KLEINE COURANT i 't Vliegend Blaadje voor HeldorTexel, Wierlngen en Anne Paulownrnm No. 4126. Zaterdag 24 Augustus 1912. 40ste Jaargang. 't Vliegend Blaadje p. 3 m. 50 ct, fr. p. post 75 ct, buitenland 11,35 Pre- Zondagsblad i 37$ 45 f 0.75 miënj Modeblad i i 66 i i i 75 i (0.90 (Voor het buitenland bij vooruitbetaling.) Advertentie» van 1 tot 5 regel* (bij vooruitbetaling) 30 cent. Elke regel meer6 Bew^ja-exemplaar2$ i Vignetten en groote letter* worden naar plaatsruimte berekend. Infteroa- Talefoon BO. Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag. Uitgeven C. DE DOER Jr. (v./k. BERKHOUT Co.), Helder. en Koningstraat. Eerste Blad. Attentie. Wij brengen nogmaals ter kennis van belanghebbenden, dat waarschuwingen en dergelijke advertentien, waarzeggers-ad- vertentiën enz. niet door ons worden geplaatst. Wij zenden van ingezonden stukken, in dien wij dat noodig oordeelen, een afdruk aan belanghebbenden, ter beantwoording in hetzelfde nummer. Alle stukken bestemd voor de Redactie en voor de administratie, te richten aan C. Dé. BOER Jr., te Helder. Kleine advertentien moeten bij de aanbieding worden betaald. Vóór 10 uui* dienen des Dinsdags- en Vrijaag8morgens de advertentien aan ons Bureau bezorgd zijn. Voor adverten tien na dien tijd bezorgd, kunnen wij geen zekerheid van plaatsing geven. &iËUMrSBËi«ICHTË«. HELDER, 23 Augustus. De nieuwe officierspet. Hot nieuwe model van de officierspet voor hel Nederlaudsche leger wijkt, naar het Vad. meent te weten, geheel af van het tot dusver gebruikte; de pet bestaat uit een grooten bal van grijs-groen laken met een blauwe bieB, daaronder een blauwe band, afgezet met twee smal-goudeu tressen. Aan de voorzijde een in gond gevatte oranjeknop, waaromheen een geborduurde lauwertak. Het Scheepvaarthuis. Binnenkort zal Amsterdam een iraai ge bouw rijker worden. Reeds geruimen tjjd was het der directie van de Kon. Ned. Stoomboot- Maatschappij duidelijk, dat haar kantoorge bouw aan de Prins Hendrikkade 161 niet meer voldeed aan de eiscben, welke gesteld mogen worden, niet alleen wat betreft de inrichting, maar ook door een tekort aan rnimte. Dit tekort werd nog klemmender, toen de Kon. Nederlandsche Stoomboot-Maat schappij 3400 van de 3500 aandeelen van den (Kon. West-Indischen Maildienst' had overgenomen en do directeur dezer Maat schappij in de Kon. Ned. St.-Mij. werd op genomen. Uitbreiding van het bestaande kantoorgebouw was door verschillende om standigheden niet mogelijk, zoodat uitgezien werd naar een geschikt terrein om een nieuw gebouw te stichten. Inmiddels was het bekend, dat ook de directies van de Stoomvaart-Maatschappij „Nederland" en de Kon. Paketvaart-Maat- schappij behoefte hadden aan meer ruimte. £r werd overleg gepleegd en zoo is men ten slotte gekomen tot het plan om gezamenlijk een nieuw gebouw, een scheepvaarthnis, te stichten, waar de directies van onze voor naamste reederijen haro bnreanx zullen ves tigen. Opgericht werd de Naamlooze Vennoot schap Kantoorgebouw fHet Scheepvaart hnis*, met een maatschappelijk kapitaal van f 1,000,000. Aandeelhouders zijn de maat schappijen, die hare kantoren in het nieuwe gebouw zullen vestigen n.m.1. de Kon. Ned. Stoomboot-Mij., de Stoomvaart-Mij. .Neder land*, de Kon. Paketvaart-Mij., de Kon. West-Indische Maildienst, de JavaChina Japan-lijn en de Nieuwe Rijnvaart-Maat schappij. De eerste steenkolen-elevator in Amsterdam. Dinsdagmiddag is voor het eerst in Amster dam een steenkolen-elevator in werking ge steld. Naar men weet, geven deze elevators, welke in de Rotterdamsche haven reeds sedert eenigen tijd in dienst zjjn, een groote bespoediging bij het steenkolen-laden der stoomschepen. Door werklieden wordt gemid deld 40 ton in het unr in de kolenbunkers van een schip geladen, terwijl de elevator een capaciteit heeft van 600 ton in een uur, wat dus een enorm verschil oplevert. Terwijl voor het laden van 3500 ton kolen in een groote boot ongeveer 500 a 60ü werklieden noodig zjjn, telt het per soneel van een elevator slechts 10 man hierbij komen nog eenige werklieden in de bunkers van het schip zelf. De nieuwe drijvende Bteenkolen-elevator, welke voor