KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor HeldorTexel, Wieringen en Anna Paulownam
No. 4120
40»te Jaargang.
LEVENSSTRIJD.
Zaterdag 8 Augustus 1912.
't Vliegend Blaadje p. 3 m. 50 et, fr p. oost 75 ct., buitenland i 1.25
Pre- Zondagablad 374 45 f0.75
auënModeblad 65 i 75 f0.90
(Voor het bnitenland bij vooruitbetaling.)
Advertentiëa tbji 1 tot 5 regel» (bq vooruitbetaling) 30 <-eat.
Elke regel aaeerbi
Bewqa-exemplaar 24
Vignetten en groote lettert wordea aaar plaatarnimte berekend
Intaro.-
lefoon BO.
Wertohijnt Oinadag- en Vrijdagmiddag.
Uitgever i C. DE BOER Jr. (v./l. BERKHOUT Co.), Helder.
Bureaus Spoorstraat oa Koningstraat.
Eerste Blad.
•IEUWSBERICHTER.
HELDER, 2 Augustus.
Vereeniging van Nederlandsche
Gezagvoerder» en Stuurlieden
ter koopvaardij.
Dece vereeniging, bestaande nit 1100 leden,
welke over de geheele wereld verspreid zyD,
heeft het plan opgevat, te Amsterdam een
eigen gebonw op te richten.
Voorwaar een grootsch plan, waardoor üiet
weinig het aanzien der vereeniging naar
voren zal treden.
Het zul het eerste werkelijk krach
tige bewys xijn van een invloedrijke orga
nisatie.
We gunnen deze vereeniging zoo van harte
wat meer invloed in zake scheepvaartaange
legenheden, omdat haar leden, zoo altijd
staande tuaschen de belangen der reeders en
die der mindere schepelingen, toch al vaak
een tóó zwaren stryd te stryden hebben.
Het is voor hen in vele gevallen zoo
moeilük het juieto evenwicht te bewaren.
De Naamlooze Vennootschap >Neptunns<,
Maatschappij tot bouwen en exploiteeren vaa
huizen, welke de vereeniging tot het verkrygen
van een eigen gebouw weDScht op te richteD,
heeft hiorvoor f 100.000 noodig, die gemak
kelijk gefourneerd kunnen wordon door de
leden, aangezien de aandeelen zullen zyn
i 100, en het nemen van een aandeel dus
binnen veler leden bereik ligt.
Wy wenschen onze Nieuwedieper zonen in
Oost en West op te wekken, vooral niet by
hun medeleden achter te blijven in het nemen
van één of meer aandeelen, opdat vele
steentjes middels hen zullen worden bijge
dragen tot het fundament.
Haast U eu val een inschryvingsbiljet in,
wat te verkrygen is by Kantoor der ver
eeniging, R-jkin S0, AmsterdamTh. Leh-
manD, Maaskado O.-Z. 15b, RotterdamB.
Koens, Stoomv.-My. «Zeeland*, Vlissingen
J. C. Becker, N.-Brugstraat 2, Helder H.
C. Ykema, Nieuwelaan 5, Salemba, Batavia;
A. ten Have, Peloran (Pavillon Mevr. v.
Valkenburg) Samarang, en J. H. Stal, Anglo
Saxon, Petr. My. Singapore.
Postduiven-Ver. „Hollands Noordpunt"
te den Helder.
Bovengenoemde vereeniging hield onder
staande wedvluchten
6 Juli wedvlucht met oude duiven van uit
Bordeaux. Afstand ruim 1000 K.M. 7 deel
nemende duiven. Gelost om 5 u. 30 m. mot
mooi weer en Z.O. wind. Ie prys Joh. Darp-
horn. Zondag 7 Juli 's middags 1 u. 4 m.
19 sec. Van de seven duiven keerde alleen
deze terug en er zullen zeer weinig duiven
in Nederland >ijn (lie grooter afstand hebben
afgelegd.
21 Juli wedvlucht met jonge duiven van
uit Namen (België). Afstand 280 K.M. 12
deelnemende duiven. Gelost met mooi weer
en Z.O. wind. Van de 12 duiven keerde
alleen 1 van den heer H. Boon denzelfden
dag terng om 6 u. 47 m. 44 sec. en won dien
ten gevolgen den Ion prys. Den volgonden dag
kwamen nog enkelen thuis. Werden met de
vlucht op 14 Juli groote verliezen geleden,
deze vlucht kan als geheel mislukt beschouwd
worden.
28 Jnli wedvlucht met jonge duiven van
uit Jemelle (België). Afstand 380 K.M. 7 in
concours. Gelost met goed weer en Z.W.
wind. De prijzen werden als volgt behaald
le pr. T. F. J. Goosen, om 1 u. 6 m. 48 sec.
2e pr. H. Boon, 1 u. 13 m. 24 sec.
Se pr. H. J. Holtz, 1 u. 26 m. 15 sec.
4e pr. H. Boon, ln. 36 m. 14 sec.
5e pr. idem, 2 u. 4 m. 29 sec.
Alle dniven keerden op hnn hok terug
zoodat deze vlucht een gunstig verloop had.
