KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor HeldorTexel, Wieringen en Anna Paulownam No. 4120 40»te Jaargang. LEVENSSTRIJD. Zaterdag 8 Augustus 1912. 't Vliegend Blaadje p. 3 m. 50 et, fr p. oost 75 ct., buitenland i 1.25 Pre- Zondagablad 374 45 f0.75 auënModeblad 65 i 75 f0.90 (Voor het bnitenland bij vooruitbetaling.) Advertentiëa tbji 1 tot 5 regel» (bq vooruitbetaling) 30 <-eat. Elke regel aaeerbi Bewqa-exemplaar 24 Vignetten en groote lettert wordea aaar plaatarnimte berekend Intaro.- lefoon BO. Wertohijnt Oinadag- en Vrijdagmiddag. Uitgever i C. DE BOER Jr. (v./l. BERKHOUT Co.), Helder. Bureaus Spoorstraat oa Koningstraat. Eerste Blad. •IEUWSBERICHTER. HELDER, 2 Augustus. Vereeniging van Nederlandsche Gezagvoerder» en Stuurlieden ter koopvaardij. Dece vereeniging, bestaande nit 1100 leden, welke over de geheele wereld verspreid zyD, heeft het plan opgevat, te Amsterdam een eigen gebonw op te richten. Voorwaar een grootsch plan, waardoor üiet weinig het aanzien der vereeniging naar voren zal treden. Het zul het eerste werkelijk krach tige bewys xijn van een invloedrijke orga nisatie. We gunnen deze vereeniging zoo van harte wat meer invloed in zake scheepvaartaange legenheden, omdat haar leden, zoo altijd staande tuaschen de belangen der reeders en die der mindere schepelingen, toch al vaak een tóó zwaren stryd te stryden hebben. Het is voor hen in vele gevallen zoo moeilük het juieto evenwicht te bewaren. De Naamlooze Vennootschap >Neptunns<, Maatschappij tot bouwen en exploiteeren vaa huizen, welke de vereeniging tot het verkrygen van een eigen gebouw weDScht op te richteD, heeft hiorvoor f 100.000 noodig, die gemak kelijk gefourneerd kunnen wordon door de leden, aangezien de aandeelen zullen zyn i 100, en het nemen van een aandeel dus binnen veler leden bereik ligt. Wy wenschen onze Nieuwedieper zonen in Oost en West op te wekken, vooral niet by hun medeleden achter te blijven in het nemen van één of meer aandeelen, opdat vele steentjes middels hen zullen worden bijge dragen tot het fundament. Haast U eu val een inschryvingsbiljet in, wat te verkrygen is by Kantoor der ver eeniging, R-jkin S0, AmsterdamTh. Leh- manD, Maaskado O.-Z. 15b, RotterdamB. Koens, Stoomv.-My. «Zeeland*, Vlissingen J. C. Becker, N.-Brugstraat 2, Helder H. C. Ykema, Nieuwelaan 5, Salemba, Batavia; A. ten Have, Peloran (Pavillon Mevr. v. Valkenburg) Samarang, en J. H. Stal, Anglo Saxon, Petr. My. Singapore. Postduiven-Ver. „Hollands Noordpunt" te den Helder. Bovengenoemde vereeniging hield onder staande wedvluchten 6 Juli wedvlucht met oude duiven van uit Bordeaux. Afstand ruim 1000 K.M. 7 deel nemende duiven. Gelost om 5 u. 30 m. mot mooi weer en Z.O. wind. Ie prys Joh. Darp- horn. Zondag 7 Juli 's middags 1 u. 4 m. 19 sec. Van de seven duiven keerde alleen deze terug en er zullen zeer weinig duiven in Nederland >ijn (lie grooter afstand hebben afgelegd. 21 Juli wedvlucht met jonge duiven van uit Namen (België). Afstand 280 K.M. 12 deelnemende duiven. Gelost met mooi weer en Z.O. wind. Van de 12 duiven keerde alleen 1 van den heer H. Boon denzelfden dag terng om 6 u. 47 m. 44 sec. en won dien ten gevolgen den Ion prys. Den volgonden dag kwamen nog enkelen thuis. Werden met de vlucht op 14 Juli groote verliezen geleden, deze vlucht kan als geheel mislukt beschouwd worden. 28 Jnli wedvlucht met jonge duiven van uit Jemelle (België). Afstand 380 K.M. 7 in concours. Gelost met goed weer en Z.W. wind. De prijzen werden als volgt behaald le pr. T. F. J. Goosen, om 1 u. 6 m. 48 sec. 2e pr. H. Boon, 1 u. 13 m. 24 sec. Se pr. H. J. Holtz, 1 u. 26 m. 15 sec. 4e pr. H. Boon, ln. 36 m. 14 sec. 5e pr. idem, 2 u. 4 m. 29 sec. Alle dniven keerden op hnn hok terug zoodat deze vlucht een gunstig verloop had. Onderofficieren. Omtrent de plannen van den minister van oorlog betreflende de poBitie verbetering van do onderofficieren verneemt de «Asser Ct." het volgende 1. De dagelykache soldyen en verdere vergoedingen zullen worden omgezet injaar- lyksche tractementen, waarbij de bezoldingen voor de verschillende wapens gelyk zullen s\jn. Geen verhooging van deze wedde zal worden toegekend voor het bekleeden van ren zeker aantal jaren van de verschillende