het eerst werkte, behoort aan de „Steenkolen Handolsvereeniging", welke ook reeds in Rotterdam eenige van dergelijke machines in dienst heeft. Het eerste schip, dat de elevator, die boven de loodsen van de maatschappij „Nederland" uitsteekt, bunkerde was de „Celebes" dier maatschappij, liggende aan de IJ-kade. Door middel van groote bakken, evenals bij een baggermachine, worden de brokken steenkool uit een groote Rijn-aak opgehaald en in een trechter geworpen, van waaruit zij door middel vau een z.g. Jacobs-lader over den grooten hoog staanden arm van den elevator gevoerd worden en waaruit zij dan door een buis in de bunkers van de „Celebos" werden geworpen. Binnen enkele oogenblikken werden op wijze groote hoeveelheden Bteenkool welke tegelijkertijd langs antomati- schen weg gewogen worden. In een der huisjes op het grijze gevaarte verspringt n.1. in een loestelletjo steeds een cijfer, bij iederen ton dio in de ruimen geladen is. En zoo werkte de elevator onder donderend lawaai voort. De machinist in het huisje, te midden van al het ijzerwerk, bleek al gewond aan al het geratel en verzette zoo nu on dan den arm mot de bakken, die de steenkolen ophaalde, naar een andere plaats in de Rijn aak, waaruit zienderoogen de „zwarte diamant" verdween, om in do bunkers van de „Celebes terecht te komen. De opheffing der uitsluiting bij da firma Asschsr. Omtrent de beëindiging van het conflict by de lirma Aeicher vernemen wjj het volgende De firma I. J. Asscher en de A. N. B., het onderwerp van het tusschen hen beiden hangende geschil gezamenlijk nader onder zocht hebbende, zjjn gekomen tot de navol gende conclusie 1. Dat do firma Asscber is gekomen tot de erkenning, dat niet staande gehouden kan worden de door haar geuite meening, dat de loonatandaard in de Roosjesbranche zon zyn gedaald ou dat haar nit dien hoofde loons vermindering zou moeten worden toegestaan. 2. Dat de A. N. D. B. is gekomen tot de erkenning, dat de firma Asscher, gezien den aard der grondstoffen en hot gevorderde fabrikaat, hooger loon betaalt dan onder soortgelijke omstandigheden gemiddeld betaald behoort te worden. Do A. N. D. B. aanvaardt uit hoofde van hot sub 2 genoemde de door de firma Asscher voorgestelde loonregeling, zoodat eene vermindering van 15 °/0 op de tarieven der firma voor het roosjesBlypen zal worden ingevoerd. Donderdag znllen de verschillende afdee- lingen der fabrieken weder geopend worden, behalve de roosjesafdeeling, welke Maandag a.s. zal worden geopend. Deze laatste af- deeling wordt gevestigd in het nienwo ge- doelta der fabriek, dat Maandag in dienst wordt gesteld. v Verduistering van duigen. Voor de Rotterdamsche rechtbank Blonden terecht C. A. W. A. en C. J. v. d. W., be klaagd van opzettelijk te samen en in ver- eeuiging, de eerste als directeur der N. V. Transportmaatschappij en de tweede als be diende dier maatscoappjj: a. een hoeveel heid van ongeveer 1UUU stuks duigen aan gevoerd door het s.s. „ELaa Mensell"; b. een hoeveelheid van 4145; c. een hoeveel heid van 271 en d. een hoeveelheid van 10.000 dnigen, aangevoerd door het s.s. „Berwindmoor", alles toebehoorend aan Friedrich Bungor te Benrath, zich weder rechtelijk te hebben toegeëigend. Eerstge noemde wordt bovendien ten laste gelegd, daaruit voordeel te hebben getrokken. In deze zaak waren 25 getuigen gedag vaard. De eisch luidde 18 maanden voor ieder. Een protestvergadering. De gezamenlijke winkeliersverenigingen van alle richtingen te Rotterdam, hebben een geoombineerde openbare vergadering uitgeschreven tegen Maandag. Bedoeld wordt het uitbrengen van een protest tegen het hier sinds enkele dagen opgerichte zooge naamde Abonnement Francais. Als wjj het goed begrypen, is de bedoeling dezer instel ling minder kapitaalkrachtige koopers tot tot koopen aan te moedigen door het ver strekken van krediet en het toestaan van betalingen in termjjn, terwijl het bureau het risico tegenover de daarbij aangesloten verkoopers op zich neemt, natuurlijk tegen een in die zjjde toe te staan rabat. Als ze tel van het bureau fungeert de Grand Bazar Francais, terwijl blijkens de annonces reeds aanzionlyke firma's daarby