Onderofficieren.
Omtrent de plannen van den minister van
oorlog betreflende de poBitie verbetering van
do onderofficieren verneemt de «Asser Ct."
het volgende
1. De dagelykache soldyen en verdere
vergoedingen zullen worden omgezet injaar-
lyksche tractementen, waarbij de bezoldingen
voor de verschillende wapens gelyk zullen
s\jn.
Geen verhooging van deze wedde zal
worden toegekend voor het bekleeden van
ren zeker aantal jaren van de verschillende
rangen, zooals thans het geval is.
Even als voor de officieren znllen periodieke
verhoogingen worden toegekend in den rang
van adjudant-onderofficier, sergeant-majoor
en sergeant, waarby evonwel niet in aan
merking komt het aantal jaren doorgebracht
in een van de hiergenoemde rangen, doch
uitsluitend het aantal dienstjaren als onder
officier. Deze periodieke verhoogingen zullen
worden toegekendaan sergeanton (wacht
meesters; zh 8, 6, 9 en 12 jaren dienst als
onderofficieraan sergeanten-majoor (opper
wachtmeesters), administrateur en instructeur
nk 12, 15 en 18 jaar dienst als onderofficier
aan adjudanten onderofficier nh 20, 21, en
24 jaar dienst als onderofficier; aan de ge
huwde onderofficieren zal huisvesting worden
verleend óf in een rykswoning óf vergoeding
voor woDinghnor worden toegekend.
Een en ander zal vermoedelijk op l Juli
1913 in werking treden.
2. De rangen van vaandeldrager en ser-
goanten le klasse komen te vervallen.
8. Verder wordt overwogen by inkrimping
van het aantal beroeps-luitenants tot één per
compaguie, deze plaats te doen vervullen
door een onderluitenant, zoodat dus voor den
practischen dienst per compagnie zon worden
beschikt over één luitenant, één onderluite
nant en één sergeant-majoor-instructenr, be
nevens de noodige sergeanten en korporaals-
Deze eventueel nieuw in te voeren rang
zou na een twee-jarigen cnrsus met vrucht
gevolgd te hebben, zoowel voor adjudanten-
onderofficieren, sergeant-majoor-administra
teurs cn instructeurs bereikbaar zyn.
4. De bevordering in de hoogere onder
officiers -rangen zal niet meer korpsgewyze,
doch over het geheele wapen geschieden.
5. Do standpensioenen zullen worden ver
hoogd en in verhouding worden gebracht tot
de voorgestelde jaarwedde.
Een schot door een hond gelost.
Twee jongelni gingen Dinsdag te Hoog-
carspel per schuitje op de jacht. Daar het
hun nog wat vroeg was, stapten ze uit, terwyl
de hond in het schuitje de wacht bleef houden
by het geweer. Plotseling knalde een schot,
dat een der beide jongelni in den rug trof.
De vermoedelijke oorzaak is, dat de hond
op den trekker van *t geweer getrapt heeft,
waardoor het schot afgiug. Door den genees
heer zyn veertien hagelkorrels verwijderd uit
den rag van den getroffene, wiens toestand
bedenkelijk is.
Kranige redding.
Maandag jJ. beklom de ingenieur van
Goeten, een Belg vau geboorte, met zyn
22-jarigo zuster en den heer Lombardier,
den zoon van den directeur dor fabriek,
waaraan hy werkzaam is, een berg van de
Belle-Donne groep in Dauphiné, Te 2 uur
's middags toeu bet gezelschap op den terug
tocht was, gleed mej. Van Goeten nit en
zon in den afgrond gestort zyn, wanneer
haar broeder haar op het laatste oogenblik
niet joist aan den rand van den afgrond
by haar rokken had vastgegrepen. Hy kon
haar echter niet uit haar gevaarlijke positie
verlossen, zij hing n.1. halverwege in den
afgrond tegen een boomstronk aan.
De heer Lombardier begaf zich, toen ook
zyn pogingen om het meisje weder op vas
ten grond te krygen, mislukt waren, naar
Reval, op drie uur afstand», om van daar
hulp te halen en de ingenieur bleef gebukt
liggen over de rots heen en hield krampach
tig zyn zuster by hare kleederen vast.
Te 10 uur 's avonds keerde Lombardier
eindelyk met eenige mannen terug en word
het arme meisje nit haar benarde positie
verlost. Zy werd per brancard naar Reval
overgebracht en verkeert thans in levensge
vaar. Men vreest voor eeD schedelbreuk.
Ook do broeder, die gedurende acht bango
uren met de kracht der wanhoop, zyn zuster
voor den noodlottigen val wist te behoeden,
is in gevaarlijken toestand in het ziekenhuis
opgenomen.
Groenten- en vruchtenteelt In Pruisen.
Berlyn, 30 Juli. Het «Berl. Tageblatl"
verneemt, dat in de Pruisische begrooting
voor 1918 ruimer middelen aangevraagd zullen
worden ter bevordering van de groenten- en
vruchtenteelt door een systematische aan
planting, en wel met de bedoeling het hoofd
te kannen bieden aan de buitenlandache con
currentie. In 1911 is aan vruchten voor 60
millioen, aan groente voor de 46 millioen
mark ingevoerd. Het grootste deel vaa het
ingevoerde komt uit Italië en Nederland.