rangen, zooals thans het geval is. Even als voor de officieren znllen periodieke verhoogingen worden toegekend in den rang van adjudant-onderofficier, sergeant-majoor en sergeant, waarby evonwel niet in aan merking komt het aantal jaren doorgebracht in een van de hiergenoemde rangen, doch uitsluitend het aantal dienstjaren als onder officier. Deze periodieke verhoogingen zullen worden toegekendaan sergeanton (wacht meesters; zh 8, 6, 9 en 12 jaren dienst als onderofficieraan sergeanten-majoor (opper wachtmeesters), administrateur en instructeur nk 12, 15 en 18 jaar dienst als onderofficier aan adjudanten onderofficier nh 20, 21, en 24 jaar dienst als onderofficier; aan de ge huwde onderofficieren zal huisvesting worden verleend óf in een rykswoning óf vergoeding voor woDinghnor worden toegekend. Een en ander zal vermoedelijk op l Juli 1913 in werking treden. 2. De rangen van vaandeldrager en ser- goanten le klasse komen te vervallen. 8. Verder wordt overwogen by inkrimping van het aantal beroeps-luitenants tot één per compaguie, deze plaats te doen vervullen door een onderluitenant, zoodat dus voor den practischen dienst per compagnie zon worden beschikt over één luitenant, één onderluite nant en één sergeant-majoor-instructenr, be nevens de noodige sergeanten en korporaals- Deze eventueel nieuw in te voeren rang zou na een twee-jarigen cnrsus met vrucht gevolgd te hebben, zoowel voor adjudanten- onderofficieren, sergeant-majoor-administra teurs cn instructeurs bereikbaar zyn. 4. De bevordering in de hoogere onder officiers -rangen zal niet meer korpsgewyze, doch over het geheele wapen geschieden. 5. Do standpensioenen zullen worden ver hoogd en in verhouding worden gebracht tot de voorgestelde jaarwedde. Een schot door een hond gelost. Twee jongelni gingen Dinsdag te Hoog- carspel per schuitje op de jacht. Daar het hun nog wat vroeg was, stapten ze uit, terwyl de hond in het schuitje de wacht bleef houden by het geweer. Plotseling knalde een schot, dat een der beide jongelni in den rug trof. De vermoedelijke oorzaak is, dat de hond op den trekker van *t geweer getrapt heeft, waardoor het schot afgiug. Door den genees heer zyn veertien hagelkorrels verwijderd uit den rag van den getroffene, wiens toestand bedenkelijk is. Kranige redding. Maandag jJ. beklom de ingenieur van Goeten, een Belg vau geboorte, met zyn 22-jarigo zuster en den heer Lombardier, den zoon van den directeur dor fabriek, waaraan hy werkzaam is, een berg van de Belle-Donne groep in Dauphiné, Te 2 uur 's middags toeu bet gezelschap op den terug tocht was, gleed mej. Van Goeten nit en zon in den afgrond gestort zyn, wanneer haar broeder haar op het laatste oogenblik niet joist aan den rand van den afgrond by haar rokken had vastgegrepen. Hy kon haar echter niet uit haar gevaarlijke positie verlossen, zij hing n.1. halverwege in den afgrond tegen een boomstronk aan. De heer Lombardier begaf zich, toen ook zyn pogingen om het meisje weder op vas ten grond te krygen, mislukt waren, naar Reval, op drie uur afstand», om van daar hulp te halen en de ingenieur bleef gebukt liggen over de rots heen en hield krampach tig zyn zuster by hare kleederen vast. Te 10 uur 's avonds keerde Lombardier eindelyk met eenige mannen terug en word het arme meisje nit haar benarde positie verlost. Zy werd per brancard naar Reval overgebracht en verkeert thans in levensge vaar. Men vreest voor eeD schedelbreuk. Ook do broeder, die gedurende acht bango uren met de kracht der wanhoop, zyn zuster voor den noodlottigen val wist te behoeden, is in gevaarlijken toestand in het ziekenhuis opgenomen. Groenten- en vruchtenteelt In Pruisen. Berlyn, 30 Juli. Het «Berl. Tageblatl" verneemt, dat in de Pruisische begrooting voor 1918 ruimer middelen aangevraagd zullen worden ter bevordering van de groenten- en vruchtenteelt door een systematische aan planting, en wel met de bedoeling het hoofd te kannen bieden aan de buitenlandache con currentie. In 1911 is aan vruchten voor 60 millioen, aan groente voor de 46 millioen mark ingevoerd. Het grootste deel vaa het ingevoerde komt uit Italië en Nederland. Op de begrooting van dit jaar is slechts 225,000 Mark uitgetrokken ter bevordering van de groenten- en