KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor Heldor, Texel, Wieringen en Anna Paulowna No. 4099. Woensdag 22 Mei 1912. 40ste Jaargang. Met de haringtrekkers op het water, 't Vliegend Blaadje p. 3 m50 cl, fr. p. post 75 ot., buitenland f 1.25 Pre- Zondagsblad 371 45 (0.75 ni£n)Modeblad 65 75 (0.90 (Voor het boltenlend bij vooruitbetaling.) Advertentièn van 1 tot 5 regels (bij vooruitbetaling) 30 cent Elke regel meer6 Bewjjs-exemplaar2è Vignetten en groote lettert «orden naar plaatsruimte berekend. Intero.- Telefoon 50. Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag. UitgeverC. DE BOER ir. (v./b. berkhout a Co.), Helder. HIEUWSBERICHTEH. HELDER, 21 Hoi. Openlucht-meeting Helloo. Blijkens een nader ontvangen mededeeling bedroeg het aantal deelnemers aan de open lucht-meeting te Heiloo niet 2500, zooals in ons vorig nummer was vermeld, doch onge veer 3500. Bioscoop-Theater. Een seer leerzaam verhaal voor wasoh- vrouwen met onbetaalde rekeningen vertoont de bioscoop van dezo week. Zoo ooit, dan geldt voor dit nnmmer het begrip „geestig", want de manier, waarop de waschvrouw in kwestie zich betaling weet te verschaften ia origineel en niet zonder hamor. „De grootmoedige arts" is een spannend drama; „de kellnerin" een levensbeeld uit de wereldstad. Maar een bizonder fraai nnm mer is „de brand": men ziet het uitrukken van de brand we ar, en het jagen door de straten, het aankomen op bet terrein van den brandkortom, men maakt het geheele ver loop mede van een brand en dit nnmmer ia daardoor in de hoogste mate pakkend. Het groote nummer geeft, als steeds, weer een boeiend verhaal, dat tot het einde toe de aandacht bezig houdt. Nog een paar komische nummers wisselen den ernst af. Roode Kruis. Afdeeling Helder. Den 13en Mei j.l. had in het gebouw van den geneeskundigen dienst der landmacht de eindavond plaats van den cursus in eerste hnlp by ongelukken, waaraan gedurende den afgeloopen winter was deelgenomen door een 80tal dames en heeren. Namens het Roode Kruis waren tegenwoordig de voorzitter, Kolonel A. W. Pulle, de secretaris J. H. Ruygrok en de leden Dr. Fryling en Dr. Tango. Nadat door den voorzitter en Dr. Tan ge aan de verschillende dames en heeren zoowel op theoretisch als op practisch gebied ver schillende vragen waren gesteld, nam de voorzitter 't woord en zette in 't kort nog eens het doel van 't Roode Krnis uiteon. In aansluiting aan de lessen, door het bestanrslid Jhr. J. Bowier gegeven, wien voor zyn y ver en bereidwilligheid dank werd gebracht en Lalde betuigd, sogt de voorzitter aan de dames, die daartoe geoegen mochten zyn, toe een vervolgcursus in ziekenverpleging en aan de heeren een vervolgcursus in het transpor teeren van zieken en gewonden. Ten slotte bracht spreker namens zyn medebestuurderen dank aan allen die den cursus in E. H. B. O. gevolgd hadden en sprak hy de hoop nit, dat z|j of als assistente-verpleegster of als lid eener transportcolonne zoonoodig hunne krach ten zouden willen beschikbaar stellen in den dienst van het Roode Kruis, dus tot heil der IQdende menschheid. Veel kabeljauw op de Noordzee, een ouderwettche vangst. Men sohryft aan het •Handelsblad" De kabeljanwvissohcry in de Noordzee is, zooals bekend, in do laatste jaren zeer slecht. Dat er zich nn en dan nog groote scholen kabeljauw kunnen vertoon en, bewyzen de navolgende vangsten van drie stoomers, va rende onder directie van de firma A. Hoo- gendflk Jz. te Vlaardingen Stoomschip «Prins Hendrik der Nederlan den", schipper Krjjn Broek, met 150 tonnen gezouten kabeljauw, 20 tonnon gezouten leng, koolvisch etc. en 35 tonnen Maatjesharing. Stoomschip «Koningin Emma", schipper J. van Hoogteilingen, met 100 tonnen gezouten kabeljauw, 15 tonnen gezouten leng, kool visch etc. Stoomschip >Martha Maria", schipper H. van Hoogteilingen, met 65 tonnen gezouten kabeljauw, 15 tonnen gezouten leng, koolvisch eto., tezamen alzoo 320 tonnen gezonten vischwaren. Ontslag aan da Marinewerf. De «Tyd" schrjjlt: Binnen afzienbaren tyd zullen naar be weerd wordt ongeveer 200 werklieden der Marinewerf te Amsterdam ontslagen worden, wegens het niet aannemen van een oorlogsschip door de Tweede Kamer. Naar aanleiding hiervan hebben de dage- ïyksebe besturen de vereenigingen «Onder ling Belang", vereeniging van werkliedon der Marinewerf, de Algem. Ned. Rjjkswerk- lieden-Bond, de aid. Amsterdam van deze laatste, de Prot.