Op de begrooting van dit jaar is slechts
225,000 Mark uitgetrokken ter bevordering
van de groenten- en vruchtenteelt.
Wie zal het winnen?
Een koopman te Berlyn heeft van oen
dokter te Charlottenburg voor geneeskundige
behandeling een rekening van 44,600
mk. ontvangen. De dokter brengt o.a. een
aantal nachtwaken en keer en, dat hy in hot
huis van den patiënt hoeft geslapou, in
rekening; voor elke maal, dat hy ter wille
van zyn patiënt een reis heeft afgebroken,
verlangt hy 1000 mk. enz. De patiënt, van
wien de dokter een bloedverwant is, biedt
4000 mk. aan. De rechter zal nu uitmakon,
hoeveel den dokter toekomt.
De kiesrechtvrouwen.
Een fotograaf te Londen heeft vijftien pond
schadevergoeding geëisrht van don heer en
mevrouw Pethic Lawrence en mevrouw Pank-
hurst, als de leiders van het komplot, dat
gevoerd heeft tot het inslaan van rui
ten door kiesrecht vrouwen op 1 Maart. By
hem had een juffrouw Swaine de ruiten inge
gooid. De drie gedaagden waren niet ter
terechtzitting verschenen en waren ook niet
vertegenwoordigd. De eiach werd toogewezeu.
Als alle benadeelden die drie leiders aldus
aanspreken kan het hun dnur te staan komen.
In dit eeno geval werden zy ook in de kosten
van het geding veroordeeld.
Het Titanic-onderzoek.
Londen, 30 Jnli. Lord Morsey zegt in *ijn
uitspraak, dat de omstandigheden hem over
tuigden, dat het schip, dut door do «Cali-
foruian" werd gezien, de «Titanic" was. De
nacht was helder, de zee kalm. Indien de
Californian" toen zy de vuurpijlen zag, door
het ys was gestoomd, zooals zy had kunnen
doen zonder ernstig gevaar, zouden zy vele,
wellicht alle levens hebben kunnen redden.
Het hof beveelt verder de verbetering der
waterdichte schotten in do schepen aan, en
adviseert den Board of Trade bevoegdheid
te geven overlegging te eischen van alle
teekecingen en by zonderheden van een schip
tydenB den aanbouw. De voorziening dor
Bchepen met reddingbooten en vlotten moet
in overeenstemming zyn met het aantal per
sonen aan boord, niet geregeld worden naar
den tonneninhoud vau het schip.
Lord Mersey beveelt eveneens een inter
nationale conferentie aan ter gemeenschap
pelijke regeling van voorschriften betreffende
de bemanning der schepen, de reddingsmid
delen en zoeklichten aan boord en do ver
andering van den koers by de aanwezigheid
van ys.
Het ongeluk te Binz.
Binz op Rügen is op het oogenblik de
meest gezochte mode- en kinderbadplaats van
de Bsrlyners. Er komen elk jaar meer dan
25.000 badgasten en Zondag oefende de plaats
een bijzondere aantrekking op de bewoners
van de omliggende steden en dorpen nit,
omdat de linie-schepen „Schlesien", „Hessen'',
„Preussen" en „Pommern" van het tweede
smaldeel van de vloot voor de volle zee er
voor anker lagen. Een groote menigte ver
drong zich, om de oorlogsschepen te bezich
tigen. Voortdurend voeren volle booten van
en-naar boord.
Tot handhaving van de orde waren be
halve de wachter van het hoofd on de twee
politie-agonten uit Binz een groot aantal
officieren en manschappen van de marine
opgecommandeerd. Niettemin drong de menigte
op het wandelhoofd steeds meer op, zoodat
de menschen aan hot uiterste einde van het
hoofd kwamen. Op dit oogonbük voer de
stoomboot „Kronprinz Wilhelm" met geweld
tegen don aanlegsteiger van het hoofd. Een
van de dikke balken bezweek en het uiteinde
van het hoofd boog door in het water. Allo
menschen die daar gestaan hadden, vielen
in zee. Van achteraf aan bleven do menschep,
die niet wisten wat er gebeurd was, maar
alleen kreten hoorden en daardoor nieuws
gierig waren geworden, opdringen. Zoo ge
beurde het, dat er ca het eerste ongeluk nog
tientallen van menschen in het water gedron
gen worden.
Dadelijk bogoo men alles te doen, om de
drenkelingen te redden. Do manschappen van
de vloot waren spoedig met barkassen en
roddingbooten op de plaats van het ongeluk.
Officieren en matrozen wedijverden in bet
ophalen van drenkelingen. Ook verscheideno
burgers hielpen mee. Gaandeweg slaagde
men eriD, om ongeveer 60 menschen, van
wie een groot aantal al uitgeput of buiten
westen waren, aan den wal te brengen. Vele
anderen konden zich zeiven redden.