vruchtenteelt. Wie zal het winnen? Een koopman te Berlyn heeft van oen dokter te Charlottenburg voor geneeskundige behandeling een rekening van 44,600 mk. ontvangen. De dokter brengt o.a. een aantal nachtwaken en keer en, dat hy in hot huis van den patiënt hoeft geslapou, in rekening; voor elke maal, dat hy ter wille van zyn patiënt een reis heeft afgebroken, verlangt hy 1000 mk. enz. De patiënt, van wien de dokter een bloedverwant is, biedt 4000 mk. aan. De rechter zal nu uitmakon, hoeveel den dokter toekomt. De kiesrechtvrouwen. Een fotograaf te Londen heeft vijftien pond schadevergoeding geëisrht van don heer en mevrouw Pethic Lawrence en mevrouw Pank- hurst, als de leiders van het komplot, dat gevoerd heeft tot het inslaan van rui ten door kiesrecht vrouwen op 1 Maart. By hem had een juffrouw Swaine de ruiten inge gooid. De drie gedaagden waren niet ter terechtzitting verschenen en waren ook niet vertegenwoordigd. De eiach werd toogewezeu. Als alle benadeelden die drie leiders aldus aanspreken kan het hun dnur te staan komen. In dit eeno geval werden zy ook in de kosten van het geding veroordeeld. Het Titanic-onderzoek. Londen, 30 Jnli. Lord Morsey zegt in *ijn uitspraak, dat de omstandigheden hem over tuigden, dat het schip, dut door do «Cali- foruian" werd gezien, de «Titanic" was. De nacht was helder, de zee kalm. Indien de Californian" toen zy de vuurpijlen zag, door het ys was gestoomd, zooals zy had kunnen doen zonder ernstig gevaar, zouden zy vele, wellicht alle levens hebben kunnen redden. Het hof beveelt verder de verbetering der waterdichte schotten in do schepen aan, en adviseert den Board of Trade bevoegdheid te geven overlegging te eischen van alle teekecingen en by zonderheden van een schip tydenB den aanbouw. De voorziening dor Bchepen met reddingbooten en vlotten moet in overeenstemming zyn met het aantal per sonen aan boord, niet geregeld worden naar den tonneninhoud vau het schip. Lord Mersey beveelt eveneens een inter nationale conferentie aan ter gemeenschap pelijke regeling van voorschriften betreffende de bemanning der schepen, de reddingsmid delen en zoeklichten aan boord en do ver andering van den koers by de aanwezigheid van ys. Het ongeluk te Binz. Binz op Rügen is op het oogenblik de meest gezochte mode- en kinderbadplaats van de Bsrlyners. Er komen elk jaar meer dan 25.000 badgasten en Zondag oefende de plaats een bijzondere aantrekking op de bewoners van de omliggende steden en dorpen nit, omdat de linie-schepen „Schlesien", „Hessen'', „Preussen" en „Pommern" van het tweede smaldeel van de vloot voor de volle zee er voor anker lagen. Een groote menigte ver drong zich, om de oorlogsschepen te bezich tigen. Voortdurend voeren volle booten van en-naar boord. Tot handhaving van de orde waren be halve de wachter van het hoofd on de twee politie-agonten uit Binz een groot aantal officieren en manschappen van de marine opgecommandeerd. Niettemin drong de menigte op het wandelhoofd steeds meer op, zoodat de menschen aan hot uiterste einde van het hoofd kwamen. Op dit oogonbük voer de stoomboot „Kronprinz Wilhelm" met geweld tegen don aanlegsteiger van het hoofd. Een van de dikke balken bezweek en het uiteinde van het hoofd boog door in het water. Allo menschen die daar gestaan hadden, vielen in zee. Van achteraf aan bleven do menschep, die niet wisten wat er gebeurd was, maar alleen kreten hoorden en daardoor nieuws gierig waren geworden, opdringen. Zoo ge beurde het, dat er ca het eerste ongeluk nog tientallen van menschen in het water gedron gen worden. Dadelijk bogoo men alles te doen, om de drenkelingen te redden. Do manschappen van de vloot waren spoedig met barkassen en roddingbooten op de plaats van het ongeluk. Officieren en matrozen wedijverden in bet ophalen van drenkelingen. Ook verscheideno burgers hielpen mee. Gaandeweg slaagde men eriD, om ongeveer 60 menschen, van wie een groot aantal al uitgeput of buiten westen waren, aan den wal te brengen. Vele anderen konden zich zeiven redden. In bet geheel zijn 14 menschen omgekomen. Te Putbus is een moeder, die haar eenigen zoon van zestien jaar by het ongeluk verlo ren heeft, krankzinnig geworden. New Yorksche politle-toestanden. De