-Chr. Rykswerkliedonver- eeniging sGideon" en de R.-K. Rykswerk- liedenvereeniging ,St. Ludovicus", afd. Am sterdam, Woensdag 15 Mei een gecombi neerde vergadering gehouden, waar na gevoerde besprekingen besloten werd, dat de genoemde organisaties, elk afzonderlijk, doch met een, in de hoofdpunten overeenstemmend programma, actie zullen voeren tot voor koming van genoemd te verwachten ontslag. De Lutlne. De bergiDgstoomer «Lyons" is van Am sterdam te Terschelling aangekomen om de werkzaamheden op het wrak van de «Luti- ne" te hervatten. Slechte betalers. Vrijdagmiddag, omstreeks zes uur, bestelden te Amsterdam twee personen een taxi, reden daarmee verschillende oafé's af en bezoohten eindelijk een bar in de Leidschestraat. Langzamerhand kwam de chauffeur tot de overtuiging, dat de heeren wel goede sier maakten, maar niet van betaling hielden. Toen hij het tweetal naar een nienw adres moest vervoeren, besloot hy naar het politie bureau op het Leidsoheplein te ryden en daar op betaling aan te dringen. Do fheeren" dat spoedig bemerkt en daarom een hunner zich uit de voeten te maken. Hjj sprong uit de texi, doch de chauffeur stopte en vroeg om het ver schuldigde bedrag. Van betaling wenschten de heeren niet te hooren voor aleer de rit afgeloopen was. De chauffeur reed toen schijn baar naar het opgegeven adres, doch in werkelijkheid naar het politiebureau aan het Singel. Ook dat werd door de (heeren" ont dekt en een hunner besloot opnieuw een poging te wagen om te ontkomen. Op het Singel bU het Koningsplein waagde hy den Doodlottigen sprong, kwam tegeo een boom terecht en bleef er bewusteloos liggen. Hy' werd door een politieagent en eenige toesnel lende burgers met een ernstige hoofdwonde inzorgwekkenden toestand in het politiebureau gedragenvan daar werd hjj per rijwiel- brauoard naar het Binnengasthuis gebracht, waar hy kort daarop is overleden. Naar bleek, had de man nog sleohta 11 cte by zioh. (,Hbl.") Stuurlieden-eximen». 'a Gravenhage. Geslaagd groote stoomvaart, eerste stuurman, de heer W. Gortertweede stuurman de heeren J. Duinker en A. Viaman; derde stuurman de hoer A. P. van der Hoeven. Verduistering van f 10.000. Te 's Gravenhage is Donderdagavond een 19-jarige kantoorbediende aangehouden, die ten nadeele van een bankinstelling te Utrecht, by welke hy in dienst was, een bedrag van f 10,000 had verduisterd. Hy had het geld geïnd, dooh niet afgedragen. By zyn aanhouding bleek, dat hy van het verduisterde bedrag slechts f 50 had opge maakt. BIJ ongeluk doodgesohoten. Donderdagnamiddag heeft er op het vlieg terrein aan den Bergweg te Rotterdam een ernstig ongeluk plaats gehad. De 18-jarige bakkerskneoht W. H., een Duitacher, ging naar de loods op dat terrein om zich te overtuigen dat het dak van de loods niet doorlekte en er geen schade werd toege bracht aan het vliegtuig van den vlieger Van Bussel, een neef van hem, dien hy behulpzaam is. De 14-jarige T. van den B., wier ouders aan den Bergweg wonen, ging met hem mee, en zy bleven samen in de loods even praten. De bakkersknecht zag daar een revolver liggen, die hy in de hand namdat hy geladen was, wist hy niet. Plotseliug ging er oen schot af, en de kogel drong het meisje iu den hals. Bewuste loos zakte zy ineen. Men bracht haar dadelyk naar het ziekenhuis op den Berg weg, waar slechts de dood kon worden vast gesteld. De Parlj8che autobandieten. Het biykt meer en meer, dat Amsterdam ook zyn aandeel heeft gehad in de misdaden- reeks van de thans onschadelyk gemaakte Fransche autobandieten, al is het dan slechts indirect geweest en al is het gelukkig niet zoover gekomen, dat zy ook bier een hunner brutaio misdry von hebben gepleegd. De boofd- Btad van Nederland biykt in de internationale boevenwereld de weinig benydenswaardige reputatie te hebben, dat m9n er gemakkelijk gestolen goed van de hand kan zetten. Wy brengen in herinnering, hoe in het eind van Januari van dit jaar hier ter stede een auto werd verkocht, die door leden der bende gestolen