelend uit «Dat wil zeggen geheel gedelgd zyn de schalden nog niet, maar daar dit klein bedrag de opbrengst is van de geschenken, die uw persoonlijk eigendom waren, kon het niet gerechtelijk in beslag worden genomen." «Nog niet geheel Lena zag verschrikt op. «Heeft hot landgoed dan niet zooveel 1 opgebracht, dat alle schulden betaald konden I worden Hoe durfdo u den Heezenberg zoo goedkoop weggeven Blyendal hield zich kalm by dit heftig verwyt. ,U vergeet, juffrouw, dat een gedwongen verkoop zooals deze nooit zoo veel opbrengt als oen vrijwillige. Maar dit sommetjo kan niemand u betwisten, zelfs de meest bena deelde schuldeischer niet." Ei' lag eon vreemde uitdrukking op Blyen- dal's gelaat, die Lena byna tegen haar wil de vraag dood stellen: «Wie is dat?" «Een brave, al te licht goloovige man, die zioh door uw vader liet bepraten, hem een gedeelte van zyn geld to leenen, en voor eon gedeelte zya geld te steken in de nu gefailleerde bank. Hij heeft zyn vordering te laat ingediend, zoodat hy door dit dubbele verlies syu geheele vermogen kwyt is geraakt. Hy weet nu self niet waar hy van bestaan moet 'en tot overmaat vun ramp heelt h|j ook s(jn zieke familie te onderhoud»." Lena werd onrustig en zy had het gesprek gaarne af willen breken, maar de oogen van den directeur waren zoo botoekenisvol op haar g«richt, dat ze haar tot de vraag be wogen, hoeveel het hem verschuldigde bedrag wel was. Hot was byna zooveel als hetgeen haar overbleef. Z|j baalde diep adem. «Maar dit geld hoort my nu toch van rechtswege toe riep zjj opgewonden. «Zeer zeker, onbetwistbaar." Lena sprong op en snelde naar de naaat- byiynde kamer. «Ik heb het geld", riep zy de beide dames vroolyk toe. «Het is genoeg voor een pen- sïod." Zy werd van harte gelukgewenscht, on Blyondal werd nu beleefd uitgenoodigd don avond te blyven. Voor de eerste maal was Lena nu weer sinds langen tyd wat vroolyker en opgeruim der. Zy sprak levendig, haar oogen glinster den cn vol ijver legde z|j haar plannen voor de toekomst bloot. Er was echter iets ge jaagds in haar vroolykhcid, alsof hare go- dachten ondertusschen met iets anders bezig waren. Het was reeds laat geworden, toen Blyen dal vertrok. Z|j ging met hem mede om hem uitgeleide te doen. Toen zy beueden aan de trap gekomen waren, plaatste zy de lamp op de onderste trede en haalde den sleutel uit haar zak, om de deur te ontsluiten. Blyendal boog beleefd, reikte haar de hand en wenschte haar in warme woorden alle voorspoed in de toekomst. Haar hart klopte hovig. Gold het de her innering aan hot schoone verleden, dat dit afscheid haar dubbel smartelijk was Plotseling barstte s|j in snikken uit. .Ik wil dit geld niet hebben", riep zy, Dommelen. Hoe gaat het mot u, altyd good «geef het dien msn. Geef hot hem, ik wil IIoo staat hot met de muziek Hebt u nog niet, dat h|j om mijnentwil zyn familie ziet veel gestudeerd? Fameus. Wat? Hebt u niet verongelukken." meer gespeold Juist, uw vader overleden Blyendal keek haar verstomd aan. Hoe j»mtner! Mag ik u wel condoleeren «Hebt u uw besluit wel goe-i ovorwogen j Dat heb ik toch al schriftelijk gedaan vroeg hy terstond. Is 't niet? No, n moet me verontschul- «Ja, ja", snikte Lena, «ik kan niet rnstig slapen, als ik er aan denken moet, dat iemand door myn toedoen in angst on kom mer leeft." Zij droogde haar tranen af, en haar lief gelaat vertoonde nu zelfs een glimlach. .U denkt cr precies zoo over, zeg maar niets, ik weet het wel", zei ze half lachend, half weenend, «en u wilt alles wel voor m|j regelen, niet waar, mynheer Blyendal En nu vaarwel. Mogo het u steeds goed gaan op uw verderen lovonsweg." De directeur Blyendal drukte innig de kleine hand, die zoo dapper haar laatste houvast aan een ander, nog meer in ellende gedompeld mensch had afgestaan en scide alleen: «God behoods ui" Straks had h|j meer on schoonere woorden gevonden 'tot afscheid, maar Lena voelde hot, deze kwamen hem meer uit hot hart. Lena stond in haar dakkamertje en zette juist haar zwarten hoed op haar lichtblond haar. Zy maakte zich gereed om uit te gaao. Z|j was van plan haar vroegeren muziek leeraar, professor Kuilders op te zoeken. Deze beroemde musicus had dikwyls haar talent geprezen; hy kon haar nu misschion raad geven, op welke manier zy dit talent het vruchtbaarst kou aanwenden. Do kleino, oude, levendigo heer kwam haar met vlugge pasjes tegemoet. «Ik ben zeer bljj u te zien, juffrouw Van diger, u kent me immers wel myn ge heugen u weet wel het is me een genoegen u persoonlijk te spreken, werke- lyk fameus." Lena glimlachte niet, zooals vroeger, over den ouden zonderling, maar zeide ernstig: Ik kom voor eon zeer gewichtige aangelegen heid, professor, en zou u dringend om raad willen vragen." «Dat is aardig, fameas!' riep de oade heer. «U wilt misschien een nieuwen vloagel koopen ,Ik wil niets koopen4, antwoordde Lena ernstig, «ik wilde u slechts vragen of n my voor genoegzaam met talent bogiftigd vindt, om my verder in de muziek to kunnen be kwamen." «Fameusl4 riep {frofessor Kuilders, van blydschap heen en weer trippelend, «zeker hebt u genoeg talent. U speelt zeer fraai piano, en n zingt prachtig fameus I Her innert ge n nog wel die marsch van Chopin Hij floot zachtjes de melodie en sloeg met zyn handen de maat er by. «Ik zal u weer les geven." Lena glimlachte dankbaar. Zy stond op en vatte lovendig beide handen van den oude. Waarde professor", riep zy hartstochte- lyk, «o help my dan, zoo gauw mogelijk, my zoo ver to bekwamen, dat »k geld verdienen kan, want ik ben nu ars.4 (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1912 | | pagina 1