inspecteur van politie Becker is wegens den moord op don speelhuishouder Rosen- thal gevangen genomen. De arrestatie had plaats na de getuigenverklaring van een drie tal spelers, die zich reeds oonigen tyd onder beschuldiging van medeplichtigheid aan den moord in heohtenis bevinden. De verklaringen van deze lieden geven onthullingen over de schandelijke toestanden, welke in het New- Yorksche politiecorps bestaan. De belang rijkste getuigenis word afgelegd door den speler Rosé, die sedert lang reeds als tus- schenpersoon dienst deed tusscben Becker en de speelholbezitters, on de omkoopsom men, welke deze lieden aan de politie be taalden, in ontvangst nam. Het schijnt dat Roaenthal in don laatsten tyd het der politie al te lastig maakte en dreigde onthullingen te zullen doeD. Becker achtte het daarom gewenscht dat de man nit den weg word geruimd en gaf dit aan verschillende der spelers, onder wie ook Rose, te kennen. Becker, die verklaarde groote macht te heb ben, beloofde den liedon alle mogelyke be scherming. Eerst echter schjjnen de schurken nog geaarzeld te hebben cn Becker nam toen zyn toevlucht tot bedreigingen: Als ge den man Diet doodt, zoo zoide hy, zal n iets gebenrenToen begrepen de spelers dat het Becker ernst was en vol vrees voor den politieinspecteur, die genoeg redouon zonde kunnen vinden om hen te arresteoren, be sloten ze Rosentbal uit den weg te rnimen, om de vriendschap van don inspecteur niet te verliezen. Roso ging op zoek naar ge schikte lieden, die een aanval op Rosenthal zouden moeten doen, on hy vond deze in eenige leden van do rooverbonde van zekeren Zelig. Rose en Vallon lokten RoBenlhal op den nacht van den moord uit zyn woning, de moordenaars wachtten hom op, volgden hem naar het speelhol van Webber en dood den hem hier. Becker bl\jft, zooals reeds werd meegedeeld, alle schuld ontkennen. Iets anders. ZyNeen Frans, de jouwe kan ik niet worden. Hy: Dus je wysl me af? Zy Neen, jij kunt wel de mjjne wordeo. En de stomper deed het. De Italiaansch-Torksche Oorlog. De inval van de italiaansche torpedobooten in de Dardanellen. Toen de 5 torpjdnbooton met de «Vettor Pisani" den 14den Juli Stampalia verlieten, dacht men dat ze een hydrografisch onder soek in de noordelijke Aegaeische Zee ging,n Het was eerst de dag daarop, toen het cskadertje in het water van Loros kwam, dat de commandant Millo onthnldc, welke stoute en wanhopige zending hua was toe vertrouwd. Elke commandant ontving en opende het enveloppe met geheime instruc ties, orders voor de open z >e, die elk officier gedurende den oorlog droomt te ontvangen, omdat ze meestal een paar stropen en een lanwortak insluiten. Onbemerkt door hot eskader, brachten de 5 torpedobooten drie dagen door met geheim zinnige oefeningen in een nauw kanaal, dat uitstekend beschouwd kon worden alt het tooneel voor een gonerale repetitie van bot heldhaftige stnk, dat de inval in do Darda nellen was. Het was natuurlijk 's nachts, als do maan onder was, dat do koortsachtige bezigheid van dat vreemde eskadertje begon. De schepen wyzigden hnn oorlogstoilet voor deze gelegonheid. Alle overvloedige bovenbouw werd opge offerd. De booten zagen er op laatst uit als dryvende pontons. Maar terwyl bot over vloedige werd afgeschaft, bouwde men achter op het achterschip een rare pakkist, die als laatste hoop voor redding moest dienen in geval van zinken: het waren leege vaten, hermetisch gesloten, waaraan steviglyk band- vatsels waren gezet. Het leek zoo of elk schip een deklast moedroeg; in werkelijk heid waren het kleine houtvlotten, waaraan zich de opvarenden zonden hebben vast gegrepen als het schip zonk. Ze zoudon zich hebbon laten gaan met don stroom, die in de Dardanellen drie tot vier myl in het nur bedraagt, hopende dat de stroom zoo vriende lijk zou zyn om zo ongedeerd in de open zee te brengen, dicht by den «Vettor Pisani", die ongezien moest waohten b(j de monding. De voorbereiding was nauwgezet; geeu kleinigheid werd verwaarloosd. Op bevel van den commandant was verboden een enkele druppel sterkedrank mee te voeren Op den dag van den 18den Juli oordeelde de commandant Millo de voorboreiding vol doende. H|j seinde toen draadlooB aan admi raal Viale, verzoekend om den tocht dien nacht te mogen doen. De commandant der vloot antwoordde: «Gaat en dat het geluk u bysta." 