zjjn aangesloten. Blykens de aangekondigde protestverga- deriug acht do middenstand zich door dit bureau, dat zich tusschen kooper en ror- kooper plaatst, benadeeld. Het van ledderomspel verboden. Door de politie te Sneek is voorloopig het aldaar op de kermis staande nieuwe «van Ledderomspel" of het tHuishouden van Jan Steen'' gesloten. Zooals bekend is kan men daarin zyn vernielzucht botvieren door met ballen te gooien naar aardewerk, enz. met het doel dat aan scherven te slaan. Het gebeurde Zondagavond, dat iemand den honten bal met zulk een kracht door hot achterkleed der tent sloeg, dat de eenige meters daarachter gelogen spiegelruit van een slagerswinkel door den bal werd getroffen en gebrokon. De houder der tent moet de gebroken ruit betalen. Zindelijkheidswetten voorbakkers. In „Nieuw Vrouwenleven" wjjst Mimosa nog eens op het gebrek aan zindelijkheid by het rondbrengen van brood. Met vreugde maakt zjj dan melding van de volgende voorschriften, door den burgemeester van Rome gegeven; lo. Brood en ander gebak moet in de winkels en magazijnen beschermd worden tegen iedere mogelijke smetstof, hetzjj door vitrines, hetzy door bedekking met een dnnne stof, waardoor de vliegen, welke van de eene plaats naar de andere vliegen, zich niet op het gebak kunnen neerzetten; 2o. Is het verboden dat koopers het brood of ander gebak, nog niet hnn eigendom zijn de, met de handen aanvatten om er de frisch- heid als anderszins van te onderzoeken. Waarschuwingen moeten in de winkels voor ieder zichtbaar worden geplaatst, dat het brood door vreemde handen aangeraakt, niet moer aan anderen mag verkocht worden 3o. Het is den bakker verboden zyn te veel aan restunraties geleverd en later te ruggenomen of door zyn huisgenooten over gelaten brood onder eenige voorwaarde of vorm weer aan anderen te verkoopen; 4o. Het brood moet in de restauraties toegediend worden in papier gewikkeld (zooals nu reeds met suikerklontjes geschiedt) en nooit mag aan gasten brood worden voor gezet, dat te voren door vreemden was aan gepakt of na hun vertrek op de tafeltjes is blyven liggen. Overtreding van deze voor schriften zal volgens de wet worden gestraft met boeten als anderszins. Men zon hieraan nog kunnen toegeven zegt de „Bakkersbond-Ct." 5o. In ieder hnis zal een controleur moe ten worden aangesteld, om na te gaan of de dienstbode behoorlijk gewasschen is als zy 's morgens het brood, volgens hygiënisch voorschrift behandeld, aanueemt; 6o. Ieder bakker zal verplicht zyn in ver band met artikel S, er eenige krulstaarten op na te honden, welke hem door het een maal aangeraakte brood heen helpeD. Luchtbalion verongelukt. Sebastopol, 20 Augnstua. Een militaire luchtballon is hier in de nabijheid door den wind boven de zee afgedreven. Toen de ballon, welke men een torpedoboot had achterna gezonden om hulp te verleenen, nederdaalde, viel de luchtschipper, luitenant Koskof, in zee en verdronk. Een matrooB, die hem wilde redden onderging hetzelfde lot. De overige lnchtvaarders werden door de torpedoboot gered. Het politieschandaal te New York. Now York, üO Augustus. De groote jury beeft den poliiie-luitenant Becker en rier anderen schuldig verklaard aan den moord op Rosenthal. De steker. D&t gaf Zaterdag een Bchrik zoo hevig, dat de Berljjner er nog niet van bekomen is. Vrijdagavond omstreeks ces uur waren FEUILLETON. VEfcKÉEJRING. i) Hij was visachersknecht by zyn vader zy was de dochter van een winkelier. Beiden waren zjj nog jong, nog geen twintig jaar; en zy hadden elkander lief, innig lief. Dit was niet naar den zin van haar vader. Niet zoo zeer, omdat hjj iets op den jongen zelf tegen had, neen, die was oppassend, wel wat onverschillig, doch goed van in borst maar omdat hy liever zag, dat zyn dochter een andere, een betere party deed. Dit alweer wenschte hy niet, omdat hy trotsch was, neen, doch omdat hy gaarne zou zien, dat zyn dochter het maatschappelijk niet minder zon hebben, dan zy het thans had. Het visachersbedrijf toch werpt zoo weinig verdienste .af. Het is dikwijls een harde dobber om rond te komen. Bovendien grijnst altyd het spook van een ramp. Ook het leven is voor de