KLEINE COURANT
't Wiegend Blaadje
voor HeldorTexel, Wleringen en Anne Paulowna
GEWROKEN.
p No. 4140.
Zaterdag 12 October 1912.
40ste Jaargang.
't Vliegend Blaedjc p. 3 m. 50 ct., !r. p. po*t 75 ct., buitenland 11.25
Pre- Zondagsblad 37| 45 f 0.75
.-niën Modeblad i i 65 i 75 i 10.90
(Voor bet buitenland bij vooruitbetaling.)
Adverteatièn van tot 5 regelt (bij TOornitboUling) 30 cent.
Elke regel meer6
Bewgt-eiemplaar 24
Vignetten en groote lettert worden naar plaatsruimte berekend.
Intaro,-
Tslafoon SO.
Verschijnt Dinadag- en Vrijdagmiddag.
Uitgever C. DE BOER Jr. (v./k. BERKHOUT Co.), Helder.
Eerste Blad.
Attentie.
Wij zonden van ingezonden stukkon, in
dien wij dat noodig oordeelen, een afdruk
aan belanghebbenden, ter beantwoording in
hetzelfde nummer.
Alle stukken bestemd voor de Redactie
en voor de administratie, te richten aan
C. DE BOER Jr., te Helder.
tl10 uup dienen des Dinsdags-
en Vrijdagsmorgens de advertentiën aan
ons Bureau bezorgd zijn. Voor adverten
tiën na dien tijd bezorgd, kunnen wij geen
zekerheid van plaatsing geven.
Kleine advertentiën moeten bij de
aanbieding worden betaald.
WIJ brengen nogmaals ter kennis van
belanghebbenden, dat waarschuwingen en
dergelijke advertentiën, waarzeggers-ad-
vertentiën enz. niet door ons worden
geplaatst.
NIEUWSBERICHTEN.
HELDER, 11 October.
Programma
van bet Conoert, te geven door de Muziek
vereniging Crescendo», Maatschappij tot
bevordering der Toonkunst, afdeeüng Helder,
op Dinsdag 15 October 1912, 's avonds 8 uur,
in Casino
1. Sonate, voor Viool,Tartini.
a, Adagio, b. Presto non troppo.
c. Largo. d. Allegro cominodo.
2. a. Morgen IRichard Strauss.
b. Am SonntagmorganBralims.
Sopraan-solo.
3. Concert in G moll, voor Viool, Max Bruch.
4. a. SchmerzenRichard Wagner.
b. WaldeinsarakeitReger.
Sopraan-solo.
5. Hyinme, voor Solo, Itoor en Orkest, MendeUsohn.
PAUZE.
ti. AnbetungEberwein.
Cantate voor Soli, Koor en Orkest.
7. a. Van 't wiogsken naar 't graf Cath. van Rennes.
b. Lente Ulfert Schults.
Sopraan-solo.
8. a. BerceuseGodard.
b. GavotteGrossec.
c. NocturneChopinWilhelmy.
d MazurkaWieniawsky.
Voor Viool.
Staking op de Marinewerf.
Dinsdagochtend hebben op de Marinewerf
te Amsterdam SO nageljongens het werk ge-
staakt. Het zjjn jongens tusecben 14 en 16
jaar. Zjj verlangen, naar »Het Volk» meldt,
verhooging van loon met 2 cent per uur. De
jongens verdienden van f 1.80 tot f 2.10 per
week. Zaterdag hebben de jongens een con
ferentie gehad met den hoofdingenieur, die
zeide, dat zjj moesten wachten tot Aprl 1918,
dan zou er eeu algemeene promotie komen.
De jongens wilden echter zoo lang niet
wachten en legden dus het werk neer.
Jongens uit andere takken van dienst zjjn
nu aan de nagelvuren gezet.
Drievoudigs moord.
Voor de Rechtbank te Amsterdam heeft
Dinsdag terechtgestaan de 49-jarige kleer
maker W. v. B., beklaagd, dat bjj op 21
Juni j.1. in zjjn woning aan do Van Hogen-
dorpstraat 193, te Amsterdam, ter uitvoering
van zjjn reeds eenigen tjjd tevoron opgevat
voornemen om zjjn drie kinderen, twee meisjes
reBp. van 6jaar en een jongetje, 1|
jaar oud, van het leven te berooven, haar
met een voor het doel gekocht mes den hals
heeft doorgesneden, tengevolge waarvan die
kinderen zeer spoedig daarop door verbloe
ding zjjn overleden.
Het waren kinderen uit zjjn tweede huwe
lijk
Na de daad te hebben gepleegd, reed hg
per tram naar Sloterdjjk een sigaar roc
kende, dus werd door den conducteur
Kommen verklaard sprong in de Haar
lemmervaart, werd daar spoedig nitgehaald
en op een schuit gelegd, tot de komst van
den voldwachter Padmos. Aan dezen vertelde
bekl. al dadeljjk wat hjj gedaan had en was
bij dat verhaal niet bjjzonder opgewonden.
De veldwachter bevond op hem een nog
vcrach-bebloed slagersmes en verzekerde zich
toen hulp van do Amsterdamsche politie,
door wie de man naar hot bureau aan de
Spaamdammersfraat werd overgebracht.