was, ten nadeele van een genees heer te Gent. Een gewezen rytuigmaker hier ter stede bleek by dien verkoop een ietwat goheimzinnige rol te hebben gespeeld. Jnstitie-ambtenaren uit Gent kwamen voor de zaak hier en by den vroegeren rytuig maker werd een hniszoeking gedaan. Veel ter zake dienende werd er niet gevonden; het belangrijkste stuk van overtuiging bleek een prentbriefkaart te zyn, die voor den man compromitteerend werd geacht. Hy werd in het Huis van Bewaring opgesloten, doch vermoedeiyk wegens gebrek aan bewys weder op vrye voeten gesteld. Thans echter schynt uit het omvangryk onderzoek, dat te Parys naar de wandaden der bende wordt iDgesteld, wel gebleken te zyo, dat hier ter stede effecten verkocht zyn (of dat men gepoogd heeft zulks te doen) afkomstig van don brntalen aanslag op den banklooper Caby, einde December van het vorige jaar te Parys gepleegd. En wederom sohynt de meergenoemde ex rytuigmaker in deze zaak een rol te hebben gespoeld. wy vernemen namelyk, dat de rechter commissaris, mr. Eekhout, die hier ter stede belast is met do instructie in deze zaak, voor zoover Amsterdam ermede gemoeid is, van zynen Paryschen ambtgenoot Gilbert, don rechter van instructie, die de zaak der autobandieten heeft te onderzoeken, dezer dagen het verzoek heeft gekregeD om den ex-rytuigmaker als getuige te hooren in ver band met den verkoop der effeoten, welke by den aanslag op Caby in de rue Ordener te Parys gestolen werdeD. (H.blad). Volgens de «Vossisohe Zeitang" begint men in Parys na langzamerhand in te zien, dat de •apachenslag" by Nogent-snr-Marno voor de Fransche autoriteiten alles behalve eervol geweest is. Er werden 6000 geweer schoten goloit, alvorens de belegeraars tot een aanval overgingen en van die 6000 kogels trof er geen enkele I Garnier en Valet pleegden zelfmoord en de verdere won- waron was beneden kritiekde dyaamietpatronen sprongen niet en als zy sprongen deden zy geen kwaad het zoeklicht kon niet in werking gesteld worden de politiebeambten en de soldaten behandelden elkaar als vyanden en hinderden elkaar zooveel mogelyk. Minstens twee der gewonden zyn door soldaten en niet door de bandieten getroffen. De onderofficier der zouaven die het eerst het paviljoen binnen drong, werd op bevel van een politie-officier, die achter hem aanholde, door de politie agenten met vuisten geslagen getrapt en de kamer uitgeworpen I Zelfs een kapitein der zonaven, die onder de eersten het huis binnendrong, werd meer dan onbesohoft be handeld. De politieschilden dengden absoluut niet, dooh werden door de browningkogels der bandieton doorboord I De politie tracht nu het publiek wys te maken, dat de schil den slechts doorboord werden, wanneer minstens 10 kogels der bandieten op dezelfde plek insloegen! Eveneens kan men het zyne gelooven van de bewering der politie, dat slechts 24 soldaten en politieagenten aan de beschieting deelnamen; dat zon 400 sohoten per man geweest zyn! Garnier en Valet zyn dood, dooh veel roem heeft dat aan de politie niet gebracht. De toestand van de slachtoffers is redelyk. Het ernstigste is de brigadier Fleury gewond; zyn eene long is door een kogel doorboord. Tot nu toe deden zioh geen complicaties voor. De doktoren hopen hem nog te kunnen redden. De heer Guiohard laat bekend maken, dat den, die zjj by de ïykschouwingdroegen, wai opgeloopen na dien zelfmoord. Doch alles e tydens het beleg 400 zouaven en 300 politie agenten aanwezig waren, doch dat deze uit sluitend dienden voor de orde-handhaving, waartoe hun aantal feiteiyk nog te klein bleek, aangezien het publiek voortdurend de afzetting wist to verbroken en zelfs het pavil joen vrywel heeft leeggeplunderd. Zelfs zyn drie schilden van de politie gestolen. Slechts achttien man hebben rechtstreeks het beleg gevoerd. Kinderpistolen. Sinds eenigen tyd doen de kindoren groote menschen na; zy «spelen bandiet je" on zyn Bonnot, Garnier 'enz. Dat is onze schuld, zegt Japy de Beau- court in den tFigaro", wy spreken en scha ven over niets anders dan over de schand daden van die lieden. En natnuriyk moeten al zulke verhalen indruk maken op de her senen van onze kinderen. En de winkeliers, die voor een paar francs kinderpistolen