vrouw van den viBScherman zoo troosteloos, omdat de man meest altyd op zee is. Alleen den Zondag brengt men in eikaars byzjjn door. Maandag tot Zaterdag is een reeks dagen, die der viaschersvrouw eindeloos schjjnen. De vader zag dus met zekeren angst in het hart, dat zijn dochter en de visschers- knaap eikaars bjjzjjn zochten. Nauwelijks waren de schuiten in het zicht, of zjjn dochter maakte een extra-tochtje i zeedijk om te kunnen zien of ook van Kees onder de binnenzeilende naar de schnit van was. En des avonds werden er zoo graag boodschappen gemaakt naar bakker of groen teman, wantoch jh, op straat ontmoette men elkaar en het duurde dikwijls lang vóór de boodschappen gedaan waren. En toch is het dorpje »Skil" 'niet groot; integendeel. Men maakte samen veel „Oösies en Wes- sies". Hy in zyn bontgestreept overhemd, een zwarte das onder den halskraag, een zeemanspet op het hoofd en op tryppantoffels. Zy, met het witte schort voor, de boodschaps- mand onder den boezel en een avonddoek om den hals geslagen. Heel wat oud en nieuw nieuws werd er behandeld. Zoete woorden van teer minne- kozenden vloeiden over de lippen, veel gelonk van oogen gaf uiting aan hnn beider harte- s temming. Totdat het toch eindelijk tjjd werd om naar huis te gaan. Een handdruk ten afscheid en met hoogroode wangen ging zy het huis in. Haar vader kon haar dan, naar zy meen de, zoo boos aan zien. Echter zeide hy niets tot haar. Toch gevoelde ze, dat hy begreep, dat zy weer met Kees had geloopen. Zy begreep, dat hy dat niet gaarne had, al zeide by daarvan niets. Zy deed gaarne den wil van haar vader en het speet haar, dat ze hem griefde. Ja, dat ze hem griefde, maar toch, ze kon niet anders. Zy moest met Kees loopen en praten. On weerstaanbaar werd zy tot hem aangetrokken. Zijn persoon was het alles waaraan zy dacht. Hij alleen vervulde haar geheel en al. Haars ondanks weerstreefde ze den wil van haar vader. Och, zy had Kees zoo lief. En liefde redeneert niet. Zy begreep niet goed, dat haar vader zoo tegen den jongen was. Was by niet oppassend Was by niet knap? Was hy een domoor of een brasser? Maar wat was er dan tegen Zy zag niet zoo ver als haar vader, die, zyn eigen jengd vergetend, over „liefde" een weinig minder poëtisch dacht dan zyn dochter. Met baar moeder sprak zy wel over den jongen man zoo nn en dan. Deze liet zich niet veel uit, kennende den wil van haar man. Echter kon het jonge meisje zooveel wel aan haar moeder bemerken, dat zy van dien kant Diet veel tegenwerking zou onder vinden. Ook moeder was wel van het gevoelen van vader, dat de vrouw van den visscher dikwyls een kommervol bestaan heeft, doch zy kon zich meer verplaatsen in den toestand waarin haar dochter zich tegenover den jongen man bevond. Zy begreep, dat als beiden het eens waren, geen redeneering zou helpen. Dat noch met hardheid, noch met zachtheid iets daartegen zon zyn te doen, dat men wel een verbintenis soms kan voorkomen, doch dat zoo iets veelal gepaard gaat met het vernietigen van het opgewekt, heerlyk, jeugdig en lastig leven van twee drie dames, moeder, dochter en tante, in Nanou een plaatsje te rekenen onder de verre voorsteden van Berlyn in een af- deeling derde klasse van den voorstadstrein gestapt, in een wagen met doorloopende zygang, om in Berlyn een veijaarsfeestje mee te maken. Vroolyk gestemd kropen zy dicht by elkaar, praatten en lachten. Plotseling kwam er een jonge kerel, ter wijl de trein al reed, de afdeeling binnen stappen. Hy keek even verward naar het vroolyke drietal, hoorde het lachen en praten, trok uit zyn monw een groot slagersmes en stak op het drietal in, waar hy maar raken kon, in hoofd, borst, maag. Het bloed gntste. De man blóóf steken. De dochter kon Dog aan do noodrem trekken. Toen de man merkte dat de trein stoppen zou, deed hjj de denr open, rende weg, het bosch in. De drio vrouwen waren deerlyk toegetakeld. De tante vecht al drie dagen »*t len dood. De heele coupé waa bebloed. Een stnk van bet gordijn was weggescheurd. De steker, een jonge kerel nog, had in de enkele minuten als een dolleman huisgehouden. Dadelijk renden mannen hem na het bosch in. Gendarmes, agenten