Beklaagde, een zwaar gebouwd maD, geeft
met ongedwongeu kalmte, verklaring van
zjjn daad. Hij had met zjjn tweede vrouw
die bjj 12 k 18 jaar kent, een zeer treurig
leven. Zjj was modiste en hii verdiende in
don Haag als kleermaker f 10 h f 20 's weeks;
maar toch noemde zjj hem een luiaard. Het
was haar wil, dat zjj vandaar naar Amster
dam verhuisden, wjjl zij daar familie had.
De oneonigheid was vaak van dien aard,
dat zjj van elkaar gingenmaar toch hield
bekl. van haar zooveel, dat hjj in de echte
lijke woning terugkeerde.
Prikkelbaar waren beiden. In haar prik
kelbaarheid heeft de vrouw hem zelfs ernstig
hot waB drie a vier dagen vóór het
droeve geval gedreigd met een mestwee
vrouwen waren hiervan getuige.
Voor de kinderen was zjj, volgens bekl.,
nooit liefzjj schold on tiorde. Onder den
vollen indruk van zjjn leed, zei hjj eens
«Ik maak mjj, maar eerst de kindereu van
kant 1"
Met dat plan liep bjj drie weken rond.
Toen de president, mr. De Jong, bekl.
vroeg, of hjj veel van zjjn kinderen hield,
barstte hjj in bittere tranen uit«Ik hield
zielsveel van zo J"
Volgens beklaagde's verdere opgaven was
de verhouding tusschen hem en zjjn vrouw
de laatste drie dagen voordat hjj de daad
bedreef zeer gespannenaan haar geraas
en getier kwam eenvoudig geen einde. Dit
versterkte hem nog in het eenmaal opgevat
voornemen; hjj kocht in den ochtend van
21 Juni een slagersmes, gaf zjjn vrouw geld
om huur te betalen en kocht daarna voor
50 coDteD jenever in een fleschje, waarvan
hjj drie of vier glaasjes opdronk.
Zonder zich van iets meer rekenschap te
geven, sneed hjj toen, achter zjjn dochtortjeB
staando, haar het mes door den hals en
deed daarop hetzelfde bij zjjn jongste kindje,
een jongentje, dat nog te bed lag. Bekl.
verklaart geen verzot te hebben ontmoet,
geen geloid te hebben gehoord, geen bloed
te hebben gezieD, en nu zou hjj de hand
aan zichzelf slaan, door verdrinking hier
van is echter door welke omstandigheden
woot men niets gekomen.
Verder verklaart bekl. nog, dat het ver-
sohil van godsdienstige beljjdenis geen reden
had gogoven tot de oneenigheid in hot huis
houden. Geen van beiden gingen zjj naar de
kerk. Alleen wist hjj niet, dat zjj do kin
deren katholiek heeft laten doopen.
Aangaande zjjn familie verklaart bekl.,
dat daar veel zwakzinnigen in zjjn. Zjjn
broer is idioot, zjjn tante is krankzinnig ge
storven. Te 's-GraveDhage is zjjn vrouw
vaak geweest bjj dr. Buker.
Deze hield boiden voor zeer zenuwachtig.
Bjj zekere gelegenheid had zjjn vrouw hem
toegevoegd«het behoeft mo maar éón woord
te kosten en je komt in een krankzinnigen
gesticht I"
Van de getuiger, 18 in getal, verklaart
een buurman zeer gunstig omtrent bekl. De
vrouw maakte echter volgens dezen getuige
steeds ruzie. De kinderen, zegt get. waren
in hoogste mate ingenomen met don vader.
Zjj waren gelukkig als zjj met hem kouden
uitgaan.
Ongeluk in een graansilo.
De 19-jarige kantoorbediende A. de Vries,
daalde Dinsdagvoormiddag omstreeks half elf
in een van de silo's bij het gebouw van de
GraaDsilo-Maatschappjj aan de Maashaven
Zz. te Rotterdam, om voor het graanfaclors-
kantoor, waarop hjj werkzaam is, het in de
silo aanwezige graan te onderzoeken. Hjj
ging ongeveer vier meter naar beneden,
zonder gebruik te maken van een der gordels,
die voor het dalen steeds beschikbaar zjjn.
Toen de werklieden, die er bjj waren, hem
niet zagen terugkomen en ook niets hoorden,
werd er besloten in de silo te dalen, omdat
mon vreesde, dat De Vries, door de dampen
die uit het graan Bteeds opstjjgen, bewusteloos
was geworden. Achtereenvolgens daalden
daarop aan een gordel, meenemende een
tweeden gordel, om dien den vermoedeljjk
bewusteloozen kantoorbediende om het lichaam
te binden, de werklieden L. Schepers en J.
de Bout. Beiden werden bewusteloos opgehaald.
Een derde werkman, F. K. Herman, daalde
daarop in de silo en slaagde er in, den
meegenomen gordel om het lichaam van de»
kantoorbediende te bevestigen. Ook Herman
word bewusteloos opgehaald, en evenzoo
kort daarna de vermiste De Vries.
Mot de hulp van dr. D. J. A. Wolfsen en
dr. Willemse, leden van Eerste Hulp bjj
gelukken en een zuurstofapparaat zjjn bjj
de drie werklieden de levensgeesten opge
wekt. Voor hen is alle gevaar geweken. De
Vries is echter in- den middag overleden.
