DE MODERNE EVA
S. Ci
KMI
ultof.
iLW
Mantels.
141-
142.
GROOTS UITVERKOOP
iiai
HERMAN NYPELS.
De Wit Werf.
J. J. M. SMIT,
Verkocht.
TWEE FLINKE MEISJES
9 uur gesloten zij
Opruiming
In ons filiale Spoorstraat 106extra aanbieding van Ondergoederen,
geheel nieuw Programma.
Oproeping.
Hel grootste en beslist meeste succes van alle Kermissen
Het Nederlandsche g§| Operette Ensemble.
Maandag 1 Jnll, Feestyoorstelling ter gelegenheid van de l"gö^l opvoering.
MM" Deze is de nienwste Operette en nog niet in Den Helder opgeroerd.
lederen trond na afloop der Voorstelling, GROOT BAL - Casino-Orkest.
N.V. Stpombootdienst van Eebrs. Zur Mühlen.
Retour onbepaald geldig, Nieuwediep-Amsterdam
Retour onbepaald geldig, Nieuwediep-Alkmaar.
FIRMA H. DE BIE-BIERSTEKER,
Magazijn en fabriek BINNENHAVEN 74, HELDER. H. DE WIT.
van Manufacturen,! Mantels, Blouses, Japonnen, Rokken,
Corsetten en Ondergoederen.
Verder opruiming van alle Moiré en Lustre Onderrokken, Mousselines, Katoentjes, enz.
Vepdep geven wij op ALLE aptikelen 20 kopting.
HG
Extra geëngageerdi
Zeer epannend Huwelijkedrama in 2 af-
deelingen.
Geepeeld door eerete klas artisten.
Van af Vrijdag 21 Juni tot
en met Donderdag 27 Juni
PRIJZEN DER PLAATSEN:
inclusief stedelijke belasting.
KINDEREN beneden 12 jaar, op alle rangen
half geld.
Aanvang lederen avond te 7 uur.
Zondags te 2 uur.
MMp Van af heden gedurende de
Zomermaanden geen Kinder
voorstelling.
Zondags diploma's en vrijbiljetten niet
geldig.
Des Zondags worden na v\jf uur
alleen plaatsen verkocht voor den len en
2en rang.
De bekende en onbekende schuld-
eischers van de onder het voorrecht van
boedelbeschrijving aanvaarde nalaten
schap van wijlenden Heer JAN STROOMER,
gewoond hebbende te Helder en aldaar
overleden 9 April 1912, worden opge
roepen om op Woensdag 10 Juli
1912, des morgens 10 uur, te verschijnen
ten kantore van den ondergeteekende
notaris te Nieuwediep, gemeente den
Helder, ten einde aan te hooren de alsdan
door de erfgenamen van genoemden Heer
Jan Stroomer, van het door hen ge
houden beheer af te leggen rekening
en verantwoording, welke van heden
af ten bovengemelden kantore ter inzage
ligt en, indien geen verzet plaatsheeft,
voldoening van schuldvorderingen te
erlangen, voor zooverre het bedrag der
nalatenschap toereikende is.
H. M. BEECKMAN,
Notaris.
Nieuwediep, 24 Juni 1912.
Casino-Gebouw
Den Helder.
Opgericht 1 Mei 1903.
Directeur: HLPHONSE 1AWMART Jr~[ Artietlek leiderJ.I. RENTMEESTER.
Zondag 30 Juni en Maandag I Juli 1912
De nieuwste Weener Operette In 3 bedrijven van GEORGE OKONKOWSKY.
Muziek van JEAN GILBERT.
Componist van „DE KUISCHE SUSANNA".
Regie: J. J. RENTMEESTER. Vertaling: J. J. R. Dirigent: H. v. d. NAATEN.
De hoofdrollen in onte Operetten zullen vervuld worden door de Dam<-s CORRY
PINKSEN, ROSINE SAMEHTINI, G. d'OLlVEIRA-JONKERS, S. HEILBRON en
M. FARBER; en de Heoren JAN GROOT VELD, FRANZ MEERMANS, S VANBEEM,
ANDRÉ VAN DIJK, J. J. RENTMEESTER, F. ANDERSON e.a.
KOOR «n ORKEST.
Eigen vervaardigde Costumes en Decors worden medegebracht.
PRIJZEN DER PLAATSEN i
le Rang fl.25; 2e Rang f0.7ö; 3e Rang f0.50.
In de bekende winkels zijn Abonnementkaarten le Rang verkrijgbaar h f 1.05 per stuk.