In bet geheel zijn 14 menschen omgekomen.
Te Putbus is een moeder, die haar eenigen
zoon van zestien jaar by het ongeluk verlo
ren heeft, krankzinnig geworden.
New Yorksche politle-toestanden.
De inspecteur van politie Becker is wegens
den moord op don speelhuishouder Rosen-
thal gevangen genomen. De arrestatie had
plaats na de getuigenverklaring van een drie
tal spelers, die zich reeds oonigen tyd onder
beschuldiging van medeplichtigheid aan den
moord in heohtenis bevinden. De verklaringen
van deze lieden geven onthullingen over de
schandelijke toestanden, welke in het New-
Yorksche politiecorps bestaan. De belang
rijkste getuigenis word afgelegd door den
speler Rosé, die sedert lang reeds als tus-
schenpersoon dienst deed tusscben Becker
en de speelholbezitters, on de omkoopsom
men, welke deze lieden aan de politie be
taalden, in ontvangst nam. Het schijnt dat
Roaenthal in don laatsten tyd het der politie
al te lastig maakte en dreigde onthullingen
te zullen doeD. Becker achtte het daarom
gewenscht dat de man nit den weg word
geruimd en gaf dit aan verschillende der
spelers, onder wie ook Rose, te kennen.
Becker, die verklaarde groote macht te heb
ben, beloofde den liedon alle mogelyke be
scherming. Eerst echter schjjnen de schurken
nog geaarzeld te hebben cn Becker nam
toen zyn toevlucht tot bedreigingen: Als ge
den man Diet doodt, zoo zoide hy, zal n iets
gebenrenToen begrepen de spelers dat
het Becker ernst was en vol vrees voor den
politieinspecteur, die genoeg redouon zonde
kunnen vinden om hen te arresteoren, be
sloten ze Rosentbal uit den weg te rnimen,
om de vriendschap van don inspecteur niet
te verliezen. Roso ging op zoek naar ge
schikte lieden, die een aanval op Rosenthal
zouden moeten doen, on hy vond deze in
eenige leden van do rooverbonde van zekeren
Zelig. Rose en Vallon lokten RoBenlhal op
den nacht van den moord uit zyn woning,
de moordenaars wachtten hom op, volgden
hem naar het speelhol van Webber en dood
den hem hier. Becker bl\jft, zooals reeds
werd meegedeeld, alle schuld ontkennen.
Iets anders.
ZyNeen Frans, de jouwe kan ik niet
worden.
Hy: Dus je wysl me af?
Zy Neen, jij kunt wel de mjjne wordeo.
En de stomper deed het.
De Italiaansch-Torksche Oorlog.
De inval van de italiaansche torpedobooten
in de Dardanellen.
Toen de 5 torpjdnbooton met de «Vettor
Pisani" den 14den Juli Stampalia verlieten,
dacht men dat ze een hydrografisch onder
soek in de noordelijke Aegaeische Zee ging,n
Het was eerst de dag daarop, toen het
cskadertje in het water van Loros kwam,
dat de commandant Millo onthnldc, welke
stoute en wanhopige zending hua was toe
vertrouwd. Elke commandant ontving en
opende het enveloppe met geheime instruc
ties, orders voor de open z >e, die elk officier
gedurende den oorlog droomt te ontvangen,
omdat ze meestal een paar stropen en een
lanwortak insluiten.
Onbemerkt door hot eskader, brachten de
5 torpedobooten drie dagen door met geheim
zinnige oefeningen in een nauw kanaal, dat
uitstekend beschouwd kon worden alt het
tooneel voor een gonerale repetitie van bot
heldhaftige stnk, dat de inval in do Darda
nellen was. Het was natuurlijk 's nachts, als
do maan onder was, dat do koortsachtige
bezigheid van dat vreemde eskadertje begon.
De schepen wyzigden hnn oorlogstoilet
voor deze gelegonheid.
Alle overvloedige bovenbouw werd opge
offerd. De booten zagen er op laatst uit als
dryvende pontons. Maar terwyl bot over
vloedige werd afgeschaft, bouwde men achter
op het achterschip een rare pakkist, die als
laatste hoop voor redding moest dienen in
geval van zinken: het waren leege vaten,
hermetisch gesloten, waaraan steviglyk band-
vatsels waren gezet. Het leek zoo of elk
schip een deklast moedroeg; in werkelijk
heid waren het kleine houtvlotten, waaraan
zich de opvarenden zonden hebben vast
gegrepen als het schip zonk. Ze zoudon zich
hebbon laten gaan met don stroom, die in
de Dardanellen drie tot vier myl in het nur
bedraagt, hopende dat de stroom zoo vriende
lijk zou zyn om zo ongedeerd in de open
zee te brengen, dicht by den «Vettor Pisani",
die ongezien moest waohten b(j de monding.
De voorbereiding was nauwgezet; geeu
kleinigheid werd verwaarloosd. Op bevel
van den commandant was verboden een
enkele druppel sterkedrank mee te voeren
Op den dag van den 18den Juli oordeelde
de commandant Millo de voorboreiding vol
doende. H|j seinde toen draadlooB aan admi
raal Viale, verzoekend om den tocht dien
nacht te mogen doen. De commandant der
vloot antwoordde: «Gaat en dat het geluk
u bysta."