(•N. R. Ct.")
Een huis van ontucht.
De Haagsche zedenpolitie heeft op last
van de justitie, een inval gedaan in een z.g.
hotel, op het Spui No. 191 aldaar, van zeke
ren G., dat feitelijk meer een nachtcafé was.
Reeds gernimen tjjd stond de vrouw, die,
goholpeu door haar zoon, de zaak dreef,
onder verdenking in dit perceel gelegenheid
te geven tot het plegen van ontucht en zich
aan koppelarjj schuldig te maken.
Moeder en zoon werden gearresteerd en
overgebracht naar het Hnis van bewaring.
Moord.
Te Belgisch Clinge, vlak bjj de Zeouwsche
grens, heeft Zondagavond een moord plaats
gehad. Een zekere de M. drong, gewapend
met een mes, de woning van drie meisjes
binnen en sloeg daarmede dadeljjk een der
meisjes dood; een van de beide andere
sloeg hjj een arm af cn het derde meisje
bracht hjj een ernstige wonde in de zjjde
toe. Hierop vluchtte de moordenaar. Ver
ondersteld wordt, dat hjj zelfmoord gepleegd
heeft.
Vroeger had do woesteling ongenoegen
met de drie zustors gehad.
De gezonken onderzeesche boot.
Maandagochtend heeft men eindeljjk de
plek gevonden, waar de gezonken onderzee
sche boot ligt.
Luitenant Pulleyno, de eenige die gered
is, heeft, naar mon zegt, verteld, dat hjj met
de zinkende boot werd neergezogen on bjj
voelde, hoe de boot den bodem raakte. Toen
hjj aan de oppervlakte kwam zag hjj vlak
bjj twee vrachtvaarders voorbjj stoomen, later
zag hij drie of vier onderzeesche booten,
maar men merkte hem niet op. Hjj had reeds
alle hoop opgegeven, toen de „C 16" hem
oppikte.
Verduistering.
Dinsdag is te LondeD E. H* B., een Neder
lander, oud 34 jaar, wegens verduistering van
1725 pd. et., ten nadeele van een effecten
kantoor aldaar, waar hjj een poBt van ver
trouwen vervulde, veroordeeld tot anderhalf
jaur tuchthuisstraf met dwangarbeid. Hjj was
naar Keulen gevlucht en had zjjn overtocht
naar Amerika besproken. Toen hjj weer in
Londen kwam, werd hjj in hechtenis genomen.
De vergiftiging.
Men herinnert zich, dat onlangs te Weenen
een aantal deelnemers aan hot feestmaal der
leden van het juristoncongres aan tafel ziek
werd. Niet minder dan 70 hunner werden
ouwel. Het is nu, bij een onderzoek, dat
door de politie ingesteld was, gebleken, dat
de vergiftiging het gevolg was geweest van
het nuttigen van een koud vischgerecht.
Er is een aanklacht ingediend tegen den
restaurateur, die voor het maal had gezorgd.
De Rosenthai-zaak.
Maandag is to New-York het proces
tegen luitenant Boeker begonnen, den com
missaris van politie, die beschuldigd wordt
vaD het instigeeren van den moord op den
speelhuisexploitant Rosenthal. D« belangstel
ling van het publiek is enorm; zelfs het
geding indertjjd tegen Harry Thaw,
den moordenaar van "White, had niet in zóó
hooge mate de aandacht getrokken. Er wa
ren uitgebreide voorzorgsmaatregelen getrof
fen om rumoer en ongeregeldheden te voor
komen. Dadeljjk, toen de rechter zjjn zetel
had ingenomen, sprong de advocaat van
Backer overeind, om zich te beklagen, dat
door den moord, gepleegd op Jack Zelig
een behoorljjk en eerljjk rechtsgeding
onmogeljjk was gemaakt, waDt Zelig, door
don ambtenaar van het O. M. een getuige
a charge genoemd was een der belang-
rjjkste k décharge.
Toen de advocaat van Boeker zóóver was
gekomen met sjju protest, legde de rechter
hom hot zwjjgen op.
Daarna werd overgegaan tot het samen
stellen der jury, een taak waarmee wel
verscheiden dagen zullen heengaan.
Hongerkuur op groote schaal.
De Londensche correspondent van het
Handelsblad" schrjjft d. d. 6 October;
iMen weet hoe tal van •suffragettes", die
wegens verstoren der opeDbare orde naar de
gevangenis verwezen ware», daar op zich
zeiven den hongerkuur toepasten en meeBtal
met dit succes, dat zjj vrjj spoedig weder
op vrjje voeten werden gesteld. Of daarmede
echter aan de bevordering van vrouwenkies
recht werd medegewerkt is een andere vraag.
Daarom hoeft ééu der /suffragettes", Miss
Mary Gaestharpe te Peun in Buckingbam-
sbire wat anders bedacht om indruk te maken.
Zjj wil den hongerkuur ook buiten de ge
vangenis brengen, bljjkenB hetgeen zjj heden
ochtend aan .The Observer" schrjjft.