op een fiets, op een paard volgden zijn spoor. De man moost in zyn vlncht gezwommen zyn door een breede sloot. Maar hy word niet gepakt. Zelfs politie honden kregen de lucht niet. Het bosch werd afgezucht, de graanvelden en aardappelakkers werden doorwoeld, alle huizen in de buurt werden doorzocht; de man bleef zoek. Alleen werd ontdekt, dat hy tijdens zyn vlucht een flets gestolen had, en dat hy dus hóól vlug zich uit de voeten kon maken. Berlyn kreeg het een oogenblik te kwaad. Eenige maanden geleden waren roof en mishandeling van passagiers in de voorstads- treinen aan de orde van den dag. Zelfs dnrfde toen een onverlaat een uitgeplun derde dame vierkant nit den trein, die in gang was, gooien. Zou dit spelletje weer beginnen, en nu da delijk zóó grnwelyk Er werd verteld, dat de kerel eerst de dames wilde bestelen, dat hy een gonden armband, een portemonnaie bad trachten weg te rokken. Geen gek dos, maar een brutale dief, een moordenaar. Een der vrouwen verklaarde, dat er van een poging tot diefstal géén sprake geweest was. Dus toch een waanzinnige, een sexueel-afgedwaalde, die bloed wilde zien Drie dagen zoeken nu politie te paard en per fiets naar deD man. Tevergeefs. Twee duizend mark is uitgeloofd voor hem, die den dader grijpt. Tot nn tevergeefs. Zondag keek een ieder, die van Nauen Berlyn treinde, voor hy instapte eerst angstig in de coupé's. Zat er iemand, of zat er één man hoe goed ook gekleed of hoe zacht aardig van uiterlijk dan stapte er niet óén reiziger by. De leege wageDS bleven leeg. De volle werden steeds voller. Dc Nanenaars hadden den schrik te pakken. Een half jaar geleden schoten er een paar inbrekers blindelings op hnn achtervolgers, doodden zy met een raken kogel don veld wachter. Niet velen hebben dan nog den moed zoo'n steker, die ook met de revolver gedreigd had, te achtervolgen De man rent nog steeds bosch in, bosch uit, over weilanden en slooten. Hy is niet gegrepen, zal wellicht niet zoo spoedig ge grepen worden. En bedreigt een ieder, die hem in den weg komt, want hy is een waanzinnige. Zjjn identiteit werd vastgesteld, nog vóór hy zelf gearresteerd i*. Op den dag van de misdaad had een jonge kerel, die er verward uitzag, by een smid in Nanen een stuk brood gevraagd. Hy ver telde, dat hy vroeger metselaar geweest was, dat hy een steen op het hoofd gekregen had het diepe lidteeken bij de kroin was dnidelyk zichtbaar dat hy na dien tyd malende ge worden en opgesloten was in het krankzin nigengesticht Herzberge by Berlyn. Na zyn ontslag, nn enkele weken geleden, liep hy te bedelen van plaats tot plaats, voelde af en toe nog de vreemde pjjn in het hoofd. De smid, bang voor den jongen man, die een groot mes in de mouw verborgea had, gaf ganw het brood en was bly, dat de vreemde gast verder ging. Enkele menschen hadden den man met het lidteeken op het hoofd dien bewasten middag het station in Nanen zien bionengaan. Een Berlyner vertelde, hoe een man hom had aangesproken ergens in het Noorden. De vreemdeling vertelde zyn levensloopmetselaar, buksteen, lidteeken, krankzinnigengesticht. En vroeg om geld. Terwjjl hy sprak, kwamen er drie jongens voorbjj, lachend, pratend. De vreemdeliog keek plotseling ééns zoo wild. greep een mos uit de mouw en wildo naar zy boiden man en vrouw, begrepen elkaar kenden eikaars denkbeelden omtrent dit geval. En de dochter, zy voorzag, dat bet eenmaal tot een botsing zou moeten komen. Eenmaal toch zon haar Kees by haar vader moeten komen, om haar hand om ver keering te vragen. En wat sou er dan gebeuren Met angst kon zy dikwyls aan het oogen blik denken. Zy vreesde, dat haar vader haar jongen zon afwjjzendat hy zeer hard en ongevoelig tegenover haar zon zjjn en dat by onmeedoogend haar zou verbieden mot Kees om te gaan. En danwat zon zy moeten doen. Zon ze, zoobIb ze altyd ge daan had, gehoorzamen aan haar vader, of zon zesnikkend kon ze aan dien tjjd denken. jonge meDSchen. En daarom, zjj zon het niet tegenwerken, die beidon een paar zonden worden. Maar vaders wil was wet. Hjj was een goeie man, doch indien hjj zich iets bad voorgenomen te doen, wat hjj in het belang óf vaD hemzelf óf in dat