's Middags vertrok de «Vettor Pisani",
vergezeld door de 5 kleine naakte schepen,
naar het noorden.
Het was reeds nacht. De maan was al
een nur geleden ondergegaan toen het es-
kadertje van den «Vettor Pisani" afscheid
im.
De ingang tot de Dardanellen was iu zicht.
Geen enkel sohip was tot den versten einder
te bespeuren. Voor de poorten van do Dar
danellen, wien men geweld ging aandoen,
was er schijn noch schaduw van eenigen
Tnrksche torpedojager. Tenminste in dien
nacht hadden de Turkache torpedobooten
die fantastische booten, waarvan men zoo
vaak de verschijning buiten de engte heeft
aangekondigd, terw(jl nooit iemand er in
geslaagd is ze te ontdekken het niet veilig
geacht zich in open zee te wagon.
Alles was dus gunstig voor het avonlnur.
Om halt twaalf beval, van de brng der
Spica', de commandant Millo: «Vooruit
met 20 myl, in een rij.'
De vyf booton stoven beslist de openiug
der engte in. Van de «Vettor Pisani* af
volgden de officieren gespanoen de gewaagde
beweging; men zag de schepen vordwynen
achter het voorgebergte van Koem Kaleaai.
Het scheon wel of do deuren zich achter
hen gesloten hadden, de ashoopjes sluitend
in den helsclion val.
Een oogenblik later donderde het kanon
en een onafgebroken vuur word onderhouden
op de bootjes.
Tot tweemaal toe geraakte de .Spica' in
een stalen kabel verward.
By den tweeden hovigen sohok, die den
loop van de torpedoboot die voorop ging,
stopte, viel de heele bemanning plat neer,
maar stond onmiddellijk op. De torpedoboot
heeft een dikken staalkabel ontmoet en dien
doorgesneden, maar hot metalen koord heeft
zich in de linkerschroef verward en ver
hindert deze te wentelen. De positie is zeer
hachelyk en een snelle manoeuvre ia nood
zakelijk. De «Climene*, de «Centauro*, de
«Astorre* en de «Perseo' plotseling stil
houdend hoewel ze op korten afstand van
elkander varen, met volle snelheid, slagen
erin niet tegen elkander te stooten, wat de
koelbloedigheid bewyst der bemnuning. Op
het punt waar de kabel hing is de engte
slechts één myl breed. Gelukkig r\jzen de
oevers stjjl omhoog, zoodot de vyand niet
de kanonnen der torten kan gebrniken. Maar
h(j gaat met oen welgevosd geweervuur te
keer. De commandant Millo, xalm, ernstig,
niet achtend, te midden van zyn mannen,
het fluiten der kogels, overweegt den toe
stand en neemt raach een besluit. Veronder
stellend, dat andere staalkabels den weg
znllen versporren en bedenkend, dat het
eerste doel der operatieden vijand in
oogenschouw te nemen, bereikt is, en, dat
het waanzin zou -zijn om de vracht van den
tocht op de waagschaal te stellen, boveelt
by terug te koeree, te meer daar hij hoopt,
dat de Tnrksche vloot een vervolging zal
wagen.
Voortdurend onder het licht der sohyn-
werpers, slaagt de «Spica* die den boeg
een weinig verbogen heeft erin de linker
schroef te bevrijden, waarvan de bladen
verwricht zyn. Men begint den terugweg
in dezelfde orde als eerst. De «Spica* is
steeds voorop on doet wonderen niettegen
staande de upgoloopen averij gaat ze voort
24 m\jl te loopen. In do machinekamers is
do hitte verstikkend. Steeds vergezeld door
den hagel van projectielen, stooraen de vyf
torpedobooten naar den uitgang. De com
mandanten op hun bruggen, loeren rond om
te zien hoe de verdediging is georganiseerd,
wanneer do afwezigheid van kanonnen hen
veroorlooft om den oever te naderen. Even
voor den nitgang treft een projectiel de
Climene* even boven de waterlijn. De be
manning begroet dien vanrdoop met een
hoera
De torpedobooten zyn er uitde comman
danten kyken om, hopend èan vyandelyk
schip te tien verschijnen; maar het is een
ydele hoop. De sterke forten van Koem
Kalessi en Seddool Bar spuwen hun on
machtige woede uit, en stelleo zelfs hun
kanonnen van 306 in werking.
Nog een paar myl van geforceerde vaart
en alle gevaar is voorbij.
Kjjkju uit mijn wenster.
Vacantie-genot.