met patronen er by vorkoopon, werken die ge- v&ariyke liefhebberd in de hand. Op een avond, zoo vertelt dan de Beau- court, holde een heele troep jongens na schooltyd naar de vestingwerken en lever den hier een geregeld vuurgevecht. Op een gegeven oogenblik werd een der kinderen in den slaap getroffen. De jongen verkeert nog in gevaar. Een kameraadj", dat door de anderen beschuldigd werd de ongelukkige schatter te zyn geweest, poogde zich dood te schieten. Het kind is de wanhoop naby. Aan wien de schuld, dat deze kinderen het drama van den dag wilden nabootsen en dit, tot zekere hoogte, konden doen? En de heer De Beaucourt verwyt den winkeliers alleen nit winstbejag, dergelyke volstrekt niet ongevaarlyke kinderpistolen aan minderjarigen te verkoopen. Een schipbreuk. Cherbonrg, 19 Mei. De «Kronprinsesein Ceoilie", komende van New-York, deelde per draadloos telegram mede, dat zy een be- langryk oponthoud gehad heeft, wat te wy- ten is aan het feit, dat zy een aantal schip breukelingen van een onbekend schip heeft opgepikt. Nog een boot van de „Tltanic". Berlyn, 17 M«i. Uit New-York wordt aan de .Press-Telegraph" gemeldDe White Starboot «Oceanic", die gisteren hier aan kwam, heeft 210 mylen ten Z.W. van de plaats, waar de .Titanic" is ondergegaan, een reddingsboot van hot gezonken schip gevonden en hierheen gebracht. Drie ïyken waren daarin: een stoker, een matroos en een passagier. Naar het sohynt zyo allen den hongerdood gestorven. De directie der White Star Lino spreekt tegen, dat de drie menschen, die in de opvouwbare boot door de Oceanic" gevonden worden, den hongerdood gestorven zonden zyn, en verklaart dat deze opvouwbare boot die is, waaruit de vyfde officier, mr. Lowe, alle passagiers overnam en waarin drie ïyken achterbleveu. De mededeelingen van den dokter der «Oceanic" waren anders dnidelyk genoeg en uit de griezelige details, die wy den lozers spaarden, bleek dnidelyk, dat de drie wel zeer zeker den hongerdood gestorven zyn. Offers der zee. Met het oog op het vergaan van de «Tita- nic" en de berichten over de ongemeen groote hoeveelheid ys in den Noord-Atlantischen Oceaan ie het misschien interessant te weten, dat j.l. Woensdag by Lloyd's niet minder dan vier kleine schepen, op weg naar New Fonndland, werden aangeslagen als «zeer lang over hun tyd uitgebleven." Dit aanslaan beteekunt, dat ze, indien in den tusschentyd niets meer van se gehoord wordt, aanstaanden Woensdag als verloren beschouwd zullen worden. Inmiddels heeft de Amerikaansche staats secretaris voor marine een dienst georgani seerd op den zeeweg, dien de Atlantische Oceaanvaarders volgeD. De kruiser «Binning- ham" heeft order ontvangen om ton zuiden der Grand Banks te krnisen en den stoom- booten per draadlooze telegrafie de ligging der ysbergen te melden. DE WEEK. 18 Mei. Voor de aanhangers eener bekende leer stelling zal er vermoedelyk 't een en ander te bespiegelen, te concludeeren vallen over en nit de jongste „gebeurtenissen te Parys". Ik bedoel het featyn van bloeddorstigheid, door een aantal inwoners der Lichtstad gevierd by gelegenheid van het „opblazen" der woning, waar de twee laatst-overgebleven auto bandieten waren gevestigd. Ik zon iemand, ervaren op het gebied van deze leerstelling wel eens willen vragen zon 't kuonen zyn, dat we hier te doen hebben met vier op dit ondermaansche, in levende lichamen „teruggekeerde" wezens uit de periode, by- voorbeeld van de Romeinsche gladiatoren; van de gevechten tusschen menschen en wilde dierenvan het zich verlustigen in den gruw- tamen doodsatryd eens zwaardvechters, die door den caesar, door simpele duimbeweging, was veroordeeld zijn dat „dezelfde" wezens als die een featyn maakten van 't zien verscheuren der tot het christendom over gegane medeburgers, door uitgehongerde leeuwen Men tast hier in het duister van ondoor grondelijke mysteriën, maar het hoogbeschaaf de Parys-up-to-date heeft zich wederom doen kennen wederom, want telkens als te ge nieten viel van het schouwspel eener guillo tine-executie, drong het gerucht der bloed dorstigheid van de Massa tot ons door. In- tnaschen kon men zich nog pogen gerust te stellen door de godaohtenn ja, de deernen en kerels, die