van het huisgezin achtte, zette hjj door, al bsmerkte hjj, dat hjj die anderen onaangenaam moest zjjn. Hjj meende dan, dat ook zjj later zonden inzien, dat hetgeen by had gedaan, werke- ljjk in hun belang was geweest. Vaders wil was wet on daarom, zjj ver meed het met hem over de jongelui te spre ken. Ook hjj zeide daarover i toch, de drie jongens rennen. De Berljjner hield hem tegen, vroeg wat dat te beteekenen had. De vreemdeling antwoordde: „Ik kan góén vrooljjken zieD, geen laohen hooren!" Nu zjjn er legio menschen, die verklaren dat zjj den vreemden man met het lidteeken op het hoofd gezien hebben, die den indruk maakte, alsof hjj vreedzame voorbijgangers met een'mes wilde steken. De politie wendde zien met signalement tot do verschillende krankzinnigen-gestichten hjj Berljjn. En thans staat vast dat du signalement past op den arbeider Gustav Harnau, die niet lang geleden als genezen ontlagen werd nit Herzberge. De „genezen" man, die geen lachen kan hooren, geen vrooljjkbeid kan zien, maakt nn de wegen waarlangs hjj rent onveilig. (Hblad.) Generaal Booth f Londen, 20 Aag. Generaal Booth, hoofd van hot Leger des Heils, is hedenavond te 10 uur 20 overleden. De Londensche Correspondent van het Alg. Handelsblad schreef een brief aan zjjn blad over generaal Booth, waaraan wjj het vol gende ontleenen: Der jaren zat; gewerkt hebbende tot het in den ietterljjken zin, sedert het verlies van het gezichts-vermogen, nacht voor hem ge worden was, is in zjjn woning te Hadley Woods, even bniten de noordeljjke gronzen der wereld stad, de stichter van het Loger des Heils de eeuwige rust ingegaan. De wereld heeft don dood te betreuren van een der edelsten, die ooit geleefd hebben; van een man, die smaad, verachting, bespotting verdurende, onversaagd bleet werken voor zjjn overtuiging; zich be wust dat hjj een roeping te vervullen had; bedoelende het welzjjn zjjner medemenscben van welk ras, van welken stand zjj ook wezen mochten. Met zjjn heengaan wordt betreurd het verscheiden van een man, die groote dingen tot stand heeft gebracht en van wieu zjjn heftigste tegenstanders hebben moeten erkennen, dat hjj door zjjn voorbeeld, door zjjn onvergeteljjke werkkracht, zjjn machtig organisatie-talent, in staat is geweest velen tot zegen te zjjn. Wie zich herinneren kan de dagen toen het Leger der Heils zjjn arbeid begon, eerst hier in Engeland, enkele jaren later in andere Enropeesche landen; wie bjjgewoond heeft de bespotting, de wreede behandeliog en vervol ging vaak, die de volgelingen van (Generaal Booth toen te verduren hadden, kan zich thans, nu men weet wat de stichting van desen man heeft gedaan voor de menschheid, bjjkans niet begrepen waarom die volgelingen zooveel smaad moesten verduren. Drie-en-tachtig jaren geleden, op den lOen April 1829, aanscbonwde William Booth bet levenslicht. Reeds op' zeer jeugdigen leef tjjd, vijftien jaren oud Bleohts, kwam hjj onder don indruk der Wesleyaanscho Methodisten en trad onder hen als spreker op. Vjjf jaron later kwam hjj naar Londen, waar hjj als straatprediker optrad, waardoor hjj genoodzaakt was van de Wesleyanen zich af te scheiden en bjj bleef, terzjjde gestaan door zjjn echtgenoote, Miss Catherine Mumford, prediken in stad en land, te Wolsall oprichtende, wat toen genoemd werd de „Hallelujah Band". In 1864, na veel zwerven door het land, te Londen teruggekeerd, begonnen Booth en zjjn vronw ernstig hnn arbeid in het Lon densche East End; in dat Wbitechapel en de buurten daarom heen, waar de diepste ellende heerschte; waar de dnisenden leef den in krotten en Bloppen; waar de ondeug den sich toonden in elke straat en steeg; waar het drankmisbruik vooral zooveel on heilen stichtte. Daar richtten zjj aanvankoljjk de East London Mission op en veranderden den naam daarvan in 1878 in dien van Salvation Army Als bootpredikers gingen William Booth en zjjn vrouw rond. Dageljjks tartten zjj de beleedigingen van het laagst gezonken volk, als zjj, predikende voor de kroogen, degenen, die daarheen hun schreden richtten, wezen op het verderf dat'hen en de hunnen te wachten stond, wanneer zjj daar bun heil bieren zoeken. Degenen, die