's Middags vertrok de «Vettor Pisani", vergezeld door de 5 kleine naakte schepen, naar het noorden. Het was reeds nacht. De maan was al een nur geleden ondergegaan toen het es- kadertje van den «Vettor Pisani" afscheid im. De ingang tot de Dardanellen was iu zicht. Geen enkel sohip was tot den versten einder te bespeuren. Voor de poorten van do Dar danellen, wien men geweld ging aandoen, was er schijn noch schaduw van eenigen Tnrksche torpedojager. Tenminste in dien nacht hadden de Turkache torpedobooten die fantastische booten, waarvan men zoo vaak de verschijning buiten de engte heeft aangekondigd, terw(jl nooit iemand er in geslaagd is ze te ontdekken het niet veilig geacht zich in open zee te wagon. Alles was dus gunstig voor het avonlnur. Om halt twaalf beval, van de brng der Spica', de commandant Millo: «Vooruit met 20 myl, in een rij.' De vyf booton stoven beslist de openiug der engte in. Van de «Vettor Pisani* af volgden de officieren gespanoen de gewaagde beweging; men zag de schepen vordwynen achter het voorgebergte van Koem Kaleaai. Het scheon wel of do deuren zich achter hen gesloten hadden, de ashoopjes sluitend in den helsclion val. Een oogenblik later donderde het kanon en een onafgebroken vuur word onderhouden op de bootjes. Tot tweemaal toe geraakte de .Spica' in een stalen kabel verward. By den tweeden hovigen sohok, die den loop van de torpedoboot die voorop ging, stopte, viel de heele bemanning plat neer, maar stond onmiddellijk op. De torpedoboot heeft een dikken staalkabel ontmoet en dien doorgesneden, maar hot metalen koord heeft zich in de linkerschroef verward en ver hindert deze te wentelen. De positie is zeer hachelyk en een snelle manoeuvre ia nood zakelijk. De «Climene*, de «Centauro*, de «Astorre* en de «Perseo' plotseling stil houdend hoewel ze op korten afstand van elkander varen, met volle snelheid, slagen erin niet tegen elkander te stooten, wat de koelbloedigheid bewyst der bemnuning. Op het punt waar de kabel hing is de engte slechts één myl breed. Gelukkig r\jzen de oevers stjjl omhoog, zoodot de vyand niet de kanonnen der torten kan gebrniken. Maar h(j gaat met oen welgevosd geweervuur te keer. De commandant Millo, xalm, ernstig, niet achtend, te midden van zyn mannen, het fluiten der kogels, overweegt den toe stand en neemt raach een besluit. Veronder stellend, dat andere staalkabels den weg znllen versporren en bedenkend, dat het eerste doel der operatieden vijand in oogenschouw te nemen, bereikt is, en, dat het waanzin zou -zijn om de vracht van den tocht op de waagschaal te stellen, boveelt by terug te koeree, te meer daar hij hoopt, dat de Tnrksche vloot een vervolging zal wagen. Voortdurend onder het licht der sohyn- werpers, slaagt de «Spica* die den boeg een weinig verbogen heeft erin de linker schroef te bevrijden, waarvan de bladen verwricht zyn. Men begint den terugweg in dezelfde orde als eerst. De «Spica* is steeds voorop on doet wonderen niettegen staande de upgoloopen averij gaat ze voort 24 m\jl te loopen. In do machinekamers is do hitte verstikkend. Steeds vergezeld door den hagel van projectielen, stooraen de vyf torpedobooten naar den uitgang. De com mandanten op hun bruggen, loeren rond om te zien hoe de verdediging is georganiseerd, wanneer do afwezigheid van kanonnen hen veroorlooft om den oever te naderen. Even voor den nitgang treft een projectiel de Climene* even boven de waterlijn. De be manning begroet dien vanrdoop met een hoera De torpedobooten zyn er uitde comman danten kyken om, hopend èan vyandelyk schip te tien verschijnen; maar het is een ydele hoop. De sterke forten van Koem Kalessi en Seddool Bar spuwen hun on machtige woede uit, en stelleo zelfs hun kanonnen van 306 in werking. Nog een paar myl van geforceerde vaart en alle gevaar is voorbij. Kjjkju uit mijn wenster. Vacantie-genot. 