81 Jnli. De soboleu hebben vrij. Voor
onders met goed gespekte beurzen een prach
tige gelegenheid om een keuze te doen uit
de velerlei vacantie-genietingen. Ga naar
ons stationsomplacemont. Daar zie je ze nu
en dan bij hoopjes optrekken met koffers,
met rugzakken, met bergstokken, sommigen
als vormoeide stadsmenscbjes hunkerend
naar wat rust. In hun oogen lees jever
wachting van wat er in de wereld te koop
is. Zeker, hst is heel interessant wanneer je
later kan meepraten over de Brnsselsche
Groote Markt, over de Parysche boulevards,
over de Borlijnsche Unter den Linden
waar geen linden meer staan of over de
Londenscho city. Verandering van omgeving
doet goed. Ieder mensch heeft zoo af en toe
eens behoefte aan vorsche indrukken, aan
don omgang met vreemde personen. Wy zijn
geen Robinaon Crusoe, ons leven is zoo ver
bazend gecompliceerd dat afwisseling nood
zakelijk is. Nog eens vacantie is een schoon
ding voor hen die kannon profiteeren. Maar
maar wanneer we het peillood uitgooien
in de groote massa huismoeders, wier portc-
monnaien meestal leeg zjjn, dan meten wc
er volen, die gewoonweg met hun kinderen
opgeschoept zitten. Vooral in de laatste da
gen van regenstormen, geniepige valwinden,
vuile wolken, natte strateD, modderige steeg
jes en alobjea. De mannen merken het in
den regel niet zoo erg, doch de vrouwen
de vrouwen klagen dikwyls steen en boon
over de last en het verdriet van hun kroost,
jongens on meiden, die mismoedig mokken
en zeuren dat se nooit iets hebben, dat ze
de heele vacantie in huis moeten blyven, dat
iedereen wel eens uitgaat, enz. Je moet daar
van eens hooren in onze achterbuurten met
woouvortrekkon waarin heele families hun
leven moeten sljjten in een kamertje en
keuken, riekend naar armoede en walmende,
onsmakelijke geuren stiefmoederlijk be
deeld door zon, lnoht, licht en ruimte. Waar
het angstzweet soms uitbreekt op de gezichten
van moeders, dio met acht, tien, twaalf deug
nieten zijn gezegend.
Zoo scharrelde ik heden in een doolhofje
van ons oostelyk district, by kamerwoningen
met huisnummers2a, 2b, 2c, 2d, 2e, 21,
2g, 2b waar de menschen als ossen en
schapen hokken, wrakke, bedompte dingen,
met kleine rail-gele straatjes er langs, on
kenbaar door den groei van gras en onkruid.
Hier in een aantal gezinnenvueautie-genot!
Kinderen van elf en twaalf jaar, vry van
school, gaven aanschouwelijke staaltjes van
aibenlerij, stonden aan de waschtobbe, moesten
schrobbso, boenen, dweilen, poetsen, schuren
hard, zeer hard workeo. Vraag die eens
zelve, of ze de voorgestelde pret in deze
heerlijke dagen krygen! Nog méér: vacantie-
genot. Op een smerig stukje weido kort by,
vol modderplasjes, krullen en houtzaagsel,
kleuters uit „de eerste klas", mot kromme
beentjes, afzakkende broekjes en kousjes aan
hot ravotten, in gezelaohap van andore kin
dertjes, met peenkleurig en ravenzwart haar,
waarin do poetelige bandjes vlijtig graaiden,
een wilde bende in bedwang gehouden door
eenige slecht uitgegroeide meisjeB, die goor
en verdriotig en met tegenzin meededen,
terwyl kleine jongens, uit een zuinigheids
maatregel maar half gekleed, alleen in onder
goed en op bloote boenen, vochten als honden
en katten om de eentonigheid t© breken op
het speelterrein, waar jo elk oogenblik een
kwaad aardig w\jf zag toornen, slaan en stom
pen ten einde noodlottige feitjes te voorkomeu
in een regen vsn steenen, oude potten en
pannen, in het elkaar-afranselen met stokken
eo latten. Hier: vacantie-genot? Och, ooh!
Vraag die nijdigo moeders eens, hoe ze er
over denken! Eén verklaarde my ronduit:
in hnia en op straat is do jougd nu te véél.
Nee bet is wel een voorbeeld uit den
vreemde maar in Frankrijk en Zwitser
land laat men de kleintjes niet aan bun lot
over. Daar bestaan vereenlgingen, dio ten
doel hebben minvermogende schoolkinderen
racantie-genot te geven door uitstapjes naar
buiten te ondernemen. En in Denemarkeo,
is men er ook achter. Hier stelt zelfs do
marine een schoolschip beschikbaar voor
vacantio-reiajes, onder toezicht van ouder
wijzers en onderwijzeressen. Mooi zoo. Is
dit laatste niets voor ons De Helderscbo
jongens en meisjes overdag om beurt buiten
gaats, 's morgens uit en 'a avonds weer bin
nen, drie weken lang.
Wat geeft u voor zoo'n idéé
FEUILLETON.
vkij bkwkbkt doos axo.
29)
«Adolfl" riep liy ontzet. «Adolf, ben je
gewond f"
Maar Adolf antwoordde niet. Met bevende
hand tastte hy naar zyn hals. Daar in het
blanke, zachte vleesch was een hoekige
wonde te zien, waaruit langzaam een rood
gekleurd beekje vloeide: bloed. Over het
bleeke gelaat gin g een vreemd trekken en beven
«Adolf!" riep de baron in diepe smart,
terwyl hij de wonde met bevende vingers
trachtte te sluiten. «Adolf, doet het pijn
Hij wist niet meer, wat hy zei, hy was
zinneloos van schrik. «Adolfantwoord toch."