er in- en uit gingen bespotten hende honders dier drank gelegenheden, in Booth ziende den vjjand van hun bestaan, beleedigden hem; hitsten het plebs op tegen den prediker on zjjn vronw, die langzamerhand eenige aanhangers om zich verzamelden. Booth stichtte het Heilsleger, waarom de eerste jaren de menschen lachten. »Maar ik liet ze lachen", dus heoft hjj mjj zelf meer dan eens verteld in de interwiews, die ik in ia oos eigen land èn hier meermalen met hem had. ,Ik zag in dat dio menschen door geen geestelijke, van welke secto ook, naar Gods bedehuis konden gebracht worden. Wilden die menschen gered kannen worden, dan had ik tot hen te komen in de straten; dan had ik hen tot mjj te trekken door laai, die zjj begrependoor muziek, dio zjj konden verstaan; door uniformen, dio altjjd op de menigte indrnk maakten. Om die dingen heeft men mjj bespot, maar de tjjd heeft mjj in het geljjk gesteld; de middelen, die ik aan greep, bleken vat te hebben op het Londen sche volk, op het volk in elk land ter wereld. «Hallelujah!" Hallelujahdat was do juichkreet van Booth's stichtingdat was hrt woord, waar mede hjj elke niting van zjjn denkbeelden besloot. Overtuiging ging van hem uit op de menigte, als bjj die slechts door zijn uiterljjk vertoon om zich vorzameld had, on wio een maal tot zjjn stichting was toegetreden, die begreep spoedig dat William Booth geljjk had, wanneer hjj van zjjno volgelingen allereerst eischte blinde gehoorzaamheid. tMen noemt mjj dictator, regeerder, gene raal on smaalt op de wjjze, waarop ik mjju scichtiDg opzette,' dus zeide hjj ook eens tot mjj, ,muar denkt gjj dat ik al degenen, die ik heb kannen redrieu van ondergang, ooit zou hebben kannen redden zoador tucht? Juist door die tucht kreeg mjjn stichting de kracht, die, dank zjj Godes hulp, van haar nit is William Booth zag juist. Door zjjn onver moeid prediken in de stratendoor het volk te trekken door uiterljjk vertoondoor popu laire zangwjjzendoor door te dringen tot kroegen en holendoor te spreken in zalen, schouwbnrgen, overal waar slechts gelegen heid was, bovenal door te eischen blinde gehoorzaamheid van syn volgelingen en door bnitengewoon orgaoiseerend talent, heeft bjj het Leg.. des Heils gemaakt tot hetgeen bet thans is. In 1878 telde het leger in Engeland 75 corpsen en 120 officieren on droeg het pnbliek voor Booth's werk 1925 pd. st. byin 1910, toen bet Heilsleger reeds lang zjjn vertak kingen had over geheel de wereld, telde het op de Britsche Eilanden 1447 corpsen en 3191 officieren; in de Vereenigdo Staten 871 en 2983; Zuid-Amerika en West-Iodië 128 en 188; Canada en New-Foundland 465 on 950; Australië en Java 1283 en 1721 Indië, CeyloD, Japan en Korea 2584 en 1626 Znid-Afrika en St. Helena 113 en 278 Frankrjjk, België, Zwitserland en Italië 374 en 499Dnitschland en Nederland 248 en 772Zweden, Noorwegen, Finland, Dene marken en IJsland 1067 en 1578; Gibraltar en Malta 2 en 5, totaal 8582 corpsen en 13.726 officieren. Had niet het Heilsleger i wereld vereverd Eens verguisd, heeft William Booth in i latere jaren zjjns levens mogen weten, dat zjjn zegenrjjke arbeid begrepen is door de wereld en zjjn werk werd gewaardeerd. Waar hjj kwam, kwamen de machthebbend- den van stad en land hem hooren en be groeten nniversiteiten hing.» hem den eere-toga om de schouderensteden ver leenden hem het eere-bnrgerschap men had leeren begrjjpen wat deze man voor de wereld, voor de menschheid had gedaan. Het Leger des Heils is waarljjk heilrjjk ge weest. Zal het zjjn beteekenis behouden, du de stichter er aan is ontvallen? Heeft William Booth misschien te lang geleefd? De tjjd zal het moeten leeren. Het Leger bad zeker zjjn gebreken, Booth zou de laat- ste geweest zjjn om te ontkennen, dat bet zoo was. De vraag is of degenen, die ge roepen sullen worden zjjn arbeid voort te zetten, dezelfde kracht zullen hebben als de overleden „generaal" om te voorkomen dat die gebreken het nadeel van de stich ting sollen worden. Vermoodeljjk zal Wil liam Booth's oudste zoou, Bramwei Booth, de erfenis zjjns vaders aanvaarden, in diens geest weten voort te werken. Het Leger des Heils kan nog zoo ontzag