een ganschen nacht, hunkerend naar 't verschrikkelyko, zitten te wachten totdat de rampzalige veroordeelde zyn tocht naar de moordmachine zal makeD, ze be- hooren tot het schuim, hot uitvaagsol, het uitschot der maatsohappy.'t Zyn ontzeouwde, verdierlijkte schepsels, zooals het donkerst- Londen, 't zwartat-Berlyngelyk de achter- buurten en nachtkroegen van elke groote stad se by vele honderden bevatmaar hier, by het uitmoorden, op de gruwsaamst- denkbare wyze, van het huisje der auto bandieten, kwamen zoowaar de elegante dames en heeren van de „crème", van de High-life, van de hoogere, fijnere beschaving het zaakje bekyken. Daar snorden elegante auto's naderby. Daar werden snoezige nieuwe voorjaars-jurken geëtaleerd, 't Werd, zoowaar een nummer op het program der pretmakery zooals de wedrennen, de „vernissage", en het verdere. Toen alles achter den rug was, de ïyken weggevoerd, het ergste van de bloedmorsery gereinigd, kwam men „kogeltjes zoeken". Och, van die alleraardigste, kleine kogeltjes, waarmee Valet en zyn kameraad hadden geschoten. Wcet-ge, 't is zoo'n toer om je visite een heelen avond op interessante wy'ze bezig te houden. Zoo'n collectie schietmateriaal, authentiek- echt, van de autobandieteneen uitkomst, ma chère de dames sidderen by de aanraking. Het discours fleurt heelemaal op. De gast vrouw vertelt van wat ze zelve gezien heeft hoe meneer Lëpine haar waarschuwde: Pas op, lieve gravinl nit dat raam zou een kX' snoezige comtesse leunt kwynend_ in haar stoeltje achterover. De »petit marqnis", die steeds in hare naby beid is, klemt s'n monocle vaster in het oog, ziet haar met aanbiddende bewondering aanpeinzend staart hy vervolgens op het aardige, toch zoo kleine kogeltje, uit een der brownings ontsnapt 't Is niet anders dan snoezig. En, afschuweiykl Zooals m.i. ongehoord moest heeten, de wyze, waarop de Overheid bier goedvond haar gezag te doen gelden. Dat de openbare vei ligheid het zich meoster maken van de ge vaarlijke, voor niets terugdeinzende moor denaars, spitsboeven, vorderde, wie zal 't durven betwisten? Maar er was eene andere methode dan de nu-gevolgde. Zy had allioht wat meer tyd en gedold geëischt, de zaak zon niet geworden zyn het afgry'selyke «pretje", waar overheerlyke, goudbergjes opbrengende films van zullen gemaakt zyn, films voor de tallooze bioscopen, die er toe znllen by- dragen om Garnier's en Valet's in den dop n aardig stapje nader te brengen tot tde ad Zoo draaien wy in een allergeva&riyksten cirkelgang rond. De Overheid neemt haar toevlucht, zy 't met moderne doch daarom niet minder wreedaardige foltermiddelen, tot het „systeem", waarvan wy in de musea van rariteiten nit de middeleeuwen zulke interes sante staaltjes knnnen aanschonwon. De schandpalende wurgmastende banken, waarop iemand armen en beenen werden stnk-geslagen; de yzertjes, dewelke werden verhit om iemand het vleesch van de been deren te knypen of de tong te verschroeien, al deze en nog duizend andere uitvindsels nit de dagen van galg en pyobank doen ons griezelen. Maar wat daar-ginds, te Parys, werd ondernomen, beproefd, is den grond der zaak volmaukt-hetzelfde, zoo niet veel erger waar het verricht wordt door monschen die vier, vyf eenweu later leven dan de iet wat-hardhandige heeren van de vermaarde .exemplaire oorrectie!" Ik kan me, om nog even te vertoeven in een rustige, vreedzame, de zennwen in evenwicht hondendo atmosfeer, levendig voorstellen dat de dreumesjes der padvindery, die Woensdagmiddag een kykje namen in, beter gezegd op onze Tweede Kamer, unaniem van oordeel zullen zyn geweest, tdal er weinig an 's De gedachte om de kinderkens naar de gereserveerde tribune van ons Lagerhuis te brengen by gelegenheid van eene hoog geleerde, zeer-ingewikkvlde, met stroom van cyfera overgoten interpellatie-Trenb over het apoorwegbedryf, ze is wel zeer oor spronkelijk", maar verre van gelukkig. Slechts zeer enkele heeren waren hoffeiyk genoeg om te doen alsof ze luisterden de over- groote meerderheid had «zich gered", zooals de Franschman 't uitdrukt. Nu kregen de kleutera-padvindstertjes slechts te zien een paar meneeren, in 'n driekwart-leege, stille, dooie zaal, die elkaar op min of meer