81 Jnli. De soboleu hebben vrij. Voor onders met goed gespekte beurzen een prach tige gelegenheid om een keuze te doen uit de velerlei vacantie-genietingen. Ga naar ons stationsomplacemont. Daar zie je ze nu en dan bij hoopjes optrekken met koffers, met rugzakken, met bergstokken, sommigen als vormoeide stadsmenscbjes hunkerend naar wat rust. In hun oogen lees jever wachting van wat er in de wereld te koop is. Zeker, hst is heel interessant wanneer je later kan meepraten over de Brnsselsche Groote Markt, over de Parysche boulevards, over de Borlijnsche Unter den Linden waar geen linden meer staan of over de Londenscho city. Verandering van omgeving doet goed. Ieder mensch heeft zoo af en toe eens behoefte aan vorsche indrukken, aan don omgang met vreemde personen. Wy zijn geen Robinaon Crusoe, ons leven is zoo ver bazend gecompliceerd dat afwisseling nood zakelijk is. Nog eens vacantie is een schoon ding voor hen die kannon profiteeren. Maar maar wanneer we het peillood uitgooien in de groote massa huismoeders, wier portc- monnaien meestal leeg zjjn, dan meten wc er volen, die gewoonweg met hun kinderen opgeschoept zitten. Vooral in de laatste da gen van regenstormen, geniepige valwinden, vuile wolken, natte strateD, modderige steeg jes en alobjea. De mannen merken het in den regel niet zoo erg, doch de vrouwen de vrouwen klagen dikwyls steen en boon over de last en het verdriet van hun kroost, jongens on meiden, die mismoedig mokken en zeuren dat se nooit iets hebben, dat ze de heele vacantie in huis moeten blyven, dat iedereen wel eens uitgaat, enz. Je moet daar van eens hooren in onze achterbuurten met woouvortrekkon waarin heele families hun leven moeten sljjten in een kamertje en keuken, riekend naar armoede en walmende, onsmakelijke geuren stiefmoederlijk be deeld door zon, lnoht, licht en ruimte. Waar het angstzweet soms uitbreekt op de gezichten van moeders, dio met acht, tien, twaalf deug nieten zijn gezegend. Zoo scharrelde ik heden in een doolhofje van ons oostelyk district, by kamerwoningen met huisnummers2a, 2b, 2c, 2d, 2e, 21, 2g, 2b waar de menschen als ossen en schapen hokken, wrakke, bedompte dingen, met kleine rail-gele straatjes er langs, on kenbaar door den groei van gras en onkruid. Hier in een aantal gezinnenvueautie-genot! Kinderen van elf en twaalf jaar, vry van school, gaven aanschouwelijke staaltjes van aibenlerij, stonden aan de waschtobbe, moesten schrobbso, boenen, dweilen, poetsen, schuren hard, zeer hard workeo. Vraag die eens zelve, of ze de voorgestelde pret in deze heerlijke dagen krygen! Nog méér: vacantie- genot. Op een smerig stukje weido kort by, vol modderplasjes, krullen en houtzaagsel, kleuters uit „de eerste klas", mot kromme beentjes, afzakkende broekjes en kousjes aan hot ravotten, in gezelaohap van andore kin dertjes, met peenkleurig en ravenzwart haar, waarin do poetelige bandjes vlijtig graaiden, een wilde bende in bedwang gehouden door eenige slecht uitgegroeide meisjeB, die goor en verdriotig en met tegenzin meededen, terwyl kleine jongens, uit een zuinigheids maatregel maar half gekleed, alleen in onder goed en op bloote boenen, vochten als honden en katten om de eentonigheid t© breken op het speelterrein, waar jo elk oogenblik een kwaad aardig w\jf zag toornen, slaan en stom pen ten einde noodlottige feitjes te voorkomeu in een regen vsn steenen, oude potten en pannen, in het elkaar-afranselen met stokken eo latten. Hier: vacantie-genot? Och, ooh! Vraag die nijdigo moeders eens, hoe ze er over denken! Eén verklaarde my ronduit: in hnia en op straat is do jougd nu te véél. Nee bet is wel een voorbeeld uit den vreemde maar in Frankrijk en Zwitser land laat men de kleintjes niet aan bun lot over. Daar bestaan vereenlgingen, dio ten doel hebben minvermogende schoolkinderen racantie-genot te geven door uitstapjes naar buiten te ondernemen. En in Denemarkeo, is men er ook achter. Hier stelt zelfs do marine een schoolschip beschikbaar voor vacantio-reiajes, onder toezicht van ouder wijzers en onderwijzeressen. Mooi zoo. Is dit laatste niets voor ons De Helderscbo jongens en meisjes overdag om beurt buiten gaats, 's morgens uit en 'a avonds weer bin nen, drie weken lang. Wat geeft u voor zoo'n idéé FEUILLETON. vkij bkwkbkt doos axo. 29) «Adolfl" riep liy ontzet. «Adolf, ben je gewond f" Maar Adolf antwoordde niet. Met bevende hand tastte hy naar zyn hals. Daar in het blanke, zachte vleesch was een hoekige wonde te zien, waaruit langzaam een rood gekleurd beekje