UW* Plaatsbespreking dagelijks aan het gebouw, 's morgens -van 10 tot 3 uur en
's avonds .van 6 tot 7 uur, 10 cent per plaats.
Bureau Tl, uur. TEKSTBOEKJES verkrijgbaar a 20 ct. per stuk. Aanvang 8 uur.
E.r.t. kla... f 1.60. T.ndu kla... fl 10.
Eerste klasse ff 0.80. Tweede kleeee fO.55.
■W* Kinderen beneden 10 jaren half geld, beneden 3 jaren vrij.
Zondags uitgifte van één-daagsche retouren Nieuwediep—Alkmaar,
b. 55 cent eerste klasse en 30 cent tweede klasse per persoon.
Op werkdagen Gezelschapbiljetten bij minstens 10 personen Nieuwediep-Alkmaar,
b. 55 cent eerste klasse en 30 cent tweede klasse per persoon.
Zie alom verspreide dienstbiljetten. DE DIRECTIE.
WEDER ONTVANGEN
een partij prachtige Bloemen, Rozen,
Geraniums, Fuchsia's en meerdere soorten.
BOELSUMS,
Spuistreat nabij de Spoorst
voor Hotelkeukenwerk gevpaagd.
f4 p. w. met kost en inwoning. Reiskosten worden vergoed.
AdresHotel ALTEBURG, Scheveningen.
Gedurende de maanden JUNI,
JULI, AUGUSTUS tot IS SEPTEMBER
zal onze Zaak deo avonds om
■jn,
uitgenomen den ZATERDAGAVOND.
Ter
dit besluit gevolg te kunnen geven,
vragen wij de medewerking van
onze Clientèle en verzoeken beleefd
eventueele inkoopen vóór 9 uur
's avonds te willen doen.
KKILLIA
In alle metalen.
Levering volgens recept,
zeer fijne afwerking.
PRIJZEN ZEER LAAG.
Aanbevelend,
W. LABES, Keizer et r*. 68.
Alle benoodigdheden
DIJ <3.o geboorten van islnderen.
Keizerstraat 93.
De meest gevraagde en voordeeligste zuivere bereide Verf is
Geveetigd 1876. Fabriek Helder.
Verkrijgbaar gesteld bij de Heeren A. KORFF Azn., Kanaalweg; H. DE WIT Jrz.,
Keizerstraat 18, (direct bjj 't Spoor); Texel: P. BOON Mz., Cocksdorp; A. ELLEN,
Oosterend; Whbihgek: Wed. KALEVELD; JOH. TAKES Tz., NoorderbnnrtKOEGRAS:
D. MAREES; 't Zakd Zupe: P. RUIS; IJkuideh: D. C. KAAN.
En groe. Verzendingen naar alle plaatsen. En Detail.
VITRAGES worden evenals eeu partü JAPONSTOFFEN tot spotprijzen opgeruimd.
Totoio opruiming onzer aldeellng GtTT MMXM ATVT T E Ls.
We kochten dezer dagen eene zeep gpoote paptij BLOUSES.
Wit Batiote Blouses f 0.98, wol Mousseline Blouses f 2.9B, f 3.25 en f 3.50,
gekleurde katoenen Blouses f 1.50 en f 1.75, Voile Blouses f 3.75.
in de bekende solide kwaliteiten en ook op alle artikelen 20 korting.
VERKOOP UITSLUITEND A CONTANT.
GEEN ZICHTZENDINGEN.
Kanaalweg 137-138
Telefoon 125.
Zie de Eltalages.
Zl(
Spoopstpaat 106
Telefoon 127.
Zie de Eltalages.
DE PROFETIE.
Door Norma.
Sinds dat consult bij dien professor,
scheen zo te verzinken in een doffe apathie.
Niets, niets was in staat haar op te mon
teren, niets kon zelfs voor een oogenblik
die oogen doen schitteren, dien mond doen
glimlachen.
Was 't vroeger haar lust en haar leven
in 't klein, gezellig huisje den boel keurig
en frisch te houden, kon ze als met zachte
streeling haar meubeltjes en snuisterijtjes
beroeren, die laatste vooral, meerendeels
souvenirs, door Jan uit Indiö meegebracht,
kleine teere Chineesche poppetjes, leuke
zwarte olifantjes en o, zulke fijne kopjes,
nu waren er al drie dagen verstreken,
sinds een stofdoek de rust in 't kleine
voorkamertje had verstoord.