Indien in deze najaarszitt'iDg van het Par
lement niets gedaan wordt dut tot de verwezen-
ljjking van vrouwenkiesrecht zal leiden, stolt
zjj voor, dat de vrouwen te middernacht op
25 December een hongerkuur zullen beginnen,
en zjj vraagt al de vrouwen, die met haar
denkbeeld instemmen, dit eenvoudig op een
briefkaart aan haar kenbaar te maken, dan
kunnen de verschillende vrouwenkiesrecht-
veroenigingen daarvan worden ingelicht. Zjj
meent dat deze hongerknnr indruk zou maken
in het land, vooral als daaraan willen mode-
doen de vrouwen, vriendinnen, zusters, moe
ders, bloedverwanten van Parlementsleden en
Ministers; verwanten en vriendinnen van
hooggeplaatste personen; •suffragettes'' met
adeUjjken titel; (suffragettes" van naam cp
letterkundig, kunst-, wetenschappeljjk, philan-
thropisch gebiod«suffragettes", die openbare
betrekkingen bokleeden: .suffragettes", die
aan het hoofd staan van inrichtingen van
onderwjjsde stille voorstanders van vrouwen
kiesrecht, die niet .openljjk aan de beweging
deelnemen, doch die gevoelen dat de BritBche
vrouw het recht heeft op politieke vrjjheid".
Hot zal ons benieuwen hoevele vrouwen
bereid zullen zjjn met Kerstmis op deze wjjxe
zich tot martelaressen te maken!"
Een geaateüjke bereikt een stervende per
vliegtuig.
Omtrent een buitengewone toepassing van
het vliegtuig wordt uit Algiers het volgende
,n de Gaulois bericht:
Kolonel Largeot was bjj een verkennings
tocht in hot gebied der Toearegs doodeljjk
gewond. Hjj verlangde den bijstand van een
geeeteljjko, maar er was er geen in het kamp
cn de dichtstbjjzjjnde Fransche post lag op
200 kilometer afstand. De wensch van den
stervende zon dan ook onvervuld gebleven
zjjn, zoo niet de vlieger, luitonant Perógard,
zich bereid had verklaard don priester met
;jjn vliegtuig te gaau halen. Zoo geschiedde.
TÖet verlof van 'zjjn chef steeg Brégard op
en in enkele uren bad hjj de 200 kilometer
Daar Laghoual afgelegd, waar hjj een geeste-
ljjke aan boord nam. Nog juist intjjds keer
den de onversaagde mannen in het kamp
terug. Onmiddelljjk nadat den zwaar ge
kwetsten kolonel de sacramenten der sterv< n-
waren toegediend, blies hjj d'n laalsten
adem uit.
UIT BK HELDERSCHE SAMENLEVING.
Door P. N. v. R.
Kolenzoakers.
lil.
Yau achter de grauw grimmige wolken
was langzaam een zonnig blauw komen dagen.
En al lichter en blanker werd het hemelveld.
De zon was eerst Dauw schuilend gaan schjj-
nen, maar eindeljjk was ze toch bljjvon staan,
bre6d-ruBtig baar licht uitdekkend over het
havenwater, over de groote kolenmagazjjnen,
van gegolfd jjzer, waar het vandaag weer
eens een drukte van belang ie. Zjjt ge een
vreemdeling op deze plaats, dan kjjkt ge
vast en zeker een oogonblikje met de grootst
mogeljjke aandacht naar deze marine-bedrjj-
vigheid. In den zomer, bjj tropische hitte,
maakt dit werk den vlugste loomerig, maar bij
het mooie helder-frissche weers van heden
sohjjDen zjj zich warm to willen loopen, de
kerels achter kruiwage»s met zware manden.
MatrozeD, stokers on zelfs mariniers zjjn in
volle actie, hebben de oudste pluüjes er voor
aangetrokken. Sommige hunner, gebukt ondor
den last, vervaarljjkor zwart dan negerB, gaan
langzaam met bet krakend piepende wagentje
van het jjzeren gebouw naar het schip en
weerom. Maar de meesten doen het zoo
kwiek cf ze niet genoeg kunnen wegsjouwen
van de enorme portie die het Rjjk er op na
houdt. Nietwaar, het ljjkt hier wel een bonte
menigte uit 't sprookje van de mioron en ge
staat verbaasd te gapen naar dat roezemoezig
gescharrel, naar dat gedoe van bewegende
beenen, Ijjvan en hoofden, naar dat gejakker
van lui die je met de tang zoudt aanpakken.