gelijk veel goeds doen in onzen tyd en 't is te hopen dat Booth's opvolgers dat goe de znllen weten te verrichten. William Booth is heengegaan tot zjjn eenwige rust; hjj heeft niet te vergeefs ge leefd en gewerkt; zjjn naam behoort niet alleen aan zjjn vaderland, doch aan ga de wereld, want hjj was een weldoende p voor elk land voor geheel de i heid. Zoo er éón naam is die zal bljjven voortleven, dan is het de zjjne. Het was begin Juni en het liep tegen de kermis. Op een heerljjken, zonnigen Zondagmid dag als alles juicht en jubelt in de natnnr, als het groen nog zoo frisch en sappig ziet, on de vogels in het veld en bosch kwinkelen en tjilpen en jnichen in allerlei toonaarden, loopt Ondeschild bjjna leeg. Ieder maakt een wandeling, meestentjjds in de richting van het boschje, genaamd Doolhof, dat daar zoo schilderachtig hangt aan de helling van de „Hoogte". Daar vermeit men zich een poosje in de schaduw der eiken of kastanjeboomen of wel men set zich tnstig neder tegen de helling van de „Zoandknnl," genietend van het heerljjk uitzioht over veld en zee. Hoe mooi dnikt daar boven den kalman waterspiegel, waarover de zon een vloed van stralen zendt, die flikkeren tegen den nauweljjks merkbaren golfslag, bet eiland Wieringen op. Hoe droomend genietend, kan men daar een poos toeven, de zorgen van zich afwentelend onbewust beinvloed door de machtige im pressie der kalme natuur. Auderen begeven zich langs den „Skilder- weg" naar het kerkhof en gaan vandaar door het Boschje naar hnis terug. Ook Kees met zjjn maat en zjjn geliofde met haar vriendin maakten die wandeling. Kees had zich tegen zjjn maat uitgelaten, dat hjj baar ter kermis zou vragon en zjjn maat zon dat probeeren met haar vriendin. Zjj konden dan in eikaars gezelschap, dat was wel zoo prettig, als met minder in tieme lui. Al spoedig werd een praatje aangeknoopt. Dat praatje hield echter al weinig verband met de plaats die men soo aanstonds zou bezoeken. Het veelzeggend opschrift op de Kerkhofpoort „ook U wacht ik" maakte op dat moment al weinig indrnk op het viertal. Zoo terloops wel lazen ze het, doch hnn gedachten waren bjj andere onderwerpen. Niet allen toch gaan naar die gewjjde plaats om daar de rustplaats hunner dierbaren een bezoek te brengen. Ook zjjn er die heen gaan om een „kniertje" te hebben. En on der die behoorde het viertal. Weldra verliet men het weer om door het holle wegje, al keuvelend en bloemen plakkend, op te wandelen naar het „Bossobie". Kees liep met zjjn meisje voorop, daar achter volgden zjjn maat met haar vriendin. Ook de kermis werd besproken en wjjl het vier weken voor kermis was en dus de tjjd, dat men zjjn meisje vroeg, gaven Kees en zjjn maat te kennen, dat zjj 's avonds, als fatsoenljjke jongens, aan hnis zouden komen om de meisjes ter kermis te nooden. Dit is zoo de gewoonte en op het al of niet aannemen der oitnoodiging van grooten invloed. Wjjkt mon van die gewoonte af, dan heet dat niet netjes, niet zooals 't be hoort. Kees en zjjn maat wilden dus den In het boacbie toefde men nog lang. Op den „Zeuvepoannekoek" J) werd op do bank plaats genomen en men bleef wachten tot dat de andore wandelaars naar huis om ,,'n koppie" waren. Nn was men vrjjer en al was de toestem ming der ouders nog niet vorkregen, mtn kon het er op dat oogeDblik best buiten stellen en men verloofde zich allerlei vrjj- heden, die men, hoewel in eer en deugd toch niet gaarne door een andere bespied zou weten. Niemand was er echter bjj tegenwoordig, of het moesten zjjn de daizenden muggen en vliegen, die zoemden onder het rnischloos gebladerte, of wel de tallooze zangertjes, die nog vrooljjk schetterden op de takken der boomen. 't Was een heerljjke avond. De zon dook juist achter de golvende duin reeks weg, achterlatend in de luoht een rossen gloed. De leeuwerik zong nog hoog in de luoht, als wilde hjj zoo lang mogeljjk genieten van het heerljjk licht en als zond hjj nog een laatsten groet aan de verdwjjnende lichtschjjf. 1) Ken verhevenheid, zoogenaamd, omdat het heuveltje be*taat uit zeven lagen, plakken (panne koeken ('Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1912 | | pagina 1