on hoffelijke wyze den mantel stonden uit te vegen. De schapen hoogden iets van milli- oenenvan interen eindelyk werd het electrisch licht ontstoken; deze illuminatie maakte veel goed. Waarom de padvindery niet doen aan schouwen iets als Wentholt's tragischen ondergang; de schipbreak van de «Went- holt" ofTalma's zegepraal met de Bakkers wet En dan had men de jongens en meisjes moeten voorlichten: «Ziet go, kinderen, dat is non net als met Napoleon I indortyd. Jawel, die overwon, overwon ook Wag- ram, Jena, de Bakkerswet in de Tweedo Kamer. Maar nou moeten de heeren straks eindstemming honden, begrypt jelui? Dat zou, zeggen sommigen, die zagen hoe spinnydig meneer Lohman keek, wel eens Leipsig voor Nap Talma knnnen worden en zeggen die zwartkykers, de Eerste Kamer: ach, lieve menschen! Dat is vast en zeker Waterloo „En gaat meneer Talma", vraagt een byzonder schrandere padvinder, „dan naar Elba, meneer?" „Elba neen, jong, want terugkomen zal hy, in soo'n geval, voorloopig niet. St. Helenamaar wees gerust, kerel, zal er voor meneer Talma gezelliger zyn dan indertyd voor Napoleon op i'n eiland ddar znllen de heeren wel voer zorgen 1 Ma. Antokio. door P. N. v. R. Een oogonblik drukten de opkoopers, de schippers en de haring trek kers zich knus jes tegen elkaar en gingen onderling zoetjes nog wat smoezen, maar het werd ineens stil, toen de afslager, volkomen bewust van zyn waardigheid, nieuwsgierig over eenige schouders glurend, op somberen toon begon to veilen, een gewichtig werk, dat btj met onverstoorbare kalmte en rust volbracht te midden van belanghebbende en belangstellende omstanders, die met bijzondere scherpzinnigheid toeluisterden. Na afloop ontstond ineens een opmerke lijk algemeene bedrijvigheid op den steiger, waar een aantal booten, soms tot zinkens toe vol haring, aanlagen. Wat een drukte en leven, wat een geschreeuw en beweging hier! Onder de trekkers, in grooten getale aanwezig, hoorde je even verschillende kreten, uitroepen en bevelen, die verward door elkander klonken. Enkele virtuoozen in het krijschen deden met longen en tong, met armen en beenen hun uiterste best om zich verstaanbaar te maken in de triestige zwartheid. Naar alle kanten klep perden met ietwat struikelenden stap de mannen in zware hoozen, eigenaardig ruw en ongemanierd luid uitgalmend hun rauwe stemmen in de aanvallende windvlagen. Overal raasde en tierde men om wat onderlinge hulp, een deugd, die nogal iets te wenschen overliet. Hiervan oen paar staaltjes. Langs mij heen schuifelde een harde, bultige figuur, nijdig zoekend naar een paar makkers, die bij de boot moesten aanpakken, en toen hy ze eenmaal achteraf trof, uittartend kalm en ln 't oog loopond traag, werd in blind getast een hand uit geslagen en een heet-tintelende slag op 'n gezicht gepatst, zoodat do getroffene, ook lang niet mis, op zfjn beurt naar een keol greep on wreed-hardnekkig een log lichaam wankel-los als van een jongen van de been werd gelicht. En terwijl ze schel dend en woedend-lustig eindelyk dan toch maar aan den gang gingen, haalde een kort, dik kereltje, met hard-appolrood- gebarsten vlekken op 't verbruinde ronde gezicht, zijn hart geducht op by lui van zyn ploeg, die gemoedelijk, totaal onaan gedaan toekeken, de oliejassen wyd-open en de handen puilend in de broekzakken. Met moeite, met tegenzin lieten zy zich lymen en vloekend liepen ze naar den kant om er in de kilte van den nacht te ar beiden. 't Was daar vol en roezemoezig. De meeste trekkers waren gedurig bezig. Verschillende partijen haring werden uit de vletten verwyderd. Sommigen deden het by het flauwe lichtje van een lantaarn. Eón man werkte de groote, diepe vakken met een schepnet leeg, een tweede ver plaatste de gevulde mand van de reeling naar de eerste plank van den wal, waar een derde de kostbare versche lading over nam om ze in een platte bak of zoo maar over den grond te werpen. Hier zaten weer anderen gereed om van deze hoopen te tellen, stilletjes in zichzelven, vlug en zeker vullend de manden tot zóóvéél tal, waarop die naar de wagens van opkoopers verhuisden, nadat ze met een stukje krfjt in cyfers waren aangeteekend. Alles ging er even kwiek toe. Op afstand