Pas op, wees voorzichtig, dat zjj n niet raken,
ergeromver draven. Daar heb je 't al. Een
heer en dame komen bedaard wandelend
aan. Zjj, in deftig grjjs, van onder nauw
uitloopend gekleed, dat haar tot trippel-pasjeB
dwingt, keurig gehandechoend en mot breed
geranden, kostbaren hoed op het schjjnbaar
al te kleine hoofd, ziet peinzend naar het
gezwoeg, en zoo ook bjj, met wit vest over
den ronden buik, in gekleeden jas en met
fijn-grjjzen hoed op de versch geschoiden
haren. Een marinier, een beetje al te heet
gebakerd, stormt vlak langs hen heen, zoo
dat het er gruweljjk van stuift. Meneer z'n
oogen waaien vol, stapt njjdig verder en als
hjj mevrouw driftig wenkt om niet langer in
die horrie te blijven, dan komt zjj bjjna par
does tegen een anderen pikzwarten vent, die
op z'n beurt bromt van stommerd en lomperd
Is het wonder, dat deze man zwart-gallig is
Door neus en mond, ja, door al de poriën
zjjns lichaams dringt het zwarte stof naar
binnen En uitwendig ObBerveer hem eens
oplettend. Ziet hji er niet uit als een zwarl»
duivel, zooals men wel eens op een plaatje
uitteekent En dan die korte, dikke matroos,
achter de hielen van iedereen bezig met het
oprapen van groote afgevallen brokken
is hjj niet onkenbaar en veel smeriger dan
een schoorsteenveger die een root-karweitje
heeft opgeknapt? Ik hoor hom daar juist
razen en tieren tegeu de jongens en meisjes,
die zooeven in de weer waren om een
respectabel Btuk steenkool stiekum te ver
duisteren. Het gesmokkelde moeten zjj weer
terug dragen naar do plek waar het vandaan
word gehaald. En een bootsman, krachtige,
stoere kerel, met wreeden, harden kop, ziet
hierb\j scherp en streng toe dat de jeugdige
dieven hun buit niet voor de tweede maal
ergens in veiligheid brengeD. Zjjn krijtwitte
tanden steken scherp af bjj de zwarte vegen
om z'n mond als-ie grijnst en spottend op
merkt dat je gedurig een oogje in 't zeil
moet houden wanneer die handige Nieuwe-
diepers op de vlakte zjjn. Hij gebaart en
beveelt met een stem gewoon om te comman-
dceren, in welke mand zjj den kluit moeten
wei pen, en als de kinderen het donkere
gevaarte, met moeite opgetild, met spjjtheb-
bon laten vallen, dan wordt de heele bende
van den steiger gebannen.
Maar het duurt niet lang of de brutaal-
sten komen spoedig weer te voorschijn, gelijk
ratten nit hun hol, van ondor don steiger,
waar menig flink hompje in een zak, in een
emmer, in een karretje wordt geborgen. Je
moet persoonljjk gadeslaan, hoe uiterst knap,
hoe drommels vlug zjj 'm dat lappen. Daar
krnipt er een op de knieën, een nestig en
bjjdehand ding, met een kort geknipt, bjjna
kaal geschoren kopje en een brutaal wip
neusje tusschen z'n gittige zwarte oogen.
Hjj schuift op den buik, kronkelt zich als
een slang en wanneer niemand van hem
notitie neemt, slaat hjj meteen voordeelig
z'n slag. Een zusje, geelbleek meiske met
goudblond haar in natte pieken op 't hooge
voorhoofd, staat beneden klaar, geeft haar
geslopen snuitwerk, haar loerende oogen
eerst voldoende den kost en zoodra de kans
er is, om ongemerkt wat te bemachtigen, dan
gaat zoo'n mop steenkool van de eene in de
andore hand over. Doch dht zjjn dan ook
de buitenkansjes die de kolenzoekers hebben
bjj het fijne gruis waaruit ze de kleinste
stukjes verzamelen alvoron het beste daar
van wordt meegenomen. Naast zoo'n bjjeen
gescbraapten berg zitten ook Bart en Toontje.
Vjjf minuten geleden zjjo ze nog door een
kwartiermeester met wjjde armzwaaien op
gejaagd, maar zoo gauw als die kwelgeest
zich omkeert en naar een anderen kant van
't terrein gaat, hebben zjj zich weer
neergegooid bjj die plek, om er met de handen
te woelen, te grjjpen. Zjj haasten zich onge
looflijk snol en haastig, alsof er korrels goud
gevonden kunnen worden die schatten waard
zjjn. Gjj herkent de arme, ongelukkige kinde
ren wel, al schrikt ge even terug, nu ge hun
beestachtige, «wart-bestofte figuurtjes kunt
zien. Een hoofd, een gansch hoofd kleiner
zjjn zjj dan uw zoontjes, die in dit uur wèl-
verzorgd, netjes en zindeljjk, met mooie,
gezonde rozen op de wangeD, aan 't
ontbijt zitten, bjj een misschien wèlvoorzieno
tafel, met warme thee en suiker, met lekker
versch en prima geboterd brood, met kaas,
met worst, met een zacht gekookt eitje. Gjj
schrikt terug bjj het besohouwen van dat
voos en flets gezichtje, mot dien stjjf dicht
geknepen mond en die onDatuurljjk glinste
rende oogjes van Bart. Zjjn hoog en breed
voorhoofd doet u vermoeden, dat z'n geest
iets meer behoeft dan dezen ellendigen arbeid.
Onder het snuffelen on rapen werpt bjj nu
en dan een lodderigen blik op Toontje aan
zjjn zjjde. Arm, zwak wezen! Met het kleine
handje waarmee hjj na een poosje van hard
aanpakken traag in het gruis grabbelt, wrjjft
bjj herhaaldeljjk de loodzware oogleden. Hjj
ïb nog slaapdronken en doet liever niets
meer weet je, hjj wil naar huis.
«Waar zeur jjj om vraagt Arie, wiens
stjjf-gestreken marine-kraagje een bedenke-
ljjk aanzien heeft gekregen in deze zwarto
omgeving.