Vroeger, ja, had ook wel eens een dag
van zware melancholie het evenwicht ver
broken, maar altijd weer wist Jan met
zijn eeuwigdurend goed humeur, het onheil
gauw te bezweren. Vroolijke moppen, die
hij van boord meebracht, dan weer eens
wat lekkers van den koekbakker en als
hij geen wacht had, Zondags strijk en zet
naar de bioscope. Gok, dat ze daarop waren I
Vooral Cor genoot dan weer voor een heele
week.
Jan zag al dadelijk aan haar gezicht, dat
't mis was, toen hij haar van den trein
haalde, dacht het echter in hun gezellig
kluisje wel gauw weer op te knappen,
pakte stevig haar arm, zei wat erg liefs
in haar oorals een afwezige liet ze
zich meevoeren.
Jan had zich uitgesloofd. Een zeeman
is nu eenmaal handig. Versch gezette
koffie, een lekker maaltje er bij, vlak
voor haar bord een paar frissche narcissen,
aan de deur gekocht over alles keek ze
heen met staaroogen zonder ziel, dronk
werktuigelyk een kopje koffie, ontdeed zich
van hoed en mantel, alles zwijgend, met
wit gezicht.
„Maar zeg dan toch vrouwtje", drong
Jan ten laatste aan en hij beefde van inge
houden ontroering, zoo had hij Cor nog
jiooit gezien, „zeg dan in godsnaam toch,,
wat zei de professor, toe vooruit, mag je
arme kerel het nou niet weten?" Toen
begon ze te vertellen op zachten, klaag
lijken toon
„Wat zei de professor Och hij zei zoo
wat niks. Hij vroeg genoeg, vroeg aldoor
over mijn jeugd, of ik veel gesukkeld
had, van mijn vader en moeder wou
ie weten, of ze aan den drank waren ge
weest, uou, en toen koeterwaalde ie tegen
die heeren bij hem in een taaltje, waar
ik niets van begreep en gaf me een brief
mee voor den marinedokter"
Ze zweeg en keek strak voor zich uit,
onderwijl zij haar zak doorzocht naar den
brief. In gedachten hoorde zij de stem van
den professor nog natrillen met een klank
van medevoelen, zag ze de scherpe, don
kere oogen achter het flikkerend brilleglas
een moment vol deernis op haar gericht.
Toen eerst had ze begrepen, dat er voor
haar geen hoop was.
Vroeger, als na een langdurige, genees
kundige behandeling, ze zich weer wat
flinker en minder pijnlijk gevoelde, was
er voor haar oogen, heel aan 't eind van
den langen weg een helder, heel klein
lichtje verschenen. Weer hoopte ze. -
Als nu die kwaal eens voorgoed genezen
was, wie weet wie weet
Dan had ze weer vol verrukking in kin
derwagens gekeken, de kleintjes uit de
buurt om beurten aangehaald - zag ze
in een kamerhoek bij zichzelf ook nog eens
een rose wiegje staan wio weet...
Maar als de dagen weken werden en de
weken weer maanden en geen wonder
openbaarde zich aan haar, inaar de oude
kwaal leefde weer op, wat kon ze zich dan
in de uren van gedwongen rust opwinden
en schreeuwen over „zooveel onrechtvaar
digheid". Zy, een vrouw, die eon kind lief
zou hebben, als haar afgod, wier heele
vrouwenlichaam en ziel vroeg om moeder
weelde, zij kon met leege armen door het
leven gaan en daar vlak naast haar woonde
een onmensch, die drie kleine meisjes had,
maar ze bij nacht en ontij verliet om naai
de kermis of een feestje to gaan. 't "Was
Godgeklaagd, zooals die atumperds soms
aangingen midden in den nacht, als ze
moeders hulp noodig hadden en op hun
bloote pootjes in huis rondscharrelden en
net zoolang huilden, tot ze van vermoeienis
in slaap vielen.
Wat hadden zij en Jan niet meermalen
geprobeerd, achter door 't raam naar bin
nen to kuunen komen en de schaapjes
moe te nemen naar hun eigen warme bed.
En wat kregen ze dan niet een grauw en
een snauw van dat wijf toe den volgenden
morgen. „Waar of ze zich mee bemoeiden?
Dat ze ze raadde, dergelijke aardigheidjes
niet meer te doen. Van een beetje schreeu
wen gingen ze niet dood!"
Dan had Cor in haar eenzaamheid wel
vreeselijke wanhoopsuren doorgemaakt,
kwam ze in opstand tegen God, tegen de
heele natuur-.