Adolf bleef zwijgen. Om zyn lippen trilde
het, de w\jd geopende oogen keken ham
verlangend aao, hij wilde spreken hy
kon niet meer. Glimlachen ken hy nog, eo
mot een laatsten glimlach op zyn lief gelaat
ontvlood z\jn reine kinderziel.
De oude man wist niet meer, wat er om
hem heen gebeurde. Hy had zich op don
grond geworpen en den stervenden knaap
in zyn armen gesloten. De eene hand had
hy op de wonde goperst. Het bloed stroom
de niet meer Adolf was dood.
Do oude builde als een wild dier. Met
zyn bevende handen betastte bij het teere
lichaampje. Het werd koud en stjjf, z(jn
Adolf was dood,
Het koude zweet stond hem op het voor
hoofd. Zyn gerimpeld gelaat vertrok zich in
naraelooze smart. Steeds vaster drnkte hy
don dooden knaap aan zyn hart, maar al
konder en kouder werd het arme slaohtoffor.
Langzaam was do zon aan den horizon
ondergegaan. En ginds in het Oosten kwam
plechtig de maan op. Met vaalblecken glans
zag ze neer op de mot sneeuw bedekte aarde.
Hel viel haar licht op de gelaatstrekken
van den dooden knaap. Van Dalsteren zag
tot haar op met zoo wilden blik, als nog
nimmer te voren. De dood had uit de trek
ken van zyn lieveling de jeugdige teerheid
weggenomen, ze waren ouder en scherper
geworden, het bleeke gelaat geleek nu op
dat van zyn moeder, toen zy in onmacht
was gevallen by de gedachte van haar kind,
haar grootsten schat te moeten scheiden.
En voor den geknielden man verzonk het
heden, en bet verleden stond plotseling voor
hem. «Freda!" stamelt hy en hot is hem to
moede, alsof zy het is, die hy in zyn armen
hondt. «Freda1"
En in zyn gedachten, die nog altyd in het
verleden vertoeven, duikt het op als een
sprookje; een schoone meisjesgestalte in al
de betoovering der eerste jengd. O, hoe had
hy haar lief gehad. Niet met dien roes des
jongelings maar met de kracht en innig
heid van den ervaren en gerypten man. Zy
vermoedde niet, dat onder den dekmantel
van een stomme, hofielyke vriendschap een
vunr van niet te blnsschen liofde brandde.
Hy verborg zyn gevoel, hopend op de toe
komst. Naturen, zooals de zyne, beminnen
slechts eenmaal on deze liefde wordt voor
hen tot oneindige vreugde of oneindige smart.
Hom word ze tot een levenslange pyu. Het
hart zijner geliefde koos een onwaardige
oen sehoonen, innemenden nietsdoener. De
liefde voor dezen man was haar grootste
macht en haar grootste zwakhoid geweest,
de eenige zwakheid van deze in zyn oogen
volmaakte vrouw. De oude steunde zacht. j
Hy weet ^ich nog als den dag van gisteren
voor te stellen, wat by toen aan den schoot
der vergetelheid heeft toevertrouwd wil
len toevertrouwen. Het gold oppassen, om
de geliefde te beschermen tegen het verderf,
dat haar aan de zjjde van dien nietswaardige
dreigde. Ach, en hy had het verderf toch
niet kunnen keeren. Toen zy vry kwam
door zyn plotselingen dood, werd haar ziekte
het beletsel, dat hem bleef scheiden van
haar. Zoo gebeurde het, dat uit den kraoh-
tigen man voor den tyd een grysaard werd.
«De oade" werd hy sinds dien genoemd,
«de oade", die zyn jong hart niet kon toonen
en die niet wist, waar hy den zwaren liefde-
last moest afwerpen. Toen was het een
kleine kinderhand geweest, die hem den weg
wees naar een ander paradys. Kon hy zyn
liefde voor de moeder niet toonoo, om
de liefde van het kind te verwerven wilde
hy alles doen. Oh, hoe lief hy den knaap
had gehad. Dezen knaap I
De sterke man schndde als een ontwor
telde boom heen en weor. Een windvlaag
voer door de kruinen der boomen, en deed
den baron als uit eon droom ontwaken. Hy
nam bet lyk van zyn lieveling in zyn armon
en met wankelendon tred en knikkonde
knieën droeg hy hem naar het kasteel.
Eén gedaahte nog was levendig in hem
Hoe zon hjj het haar zeggen Ja, boo
zou liy het haar zeggen?!
TWINTIGSTE HOOFDSTUK.
Mevrouw Yan Amoydc en Lona zaten in
het kleine, gezellige woonvertrek, dat be
haaglijk verwarmd was en door don soh(jn
der ondergaande zon werd belicht.
Lena had mevrouw voorgelezen. Nn legde
ze het boek in haar schoot. «Wanneer zou
hy terugkomen?" vroeg ze.