vloeide: bloed. Over het bleeke gelaat gin g een vreemd trekken en beven «Adolf!" riep de baron in diepe smart, terwyl hij de wonde met bevende vingers trachtte te sluiten. «Adolf, doet het pijn Hij wist niet meer, wat hy zei, hy was zinneloos van schrik. «Adolfantwoord toch." Adolf bleef zwijgen. Om zyn lippen trilde het, de w\jd geopende oogen keken ham verlangend aao, hij wilde spreken hy kon niet meer. Glimlachen ken hy nog, eo mot een laatsten glimlach op zyn lief gelaat ontvlood z\jn reine kinderziel. De oude man wist niet meer, wat er om hem heen gebeurde. Hy had zich op don grond geworpen en den stervenden knaap in zyn armen gesloten. De eene hand had hy op de wonde goperst. Het bloed stroom de niet meer Adolf was dood. Do oude builde als een wild dier. Met zyn bevende handen betastte bij het teere lichaampje. Het werd koud en stjjf, z(jn Adolf was dood, Het koude zweet stond hem op het voor hoofd. Zyn gerimpeld gelaat vertrok zich in naraelooze smart. Steeds vaster drnkte hy don dooden knaap aan zyn hart, maar al konder en kouder werd het arme slaohtoffor. Langzaam was do zon aan den horizon ondergegaan. En ginds in het Oosten kwam plechtig de maan op. Met vaalblecken glans zag ze neer op de mot sneeuw bedekte aarde. Hel viel haar licht op de gelaatstrekken van den dooden knaap. Van Dalsteren zag tot haar op met zoo wilden blik, als nog nimmer te voren. De dood had uit de trek ken van zyn lieveling de jeugdige teerheid weggenomen, ze waren ouder en scherper geworden, het bleeke gelaat geleek nu op dat van zyn moeder, toen zy in onmacht was gevallen by de gedachte van haar kind, haar grootsten schat te moeten scheiden. En voor den geknielden man verzonk het heden, en bet verleden stond plotseling voor hem. «Freda!" stamelt hy en hot is hem to moede, alsof zy het is, die hy in zyn armen hondt. «Freda1" En in zyn gedachten, die nog altyd in het verleden vertoeven, duikt het op als een sprookje; een schoone meisjesgestalte in al de betoovering der eerste jengd. O, hoe had hy haar lief gehad. Niet met dien roes des jongelings maar met de kracht en innig heid van den ervaren en gerypten man. Zy vermoedde niet, dat onder den dekmantel van een stomme, hofielyke vriendschap een vunr van niet te blnsschen liofde brandde. Hy verborg zyn gevoel, hopend op de toe komst. Naturen, zooals de zyne, beminnen slechts eenmaal on deze liefde wordt voor hen tot oneindige vreugde of oneindige smart. Hom word ze tot een levenslange pyu. Het hart zijner geliefde koos een onwaardige oen sehoonen, innemenden nietsdoener. De liefde voor dezen man was haar grootste macht en haar grootste zwakhoid geweest, de eenige zwakheid van deze in zyn oogen volmaakte vrouw. De oude steunde zacht. j Hy weet ^ich nog als den dag van gisteren voor te stellen, wat by toen aan den schoot der vergetelheid heeft toevertrouwd wil len toevertrouwen. Het gold oppassen, om de geliefde te beschermen tegen het verderf, dat haar aan de zjjde van dien nietswaardige dreigde. Ach, en hy had het verderf toch niet kunnen keeren. Toen zy vry kwam door zyn plotselingen dood, werd haar ziekte het beletsel, dat hem bleef scheiden van haar. Zoo gebeurde het, dat uit den kraoh- tigen man voor den tyd een grysaard werd. «De oade" werd hy sinds dien genoemd, «de oade", die zyn jong hart niet kon toonen en die niet wist, waar hy den zwaren liefde- last moest afwerpen. Toen was het een kleine kinderhand geweest, die hem den weg wees naar een ander paradys. Kon hy zyn liefde voor de moeder niet toonoo, om de liefde van het kind te verwerven wilde hy alles doen. Oh, hoe lief hy den knaap had gehad. Dezen knaap I De sterke man schndde als een ontwor telde boom heen en weor. Een windvlaag voer door de kruinen der boomen, en deed den baron als uit eon droom ontwaken. Hy nam bet lyk van zyn lieveling in zyn armon en met wankelendon tred en knikkonde knieën droeg hy hem naar het kasteel. Eén gedaahte nog was levendig in hem Hoe zon hjj het haar zeggen Ja, boo zou liy het haar zeggen?! TWINTIGSTE HOOFDSTUK. Mevrouw Yan Amoydc en Lona zaten in het kleine, gezellige woonvertrek, dat be haaglijk verwarmd was en door don soh(jn der ondergaande zon werd belicht. Lena had mevrouw voorgelezen. Nn legde