Eindelijk scheen er dan toch een kente
ring te komen. Toen Jan 's morgens naar
boord wou gaan en 't leek, of er weer
niets kon overschieten voor hem, als een
flauw „daag", was ze ineens opgespron
gen, had hem woest tot zich getrokken
en onder tranen en snikken onbedaarlijk
gezoend en geroepen„'k hou zooveel van
je, 'k zal met jou alleen ook wel tevreden
zijn, hoor!"
Jan eerst geschrokken, had haar daarna
met een gelukkig lachje op zijn schoot
gehaald, inderhaast gauw oen heeleboel
liefs toegefluisterd, beloften voor de toe
komst „gauw pensioen zien te krygen,
dan saampjes in Rotterdam bij haar familie
een zaakje beginnen en eon heel oud, ge
lukkig stelletje worden, geen kinderen en
ook geen verdriet en zorgen van ze".;
Ze had hem uitgelaten, hield aaii de
deur nog oven een praatje met haar vrien-
delyk overbuurtje,ook een matrozenvrou wtje,
die ze de laatste dagen zoo schromelijk
verwaarloosd had en nu, om 't weer goed
te maken, voor straks op een kopje koffie
vroeg.
Toen, onder dat gezellig koffleuurtjekwam
ze eerst los. Een vrouw, een begrijpende,
meegevoelende vrouw bij je te hebben,
een vrouw, dio zelf moeder was.
Buurtje Mina praatte druk, koesterde
zich behaaglyk in de plots weer warm
oplaaiende vriendschap, trachtte haar schade
in te halen voor al die koude zwijgens-
dagen.
„Och, mijn lieve kind, perfesters zjjn
ook maar menschen! Net of die zich niet-
teres kunnen vergissen. Nou, en die dokter
dan, die tegen me tante zei, alsdat ze der
wieg wel verkoopen kon 1 Lieve mensch,
ze heb er nog twee daarna gehad I" En
nog meer verhalen wist ze van heel domme
perfesters en heel wijze buurvrouwen.
Daar schoot haar nog iets fijns te binnen.
„Weet je wat, we moesten nou toch
zekerheid zien te krygen hè? Wanneer heb
je man de wacht? Morgenavond? Zoo, ga
je dan met my, als 't donker is, mee
Dan zal 'k je er bij eentje brengen, nee
maarZie je, eerst mijn peutertjes naar
bed en dan past mijn man wel op, dan
zeggen wij, dat we boodschappen gaan
doen. Meid, dat is me een besteHeb je
nietteres van der gehoord, juffrouw Z. be
roemde planeetkundige Ze woont hier
nog maar kort. Komt uit Amsterdam, en
best dat ze 't kanAls die je nou ook
vertelt, dat je geen kinderen krijgt, dan
kan je er van op an, hoor I"
„Maar", zei Cor, met een blos van op
winding op 't zachte gezicht, „'kdurf byna
niet, ben nog nooit bij zoo'n vrouw ge
weest. Is 't er geen rare bedoening?"
Maar de ander stelde haar volkomen
gerust, ,,'t Was een net mensch en heele-
maal geen manvolk in huis. Ze wist 't
stellig van der nicht Kee, 't was er erg
fatsoenlyk
Zoo werd dan besloten en den volgenden
avond acht uur liepen de twee vriendinnen
op een donkere, stille achtergracht te zoe
ken naar nommer 37.
Eindelyk, hoera, daar hadden ze het,
eventjes schuw omkyken, of er niemand
aankwam, gauw de deur opengedraaid en
in 't portaal gewipt.
De beroemde vrouw kwam zelf naar
voren. Een zwart fluweelen jak, waarop
een bloedrooden koralen ketting, een bleek,
bol gezicht, met kleine spiedende oogjes,
en aan zich een lucht van sigaren en
alcohol.
Willen de dames maar binnenkomen
noodde ze, met een minzame beweging
van oen mollig handje vol ringen.
In 't kleine voorvertrekje, waar 't be
nauwd rook naar een petroleumlamp, lagen
op een smoesig tafelkleed, de vette kaar-
Tegenover de vrouwtjes nam ze plaats.
en terwijl ze de kaarten goed schudde en
haar overburen terdege opnam, vroeg
„Wie eerst?"
Cor, erg zenuwachtig, wou 't gewichtig
oogenblik, waarop ze alwetend zou zijn,
nog maar een beetje uitstellen, wees op
Mien, maar deze resoluut, verzocht de
juffrouw met Cor te beginnen, „daar waren
ze eigenlijk voor gekomen", en dan straks
maar eens voor haar. De twee kwartjes
had ze al bij voorbaat by zich gestoken.