Verschrikt ziet Toontje op. Hjj hondt zich
gewoonlijk niet met vreemde jongens op m
is niet gewend dat men hem aanspreekt.
Hebbe jullie dan al genoeg?" vraagt
Arie weer, die wel snapt waar de schoen
wringt. •Niet 'k Wel. Maar ik heb ook
niet zitten suffen zooals jjj, Toon. Jonge, je
voert geen steek nit. Je laat alles voor je
broer opkomme en dat is niet eerljjk. Je mot
je poote uitateke, andors heb je strakkies
zoowat niks."
Bart neemt Arie van kop t it teen op en
informeert naïef:
«Hoeveel mot jjj thnis brenge
Ikke? Hóévéél?? Komt er niet
op an. Non ia m'n kar tot 't randje, maar
de vorige keer met de .Heemskerk" had
ik geen pet vol. Wat kjjk je me raar an
Is dat zoo'n mirakel soms
'Krjjg jjj krjjg jjj dan niet op je nek?"
tBè jè gek I Waarom Kan je toch niks
an doen M'n vader heeft me eens eenmaal
afgedroogd, maar toen was 'k ook 'n heele
dag weggeweest en kwam 's avonds bovon
water."
«Waar zit je dan
,Non, hier an 't Hoofd natnnrljjk. Dio dag
had 'k booschappe gedaan voor de matroze
van de «Gelderland" en 's middags ben ik
an boord geblove en bjj 't theewater kreeg
ik komies met boter en spek, Diet ranw maar
uitgebakke, ik bedoel kaantjes en stjjf vet
en uitjes 'r door, ze noeme het rotmok."
«Rotmok Wat 'n rare kost zal dat weze
Is 't lekkerder dan stroopvet?"
Lekkerder? Godverdikkie, wat 'n vraag!
Weet je dat nbg niet Weft jjj niet eens'
dat rotmok veel en veel beier is dan stroop
vet Jonge, rotmok is de fjjoste smul bjj de
meriene. Maar jjj bent nog niet gaar geno?g.
Je moat zien dat je eens ergens op 'n schip
kan schafte, dau kom je 't vanzelf an de
weet. En as jjj iedere dag kemies met spek -
kaantjes en stjjf vet in jo ljjf kreeg, dan
zouë je kleere te klein worde. Waarom
Knul, jjj krjjgt bepaald niet veel te ete van
je moeder. Je ljjkt net 'n vogelverschrikker,
precies 'n pop zooas er een bjj m'n buur
man in de bleek staat. Kjjk mjjn hande nou
'r is. Dan die polse. En deze arreme. Vleezig,
hè? Zie non jouë d'r is bjj. Nee, vlak d'r
naast honê'. 'n Groot verschil. En m'n lichaam
is net eender zoo. Maar 'k lust ook wat as
't er op an komtl Op 't Wachtschip heb ik
eens een heel bruin broodje naar binne ge
stage, zoo'n hard gebakko kemiossie door-
midde gesneeje, dik gesmeerd van de boter
en echte plakk® witte kaas er tnsscbe, tonder
'n drop koffie d'r bjj» maar dat moest, vat
je, want 't was zoo'n soort weddeschap en
as 'k het niet op had gekrege, dan had ik
van 't zeuntje van do bak op m'n duvel
gehad."
«Hè? Van 't zeuntje? Wat is dat
voor 'n vent? En wèt heeft die d'r nou
mee te make?"
«Ach, knul een zeuntje is iemand die
opschept net, net as jou moeder au tafel."
„En moest die jou op je ziel geve?"
„Nou ja, 't was 'n lolletje, dat brgrjjp je
toch wel Maar hjj stond toch met een
broekriem aohter 'm klaar om te patse,
snap-ie I"
(Wordt vervolgd).
Een sjagrjjn.
Omdat het zoo heel hard regende, bedacht
één van het gezelschap der pensiongasten,
door een gemeenschappelijk sprlletje de regen-
verveling te verdrjjven. Wie hot snurste
gezicht trok zou als prijswinnaar worden
aangewezen. Nadat ieder van het gezelschap
zjjn zuurste gezicht getrokken heeft, wordt
één met algemeene stemmen als winnaar uit
geroepen. Maar die antwoordt
«Ik hou niet van zulke spelletjes. Ik
heb niet eens meegedaan."
FEUILLETON.
in
Daar werd haaBtig een gordjjn dicht ge
schoven, maar zjj had Gerard toch gezien,
en haar moeder voelde, hoe haar arm sidderde.
•Wat scheelt u, kind vroeg zjj.
O niets, moeder. Ik bon zoo gelukkig,
want het is mjj, of vader nu reeds buiten
alle gevaar was".
Mederic had het gehoord, maar trok de
schouders met een moedeloos gebaar op en
zeide
•Als bet ongeluk eens over zulke arme
menscbeD, als wjj zjjn, komt, doet het nooit
half werk. Hoopt niet te veel, als gjj u niet
aan een vreeseljjke teleurstelling wilt bloot
stellen".
Margaretha en Jean Demari waren alleen
gebleven. Beiden zwegen eerst, eindeljjk
vroeg de advocaat: «Hebt gjj mjj niets toe te
vertrouwen, Margaretha Hg had «eer
zacht gesproke», en toch kromp zjj ineen.