ze het boek in haar schoot. «Wanneer zou hy terugkomen?" vroeg ze. De jonge vrouw keek naar de klok. Spoedig, hoop ik. De baron is Toorzichtig en zal hem by deze koudo niet te lang buiten laten." Lena stond op en keok in den oven van de kachel. «Wat braden de appels heerlyk, die zullen hem wel amaken." Mevrouw keek er ook naar, het wat echter te donker, s(j kon ze niet meer herkennen. •Nu zullen ze wel samen koffio drinken", zei ze na een poos. Lena stak de lamp aan on vroeg toen «Zal ik je verder voorlezen, Freda De jonge vronw schudde het hooft. «Neen", zei ze, «ik ben er met myn aandacht toch niet by, hy zal wel spoedig komen." Een pauze trad in, en dan begon zy weer «Eenige jaren kan ik hem gerust nog onder Huysken's leiding laten. Later echter gaat hy naar het gymnasium, dan ga ik mee. Lach me niet uit, Lena, jo weet niet, wat het zoggen wil, een oeoig kind to hebben. En wat hindert het, of ik hier of ergens andors ben, onder Noordhoeck's wys bestuur zal het hier even goed gaan." Lena glimlachte, maar zeide niets. «Je kunt niet verlangen, dat ik my van hem scheid", zei Freda bjjua smeekond. «O", lachte Lena, «dat verlang ik ook heelemaal niet. Ik dacht juist, hoe groot moedorliofde wel kan ayn." Na een nieuwe pauze merkte Lena op «Je bónt zoo bleek, Freda, wat scheeltje?" Mevrouw schudde het hoofd, en klaagde: «Ach, het wordt me op eens zoo angstig te moede. Stil, hoorde je niets Lena luisterde scherp, doch hoorde niemendal. «Je vorgiat je, Freda, het is niets." Freda's oogen werden plotseling groot en star. «Ik hoor sohreden", zeide se. •Je hoort spoken", lachte Lena. «De pomp zwengel knarst." Plotseling sprong mevrouw op. Z\j, die anders niet alleen kon gaan, was op eens als een stormwind de deur uit en de trappen afgeyld. «Freda 1" riep Lena ontzet, toen zy de zieke in de wintarkon naar buiten zag vliegen en volgde haar haastig. De maan stond hoog aan den hemel, het was buiton zoo helder, als was bet klaar dag. Daar kwam jnist op den hoek van den weg een klein gezelschap aan. Twee kooch- teu droegen ieta langs, donkers, met denne- takken bedekt; rechts daarvan liep de baron, bijna waggelend; dicht op zyn hielen volgde zyn hond met den kop naar beneden. Mevrouw snelde hen tegemoet. Zjj zag niets niets dan den rooden doek, die over de baar was uitgespreid. Met een rak trok zy dien weg. Daar lag het Ijjk van haar zoon, door de volle maan beschenen, de kleine rechterhand in die van den baron, juist, zooals zy zoo dikwijls samen waren uitgegaao. Ze zeide niets, ze schroouwde niet. Zjj was voor de baar op de knieëo gezonken en haar bovenljjf sloeg met zoo'n geweld □eer op het lyk, dat dit door don stoot zich verhief. Het was, alsof de doode knaap nog eenmaal agn moeder wilde omhelsen. Bewusteloos lag de moeder over het l(jk van baar kind. Zaeht snikten de beide joDge lieden, die de baar gedragen hadden, en in den maneschijn leek de roodo doek op de blanke sneeuw een groote bloedplas. Van het kale geboomte voor het huis vloog kras send een kraai. Was het dezelfde, voor wie do knaap sgn leven had golaten Mevrouw Van Ameyde was niet gestorren na het verschrikkelijke, dat haar deze dag had gebraoht, maar zeer zwaar ziek geworden. Ook Lena dacht te zullen wegkwynen. Do angst echter en de vrees voor mevronw's leven riepen haar levensgeesten steeds weer wakker. Adolf was begraven. De deelname was zeer groot geweest, de geheele omgeving was tegenwoordig geweest om haar deel neming in dit droevig verlies te betuigen. Eén ontbrak slechts: z(jn moeder. Half bewusteloos lag *y op het ziekbed. Eerst langzaam keerde het bewnstsya terug en tegelijk daarmee de smart. Lena week niet van haar ayde. De dood van den lieven knaap had haar ook zwaar getroffen. Zij had echter nog één ding, dat haar staande hield: de zorg om de moeder in het leven te behouden. Het waren bange uren, die tot dagen on weken aangroeiden. Lena was nog zoo jong, de smart om Adolf, de atryd om het leven zijner moeder, de verantwoordelijkheid voor alles, dreigde haar te verpletteren. Zonder hulp had zy het niet kunnen dragen, zonder het bewustzijn, dat een ander haar den last mes hielp dragen. (Wordl vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1912 | | pagina 1