„U bint getrouwd?" vroeg de orakelstem
op zijn plat Amsterdams.
„Ja", knikte nerveuse Cor.
De wijze dame legde de kaarten op
reien, trok er met haar vleezige vinger
tje langs, van boven naar beneden, van
links naar rechts, mompelde iets, zat even
in gedachten dan keek ze Cor recht in
't gezicht.
„Er ligt geen gelukkige kaart yoor u 1"
't Ontstelde gezichtje harer cliönt scherp
opnemende„ja, als u daar nou niet tegen
kan, dan zou 'k maar liever weggaan. Ik
kan 't niet helpen. U komt mij vragen, ik
vertel wat 'k zie, geluk of ongeluk. Wil
ik deze juffrouw maar nemen Maar Cor
vermande zich. Haar slapen klopten, ze
kneep de Ijskoude vingers stijf opeen, dan
vroeg zo met een flauw lachje, om maar
gerust verder te gaan. „Die nare zenuw
achtigheid was al weer over".
„Zullen we maar liever weggaanfluis
terde Mina met berouwvolle stem. Ze had
er nu al spijt van. Wie weet, wat dat mensch
nou ging vertellen!
Maar dapper schudde Cor het hoofd, ver
zocht de juffrouw om dan toch te begin
nen. „Nou dan", begon deze, „er ligt een
scheiding voor u - van een blonden man,
uw eigen man".
„Ja", beaamde Cor, die weer wat opflik
kerde, „een scheiding, maar voor drie jaar.
Mijn man moet in 't najaar naar Indiö."
„Jesses, mensch, wat een zwarten om
je heen", en ze legde de kaarten opnieuw.
Zenuwachtig bewogen de dikke handen
over de tafel. „Gossiemyne, vlak boven je
de zwarte wolleken, ddar de onheilsboden,
hevige schrik van een brief, een doods
bericht, lieve God, wat een gemeene
kaart 1"
Scherp namen haar oogen het veran
derde uitzicht van 't vrouwtje waar. Mede
lijdend vroeg ze: „Is je man soms zieke
lijk? Nou juffrouw", besloot ze snel, „maar
kallempies naai- huis met die juffrouw, je
hoeft me niks te betalen" en ze lei haar
kaarten op een hoopje in teeken, dat 't
consult was afgeloopjr 1fL
Mien, koud en bSr 1 an narigheid,
gedrukt door schuldbesef, poogde Cor mee
te troonen. 't Baatte niet, roerloos bleef
die zitten, de oogen als gemagnetiseerd
óp de onheilsboden gericht. „Nee, nee, eerst
meer hooren, 't is nog niet uit, eerst ver
der vertollen", zei ze toonloos, als in droom.
„Later, juffie, later hoor, als je wat ster
ker bent, voor zieken leg ik geen kaart,
toe, ga nou maar gauw naar huis en laat
je man je maar es lekker toedekken", be
sloot ze quasi moppig.
Langzaam stond Cor op. „Goed, 'k ga
al", zei zo stil. „Vertel me alleen nog dit.
Krijg ik nog een kind?"
De zwarte oogen der anderen keken strak,
de mond zweeg.
„Zie 'k rayn man terug, zeg dat dan",
klonk het heftiger.
Weer zwijgen, nu met afgewend ge
zicht.
Cor vroeg niets meer; Gelaten liet ze
zich meevoeren," de vele straten door, naar
huis. Liet zich door Mien te bed helpen,
dronk gewillig een warme kop melk leeg
lag dan roerloos, als in slaap, achtor de
witte bedgordijnen.
Nog een poosje bleef 't buurtje er zacht
rondscharrelen, keek een paar keer achter
de gordijnen, vroeg wat, keeg geen ant
woord en meenende, dat ze sliep, wipte
ze de straat over naar huis. 't Was ol' ze
zelf de koorts had van al die narigheid.
Wat ben 'k begonnen, wat ben 'k begon
nen, suisde 't in haar ooren.
En in 't gedempte licht lag Cor stil, heel
stil.
Over haar kwam een vreemde rust, als
van eene, die weet, dat ze sterven gaat
en strijdensmoede hot hoofd voor 't laatst
neerlegt.
Ze voelde het noodlot komen aanstuwen,
met eiken harteslag kwam bet nader en
ze wist, dat er geen ontkomen was.
Machteloos en gelaten, zoo wachtte ze
den nieuwen morgen af.