beheersch- ten velerlei geruchten de omgeving. Om de karren, die langzamerhand vol raakten, werd luidruchtig gesproken en onder het heen en weer dreutelen met manden, door een sliert kerels hand aan hand gedragen, klonk een galm van rumoer. Maar dichtby, op de plaats waar de tellers kropen en woelden, was het meer rustig, want deze menschjes, die als een zwerm nachtvlinders neergefladderd waren, mochten en wilden in hun nauwkeurigheid niet gestoord wor den. Alleen een bekend straattype, 'n dwerg in zyn soort, gewapend met een echten electrischen zaklantaarn, veroorloofde zich wat vrfjheid van luidoppraten met zware basstem. Op de meest wonderiyke, komische wyze liet hot ventje zyn miniatuur-dieven lantaarn knippen bij de slijmerige massa's, waaruit hy met vinger en duim de ansjovis pikte en de geep afzonderde, 't Was heusch de moeite waard om hem in zyn gescharrel gade te slaan. Flits flits! - een vèr- uitschietend straaltje, dat plots schitterde, gaf hem telkens gelegenheid om in de duisternis te keuren, want werkeiyk, als een kenner sloop hy rond. Flits! - daar gloeide zyn brandertje weer over de zilve rige schilvers en met stoicijnsche kalmte wroette hy links en rechts, zoo onvermoeid en doortastend, alsof zyn gedaante een onmisbare steunpilaar der markt was. En al genoot hy als zoodanig geen zekere achting, geen aanzien, hij leek my toch een heel goede vriend van allen. Dikwyis kreeg hy een portie verwenschingen, die gewoon mensch de haren te berge zou doen rijzen en het kippenvel een rilling hebben bezorgd, maar het joggie vatte zoo iets tameiyk yskoud op, gaf menig trekker, by naam en toenaam aangeduid, doodleuke antwoorden én wist zich verbluffend knap uit elke kwaadaardige woordenwisseling te redden. Hy flitste maar door, nu eens hier dan weer daar, en als er wat te sjouwen viel, dan was ie als de kippen er by, be id met onbestemde voorgevoelens van visch in boter en mosterdsaus gedompeld, want hy hield niet voor niemendal een groote gore doek in de hand: hienig beest met roode kieuwen werd hem toegedacht. „Op zy, sakkerdeju! - op zy dan toch schreeuwde eensklaps met grove, schorre stem een groote, zwaar-gebouwde kerel, die, een hoog-opgepofte, verschoten zyden pet schuin op zyn polkahaar, links en rechts met de ellebogen stootend, zich tusschen een dikken menschenmuur heenwrong. Het was Kees uit onze boot, die met groote kunstvaardigheid een stapel ledige manden balanceerde, onnavolgbaar behendig afgs de by de treden van een trapje, kleverig glad door vischgrom en schubben. „Zeg ereis, koekebakker 1" schreeuwde hy onder het afspoelen van manden, „zou je maar niet eens naar de boot gaan om je handen uit te steken Of denk je soms, dat er voor jou niks te doen is Ga maar tellen, dat is net zoo'n karweitje voor je." Tegen een paal geleund, met z'n zware armen over elkander gekruist op den buik, staarde Albert naar beneden, strak zyn kattenoogen. Daar, in onze boot op het water, roesde een onrustig gebrom van twistende stem men, met felle ruzieklanken er boven uit. „Ga jy nou scheppen, ja of nee?" brulde het muizengezicht uitdagend. „Kommandeer je hond en blaf zelf!" riep Dries. „Jy mot scheppe en as jo nou trek hebt om op je ziel te krijgen, mot je het maar zegge, ik bin je man, hoor 1" Meteen hield Dries zjjn vervaariyke knuist voor de verschrikte oogen van het muizen gezicht, dat eerst rood en dan bleek werd om den neus, omdat hy zeer goed begreep wat hem te wachten stond. Hikkend en meteenigszinsdubbelalaande tong stotterde het muizengezicht half driftig, half angstig: „As jy dan te lui bent, laat do koeke bakker dan scheppe, die loopt toch maar te wandele." Met ernstig bezorgd gelaat keek Albert my aan, rondde zijn arm om myn rug en in de hartelyke gemoedelijkheid van /.yu doen boog hij zich naar myn oor en flui sterde dat ik diit werkje makkeiyk kon verrichten. Terwyi ik dapper het mandje vulde, gaf het rimpelnokje ze telkens over aan Albert, die ze daarna in de houten bak gooide, waarby de anderen zich neerhurkten om te gaan tellen. Het muizengezicht en Dries, zooeven nog elkaar verwenschend, waren nu weer goede vrienden en zaten gedwee gekromd by een mand te murmelen. En toen de