«Neen, wat zou dat dan zijn?" antwoord
de zjj.
/Gjj moet toch noodzakelijk een bijzondere
redon hebben, om zulk een levendig belang
in Haudecoeur te Btellen".
tik had zulk een medeljjden met de arme
vrouw, en nu kwam ik op de gedachte, een
beroep op uw grootmoedigheid te doen".
•Gelooft gjj dan werkeljjk, dat Haudecoeur
te redden 1b; zjjt gjj inderdaad van zijn
onschuld overtuigd?"
Dat ben ik, ik geloof vast, dat mjjn man
zich zelf beeft gedood".
De advocaat schudde het hoofd. «Al het
andere er buiten gelaten, komt het mjj zeer
twijfelachtig voor, dat hjj daarvoor den moed
zou gehad hebben".
Zjj zweeg en bjj begon opnieuw«Mar
garetha, als gjj een bewjjs voor de onschuld
der beide aangeklaagden kunt geveD, is het
uw plicht, alles te zeggen, al is het nog zoo
smartelijk voor u".
•Ik weet niots", antwoordde zjj zoo afge
mat, dat hjj niet verder kon aandringen.
Hjj vertrok, terwjjl hjj bjjna aan haar twjjfeldo.
Een onzichtbare scheidsmuur scheen zich
tusschen hen te plaatsen, nadat de hand van
het noodlot vooraf had weggeruimd, wat tot
nu toe hun geluk in den weg stond. Hjj
beminde haar nog steeds zooals hjj nooit had
opgehouden haar te beminnen, maar een ge
heimzinnig iets scheen zich tegen hun ver-
eeniging te verzetten.
Met een treurig gevoel sag zjj hem heen
gaan. »Zal mjjn verder leven zoo zjjn?" moest
zjj denken. /Moet ik nu voortdurend liegen
liegen tot eiken prjjs?"
En als een antwoord op deze vraag zeide
Gerard, toen hjj weer bjj haar in de kamer
kwam„Moeder, ik zou gaarne weten, waarom
gjj Haudecoeur zoo verdedigt."
Zjj sidderde; ook haar zoon gevoelde het
zelfde als Jean Demari. Daar zjj niet ant
woordde, ging hjj voort: «Het gerecht be
schuldigt hem, dat hjj de moordenaar van mijn
vader is, en gjj kiest zjjn partjj waarom?"
Zjj kon geon reden opgeven en bezat niet
eens do kracht meer, hem te zoggen, wat zjj
Demari had geantwoord. Daar haar kracht
uitgeput was, mompelde zjj: »Ik weet het
niet ik weet het niet laat mjj alleen!"
en zjj spoeddo zich uit de kamer.
Gerard was bleek geworden. Te vergeefs
zocht hjj naar een verklaring, hjj vond niets
dan kwellende twjjfel en onopgeloste raadsels.
Zjjn moedor scheen meer on meer van hem
te vervreemden, hjj gevoelde zich zoo een
zaam en verlaten. Door smart terneergebogen,
begon hjj te schreien, terwjjl hjj in sich «elf
mompelde: «Mjjn vader! Mijn ongelukkige,
lieve vader!"
HOOFDSTUK VI.
Haudecoeur zag in het bewustzjjn zjjner
onschuld de behandeling van sjjn proces
voor de gezworenen met gerustheid tegemoet.
«Het is immers ODmogeljjk, dat ik veroordeeld
«al worden", herhaalde hjj telkens tegen zjjo
verdediger, uls deze hem bezocht.
Demari had de stukken vau de instructie
groudig bestudeerd. Ofschoon hem in dit
geval veel donker en raadselachtig bleef, zoo
kwam hjj toch hoe langer hoe meer tot de
overtuiging, dat de beschuldigde niet loog,
als hjj zjjn onschuld bleef beweren. Maar
wie was dan daar volgens de opvatting
van het gerecht het vermoeden van zelfmoord
geheel moest uitgesloten worden, de
moordenaar? Was het soms, niettegenstaande
alles, wat er tegen sprak, toch de heer
Kéruuion
De dag van de uitspraak was eindeljjk
vorscheneD. Onder het publiek, dat de zaal
vulde, zat ook vrouw Haudecoeur met
haar kinderen, wier spanuiog toenam, hoe
nader de beslissing kwam.
Haudeooeur, wiens goedhartig gelaat niets
van bjjzondore opgewondenheid verried, ba-
antwoordde bedaard en zonder dralen de
hem gedane vragen. Toen kwam het oogen-
blik, waarop Jeaa Demari het woord nam.
Het gold altjjd voor een gewichtige gebeur
tenis, als de beroemde advocaat pleitte; bjj
zulk een gelegenheid trachtte ieder toegangs
kaarten te krjjgen, en dit was dezen keer
ook geschied. De toehoorders behoorden
voor een groot deel tot de voornaamste standen
en allen luisterden met gespannen oplettend
heid, toen Demari zjjn verdedigingsrede begon.