De jonge vrouw keek naar de klok.
Spoedig, hoop ik. De baron is Toorzichtig
en zal hem by deze koudo niet te lang
buiten laten."
Lena stond op en keok in den oven van
de kachel. «Wat braden de appels heerlyk,
die zullen hem wel amaken." Mevrouw keek
er ook naar, het wat echter te donker, s(j
kon ze niet meer herkennen.
•Nu zullen ze wel samen koffio drinken",
zei ze na een poos.
Lena stak de lamp aan on vroeg toen
«Zal ik je verder voorlezen, Freda
De jonge vronw schudde het hooft. «Neen",
zei ze, «ik ben er met myn aandacht toch
niet by, hy zal wel spoedig komen."
Een pauze trad in, en dan begon zy weer
«Eenige jaren kan ik hem gerust nog onder
Huysken's leiding laten. Later echter gaat
hy naar het gymnasium, dan ga ik mee.
Lach me niet uit, Lena, jo weet niet, wat
het zoggen wil, een oeoig kind to hebben.
En wat hindert het, of ik hier of ergens
andors ben, onder Noordhoeck's wys bestuur
zal het hier even goed gaan."
Lena glimlachte, maar zeide niets.
«Je kunt niet verlangen, dat ik my van
hem scheid", zei Freda bjjua smeekond.
«O", lachte Lena, «dat verlang ik ook
heelemaal niet. Ik dacht juist, hoe groot
moedorliofde wel kan ayn."
Na een nieuwe pauze merkte Lena op
«Je bónt zoo bleek, Freda, wat scheeltje?"
Mevrouw schudde het hoofd, en klaagde:
«Ach, het wordt me op eens zoo angstig te
moede. Stil, hoorde je niets
Lena luisterde scherp, doch hoorde niemendal.
«Je vorgiat je, Freda, het is niets."
Freda's oogen werden plotseling groot en star.
«Ik hoor sohreden", zeide se.
•Je hoort spoken", lachte Lena. «De pomp
zwengel knarst."
Plotseling sprong mevrouw op. Z\j, die
anders niet alleen kon gaan, was op eens
als een stormwind de deur uit en de trappen
afgeyld.
«Freda 1" riep Lena ontzet, toen zy de
zieke in de wintarkon naar buiten zag
vliegen en volgde haar haastig.
De maan stond hoog aan den hemel, het
was buiton zoo helder, als was bet klaar
dag. Daar kwam jnist op den hoek van den
weg een klein gezelschap aan. Twee kooch-
teu droegen ieta langs, donkers, met denne-
takken bedekt; rechts daarvan liep de baron,
bijna waggelend; dicht op zyn hielen volgde
zyn hond met den kop naar beneden.
Mevrouw snelde hen tegemoet. Zjj zag
niets niets dan den rooden doek, die over
de baar was uitgespreid. Met een rak trok
zy dien weg. Daar lag het Ijjk van haar
zoon, door de volle maan beschenen, de
kleine rechterhand in die van den baron,
juist, zooals zy zoo dikwijls samen waren
uitgegaao.
Ze zeide niets, ze schroouwde niet. Zjj
was voor de baar op de knieëo gezonken
en haar bovenljjf sloeg met zoo'n geweld
□eer op het lyk, dat dit door don stoot zich
verhief. Het was, alsof de doode knaap nog
eenmaal agn moeder wilde omhelsen.
Bewusteloos lag de moeder over het l(jk
van baar kind. Zaeht snikten de beide joDge
lieden, die de baar gedragen hadden, en in
den maneschijn leek de roodo doek op de
blanke sneeuw een groote bloedplas. Van
het kale geboomte voor het huis vloog kras
send een kraai. Was het dezelfde, voor wie
do knaap sgn leven had golaten
Mevrouw Van Ameyde was niet gestorren
na het verschrikkelijke, dat haar deze dag
had gebraoht, maar zeer zwaar ziek geworden.
Ook Lena dacht te zullen wegkwynen. Do
angst echter en de vrees voor mevronw's
leven riepen haar levensgeesten steeds weer
wakker.
Adolf was begraven. De deelname was
zeer groot geweest, de geheele omgeving
was tegenwoordig geweest om haar deel
neming in dit droevig verlies te betuigen.
Eén ontbrak slechts: z(jn moeder. Half
bewusteloos lag *y op het ziekbed. Eerst
langzaam keerde het bewnstsya terug en
tegelijk daarmee de smart.
Lena week niet van haar ayde. De dood
van den lieven knaap had haar ook zwaar
getroffen. Zij had echter nog één ding, dat
haar staande hield: de zorg om de moeder
in het leven te behouden.
Het waren bange uren, die tot dagen on
weken aangroeiden. Lena was nog zoo jong,
de smart om Adolf, de atryd om het leven
zijner moeder, de verantwoordelijkheid voor
alles, dreigde haar te verpletteren. Zonder
hulp had zy het niet kunnen dragen, zonder
het bewustzijn, dat een ander haar den last
mes hielp dragen.
(Wordl vervolgd).