groezelige kudde, zoo laag by den grond stilzwygend maar haastig doende, de laatste haringen had geraapt, ging do kooper van onze visch, klaar by zyn kar, met de hand in zyn broekzak, haalde er een portefeuille uit, schreef een briefje en grabbelde in zyn portemonnale naar oen dubbeltje, waarvoor de schipper een potje bier kon nemen. Albert liet zich in de boot afzakken en begon onvermoeid aan het pompje te wer ken, dat zuigend en gorgelend een flinke hoeveelheid vuil, troebelig water aan bak boord uitwierp. En toen er niets meer omhoog kwam, greep hy naar een akertje, plompte het over boord en kletste hot inwendige overal goed nat en met een zwabber gaf-Ie alles een extra beurt, zoo dat het vaartuig er weer proper uitzag. De een na den ander kroop or in en ver scheidenen gingen tot aan de borst buiten boord om zich af te spoelen in den snel golvende» stroom. .Daar hei-je de schipper", zei Koes en hy maakte alvast het ankertje los. Zoodra de aangekomene achterin zyn plaats liad bezet, stootte heel stuurboord met de armen van wal en langzaam roeiend, in loome, onverschillige gedachten trekkend aan de riemen, wiebolden we op het nog stik donkere water naar de kromming In de haven, waar Albert; kinderlyk-biy dat het eindje er was, een oud, bekend liodje deunde, wat wy eens zongen op de school banken aan de Oostslootstraat, 's morgens tegen half twaalf, als meester z'n hoofd goed stond, met het vooruitzicht op den vryen Zatordagmiddag: Waar de blanke top der duinen Schittert in den zonnegloed, En do Noordzee vrlend'lyk bruisend, Neérlands smalle kust begroet. We waren de lange brug genaderd. De riemen gingen gauw on handig uit hot water en bonkten aan twee kanten in de boot dryfnat neer. Op den kaai werden de leden nog eventjes gerekt en lang ademige geeuwen geloosd, waarop ons troepje min der spraakzaam, wat moe en mat huis waarts slenterde. (Slot volgt). TIJdtiippen van verzending i Brievenmalen. Naar Oost-Indië: Venen ding» weg. Datum der ter postbezorging. Tij dit. der iaat. buil. a/h Postk. ▼ia Amsterdam 24 Mei *6.55 'i p. zeepost Ti* Rotterdam 31 ,6.55 'aa*. p. Holl. mail ria Genua '21 i 6.55 's a*. p. Uoll. mail viaMaraeille 2ë 3.40'snm. p^ran»chem.TiaManei)le 31 '6.55 'sar. (▼oor Sumatra's Wwtkujt en Benkoelcn aUeen ▼erlangen der afzend p. Daitfcho a. via Napel» Naar Palembang, Riouw, Banka, Billicon •n Borneo: 24 Mei ,8.45'amor. 6.55 a*. p. Eng, mail ria Brindui p. Holl. mail ria Genua p. Holl. mail ria Maneille (alleen op ▼erL der ah.) p.Fraasche m.ria Maneille p. DuiUche ra. ria Napel» Naar Atjeh en de Oostkust van Sumatra: p. Enx. mail ria Briadisi eiken Vrndag 8.45'»mor. p. Holl. mail via Genua p. HolL mail ria Marseüle (alleen op *erL der afx.) p.F rauche m.riaM arseUle p. DuiUche ra. ria Napel» i Naar Guyana (Suriname): p. xeepo*t ria Amsterdami p. mail ria Queemtown p. mail ria New-York. p. mail via St. Naxaire .1 10 Juni |l Naar Caracao, Bonaire en Aruba p. zeepost via Amsterdam 23 Mei 0.5S p. mail ria Southampton elkea Dinsdag of Queenatown. ea Vrijdag p. mail ria Hamburg 1 Juni (alleen op verl. der afx.) Naar St. Martin, St. Enstatius en Saba: p. zeepost ria Amsterdami 23 Mei .6.55'sut. iaUeen op vorl der ah.) p. mail ria Engeland eiken Woensd.|6.65 's av. Naar Kaapland, Natal, Oranje-Rivier-kolonie en Transvaal: eiken Vrijdag, 3.80 's namiddags. Yoor Hr. Ms. „Gelderland" naar L a r i g: 22, 28, 24 en 25 Mei, 7 nor av. Marine an Leger. De overplaaUing van den luitenant ter zee 2e kl. J. W. Bloem op 18 Mei, van het wachUchlp te Willemsoord op de «Evertsen", wordt ingetrokken. Eveneens de op dien datum bepaalde op non- aeUvlteitsstelUng van den luitenant ter zee 2e kl. L. J. van Roeaem, van de «Evertaen". Met ingang van 25 Mei wordt de luitenant ter zee la kl. J. A. Jager, eervol ontheven van het bevel van de vHelringen geplaaUt op de sBellona" de luitenant ter zee 2e kl. H. A. Gregory van het waehUchip te Willemsoord op de »Evertsen"; do id. W. J. Mans van id op de sKortenaer" de adelborat le kl. M. R. P. Phillipp van de tEvertsen" op de «Koningin Emma" (torpedodienst)da id K. Pauw, van ds «Heffing" op de «EverUen".

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1912 | | pagina 1