Toen hjj begon te spreken, geloofde hjj
tusschen zioh en de gezworenen, die hjj van
de onschuld van zjjn cliënt wilde overtuigen,
het beeld van Margaretha te zien, het beeld
van de weduwe van het slachtoffer, die om
genade voor den moordenaar smeekte, en
weer kwam bjj hem de vraag op naar de
redenen van haar zonderling gedrag en deze
gedachte kon hij niet van zich zetten zoo
lang hjj sprak. Dit hinderde hem in zjjn
verdediging, het was hem, of er iets was,
dat hem de keel dichtkneep en op zjjn hersens
drukte, zoodat zjjn denkvermogen verdoofd
werd en zjjn pleidooi alle overtuigingskracht
miste. Hoe langer hjj sprak, des te meer
werd hjj er van bewust en dit braoht hem
natuurljjk nog meer in de war. Ieder andere,
de eerste de beste advocaat, die zjjo werk
verstond, zon de «aak beter hebben gedaan
en misschien een vrjjspraak voor zjjn cliënt
verkregen hebbeD. Het word hem hoe langer
hoe duideljjker, dat bjj hem aan een ver
oordeeling prjjs gaf.
Het ontgiDg den rechters en den gezworenen
evenmin als het publiek, hoe in het oogvallend
mat en weinig overtuigend Demari heden
sprak. Men schreef het algemeen aan onpas-
soljjkheid toe, want men zag immers duidelijk,
hoe bleek hjj was, en dat het hem moeite
kostte zijn gedachten te regelen en zjjn
pleidooi teneinde te brengen. Eindeljjk was hjj
gereed, bjj zette zich uitgepnt neer en droogde
zjjn voorhoofd af, dat met koud zweet bedekt
wbb. Voor de eersto maal gedurende zjjn
werkzaamheid als advocaat maakte zjjo ge
weten hem het verwjjt: «Gjj hebt uw plicht
niet gedaan
Misschien was Haudecoeur de eenige in
de zaal, wien het zwakke der verdediging
geheel was ontgaan. Hjj had alles, wat
Demari had gezegd, buitengewoon mooi en
hartroerend gevonden, en reikte dezen nn
beide handen met de woorden»Ik ben
overtuigd, dat ik vrijgesproken wordl"
Demari betwjjfelde het, maar bjj ant
woordde niets. De staats-procureur verlangde
niet te antwoorden, de president gaf een
duideljjk en zakeljjk résumé, en toen ver
wijderden de gezworenen zicb, om te beraad
slagen. Men behoefde niet lang op hnn uit
spraak te wachten: zjj verklaarden Haudecoeur
voor schuldig, doch onder aanneming van
verzachtende omstandigheden. Het vonnis
van het gerechtshof luidde nutwintig jaar
deporatie naar Nieuw-Caledonië.
Het scheen eerst, alsof Haudecoeur niets
had verstaan, hjj stond daar met open mond
en staarde den president aan. «Wat heeft
bjj gezegd Wat heeft hjj gezegd vroeg
hjj toen aan de gendarmen, die hem nit de
gevangenis hadden gebracht. Toen men het
hem herhaalde, zonk bjj, als door een knodslag
getroffen op de bank neor, terwjjl hjj onver
staanbare woorden mompelde. Toen braoht
men hem weg; hjj waggelde schjjnbaar zonder
besef voort, en dacht er niet eens aan, nog
een blik op de zjjnen te slaan, die hjj gedu
rende de zitting meermalen had toegewenkt.
De arme vrouw Haudeeoenr «n Louise
waren geheel verpletterd, zjj weenden en
smoorden hun snikken in haar zakdoeken.
Mederic vond geen tranenmet een bitteren
lach zeide hjj»Ik wist hot wel, men moest
er op bedacht zjjn".
Onder de opgeroepen getuigen was ook
Collivet geweest, die alle bjjzonderheden van
het rechtsgeding met bjjna hartstochteljjken
jjver had govolgd. Nadat het vonnis wm
afgeloopen, drong hjj woest door bet publiek,
dat de zaal verliet, sprong op het plein voor
bet gerechtshof in een rjjtuig en liet zich
naar de rue Daunon brengen.
Mevrouw Beaupré wachtte hem. Gorurd
was bjj haar, toen hjj binnenkwam.
Margaretha liep hem tegemoet. «Is het
afgeloopen vroeg zjj opgewonden.
«Ja, mevrouw".
«Vrijgesproken natuurljjk, niet?"
Neen, mevrouw
«Veroordeeld riep zjj half waanzinnig.
„Tot twintig jaar deportatie".
Alles begon voor de oogen van Margaretha
te draaien, zjj viel bewusteloos op den grond.
Gerard zag op haar noer met een moeiljjk
te verklaren uitdrukking ir zjjn gelaatstrekken,
terwjjl hjj mompelde: «Mjjn God, wat heeft
dat t« beteekenen? Wat moet ikgelooven?"
HOOFDSTUK VII.
Er was bepaald, dat Haudecoeur met bet
eerste transport gevangenen van Parjjs naar
Tonlon zou vertrekken, om dan met de eerst
vertrekkende boot naar den in den Stillen
Oceaan gelegen archipel van Nieuw-Caledonië
gebracht te worden, waar de gedeporteerden
sedert 1860 op het voornaamste eiland Noumea
hun verbljjf hebben.
(Wordt vervolgd),